't Vliegend Blaadje
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
De aanvaring van de „le."
No. 2283.
Woensdag 6 Februari 1895.
23ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraal
Telefoonn". 68.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 51.
A-Doimement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ct,
id. franco per post 75 idem f 1.12
id. voor het Buitenland f 1.25, idemf 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT ft Co., te Helder.
BuNnn SPOORSTRAAT M ZUIDSTRAAT.
JXdvortontlön
van 1 tot 5 regels25 Cénl*
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureau* bezorgd zijn.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 5 Pebr. 1895.
Zaterdagavond gaf de scherm- en
gvmnastiekvereeniging «Oefening kweekt
kunst", in Tivoli een soiree amusante,
waarbjj vele bezoekers waren opgekomen.
De leiding der werkzaamheden had plaats
onder de hh R. Oosteveld Jen H. J. Seeboldt.
Daar 't geen gewone uitvoering was, ver
melden we alleen, dat zoowel de brug-
oefeningen der hoofdafdeeling als de vrjje
en ordeoefeningen der meisjesklassen met
veel genoegen werden gezien.
We geven overigens de directie den lof,
dat ze er slag van heeft gehad 't amu
sante ditmaal tot 't volle recht te doen
komen, zooals bleek bjj de parodie op de
vrjje oefeningen door de hoofdafdeeling en
later door de «groepen".
De uitvoerders waren in coBtuum, zoo
grotesk mogeljjk, en hadden de maskers
voor 't achterhoofd geplaatst, zoodat de
indruk teweeg werd gebracht, dat men
rersonen met omgedraaiden hals zag werken,
etgeen zulk een verrassend effect ver
oorzaakte, dat aan 't lachen geen einde
scheen te komen, 't Was een onbetaalbare
klucht.
Verder was de avond gewjjd aan het
houden van komieke voordrachten, zoowel
litteraire als muzikale, waarbjj de execu
tanten zich uitstekend van hunne taak
kweten.
Een aardige groep vormden twee meisjes,
waarvan de eene als Markervisscher en
de andere als visschersmeisje verkleed, die
een inzameling hielden len behoeve van
hit visschirafonds alhier.
Ten slotte werd een kluchtige panto
mime gegeven, getiteld: «Het acrobaten-
gezelschap van Pinowa", die de vrooljjk-
heid onafgebroken gaande hield en een
goeden overgang vormde voor 't daaropvol
gend bal.
Op morgen (Woensdag) avond zal in
het lokaal Tivoli alhier een buitengewone
vergadering worden gehouden door het
departement Helder der Maatschappij «Tot
Nut van 't Algemeen". Het programma
kondigt aan een viertal letterkundige voor
drachten, eenige zangnummers (Sopraan
en Mezzo-Sopraan) en een drietal nummers
voor viool en piano. Ditmaal zjjn de namen
der executanten op het programma vermeld,
een middel, o. i. om het bezoek, aan deze
vergadering te brengen, des te talrjjker te
maken.
Nu eerlang de voorgenomen uitbreiding
en égaliseering der algemeene begraafplaats
alhier zal worden uitgevoerd, is het zeker
niet ongepast, aan den toestand van voor
heen onze aandacht te wijden.
In vroeger tjjd liep de weg naar 't
kerkhof langs den ouden-Alkmaarschen
weg, d. i. de weg langs het z. g. schut-
bok. En toen later de Gemeenschaps-h'nie,
die oudtijds in de onmiddellijke nabijheid
van den ouden Helder lag, op den tegen-
woordigen afstand werd gelegd en daardoor
de genoemde weg in tweeën werd geschei
den, moest men met begrafenissen van af
de Linie eerst langs de vestingracht en
daarna langs een deel van den meergenoem-
den weg naar de begraafplaats heen trek
ken, een tocht die lang duurde, over een
weg, die, vooral in t barre jaargetijde,
moeilijk en hoogst onaangenaam was.
