't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. taTT Ho 2333. Woensdag 22 Mei 1895 23ste Jaargang. Bureau: Zuiditraat. Telefoonn0. 63. Abonnement p. 8 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct, id. franco per post 75 idem f 1.12 id. voor het Buitenland f 1.25, idem f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Sc. Co., te Helder. Buitaux .- SPOORSTRAAT «l ZUIDSTRAAT. Ad.vertontlön van 1 tot 5 regels25 Cent* Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaataraimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 21 Mei 1895. Dat men Vrijdagavond in Tivoli een avond van kunstgenot verwachte, bleek uit de vrij goede opkomst van 't publiek, altijd rekening houdende met 't vergevorderd seizoen en 't min garstige weer. 't Was een uitgezocht programma, dat voor ons werd ten gehoore gebracht door de dames EngelenSewing, TyssenBremerkamp en de b.h. Tyssen en Engelen. We zjjn hier op't punt van vocale muziek niet verwend en daar om wist men 'tliefljjk en heldor sopraangeluid der dames en de heldere en krachtige tenor, poowel als 'tedel baritongeluid, respectievelijk van de b.h. Tijgen ea Engelen, naar waarde te schatten. Klonk na afljop der nummers een daverend applaus, 'tmag stormachtig genoemd worden, na de uitvoering van 't kwartet «Ave Maria," uit Cavalleria Rusticana van Maecagni. Op algemeen verlangen verkreeg men van dit nummer een da capo. Door verandering in 't programma werden de du'os uit Mignon vervangen door Cavatino en Duo uit «La Favorite," van Donizetti. Na de pauze werd opgevoerd, 't derde be drijf uit Mignon, van Thomas, en de slotscène nit Faust, van Gonnod, (kerkerscène). 't Costuum, waarin de artiaten optraden, verhoogde den iadruk van 't geheel. Mevr. TyssenBre- merkump vervulde de party van Mignon en mevr. EngelenSewing die van Margaretha, terwijl de hr. Tyssen als Faust en de hr. Engelen als Mephistopheles optrad. We stemmen van harte in met den lof, die door 't publiek aan bovengenoemde artisten werd toegebracht. Aan ieder der beide dames werd, namens eenige kunstvrienden, een fraaie bouquet vereerd. We hopen dit gezelschap in een volgend seizoen hier bjj vernieuwiog te zien optreden en zouden alsdan een rnimere opkomst durven voorspellen. Zaterdag is aandewerf der konink lijke maatschappij «de Schelde" te Vlis- singen de kiel gelegd van het stoomschip Koningin Wilhelmina", dat voor rekening van de stoom vaart-Maatschappy Neder land" te Amsterdam zal worden gebouwd. Dit stoomschip krjjgt een laadvermogen van 4100 ton en wordt 't grootste van de thans tot de vloot van de «Nederland" be- hoorende stoomschepen. De afmetingen zjjn: lengte 389', breedte 45', diepte 29,1". Zaterdagmorgen kwam te Katwijk aan, de bomschuit «Katwjjk aan Zee IV", schipper P. Guyt, met het treurig bericht dat de Btorm nog een offer geëisebt heeft, n. 1. den vgftienjarigen W. v. B. Hooge zeeën water hadden het dek geheel schoon Volgens ontvangen telegram maakt men zich ongerust over de bom Katwijk 15, schipper Zwaan, te Katwijk te huis behoorende. De bomschuit «Concordia" die te Katwjjk a/Zee voor de kust verging, is volgens ontvangen bericht te Monster aan gedreven, doch zal vermoedelgk wel stuk •laan. Nadat de bemanning van de schuit geslagen was, moeten de schipbreukelingen allen op een zwaard of een luik eenigen tijd hebben rondgedreven en de schipper, z\jn broeder Klaas en de matroos J. van den Oever, waren dicht aan het strand nog bij elkaar. Toen men den schipper