't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
No 2338.
Zaterdag 13 Juli 1896.
23ste Jaargang."*^
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 63.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. öl
ATronnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct,
id. franco per post 75 idem f 1.12
id. voor bet Buitenland f 1.25, idem f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBEEKHOUT Co., te Helder.
Suraaux 8POOR8TRAAT en ZUID8TRAAT.
Aavertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
Opkomst der Zon 3 n. 56 m.
Onderg. 8 u. 15 m.
JULI, (Hooimaand 31 dagen.)
Zondag 14
Maandag 15 Ltatate kwartier.
Dinsdag 16
Woensdag 17
Donderdag 18
Vrijdag 19
Zatordag 20
HIXU WSTIJDI HOEK.
HELDER, 12 Jali 1895.
De kapt. eerstaanw.-ingenieur alhier,
zal op Woensdag 24 dezer aanbesteden
Het maken van doorvoerkokers tusschen
de verbroikmagazijnen en de emplacemen
ten voor kustgeschut op het fort Erfprins
en de Oostbatterjj. Raming f 3920. Be
stekken van af 15 dezer verkrijgbaar by
den opzichter van fortificatiën E. H. Oudt.
Op Dinsdag 16 dezer zal in deze
gemeente de verkiezing plaats hebben van
zes leden voor den Gemeenteraad. Deze
verkiezing wordt veroorzaakt door de
periodieke aftreding op 1 September e. k.
van een derde gedeelte van bet aantal
Raadsleden, welke aftreding door de Ge
meentewet wordt voorgeschreven. De beide
stembureaus in de Rouwzaal aan de
Kerkgraeht en in de Gymnastiekscbool in
de Weezenstraat zullen op den dag der
verkiezing zitting houden van 's morgens
9 tot 's namiddags 5 uur. De opening der
stembussen en de opneming der stemmen
zullen geschieden in het openbaar, op
Woensdag 17 dezer, 's morgens 9 uur,
in de Rouwzaal aan de Kerkgracht.
We herinneren den kiesgerechtigden, die
geen stembiljet mochten hebben ontvangen,
of wier stembriefje in het ongereede is
geraakt, dat, op persoonlyke aanvraag, ter
Secretarie der gemeente stembiljetten
verkrijgbaar zijnen dat het geoorloofd
is, om op de stembrieljes duor te balen
en door andere namen te vervangen.
Zekere G. G., vroeger wonende al
hier, had zich dezer dagen te Amsterdam
schuldig gemaakt aan niedename van f 620
van zyn patroon. De agent van politie
Brouwer te Alkmaar, wist G., welke aldaar
had vertoefd en reeds vertrokken was, jl.
Dinsdag per velocipéde onder Heilo in te
halen en leverde hem over aan de justitie.
Naar wjj vernemen bestaat het plan
voor de werklieden van 's Kyks werven
een beteren arbeidstijd vast te stellen.
Badhuis op Vlielaud.
Te Vlieland is Zondag het badhuis ge
opend. Aan het Noorderstrand is een net
paviljoen met veranda gebouwd, vanwaar
men een ruim uitzicht heeft tot ver in de
Noord- en Zuider-zeeën. Men bereikt het
badhuis langs een lief, zich door het duin
kronkelend pad. Bjj particulieren en in
de beide logementen is overvloedig gele
genheid tot huisvesting.
l)e >afgeloopen" Auua.
Nieuwe-Pekela, 8 Juli. Zaterdagavond is
Wicher Smit, stuurman aan boord van de
Anna", gewezen kapt. Velvis, alhier ge
arriveerd. Smit is van zjjne wonden in
zooverre hersteld, dat hy met behulp van
een stok kan loopen. Twee kogels heeft
men niet kunnen verwydereu. De een zit
nog in het been, de andere in den onder
buik. Smit pryst den moed van de En-
gelsche en Zweedsche equipage tydensden
overval der Mooren niet te zeeréén was
zelfs in 'truim tusschen de lading weg
gekropen.
Yan de te Gibraltar gevestigde Neder
landers, die hem in 't hospitaal aldaar
hadden bezocht, had de gekwetste veel
deelneming, steun en verkwikking genoten.
lUiup (e Geuemuiden.