Eigenaardig was heb, dat de eigenaars
van landeryen langs dien weg opschriften
op de hekken hadden aangebracht, toe
passelijk op de sombere tochten, die schier
dagelijks in dit eenzame oord moesten
volbracht worden «Deze is de eerste niet;"
Deze is de laatste nietenz.
De ijzeren kerkhofpoort, die heden nog
tot afsluiting van 't kerkhof dient, stond
toen aan de andere zijde der begraafplaats,
nabjj het duin. Ongeveer 35 jaar geleden
is de tegenwoordige weg naar het kerk
hof van af den Huisduiner weg aangelegd,
en is ook de ingang verplaatst. Het kerk
hof is aanmerkelijk uitgebreid, Bedert het
oude, in 4 afdeelingen verdeeld, geheel
onvoldoende ruimte aanbood. Op een oude
kaart van de begraafplaats vonden we dezer
dagen de eigenaardigheid, dat de afdeelin
gen, door een kruisweg gescheiden, G. R.
A. F. genoemd werden. Sedert is eene
uitbreiding der begraafplaats opnieuw drin
gend noodzakelijk geworden, en weldra zal
aoor het Gemeentebestuur dit werk wor
den aanbesteed. De uitvoering er van is
reeds behoorlijk voorbereid.
Toen wjj in de vorige maand, Januari
1895 schreven, werden, vooral beoefenaars
der vaderlandsche geschiedenis, vaak in
hunne gedachten teruggevoerd naar de be
langrijke gebeurtenissen, eene eeuw geleden,
in Januari 1795. De voornaamste bijzon
derheden van dien tjjd zjjn bekendde
Republiek der Vereenigde Nederlanden
daalde, na een roemruchtig bestaan van
meer dan twee eeuwen, ten grave, de Prins-
Stüdhouder Willem V verliet het Vader
land, Fransche legerscharen overstroomden
het land, dat zoo vaak aan machtige Fran
sche legers het hoofd had geboden, en de
Bataafsche Republiek werd gegrondvest.
Onder de bijzondere gebeurtenissen van die
dagen behoort, dat hier, in de nabijheid
van de haven «Het Nieuwediep" een
Hollandsche vloot, die in het jjs lag, ge-
Bomen werd ja, door wie? door
Fransche huzaren, die op hunne paarden
over 'tijs de schepen naderden, 't Was
dus eene berenning eener oorlogsvloot
't Spreekt van zelve, dat menigeen zich
met dat hoogst zonderlinge feit heeft vroo-
ljjk gemaakt. En 'tis wel geen wonder,
dat deze gebeurtenis door een schilder tot
onderwerp voor een schilderstuk werd ge
kozen.
Toch schijnt het, dat onze Hollandsche
zeeleeuwen den smaad niet verdienen, die
door de vermelding van dat feit hun toe
geworpen wordt. De vlotelingen, die nauwe
lijks 100 jaren na de De Rujjters en de
Trompen leefden de vlotelingen, die pas
14 jaar geleden bjj Doggersbank zich zoo
moedig onderscheiden hadden, kunnen wel
niet zóó laf en zóó kinderachtig zijn ge
weest, dat zij niet op een hand vol Fransche
huzaren dnrfden mikken. Het geval moet
zich echter aldus hebben voorgedaan. Toen
op 24 Januari 1795 de vloot door de Fransche
Cavaleristen werd in bezit genomen, was
hier den dag daarvoor het bevel aange
bracht, dat niemand wie ook iets
mocht ondernemen, eenige vijandelijkheid
mocht plegen tegen de Fransche broeders
en landgenooten. Dit was de reden van 't
uiterst zonderlinge voorval.
Het op verzoek, wegeDS voortdarende
ongesteldheid, eervol verleend ontslag aan het
Hoofd der Gemoonto-Bchool no. 6 (op de Visch-
markt) alhier, en do inzending van adressen
door twee Hoofden van scholen, 't verzoek om
overplaatsing inhoudende, een en ander
geeft aanleiding, om de Wet tot regeling van
het Lager Onderwijs, sooals die laatstelijk in
1889 ia gewijzigd, op te slaan, ten eiade te
ontdekken hoe in deze behoort te worden ge
handeld.