aan het strand vond, was hjj geheel bewusteloos, en eenigszins bijgekomen was zjjn eerste vraag naar de overige bemanning en zjjn broer. Deze hadden allen een graf in de golven gevonden. Eenige ljjken zjjn reeds aangespoeld. Het is ongeveer dertig jaar geleden, dat een zelfde ongeluk in het ge zicht van het dorp plaats had. Benoorden Egmond is gestrand de Duitsche schoener >Etta M. Jacobs," van Iheringsfehn, kapt. Von Aswegen, van Londen naar Danzig, met spendoxyde. Van de bemanning zjjn vier mannen met de reddingsboot gered geworden. Schip en lading zjjn vermoedelijk verloren. Storm. Het gansche eiland Marken stond Don derdag blankhet plotseling hooge water (iets wat in dezen tjjd van het jaar nooit voorkomt) heeft groote schade aan weiden en tuinen gedaan. De koeien konden slechts met moeite gered worden. Ook te Monni kendam leed menigeen groote schade, vooral tuiniers. In onderscheidene plaatsen in Friesland zjjn Donderdagavond, tengevolge van het koude weder, koeien en schapen dood in de weide gevonden. Omtrent den toestand van den stuur man Wicher Smit van de >Anna", die zwaar gekwetst in het hospitaal te Gibral tar ligt, kwam te Oud-Pekela het volgend bericht. De toestand van stuurman Smit is zeer gunstig, doch nog verre van genezen, want van de vjjf kogels zjjn nog twee niet verwjjderd, hetgeen door zwakte achterwege moest big ven. Volgens verklaring van den doctor kan het nog gernimen tjjd duren vóór genezen hg is". Personeel. Het wetsontwerp tot herziening van de Personeele Belasting is in druk verschenen. De herziening gaat uit van het beginsel, dat enkel verteringen worden belast, ter- wjjl kleine verteringen lichter worden ge troffen dan groote. Grondslagen big ven: huurwaarde, dienst boden, paarden en mobilair. De grondslag „deuren en vensters" vervalt. Haardsteden en mobilair worden ontdaan van de tegenwoordige gebrekende ge meubelde woning met de in gebruik zjjnde stookplaatsen wordt het kenteeken. Winkels, plaatsen van uitstalling, werk- boden, werkpaarden, worden zonder eenige beperking onbelast. Kantoren bljjren belast, evenals koetsiers, paarden van geneesheeren en paarden van paardenverkoopers en verhuurders. De belasting bljjft behouden voor socië teiten, koffiehuizen, restauratiên, schouw burgen en andere inrichtingen, tót gébruik van eet- of drinkwaren of tot 'vermaak of ontspanning. Het mooie Keetje. Een uit de Camera Obscura bekende fi guur, het «Noordbrabantsch meisje," is gisteren overleden. Keetje van der Maade, de vroegere eigenares van het bekende hotel Van Gend en Loos te Oosterhout, ontving in 1886 nog een bezoek vanHil- dehranddit was kort na zjja 70n ver jaardag, bjj welke gelegenheid zg hem haar kaartje had gezonden. Keetje was toen reeds 80 jaar. Bg die gelegenheid schonk de schrjjver haar een exemplaar van zjjn beroemd boek en schreef op het titelblad de volgende opdracht „Aan Keetje van der Maade, tot een aandenken aan mjjn bezoek aan het hotel Hildebrand en hare tegenwoordige woning te OoBterhout, den 6n Juli 1886. Hildebrand. De handteekening echt verklaard door mg Nicolaas Biets. Aanslag op het leven. De aanslag, die den lln Maart jl. op het leven van den heer S. te Zeist door den jong gezel Hendrik Maldaar gepleegd werd, nam Donderdag de gehèele zitting van de arrondissements-rechtbank te Utrecht in beslag. Er waren zestien getuigen gedagvaard en on der dezen, behalve den persoon tegen wion de aanslag gericht is geweest, de burgemeester van Zeist, de