't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL
No 2340.
Zaterdag 20 Juli 1895.
23ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 68.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 51.
Aüonnemont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Cfc., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem f 1.12
id. voor het Buitenland f 1.25,idem f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT 3c Co., te Helder.
Bumux SPOORSTRAAT m ZUIDSTRAAT.
Advertentlöii
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsrnimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
Opkomst der Zon 4 n. 5 m.
Onderg. 8 n. 7 m.
JULI, (Hooimaand 31 dagen.)
Zondag 21
Maandag 22 Nieuwe Maan.
Dinsdag 23
Woensdag 24
Donderdag 25
Vrydag 26
Zaterdag 27
NIEUWSTIJDING EU,
HELDER, 19 Jnli 1895.
De uitslag der stemming van zes leden
voor den Gemeenteraad alhier, op Dinsdag
11. is uIb volgtHet aantal kiezers bedraagt
1666; van deze hebben 868 aan de stemming
deelgenomen. Aan het le stembureau Kerk-
gracht werden ingeleverd 490 en aan het 2e
Weezenstaaat 378 stembrieljes, één was van
onwaarde, omdat het door den inzender onder
teekend was, en een werd blanco ingeleverd
de volstrekte meerderheid was alzoo 431.
Hiervan verkregen de Heeren C. Stammes,
801, W. J. v. Neck, 567, L. F. over de Linden,
517, P. C. F. Frowein, 896, A. P. Staalman,
301, L. A. Hartsinck, 248, J. Graaff, 244,
H. van Wingerden 286 en Th. Terra 222
stemmen. Gekozen zijn alzoo de heeren: C.
STAMMES, W. J. VAN NECK en L. F.
OVER DE LINDEN. Herstemming moet plaats
hebben tusschen de HoerenFrowein, Staal
man, Hartsinck, Graad', van Wingerden en
Torra. Voorts verkregen de Heeren W. S. J.
Beek 184, L. Hartog 174, C. S. de Wit 165,
H. J. van Dale 162, J. A, Vloodorp 146, J.
Verheus 118, A. Adriaanse 115, S. W.
Stooker 88, J. H. Riemens 45, J. P. van Reijn
37, F. H. de Goeij 28, J. Bethlehem 14, J.
Dunselman, P. F. Marmelstein en C. J. Verhejj
4 stemmen. J. ltoozendaal, C. Breet Az., C.
Boon, D. Spier en M. Rippens ieder 3 stem
men. J. M. v. d. Boon, A. Stam, Wolf de
Jong, G. Bas, A. J. van Haaren, J. C. van
Wijngaarden, M. Waas, J. H. van Balen, W.
H. Burgers, W. M. v. Zweden, P. J. Rijkers
en H. Keyzer ieder 2 stemmen. Nog werd
één stem uitgebracht op de hiervolgende per
sonen S. Schellinger, P. Bierenbroodspot, H.
Dito, P. J. Puinbroek, P. Kroon, Leo Schilling,
G. B. H. Filbri, S. Jaring, J. H. B. Valentyn,
C. L. P. W. Visser, Jb. Schager, J. B. L.
Simon, W. Steggerda, D. Pluster, A. W. Bur-
rs, W. J. van Zweden, A. Z. Panbakker,
H. Mens, H. J. Gilhuys, B. A. Meyer,
v. üterendorp, G. Buhse, J. A. Zoetelief, M.
Zwart, T. Moojj, G. Lagerwey, J. P. Radius,
K. Metzelaar, J. Jaring, C. Spigt, A. Sender-
man, D. M. Grunwald, Schagen, M. P. Polak,
M. Grieshaver, N. J. Prins, B. Bischof,
W. Zits, J. Damman, C. B. Schulmajjer, K.
Ryper, A. Boon, J. J. Klinge, P. Moolhuyzen,
J. Nienwehuizen, Dr. P. P. C. Hoek, Jb.
Keyzer, C. Poatma, P. Kindt, G. de Ven, G.
de Beurs, J. Baas, A. Hofer, C. de Beurs, J.
P. Sweoring, G. Smeets, J. Krjjnen, A. A.
Hes, W. Bakker Wz. J. C. Metus, Jb. Gouwen-
berg, Jb. Bakker Dz., A. F. Moorman, J. J.
Smit, G. de Barbanson, W. Maarloveld, F.
Th. de Haas, F. van Twisk, W. Lammers A.