Uit art. 28 der genoemde wet bljjkt, dat
in de vervnlliDg eener vacature als de boven
genoemde door don Gemeenteraad op drieerlei
wjjze kan worden voorzien: 1. door het doen
eener keuze uit eono voordracht van minstens
drie bevoegden, opgemaakt door Burgemeester
en Wethouders en den District9-Schoolopziener;
2. door, in geval B. en W. en de Districts
schoolopziener niet tot overeenstemming kun
nen geraken, de benoeming te doen voorafgaan
door een vergelijkend onderzoek naar do ge
schiktheid der candidaten; en 3. door, in
gemeenten, waar moer dan ééno schoei be
staat, don onderwjjzor, aan liet hoofd der eene
geplaatst, aan hot hoofd der andere testellen,
zonder voordracht, indien tenminste de Ge
meenteraad, na overleg met den Districts
schoolopziener, hiertoe besluit.
Een belangrjjk artikel treffen we in no.
20706 van het «Handelsblad" aan, onder bet
opschrift «Noordholland's zeeweringen". De
schrijver van dit stuk herinnert, dat bjj den
storm van 22 December 1.1. de buitenregel der
zeeduinen bjj Callantsoog doorgebroken en de
zee zoover in een daar aanwezige duinvallei
doorgedrongen is, dat het water in de onmid
dellijke nabijheid is gevloeid van een klein
dijkje, dat in vroegere eeuwen is aangelegd
om het water te keeren. Deze gebeurtenis
geeft aanleiding, dat de vraag, waarover reeds
lang verschil van gevoelen bestond, thans op
nieuw op den voorgrond treedt: op wien rust
de last tot onderhoud en horstel der zeewe-
weringen in Noordholland? Gedep. Staten
der provincie en de regeering staan hier tegen
over elkander. Terwjjl in de zuidelijke ge
deelten des lands onderhoud en herstel der
duinen aan de waterschappen (Rijnland en
Delfland zijn opgedragen en de duinregel in 't
zaiderdeel van Noordholland, door zyne breedte
geen onderhoud noodig heeft, is de zorg voor
de zeeweringen benoorden Petten steeds door
't Rijk op zich genomen. In vroeger eeuwen
bestond de grens van Holland uit den zeedijk
van West-Friesland. Daarvoor lagen uitge
breide waard- en slykgronden, terwijl op groo-
ten afstand in de zee twee eilanden lagen:
Callantsoog en Huisduinen met Helder. Dio
slykgronden zjjn later ingedjjkt en vormden
den polder Zjj po, terwjjl de Staten van Hol
land het eiland Huisduinen met den vasten
wal verbonden door een in 1610 aangelegden
dyk, naar den ontwerper «Oldebbamevelds-
djjk" genaamd. Rodenen, om in dezen om
trek heemraadschappen te stichten, hebben
hier evenmin bestaan, als voor de eilanden
Texel, Vlieland en Terschelling. De toene
mende achteruitgang der zeeweringen zal ech
ter wel.icht spoedig werken noodig maken, die
millioenen zullen moeten kosten en 't gaat
zeker niet aao, daarmede de polders «Callants
oog" en ,Het Koegras" te belaeteo. De be
langen, die het bier voornamelijk geldt, zjjo
niet die der polders, maar het behoud der linie
▼au defensie, opdat Helder en Nieuwediep niet
weder oen eiland worden als vroeger; 't be
houd van het Noordhollandsch kanaal en van
den Noordhollandschen spoorweg. Deze be
langen zjjn wol zóó groot, dat met het oog
daarop weldra zeker eene overeenstemming
tusschen Rjjk en Provincie zal worden ver
kregen.
Terwjjl de onderhandelingen dezer dagen
ijverig werden voortgezet, heeft het Provin
ciaal Bestuur inmiddels, in afwachting van
eene beslissing, do noodige voorzieningen aan
gebracht. Het djjkje waarover hierboven wordt
gesproken, wordt opgetrokken tot een hoogte
van 5% M. boven A.P., met eene kruinbroedto
van 20 M., terwijl op een ander zwak punt
de duinen worden aangevuld tot eene breedte
van 35 M. Tegen een eersten, zelfs hevigen,
aanval is men das op die wjjze voldoende be
veiligd.
