't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
Een iMaad nit jaloezie.
nieuwstijdingen.
Ho 2417.
Woensdag ld April 1896
24ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Teiefoonn0. 63.
Bureau: Spoorstraat.
Teiefoonn. dl
Atsomiement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75
id. voor het. Buitenland f 1.25,
f 1.12
f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBERKHOUT ft Co., te Helder.
Biifmux SPOORSTRAAT nn ZUIDSTRAAT.
Advortontiem
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGFN^ vóór 10 uur aan de Bureaux hezorgdzijTv^
HELDER, 14 April 1896.
Zaterdagavond gaf de Scherm- en
Gymnastiek-vereeniging »Oefening kweekt
Kunst" een uitvoering in Tivoli, onder
leiding van den heer H. J. Seeboldt.
Door de hoofdafdeeling, de voorberei
dingsklasse, de adspiranten-afdeeliDg en de
meisjesklasse werden de negen nummers
van 't programma tot genoegen der aan
wezigen afgewerkt.
Elke klasse gaf, naar gelang van leeftjjd,
proeven van kracht en behendigheid. In
't bijzonder voldeden ons de keuroefeningen
der hoofdafd aan de ringen, de oefeningen
der voorbereidingsklasse aan twee bruggen,
de stokoefeniDgen met kwadraatgang door
ads.-afd. A. en de oefeningen met lange
stokken door afd. B.
De meisjes-afd. die twee nummers uit
voerde, verkreeg mede een welverdiend
applaus, ook al vergiste zieh een enkele
bij de vrije oefeningen. De meisjes hadden
als gewoonljjk nette costumes en werkten
met lost en jjver. Na 't laatste nummer
vormden ze een groep, beschenen door
Bengaalsch vuur, die uitstekend slaagde.
Ten slotte gaf de pantomime »Voor
pleizier uit, of het schijndoode muziek
gezelschap", overvloedig stof tot vrooljjkheid
en vormde een goeden overgang tot 't
bal, dat zeer geanimeerd was.
Vrjjdag 17 dezer zal door de Kamer
van Koophaudel en Fabrieken alhier ver
gadering worden gehoudenbrieven en
stukken, hierop betrekking hebbende, be-
hooren voor dezen datum bij den Voor
zitter of een der ledeD te worden bezorgd.
Men schrijft van Terschelling
Vrjjdag hebben de stoomschelpenzuigers
Friesland* en Tijd hun werkzaamheden
op het wrak der »Lutine« hervat. Binnen
drie uur had men het wrak weder opéén
punt bloot gezogen en werden verschillende
voorwerpen, als kogels, hnidkoper, één
Spaansche mat enz. bovengebracht. In den
tpd van drie uur had men het tot eene
diepte van 30 voet gebracht, een 'oewjjs
van de kracht, waarmede genoemde booten
kunnen werken.
Atjeh.
Het departement van koloniën maakt
bekend, dat bij het op 8 dezer op Atjeh
geleverde gevecht, blijkens een bij dat
departement ontvangen bericht, gesneuveld
zjjnde kapitein der infanterie F. P. A.
Gelukde fuseliers A. Homan, stamboek
nummer 41,366 J. Rijken, atamboeknr.
32,778 en B. Veldhuizen, staruboeknr.
33,667, zoomede vier inlandsche militairen.
Het aantal gewonden is blijkens een van
den Gouverneur-Generaal van Ned -Indië
ontvangen later telegraphiBch bericht 23
Bjj het departement van koloniën is
Zaterdag ontvaDgen het volgende telegram
van den Gouverneur-Generaal van Ned.-
Indië
»Bjj openlgke verkenning gisteren tot
Biloel en Lam-Koenjit sneuvelde een inl
militair en werden gewond een officier van
gezondheid ea.negen mindere militairen.'*
De minister van Marine heeft een
bespreking gehouden met den kolonel-com
mandant van het korps mariniers, in ver
band met eventueele uitzending van een
korps naar Indië.
Zooals men weet, is bij het verzet
op Lombok een der zoons van generaal
Van der Heijden gesneuveld.
Een andere zoon van den generaal, de
le luitenant Eduard van der Hejjden, die
ook den veldtocht op Lombok meemaakte
en daarna tot atlj. bij het 7e batail. inf.
te Magelang werd benoemd, bevindt zich
thans op weg naar Atjeh.
In ons nummer van 28 Maart namen
ve een gedeelte op van een artikel uit het
Rotterdamsch Nieuwsblad," getiteldEen voor-
jaarsreis door Noord-Holland. In het no. van
7 April van dit blad wordt dit artikel voort
gezet en laten we daarvan weder een gedeelte
volgen
We zaten met z'n achten in de diligence.
