't Vliegend Blaadje KLEINE COURANT VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL Jïifftt (Mtrarik No. 2461 Woensdag 16 September 1896. 24ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 68. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 61. jitoormomont p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Cfc., met ZondagsbL 80 Ct. id. franco per poat 75 idem f 1.12 id. roor het Buitenland f 1.25, idem f 2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT ft Go., te Helder. Burraux SPOORSTRAAT «n ZUIDSTRAAT. Aavertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaus bezorgd zijn. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 15 Sept. 1896. Zaterdagmiddag zag men een onge wone drukte in onze woonplaats. De ge combineerde manoeuvres van land- en zee macht waren geëindigd en de troepen, die daaraan hadden deelgenomen, trokken des middags naar 't excercitie-terrein op de Rjjkswerf. De revue, aldaar gehouden, werd gecommandeerd door den majoor der infanterie Evenwel en geinspecteerd door den kapt. ter zee Engelbrecht, stelling commandant en directeur der Marine. Laatstgenoemde betuigde aan de aan wezige officieren zjjn dank voor de betoonde medewerking en wel in de eerste plaats aan den kolonel der artillerie In de Betou. Vervolgens werd aan de onderscheidene korpsen de volgende dagorder voorgelezen DAGORDER. „Aan het einde der gecombineerde oefeningen van zee en landmacht, in de stelling van den Helder onder mijne leidiDg gehouden, is het mij een aaDgename taak U allen mijnen dank te betuigen voor de toewijding en den ijver, door U aan don dag gelegd bij het volbrengen der somtijds zware diensten, welke van U ge vraagd moesten worden. Met opgewektheid hebt gij de ontberingen, aan den vestingdienst eigen, gedragengij hebt nwen plicht gedaan. Het doel der oefeningenons voor te be reiden voor de volvooring van de moeielijke, maar eervolle taak, de verdediging van den Vaderlandschen bodem in de ore des gevaars, is mede daardoor bereikt. Leve de Koningin! De Kapitein ter Zee, tijdelijk Commandant der Stelling van den Helder, Leider der gecomb. oefeningen van Land en Zeemacht." Vervolgens defileerden de troepen voor den leider der oefeningen. Het Stafmuziek korps der Marine luisterde deze wapen schouwing met de uitvoering van eenige muzieknummers op, en begeleidde na afloop, onder het Bpelen van eenige marschen, de manschappen der infanterie en der artillerie naar de kazernes. In verband met de in dit nummer voorkomende annonce, vestigen we de aan dacht onzer lezers op den kunstavond, morgenavond in Tivoli te geven door de hr. W. Parber en mej. Cohen, waarbij den hr. Carl. Althoff, concert-pianist, zal mede werken. Voordrachten en kleine tooneelstakjes zullen elkander afwisselen en 't programma doet ons verder vermoeden, dat de bezoekers een aangenamen avond zullen doorbrengt Stuurlieden ter koopvaardij. De commissie tot het examineeren van stnurlieden ter koopvaardij hield op 8, 9,10 en 11 dezer zitting te Amsterdam. Aangemeld hadden zich 17 candidaten, voor 28 diploma's. De volgende diploma's werden uitgereikt Groote zeilvaart A. Derde-stuurman aan de heeren H. Brinkman en F. K. Prins. Groote stoomvaart A. Eerste-stuurman aan den beer M. C. Braat. Derde-stuurman aan de heeren H. Brink man en P. K. Prins. Staten-Generaal. De zitting der beide Kamers werd Zaterdag door den Minister van Binnenlandsche Zaken, namens de Koningin-Regentes, op de ge bruikelijke wijze gesloten. Heden zullen de zittingen der Staten- Generaal door H. M. de Koningin-Regentes op plechtige wjjze worden geopend. Men meldt uit Texel: Uit Rotterdam kwam hier heden binne een aak van 700 last