In Genemuiden heeft wederom een
ernstige brand gewoed, ditmaal aan den
zoogenaamden Achterweg en het gedeelte
van Kampen komende als men den zeedyk
passeert. Men vindt daar een reeks hooi
bergen langs den weg met een waarschu
wend bordje iniet rooken". Daarachter en
daarnaast zjjn woningen die tot aan de
straat leiden.
De brand is Maandagnamiddag te zes
uur ontstaan. Op welke wijze dit kan ge
schied zyn, weet men nietmen vermoedt
dat kinderen er met lucifers hebben ge
speeld.
Met buitengewone snelheid grepen de
vlammen om zich heen, de eene hooiberg
voor, de andere na werd aangetast, de
woningen volgden en trots de snel ter
plaatse zynde brandweer en de hulp, die
van elders kwam opdagen, waren in een
paar uur tjjds 11 gebouwen en 17 hooi
bergen een prooi der vlammen geworden.
Het geheele gedeelte van den dijk tot de
daarmede ongeveer evenwijdig loopende
straat is verbrand.
Persoonlijke ongelukken zyn, naar men
verneemt, niet te betreuren. De meeste
bewoners waren buitenshuis op 't hooiland
of met de biezen aan het werk. Er is dan
ook zeer weinig gered. In een der wo
ningen bevonden zich een viertal mooi 2
stieren, zjj zyn alle verbrand, terwijl ook
een paar varkens en een hond moeten
zyn omgekomen.
De brandweer van Genemuiden zelf
was met vier spuiten drie uit de plaats
en een van den zeedyk onder toezicht
van den burgemeester met grooten jjver en
kracht aan het werk getogen. Zji kreeg
spoedig hulp van de spuit uit het naburige
Zwartsluis, terwijl er ook 2 uit Kampen
aanrukten.
Tegen 11 uur des avonds was men den
brand meester de belendende hooibergen
waren van zeilen voorzien en werden nat
gehouden, terwyl men voor verdere uit
breiding kon waken.
De schade moet, naar men meldt, be
langrijk zijn, dnar niet veel- is verzekerd.
De 11 perceelen waren door 18 gezinnen
bewoond, die nu allen zonder dak zyn.
De hoeveelheid verbrand kooi is groot,
daar de 17 bergen geheel gevuld waren
en door elkander zeker wel 25,000 K. G.
per stuk inhielden.
Gelukkig dat het stil weer was, terwyl
voor zoover er nog wind werd bespeurd,
deze naar den zeekant woei. Daardoor werd
het werk voor de brandweer vergemakke
lijkt en is de ramp niet zoo groot, als bjj
het eerste uitbreken en de buitengewoon
snelle uitbreiding in den aanvang stond
te vreezen.
Met een enkel woord zy hier herinnerd,
dat de groote brand, welke een goed deel
van Genemuiden in de asch legde, in
1868 woedde, terwyl de brand, waardoor
de kerk werd vernield met een 28 huizen
en 24 hooibergen, van 1882 dagteekent.
Een kauonschot.
Op '8 Rijkswerf te Amsterdam is gear
riveerd de sleepboot »Simson", welke by
het schyfscbieten van het fort te IJmuiden
door een granaat is getroffen. Het projec
tiel beeft een halven meter boven de
waterlyu een gat geslagen van ongeveer
drie decimeter middellyn, heeft zyn weg
genomen door het privaat, alwaar het zyn
vernielingswerk begon door de wanden
aan splinters te slaan, vandaar is het in
schuine richting in het kabelruim doorge
drongen, buigende, splytende en versplin
terende wat bet op zyn weg ontmoette,
om daarna achter de bakboords-raderkast
een groot gat makende, zich in zee te
verliezen.
De reparatie zal door de marine worden
verricht.
Verduistering.
Voor het gerechtshof te Amsterdam
werd Dinsdagmorgen behandeld de zaak
Oudenhoven, die door de rechtbank te
Alkmaar by verstek eerst tot 1 jaar en
6 maanden en later tot 9 maanden ver
oordeeld was en die evenals de officier in
hooger beroep was gekomen.
