't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Ho 2380.
Zaterdag 7 December 1896.
28»te Jaargang.
Bureau: Zuiditraat.
Telefoonn". 68.
Bureau: Spoontrut.
Telefoonn. 61
Abonnement
p. S maanden binnen de gemeente 50 Cfc., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per poet 75 idem f 1.12
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgevenBERKHOUT Co., te Helder.
Buranix SPOORSTRAAT «l ZUID8TRAAT.
Advertentlên
Tan 1 tot 5 regel,2S Cenl.
Elke regel meer5
Qroote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
DECEMBER, (Wintermaand, 31 dagen).
Opkomst der Zon 8 u. Om.
Onderg. 3 a. 44 m.
Zondag 8 2e Advent.
Maandag 9 Laatste Kwartier.
Dinsdag 10
Woensdag 11
Donderdag 12
Vrijdag 13
Zaterdag 14
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 6 Dec. 1895.
De commissaris van politie alhier,
verzoekt ons de aandacht van de ingezetenen
te vestigen op de z.g. vreemde papierventera
en soortgelijke vermomde bedelaars.
Week aan week gebeurt het, dat die
lieden wegens openbare dronkenschap in
bewaring moeten worden genomen, waaruit
dus kan bljjken, op welke ellendige manier
de opgehaalde dubbeltjes besteed worden.
Hen onverbiddelijk van de deur wijzen
is het eenige radicale middel; voor zooveel
noodig, dringt de commissaris daarop be
leefd aan.
De heer T. Bloos, klerk der post er gen
alhier, is geslaagd bjj het examen voor
commies.
Burgemeester en Wethouders der ge
meente Helder [zullen op Vrijdag den 13
December a.s., des namiddags 2 ore, in het
openbaar ten Raadhuize aanbesteden
het onderhond der gemeentegebouwen,
bruggen, riolen, enz., gedurende 1896.
Dinsdagavond werd in Tivoli door
de Nederlandsche Tooneelvereeniging van
Amsterdam, dir. L. H. Chrispgn, opgevoerd
't fcooneelspel in 3 bedrjjven, Kerstavond"
(Christnacht) van Carl Maria.
Wae 'teerste bedrjjf ook al wat mat,
met 't tweede klom de belangstelling van
*t opgekomen publiek en bjj 't derde was
de bezieling zoo groot, dat men met de
vertoonera meeleefde. Een woord van lof
in de eerste plaats voor den hr. L. H. Cbris-
pjja (dominé Marvegge). Aangrijpend was
zjjne voorstelling van den steil rechtzin
nige:; geestelijke, die in de illusie leefde
dat zjjn zoon hem zou opvolgen niet alleen,
maar ook den strijd met jeugdige kracht
zou voeren. De hevige teleurstelling, toen
hg vernam dat zjjn zoon zich als schrgver
een toekomst zon zoeken en dat zjjne pupil
rich aan 't tooneel wilde wjjden, kwam zoo
sterk nit, dat ieder der bezoekers vermeende
hier wezenlijkheid in plaats van spel te zien.
Van de overige spelers kunnen we ver
klaren dat zoowel mevr. Kley als domine's
vrouw, en mevr. v. d. Horst als Elly
Weddin, benevens de beide zonen van 't
gezin, de hh. Faassen en Chrispgn Jr.,
hunne respectieve rollen op de meest artis
tieke wjjze ten uitroer brachteD. De
overige spelers brachten 't hunne bjj tot
vorming van een goed ensemble.
'tNastukje, Onfeilbaar," was juist ge
schikt om de ernstige stemming, door 't
gehoorde teweeggebracht, wat vroolgker te
doen worden.
In den ouderdom van bjjna 66 jaren
is Woensdag te 's Gravenhage overleden
dr. F. J. Van Leent, inspecteur van den
geneeskundigen dienst der marine, schout-
bjj-nacht, en ridder van den Nederlandschen
Leeuw en verschillende buitenlandsche
orden.
De moord te Rotterdam.