Het proces-Jouiaut.
Het proces-Joniaux is geëindigd met de ter
dood .eroordeeling van do beschuldigde.
De jury had deze vragen to beantwoorden
a. Is Maria Thoresia Jozepha Ablay, echt-
genooto van den hoer Joniaux, schuldig aan
moord met voorbedachten rade gepleegd op
Loonie Ablay?
b. Is deze moord gepleegd door middel van
het toedienen van zelfstandigheden, waardoor
do dood snel of langzaam wordt veroorzaakt,
naarmate van de wjjze, waarop ze wordon
toegediend
c. 19 mevrouw Joniaux schuldig aan moord,
met voorbedachten rude gepleegd op Jacques
van de Kerckboven
d. Is deze moord op dezelfde wjjze gepleegd
als de eerste?
e. Is mevrouw Joniaux schuldig aan moord,
met voarbedachten rade gepleegd op Alfred
Ablay
f. Is deze moord gepleegd op dezelfde wjjze
als do beide eerste moorden
De jury-leden antwoordden op al deze vra
gen ja. De griffier las de antwoorden voor.
De beschuldigde verkeerde' in de hoogste span
ning, zjj beefde over al haar leden en drukte
krampachtig den zakdoek tegen haar mond.
Gelukkig duurde dit tooneel niet lang. Nadat
de griffier de antwoordden had voorgelezen,
stond de advocaat-generaal Servais op en zeido
Ik eiscb, dat de beschuldigde tsr dood worde
veroordeeld'.
•Het Hof," zeide de president, «zal daar
over beraadslagen." Te kwart voor twee, na
eene discussie van een uur, werd de zitting
hervat. De president deelde mode, dat do
doodstraf was uitgesproken. «De beschuldigde
aldus luidde het vonnis moet op een der
pleinen van Antwerpen in het openbaar ont
hoofd worden." Voorts voegde do president er
bij, dat mev. Joniaux nog drie dagen tjjdheeft
om tegen het vonnis in hooger beroep te
komen.
De beschuldigde rees plotseling op van haar
bank en verliet, in de grootste ontroering,
tn8schen twee gendarmes, de zaal. De voor
zitter verklaarde do zitting voor gesloten. Het
wa9 precies twee uur in den nacht, toen de
rechters huiswaarts keerden.
Meer dan 2000 personen verdrongen zich
voor het paleis van justitie.
In den ochtend werd mad. Joniaux naar
de gevangenis in de Rae des Bèquines terug
gebracht. Het doodvonnis wordt, ook indien
het hooger beroep dor beschuldigde wordt ver
worpen, natuurlijk niet ten uitvoer gebracht.
De doodstraf bestaat in België slechts in
naam. De koning verandert in dergelijke ge
vallen het vonnis in etne veroordeeling tot
levenslange gevangenisstraf.
Omtrent het vreesoljjke ongeluk op de Noord
zee deelen de Engelsche bladen thans nadere
bijzonderheden mode. Do mailstoomboot ver
liet Brcmon Dinsdagmiddag mot 240 passagiers
en ongeveer 160 schep dingen aan boord, be
nevens een aanzienlijke lading. De reis liep
zonder ongevallen tot ongeveer vjjftig mijl
van Lowcstoft. De wind was zeer sterk en de
zee stond hoog. Het wus zeer donker en daar
de lichten van verschillende vaartuigen in de
nabijheid waren gezien, stak de «Elbe" van
tjjd tot tjjd vuurpijlen af ter waarschuwing.
Ongeveer halfzes in den ochtend zag de uit-
kjjk een vaartuig recht op de mailstoomboot
afkomen. Men deed vuurpijlen met kortere
tnsschenpoozen afgaan, doch [de andere boot
bleef steeds in dezelfde richting, tot plotseling
de oElbe" een hevigen schok kreeg en ter zijde
werd ingeloopen tusschen de machinekamer
en de kajuiten der eerste klasse. Onmiddellijk
stroomde het water met groote kracht binnen
en doofde de vuren.