Bekl., thans gedetineerd, had van de
heer G. ontvangen f200.— om af te
dragen aan de West-Friesche Bank te
Schagen, waarmede bekl. in relatie stond,
zonder eigenlijk agent te zyn. getuige G.
bad indertyd f 500 van de baDk geleend
en bekl. had vroeger reeds f 100 voor hem
afgelost.
Thans evenwel gaf hy getuige G. wel
een quitantie van bet geld, doch het geld
zelf droeg bekl. niet af en behield het
voor zich.
Voor de rechtbank had bekl. volledig
bekend; nu kwam hij er volgens deu
Voorzitter eenigszins op terug. Uit bet
getuigenverhoor bleek o. a., dat bekl. zeer
gunstig bekend stond, steeds bereid was
anderen te helpen en volgens een der
getuigen zou hy juist daardoor in het on
geluk zyn gestort.
De ambtenaar van bet O. M., mr. Kist,
achtte de feiten bewezen en zag geen reden
om van liet vonnis der rechtbank af tc
wijken, Z. i. deed de verhouding van bekl.
tot de Bank in deze niets af.
Mr. J. H. Worst, advocaat van bekl.,
wees er allereerst op, dat beklaagde niet
was teruggekomen op verklaringen voor
de rechtbank en gaf daarna een schets
van het leven van bekl., die niet had
gehandeld volgens »Charité bien ordonnée
commence par soi-méme" en die volstrekt
geen misdadiger was
Vervolgens betoogde pl. dat er tusschen
bekl. en getuige G. een overeenkomst van
lastgeving bestond en bekl. dus eigenaar
van de* f 200 was. 't Gold hier een geheel
ander geval dan een boodscbaplooper, die
een som gelds moet overbrengen.
De handeling van bekl. is dus geweest
de schending van een civiel-rechterlyke
overeenkomst, 't geen bevestigd wordt door
het feit, dat getuige G. meende met de
quitantie van bekl. het bewysje aan de
bank te kunnen halen.
De toeëigening moet voorts opzettelijk
plaats hebben gehad en pl. betwistte ten
sterkste dat dit het geval was. Bekl. was
zich alleen een verplichting tegenover
getuige G. bewust.
Tusschen de West-Friesche Bank en
bekl. bestond geen overeenkomst van last
geving getuige G. zag in bekL een agent
van de Bank en was er dus mee te vreden
dat het geld by bekl. bleef. Op grond van
een en ander vroeg pl. vrjjspraak.
Uitspraak over 8 dagen.
De llollaudsclic haringvloot.
Uit de jongst verschenen naamlijst der
Nederlandscbe Reederyen en Haringsche
pen blijkt dat de haringvloot bestaat uit:
557 visscbersschepen, waaronder 237 log
gers en 320 bommen.
Hiervan waren van Vlaardingen 92
loggers, Maassluis 69 loggers, 's-Graven-
hage 8 loggers, ScheveniDgen 51 loggers
en 232 bommen, Katwyk-aan-Zee 7 loggers
en 72 bommen, Noordwjjk-aan-Zee 1 log
ger en 16 bommen, Schiedam 4 loggers
en Amsterdam 5 loggers.
Bovendien wordt de kabeljauwvisschery
in de Noordzee uitgeoefend door 50 sloe
pen, waaronder van Vlaardingen 3, Per
nis 16, Zwartewoal 5, Middelharnis 21,
Hellevoetsluis 1, Amsterdam 2, Helder
2 sloepen.
In Duitscbland wordt de haringvisscbery
uitgeoefend door 50 schepen, waarvan 39
uit Emden, 8 uit Gluckstadt en 4 uit
Vegesack.
De minister van marine brengt ter
kennis van de zeemiliciens met onbepaald
verlof van de lichting van 1894, dat zij,
ingevolge de wet van den 20sten April
1895 (Staatsblad no. 72), in het voorjaar
van 1896 tot bet doen van herhalings
oefeningen zullen worden opgeroepen en
daartoe niet langer dan zes weken in
werkelyken dienst zullen worden gehou
den.
In verband hiermede wordt hun nadruk
kelijk gelast, hunne by verlof medegenomen
kleedingstukken van de marine, waarin
zjj weder zullen moeten opkomen, zorg
vuldig te bewaren en zoo goed mogelijk
te onderhouden.