Men meldt aan het .U. D." nit Rotterdam
De gronden waarop do vermoedens tegen
Van Berkel rusten, zjjn deze
Zjjn schrift moet eenige overeenkomst hebben
met dat van den brief, dien de vader van den
vermoorden knaap ootving. Van Berkel heeft
aan zjjn zwager Hoogsteden eenigen tjjd ge
ledon f 700 te leeu gevraagd en diens weigering
zou tot een hoogloopenden twist gevolgd door
eeoe gespannen verhouding, hebben geleid.
Daartegenover staan echter tal van aan wij-
zingen, dat bjj de moordenaar niet is. Zjjn
voorkomen komt heelemaal niet overeen met
het openbaar gemaakte signalement en ook
zjjne kleeding verschilt geheel van de beschrij
ving, die gegeven is van de kleeding van den
persoon, die het knaapje zon hebben medege-
lokt.
Van Berkel is niet door de politie vrijge
laten, maar zal nog nader gohoord wordeD.
Bjj do zeer langdurige ondervraging door den
hoofdcommissaris, waarbjj hem het vuur na
aan de schenen moet zijn gelegd, moet hjj
met vrijmoedigheid geantwoord hebben. Zjjne
hondiDg heeft niets verdachts.
Men scbjjnt nu over te hellen tot de meening,
dat de knaap niet vermoord is op de plaats,
waar het Ijjkjo gevonden werd, maar dat het
Ijjhje daarheen is gebracht, om het er te ver
bergen. De moord zou binnenskamers zjjn ge
pleegd.
Daar alle caspoi ingen om iots van de kleoren
van den knaap te vinden, vruchteloos zjjn ge
bleven en ze ook van geeD genoegzame waarde
waren om te denken dat zij te gelde zjjn ge
maakt, wordt verondersteld, dat zjj verbrand zjjn.
De »N Bred. Ct." meldt
Op Zaterdag 23 Nov. kwam des morgens
bjj den coiffeur Govers op do Veemarkt te
Breda een man, die zich don baard vaneoDi-
ge dagen en een sikje liet afscheeren.
Hjj had een rnig jasje aan, dat aan den
schouder was gelapt, en een slappen hoed diep
in de oogen. Hjj had zwart poneyhaar en was
donker van uitzicht.
De geur, dien hjj afgaf, deed denken aan
iemand die in geen tjjd van ondergoed heeft
verwisseld en zjjne honding was gejaagd, zoo
dat hjj aan een ander bezoeker, toen hjj weg
was, de opmerking ontloktedie heeft zeker
wat op zjjn lever.
Toen hem de baard geschoren was, vroeg
hjj met zachte stomWat kost hier het haar
knippen en na antwoord bekomen te hebben,
liet bjj zich ook het haar kort afknippen.
Hot signalement van den vermoedeljjken
moordenaar van het knaapje uit Rotterdam
kwam te zeer overeen met dat van dezen man,
dan dat de bediende van den heer Govers,
die hem geschoren had, der jnstitie daarvan
niet in kennis stelde.
Dinsdag isdie jonkman met een maréchaussee
naar Rotterdam geweest om bjj de begrafenis
van het arme slachtoffer tegenwoordig te zjjn,
ten einde te zien of bovenbedoelde man daar
ook aanwezig was.
Zonder resultaat echter.
Met den bekenden zwager van Hoogsteden,
Van Berkel, geconfronteerd, kon de coiffenrsbo-
diendo constateeroB, dat zjjn man met Van
Berkel niets gemeens had.
Volgens anderen is bovenbedoelde verdachte
later in de omstreken gezien, waar hjj den weg
vroeg naar het Ulvenhontscbe boBcb.
Ook uit do gemeente Helder is een vronw,
die meent inlichtingen te kannen geven, onder
geleide van den inspecteur M na tin ga naar
Rotterdam vertrokken. Met welk resoltaat is
ons nog onbekend.
Van Berkel is Woensdag jl. op nieaw in
verhoor genomen en later, in overleg met den
rechter-commiasaris en den offloier van justitie,
onder geleide van een inspectenr naar de straf
gevangenis overgebracht.
