't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL.
mp
Ho 2435.
Woensdag 17 Juni 1896.
84«to Jaargang.
Bureau: Zuidttraat
"elefoonn". 63.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn. 51.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem f 1.12
id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00.
VERSCHIJNT DINSIAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgevenBERKIOUT Co., te Helder.
Burwux 8POOBTRAAT sn ZUIDSTRAAT.
Aavertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer- - 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur
aan de Bureau* bezorgd zijn.
Do gisteren verschenen aflevering van
het tijdschrift „Medodeeliogen over Visscherjj",
onder redactie van Dr. P. P. C. Hoek, alhier,
bevat hot volgende artikel, dat we om zijne
belangrijkheid hier overnemen.
Prijzen van versche Zeevisch.
Terwjjl do haringvisschery in ons vaderland
oeno hooge vlucht heeft genomen en door ons
altjjd nog oen voorname en wat do kwaliteit
van do waar betreft een eereplaats wordt in
genomen onder do karing-r/prodneeoronde'
volken, staan wy wat do versche visch betreft
eigenlyk ten achter bij alle in de Noordzee
hu o bedryf uitoefenende naties. Dat Groot-
Britlannië on Noorwegen ons op dit gebied
de baas zijn, zullen wij ons wel niet behoeven
aan te trekken beide landen hebben een veel
uitgestrekter kustgebied, met oneindig talrijker
en voor de visscherjj gunBtiger gelegen havonB
in Eogeland heeft zich bovendien een buiten
gewoon groote vraag naar visoh ontwikkeld
en Noorwogon is tengevolge van voor do ont
wikkeling van andere bronnen van inkomsten
minder gunstige omstandigheden er als van
zelve too gekomen zich in 't bijzonder op de
visscherjj toe te leggen.
Maar dat Dnitschland ons op bet gebied
van de versche visch voornitgestreefd is en
dat België in Ostende een haven bezit, waar
meer versche visch aangevoerd wordt dan in
eenige haven van ons vaderland, ziedaar een
paar verschijnselen, die naar ik meen tot na
denken dwingen I
Ten bewijze laat ik hier de cijfers volgen
van do aanvoeren van versche visch in de
verschillende maanden van het jaar 1895 in
Ostende geschiedt door Belgische en andere
vaartuigen
Januarifr. 336.683,80
Februari809.125,05
Maart363.585,00
April275.004,80
Mei208.291,65
Jani228.564,55
Juli247.054,65
Augustus267.796,20
September283.876,15
Oetober311.179,40
November828.157,95
December290.311,80
Totaal fr. 8.379.580,50
Dus een aanvoer van ruim 1600000
gulden in ëén jaar 1 Bjjna even aanzienlijk is
de aanvoer van een der zeer jonge Dnitsche
viBSchorshavenB, nl. van GeestemUnde. In het
kalenderjaar 1894 werd in G. op den pnblieken
afslag voor bijna 2600000 M. of ongeveer
1540000 gulden aan visch verkocht; ruim do
helft van dat bedrug werd met de aangevoerde
schelvisch gemaakt, de andere helft uit schol,
tong, tarbot, kabeljauw en andere vischsoorten
gevonden. In Altona werd in dat jaar voor
ongeveer 1.500.000 M. of 900.000 gulden op
den publieken afslag verkocht, in 1895 voor
ongeveer f 25.000 gulden meerdan volgt
Hamburg met 780.000 gnlden en Bremerhaven
met ruim 800.000 gulden, laatste sommen
beide in 1894 opgebracht.