Het diDg hotste verschrikkelijk, want de we
gen op Texel zjjn allermiserabelst, en de dili
gence is er één van zeer onde constructie.
De lui naast en over ons, die elkaar ken
den, zaten druk te praten, volstrekt niet ge
hinderd door 't vrceseljjk gerammel van de
wielen op den groüd en de kast op de wielen.
Waarom zou het ons met den besten wil ter
wereld en den moest opgewekten praatlust
niet mogelijk zjjn geweest een geregeld gesprek
te voeren? Zijn wjj niet ontaarde nakomertjes
Onze voorvaderen hebben heel hnn leven
in diligences gezeten en zij konden niet alleen
praten, zjj konden kaartspelen en dineeren,
al rammelend in de hotskar, dwars door 't
vroolyk getoeter van den postiljon heen.
't Was toch wol aardigEn hier, op Texel,
wat meer van het oud-weerstandsvermogen
bewaard gebleven dan in Holland. Er is, in
dit opzicht althans, nog een gelukkige eenvoud.
De oude diligencebaas heeft geen concurrentie
van paarden- of stoomtram te wachten. Hjj
is hier alleenheerscher en dat gevoolt hy klaar.
Alles moet met hèm mee, dat weet hy en hij
zou dus zonder bezwaar den vrachtprijs ver-
hoogen kunnen. Doch dat doet hy niet, hy
bljjfc bjj den eens bepaalden vrachtprys van
een schsiling den persoon en rydt, zachtjesaan
altijd, wat maar met hem rjjden wil.
De bydrage van den Staat voor het vervoer
van de post is trouwens hooger dan het totaal
bedrag aan passagiersgelden
De tocht van Oude Schild naar Den Burg
duurt lang genoog om den gemoderniseerden
passagier gelegenheid te geven, zich te ver
velen. 't Gaat eerst over den zeedyk en dan
een helling af, het waterige grasland in, waar
groote kndden schapen vredig grazen.
Texel is grooter dan men denken zou, en
er is ook veel meer leven dan men wol don
ken zou. Er wonen zes duizend menschen op,
verdeeld over vier dorpen, Oude Schild, Den
Bnrg, Oostorend en De Cocksdorp.
Het heeft een heele geschiedenis achter
den rug, Texel. Reeds in de tiende eeuw vindt
men het vermeld op de lyst der gooderen,
welke tot do Utrochtsche Sint-Maartenskerk
behoordeD. Nog al een eind nit de buurt!
Voor 't overige is Texels geschiedenis nog
al kalm. In 1778 kreeg het eiland zyn haven,
waar 21 jaren later in Augustus 1799 de En-
gelschen binnenvoeren, die toon gedurende
drie maanden het eiland bezet hielden....
Toen wy van hot laud plotseling de dorps
straat inreden, was dat wel een verrassing.
Den Bnrg is een heel mooi dorp, met tamelyk
groote huizen, keurig geplaveide straten, twee
kerkjes, ja, er is zelfs een kranig hoteL
Hoe men, onwetend, toch verkeerd oordee-
len kan! Wy hadden er ons niets van voor
gesteld en 't was heel veel.
Tronwens, er hebben meer reizigers aan
die fout geleden. Wij boorden van lui die ge
komen waren met groote waterlaarzen aaD,
in de heilige overtuiging dat een wandeling
op Texel een rondgebagger van belang
worden
Den Burg is een alleraardigst dorp. Het
is niet gebouwd als onze Hollandsehe dorpen,
slyf-recht langs een djjk met een enkele zjj-
straat, maar aardig rond. Eéamaal heeft daar
in het midden een burcht gestaan, waat gravin
Ada gevangen zat en daar is hot dorp om
heen gebouwd. De straten, oploopend en dan
weor dalend, draaien met teekenachtige gevels
aan beide zjjden prettig rond elkaar, 't Lykt
ietwat een doolhof. In 't hotel «De Lindeboom,"
't bewuste eersterangshotol, dat zéér aanbeve
lenswaardig is, gingen wy ons even wat op
knappen van de reis en dineerden daarna.
't Was aan tafel heel gezellig. Enkele on
getrouwde dorpsautoriteiten zaten met ons aan
en 't was een prettig discours, uit beleefdheid
voor ons, hoofdzakelijk loöp'-nd over Tex <lache
aangelegenheden.
Men leeft er aardig. By bjjna volkomen ge
brek aan de vermaken, die wij kennen, brengt
men er de winteravonden onder zelf ingerichte
pleiziertjes door.
Er is een rederykerskamer, die eiken winter
eenige uitvoeringen geeft, er is oen nutsdepar-
tement dat eiken winter eenige sprekers van
buiten laat komen, er is een jjsclub, die eiken
winter ysfeesten organiseert enz.