inspectour van politie en ean paar veldwachters van dat dorp, alsmede een paar vrienden van den beklaagde. Uit het zeer langdurig getuigenverhoor bleek, dat bekl. iemand was op wiens gedrag niet de geringste aanmerking te maken was. Hjj ging echter zeer gebukt onder de smet, die door zijne onechte geboorte op hem kleefde, en na den dood van een aanzienlyk ingezetene, die by diens leven zjjne moeder en hare kin deren steeds stoffelijk gesteund had, was hjj van meening, dat het verleenen van dien steun verder was opgedragen aan den heer S., die ook de andere zaken van den overledene waarnam. Door den heer S. werd bekl. echter nogal onheusch bejegend, waarom hij een wrok tegen hem opvatte eo, zooala mr. E. A. Smidt, subat.-tfScier van justitie, aanicocde, reeds geruimen tjjd het plan had opgevat bem te dooden. Daartoe had hy van een ?y oer vrien den een revolver geleend, onder voorwendsel zjjn hond te willen doodschieten. Op den dag van den aanslag had by nieuwe patronen ge kocht en de kracht daarvan op een schuttiDg beproefd. Des avonds had hy in een paar herbergen jenever gedronken en ofschoon volgens ge tuigen volstrekt niet beschonken was hy om half tien naar de woning van den hr. S. ge gaan en had op dezen, na een kort geBprek, drie revolverschoten gelost, waarvan de eene kogel op den horlogeketting afstuitte, terwjjl de beide andere zooals dr. Snellen ver klaarde slechts een paar kleine bloederige huidvlekken hadden veroorzaakt, waarvan de dokter na de eerste bezichtiging verder gean notitie meer genomen had. Na de vlucht van den heer S. had bekl.de revolver in zjjn mond afgeschoten, doch ook daarmede slechte een wond veroorzaakt, die in een paar weken in het ziekenhuis te Utrecht was hersteld. Tusschen de verklaringen van den inspec teur van politie en den burgemeester van Zeist bestond strjjd over de bekantenis, door bekl. by zjjn eerste verhoor in hun beider tegenwoordigheid afgelegd. Terwyl de eerste verklaarde dat Hendrik M. toen gezegd had wel vroeger, maar niet op den avond, toen hy naar den heer S. ging, het voornomen te hebben gehad dezen te dooden, hield de bur gemeester -rol dat hy tot twee malen toe be kend had, met de handen voor do oogen ge slagen, dat hij wel degelyk met dit voornemen bezield, den heer S. in zyn woning was gaan bezoeken. Het O. M. achtte dit laatste het aaneme- lykste en meende daarvoor ook een bewjjs te vinden in een briefj dien beklaagde reeds lang had by zich gedragen en in welken hy aan den heer Huydekoper en diens echtge- noote dank betnigde voor den aan zijne familie verleenden steun, en hun, onder vrjj duidelyko mededeeling van zyn voornemen, een vaarwel toeriep. Die brief, primitief gedateerd op een dag in Februari, droeg thans den datum van 11 Maart, welke verandering bekl. beweerde „onwillekeurig" te hebben gemaakt. Een der vrienden van den beklaagde, die dezen brief vooraf gelezen had, kreeg een ernstige reprimande van het O. M. omdat hy deze omstandigheid in de instructie steeds ver zwegen had en ook nu nog ter terechtzitting bjjna niet tot het afleggen van getuigenis te bewegen was. Het O. M. noemde het misdryf teer ern stig, qualificeerde het als poging tot moord en eischte een gevangenisstraf van acht jaren. De toegevoegde verdediger, mr. Tiboel van den Ham, toonde in een schoon pleidooi aan, hoe geriög het gevaar was geweeBt, waaraan de heer S. had blootgestaan, daar de kogels byna niet door zjjne kleeren hadden vermogen door te dringen, en