Breet, A. Krynen, C. Wyn, L. Prins.
Te Texel is de uitslag voor de ver
kiezing voor den gemeenteraad als volgt:
Gekozen zijn de heeren Jb. Roeper en
C. Zjjmherstemming tusschen de heeren
Sfcrick van Linscboten, S. Koning, W. K.
Bakker en W. A. Eelman.
Onze loodsen.
Op den 12en Juli 11. kwam het Ned.
■toomschip >Peuelope" kapitein Henze, uit
het Engelsche kanaal, koersende naar IJ-
nyuiden.
Aan boord bevond zich de gunstig be
kende zeeloods F. Nieman. Weldra verhief
zich een storm, die al spoedig de zee in
hevige beroering bracht.
Het steeds rondwarend oog van den
kloeken loods kreeg na korten tyd een
schip in 't gezicht, een trotschen viermaster,
die aan den gaffel 't signaal H. B. voerde.
De loods vestigde er de aandacht van
den gezagvoerder der >Penelope" op, met
de mededeeling, dat dit sein beteekende
•ik verlang onmiddellijk assistentie." Na
kort overleg werd besloten de gevraagde
hulp te bieden. Het stoomschip koerste
derhalve naar 't groote schip, dat geballast
was en bleek te zpn, de »Moryane" van
Glasgow.
Toen men het schip bereikt had, was
inmiddels de wind zooveel geruimd, dat het
zeilende van den lagerwal kon komen en
dus voor de aangeboden hulp bedankte.
De »Penelope" vervolgde haar koers, doch
al spoedig kreeg de loods een ander schip
in 't oog en zag terstond dat dit een
noodvlag voerde.
De gezagvoerder had geen enkel bezwaar,
toen Nieman voorstelde te beproeven aan
het in nood zijnd schip hulp te bieden.
In de nabijheid van de bark gekomen,
bleek het te zijn het Noorsche schip
Söskömören." Deze bark dreef op de lading,
was vol water en blykbaar in wrakken
toestand. De deklast spoelde er voortdurend
af en ook de vlet was reeds weggeslagen,
terwjjl meer andere schade door de golven
was aangericht.
Die menschen moeten wij zien te
redden, zei de loodsof allen zjjn voor de
haaien. Ik ga mee, wie volgt me in de
reddingsboot
Aanstonds boden zich eenigen van 't
scheepsvolk aan en de gezagvoerder liet
de boot buiten boord zetten, wat met 't
geweldig slingeren geen gemakkelijke taak
was.
Juist had Nieman de jas uitgetrokken
om in 't huikje te springen, toen een ver-
vaarlijke stortzee oprees, de reddingsboot
overstelpte en haar tegen de zij der stoom
boot te pletter sloeg.
»Maar gauw de andere boot!" riep
de loods, doch de gezagvoerder zei, dat dit
vaartuigje te lek was om er iets mede uit
te voeren. Met saamgeknepen lippen stond
daar nu de kloeke Nieman, zijn machteloos
heid verwenschende om iets tot redding
aan te brengen.
Nog eens werd rond het barkschip ge
stoomd en toen 't verder onmogelijk bleek
iets tot redding te ondernemen, ging de
»Penelope" full speed naar IJmuiden, om
daar aan de sleepbooten te rapporteeren
wat geschied was.
Gelukkig slaagde de sleepboot »IJmui-
den" door beleid vol manoeuvreeren later
door de Hercules" bijgestaan, er in, om
de Söskömören" behouden binnen te
brengen.
Eere nochtans aan Nieman, den kloeken
loods en aan kapt. Henze, voor hunne
onvermoeide pogingen, in 't belang der
schipbreukelingen in 't werk gesteld
(»Schpv.")
Een rijtuig aangevallen.
't Wordt waarlijk nog erger met de on
veiligheid in de Amsterdamsche straten. Als
het zoo voortgaat zullen dames, die zich,
uit vrees voor onaangename ontmoetingen,
huiswaarts doen brengen per rjjtuig, ook
dan niet meer gerust kunnen zijn. Maan
dagavond had een der meisjes die in het
Oostenrjjksche jachthuis op de tentoonstel
ling (dicht bij Oud-Holland) in bediening
zjjn, een rytuig genomen, om huiswaarts
te keeren, aangezien zij wel eens op haar
weg werd lastig gevallen. Het was na het
sluiten der tentoonstelling, tegen half twaalf
toen by het plantsoen van de Stadhouders
kade tegenover de Tesselschadestraat een
man op de trede van het rytuig sprong
en het meisje een gouden ketting ontrukte
toen zjj zich verweerde, sprong aan den
andereu kant een tweede roover in het
rytuig en greep haar vast. Door haar ge
schreeuw werd de koetsier opmerkzaam
gemaakt, en deze sloeg zoo duchtig met
de zweep op de seraatroovers, dat dezen
loslieten en het hazenpad kozen.