Dit jaar heeft de ysclub, by gebrek aan ys,
een operette ingestudeerd en heel verdienste
lijk opgevoerd. Een wel navolgonswaard voor
beeld voor andere ysclubs!
Des zomers is het op Texel heel mooi, dan
staan de onde boomon in frisch groen, op de
landen golft een prachtig kleed van groen en
bloemen,' dan waait een koele wind van zee
tot zee over het eiland heen. Het zomerleven
is er een heerlijkheid.
- Er komon dan veel Engelschen en veel
Franschon, dochweinig Nederlanders.
Dat verscbynsel staat niet op zioh zelf!
In ons hotel logeerde gedurende den ge-
hoelen zomer van 't vorig jsar een Framch
gezin; monsieur ging 's morgens vroeg op jacht,
madame maakte behoorlijk toilet en ging
wandelen en beiden beloofden by 't vertrek,
opgetogen te zullen terugkomen.
Waarom zou Texel niet kunnen worden het
Nederlandeche Wight
In den zomer wordt er ook oen drnkke vee
handel gedreven. Uit Holland komen dan de
veehandelaars om schapen te koopen. Mei is
de maand van schapen en lamraoren. Alle
Maandagen in die maand is er markt op bet
aardig pleintje van Den Burg. Duizenden lam
meren staan er in hokjes in de schaduw der
boomen en het moet dan een éénig mooi, een
enorm eigenaardig schouwspel wezen.
Kermi3 is er natuurlijk ook op Texel.
En wat een vroolijke kermisvertelde
men. 'tKan haast niot doller. Er komen draai
molens en caroussel8 en poffertjeskramen na
tuurlijk, en er is bal on concert. O, dan is er
een jool op Texel, je leven zoo niet
Texel is met Terschelling het best er aan
toe van de Hollandsche en Friescho Noordzee-
eilanden.
Na 't diner in het hotel Den Burg wandel
den wij het dorp eens rond. De eigenaardige
bouw maakto dat een wandeling van veel ver
rassingen. Telkens stonden wy voor een ond,
merkwaardig huisje. De notaris woont in het
oudste huis van het dorp, dat om zyn bewoner
het notarishuis heet. 't Heeft een zestiende-
eeuwschen gevel, grys, vol lofwerk.
'tWerd langzaam avond. Achter de onbe-
gotdynde ramen van buizen zaten de be
woners en keken nieuwsgierig naar de vreemde
voorbijgangers. Overal gloeide in het kamer-
binnen, het witte liolje onder den theepot.
Er was iets heerlijk geheimzinnigs in deze
avondwandeling door 'tons onbekende origi-
neelo dorp. Een teere nevel zweefde over de
emallo aardige straatjes, voor ons op enkele
passen even wegsluitend allerlei kleine intieme
verrassingen.
Hier en daar stond vóór een huisje een
groep mannen kalm te praten, 't Was een
rustig gesprek over den rusiigen dag.
Eén zei ons dat het een mooie avond was,
wat wy hem nBtuurlyk toestemdon. Dat was
de aanleiding tot een gesprek.
De oude man vertelde, dat hy nooit van het
eiland was afgeweest.
't Is zeker wol mooi, bè, daar over de zee
Waarom kom je zelf niot eens kjjken?
Ik Wat moet ik or doen Ik ken er
niemand, ik woon met m'n vrouw en m'n zoon
hier heel goed. Mjjn vader is er ook nooit af
geweest en m'n zoon gaat er ook nooit af, want
hy hoeft niet to loten.
Heb je dan nooit eens verlangd ergens
anders te wezen
Wel neen ik, waarom 'k Heb het hier
best, hoorEn je hebt hier net zoo goed hui
zen en land als daarginder. Misschien wat
mooier, maar 't is toch ook steenen en kalk
Toch was dit wondermonsch niet eenzijdig.
Hij had veel kranten gelezen, ook andere dan
bet Toxolsche krantje, en kjj wist dat «daar
ginds" socialisten zyn, en dat er dik wy ls ruzie
is, en dat in Den Haag de Koningin woont
en de regooring en nog veel meer.
Nn ja. wat heb ik daar nn aan te zien....?
Wij wandelen verder. Het dorp uit. Toeo
kwamen wy buiten op een stillen landweg.
Daar was do ontzaglyke heorlykhoid van
den avond. Langzaam daalde h|j, langzaam en
geluidloos.
Wij gingen van het grintpad af en liepen
voorzichtig op het zjj-zand om geen profane
geluidjes in deze ontroerende heerljjkheid to
bréngen.
We hoorden het dof-rniBchon der zee in de
verte, en meer geluid was er niet....
't Werd nacht
Om elf uur naar bed en om half drie op, 't
is veel te kort een slapenstijd. 't Ontbjjt in 't
hotel was heel goed, maar hot smaakte niot.