Aan van Berkel, die steeds gednrende zjjn
verhoor oiterat kalm is, is vergund afschrift
van zjjne verklaringen te nemen, door hem aan
den hoofdcommissaris afgelegd.
TWEEDE KAMER.
Marine.
In zjjne memorie van antwoord op het voor-
loopig verslag betreffende de begrootiog van
marine zegt de minister van marine, dat
onvoldoende toestand der vloot, voor de naaste
toekomst, voornamelijk hieraan te wjjten is,
dat in vorige jaren niet de noodige sommen
zjjn besteed voor een geleideljjke vernieuwing
van het materiëeL Gedurende verscheidene
jaren zal daD ook meer voor nieuwen aan
bouw noodig zjjn dan anders noodig zon wezen
en de minister heeft het niet aan pogingen
laten ontbreken, om reeds voor 1896 over
meer geld voor nieuwen aanbouw te kunnen
beschikken.
Wat de Indische marine betreft, heeft de
minister zich beijverd om zjjne denkbeelden
dienaangaande aan zjjn ambtgenoot van kolo
niën mede te deelen. Met de vaststelling eener
organisatie van de zeemacht zal nog eenige
tjjd gemoeid zjjn. Wjjziging van het type-Kor-
tenaer is nog niet noodzakeljjk gebleken mis
schien moet de bewapening van het type dier
schepen worden herzien.
De minister erkent, dat het gewenscht is
om bjj nieuwen aanbouw een werkplan voor
eenige, b.v. 5 jaren, vast te stellen. De hoofd-
bestemmiug voor de «Korteoacr,'' »Evertsen"
en «Piet Hein" zal voor 1896 zjjn binnenland
se he dienst. De proefvaarten dier schrpen waren
zeer gunstig. Van het bouwen van een koninkljjk
jacht, op kosten van den Staat zal, met het
oog op do andere dringende behoeften, voor
eerst wel niets kunnen komen. Wat de uit
gaven ten behoeve van oud en verouderd ma
terieel betreft, dozo worden tot het onvermjj-
deljjke beperkt.
ÜjTen aanzien van het personeel der zeemacht
deeld de minister mede, dat de herziening van
het leerplan aan het Intiitunt te Willemsoord
beoogt ouder meor hot zooveel mogeljjk uit
breiding geven aan do practiscbe vorming der
adelborsten.
Hjj beaamt bet gevoelen dut de voltalligheid
van bet personeel oen aandrang te meer moet
zjjn om den aanbouw van nieuw materieel
voor 'a Rjjks vloot te bespoedigen. Hjj acht
zulks ook gewenscht, omdat hjj gelukkig kan
verklaren dat de marine, voor zooveel het per
soneel betreft, dank zjj de goede zorgen daar
aan sedert 1875 besteed, zich in nitnemendon
staat bevindt.
De door één lid aangeheven klacht over het
moreel gehalte onzer oorlogsmatrozen en mari
niers is in hoogo mate overdreven en daardoor
weinig juÏBt. Zjj is, in hare algemeenheid, kren
kend voor het geheele korps minderen der zee
macht en de minister moet met alle kracht
daartegen io|verzet komen.
Van een verbod om huizen van ontucht te
bezoeken stelt zich do minister weinig practisch
nut voor. Hel moreel gehalte van matrozen en
mariniers wordt zooveel slechts eenigszina mo
geljjk, geschraagd door het onderhouden van
een strongo tucht eu voorts bevorderd door
eene zorgvolle opvoeding, door humane be
handeling, door belooning van goed gedrag,
door gelegenheid te geven om golden te be
sparen, enz.en in de laatste 20 jaren is dan
ook eeue zeer belangrjjke verbetering daarin
gekomen, al zjjn de ondeugden niet geheel ver
dwenen, die ook in onze burgermaatschappij
geen zeldzame verschjjnselen zjjn.