Vergelijken wjj daarmede den aanvoer van
versche visch in de havens van ons vaderland,
dan zien wij dat deze op dit gebied over
vleugeld zyn. IJmuiden schijnt nog het meeste
te hebben van dit artikelvoor 1894 wordt
een totaal bedrag van 875.500 gulden opge
geven, nl. omstreeks 627.000 gulden voorden
afslag van den heer Arnold en 248.500 gulden
voor diun van den heer Kujjper Kalis. Voor
1895 zyn my voor IJmuiden nog geen cyfers
bekend geworden. Nieuwediep, dat, naar men
my verzekerd heeft, vroeger jaren gekend
heeft, waarin er voor ongeveer 1 millioen aan
versche visch werd aangevoerd, is in de laatste
jaren hard achteruit gegaan. Ia 1895 was de
opbrengst van den aanvoer, voor zoovejre deze
althans op den publieken afslag gebracht werd,
daar slechts f425.000 en naar het zich nu
laat aanzien, zal de aanvoer in dit jaar 1896
nog beoeden dien van 1895 blyven. Die ach
teruitgang van Nienwediep moet aan ver
schillende oorzaken worden toegeschreven
een voorname oorzaak is de opkomst van
IJmuiden uls plaats van vischhandelhet wel
bekende feit, dat, waar veel aangevoerd wordt,
de mee6te koopers komen, de hoogste prjjzen
gemaakt worden, heeft hier zyo invloed doen
gelden. Dit betreft in de eerste plaats de in
den winter de visscherjj met de beug uit
oefenende vaartuigen van de Maassteden, zoo
wel als van Middelharnis, Zwartewaal, Pernis,
enz. Terwyl deze vroeger voor het meerendeel
huo kabeljauwen, schelvisschen, enz. te Nieu
wediep aanbrachten, daar nit de hand ver-
kochton of afsloegen, vallen deze thans in den
regel in IJmuiden binnen. In de tweede plaats
komt hierby aanmerking, dat ook eon deel
van de vloot van kieinero, de visscherjj met
de trawl nitoefenende, vaartuigen allengs van
Nieuwediep vervreemd raakt en regelmatig
IJmuiden bezoekt. Hiervoor worden verschil
lende oorzaken opgegeven, waarvan mij er
twee gewichtiger toeschjjnen dan de andere.
De eene is de gestadige uitbreiding van de
te Nieuwediep gestationneerde oorlogsvloot en
de zoor aanmerkelijke beperking in lig- en
losplaatsen, die hiorvan voor do visschersvloot
het gevolg is. Hierin hebben wy te doen met
een zeer bedenkelijk gevaar voor den visoh-
handol van Nieuwediep, voor de ontwikke
ling van Helder als visschersplaats. Vroeger
stond steeds een zeer groot deel van hot
achter de kleine sluis van de maritieme bin
nenhaven gelegen gedeelte van de haven ter
beschikking van de visscherjj nu is meer
dan de helft van dit gedeelte, naar het schynt
voor goed, in beslag genomen door opleidings
schepen, drjjvende batterij, marine-reserve enz.
Natuurlijk waag ik rnjj niet aan eene beoor
deeling, of het marinebelang werkeljjk eene
zoo aanzienlijke beperking van hot voor de
visschersvloot beschikbare deel van de haven
noodzakelijk maaktgeconstateerd moet echter
worden, dat bjj dezen stand der zaken een
haven voor de visscherjj dreigt verloren te
gaan, die wat haar ligging en nog meer mis-
Bchien wat haar natuurkundige gestoldheid
aangaat, de beste is, die wy langs de vader-
landsche kust bezitteo.
De tweede oorzaak hebben wy eigenljjk al
genoemd, het is eene indirectede geringere
aanvoer heeft ten gevolge, dat er minder
koopers komen, dus minder koop-animo is, de
visch dus minder opbrengt. Dit wordt vooral
merkbaar, als er tjjdelyk eens ongewoon goede
vangsten gedaan worden, de aanvoeren rijke
lijker worden en de markt dan niet in Btaat
is dio aanvoeren voor goeden prjjs te ver
werken. Toen er, om een voorbeeld te noemen,
in Juni '95, in éóa maand dus, 100.000 groote
tongen aan den afslag te Nieuwediep werden
gebracht, was de koopkracht daar niet tegen
opgewassen en brachten deze dus door elkander
nog geen f 0.25 per stak op. Maar daarvan
is dan het natuur)ijk gevolg, dat de producent
in dit geval de visscher een dergeljjken
afslag bagint te mjjdende vermindering van
de koopkracht wordt dus de reden waarom er
allengs minder aangevoerd wordt.