Een particulier telegram uit Rome
aan De Tijd" meldt dat door Z. H. den
Paus tot opvolger van Mgr. Snickers z.
g. als aartsbisschop van Utrecht benoemd
is Zjjne Doorl. Hoogw. Mgr. H. Van de
Wetering, tot dusver titulair-bisscbop van
Gaza en pastoor der parochie van den
H. Vitus te Hilversum.
Maandagnamiddag werd de gemeen
telijke bergplaats van petroleum, gelegen
aan de Haven te Waalwijk, in de asch
gelegd. De geheele gemeente was in rep
en roer, door de zware, op kanonschoten
gelykende knallen, teweeggebracht door
het springen der groote menigte gevulde
vaten, terwijl eene zwarte rookkolom ge
dragen door eene zee van woeste vlammen,
den hemel trachtte te verduisteren.
De in de haven liggende schepen be
vonden zich gelukkig allen aan de over
zijde (Westzyde), zoodat zy door het vuur
niet konden worden bereikttoch was de
hitte daar nog zoo hevig, dat vele schip
pers genoodzaakt waren, hunne vaartuigen
aanhoudend te begieten, ten eindu het
smelten van teer en pik te voorkomen.
Behalve de bergplaats met den geheelen
voorraad petroleum is alleen eene hooimyt,
staande aan de oostzjjde, vernield. Zooals
denkelijk, stroomde de petroleum langs
alle zijden de bergplaats uit, zoodat, ware
de havenkade niet hooger gelegen geweest,
de wateroppervlakte spoedig éene vuur
massa zou zyn geworden, wat voor de
schepen zeer gevaarlijk had kunnen zijn.
Aan het loket der Nationale Bank
te Antwerpen stond Zaterdag een bediende
van een tabakshandelaar aldaar geld in
ontvangst te nemen, toen een onbekende
hem eenige inlichtingen vroeg. De jonge
man gaf antwoord en wendde zich weder
tot den kassier oer bank. Tot zyn groo
ten schrik bemerkte hg daarop, dat hem
10,000 frs. in bankpapier en 46.635 frs.
in papieren van waarde ontstolen waren.
Burgerlijke Stand, gem. Helder.
Vanaf 8 tot en met 10 Jali 1895.
ONDERTROUWD: H. J. van Saumeren
en J. D. Lied meier.
GETROUWD: Geene.
BEVALLEN: G. Kroonde Bosr, d. H.
de BoordcrGiltjes, z. J. WendtLastdrager,
z. C. H. SchongDaijvelahofT, z. J. Kramer
Blikken horst, z. G. Walboomvan 't Hert, z.
C. RotgansSteegors, z. A. DitoLeeuwens,
d. C. StamBolk, z. W. H. SnjjderSirach, d.
G. Leli veldFijnhaar, d. M. E. T. Luijckx
Meijer, z.
OVERLEDEN J. C. T. van den Dongen,
3 maanden. M. J. Brackthuizer, 6 jaar. C.
G. J. B. Schaap, 3 maanden. W. Borrius, 6
maanden.
Burgerlijke stand, gemeente Texel.
van 3 Juli tot 9 Jali.
ONDERTROUWD: Geene.
GETROUWD: Cornelis Kalis en Antje
Nienwcnbuize. Jan Wegmaa en Klaasje Gieles.
GEBORENAdriana, dochter van Timoot
dn Porto en Dirkje Maas.
OVERLEDENGeertje Kalis, 18 jaren,
dochter van Jacob Kalis on Cornolia Wonterina
Grootenboer.
Propnma van het 9de Zomer-Concert,
op ZONDAG 14 JULI 1895,
aanvang] 's avonds 8 uur.
1. rNord-Ostsee-Giüsse", Militair-Marsch,
R. Hasselmann. 2. Concert-Ouvertnre, (c mi
neur), Ricbard Hol. 3. «La Kamarinskaja",
Fantaisie über zwei Russische Volksmelodiën,
M. J. Glinka. 4. Salection from Edmund Wal-
lace's Opera „Maritaoa" C. Godfrey. PAUZE.
5. Ouverture»Der Wüdsoliörz", Albert
Lortzing. 6. Fantaisie de 1' opéra-burlesque
//Orpbt!3 aux Enters", Jacques OfTonbach. 7.
n Les Baisers", Valse, Emil Waldteufel.