Het voornemen bestaat den toestand van de
«Valk" nader te onderzoeken. Mooht dit oude
schip dientengevolge voor verderen dienst wor
den afgekeurd, dau vreest de minister, hoezeer
hjj ook betreurt dat alsdan voor het Koninkljjk
Hnis geen oorlogsvaartuig aanwezig zal zjjn
voor het doen van tochten over zee, dat toch
in vele jaren, in aanmerking genomen de drin
gende beboeite aan strjjdvaardige schepen, wel
niets zal kunnen komen vaq bet boawen van
een koninkljjk jacht op koeten van den Slaat^
- Dat schrgven nog lang niet ieders
werk is, bljjkt zegt »De Tjjd" wel
uit den inhoud van een briefkaart, welke
dezer dagen zonder adres in een postbus
werd gevonden
44 Juli 180095.
Gehate zuster we zien allemaal nogt
gezondt en verwagte uwe fast Woensdag
voor de midag we eeten dan net haane
zoep dan ken jjj big ven tot saavonts en
eer jei dan been gaat nogt een pok
zjokolade toe.
Jobanna Van Wonde.
Nog steeds duurt de instructie voort in
de zaak van Johanna Van Wonde. Zg zel
ve ondergaat meermalen een langdurig
verboor, terwjjl ook de veldwachter uit
Krommenie die zich tgdelgk ter surveillance
in de woning van den notaris bevonden
heeft, is gehoord. De eisch tot echtschei
ding op verzoek van den echtgenoot is ge
daan tegen de zitting der rechtbank van
Dinsdag jl.
Vergiftiging.
Dinsdag stond voor de rechtbank te Amster
dam terecht M. C. Kleborg Verberno, geboren
te Steenwjjkerwold, beschuldigd van op 5 Dec.
1894 zjjne huisvrouw, C. W. J. Jansen, met
arsenicum vergiftigd te hebben. De rechtbank
was samengesteld als volgtmr. Wichers Hoet,
president; mrs. Hoppe, Fentener van Vlie-
Hingen en Eggers, do laatste bjjzittend rechter.
Het openbaar ministerie werd waargenomen
door mr. graaf Scbimmelpenninck.
In de dagvaarding wordt beklaagde ten
laste gelegd opzetteljjk met voorbedachten
rade Cornelia Wilhelmina Jobanna Jansen,
zjjne echtgenoote, welke op 5 Dec. 1894 is
overleden, van hot leven beroofd te hebben,
door baar in den laatsten tjjd, baren dood vooraf
gaande, arsenicum toe te dienen, met bel oog
merk zjjne vrouw van het leven te berooven,
ten gevolge waarvan zjj ovurledon is. In deze
zaak werden 42 getuigon gohoord.
Voorgelezen werden de rapporten van de
deskundigen, de heeren dr. G. Waller, dr. J.
W. Jacobi, dr. P. Ankeromit en L. Q. van
Ledden Hulsebosch, die na ljjkschouwing op
22 Juni 1895 op het kerkhof «De liefde,"
waar de vronw van bekl. begraven ligt, het
onderzoek bobben ingesteld. Iq het rapport
wordt erkend dat bjj verschillende onderzoe
kingen eene boeveelheid arsenicum gevonden
is, en dit wel in onderscheidene lichaamsdeelen,
als maag, darmen, lever, milt en hart. Er
kan niet met juistheid gezegd worden hoeveel
arsenicum gebruikt ia, maar wel achten de
deskundigen de oorzaak van den dood bet ge
volg van het gebruik van arsenicum. Wanneer
het vergif gebruikt is kan niet met sekerhoid
geconstateerd worden.
Het getuigenverhoor is te uitgebreid om
geheel door ons te worden opgenomen. Uit
verschillende verklaringen bljjkt evenwel, dat
er zware vermoedens bestaan, dat de man
zjjne vronw arsenicum heeft toegediend. Ge
tuige Jansen o.a., nit Groningen, zwager van
bekl., deelde mede, dal bekl. hem van den
dood zjjner zuster verwittigd hooft, eerst eene
briefkaart gevolgd door een brief. Get. is met
zjjne vronw voor do begrafenis overgekomen.