Het is niet waarschynlyk, dat de nieuwe
hoofdcommissaris in dezen toestand eenige
verbetering zal knnnen brengen, zoolang
hem niet de beschikking over een sterker
politiecorps wordt gegeven.
Een 9-jarig meisje uit Baarn, dat
vergiftige bessen in het Baarnsche bosch
had geplukt en gegeten, is aan de gevol
gen daarvan overleden.
In Juni jl. zijn bjj het Koloniaal
Werfdepot voor den militairen dienst in
onze overzeesche bezittingen aangenomen
178 personen, aan wie aan handgelden
werd uitbetaald f 42,680. Van die 178
werden in de verschillende garnizoenen
van ons land voorloopig en te Harderwyk
definitief aangenomen 84, nl. 47 Ned. 21
Duitschers, 11 Belgen, 4 Oostenrijkers en
1 Zwitserde overige 94 werden overge
nomen van de korpsen van het leger hier
te lande.
Van het depot werden in die maand
naar Oost-Indië uitgezonden 5 detachemen
ten, sterk 9 officieren, 16 onderofficieren,
10 korporaals en 210 soldaten.
Een bewoner van de Von Zesen
straat te Amsterdam had een twintigje in
de staatslotery. De man kreeg plotseling
met werk »gedaan" en moest zjjn briefje
er aan geven om van een weduwe een
handelaarster in aardappelen eenige
mondbehoefden te krijgen. Dinsdagochtend
kwam hy het beleende briefje inwisselen
tegen betaling van het genotene f 1.24.
De vrouw weigerde het briefje af te geven,
want Maandag was de f 20,000 er op ge
vallen, zonder dat de man er iets van
wist.
Men heeft den man aangeraden een ad
vocaat te raadplegen, en deze zond de
weduwe reeds een sommatie thuis by deur-
waarderaexploit. De vrouw blijft echter
weigeren, waarschijnlijk in de gedachte:
hebben is hebben maai krygen is de kunst.
De zaak zal dus waarschynlyk spoedig voor
den rechter worden gebracht.
(«Tijd").
Te Zandvoort zijn tijdens de stor
men der laatste dagen uit zee aange
spoeld ruim honderd balken, welke alle
ongemerkt zjjn.
Te 's-Gravenhage is in 76-jarigen
ouderdom overleden de heer P. van Bljjs-
•jjk Ris.
In 1818 te Enkhuizen geboren, begon
hy zjjn loopbaan in maritiemen dienst den
16n Oct 1835, toen hij als adelborst ge
plaatst werd aan het Kon. Instituut voor
de Marine te Medemblik. Den ln Sept.
1839 werd werd hy bevorderd tot adelborst
le kl. en in dien rang deed hij zjjn eerste
reis naar Ned. Oost-Indië in 1840 op het
fregat »De Zwaan". Zjjn benoeming tot
luit. t. z. 2e kl. volgde den len Januari
1844, terwjjl hij den len Mei 1854 den
rang van luit. t. z. le bereikte. Na achter
eenvolgens van verscheidene schepen com
mandant te zyn geweest, het laatst op Z.
M. scbroef8toomer »Montrado" den 20en
December 1857, werd hem in 1858 de
waarneming opgedragen der betrekking
van equipagemeester by het equipagede
partement te Soerabaja. Op zyn verzoek
werd hij den lln October 1860 eervol uit
's Ryks zeedienst ontslagen. In dat zelfde
jaar ging de heer Van Blyswyk Ris over
in kolonialen dienst, en werd hy belast
met de waarneming der betrekking van
directeur van het marine- en stoomwezen
etablissement te Soerabaja. In 1861 werd
hy definitief tot directeur benoemd. Na in
April '66 met een tweejarig verlof wegens
ziekte naar het moederland te zyn terug
gekeerd, werd hy in Mei 1868 eervol uit
zyn betrekking ontslagen met pensioen.