Correspondentie.
Arnold merkt cp, dat do op 16 dezer te
kiezon Raadsleden menschen dienen te zijn met
een zeer ruimen blik. Zjj zullen zitting uemon
primo September a. s., en by een zittingstjjd
van 2es jaren 2\jn zjj dus in 1901 aan de
beurt van altrediog. Hun gezichtskring als
leden van den Raad moet zich dus tot over
de grenzen cener eeuw uitstrekken.
Toen 't kermis was.
Hy lag zoo krank, sinds weken
Zyn kwaal was scbrik'klijk wreed,
Maar de arme jongen hoopte,
Dat men haar wel bestreed.
De wetenschap stond machl'loos
Bjj 's jong'lings droeve kwaal,
En wut zo aan hom bcproefdo,
Deed zjj reeds duizendmaal.
Toch hechtte 'tjonge leven
Zoo zeer nog aan vermaak.
In wat de jeugd verbljjdde,
Vond ook de zieke smaak.
Dra zou 't weer kermis wezen,
Dat feest vol schjju genot,
Waarop nochtans de jonkheid
Alom zoo is verzot.
i/Och," sprak hjj tot zjjn moedor,
En dacht nauw aan zjjn pjjn
„Mocht ik nu straks, met kermis,
Toch maar weer beter zjjn!"
Zjj zuchtte met een glimlach,
Vol heimeljjk verdriet,
En zei„nu, beste jongen,
'tls zoo onmoog'lijk niet!"
Maar toen 't rumoerig loven,
Dat weer de kermis bood,
Weorklonk in al zjjn dwoashoid,
Lag de arme ljjder dood.
Marine en Leger.
Aan de opleidingsschool voor machinisten
der Marine te Hellevoels'.uis zjjn in volgorde
der behaalde punten tot den piaciiseben cur
sus toegolaten, de leerlingen: W. H. Wüth-
rich, H. Burman, W. J. van Tussenbroek,
J. Staal, IJ. Koole van Dujjn, C. T. E.
Smith, J. J. Montanus, J. van Eek, H. Schnei-
der, A. J. Meyer, J. Zeilatra, J. Fris, A. J.
Djjker, M. Sevonhujjsen on R. Stoel. Twee
worden afgewezen.
In volgorde der behaalde punton zjjn tot
het oudste studiejaar toegelaten H. Stecnsma,
J. de Groot, W. C. Linschoten, J. J. van
Oawerkerk, J. J. van Wyk, F. H. Weurman,
W. A. Swart, H. v. d. Linde, J. D. Smit,
J. Arents, J. A. Jeronimus, J. li. Timmer-
muu, E. Maas en B. J. Boks. Twee werden
afgewezen.
De officieren-machinist 2e kl. J. Jongkees
en S. Verschoor, on de kapitein der mariniers
L. H. J. Vogelvanger, zullen wegens lang
durig verblijf in Indië naar Nederland terug-
keeren.
EEN ONVERSTANDIGE
BELOFTE.
(X
„Ook den meest bedaarden persoon kan men
zoolang tergen, tot men hem tot een dwaas
heid verleid heeft."
„Geloof dat maar niet," zeide de baron
veraohteljjk, »gij zoekt geheimen, waar er geen
bestaan. Graaf FallerBleben was ondanks zjjne
schjjnbare kalmte een excentriek monsch de
zekerheid dat zjjne partjj in den eerstvolgen-
den staatkundigen slrjjd het onderspit moest
delven, kon hem tot de wanhopige daad heb
ben aangezet."
„Die zekerheid bezat hjj in geenen deele,"
antwoordde Ida met opgeheven hoofd, „integen
deel, in zjjn lautsten brief aan mjj uitte hjj
vol vertrouwen de hoop, dat de tijd niet ver
meer was, waarin do twee elkander vijande
lijk gezinde partjjeD, zich vereenigen zouden."
■Dat kan nimmer geschieden, zoolang dit
ministerie het roer in handen houdt," zeide de
vrjjheer.
„En hjj zelf wist dat zoo goed als wjj,"
liet de baron er op volgen.