Voor de eerste maal aan het sterlhuis geko
men, had get. kennis gemaakt met den heer
Leeffang, agent eoner levensverzekeringmaat-
schappjj en aannemor van begrafenissen, die
hem zeide: s'tis verschrikkelijk, je zult er
wel meer van hooren." Naderhand heeft hjj
zich weer in dier voogo uitgelaten, maar get.
is er niet op ingegaan, daar hjj wist, dat de
dokter aan het doodbed is geweest. Get. kon
mededeelen, dat bekl. al die dagen zeer
zenuwachtig was, en get. schreef dit toe aan
den toestand. Get. heeft het ljjk gezien, en
dadeljjk had het hem getroffen, dat het er zoo
krampachtig uitzag. Toen het ljjk nog boven
aarde stond, is er door de familieleden over
vorgiftiging gemompeld. Bekl. heeft toen meer
malen gezegd «denk je, dat ik zoo'n ploert
ben." Wat het huweljjk aangaat, dit was zeer
ongelukkig, daar de man veel uitging, ofschoon
zjj veel van hem hield. Van eenige verhouding
lusschen bekl. en do zuster van get., die in
hetzelfde buis woonde, heeft get. niets gemerkt.
Na den dood is get. ook niets van eenige
bljjdschap gebleken.
Diefstal te Pinang.
Onlangs werd hier te lande bericht ont
vangen, dat de kassier van de factorjj der
NederL Handel-Maatscbappg met f200.000
op de vlucht was gegaan. De Pinang
Gazette" van 5 Nov. meldt omtrent dit
feit de volgende bijzonderheden
»Op aangifte van den heer A, F. Marmel-
stein, de verantwoordelijke agent van de
Nederlandsche Handelmaatschappij, werd
heden een bevel tot inhechtenisneming uit
gevaardigd tegen den hoofdkassier van die
instelling, met name Kam Goean Sean,
wegens misbruik van vertrouwen voor een
bedrag van 148,000 dollars. Het is gebleken,
dat op den Sisten October de kas door den
heer Marmelstein werd nagezien en dat die
toen klopte met de boeken. Woensdag
echter werd bericht, dat de kassier, die
4 uur nog op het kantoor geweest was,
spoorloos was verdwenen. De politie werd
onmiddelljjk van het geval in kennis gesteld,
maar tot dusver is geen spoor van den
man gevonden."
Ingezonden,
Mijnheer de Redacteur
Beleefd verzoek ik U het onderstaande ia
uw geacht blad op te nemen.
Onze Voedingsmiddelen.
Meermalen is reeds door verschillende schei-
kondigen van naam met nadruk er op ge
wezen, dat in den las laten tjjd zeer vele ver-
valschingen in* onze voornaamste voedings
middelen voorkomen. Dat znlke vervalschiogea
ton eorste niet alljjd onschadelijk zjjn voorde
gezondheidton tweede, den handel daarin
belemmeren, is helaas maar al te dikwjjls
gebleken. Denken wjj maar eens aan onze
boter-industrie in het Noorden, welke toch
bebondens enkele uitzonderingen, geheel ge
knakt is door do veelvuldige knoeierjjen, welke
zich dAAr in dat artikel vooideden. Thans
echter heeft onze boterwet slechts ten deels
die soort knocierjj bestreden, want niettegen
staande do bestaande wet, znllen velen bon
potje zoogenaamde echte natnurboter nog wel
nuttigen met pl. m. 25 A 30 kunstboter.
Gewetenloos is echter mjjns inziens oen han
delaar te noemen, dio zich bezig houdt onze
voornaamsto voedingsmiddelen, zooals boter,
brood, sniker, enz. enz. te vervalschon met
stoffen, welke onze gozondheid in den weg
•taan en zeer dikwjjls hebben ze bjj langdurig
gebruik het trenrig gevolg, dat do een of
ander chronische ziekte ontstaat, waarvan de
oorzaak weggenomen zoude kunnen worden,
indien de geneesheer maar wist dst juist het
voedingsmiddel met zjjne rervalsching den
patiënt ondermjjnde.