verwachtte dat de recht bank, ook met hot oog op de bjjzondere om standigheden waarin bekl. verkeerde en do gelukkig weinig ernstige gevolgen zyner daad, eene veel geringere dan de door het O. M. geëischte straf zou opleggen. Na re- en dupliek word de uitspraak be paald over 14 dagen. Een tiental conducteurs van de Holl. Stoomtram naar Scheveningen, keerde Vrjjdag f 850 per hoofd rjjker van hun dienst huiswaarts. Op het nummer van hun 1/10 gedeelte in een lot der Staats loterij is Vrjjdag de 100,000 gevallen. Een Ved. schip gezonken. De Engelsche stoomboot Parkfield" uit Buenos-Ayres heeft in de Noordzee een Nederlandsch schip, »De Gebroeders", in den grond geboordde bemanning is te Hamburg aan land gezet. Levend begraven. Te Doussard werd dezer dagen een vrouw begraven. De kist was in het graf neerge laten en de knil zou gevuld worden, toen de doodgraver tegen het deksel hoorde tik ken. Het was op dit oogenblik juist negen uur in den morgen. De doodgraver haalde een kameraad en beiden gingen luisteren of de eerste zich ook vergist had, Zg hoorden het tikken beiden en gingen daarop de overheid waar schuwen. De pastoor kwam het eerst aan het graf, maar er was nog geen vergun ning tot opgraving van het lijk gekomen hg liet dus alleen een paar gaatjes in het deksel der kist boren, opdat de vrouw niet stikken zon. Drie uren nadat het tikken was gehoord, kwam de langverwachte ver gunning. De kist werd geopend, de vrouw had de oogen nog open, de wangen rood gekleurd. Er verliepen nog 61/, uur voor een geneesheer was gehaald en deze con stateerde toen dat de vrouw niet langer dan zes oren dood was. Het was toen avond en half zeven - Een heer, die in den trein van Valenciennes naar Brussel zat, is op nood lottige wijze om het leven gekomen. Toen de trein Quiévrain passeerde, boog hy zich voorover uit het portier, om zyn ouders die daar waren, een groet toe te wuiven. Plotseling sloeg hg met het hoofd tegen den pyler van een brug, waarbij zjjn schedel verbryzeld werd. De ongelukkige was onmiddellijk dood. Beschaving bij de zwartjes. Een jong Engelsch zendeling, die naar Queensland gezonden was, besloot in hei ligen jjver een meer verheven en meer zuiver Christendom te prediken. Hij verkondigden aan zijn zwarte kudde: Wjj zallen niets meer hebben geen dekens, geen rum en geen tabak. Algemeene verslagenheid. Koning Billv, wiens waardigheid door een koperen plaat aangeduid wordt, staat op, gaat langzaam naar den missionaris toe en vraagt ernstiggeen dekens meer De zendeling moedig: Neen! Geen rum meer? Neen, Geen tabak meer? Neen. De koning slaat zich op de borat, ziet den zendeling aan met diepe verachting en zegt dan gelaten All richt, goeden dag, geen Halleluja's meer! Mr. J. R. Arthur, die deze geschiedenis mededeelt in zyne «Australische Schetsen," verhaalt een reeks recht vermakelijke opmerkingen, waarmee de inboorlingen hun oordeel uitspreken over de hun onbe kende werking der beschaving. Een Maori b. v., die voor het eerst tele graafpalen en draden zag, schudde het hoofd en merkte smalend opWat is dat nu voor een hek. Torpedoboot gezonken. Het bljjkt dat het onheil met de Fransche torpedoboot XX het leven heeft gekost aan een adelborst eerste klasse en zes man. De boot was met nog een andere, nr. CXIX, uitgegaan van de reede van La Rochelle en was op weg naar Rochefort. Het weder was gunstig. Plotseling zag de commandant van nr. CXIX, die vooropging, dat nr. XX een averechtscbe beweging maakte en