inhoud, geladen met quenast heislag voor een kunstweg op het eiland. Tot heden is hier nooit een vaartuig in de haven geweest, dat zoo groot was. Het werd gesleept door de M. H. Tromp. Men meldt van Vlieland: Een eskader van twintig Duitsche oorlogs schepen manoeuvreerde Vrjjdag onder den wal. De schepen vertrokken den volgen dag oostwaarts. ATJEH. De correspondent van de »N. R. Ct." te Batavia, seint onder dagteekening van Vrijdag Het >Bat. Nieuwsblad" meldt, dat een weggeloopen volgeling van Toekoe Baid is gevat, en deze bericht heeft dat in Gedir een officier wordt gevangen gehouden waarschijnlijk luitenant Hageman, die in Kota Toeankoe in Jnli 1889 werd vermist. Het »Rott. Nbld." ontving uit Batavia het volgend telegram Vermoedt luitenant genie Hageman Kotta Pohama 1889 vermist levend ge vangen". •Men vermoedt, dat de luitenant der nie Hageman, in 1889 te Kota Pohama vermist, in leven is en gevangen wordt gehouden". Het voegt hieraan het volgende toe Naar aanleiding van dit telegram brengen wjj in horinnering, dat Kota Pohama in den nacht van 24 op 25 Juli 1889 ernstig be lten werd door kanonvuur en den daarop volgenden dag onze troepen uitrukten tot ver nieling van het vyandelyk geschat. Slechts stak viel in onze handen, dat lieten wy springende andere stnkkon waren reeds door den vijand weggevoerd. Een nabjj gelegen versterking (Tjadee Kedjoeroan), waar de vijand hardnekkig tot den laatsten man stand hield, werd door do onzen genomen. De vjjand liet 80 dooden achter. Onzerzijds sneuvelden 3 officieren en 18 minderen, gewond werden 4 officieren en 87 minderen. Van onderscheidene zjjden werd terstond bericht, dat de luitenant Hageman verdwenen was en wellicht levend in handen van den vyand was gevallen. Dit noemde de //Java- Bode" toen onjuist. Wel werd luitenant Hage man - aldus voegde het blad er by bjj het eerste appèl na het gevecht »vermi8t" ge meld, doch uit het daarna gehouden onder zoek kwam aan den dag, dat de fuseliers van het detachement-Veerman Hageman met een doodeljjk schot in het hoofd hebben «zien" vallen. Daarop werd do luitenant der genie Nicolaas Hageman als gesneuveld opgegeven en aan zijn familie te Dordrecht gemeld, dat do zeer bekwame en beminde officier bjj Kota Pohama het leven had golateD. Eenigen tjjd later moei de familie zelfs de kleeren van den agesnen- velde" hebben thuis gekregen, doorschoten er ten deelo aan flarden gescheurd. Thans zou dan, blijkens ons telegram, ver moeden bestaan, dat luitenant Hageman nog in leven is en door den vyand in gevangen- sohap wordt gehouden. Te hopen is dat aan de pjjnljjke onzeker heid, waarin de familie verkeert, spoedig oen einde zal worden gemaakt. Luitenant Hageman gonoot zjjn opleiding aan de Kon. Militaire Academie te Breda. Bg het departement van koloniën is van den Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië ontvangen het volgende telegram, gedag- teekend van Zaterdag: Bezetting van Samahani afgelostalles rustig. Uit Seliraoen naar Reungoreun en Lepong Bajoe. Vier benden van Panglima Polini en Habib Samalanga bevochten. Gis teren naar Kota Radja terug met de hoofden der bezochte streek. Gewond twee officieren en drie militairen beneden dien rang. Ge zien twaalf gesnenvelde vijanden." Gratis naar Amerika. Uit IJmuiden is door de politie naar Amsterdam overgebracht een persoon, die zich aan boord van het uitgaand stoomschip •Caland" trachtte te verbergen en geen plaatsbiljet had. Men meldt uit Alkmaar: Heden is in een tochtsloot aan den Om val, nabjj het Noordhollandsch kanaal, ge vonden het lijk van J. V. Zeer waarschgnljjk heeft men hier met zelfmoord te doen. In de kermisweek toch werd hg door de politie