De passagiers waren bjjna allen in slaap
toen de aanvaring plaats had. Doch door don
schok werden allen gewekt on er ontstond
een groote toeloop naar het dek. Half gekleed
kwamen de verschrikte passagiers naar boven
om te zien wat er a«n de hand was. De offi
cieren deden al het mogeljjke om een paniek
te voorkomen, doch toen men zag, dat het
vaartuig begon te zinken, was er geen orde
meer te houden. Onmiddellijk werd last gegeven,
de booten nit te zetten en ofschoon de touwen
zeer hard waren van de vorst, gelukte hot
spoedig een aantal booten buiten boord te
brengen. Hoeveel booten er werden uitgezet,
is niet juist bekendeenigen der geredden Bpre-
ken van drie, anderen van slechts twee, waar
van er een omsloeg, en weder andere meenen,
dat er wel acht booton werden nedergelaten.
Zooveel is zeker, dat do eerste boot onmid
dellijk omsloeg voordat er iemand in had plaats
genomen, terwjjl van de twee andere booten
welke geheel vol het schip verlieten, slechts
één tot dusver is lorocht gekomen. Do boot,
welke door de smak Wilddower" werd op
gemerkt, was bemand met 22 personen, waar
van slechts vjjf passagiers en de overigen
schepelingen. Door do bomaoning van de En
gelsche smak werden de halfverstjjfde en door
natte schipbreukelingen opgenomen en ver-
zo-gd. Zjj kwamen veilig to Lowestoft aan in
den middag van Woensdag. De geredden wer
den door bemiddeling van den DuiUchen consul
het Zeemans-tehuis te Lowestoft onderdak
gebracht.
Een der geredde passagiers, de hoer Karl
A. Hofi'inan, geeft een verhaal van de ramp
als volgt
«Mot mjjn vrouw en kind was ik Dinsdag
middag uit Bremerhaven vertrokken. Wjj reis
den tweede kajuit en ons logies was gelegen
op slechts zes voet afstand van do plaats der
sauvaring. Omstreoks halfzes werd ik gewekt
door een geluid als een gong. Onmiddellyk
stond ik op, doch daar alles donker was en
ik niets meer vernam, ging ik weder ter kooi.
Dadeljjk daarna echter hoorde ik een gedruiBch
als van binnendringend water en druk geloop
en leven op het dek. Met mjjn vrouw en myn
jongen, die intusechen wat klc-ederen haddon
aangetrokken, vloog ik naar boven en zag daar
wat er gaande was. Het was zeer donker,
doch niet mistig. Do zee stond hoog. Er waren
reeds twee booten neergelaten. In een dezer
booten wist ik mijn jongen le krjjgen en ik
maakto mjj gereed, met mjjn vrouw ook plaats
te nemen, toen er werd goschreeuwd: «Vrou
wen en kinderen aan stuurboord 1" Mjjn vrouw
ging aan dio zjjde en het kind word uit de
boot genomen. Op hetzelfde oogenblik zag ik
oen boot omslaan. Wjj trachtten do opvarenden
te redden, doch alleen oen vrouw, die zich
aan do kiel had vastgeklampt, werd met voel
moeite in onze boot gebracht. Toen verlieten
wjj onmiddelljjk het zinkende schip. Gedurende
vjjf uur werden wjj door den storm heen en
weder geslingerd en haddon wjj veel last van
de koude, tot wjj door de «Wildflowor" werden
opgenomen en twaalf nur na de aanvaring te
Lowestoft aankwamen."
De eerste-machinist, de heer A. Neussell,
bevestigt, dat ongeveer twintig minuten na
de aanvaring de «Elbe" zonk en dat de aan
varing plaats had tnsBchen de machinekamer
en het salon tweede klasse.