Op het eerste gezicht ziet dit er zeer on
gewoon, om niet (e zeggen onlogisch uit. Men
is iinmerB gewoon daar de prjjzen te zien
rjjzen, waar de aanvoeren afnemen en omge
keerd. Men moet echter niet vergeten, dat het
niet het groote publiek is, dat op een visch-
afslag koopt, maar eon betrekkelijk klein aan
tal kooplieden. Die hebben hun vaste relaties,
dus een vrjj standvastige behoefte. Zjj zyn er
op ingericht bjj eon regelmatigon aanvoer een
zoor behoorlijke winst te maken met de visch,
die zjj koopen en verzenden. Op oen visch&f-
slag met geringe koopkracht moet de aanvoer
dus stationnair blyven of afnemen. Want neemt
die aanvoer plotseling aanzienljjk of ook maar
een weinig toe, dan is er voor dien meerderen
aanvoer geen kooper en moet de prjjs dien
tengevolge onmiddellijk en zeer aanmerkelijk
zakken. De visschors, die dit bjj ervaring
weten, komen dus mot rjjke vangsten niet
meer op eene zoodanige markt maar daarvan
is het gevolg, dat er voor de daar aanwezige
koopers soms geen visch genoeg meer aange
voerd wordt, on zjj zich gedeeltelijk verplaatsen
naar beter voorziene markten. De visch, die
dan nog aangevoerd wordt, vindt daar dan nog
weer minder koopers, minder concurrentie dus
onder de koopers en brengt minder op, dan
op eon beter voorziene markt de aanvoer
wordt dan allengs nog geringer.
Konden wy over betrouwbare opgaven van
wat do visch op eenigon vischafslag gedurende
een serie van jaren had opgebracht, beschikken,
dan hadden wy daarin eenen uitmuntenden
maatstaf voor de okomst of voor het verval
van die markt ;en minste als wy daarbjj
konden aannemen, dat de waarde van het
geld gednrende dejaren dier periode weinig
of niet veranderd was. Konden wy op die
zelfde wjjze prjjzer ter zelfder tjjd op ver
schillende markten, 'oor visschen van dezelfde
soort en grootto, gmaakt met elkander ver
gelijken, dan hadder wy daarin bovendien een
middel om die marken mot elkander te ver
gelijken. Op dat gebed zjjn echter althans
voor versche visch de beschikbare gegevens
uiterst gebrekkig. Toor eon deel komt dit
daardoor, dat men zich nooit de moeite ge
geven heeft daarva. behoorlijk aantoekeniDg
te honden, voor eei deol daardoor, dat zoo
weinig vast staat, loe groot de eenheid van
maat of gewicht is c geweest is, volgens welke
de visch verkocht vordt of word. Dit laatste
is n.1. ook nu nog hst geval. Haring en geep
worden per tal vekocht. Men beeft echter
talion van 200 stuls en ook zulke van 220
on 240schelvisch wordt bjj de honderd af
geslagen, maar oen groot honderd is 120 on
in Llmuiden maakt net da groote honderden
zelfs nog grooter gewoonlijk niet iD het
voordeel van dan reedei of van den eigenaar
van het vaartuig.
(Wordt vervolgd).
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 16 Juni 1896.
- Belanghebbenden worden er aan her
innerd, dat de verplichting bestaat, om bjj
verhuizing i de gemeente, daarvan binnen
14 dagen ter secretarB der gemeente kennis
te geven.