wegens dronkenschap waarbjj hg in het bezit werd gevonden van ongeveer f 700. V. moet toen gezegd hebben, dat hg de bg hem gevonden gelden er spoedig zou doorbrengen en dat hg dan wel zou worden gevonden. Te Renkum is bg G. B. een zonne bloem gegroeid, welke in doorsnede 37 cM. meet. De stengels der plant, waaraan dit buitengewone exemplaar was gegroed, hadden eene hoogte van 2.80 M. In de gevangenis overleden. De inbreker Boers, die voor eenige jaren op het Molenpad te Haarlem bg den heer van Garste diefstal met poging tot moord pleegde en daarvoor twaalf jaar gevangenis straf moest ondergaan, is in de gevangenis te Leeuwarden overleden. Met hem is de menschheid verlost van een gevaarljjk reci divist, die meermalen dreigde, zoodra hg op vrjje voetfen was, weder aan den gang te zullen gaan. De concurrentie gaat ver! Gemaakte kinderhemdjes aan te bieden voor ander halve cent per stuk, zooals een uitverkoopend winkelier te Rotterdam doet, goedkooper kan het toch al niet! (•Maasbode.") Terwjjl men Donderdag te 's-Hertogen- bosch druk bezig was de kermis overeind te zetten, wist een der viervoetige bewoners van eene menagerie een gelukkig al bedaagd «bruintje,dat al geruimen aan de wildernis onttrokken en met menscheljjke samenleving vertrouwd scheen te ontsnappen, waardoor heel wat op schudding ontstond onder het vrjj talrgke publiek, meest uit kinderen bestaande. Gelukkig slaagde zjjn meester er in den deserteur met behulp van een grooten en dezen bljjkbaar vrees inboezemenden hond en een allerliefst zwart doesje, waarvoor bruintje veel genegenheid scheen te koesteren in betrekkelijk korten tjjd weêr binnen de tralies to krjjgen, zonder dat er onge lukken waren voorgevallen. Het bleek echter, dat het hok wel eenige voorziening ver- eischte. Het Wkbld. van den Diamantbewer- kersbond meldt: De grootste diamant, de beruchte Jager- fonteinsteen, die eenige jaren in ruwen toestand in de kelders van de een of andere bank heeft gelegen, zal eindeljjk geslepen worden en wel op de sljjperjj van den heer Jacq. Metz, door den heer M. Barends, die ook den vorigen grooten steen geslepen heeft. Reeds is het daarvoor bestemde af geschoten kamertje op de fabriek-Metz ge reed. De heer Barends denkt anderhalf jaar voor de bewerking noodig te hebben. Moord. Voor de Amsterdamsche rechtbank stond Vrijdag terecht J. J. Schmitz, werkman, aan wien, volgens de dagvaarding, ten laste is gelegd »dat hg op den 4en Mei jL in zg~ne woning nabjj den Amstel te Amsterdam, opzetteljjk zjjne echtgenoote A. A. Schoof, met het oogmerk om deze het leven te benemen, immers om haar zwaar lickameljjk letsel toe te brengen of haar ie mishandelen, met een stoel en andere harde voorwerpen op hoofd en lichaam heeft geslagen, haar heeft ge trapt en zoodanig geweld op haar gepleegd, dat zjj aan het noofd en andere deelen des lichaams, onder anderen aan de lever, belangrjjke verwondingen en kneuzingen heeft bekomen en ten gevolge van dit op haar gepleegde geweld dienzelfden dag is overleden. In deze zaak werden 29 getuigen h charge en 2 a decharge gehoord. De beklaagde, op wiens gelaat geen spoor van aandoening of berouw is te vinden, werpt alle schuld van zich af. Hjj is 's avonds na 7 uur thuisgekomen (Amstel 324) en vond zjjn vronw op don grond liggende, wat hem in 't niet vreemd voorkwam, omdat zjj, naar zjjne bewering, wel eens meer dronken op den grond lag. Maar by nadere beschonwiDg zag hy dat zjj zwaar gewoüd en naar het uiterlyk te oordeelon, reeds dood was. Bjj het deskundig onderzoek bleek dat de verslagene hevig verwond was en haar lever gescheurd. De andere wonden waren op zichzelf beschouwd, levonsgevaarljjk. Maar al de