middellijk zonk. De bemanning van CXIX deed wat ze kon om die van de andere te redden, maar vischte slechts vjjf man op. Een woedende strjjd. Met reebt kon men den lof van Meimaand [thans vermelden, Zjj tooide bosch en beemd, zjj tooide tuin [en velden, Zjj strooide bloeaemsrond alom met milde band. En stemde oud en jong tot vreugd door 't [gansche land. De oofttuin, rijk gesierd met bloemen op de [boomen, Gaf nitzicht op een oogst, die ryk zou bin nenkomen. De zangers in da lucht, in bonton vcderdos, Ze kweelden in den tnin, zo kweelden in [het boscb. Het dartel vee liep rond in malsche kla verweiden En mocht zich in 't genot van volop voer [rerblyden. Heel 't menschdom was verhougd, zoodat [een ieder zei «Dat is eerst lenteweer, dat is een echte Mei!'' De vreugdekreten, dio bet gansche land [vervulden, Kon d' onde Boreas in 'tjjzig Noord [niet dulden. Hij gordt, in ijspaleis, zich dra ton strjjde aan. Om wat den mensch verheugt, vernielend [neer te slaan. Vereenigd met zijn harren broeder uit het [Westen, Doet hy een aanval uit zjjn onverwinbre [veste. Het menschdom rilt en boeft, de boomtop [zweept en zwiert, Terwijl de bulderbast verwoed door 't lucht ruim giert. «Geen bloem, geen enkel blad zal er meer [overblijven", Zoo brnlt hjj«alles zal mjjn adem doen verst jj ven, De juichtoon, die er klonk van jeugd en [ouderdom, Zal in eon wanhoopskreet veranderen alom". De bloesems fraai van klenr, de lust der menschenoogen, Zyn door zjja woedo in oon oogenblik [vervlogen, En dekten dra den grend, zoo heldoren zoo wit, Alsof die onder 't kleed der sneeuw bedol- [ven zit. Het lieve, frissche groen, waarin do vogels [kweelen, Door bem fluks zwart geklourd, kan d' oogen [niet moer streelen, En menig boom, van tuin of bosch de [schoonste praal, Staat trenrig op zjjn plaats, mot takken [dor en kaaL Maar Baldur, lente's God zoo onver hoeds besprongen, Ziet door dien aanval zich tot tegenweer [godrongen. Hjj roept zjjn Zefirs op en vraagt den zon- [neschjjn, Of die zjjn bondgenoot in dezen strjjd wil zjjn. Met hunne knip wordt dan ook de liran [verdreven. En d' aarde wordt gewekt tot nieuw en [krachtig leven. Hoeveel ook Boreas verwoestend ons ontnam, Meer bleef ons over, dut zjjn razernij [ontkwam. Baldur, de held, wist hem, den woostaard [te verdreven, Moog' hjj deea' zomer maar voor goed in ft Noorden blijven. Gkrkit J. D« Noordenwind. lialdor. God der Unte. Noorsche mythologie. KEN ONVERSTANDIGE BELOFTE. i°) «Wanneer is het gebeurd?" vroeg de vrjj- boer met een bezorgenden blik op zyn dochter, die langzaam binnentrad en voor de tafel staan bleef, waarop zjj do smalle hand gesteund hield. Heden voormiddag in Brunnen," antwoordde de baron, den blik der barones, die onafge wond op hem rustte, ontwjjkend. «Wjj ont vingen de verpletterende tjjding, toen wjj aan den middagdiscb zaten." «En welke redenen kannen bem daartoe genoopt hebben //lk weet het nietmisschien vindt men in zy ne nagelaten papieren een bevredigend uitsluit sel, Zyne bagage bevindt zich nog hier in het Lótelwjj allen dachten, dat hjj slechts een uitstapje had ondernomen, waarvan hjj heden avond of morgen zon trrugkeeren. «Vreemd 1" sprak de vrjjheer, terwjjl hjj langzaam heon en weer ging. „Fallersleben was rjjk en onafhankeljjk, jong en gezond; wat kan bem tot dien noodlottigen stap aan leiding hebben gegeven T' «Ootcjjler dit raadsel, wanneer gjj er toe in staat zjjt I" wendde Ida zich tot den baron, en hare stem klonk scherp en