Niettegenstaande op die verplichting reeds
gedurende meer dan aen jaar door het ge
meente-bestuur in het «Dagblad* wordt ge
wezen en de politie ooi reeds gedurende meer
dan een jaar de belangiebbenden waarschuwt,
wordt de bedoelde kennisgeving nog maar
altjjd niet gedaan.
Het waarschuwen uoede, zjjn nu door de
politie eenige processen-verbaal opgemaakt.
Men spiegele zich dus aan een ander.
By kon. besluit is aan den heer J. W.
Hattinga Raven eervol ontslag verleend als
notaris alhier, mot ingang van 1 Augustus a. s.
't Is een bekend feit, dat de koekoek
zelf geen nest boawt,maar zyn eieren legt
in 'tnest van andere vogels, om ze door
hen te laten uitbroeden.
Die zich hiervan intusschen persoonlijk
wil overtuigen, wordt daartoe in de ge
legenheid gesteld door een onzer lezers,
den hr. D. Makelaar, Kuiperdwarsstraat 4.
Een koekoek had zyn ei gelegd in een
vinkenest en de jonge vogel, door moeder
vink uitgebroed, is na eenige dagen zyne
verpleegster boren 't hoofd gegroeid, maar
wordt toch geregeld door haar van voedsel
voorzien.
De kieswet.
De kieswet is Vrydag gevorderd tot
art. 87.
By art. 74 was door den heer Harte
een amendement voorgesteld, later door
den heer Bahlman overgenomen, tot in
voering van den stemplicht. Na breedvoerige
discussie is dit amendement ten slotte ver
worpen met 66 tegen 25 stemmen. Heden
wordt de behandeling der kieswet voort
zet.
Eenige Texelsche landverhuizers, die
thans in Noord-Amerika wonen, hebben
ruim f 100 bijeengebracht voor hen, die
door de ramp van 27 Maart in kommer
volle omstandigheden zyn geraakt.
Naar men zich zal herinneren, sloegen er
by den storm van 27 Maart 1.1. drie
Texelsche schuiten om en er werden zeven
op strand geworpen. Negen menachenlevens
gingen toen by die ramp verloren.
Een verschrikkelijk ongeluk is Woens
dag in de Krim, onder Gramsbergen ge
beurd. De bliksem sloeg in een keet, waarin
een 15-tal arbeiders tydens het onweder
geschuild waren. Vjjf personen werden
doodelyk getroffen: drie vrouwen en twee
mannen.
ATJEH.
By het departement van koloniën is van
den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië
ontvangen het volgende telegram
>By de operatiën tegen Lamkrak zjjn
van onze troepen in het geheel gesneuveld
of aan bekomen wonden overleden twee
militairen beneden den rang van officier;
vermist (vermoedelijk gesneuveld) één fu
selier, terwyl 32 militairen beneden den
rang van officier zyn gewond."
Het »Hbl." ontving uit Batavia het
volgende telegram:
>Onze marine onderzoekt de mogelijk
heid van een landing by Lepong
»Het weder begint Biecht te worden."
Kommies 4e kl. der dlr. bel.
De minister van financiën brengt ter
kennis van belanghebbenden, dat op eerlang
te bepalen plaats en tyd een vergelijkend
examen zal gehouden worden voor de be
trekking van kommies 4e kL der directe
belastingen, invoerrechten en accynzen,op
eene belooning van f 480 's jaars, voor 100
plaatsen, welke in dit en het volgende jaar
mochten openvallen.
Voor deze betrekking kunnen alleen in
aanmerking komen zjj die een gezond
lichaamsgestel hebben, ongehuwd en niet
beneden 23 noch boven 28 jaar oud zyn.
De hoogste leeftijd is voor gepasporteerde
onderofficieren die minstens 12 jaren mili
tairen dienst hebben 34 jaar, en voor ge
pasporteerde onderofficieren of andere mili
tairen die minstens 6 jaren militairen dienst
hebben, 30 jaar.