Na het verlaten van den Indischen dienst,
werd hy benoemd tot directeur der Kon.
Ned. grofsmederij te Leiden.
Hr. Ms. „Nautilus" op Teneriffe.
Van Teneriffe worden ons tweeSpaansche
bladen toegezonden, met een bericht over
de feestelijke ontvangst, welke aan Hr. Ms.
Nautilus" aldaar ten deel gevallen is.
Aan den commandant, den kapt.-luit. t. z.
P. F. H. Volcke, en de overige officieren
werd in het hotel Pino de Oro een schit
terend feestmaal aangeboden, de consul
Hardisson stelde de „ilustrados marinos"
in de gelegenheid de schoonheden van het
eiland te bewonderen, en toen het instruc
tieschip op 5 Juli de reede vau Santa Cruz
verliet tot voortzetting van den oefenings-
tocht, namen allen de aangenaamste her
inneringen mede van het kortstondig ver
bluf op het eiland.
•Hbld."
Een deel der Urker visschersvloot
kwam Vrijdagmiddag jl. tusschen Ameland
en Terschelling uit de Noordzee binnen.
De meeste schepen zetten scherp by den
wind opkoers naar de Harlinger of de
Hollandache havens, een vyftal, waarvan
een het zeil verloor, keerde echter terug
en ankerde onder Ameland. Zaterdag zag
men een dezer gezonkeneen der schepe
lingen zat in den mastde anderen zyn
ongetwijfeld verdronken. De zee was zoo
onstuimig, dat blykbaar de overigen geene
hulp konden verleenen en dit evenzeer
onmogelijk was van het eiland of den vasten
wal. Daarom werd naar Harlingen geseind
om assistentie. Zaterdagavond evenwel,
toen de zee wat kalmer was, kon men
van den wal bespeuren, hoe een der voor
anker liggende visschers eenig zeil bijzette,
en dat den schipbreukeling, die den ge-
heelen dag vreeseljjk was gewiegd, een
touw werd toegeworpen, waarop hij los
liet en waarschynlyk werd gered.
Een tweede vaartuig verkeerde vermoe
delijk eveneens in zinkenden toestand.
Waarschynlyk hebben de vaartuigen by
het afloopen van het getij aan den grond
gestampt en zyn zoo lek géworden.
Voor en na kwamen nog verscheiden
tjalken en visschers uit de Noordzee binnen
en ankerden Zondag onder Ameland.
Het sociale vraagstuk.
Over dit brandende vraagstuk lazen we
dezer dagen de volgende opmerkenswaar
dige woorden, geschreven door eene dame,
mej. F. J. van Uildriks: >Men kan de
raadselen, die de groote sfinx ons dagelijks
ter oplossing geeft, van verschillende zijden
naderen, en in dichte gelederen komen de
menschengroepen dan ook tegenwoordig
op, om zyn problemen te ontraadselen.
Talrjjk zyn de middelen en wegen, waar-
meê en waarlangs men tot hem treedt.
Nu eens treedt ons op die banen het
woord toewjjding en dan weêr het woord
rechtvaardigheid tegenhier staat een
wegwjjzer, die op de wetgeving en ginds
een, die op het geweld onze aandacht
vestigt, terwjjl hl die wegen en paden be
schenen worden door het gouden licht,
afstralend van het heerlyk beeld der So
ciale rechtvaardigheid. Men
maakt zich zeker aan een vermakelijk
idiotisme schuldig, wanneer men spreekt
van het oplossen der sociale qnaestie.
Hoogstens kan men een of twee dreigende
gestalten, waaronder zy zich vertoont, door
talryke proefnemingen wyzigen en minder
dreigend maken, verder komt men niet
dan zekere geduchte schommelingen in
zekere zachte deiningen te doen overgaan,
i en dan staan er weêr nieuwe schomme
lingen voor de sociale deur, zoo zy er al
niet reeds waren. Perpetuum mobile (eeuwig
durende beweging), zoolang de bevolkte
menschenaarde om de zon draait."
Uit Batavia seint men aan het »Hbld."
Van regeeringswege is medegedeeld, dat
een bende van dertig Atjehers de Chinee-
sche wyk van Telok Semaweh overviel en
alle huizen verbrandde. De vijand werd
door een hevig vuur onzerzijds verdreven.