bevelend. «Ib bet mogeljjk dat graaf Fallersleben als het offer eener misdaad is gevallen «In dit geval zou hjj waarsuhjjnljjk geen brief hebben achtergelaten «Waar is de brief?" „Mjjnheer von Bremen heeft hem ontvan genbjj was aan hem geadresseerd." J£en zware zucht ontkaapte aan de borst van het meisje. Mjjnheer von Bremen is das hier vroeg zjj. Ja, hjj heeft na oavangst van den brief zich terstond naar Brnnnen begeven, om in lichtingen op de plaats zelve te ontvangen." «Den Hemd zjj dankzeide Ida met go- smoorde stom, «dan is ten minste een zjjner vrinden hier, in wiens oprechtheid men ver trouwen kan stellen." Von Steinpels was blijven staanop zjjn gelaat teekenden zich sporen van misnoegd heid. «Ik begrjjp u niet," sprak hjj wrevelig. «Hoe onverwacht deze tjjding ook moge zijn, zjj kan u echter niet dieper treffen dan een ander. Moge Fallersleben ook beproefd hebben, nadere kennismaking met u aan te knoopen, dan weet gjj immers, dat tasschen hem en mjj eene te diepe klove lag, dan dat zjj over het hoofd kon gezien worden. Wat kon das die maa voor u zjjn of worden Do tjjding van zjjn plotselingen dood brengt ook bjj mjj eon hevige ontsteltenis te weeg; maar ik vraag mjj af, of dit trenrig einde niet te wjjten is aan een oorzaak, die ons tot dnsver onbekend is gebleven." «Ware dit het geval, dan zon mjjnheer voorzeker niet dralen, ons met de oorzaak bekend te maken," antwoordde Ida, nog altoos eene oiterljjke kalmte vertoonende, hoe vreese- Ijjk de storm ook in haar binnenste mocht woeder). «Ea welke schald kon op hem rasten «Wellicht was het oogonblikkeljjke zinsver bijstering," zeide von Felsen «eene andere oorzaak kan ik niet vinden. Grsat Fallersleben was een jjverig politicus; zyne partjj had in den lsatsten tjjd verscheidene nederlagen ondergaan, en hjj zelf is peraoonljjk aange vallen geworden. Er wordt een sterk zenuw gestel toe vereischt, dit alles lankmoedig te verdragen." «En gelooft gjj inderdaad, dat ik die reden als geldig beschouw vroeg Ida sarkastisch. «Waarom niet?"' antwoordde de vrjjheer. «Het zou niet de eerste maal zyn, datdo aan voerder eener staatkundige partjj dit eiDde boven een achandeljjke nederlaag verkozen had." «Is het werkeljjk schandeljjk, wanneer eene politieke party eene nederlaag ondergaat?" «Het is onnoodig, daaromtrent met u te redetwisten, Ida, te meer daar gjj met uwe zienswjjze aan den kant mjjner tegenstanders staat. De papieren van den overledene zullen bet raadsel wel oplossen. Ik hoop dat mjjn heer von Bremen ons de gewensebto ophelde ring kan verschaffen. Met u, baron, heeft von Bremen er waarschjjnljjk niet over gespro ken «Neen, hjj is terstond vertrokkenboven dien weet gjj immers, dat deze hoer onze vriend niet kan zjjn. Men scbjjnt bot voorval voorloopig geheim te willen houden't is mogeljjk, dat men de zaak als ren 'o-valkige ramp tracht te vergoeljjken, om eiken smet van den naam des dooden ait te wisschen. Ik zon er niet» op hebben aan te merken «En waarom zou de waarheid verzwegen worden viel Ida hem scherp in de rede. «Vreest men dat het feit nienwe zaken aan het licht zou brengen Wat mjjoe krachten niet te boven gaat, zal zeker geschieden, ten einde licht in dezo duisternis t> brengen. Met de eenvoudige daadzaak, dat fallersleben zich beeft doodgeschoten, stel ik mjj niet tevreden. Heeft hjj in waarheid zelf da hand aan zjjn leven gei lagen, dan moeten beweegredenen, die nu nog voor mjj in het duister zjjn ge hold, dio ik echter uitvorschen