De hotelier, één van 't goede slag, wes voor
ons opgestaan, om 't ontbyt klaar te maken en
nog wat opwekkend to praten. Voor zyn goede
bedoelingen zyn wy hem nu nog wel dank
baar.
Daar rommelde de wagen nader en de koet
sier, die licht zag schynen, wat voor hom het
teekon is van wachtende reizigers, hield voor
't hotel stil.
Wy waren de twee eenige passagiers. Trou
wens, het verkeer in den vroegen ochtend
Bobijnt nooit drnk te wezen, want er reed nu
geen omnibus, maar een eenvoudige kar, open
aan de voorzjjde, waarin wy een smalle, koude
plaats vonden.
't Was slecht weer. Er woei een harde storm.
't Zal spoken op zeeriep de koetsier
ons toe, by wijze van aangenamen morgengroet.
De kar hots'o wog over don dyk.
Rauw weertje, meneer, o, jée, zoo rauw
zei de koetsier.
Even had'ien wy hem by 't licht van het
hotelportaal kunnen zien. Eon ondo in lappen
gewikkelde man, met oen mager gerimpeld
gezicht in een krans van grauwe haren. Nu
hoorden wy hem alleen, want 't was stik
donker. Lantarens had hjj niot op rjn kar,
dat 'hoeft op Texel niet, omdat er zóó vroeg
toch geen anderen ryden.
Ja, 'tis beroerd weer!
De heeren zyn er al vroeg by. jé wat
vroeg.
Ja, boel vroeg, 't Is voor jou ook wol wat
vroeg, hè, een man op jouw jaren 1
Ik? Ik doe het al drie en dertig jaar.
O jé j«.
Da's een heele tjjd.
Ja meneer, zeg dat wel, ojéja. 'k Heb
al heel wat vrachtjes gereden. Driemaal heen
en terug eiken dag eu '6 'zomers viermaal. Maar
't was vroeger een boel drukker. O jé, dat
scheelt wel duizend menschen per jaar. Geen
cent meer te verdienen, tegenwoordig. Er zyn
zooveel lui van Texel naar Amerika gegaan,
weet je O je, zooveel.
Hjj praatte geregeld donr, terwjjl wy het
land uit en den zeedyk opreden. Daar sloeg
een hevige wind nit do wjjde vlakte op bet
eiland neer. Een dol ramoer, eon huileD, een
brallen, een daveren, naast ons, waar wy niets
zagen.
Is 't hier niet gevaarljjk
O jé nee, nikB niet, hoor! 'k Ben nog
nooit omgewaaid, 't heeft wel eens een beetje
gescheeld. En maar twee keer in diedrie-on-
dertig jaar heb ik niet kunnen ryden, vanwege
den Blorm. O jé.
Het paard liep kalm en voorzichtig voort.
De koetsier gebruikte goen zweep, van tjjd lot
tjjd gaf bjj oven een soort gilhoeeeyhoeeey
en dat begreep het paard wel.
Uit het duister kwamen plotsoling een paar
lichten te voorschyn.
Dat is Oude Schildt, en daar ligt de boot.
Goeie reis heeren.
Met de post en een paar pakjes vormden
wy de vracht.
In tintlooB donker voeren wjj om half vjjf
van Texel weg.
Op 30 April zal in het gebonw van
het provinciaal bestuur te Haarlem worden
aanbesteed het verdiepen tot onderhoud van
de Noordzeehaven en het buitenkanaal
het onderhouden van de golfbrekers en
havenhoofden met de daarbjj behoorende
werktuigen, sporen en loodsen te IJmuiden,
van 1 Juli 1896 tofc -en met 30 Juni 1901
De raming is f 1,475,000 of f 295,000 p. jaar.
Te Vlieland is een grijsaard van 87
jaar voor de vierde maal bruidegom thans
met een weduwe van 60 jaar, die tevens
een meisje van 35 meê ten huweljjk brengt.
Zaterdag werd van de werf der Kon.
Maatschappij >De Schelde" te Vlissingen
te water gelaten bet stoomschip >Koningin
Wilbelmina,« in aanbouw voor de Stoom
vaart-Maatschappij >Nederland< te Amster
dam, ten behoeve van haren maildienst op
Java.
Dit is het eerste schip van die Maat
schappij, waarvan de bouw aan de Neder-
landscbe insdustrie werd toevertrouwd en
het grootste in afmetingen van hare be
staande stoomschepen, en ook 't grootste
schip, immer in Nederland gebouwd.
Het schip heeft de volgende afmetingen
grootste lengte 396, grootste breedte 55,
hol tot opperdek 29 en hoogte tot boven
kant kaartenkamer 411/* Eng. voet.
De voorloopige aanhouding van Wil
lem van Berkel te Rotterdam moet weder
door de rechtbank zjjn verlengd.