De Chineezen hebben de wyk genomen
naar Penang.
By een der leden der rechterlijke
macht te Amsterdam heeft Zondagmorgen
een treurig voorval plaats gehad. Een
student, die veel by de familie aan huis
kwam, heeft waarschynlyk in een vlaag
van waanzin den heer des huizes met een
gesloten mes eenige ernstige hoofdwonden
toegebracht. De dader is daarop het huis
ontvlucht en heeft zich in een der vjjvers
van het Vondelpark willen verdrinken. Dit
is hem echter niet gelukt, daar eenige
voorbijgangers den drenkeling weder op
het droge gebracht hebben en naar de
woning van prof. Kor te weg vervoerd. In
de badkamer heeft de ongelukkige weder
om getracht zich van het leven te berooven,
wat hem, helaas, gelukte. Toen prof. Kor-
teweg thuis kwam, vond hy hem in deer-
niswaardigen toestand, en eenige uren daarna
overleed de krankzinnige.
Ingezonden.
Geachte Redactie!
Naar aanleiding van de vele leugenachtige
berichten, welke alhier in de laatste dagen
van zekeren kant verspreid worden, in zake
den arboidstjjd aan 's Rijks Marine-werf alhier,
contra den Ned. R.-K. Volksbond en den
Secretaris der afdeeling oden Helder", W. R.
Zits, gevoelt deze zich gedrongen, bet vol
gende ter konnisse van hot publiek te brongen,
hot oordeel over bovenstaande handelingen
aan hen overlatende
•dat op de Centrale vergadering der R.-K.
Volksbond, gebonden den 25 Mei jl. te Sohie-
dam, noch door mjj, noch door een der afge-
vaardigden is gesproken over den arbeids
tijd aan 'sRjjks Marine-werven;
„dat op de audiëntie by Z. Es. don Mi
nister van Marine, van wego de Ned. R.-K.
Volksbond, noch door mjj, noch door myn
mode-afgevaardigden, is gesproken over den
arboidstijd aan 's Ryks Marine-werven
•dat op genoemde Centrale vergadering en
op gonoomdo audiëntie niets anders is be
sproken, dan de bestaande stelselloosheid in
de loonen en enkole andore bestaande grieven
«dat door hen sterk is aangedrongen by
Z. Ex. om de maximum-loonen den vakmannen
spoediger te doen toekennen en hen niet te
laten waohten tot dat zy byna gepensionueerd
worden
«dat door hen aan Z. Ex. is gevraagd om
toch vooral de loonen van diegenen, die niet
speciaal vakmannen kunnen genoemd worden,
te willen verhoogen en moer in overeenstem
ming te brongen met de behoeften voor hen
en hunne gezinnen
•dat door den heer Zits aan Z. Ex. is ge
vraagd en toegelicht, om dan toch in alle ge
vallen, wanneer een werkman de zilveren
medaille ontvangt voor 24jarigen trouwen en
eerljjken dienst deD lande bewezen, benovens
de gratificatie van f 50.den betrokken per
soon het maximum loon toe te kennen, het
welk is vastgesteld, voor hot vak, waartoe hy
behoort
•dat den 3en Jnli, dus een dag na de
commissie der Ned. R.-K. Volksbond, nog eene
commissie op audiëntie by Z. Ex. is geweest,
bestaande uit drie afgevaardigden, vertegen
woordigende een aantal neutrale werk-
lieden-vereenigingen te Amsterdam, in zake
de Ryks Marine-werf aldaar, welke onder
meer, sterk hebben aangedrongen by Z. Ex.
om toch vooral den arbeidsdag aan ge
noemde werf, /liet langer te doen plaats heb
ben dan het reglement voorschrijft, hetwelk
zegt, gemiddeld 10 uren daags
EEN ONVERSTANDIGE
BELOFTE.
(26
Alles goed beschouwd, kunt gij voorloopig
onbezorgd zyn en ook blijven, zoolang gy u
niet zelf tot oen onberaden stap laat verlei
den hier wordt uw geheim goed bewaard."
De baron liet den brief uit zyno Lauden
glippeneen rimpel van misnoegdheid ver
toonde zich op zyn voorhoofd.