Willem Wright de schipper van de smak
Wild Flower," die de overlevenden van de
ramp te Lowestoft overbracht, geeft een in
teressant verhaal
Wjj waren ongeveer ten Oost Zuid-Oost
van Lowestoft," verhaalde de schipper van dit
visschere-vaartuigom elf uur des Woensdag
morgens zag ik op een mjjl afstands de reddings
boot van een schip, met een mast zonder zeil,
terwjjl iets aan den achtersteven wapperde.
De personen die er in zaten, hielden den kop
van de boot naar volle zee gericht, doch er
woei een hevige wind, er ging een ruwe zee
en ik kon zien dat het water in de boot sloeg.
Ik zag dat zjj ons niet konden bereiken, daarom
stuurde ik mjjn schip er heen.
Ik naderdo de boot zoo dicht mogeljjk en
bemerkte dat men op de boot meende, dat ik
hen zou verlaten. Daarom wuifde ik met mjjn
bood, ten teeken, dat ik hen bad opgemerkt.
Ik nam een half uur, om onze netton in te
halen en in dien tjjd droef de boot van ons af
Toen wjj hen oindeljjk weer dicht genoeg
genaderd waren, wierp ik hun een touw toe,
doch zij waren door de koude en hot water zoo
verstijfd, dat bet lang duurde voor zjj het vast
gemaakt hadden. Wjj trokken de boot toen
langs de zjjde der trawler en de helft harer
bemanning sprong op ons schip over. Doch
toen brak het touw cn de boot dreef weer weg
met de andere helft der schipbreukelingen.
Weer zochten wij baar op en wierpen hun
nogmaals een lyn toe. Vier personen werden
toen wier bjj ons aan boord getrokken, terwjjl
er nn nog 3 mannon en een dame achterbleven
De dame lag op den bodem der boot in het
waterzjj had een laoge rok aan, doch andere
geen kleeran, ook geen schoenen. De loods
Greeaham heeft haar uit de boot op de trawler
geholpen. Zoodra allen aan boord waren, lieten
wjj de ton wen los en de reddingsboot verdween.
Ik nam de dame mee naar beneden en verzocht
do anderen, naar de machinekamer te gaan,
terwjjl zjj zich uitkleedde en zich wikkelde in
lakens en dekens, die ik voor, haar in de hut
opzocht.
Ik ben er zeker van dat, waren we een uur
later gekomen, eenigen van hen doodgevroren
zonden zjjn, want op mjjn dek lag het jjs 6
inch dik. Het water bevroor onmiddellijk nadat
het op het dek droppelde.
Wjj maakten ving wat vleesch klaar en cacao
en deden ons best ben zooveel mogeljjk te ver
warmen, tot wjj te Lowestoft zouden zjjn aan
gekomen.
De geredde schipbreukelingen van de «Elbe"
zjjn thans weer zoovtr op hun verhaal ge
komen, dat zjj zeiven ocnige mededeelingen
knnnen doen over do vreeaeljjke ramp, waar
aan zjj ternauwernood ontsnapten. Te Lowe
stoft zijn zjj in het Zeemanshuis onder dak
gebracht en na eenige uren rust on wat ver
sterkend voedsel koerden de levensgeesten
spoediger terug dan mon had durvon bopen,
in aanmerking nomends wat de ongolukkigen
zoowel moreel als phyeisch geleden hebben.
Geljjk ook door de passugiors wordt verklaard,
bleef op de Elbe" na do aanvaring de beste
orde heerschen en bewaarde de gezagvoerder
volkomen zjjn kalmte. Daideljjk weerklonken
zjjn commando's door de duisternis«booten
uitzetten, maar nog niet te water laten 1".
Alle hens aan dek; ieder op zjja post!"
Vrouwen en kinderen naar stuurboordzjj
moeten het eerst gered worden 1" «Booten
strjjkenWat toen volgde is bekend. De
touwen waren bevroren on moesten gekapt
worden. Een der booten Hop dadeljjk vol en
slechts een der overige hield zich boven water.