Omtrent den handelsreiziger G. d. G
ait Haarlem, die, zooals gemeld is. onder
verdenkiug van aanranding der eerbaarheid
gevankelijk te Heerenveen is binnengebracht,
kan nader gemeld worden, dat de door hem
bedreven feiten van zeer ernstigen aard zyn.
Hg moet 't door hem aangerande meisje half
geworgd hebben en den volgenden dag op
den eenzamen weg tusachen Rjjs en Kip-
penburg een ander meisje op soortgelijke
wijze hebben aangerand.
De verdachte, een man van 35 jaar, ge
huwd en vader van vier kinderen, heeft
vroeger reeds twee jaar gevangenisstraf
ondergaan.
Vrijdagmorgen is op de Torbecke-
gracht te Zwolle een vat met 470 liter
wjjn uit een takel gevallen, waaronder 4
mannen stonden. Gelukkig bekwam geen
van allen letsel. Het vat viel in de boot
en barstte, tengevolge waarvan de boot
vol wjjn liep. Veel vrachtgoederen werden
er door beschadigd.
Een dievenbende, bestaande uit vjjf
personen en werkende onder een hoof iman,
is door de politie te Amsterdam in be
waring gebracht.
Dat het een geroutineerde bende was,
bljjkt daaruit, dat reeds meer dan 60 voor
werpen in beslag genomen zijn, die van
diefstal afkomstig waren. Eerstdaags zullen
de dieven voor da rechtbank verschjjnen.
Een nieuwe vereeniging.
Te Ufciecht is men dezer dagen over
gegaan tot de oprichting van een nieuwe
geheel-onthouders-vereenigingonder den
naam van Broederschap van bet Blauwe
Lint.z De vereeniging zal alleen bestaan
uit leden van het Nederlandsch Jongelings
verbond. Aan het hoofd van de broeder
schap zal een Raad van zeven staan.
Maandelijks zal een blaadje worden uitge
geven. De voorloopige Raad van zeven be
staat uit de heeren J. Ph. Marmelstein
van Amsterdam G. G van As van Utrecht;
H. de Graaf van DordrechtL G. James
van MaarsenH. Matzer van VelpZ. J.
Ninaber van Eijken van Bodegrave en A.
Vloo van Nieuw-Pekela.
Een uienwe concurrent onzer gasfabrieken.
In navolging van het buitenland wil men
ook hier te lande, n-1. te Amsterdam, een
maatschappij oprichten tot exploitatie al
daar van het (zuivere) Acetyleen-gas, ver
vaardigd volgens het systeem prof. Pictet
te Parjjs.
De voordeelen van het Acetyleen-Pictet
zjjn, als men de toelichting op het pros
pectus der op te richten Maatschappij
gelooven mag, inderdaad niet gering en
komen in hoofdzaak op het volgHpdp neer
De meest in gebruik zijnde metalen
worden door bet Acetyleen-gas niet aan
getast zoodat de bestaande gasleidingen
wegen en in woningen, dienst kunnen
bïjjven doen.
De lichtsterkte is minstens dubbel zoo
groot als van het onzuivere Acetyleen.
Het is gemakkelijk in vloeibaren toestand
te brengen, waardoor het in kleine hoe
veelheden, evenals petroleum, aan particu
lieren kan worden geleverd.
De lichtsterkte is gemiddeld 35.
grooter dan die van het gewone lich.
Bjj een Acetyleen-vlam kan men pbou
grafeeren.
Terwjjl de gewone gasvlam een donkere
kern vertoont, i9 de Acetyleen-vlam ge
heel lichtgevend.
Het Acetyleen-licht verbruikt 2-maal
minder zuurstof en geeft 6-maal minder
warmte dan het gewone lichtgas.
Daar het zuiver Acetyleen geen w-'-
bevat, is het bevriezen der leid-'*
winter niet mogeljjk.
De te vormen maatschappij V
voor het chemisch zuivere AcetfJV
leveren tegen f 1.50 per Ms, eerfès
kracht vertegenwoordigende van 200(X«aar-
aen. Voor den gebruiker van gewoon gas,
geeft dit voor iemand te Amsterdam een
besparing van ruim 50 pCt. bjj geljjke
lichtkrachtvoor Rotterdam is de besparing
40 en voor Den Haag 30 pCt.
Alle tot hiertoe bestaande verlichtings
middelen kan het Acetyleen-Pictet met
voordeel vervangen, met uitzondering voor
alsnog, in sommige gevallen, van deelec-
trische booglamp.