//Dwaas!" reide hy zacht, »moest gij niet
voor u zeiven vreezen, ik gaf geen duit voor
uw stilzwijgendheid. Het was misschien on
verstandig, dat ik hem een zoo groot ver
trouwen schonkKomaan, hy is in myne
handde voormalige kamerdienaar en tegen
woordige gelukzoeker zal het niet wagen,
myn toorn op te wokkenhy weet, dat ik
hem vernietigen kan."
Hy haalde een anderen brief uit den zak,
die het adres van barones von Stoinpels droeg.
Slechts eenige oogenblikken draalde hijdaarna
brak hy het zegel los.
Hij las hem aandachtig; de schaduw op
zijn voorhoofd werd somberder, en steeds
scherper trad de spottende trek te voorschijn,
die om zyn mond speelde.
•Word niet moede," schreef Heinrich von
Bremen in dezen brief aan Ida; geduld en
volharding zullen en moeten ons tot het doel
voeren. Hoe langer en ernstiger ik er over
nadenk, hoe duidelijker wordt het my, dat F.
in nauw verband met het bewuste staat, eu
ook diens vriend in het geheim is gewjjd.
Hetgeen ik van hieruit doen kan, is weinig,
maar onvermoeid houd ik my bezig middelen
te zoeken, die ons licht en zekerheid kunnen
verschaffen.
In de nagelaten papieren van onzen vriend,
die wy met de grootste zorgvuldigheid hebben
doorgezien, bevond zich niets, wat ons tot
houvast kou strekken, en dat de vriend van
F. ons modedeelingen zal doen is nauwelijks
te verwachten. Zoo rust dan geheel onze hoop
op het welslagen van het plan, dat gjj in het
afscheidsuur mij hebt medegedeeld.
Omtrent F. zyn verleden en zjjne middelen
van bestaan kan ik, indien het noodig mooht
blyken, uit vertrouwbare bron mededeelingen
verschaffen, die mjjns inziens ver vau vleiend
voor hem zyn. Maar daartoe zou ik slechts
dan overgaao, wanneer de omstandigheden hot
noodig maakten. Ik zou niet gaarne hot ver-
wjjt van laster op my laden, en zoolang de
juistheid van onzen argwaan niet bevestigd
is, hebben wy ook geen recht F. aan te
tasten.
Graaf Wilhelm zendt u zjjne hartelijke
groeten eene krachtige ondersteuning mogen
wy van hem niet verwachten hy bekommert
zich ijveriger om zyn bibliotheek dan om zjjne
goederen. Misschien is hot beter zooby al
zyno goedhartigheid en beminnenswaardigheid
is hy een onpractisch mensch. Hy kon, zonder
het te weten en te willen, onB in de uitvoe
ring onzer plannen hinderlijk zyn.
Geduld en volharding I Ik roep het u nog
maals toe, en hebt gy behoefte aan myn bij
stand, wees verzekerd barones, dat ge in my
steods uwen bereidwilligen dienaar zult vin
den."
De baron lachte spottendopziende keek
bij eensklaps in het schoone, bleeke aangezicht
eener Italiaansche, die, zonder dat hy het be
merkte, tegenover hom had plaats genomen,
en wier hartstochtelijke blik onafgewend op
hem was gevestigd.
Zjj was nog jong, geene verblindende en
innemende schoonheid, maar een lieve ver
schijning, die nog verhoogd werd door het rjjk
en smaakvol toilet.
Zy reikte hem de smalle, met glinsterende
steenen getooide hand over de tafel been.
Ik kan my niet bedriegen, gy zjjt het
Paolo," zeide zjj met een kreet van blydechap.
//Wie had dit weerzien kunnen verwachten
•Manuelal" antwoordde hy, hare hand in
de zjjne houdende. „Had ik geweten, dat gjj
in Milaan woont, ik zou u terstond na myne
aankomst hebben opgezocht."
Een ondeugend lachje gleed over haar bleek
gezichtzjj trok hare hand terug en schoof
nadorbjj.
«Wio weet of gy in dit geval wel naar
Milaan gekomen waart!" zeide zjj schertsend;
maar er lag toch iets in den toon harerstem,
wat den baron moest kwetsen want hjj trok
de wenkbrauwen bjjeen en wierp haar een
bestraffenden blik toe.
•Was het niet in Weenen, dat wjj elkander
het laatst zagon vervolgde zjj. „Toen zjjt
gjj zonder afscheid heengegaaD."