„Maar wat baat het, dat wjj altjjd weer op
dit voorval terugkomen Gjj windt u daardoor
slechts noodeloos op, Ida, en aan het gebeurde
is daarmee toch niets te veranderen."
„Zoolang dit raadsel niet is opgelost, zal ik
het niet kunnen vergeten," antwoordde de
barones; „verschaf mjj de oplossing, dan be
loof ik n
„Kon ik 't, het zou reeds lang geschied
zjjn tot dusver deed ik de jjverigsto pogingen
om nw wensch te vervullen en ik zal ook
verder geene moeite ontzien, het doel te be
reiken.'
„En na over iets anders," zeido de vrjjheer.
„Waarheen gaan wjj heden avond?"
„Ik heb reeds plaatsen in de Scala be-
Goed, gjj zult ons immers ook de eer aan
doen, Ida?"
Wanneer gjj het verlangt."
»Gjj zult ons natuurlijk vergezellen, baron
■Ik moet u verzoeken voor heden avond
mij te verontschuldigen," gaf de baron ten
antwoord, »maar na de voorstelling hoop ik
in de openbare tuinen uw gezelschap te ge
nieten de verlichting moet heden buitenge
woon schitterend worden."
„Gjj gaat dus niet naar den schouwburg?"
„Ik wil den tjjd gebruiken om brieven te
schrijven."
„Welnu, ik zal u niet storen," zeide de
vrjjheer. „Hoe lang zullen wjj nog in Milaan
bljjven
■Daaromtrent hebt gjj alleen te beschikken.
Bevalt het u bier niet meer, dan kunnon wjj
terstond verder reizenmaar gjj hebt nog
zeer veel niet gezien."
■Ja, ja, zoo slechts die vreeselijke hitte een
weinig afnam! Men kan zich bjj dag tenau-
wernood bewegen."
■Onaangenamer dan deze hitte vind ik het
verblindende zonlicht," zeide Ida.
„Wjj zijn in Italië, onder den eeuwig blau
wen hemel, zooals de dichters zeggen," ant
woordde do baron, »dit eeuwig blauw kan op
den duur ook vervelend worden. In Rome on
Florence zal het niot beter zjjn."
■Wjj reizen van hier Daar Venelit»," bracht
de vrjjheer in het midden.
•Heel goed, en wanneer zal het vertrok
plaats vinden?"
„Over eenige dagen."
„Ik hen steeds tot uw dienst," zeide de
baron, terwijl hjj angzaam do deur naderde,
«dus tot weerziens, in do openbare tuinen
Hjj ging heen de vrijheer legde de handen
op den rug en wandelde in de groote kamer
op en neer.
■Wij moeten nu eindeljjk eeDs nut elkander
spreken over een aangelegenheid, die reeds
lang vereffend moest zjjn, Ida," begon de vrij
heer, on de klank zjjner stem luidde ernstig
en kalm, maar niet onvriendelijk. Deze onop-
houdeljjke herinnering aan Fallersleben hondt
u in voortdurende gemoedsbeweging, die tot
niets leidt, en aan mjjn besluit Uau daardoor
niets veranderd worden. Gij weet, dat ik mjjn
overleden vrieüd, den vader van baron von
Felsen, mjjn woord verpand Leb dat gjj met
den baron sedert jaren verloofd zjjt, en dat
meu een verpand woord onder geenerlei om
standigheden mag verbreken."
Bjj do oerato woorden baars vaders was
Ida uit haar gepeins ontwaakt de groote,
schoone oogen zagen hem vol en
ea een trek zweefde
■Oader alle omstandigheden
bevende stem.