Onderscheiding.
By koninkljjk besluit van 11 dezer is,
als bljjk van goedkeuring en tevredenheid,
de zilveren medaille en een loffelyk ge
tuigschrift, ingesteld bjj koninkljjk besluit
van 22 September 1855, toegekend aan
C. G. Bakker, lste-schipper der redding
boot op Vlieland, wegens de met levens
gevaar, in vereeniging met anderen, ver
richte redding van zeven opvarenden van
het op 27 Maart 1896 op de Eierlandsche
gronden, naby de hors van Vlieland, ge
strande Engelsche viermast schip Stanley".
(8t.-Ct.)
Het schandaal van Soest.
Naar aanleiding van verschillende be
richten in eenige bladen omtrent den dood
van twee mannen te Soest, tengevolge van
drankmisbruik, schryft men ons vandaar
het volgende:
Den 3n Juni werd de eerste steen ge
legd voor eene nieuwe woning op de hof
stede van J. Kraaikamp, toebehoorende aan
den heer B., te Utrecht. Zooals hier
hruikelyk is, werd tegen den avond het
werkvolk onthaald, en wel voornamelyk
op jenever. Ongeveer 9 uren gingen de
meeste werklieden na een stevigen borrel
dronken huiswaarts. Eenige anderen moe
ten toen reeds smoordronken geweest zyn
en hebben zich by de hofstede te slapen
gelegd. Nadat de heer B. naar Utrecht
was teruggekeerd, ging Kraaikamp deze
laatsten eens opzoeken en vond er in den
hooiberg twee, waarvan de een reeds dood
en de ander in zeer bedenkelyken toe
stand was. Spoedig werd dr. Batenburg
gehaald; het was toen elf uur. Hoewel de
dokter terstond daarop verscheen, was echter
ook de tweede reeds een lyk.
Na werden weer een paar anderen op
gezocht. Deze, hoewel nog zeer dronken,
werden wat opgefrischt en terstond te bed
gebracht, en zjj waren, na hun roes te
hebben uitgeslapen, volkomen in orde. Den
volgenden morgen, ongeveer 8 uur, werden
kamp bjj de familie gebracht.
De achterblijvers hebben na afloop van
het feest op de een of andere manier
nog aan meer jenever weten te komen
tenminste by de lyken werd nog een blik
ken drinkkan halfvol jenever gevonden. De
jenever moet geen vreemde bestanddeelen
hebben bevat, en de dood moet enkel toe
geschreven worden aan het bovenmatig
gebruik, waaruit acute alcoholvergiftiging
is ontstaan.
Alleen verdient het nog opmerking, dat
het dien dag zeer warm was en er veel
karnemelk was gedronken.
- Namens B. en W. van Rotterdam is
den eigenaar van een achttal huizen nieuw"
gebouwd op een hofje in de Roectgenatraat
aldaar, aangezegd die huizen te doen af
breken, omdat zjj in enkele opzichten niet
aan de verordening voldoen. Door de po
litie zyn de bewoners dier acht huizen aange-
zegt te verhuizen. Zjj zyn echter weiger
achtig den hieraan te gehoorzamen terwyl
men niet voornemens schynt aan den last
van B. en W. te voldoen.
West-friesehe Kanaal-vereculglng.
De «West-friescho Kanaal-vereeniging" hield
Zaterdag te Schsgen eene algemeene vergadering.
In opdracht van de beslniten in hare alge
meene vergadering van Januari j.1. genomen,
had de commissio van onderzoek de plannen
tot kanalisatie by het bestuur ingediond, die
ze thans aan het oordeel der vergadering
onderwierp.
Het geheel bestaat uit drie onderdooien on
wol een watorweg Noord-Hollandscb kanaal-
Schagen SohagenZuiderzee en Scbagen—
Langedyk. Na een langdurige bespreking word
besloten het gedrukto rapport aan al de leden
op te zenden, terwyl de vergadering uitnoo-
digde, dit belangryk rapport in zjjn geheel op
te nomen, opdat ook het groote publiek nota
van het werk der vereoniging kan nemen.