•Daar de omstandigheden mjj er toe dron
gen," viel hjj haar met gesmoorde stem in de
rede. «Ons allen dreigde gevaarwjj moesten
scheiden, en mjjne vlucht, wanneer gjj het
zoo noomen wilt, moest voor u en uwen broe
der eene waarschuwing zyn."
//Het zal wel niet zoo erg geweest zyn,"
antwoordde zjj»mon heeft het ons niet lastig
gemaakt."
•Dan zal uw broeder u er niets van ge
zegd hebbenvraag hem
i/Hjj is dood."
z/Carlo dood? die gezonde, krachtige man
•Kunnen kracht en gezondheid een doode-
ljjke wond genezen
Verbaasd keek de baron op; ontsteltenis
sprak uit zjjn trekken.
//Hoe stierf hjj vroeg hjj zacht.
//Wjj waren in Napelsop zekeren avond
had hjj eene groote som gewonnen; eerst laat
na middernacht begaf hjj zich naar huis terug.
Onderweg werd hy overvallen een degenstoot
trof hem en bracht mjj een stervende."
„En de dader?"
„Hjj werd nimmor ontdekt. Ik heb niet eens
kunnen vernemen, of oen bedrogen speler dan
wel een straatroover de moordenaar was."
„Carlo was altjjd onvoorziohtig," zeide de
baron, in gedachten verzonken„hjj waagde
te veel, en naar verstandigen raad wilde hjj
niet luisteren."
Hjj was het vroeger niet; door u word
hjj het," antwoordde de Italiaansche, in wier
duistere oogen een schitterende glans fonkelde.
„Wilt gjj mjj verwjjteu maken
Noen, waartoe zou het dienen, en welke
verandering zouden zjj teweeg brengen De
moordenaar heeft zich met dien moord alleen
niet tevreden gesteld hy had ook mjjn broeder
beroofd."
„En kwaamt gjj daardoor in geldverlegen
heid, Manuela?"
„Ik bezat niet veel contant geld en de
steenen van myn tooisel waren valsch."
„Zy zjjn het nog," zeide de baron, mot een
doordringenden blik op de ringen der Itali
aansche.
„Ik weet het; wat is er aan gelegen 1 Zjj
doen denzelfden dienst," antwoordde Manuela,
en eou bittere trok vertoonde zich op hare
lippen.echte brillanten kosten veel geld, en
mjjn man was tot dusver nog niet in de ge
legenheid, ze mjj te kunnen verschaffen."
De baron zag haar scherp aan. Verrassing
en bevreemding gaf de blik te kennen, dien
hy op haar sloeg.
•Zjjt gjj gehuwd?" vroeg hjj.
„Ja, en ik heb tot het oogenblik nog geen
reden, dien stap te berouwen. In Florence,
waarheen ik mjjne schreden richtte, nadat ik
in Napels mjjn broeder ter aarde bad besteld,
leerde ik een geneesheer kennen. Hjj bood mjj
zjjne hand aan, en ik heb haar aangenomen."
•Is nw echtgenoot dokter?"
„Ja, krankzinnigonarts."
„En hjj woont hier?"
„Neen, ons gesticht ligt in nabjjheid van
Rome."
De baron haalde een cigafet uit den zak en
stak haar aan in gepeins verzonken, blies hjj
eenige rookwolkjes voor zich uit.
Hoe heet uw echtgenoot vroeg hjj na eon
pauze.
•Guiseppo Farini.".
•En is hjj beroemd
„Ik weet slechts,'antwoordde Italiaansche,
dat hjj in zjjn vak bedreven is."
„Hm, verdient hjj veel?"
Helaas neen, wjj hebben niot veel patiënten,
en vooral niot zoodanige, die een groot hono
rarium kunnen betalen. Eén hadden wjj er, maar
zjj is gestorven."
•Eene dame
•Ja. Zjj heeft ons grooton last veroorzaakt
maar er werd veel voor haar betaald, zoodat
men geDeigd was, er aan te denken, dat het geld
den arbeid verzoet."
„Was zjj zoo erg?"
„Neon, maar zjj bowoordo, niet krankzinnig
te zjjnvan elke gelegonhoid maakte zij go-
bruik, om eene poging tot ontvluchting te
beproeven. Ware zjj er in geslaagd, uit ons
gesticht te ontvluchten, dan hadden we ons
op eon proces kunnen voorbereiden, aangezien
de dame vele vriendon bezat."
(Wordt vervolgd.)