■Ja, mjjn kind," vervolgde de vrjjheer, altjjd
eveu bedaard. „Wilt gjj uw vader de BChando
aandoen, zjjn woord to bobben gebroken En
wanneer gij het deedt, mot welke redenen
wilt gjj het rechtvaardigen Bjj uw kleinen
roman met Fallersleben heb ik het zwjjgen
bewaardhjj verontrustte mjj niet, omdat ik
wist en er op vertrouwde, dat ik in het be
slissend oogenblik mjj niot vruchtoloos opuwo
eer zou heroepeD. Deze roman is nu voltooid
hjj heeft een ander einde genomen, dan wjj
beiden verwachtten, maar het is er, en het
ware een dwaasheid, wildet gjj nu nog langer
door do voortdurende herinnering aan hem u
den ziolovrede ontrooven. Fallersleben wist
dat hjj nimmer mjjn toestemming verkreeg
iasi ae grooie,
1 en ernstig aan,
om baarlippen,
n? vroeg zij met
niet alleen het hemelsbreed verschil onzer ziens
wjjzen, ook mijn verpand woord verbood mjj,
aan doze verbintenis mijne goedkeuring te
hechten; ik heb n dit zoo vaak gozegd, dat
gij het wel weten en geene hoop meer koesteren
koudt. Aan den anderon kant is von Felson
oen achtenswaardig en innemend man, die
zeker elk uwer wenschen vervullen en u ge
lukkig maken zal. Ontsproten uit cone aan
zienlijke, hoog geachte familie, kan hem slechts
één zaak verweten worden het gemis aan
vermogenintusschen doot dit der mannelijke
waardigheid geen de minste afbreuken daar
wij rjjk zjjn, verliest dit verwijt door het
huweljjk alle kracht. De baron wensebt nn
ook deze aangelegenheid vereffend te zien
hy heeft mjj verklaard, dat slechts de innige
liefde tot u
■Houd opviel Ida hem mot een zoodani-
gen ernst in dc rede, dat de vrjjheer baar
ontsteld aanzag. ,Wat nu nog komt, dat kan
ik radenik ken de phrasen, waarachter die
man zjjn ware gedachten verbergt. Ik vraag
u nog eenmaalzult gjj u ook dan nog aan
uw woord gebonden houden, wanneer de man,
wien gjj het verpand hobt, een eerlooze luf-
aard is
„Idal" bruiste de vrjjheer op; maar de
barones ,»loeg voor zjjn vlammendon blik de
oogen niet neer.
„Hebt gjj niet straks zelf gezegd, dat slechts
een lafaard, een eerlooze lafaard, hot Ameri-
kaausch duel als oen geschikt middel kon bezi-
zigen, om een gehaten tegenstander nit den weg
tc ruimen
■Ju, dat is mjjn oordeel, en ik zal het steeds
door bewjjzen wetsn te staveD."
„En ik herhaal, dal Fallersleben gevallen
is als offer van zulk een tweegevecht, en von
Felsen waB zjjn tegenstander."
Verbazing en ontsteltenis teekendon zich op
het gelaat des vrjjheers."
■Kunt gjj die vreeseljjke aanklacht bewijzen
vroeg hjj.
,Kon ik het, dan ware de baron wellicht
reeds lang achter slot en grendel."
Het is dus slechts een vermoeden i
„Meer dan dat, het is overtuigingHjj was
do eenige vjjand van Gustaaf, en oen vjjand,
die hem doodeljjk haatte zoolang Fallersleben
leefde, kon de baron op de vervulling van
zjjn hoop niet rekenen. Geloof niet, dat bet
liefde is, wat hem noopt, aan deze hoop zich
vast to klampen hot is alleen het verlangen,
zjjne netelige financiëele en maatschappelijke
positie te redden."
De vrjjheer was in het midden der kamer
bljjven staan hjj bad do armen op de borst
gekruist on den blik somber op den grond
gevestigd.
Het kon don doordringenden blik zjjner
dochter niet ontgaan, dat hare vermoedens een
diepen indruk bjj hem hadden teweeg ge
bracht; maar het was immers dwaasheid, aan
dit beweren geloof te slaan, dat misschien
alleen aan een overprikkeld zenuwgestel zjjn
ontstaan te danken had.
■Gjj erkent zelvo, deze vermoedens niet te
kannen bewjjzen," brak hjj eindeljjk het stil
zwijgen af, odii8 kunt gjj ook niet verwachten,
dat ik er goloof aan zal hechten. Gjj zoekt
naar een reden voor den zelfmoord
•Dat is het niet," viel Ida hom in de rede
„mjjn argwaan tegen den baron is uit een
diepere bron geput, en zoo ik niettemin een
vriendeljjk gelaat vertoon, dan geschiedt het
slechts daarom, omdat ik hoop, hem daardoor
een of ander gezegde te kunnen ontlokken, dat
mij tot bewjjs togen hem strekken kan.
(Wordt vervolgd.)