Overtuigd dat alle waterwegen in West-
Friesland dringende vorbetoring behoeven, doch
tevens bewust, dat doze verbeteringen slechts
bjj godoelten zyn uit te voeren, nam de ver
gadering met algemeene stemmen een voorstel
van den heer Tb. J. Waller aan, waarin voaxy
loopig de verbinding KolbornSchapen
StolpenLangedyk alB hot meest bevordeljjk
aan het algemeen belang van West-Friesland
werd genoemd.
Bankroetiers.
Eene firma in tapyten e. d. te Amster
dam v. d. P. had, wetende dat een faillis
sement niet te ontkomen was, aan ver
schillende groote huizen in het land groote
bestellingen gedaan en de goederen voor
een appel en een ei bjj opkoepers van de
hand gezet.
Na de gelden binnen te hebben, dacht
de firmant er van door te gaan, doch hjj
werd aan het Cenatraalstation gevat en
met zyn procuratiehouder D., die verdacht
wordt medeplichtig te zyn, ter beschikking
van de justitie gesteld.
Van de elf stokers, die by het on
geluk aan boord van het fransche oorlogs
schip Jaurégniberry gewond werden, zyn
er reeds zes overleden, en de toestand van
de overigen is hachelyk. Door het inade
men van stoom -hebben zjj inwendige
brandwonden bekomen.
Het ongeluk is veroorzaakt door het
openscheuren van een der stalen vlampijpen.
Hoe dit heeft kannen gebeuren is een raad
sel de drukking van den ketel bedroeg
slechts 13 atmosfeereD, en de pijpen waren,
voordat zjj waren gesteld, beproefd op eene
drukking van 40 atmosfeeren. Bovendien
had de Jauréguiberry eenigen tyd te voren
een reeks van proeftochten met het maxi
mum snelheid gedaan, zonder dat zich eenig
defect aan de machine had geopenbaard.
De ongelukkige slachtoffers worden op
staatskosten begraven en hun nabestaanden
ontvangen onderstand van de regeering.
FEUILLETON.
EEN MEISJE MET GELD.
Door AMO.
Kort voor twaalf nor was bet daar stil on
•Belast en beladen" waren de woorden, die
nog immer weerklonken in de ooren der vrouw,
dio daar, voor eon zy-altaar geknield, haar hart
voor God uitstortte.
Daar werd zjj opgeschrikt door voetstappen.
Zij herkende die onmiddellyk. Daar liep baar
man. Hoe afgemat en bedroefd zag by er
uit. Er lag een witte glans over zyn kort
hoofdhaar en toch was hjj zoo ond nog niet.
Zjj bad nog nooit bemerkt, dat by al zoo wit
was geworden.
Gij ging recht op bet altaar af, dat aan
den Goeden Herder gewjjd was. Daar zonk
hy op de onderste trede neer, legde zyn armen
over elkaar op de Bteenen en liet zoo zyn
hoofd daarop rasten. Wat leed die arme man
Het was stil, doodstil in de groote, ruime
kerk. De arme vrouw liet haar traneQ den
vrijen loop, maar haar snikken wist zjj te
onderdrukken. Niemand stoorde den ongeluk-
kigen man in zyn gebed, ook zy niet. En toen
trok zy de schoenen van haar voeten en Bloop
op kousen naar hom toe. Daar stond zy nu
en keek naar boveD, naar het afgedwaalde
lam, dat do trouwe herder in zyn armen droeg.
■Hy is verloren gewoest on teruggevonden,"
klonk plotseling een atem als hemelscbe muziek
in haar binnenste. Eindelijk richtte baar man
zich op.