Aan de brandweer te Brighton is
een ernstig ongelak overkomen. Ter eere
van het bezoek van den hertog en hertogin
van York waren de straten feestelijk ver
sierd op een der pleinen was door de
brandweer een tropee opgericht, samenge
steld uit hooge brandladders. Korten tjjd
voordat de vorstelijke stoet zou passeeren,
namen de brandweermannen hun plaatsen
in, en een twintigtal hunner stonden op
de stellage, toen deze eensklaps instortte.
Vier mannen werden bewusteloos wegge-.
dragen verscheiden andere hadden"arru- óf
beenbreuken of lichtere kwetsuren beko
men. Met groote behendigheid werd het
ingestorte gevaarte opgeruimd, en toen de
vorstelijke personen voorbijreden, stonden
de oogedeerd gebleven manschappen op hun
spuiten alsof er niets gebeurd was.
De wapensraid Sigbjörnsen, te Horten,
in Noorwegen, heeft een nieuwe mitrail-
leuse gemaakt, waarmee dezer dagen wel
geslaagde proeven zjjn genomen.
Die mitrailleuse lost wel maar 300 k
400 schoten per minuut, terwjjl die van
Maxim 600 schoten lost; maar zjj heeft
daarentegen het groote voordeel, dat men
de meerdere of mindere snelheid van het
sohieten kan regelen. Daarbjj kost de zeer
eenvoudig samengestelde Noorsehe mitrail
leuse niet meer dan f 500 dit is onge
veer een zesde van den prjjs eener Maxiin-
mitrailleuse.
Ia den bekenden berenkuil* te Bern
heeft men Dinsdag een verminkt Ijjk ge
vonden, dat, toen men het met veel moeite
aan de klauwen der beren had ontrukt,
werd herkend als dat van een gewezen
machinist. De man is waarschgulgk in
den kuil gesprongen, om zelfmoord te
plegen.
Een dergeljjk ongeluk is daar niet ge
beurd sinds 1865, toen er een Engelscb-
man door de beren Werd verscheurd.
Marine en Leger.
Da kapt. t. z. A. P. Tudema, commandant
van b''t K n«r>k1"k TnatUnnt der M rinn to
FEUILLETON.
Bowerkt door AMO.
16
Zekor niet on ondanks den dwependen
toon van zijn brief, had ik tocb geen afdoend
bewjjs voor z|jn ontrouw en ook geen bowjjp,
dut zjj schuldig was, die hem mjj ontroofde.
Ik liet dus den brief liggen on liet aan Victor
door niets bljjken, dat ik zyn geheim wist. Ik
vermoedde, dat hjj dit wol op myn geluat zou
lezen, want ik bon nooit een meestores ge
weest in de kunst van veinzen. Doch hjj scheeD
met blindheid geslagende liefde had hem
vroeger zoo scherpzinnig gemaakt, doch nu
hjj m|j niet meer liefhad, wist hy ook niets
meer uit myn gelaatstrekken te lezen. Hy be
handelde my met gedwongen vriendelijkheid,
maar toon ik hem vorzooht zyn vrjjen avond
thuis bjj mjjno moeder en mij door to bren
gen, weigerde hy dit niet alleen, maar hij
werd zonder aanleiding zóó heftig, dat ik zeer
goed bemerkte, hoe hy hot tot oen breuk tus-
schon óns wilde laten komon. Door toegevend
heid te huichelen, wist ik dit oogmerk to ver
ijdelen voor dit uiterste beefde ik terug als
voor eeD groot ongelak, hoewel ik er niet meer
aan twyfelde, dat ik zyn liefde niet meer be
zat. Natnurlyk was ik bjj het invallen der
duisteri ie op de plek, waar hij mevrouw Sie-
veking zm ontmoeten. Ik had mijn schuilplaats
zoo goed gekozen, dat C irey mij niet bemerkte,
ofsohoun ia hem geen minuut uit het oog ver
loor. Zoo bleef ik twee uren verscholen, myn
bart jubelde van vreugde, toen hjj, blijkbaar
teleurgesteld, naar hnis terugkeerde. Zjj was
niet gekomen en dit wekte in myn hart de
hoop, dat hjj uit gekwetste jjdelheid de vrouw
zou vergeten, die hem zoo duideljjk toonde,
dat ze hem versmaadde.
Doch reeds den volgenden morgen zou ik
tot de ervaring komen, dat ik mjj hierin
vreeselyk bedroog. 0..begrypelykerwyzo moet
zjjn hartstocht voor deze vrouw, die bjj slechts
éónmaal gezien had, door de ondervonden ge
ringschatting zjjn aangevuurd, want toen ik
hem teeder en vol liefde naderde, gereed
om alles te vergeven en te vergeten stiet
hjj me ruw terug en er kwam eon woord over
zjjn lippen, dat *-oor immer alle hoop in mjj
vernietigde. Al had ik de laatste rest van do
achting voor mijzelvo willen opolFeren, al
had ik mjj willen vornederen tot zyn speeltuig
en zjjae slavin na dit gruwzame woord
kon ik mjj niet langer aan hem opdringen.