In deze bevond zich de heer John Yevera,
die zag hoe Anna Bücker zich aan een der
riemen vastklemde. «Duw haar weg", liep
een stem, maar John Vovora en Boetben
hielpen haar met uiterste inspanning van
kracht in de boot on legden haar onderin.
Daar lag zjj in het water dat voortdurend
over de boot sloeg, terwjjl de bemanning met
de kracht der wanhoop de riemen hanteerde
om het ranke vaartuig in de goede richting
te houden. De Elbe" was ondertusschen reeds
gezonken en alles ,wat in den draaikolk, die
daarbij ontstond, geraakts, werd in de diepte
medegesleurd.
Zes uren zwalkten zjj, die de ramp over
leefd hadden, op de golvenvoordat het een
half nur geduurd had, waren hunne doornatte
kleeren atjjf bevroren. Twee visschersbooten
stoomschip voeren voorbij zonder ben
te zien, totdat eiudeljjk de smak Wildflower'"
de sigDalon opmerkte en na een korten tjjd
de boot bereikte. De schipbreukelingen waren
niet in staat een toogoworpen touw aan de
boot vast 10 maken, zoo verstjjfd waren zjj en
zoo glad was alles door het jjs.
Volgens de «Wesor Zoitung" heeft het ss.
Elbe" geene schuld aan de aanvaring, dowjjl
de «Elbo" Zuidwest koerste en haren koers
moest bljjven houden. Hut Engelsche rs.
iCrathie," dat eonon N. Westelijken koers
stuurde en de «Elbe" aan stuurboord in het
gezicht kreeg, was verplicht met bakboords
roer nit te wijken. Het gerechtelijk onderzoek
zal echter in deze zaak wel het noodige licht
ontsteken.
Nog werd uit Londen geseind Nu reeds
15 visschersvaartuigon, die over het tooneel
der ramp zjjn gezeild, zonder de bootofeenig
ander spoor to ontdokken, te LoweBtoft zjjn
aangekomen, wordt alle hoop opgegeven.
De «Kölo. Ztg." vestigt er do aandacht op,
dat de ramp der «Elbe" in vele opzichten
herinnert aan het vergaan van do «Cimbrim,"
van de Hamburgach-Amerikaanicfce Ijjo, waar
bjj nog meer menschenleven# verloren gingen.
I Ook toen was het een kloino Engelsche boot
«Sultan," die de groote «Cimbria" van ter
zjjde aanvoer en er zelf zonder nadoel af
kwam, behalve eenige echade aan don b»g.
Ook toen werd door het Engelsche schip geea
enkele man van het Doitsche gered.
Londen, 1 Februari. De sleepboot, uitgezon
den om naar eene sloep van de «Elbe" te zoeken,
is onverrichterzake te Lowestoft teruggekeerd.
Treilere en kottere, die met hetzelfde doel
nitgezeild waren, zagen evenmin iets van
wrakstukken. Aan de kust zjjn geen Ijjken
aangespoeld. Ervaren zeelui beweren trouwen*,
dat de kleino scheepsboot het slechts korten
tjjd zal hebben kannen honden in het noodweer,
dat de aanvaring vergezelde en nog geruimea
tijd gednurd heeft. Het vroor daarbjj zoo hard,
dat het zeewater op de lichamen der geredden
tot jjs werd. Hunne verkleumde banden kon
den nauweljjks de riemen hanteeren. Do treiler
«Wildflower-', die de schipbreukeHngen op-
vischte, had op dek eene jjskoret van zes daim.