Onze regeering heeft gelukkig het waarachtig
belang van hare staatsburgers begrepen, van
daar de oprichting van eenige proefstation*
op veitchilleode plaatsen des lands. 't Behoeft
geen betoog dat aan do reeds genoemde voe
dingsmiddelen hoogs eischen van zuiverheid
zjjn gesteld en zulks is noodig wanneer men
bijvoorbeeld bet artikel meel eens beschouwt.
Voor de bewerking van hetzelve bestaan om
oon goed brood met een goeden smaak te
vorkrjjgen eon legio hulpmiddelen, welke
echter niet alleen even ODBchadcljjk zjjn voor
onze gezondheid, zoo ook boter met bar#
kleurstoffen en kunstvetten, etc. etc. Op deze
wjjze voortgaande zonde ik nog oneindig reef
kuaaen noemen, waarop onze aandacht voort
durend gevestigd moet bljjvon. 't Is echter mjja
vraag: «Wat nu zou wel de voornaamste
oorzaak van zulke knoeierjjen zjjn M. i
draagt de onderlinge concnrrentie der hande^
laren hiervan het leeuwendeel weg. Immers
worden zjj gedwongen door de lage prjjxen
waarvoor zjj hnnne waren aanbieden tot der-
geljjke handelingen over te gaan en gedachtig
aan het «Mundus vult decipi, decipiatur ergo",
strooien zjj het lichtgeloovig publiek door (rAaie
advertentiën en strooibiljetten zand in ds oogen.
Gewicht en zuiverheid worden daarin
gegarandeerd, dech het eerste voldoet dikwjjls
evenmin als het laatste. Daarom dos is het
niet van belang ontbloot nogmaals en altjjd te
bljjven wjjzen op die soort concurrentie, waarbjj
onse hygiënische toestanden op het spel staan.
Immers wjj mogen niet de dupe worden van
den strjjd om het bestaan, gevoerd door de
handelaren in onze voornaamste voedings
middelen. Eischt dus van uwen leverancier
een brood van constant gewicht en
erkende zuiverheid, een pot echt*
natuurboter na wat dies meer zjj, tegen een
matigen prjjs en zeer zeker zult gjj de vruchten
plukken van nwa medewerking, verleend aan
do uitroeiing van het insect, dat knaagt aan
onze samenleving.
L. G.
Correspondentie.
Verzoeke onzen abooné's in Amerika 'I
verschuldigde abonnementsgeld «Vliegend
Blaadje" te willen overmaken.
Da UrroEVsas.
EEN ONVERSTANDIGE
BELOFTE.
(66
eHjj zal alles ontkenaen," antwoordde zjj,
«en zoolang ons bewijzen ontbreken, kunnen
wjj hem niet overtuigen. Ik acht het worke-
ljjk raadzamer, dat wjj verdere mededeelingen
afwachtenmjjnheer von Bremen zal niet
rusten, eer hjj volle zekerheid heeft."
■En welke bewjjzen kan mjjnheer von Bre
men ons zenden? Hjj moet steunen op het
geen die Born hem vertelt en de baron zal
de mededeelingen van dien man als laster
brandmerkeo."
Wjj hebben echter in dat geval voor de
aanklacht een vasteren grond. Wjj znllen om
trent den zelfmoord van graaf Fallersleben
meer vernemeD."
«Gjj gelooft nog altjjd aan het Amerikaansch
tweegevecht
«Vaster dan ooitl"
De vrjjheer zweeg. Wat moest hjj ook ant
woorden Sedert von Felsen zjjne meening
omtrent dit tweegevecht zoo openlik te keDnen
gegeven en zich zelfs een verdediger er van
verklaard had, was vcA Steinpels maar al te
zeer geneigd, den argwaan zjjner dechter te
deelen.
Hjj had gedurende do reis ruimschoots tüd
gevonden, zich mot den raadselachtigen zelf
moord van Fallersleben bezig te honden, en
boe minder bjj er een verklaarbare reden voor
kon vinden, des te meer trad Ida'sachterdocht
op den voorgrond.
«Ik kan niet wachten tot de verdere mede
deelingen zjjn aangekomen," hernam hjj na
*en pauze; «wie weet, of zjj wal ooit komen.