toegebrachte len en kneuzingen waren, naar 'toordeelder artsen, het gevolg van stomp geweld, bv. slaan met een stoel, met den steel van een schop, 't toebrengen van een trap, enz. Aan ver schillende kleedingstukken van den bekl. zjjn sporen van menschenbloed gevonden. En al die zaken heeft de beklaagde op don nood- lottigen dag gedragen. Op verzoek van den verdediger, mr. Wes tendorp, trekt de beklaagdo een vest en oen roen aan, waarin bloedsporen gevonden Door professor Kuhn deskundige thans verklaard dat 't boezeroen, onder 't vest gedragen, zéér moeieljjk met bloed druppels kon bespat worden. Maar de vraag is of bekl. ook op 4 Mei zjjn vest geljjk aas dichtgeknoopt had. Op de zaak zelve wordt door den recherchenr Burger eenig licht geworpen. In den avond van don 4den Mei moest deze beambte voor een andere zaak op den Amstel zjjn, vlak bjj 't huis van den beklaagde. Deze sprak hem aan, zeggende,/ik geloof dat ik een moord heb begaan". De rechercheur hield dit voor oen dronkemanspraatje, maar de man drong zéé aan, dat hjj meo naar binnen ging en zag 't Ijjk zag liggen. De beklaagde nam daar o. a. een stoel en die neerzettende toonde hjj hem hoe hjj haar doodgeslagen had. De beambte nam den man mede naar 't bureau en liet het huis onbewaakt achter. Trouwens dat kon niet anderB, bjj had geen assistentie en moest den commissaris en den officier van justitie waar schuwen. Een buurman van den beklaagde lag uit het raam toen de rechercheur het gesprek hield en bevestigt wat de laatste zeido. Ook hoorde hjj den bekl. aanwjjzen hoe hjj met een stoel haar had gedood. In den loop van het getuigenverhoor wordt het duideljjk dat hot de drankduivel was, die de oorzaak van de misdaad was. Een getuige, die op dien dag in het huis was, verklaarde dat er door den beklaagdo en zjjn vronw over vloedig of liever overmatig sterke drank is ge bruikt. Ook het zoontje van den bekl. verscheen oj de zitting. Hjj kreeg slaag van vader en moe der. Het meest van den eersten. Het wordt Eén ding is in deze zaak merkwaardig. In den regel pleegt aan een daad als de hier be schrevene een woordenwisseling voor af te gaan en door do buren opgemerkt te worden. Hier is 't anders. Behoudens etteljjke boosaardige woorden die 's middags, toen sterke drank verorberd werd, tusschen man en vrouw gewis- sold waren, heeft geen der buren een kjjfpartjj geboord die als voorspel of inleiding tot do iovensberooving kan beschouwd worden. Nog meerdere getuigen worden gehoord, die allen bezwarendo getuigenissen voor den be- Beklaagdo wordt nu nog korteljjk ondervraagd. Hjj zegt den ganscheu dag de waarheid ge sproken te hebboo, en bljjft er bjj, dat bjj on schuldig is. Bjj God Almachtig verklaart bjj een gerust geweten te hebben. Hjj bljjft ontkennen, zjjn vrouw met een stoel geslagon te hebben, en dat hjj aan don agent gezegd zou hebben, zjjne vrouw met een stoel de hersenen te hebben ingeslagen. H» weet van de geheelezaak niets. De voorzitter wjjst beklaagde op bot geheel onverklaarbare, dat een ander dan bjj zelf den moord zou hebben gepleegd. Waarom be- toondet gij u zoo onversobillig bjj het ljjk uwer vrouw Omdat ze zoo vreeseljjk dronk. Ook had •ik geen tjjd om naar de oorzaak van den „dood een onderzoek in te stelloD, aangezien „ik onmiddelljjk in arrest werd genomen". Te ongeveer vjjf uur was het getuigenver hoor afgoloopen. Bjj zjjn verder verhoor bleef de beklaagde alle doel aan den dood zjjner vronw ontkennen. Aangemaand om zjjn ge weten te ontlasten door belijdenis van schuld, antwoordde hjj dat geenerlei bewustzjju van schuld hem drukte. Zjjn vroegere bekentenis aan den rechercheur Burger, dat hjj zjjn vrouw doodgeslagen had, beet hjj liegen. De bloedvlekken op zjjn kleederen weet hjj moeielyk te verklaren, maar als krammer van porcelein sneed bjj zich dikwjjls tot bloedens toe in de vingers. Het woord werd thans verleend aan Mr. Baart de la Faille, subst.