«Ben je daar, Marie?" vroeg hy en vatte
baar by de band. Hjj scheen niet verwonderd
en niet boos, dat zy daar naast hem stond.
Zwijgend voerde hy baar naar den uitgang.
•Weet je nog, dat Johannes geboren werd
vroeg hy zacht. »Wat waren we toen ge-
lukkigJa, alB er een kind geboren wordt,
is men bly en niemand denkt er aan, hoeveel
verdriet het den ouders nog zal aandoon. Van
de wieg af wordt het met teederheid en liefde
omringd, maar als bet groot geworden is,
treedt het zyn ouders op hot hart. Ja, zoo is
de wereld en het levenbet zou beter zyu,
als men nooit geboren werd."
Dozen loop van zyn gedachten kende zy
reeds. Sedert Johannes tegen hem was opge
staan, Bprak hy dikwjjls zoo. En hoe gelukkig
waren zy te voren.
Echter troostte hot baar, dat hy bedaarder
was geworden. Voor haar was het minder
smartelijk hem treurig te zien, dan de sombere
verbittering op te merken, waarin hjj meest
verkeerde.
Hjj trok baar naast zich op een bank,
ondorsteunde zjjn hoofd met den arm en sprak
over Johannes. Hjj vertelde haar, hoe dikwyU
hjj nachts wakker lag un dan luisterde, of
Johannes niet terugkwam.
,Het is zoo vreeseljjk te moeten denken,
dat hjj in zonde en ellende ondergaat."
•Maar hjj verstaat zjjn ambacht toch, man 1
en zulken behoeven niet van honger te sterven,"
merkte zjj beschroomd op.
•Maar de genotzucht, het bier, de wyu en
zjjn lust om den grooten heer ie spelen, dat
alles brengt hem ten verderve," zeide hjj, maar
hjj bleef kalm.
Zjj gingen Bamen naar huis, gebruikten bet
middagmaal zonder een woord te wisselen en
daarop verdween Burgman in de werkplaats,
waar nu den geheelen dag de draaibank snorde.
Hy was een bekwaam draaier en had nooit
gebrok aan werk.
Moeder Burgman las in de oogen van haar
dochter wel de aanklacht tegen den vader, die
zjjn andere kinderen, de goede, niet scheen te
zien i maar zjj zweeg, zjj was te mat om
to spreken.
Frederik bracht zjjn vrjje uren meest by
«jjn zwager door, waar hy voorloopig een
weinig van het kruideniersvak leerde.
Tegen acht uur sloot Ernst Seelink gewoon
lijk zyn winkel en dan gingon beiden bjj
Burgman hun avondboterham eten.
Daar Ernst gewoonlijk een sober middagmaal
gebruikte, dat hem uit een volksgaarkeuken
werd thuis bezorgd, had moeder Burgman
's avonds altjjd een hartigen beet voor hem.
Vandaag tastte Borgman zelf ook nog al flink
too. Zjjn eetlust on zjjn gemoedsstemming waren
verbeterd na de aandoeningen van den morgen,
die als een onweder de lucht gëkuiverd hadden.
In onschuldige vroolykheid vertelde Frederik
allerlei uit don winkel en Ernst was ook
vrooljjk gestemd. De kleermaker had de huur
opgezegddaardoor werden do drio kamers
vrjj, waarop zy zoo gevlast hadden. Als vader
en moeder hel das goed vonden, gingen Mag-
dalona en hjj met November trouwen. Vroeger
kon het niet, want de huisbaas wilde de woning
goed in orde laten brengen on Magdalena
mocht zelf nieuw behangsel voor de kamers
uitzoeken.
Wat zag Ernst er gelukkig uit. Magdalena
zat naat hem met haar band in de zyne. Ja,
men kon zich geen gelukkiger paar voorstellen,
dan zjj waren.
Zoo dacht Lina Binder ook, die op dat
oogenblik juist binnentrad. Deze kwam dikwyls
zoo 's avonds oen half uurtje praten, waDneor
haar work af was on haar moeder te bod was
gebracht.