De zaak moet zondor verzuim vereffend wor
den zjjn die aanklachten waar, dan is do
baron een eerlooze, en met oen eerlooze wil
ik geen gemeenschap hebben."
Ida wist dat haar vader vasthield aan het
geen hjj eenmaal besloten had zjj deed geene
poging meer om hem van zjjne voornemen te
weerhouden.
Eerst in het middaguur kwam von Felsen
tehuisbjj zjjn binnenkomen verliet Ida ter
stond de kamer, en dit op eene zoo in hot
oog loopende wjjze, dat de baron wel gerech
tigd was, zjjne bevreemding to kennen te
geven.
Von Steinpels antwoordde, dat zjjne dochter
er zeker hare redenen voor zoa hebbenhjj
achtte zich niet verplicht, haar deswege een
verwjjt te maken.
«Redenen zcido do baron, den ouden beer
een dreigenden blik toewerpond. »Het zjjn
dezelfde redenen, welke haar tot dusver go-
noopt bobben, voorkomende vriendeljjkheid te
huichelen."
«Wilt gjj Ida vun hnichelarjj beschuldigen f"
tJa zeker, zelfs op het gevaar af, u door
de aanklacht te beloedigen. Zij hoeft zich ver-
eeoigd met personen, die mjj haten, met graaf
Wilhelm von Fallersleben en diens vrienden.
Zji stelt alles in het werk, oon sch&odeljjko
achterdocht op mjj to werpen, die n moet no
pen, uw woord terug te aemon; en voor dit
doel zjjn alle middelen heilig! Tot na heb
ik het stilzwjjgen bewaard en op nw beloften
vertrouwd; nu echtorverlang ikjdatzij worden
nagekomen. Gjj kunt mjj dit niet euvel duiden,"
vervolgde de baron, toen hjj den glimlach bc-
bcmorkte, die op de lippen van den ouden
heer zweefde, .gjj zondt er in mjjn plaats
oek sp aandringcD, zekerheid te erlangen. Mjjn
positie is n bekend ik hob ze u
■Ik ken haar en ik denk, dat het onnoo-
dig is, op dit onverkwikkeljjk onderwerp nog
maals terug te komen. Gjj eischt dus van mjj,
dat ik mjjne dochter zon dwingen uwe vrouw
te worden
■Ik eisch slechts de nakoming der belofte,
die gjj mjjn vader gedaan hebt
En zoo mjjn wil nu op Ida's afkeer schip
break ljjdt?"
«Dan zon het mjj grievend loed doen maar
aangezien gjj zelf gezegd hebt, dat ge mjj in
dit geval op andere wjjze zoudt schadeloos
slellon, meen ik wel de vrjjheid to mogen
nemen, dit punt ter sprake te brengen."
.En op welke wjjzo?"
■Ik laat hot aan u over oen voorstel te doen.
Moet ik van Ida's hand afstand doen, dan
verlies ik tegeljjk den bruitecbat. Hond bet
mjj ten goede, dat ik dit zoo onverholen zeg,
maar op die bruidsgift heb ik sedert jaren
mjjne hoop gebouwdzjj zou mjj ia staat
stellen, mjjne bezittingen vrjj van schulden to
maken en mjj voor de toekomst een zorgeloos
bestaan verzekeren."
De oude heer had do armen kruiselings over
de borst geslagen een verachtende trek speel
de om zjjn mond.
«Zoover ik mjj herinner, is er nog geen
sprake van gewoest, dat de bruidsgift reeds
op den dag der bruiloft betaald moest wordeD,
hjj«trouwens hadt gjj, zoolang ik leef, zeide
daar geen aanspraak op te makten."
«In Milaan spraakt gjj heel anders."
«En wat zeide ik toon
«Dat go Ida zondt onterven, als zjj weer
spannig bleef."