-officior van justitie. Spr. ontwikkelt achtereenvolgens do verschil lende feiten, die luide op beklaagdes schuld wjjzen. Bekl. heeft zjjn vrouw reeds vroeger mishandeld, en zjj zelve hoeft meermalen de vrees gouit, dat zjj geen natunrljjken dood zoo sterven. Is hier doodslag of mishandeling met doo- doljjken afloop De ambtenaar van het O. M. meent, dat hier doodslag wasde bekl. had den wil om zjjn vrouw van het levon te be- rooven. Hjj beëindigde zjjn met overtuiging en helderheid voorgedragen requisitoir met de vordering, dat bekl. zal worden veroordeeld tot acht jaar gevangenisstraf met ontzetting uit de vaderljjko macht. Aan Mr. Westendorp was als toegevoogd verdediger beschoren de taak den bekl. bü Staan. PI. meent dat, alles te zamen genomen, het wettig bewjjs ontbreekt. In flik geval heeft beklaagde het feit gepleegd, er is geen bewjjs, dat zjjn wil op doodslag was gericht. Ten hoogste zon er mishandeling kunnen zjjn. Niet eene zware mishandeling, want er ia niet gebleken dat de dader zich bewast was van de ernstige gevolgen der daad. PI. concludeert tot vrjjspraak, subsidiair schuldigverklaring blooteljjk aan mishandeling. Na re- en depliek werd de uitspraak be paald op 25 September a.s. De cycleon te Par(ja. Een reeks van stortbuien was elkander Donderdagmiddag te Parjjs gevolgd van 12 uor tot 3 uur en de laatste ging gepaard met een volslagen orkaan in het centrum der stad. Op verscheidene punten werden groote verwoestingen aangerichtde Quai des Orfèvres vooral was in een woestenij herschapen. Tusschen de Pont St. Michel en de Pont Neul woeien 40 boomen in de Seine. Yan vele openbare gebouwen, zooals het Paleis van Justitie, de Opéra Comique, het Chatelet, de Tribunal,deCom- merce werd het dak gedeelteljjk vernield, en voorbijgangers werden door de neerval lende stukken gewond. Een tiental jour nalisten die uit de Tribnnal de Commerce kwamen, werden door den wervelwind over vallen en min of meer gekwetst. Touriaire, secretaris van de France, liep een schedel breuk op, en Henri Second, van hetzelfde blad, had een zjjner schouders ontwricht en kreeg een gat in zjjn voorhoofd. Op twee plaatsen woei een omnibus omver; gelukkig zaten er weinig passagiers in, die er nog tamelgk goed afkwamen, maar een koetsier die met rjjtuig en al omverwoei, werd met zgn paaid gedood. Vlak tegen over de Préfecture werd een jonge man gedood. Uit de waschhuizen aan de Seine kwamen eenige vrouwen in het water te recht, maar werden bjjtjjds gered. In het geheel zgn een vgftigtal personen gewond. Onfczaggeljjke schade is in denJardindes Plantes aangericht. In het anatomisch la boratorium en in de photographiezalen is alles vernieldin de zalen der voorwe reldlijke dieren is bjjna niets heel ge bleven. Het cemtrum van het verschjjnsel was de Tour St. Jacques. Een meteoroloog, die ^EIUIXjXJETOIsI •Och neen, daar heb ik niets in dan wat •paardniten. Het i* niet veel, maar ik zal zien er van to leven totdat ik woer bezigheid heb gevonden. Het schjjnt mjj hier een geschikt oord om kalm on rustig te kunnen wonen. Ik zou geen beter plek kunnen vinden onx eenigen tjjd te vertoeven en geheel weer op krachten te komen." •Gjj moest ons eerst eens vertellen wie ge zjjt, waar ge vandaan komt en wat uw beroep Is," zeide Jacob lomp weg. De vreemdeling zag hem van boven tot be neden met een onderzoekenden blik aan. «Op mijn woord," riep hjj, rgjj zoudt een ferme grenadier zjjn. Wat nw vraag