Dit meisje had een lief gezichtje, waarop
zoowel vroolykheid als verstand te lezen waren.
Soms echter vertoonde zjj meer verstand, dan
men van haar ouderdom kon verwachten. Ook
nu toonde haar gelaat eon lachje, waaraaD
haar hart geen doel nam. Bjj haar binnen
treden had zjj met één oogopslag bemerkt, hoe
do aanwezigen gestemd waren en vooral had
zjj don onden man in het oog gevat.
Lina Binder was een gezond, vljjtig, braaf
meisje mooi was zjj niet, maar ze had heldere
oogen en was recht van lijf en leden.
■Wat zien jelui er vrooljjk uit!" sprak zy
schertBend tot de twee gelieven.
■Ja, wjj zjjn ook vrooljjk," antwoordden
beiden eenstemmig, »wjj krjjgen de woning
van den kleermaker en gaan met November
trouwen l"
>Wel buurvrouw, dam moest ge mjj mede-
nemen, als ge de meubelen voor het bruids
paar gaat koopen. Zoo iets mag ik graag doen
en voor mjj zelve zal het daar wel nooit toe
komen," zeide Lina," die nu ging zitten en
een breikous uit haar tak haalde.
Och, waarom niet, Lina? Je hebt zeker
ook wel een aardig stuivertje opgespaard voor
je uitzet," sprak Burgman, die haar bjjzonder
goed mocht ljjden.
Ja, buurman, ik heb wel een mooi som
metje opgespaard," zeido Lina mot een verge
noegd lachje, «maar ik zal wel als onde vrijster
storven en daar is ook nieta aan verbeurd
ik bljjf bjj moeder, dan is se niemand tot
last."
■Maar Lina, als iemand je toch liefheeft,"
viel Ernst op verwytendon toon in.
■Dat is nn eenmaal zoo I Dan heb ik bom
nog niet lief, en hom, dien ik graag mag
ljjden
Die laatste woorden ontsnapten baar on
willekeurig. Den geheelen dag had zjj aan
Johanuee gedachtals men altjjd zwjjgen moet
van dengene, dien men bemint, komen do
woorden soms onverwacht over de lippen,
voordat men zelf weet hoe.
Daar buiten regendo het zacht, zeer ten
nutte van do dorre velden. De vochtige lucht,
die door het open venster van de kamer bin
nendrong, vermengde zich met de wolken
tabaksrook van Burgman's pijp. Heimeljjk
drukten de gelieven elkaar de hand en schoven
dichter bjj elkaar.
Daar liet Frederik, dio bjj het venstor zat,
plotseling een kreet hooren. Een man kwam
dicht aan het venster voorbij. Froderik had
hem reeds een poosje in het oog gehad, terwjjl
hy in den regen besluiteloos naar do woning
stond te kjjken en eindeljjk mot zjjn stok
voortstrompelde. Bjj bet venster wiorpdemaa
doorborende blikken naar binnen.
Nauweljjks was de kreet over Frederik's
lippen, toen de moedor oOk toevallig naar buiten
keek, haar breikous liot vallen' en doodsbleek
werd. De huisdeur ging open, er werd geklopt.
Binnen I" riep Burgman.
Daar ging de deur van de kamer open,
langzaam, weifelend on daar kwam een
man in afgedragen plunje en mot een ge-
zwachtelden voet binnenstrompelon.
Het was nog licht genoeg, om hom goed te
onderscheiden. Dnar stond hjj met zjjn rjjke
blonde lokkeo, bet jonge, verwilderde gelaat,
nu ook nog rood en gezwollon door de heets
zonnestralen, en bjj do onmiskenbare sporen
van een woest leven, thans een uitdrukking
van schaamte en grievend wee.
Vrouw Burgman liot oen luidon kreet
hooren
(Wordt vervolgd.)