«Zou ik dat werkelijk gezegd hebben Wol-
na, bet k«n zjjnin oen oogenblik van opge
wondenheid spreekt men vaak een onbezonnen
woord onder geenerlei voorwaarde echter hadi
gjj daaruit de gevolgtrekking mogen makon,
dat ik o tot erfgenaam zou benoemen. Alvo
rens wjj echter in onderhandeling troden, moet
ik eenige vragen tot u richten. Gjj hebt van
een zekeren mjjnheer Born, als een intiemen
vriend, gewag gemaaktkont gjj het verleden
van dien man
«Zjjn verleden antwoordde do baron dra
lend. .Ik heb er mjj uimmer om bekommerd.
Voor eenige jaren leerde ik Born kennen
hjj beviel mjj en bewees mjj menigen dienst."
■En gjj zondt niet geweten of vernomen
hebben, dat hjj vroeger kamerdienaar ge
weest is?"
.Wie beweert dit?"
«Gjj hoort, dat ik het weetik weet voorts,
dat deze kamerdienaar, toen bjj heimeljjk het
huis zjjns meesters verliet, met gestolen goud
den zak, zich nit do voeten maakte."
,Van dit allee is mjj niets bekend wanneer
go mjj zoggen wilt, wie n dat bericht heeft,
dan zal ik a wellicht uitsloiteel kunnen geven,
of deze boweringen op waarheid of op laster
berusten. Born is, zoover ik hem ken, oen man
van oordaarmede wil ik echter niet gezegd
hebben, dut ik mjj niet bedriegen kan."
«Voorts wensch ik te weten, hoe het staat
met de brieven, welke mjjnheer von Bremen
aan Ida geechreven en die mjjne dochter nooit
ontvangen beeft."
Een onheilspellende gloed glinsterde in de
oogen van den baron.
«Beschuldigd Ida mjj, brieven onderschept
te hebben?" vroeg hjj.
■Eene boschuldiging tegen u heeft mjjne
dochter niet uitgesproken ik verlang slechts
opheldering van u."
■En hoe kan ik a die opheldering ver
schaffen
■De aan ons gcadresseordo brieven xjjn steeds
door uwe handen gegaan, en ik kan het voor
geen goede mant aannemen, dat beide brieven
aan het postkantoor in het ongereede zjjn ge
raakt," zeide de vrjjhoor mot nadruk. «Dit
komt uiterst zelden voor, en hier is niet sprake
van één, doch van twee brieven. Gjj zult u
herinneren, dat reedB te Milaan do portier
beweerde, u een aan barones von Steinpels
geadresseerden brief te hebben overhandigd
deze bewering, op welke toen misschien niet
genoeg gelot werd, krjjgt na meer beteekenis,
on ge znlt u zei ven niet kun oen verhelen, dat
daardoor op n een vermoeden valt
Dit vermoeden werp ik van mjj af," risp
von Felsen bevende..«Het is dobbel beleedigend
voor mjj, dat gjj het nit."
«En gelooft gjj, dat ik het zou gedaan heb
ben, wanneer ik er geen aanleiding toe bad?
Een derde brief, die posto restante hiorbeon
gezonden werd, is aangekomendit alleen
sproekt genoeg voor de juistheid van den arg-
tan."
•Het ia dos von Bremen, die deze laster*
ljjke aanklacht tegen mjj heeft ingesteld?"
«Laster Mijnheer von Bremen noemde slechts
feiten en stolde ons in de gelegenheid, de zaak
te onderzoeken."
■Dan ontviDg ge vermoodeljjk ook nit die
bron de onthullingen omtrent Born'a verleden
Ja, en ik geloof niet, dat go de bron on
betrouwbaar kunt noemen."
■Dat wil met andere woorden zeggen, dat
gjj mjjnheer von Bremen meer vertrouwt dan
mjj T'
«In dit goral, ja I" antwoordde de vrjjheer,
terwjjl hjj den baron vast aanstaarde; «ik
vindt zjjne beweringen geloovod swaardiger dan
de nwe I"
■Gjj echjjot te vergeten, dat von Bramen
den boezemvriend van Guetaaf von Failertleben
was!" zeids de baron, dio zjjne kalmte had
teruggevonden.
(Wordt vervolgd.^