aangaat, wanneer zjj door iemand anders was gedaan, had ik die misschien kwalijk kunnen nomen. Maar nu gjj zoo goed en vriendeljjk jegens mjj zjjl geweest, zult ge alles weten. Mjjn naam is Bonaventure de Lapp. Ik ben militair en swerver van beroep. Ik kom van Duinker ken, zooals ge op mjjn boot kunt lezon." •Ik meende, dat nw schip was vergaan," zeide ik. „Dat is ook zoo," antwoordde bjj met een blik waarin groote openhartigheid lag uitge drukt. „Het schip kwam van Duinkerken en dit ia een zjjner booten. Het aoheepavolk redde zich in de groote sloep en liet mjj de kleine boot over. Het schip zonk zoo snel, dat ik geen tjjd had iets mee te nemen. Dat gebeurde Maandag. En heden is het Donderdag. Gjj zjjt dus drie dagen zonder eten en drinken geweest?" „Ja, en dat is eigenljjk te lang," antwoordde hjj. (Tweemaal in mjjn leven ben ik twee da gen zonder eten geweest, maar zoolang als nu nog nooit. Ik zal mjjn boot hier laten liggen en zien of ik in een van gindsche grjjze huisjes op den heuvel een onderkomen kan vinden. Hoe brandt daar ginds zoo groot vuur?" •Dat is van majoor Elliott, die tegen do Franscben gevochten heeft. Hot is een vreugde vuur, omdat hot vrede ia." •O zoo I hier woont dus iemand, die in dienBt ia geweest. Dat doet me veel pleizior, want ik ben ook geruimon tjjd soldaat ge weest." Hjj zei dit evenwel niet op opgewekten toon en ik zag, dat zjjn gelaat betrok. •Gjj zjjt een Franschman, niet waar?" vroeg ik, terwjjl wjj den heuvel opgingen. Hjj had de tasch in de hand en zijn blanwen mantel over de schonders geslagen. •Ja, dat wil zeggen: ik ben uit den Elz&s afkomstig, en go weet, dat daar evenveel Duitschers als Franschen wonen. Ik ben in zooveel verschillende landen geweest, dat ik mjj overal thuis gevoel. En waar zondt ge nu denken, dat ik logies zoa kunnen vinden Het zoa me moeielyk vallen, na een tjjd- mimto van vjjf en zeventig jaar te zeggen, welken indruk de zonderlinge man op mjj maakte. Zjjn uiterljjk boezemde mjj geen ver trouwen in, en toch werd ik beelemaal door hem ingepakt. Hjj had iets over zich in spraak on manieren, dat ik nog nooit bjj iemand had opgemerkt. Jacob Horsecroft was een groot en schoon man en majoor Elliott was zeer dapper, maar beiden misten iets, wat deze zwerveling in hooge mate bezat. Het was zjjn scherpe blik, zjjn gebiedend oog en een beschaving, die zoo moeielyk te beschrjjven is. En daarbjj kwam, dat wjj hom hadden geholpen, toen hjj daar zoo hulpeloos ter neder lag. Wjj menschen hebben altjjd een zwak voor iemand, dien wjj geholpen hebben. •Als gjj met mjj mee wilt gaan", zeide ik, -dan wil ik trachten n voor een paar nachten huisvesting te verschaffen, totdat gjj iets beters zult hebben gevonden." De vreemdeling nam zjjn hoed af en maakte een sierljjke buiging, als om zjjn dank te be tuigen. Maar Jacob Horsecroft trok mjj aan mjjn buis en fluisterde mij in het oor •Wees niet mal, Johan. Je weet niet, welk een avonturier je in huis haalt. Bemoei u niet verder met hem." Maar ik was styfhoofdig van aard, en mjj van iets terng te willen honden werkte juist meo om mij er toe aan te zetten. „Hjj is hier vreemd, Jacob", zeide ik, „en hot is derhalve onze plicht voor hem te zorgen". „Het zal je berouwen", hernam hjj. •Wel mogeljjk". „Als je bet dan niet om je zelf laat, denk dan ten minste om je nicht." •O, Eduarda kan best voor zich zelve zorgen." •Loop dan naar den drommel en doe zooals je wiltl" riep hjj boos, en zonder een woord tot afscheid to zeggen, keerde hjj zich om en Bloeg een zjjpad in, dat naar zjjn vaders hnis leidde. Bonaventure de Lapp glimlachte tegen mjj, terwjjl wjj verder gingen. „Uw vriend schjjnt het niet erg op mjj begrepen