Zonder iets to kunDon antwoorden giog ik
toen naar mjjo kamer, waar ik uren lang
buiten kenois heb gelegen. Toen ik eiadoljjk
tot bewustzijn terugkeerde, drong zich aan mjj
de overtuiging op, dat niet zjjn ware gevoel,
maar alleen blinde hartstocht voor die andere
vrouw hem dat afschnweljjko woord had doen
sprekenen alweder riep een stem in zijn
binnenste«Zjj mag niet bljjvon leven."
Op dat oogonblik geloofde ik niot tot een
moord in staat to zjju, maar toch troostte hot
mjj, als ik in myn verbeelding m|jn mede
minnares stervende aan mijn voeten zag liggen.
Telkens haalde ik mij dit aanlokkelijk tooueel
voor den geest, en in telkens schoor.er kleuren
maalde ik mjj af, hoe Victor dan tot my zou
terugkeeren om ootmoedig vergitfenis te vragen
voor zjjn ontrouw.
Io den morgen van den 4den October ter-
nam ik van mjjn moeder, dat mijnheer Carey
van plan was, den volgenden dag te verhuizen,
ofschoon hy de huur voor het volle kwartaal
reeds betaald had. Nu begreep ik, dat de band
tnsschen ons onherroepelijk verbroken was.
Reeds eenige dagen lang was ik hem ontwe
ken ook kwam ik niot meor in zyn kamer,
als hjj niet thuis was, zoodat ik noch uit zjjn
houding noch uit eeuig verraderljjk papier
had kannen bemerken, hoe hjj met mevrouw
Sieveking stond. Het noodlot wilde, dat ik
dien morgen de brieven van den postbode aan
nam, en ODdcr de brieven aan Victor was er
eene, waarran het adres een damoshand ver
ried, terwjjl de omslag de fraai versiorde ini
tialen J. S. vertoonde. Zonder te bedenken,
dat ik een strafbare handeling pleegde, ver
borg ik dien brief in mjjn zak, on zoodra de
gelegenheid mjj gunstig was, sloot ik me in
mjjn kamer op, verscheurde den omslagen las
don brief. Deze was werkeljjk van mjjn ge
lukkige medeminnares en stellig het antwoord
op een tweoden brief van Victor. Zoodra ik
de weinige regelen vluchtig gelezen had, kwam
ik tot de overtuiging, dat Victor gevallen was
in de netten van een verstandige, coqnette
vrouw, die hem zeker niet spoedig zou loslaten.
Wel was haar brief in zulke voorziohtige
bewoordingen gesteld, dat ieder ander dan een
jaloorsche vrouw or door misleid had kunnen
worden. Zjj sprak slechts van dankbaarheid,
vertrouwen, en edele reine vriendschap, maar
hier en daar uitte zij een verzuchting over
haar ongelukkig huweljjk eu huur verlangen
naar een hart, waarvan de govoclonB met de
haTe overeenstemden. Die woordon waren er
dus wel op berekend om indruk te maken.
Ten slotte kwam nog de veolbeteekenenden
bekentenis, dat zjj (ze weet zelf niet waarom)
het kleine avontuur voor haar man verzwegen
had, dat zjj hom daarom nog niot in haat
wouing kon ontvangen dat zjj den oploopen
den aard en de juloerSchheid vau baar man
vreesde en den moed miste, hem na nog te
spreken over het ongeval, waarbjj Victor haar
leven gered had. Met kloppend hart had zjj
daarom besloten, hem een samenkomst op een
veilige plaats toe te staan zjj wees daartoe
de plaats aan, die Victor zelf in zjjn eersten
brief genoemd had.
Ik scheurde den brief aan snippers en daar
bjj had ik een gevoel van tevredenheid, alsof
ik mjjn medeminnares zelve vernietigde. Ik
wierp de snipperB in de kachel en terwjjl ze
verbranddon, kwam do gedachte in mjj op
tIk zal haar dooden."
Ik kan do verzekering geven, dat op dat-
zellde oogenblik het plan voor het vermoorden
van mevrouw Sieveking in zjjn geheel voor
mjjn geest stond en dat iJt over de uitvoering
latnr geen minuut moer getwjjfeld heb
Zeer uitvoerig schilderde Elisabeth Novorka
op do volgende bladzijden baar gemoedstoe
stand, gedurende den dag van den moord, doch
Norman, die alleen naar feiten zocht, sloeg
dit over. Verderop las hjjt
»Ik wist, dat Victor 's avonds in den schouw
burg moest spelen eu van deze omstandigheid
maakte ik gebruik om rnjj te vermommeo.