Tegenover de verklaringon van kapitein en
8tuarman der «Crathie," diogeruimen tjjd na
de aanvaring in den omtrok gebleven zjjD, be
weert de geredde tuascbendekspaasagier Boetben,
die op 't dek der «Elbe" stond toen 't schip
aangevaren werd, dat de «Crathie" weldege
lijk terstond wegstoomdo, en wel is waar in
de buurt bleef, maar steeds veraf. Volgen*
Boethen zou de «Crathie" veel leveos hebben
kunnen redden, indien hjj dichtbjj gebleven
Men schjjnt nu alle hoop, dat meerdere
opvarenden der «Elbe" in leven zouden
zijn gebleven, te hebben opgegeven. De
beer P. Spashett, Engelsch agent van de
Duitsche reeder jj, telegrapheerde«Wjj
hebben alle hoop opgegeven." Intuaschen
doet men moeite althans eenige overblijfsels
van de verschrikkelijke katastrope te vin
den. In goed ingelichte kringen wordt be
weerd dat het niet onwaarschjjnljjk is, dat
de toppen der masten van de «Elbe*
zichtbaar zjjn, aangezien zjj gezonken ia
op een plaats, waar de diepte slechts 21
vadem bedraagt.
In Lowestolt is bekend gemaakt, dat
men 50 uitlooft voor het vinden van het
ljjk van een bepaald aangewezen passagier
van de «Elbe". Aangezien verder geen
signalement ia opgegeven, schgnt deze
bekendmaking een aansporing tot de vi*-
schers te zjjn, om de Ijjken, die ze op zee
vinden, zullen aan land te brengen.
De «Times" geeft een droevig relaas
van de aankomst van vier der vjjf geredde
passagiers te Londen. Allen zagen er zeer
slecht uit. Toen juffrouw Boecker de andere
passagiers verliet, was men getuige van een
aandoenljjk afscheid.
Met het vergane stoomschip «Elbe" ie
nagenoeg de geheele Amerikaansche-, Duit
sche-, Zweedsche-, Deensche-, Noorsche-,
en Russische post verloren gegaan. Een
klein gedeelte werd te Southampton ont
scheept, waaronder de Araerikaanach-Ne-
derlandsche post.
De «Elbe" werd op een waarde van
55.000 geschatzjj was niet verzekerd.
Zjj is het zevende acbip dat de Norddeut-
scbe Lloyd, verloren heeft sinds 29 Nov.
1870, toen de «Union" op de Schotsche
kust verging, maar zonder verlies van
menschenlevens. De «Köoig Wilhelm I"
strandde iu Nov. 1873 bg Nieuwediep,
zonder verlies van menschenleven*de
Deutscbland" zonk in 1875 aan den mond
der Theems, waarbjj 60 menschen omkwa
men. De «Mosel" werd in Dec. van het
zelfde jaar te Bremerhaven vernield door
het ontploffen van een helsche machine.
De «Condor'* werd in 1879 door een
Noorsche bark aangevaren en de «Hansa"
Btrandde in 1880, nabjj Terschelling.
De «Norddeutsche Lloyd" maakt bekend,
dat de «Elbe" daags voor de uitreis door
een rijksambtenaar onderzocht is en in alle
opzichten zeewaardig bevonden is. Over
het gedrag van den gezagvoerder der
«Crathie" verheft zich in de Duitsche per*
eene levendige gedachtenwisseling. Eenige
mannen van het vak trachten de openbare
opwinding tot kalmte te brengen met de
voorstelling, dat de «Crathie" in den eersten
schrik zooveel met zich zelf te stellen had,
dat zjj de snel verloopende ramp van de
zinkende «Elbe" zelf* niet bemerkt heeft,
te meer daar de beide schepen waarschjjn-
Ijjk spoedig van elkaar zjjn gedreven.
Anderen spreken echter heftig van de «be
kende roekeloosheid" van Engelsche kapi
teins enz. Nog andere waarschuwen der
gelijke verwjjten niet zoo in het algemeen
te doen.
Onder de verongelukte passagiers der
Elbe'( zjjn ook de gebroeders Guttmann,
vroeger directeuren van een meelfabriek te
Budapest, die met f300.000 de vlocht had
den genomen naar Amerika. Onder den
naam Frank hadden zjj als eerste-kajuitr»
passagiers passage genomen op de «Elbe".
Vier personen, een dame en drie heeren,
die reeds op de passagieraljjst van de «Elbe"
waren iugeschreven, hadden op het laatste
oogenblik besloten een anderen weg te
nemen. Zjj zjjn dus toevallig den dood ont
komen.