te hebben," zeide hjj. „Het stond hem niet aan, dat gjj mjj naar uw woning wilt meenemen. Wat zou hjj wel van mjj donken Zou hjj meenon, dat ik het goud gestolen heb Wat vreest hjj toch •Dat weet ik niet en het doet ook niets ter zake", antwoorddo ik. «Geen vreemdeling zal onze denr voorbjjgaan, zonder een stuk brood en een nachtverbljjf". Mot opgericht hoofd en in de overtuiging iets heel fraai gezegd te hebbon, in plaats van te begrjjpon, dat ik do grootste dwaas van ge heel Schotland was, wandelde ik, met den vreemdeling naast mjj, don weg naar hnis op. Mjjn vader schoen de meening van Jacob Horsecroft to deelen, want hjj was niet erg vriendeljjk tegen mjjn nieuwen kennis en keek hem scherp en onderzoekend aan. Hjj schoof hem een schaal met gemarinoerde haring toe, en ik zag, dat zjjn stemming in ergernis over ging, toen De Lapp er negen achter elkander opat. Onze gewone portie was twee. Toen hjj ten laatste met eten ophield, vielen hem de oogen toe. Hjj had nataurljjk gedurende de drie dagen, die hjj op zeo gezwalkt had, evenmin geslapen als gegeten. Ik bracht hem in een zeer eenvondig vertrek. Hjj wierp zich, in zjjn blauwen mantel gewikkeld, op bod en was in een ommezien in diepe rust. Toen ik den volgenden morgen aan het ont- bjjt kwam, was bjj reeds beDeden. Hjj zat met mjjn vader aan de keukentafel, do hoofden dicht bjj elkander on een rol goudstukken tus schen hen in. Mjjn vader keelt mjj aan en ik bemerkte een flikkering van hebzucht in zjjn oogen, zooals ik nog nooit had gezien. Snel streek hjj het gold naar zich toe en borg het op. „Heel bost, mjjoheer," zoide hjj, ,gjj knnt de kamer zoolang behouden als gjj wilt, als gjj don oerston van iedere maand betaalt. „Dat is dus afgesproken. Welzoo, zie daar mjjn eerste vriend!" riep De Lapp, mjj de band reikend, met een vriendeljjken glim lach, die echter wel iets had van de bescher mende wjjze, waarop men een hond bejegent. .Ik ben na woer hoelemaal klaar, dank zjj hot heerljjde avondmaal en een rustigen nacht. Ja, honger is een scherp zwaard. Honger en koude maken den dapporste moedeloos. „Ja, dat ia zoo," antwoordde mjjn vader. „Ik ben wel eens zes en dertig uren in een sneouwstorm op de heide geweest. Ik weet wat het is." „En ik hob eens drie duizend man den hongerdood zien sterven," zeide De Lapp, zjjn handen boven het vuur warmende. Van dag tot dag werden zjj dunner en magerder. En zjj kwamen tot den uitersten rand van de pontons, waar zjj opgesloten waren, brullende van honger on woede. De eerste dagen klonk hnn gebrul tot ver over de stad; maar een week later konden onze schildwachten op de klip hen nauweljjks meer hooren zoo zwak waren zjj geworden." En stierven zjj?" vroeg ik ontzet. „Ze hielden het lang uit; het waren Oosten - rjjksche grenadiers van de afdeeling Starowitz kloeke, dappere mannen, allen minstens zoo groot als uw vriend van gisteren. Toen de stad zich eindeljjk overgaf, waren er nog vier hon derd van in het leven, en die waren zoo licht geworden, dat één onzer wol drie van hen kon oplichten. Het was erg jammer. Wel, mjjn waarde vriend, zondt gjj zoo goed willen zjjn, mjj aan de dames voor te stellen?" Met deze laatste woorden wendde hjj zich tot mjjn moeder en Ednarda, die op dat oogen- blik in de koukon kwamen. Hjj had se den vorigen avond niot gezien, on bjj de kenois- making had ik groote moeite om mjjn lachen in te houden. Want in plaats van haar op onze eenvoudige •Sohotscho manier too te knik ken, zette hjj zjjn rechterbeen vooruit, boog zjjn rug als een spartelende visch en legde de hand op het hart. Het leek mjj erg bespotteljjk. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1896 | | pagina 1