Nadat ik mijn moeder bepraat had, nog voor
het invallen der duisiernis naar bed te gaan,
sloop ik in Victoria kamer en nam uit zijn
kleorenkast hetgeen ik noodig meende te heb
ben. Zjjn ruime grijze overjas en zyn breed
gerande!), villen hoed kwamen rao zeer ge
schikt voorbinnen weinige minuten was ik
geheel onkenbaar. Ook de revolver, dio ik bjj
mjj stak, was Victor's eigendom. Schertsende
had ik hem die eens ontnomen onder bedrei
ging, dat ik hem zon dooden als hjj me reden
gat om jaloersoh to zjju. Lachende had hy me
töen tiet wapen laten behouden, en bljjkbaar
was hjj nu geheel vargeteu, dat ik hot nog
n mjjn bezit had.
Het was bijna geheel donker, toen ik aan
den Konsiaotynbeuvel aankwam. Op den weg,
die daar langs loopt, ziet men weinig voor
bijgangers. Do dame, die daar langz-am heen
en weer wandelde, was dus ongetwijfeld me
vrouw Sieveking. Ik had het voornemen ge
koesterd, recht op haar too to treden en haar
zonder vorm van proces neer te schieten, zoo
dra ik door haar aan to Bpreken, mjj over
tuigd had, dat zjj do rechte persoon was. Het
was geen gebrek aan moed, dat mjj terug
hield van de uitvoering van dit planveeleer
zal het medeljjden geweest zyn, medeljjden
met haar jeugd, terwjjl zo telkens langs mjj
heen liep zonder te weten, dat haar leven in
gevaar was. Zjj was zoo dicht by mjj, dat ik
zoer goed kon zien hoe weinig ze zich op
haar gemak gevoeldeimmers zo schrikte «p
bjj elk godruiscben van bljjde verwach
ting was ook niets bij baar to bespeuren.
Uit medeljjden talmde ik do3 Dog en hield
mjj in het kreupelhout schuil. De gedachte
was bjj mjj opgekomen, hot toeval of noodlot
over haar leven to laten beslissen. De proef,
die ik nemen wilde, scheen mjj zeer schoon
bedacht toe. Ik zei tot mjj zelveals zjj Victor
niet werkelyk liefheeft, zal het nutteloos wach
ten baar spoedig vervelen. Wanneer zjj echter
met volharding bljjft wachten, dan bowjjst
dit, dat de koele toon van baar brief slechts
berekend was op misleidingdan verdient zjj
te sterven. Als zjj nog vjjfmaal bier voorbjj
komt, is haar lot beslist. Ziedaar het besluit,
dat ik nam. Met de revolver in de band telde
ik nu haar sohreden. Wat in die oogenblik ken
van wachten in mjjn gemoed is omgegaan,
I weet ik niet meer. Doch ik geloof, dat ik zeer
kalm was en mjjzelve slochts beschouwde als
hot werktuig van een hoogero macht.
I Vier keeren was zjj reeds voorbijgekomen
teen bleef zjj slaan, p- inzond of zy nug langer
zou wachten of niet. Zjj deed daarop een paar
schreden in de richting van de stad en bleef
toen weer staan. Het noodlot wilde, d«t zjj
besloot nog langer te wachten, nu kon niets
haar meer redden. Toen zjj dicht bjj mjj was,
trad ik te voorschyn en vroeg met veranderd#
stem: »Movroaw Sieveking?"
«Wat wenscht n van mjj t" luidde hoor
wedervraag, doch zjj waa bljjkbaar hevig ver
schrikt. Misschien hoeft ze nog meer gezegd,
daar weet ik echter niets meer vanwant op
dat oogenblik werd ik geheel overmeesterd
door toorn en jaloerschheid. Ik trok do
revolver uit den jaszak en druktok bout portont
af. Zjj gaf eon luiden gil, maar stortte niet
1, in tegendeel zjj ging op do vlucht. Ik
schoot nogmaals op goed geluk in de duisternis,
en zocht toen ook mjju heil in de vlucht.
In de eerstvolgende minuten moet ik go-
heel werktuigelijk zyn voortgesneld, want ik
herkreeg mjjn bezinning eerst, toen ik dicht
bjj de huizen kwam. Langs een grooten om
weg was ik daar gekomen, ik had stellig aio
een razende goloopeo, want mjjn hart dreigde
te borsten en ik was geheel buiten adem. Al
waren do vervolgers mjj dicht op de hielen
geweest, dan had ik toch moeten stilstaan om
een weinig te bekomen. Doch niemand ver
volgde my, en van de voorbjjgangers nam
niemand notitio van my. Nu oerst bemerkte
ik, dat ik de revolver nog in de hand hield.
Ik wilde haar wegworpeD, doch ik bedacht
mjj on stak haar in den zak.
(Slot volgd.)