zal, bem daar toe gedwongen hebben, en ik vermoed, dat Marine en Leger. De minister van marine heeft den officier van gez. Ie kJ. J. C. H. H. Mackay met 20 dezer geplaatst in de rol van Hr. Ms. wacht schip te Willemsoord en tjjdeljjk gedetacheerd aan boord van Hr. Ms. logementschip «Nop- tunus." De opperschipper der marine H. J. Jerphanion wordt 21 dezer op Hr. Ms. «Aljeh", en de idem F. G. J. Koop ep Hr. Ms. wachtschip «Prina van Oranje" geplaatst. zjjae vijanden er het hunne van zallen weten. De baron had haar in den aanvang vast en kalm in het gelaat gestaardbjj do laatste woorden sloeg hjj den blik nêer. «Ik versta dit niet," zeide hjj«moge de aanleiding wezen, hoe zjj wil, het feit is ge- 8ch:ed, en ons bljjft niets moer over, dan een man te beklagen, die, met zeldzame geestes gaven begiftigd, op znik een wjjze moest sterven Te dien opzichte deel ik geheel uwe ziens wjjze 1" knikte von Steinpels. «En nu genoeg daarvan 1 Gjj znlt u dus bjj ons voegen, baron «Met de grootste dankbetuiging voor de eer, die gjj door deze uitneodiging mjj bewjjst." «Integendeel, ik ben u grooten dank ver plicht, wanneer ik de gelden voor de reis aan uwe banden mag toevertrouwen ik zou daar door van een grooten kst zjjn ontheven." «Ik belast mjj met genoegen daarmede." «Goed, hondt gjj de kasgjj zjjt daarin bepaald meer bedreven dan ik, daar de er varingen, die gjj bjj vroegero reizen hebt op- godaan, u dsarbjj ter zjjde staan. Wjj nemen te Fiuelon een goschikten reiswagen en ryden daarmede over den Gothavd naar Airoio, waar wjj weder van den spoorweg kannen gebraik manen." «Zeer goed, en wat zjjs gjj voornemens mor gen te doen Eene vaart over Vierwaldatii'.termeer." «Wilt gjj niet den Rigi op?" «Kunt gjj dit aanraden?" «Bjj dit heerlijk aéor zonder twjjfel." «Dan kouden wjj morgen op den Rigi over nachten." Ida had de kamer verlatende beeren be merkten bet eerst thans. «Ik vind, voor zooveel mjjne dochter be treft, de geschiedenis uiterst noodlottig," zeide de vrjjheer met een peinzenden blik op de gesloten deur van de zjjkamer«Fallersleben had voor zjjn waanzinnige daad eene andere plaats kunnen kiezen." «Had ik slechts oen vermoeden gebad, dat barones Ida in de nabjjheid was, dan zou ik gezwegen hebben." Gjj zjjt er onschnldig aan," waarde baron gjj kondat dit niet welen, en bovendien had Ida de tjjding heden of morgen toch vorno- men. Ik hoop dat zjj spoedig hare kalmte zal herkrjjgen en den kwaden droom vergeten allengs moet het haar immers duidelijk wor den, dat deze man hare liefde niet waard was. Wjj willen gedold bobben en bare zienswjjze voorloopig niet tegenwerkenmoge zij ovor do daad denken wat zjj wil, zjj werpt altyd een smet op den naam des overledenen." De baron draaide in gepeins aan de panton van zjjn knevel. «Iets hebben wjj nog vergeten," zeide hjj „dat mogen wjj niet over hot hoofd zieD." «En wat zou dat zjjn?" «Ik kan wel openhartig met u spreken gjj zult zeker niet boos zjjn, wanneer ik betvor- moeden uitspreek, dat onder de papieren van den overledene eenige brieven van Ida zich kannen bevinden." Von Steinpels zag hom strak aan;daaraan bad hjj neg niet gedacht. liet govear dat in deze mogeljjkheid lag opgcsloteD, word hem oogenblikkelijk duideljjk. „Gjj kont geljjk hebben," zeide hjj ontroerd, „deze brieven moeten onder alle omstandigheden teruggeëischt worden." „Ik vrees dat zjj reeds in handen van von Bremen zjjn." (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1895 | | pagina 1