't Vliegend Blaadje.
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEUWEDIEP EN TEXEL. "SUST
Het Geheim van Segefeld.
Mo. 2566
Woensdag 15 September 1897.
25ste Jaargang.
Bureau: ZuidatraaL
Telefoons0. 63.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 idem f 1.121/,.
id. voor het Bnitenland f 1.25, idem f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bur.au. SPOORSTRAAT m ZUIDSTRAAT
Aavertentlón
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VKIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureau* bezorgd zijn.
Uit het Buitenland.
De verwikkelingen op het eiland Kret»
hebben indertijd tot den oorlog toaschen Grie
kenland en Tnrkjjo aanleiding gegeven. De
bewoners van dat eiland zijn ten deele Giieken,
ten deele Tnrken, en toen na door een groot
deel dier bewoners annexatie b\j 't koninkrijk
Griekenland verlangd werd, ten einde van de
overheersohing der Turken bevrijd te worden,
was de sympathie, die in Griekenland voor
dien wenBch geopenbaard werd, de eerste oor-
■aak der gebeurtenissen, die het ontbranden
van den oorlog, de inmenging der zes groote
mogendheden van Enropa en de blokkade van
het eiland Kreta door de zeemacht dier mogend
heden tengevolge haddeD. De onderhandelingen
over den vrede daren nog steeds voort, en
evenzoo is ook de blokkade van het eiland nog
niet opgeheven. En daartoe zal het gelijk
de berichten luiden ook niet zoo spoedig
nog komen. De voorstellen der admiraals, om
aan de blokkade een einde te maken, zijn
thans in behandeling en ondersoek bij de kabi
netten, en bjj eenige mogendheden schijnt men
al heel weinig last to hebben, om tot ophef
fing overtegaan. Slechts tot vermindering van
het aantal schepen van het internationaal
eskader tot op de helft ljjkt men niet ongezind.
Overigens zal, naar allen schijn, de toestand
die thans bestaat, vooreerst bestendigd blijven.
En eerst dan, wanneer de langgerekte vredes
onderhandelingen zijn ten einde gebracht en
met succes bekroond, dan eerst is het te
waohten, dat de gezanten zich sollen bezig
hoaden met de regeling der Kretensche quaestie.
Het verlangen van een zeer groot deel der
bevolking, naar een zelfstandig boBtaan, en
das naar afscheiding van Turkije zal dan
worden behandeld in verband met deeischen,
door de Tarksche regeering gesteld. Niet dan
voorwaardelijk wil de Porte Kreta's zelfstan
digheid toesfaao. Zjj wenscht zeer beslist, dat
de te benoemen gouverneur een Tarksch
onderdaan zij en dat een Tarksch garnizoen
op het eiland gelegerd bljjve. De vraag doet
zich op: hoe lang zullen ook deze onderhan
delingen tot oplossing van zulk eene lastige
quaestie wel moeten duren
Op hot eiland Cuba is het pleit nog lang
niet uitgevochten. Een voor de Spanjaarden
hoogst ongunstig, ja, ontmoedigend bericht werd
dezer dagen van het oorlogstooneel per draad
naar Spacje's hoofdstad overgebracht. Door
de opstandelingen is de stad Vittoria de Tunas
ingenomen. Deze stad werd door de Spanjaar
den verdedigd met zeven forteo en twee Kriipp-
kanonnen. Het doel der opstandelingen is,
naar men meent, geweest, om na het bemach
tigen van deze stad aldaar een regeering
intestellen, en daardoor het streven, om als
oorlogvoerende partij erkend te worden, een
stap nader te brengen. Deze gebeurtenis heelt
zoowel bij 't SpaanBche volk als bij de regeering
een diepen indruk gemaakt. De ministerraad
is terstond bijeengekomen en moet besloten
hebben, om eene expeditie te organiseeren,
ten einde de verloren stad te herwinnen. Aan
generaal Weyler zijn ophelderingen gevraagd.
Een dor Engolsche bladon spreekt do ver
wachting uit, dal de vredo tusschen Grieken
land en Turkije nu binnen enkele dagen wel
zal gesloten worden, daar, naar het blad ver
neemt, alle gescholen nu uit den weg zijn
geruimd. Het voorstel, namens de Engelschc
regeering gedaan, om eene fiuancicële commissie
te benoemen, bestaande uit vertegenwoordigers
van alle groote mogendheden, heeft Tarkije
tot de overtuiging gebracht, dat bet niet noodig
is, Thessalië bezet te houden als waarborg
voor do betaling der oorlogsschatting. De ont
ruiming van Thessalië zal dus plaats hebben,
zoodra de vrede gesloten is. De mededeeline
ran dit vredelievend hericht gaat vergezeld
van de verzekering, dat de regeering te Berlijn,
die in deze aangelegenheid herhaaldelijk met
bet kabinet van Londen overhoop lag, haar
volle sympathie heeft betuigd met de voor
stellen, van Britsche zjjde gedaan.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 14 September 1897.
Een zestigjarig Jubileum.
De Israëlitische gemeente alhier vierde
Vrijdag den zestigjarigen gedenkdag van de
stichting der synagoge.
Had de gemeente, in 'teerst weinig taliijk,
zich jarenlang moet»n behelpen met een ge
bouw in de Jodensteeg (Helder), in 1837 werd,
namens dio gemeente door do hh. L. M. van
Gelder en M. E. Tat een stuk grond aan den
Kanaalweg aangekocht, waarop kort daarna
het nieuwe kerkgebouw verrees. Op 8 Sep
tember 1837 werd dit gebouw ingewijd en
werden de H. Wetsrollen in plechtigeo optocht
naar do syuagoge overgebracht, waarbij mQ~
ziekkorps van Z. M. «Kenau Hasselaar", fees
telijke tonen deed hooren.
Tien jaren geleden werd 't vijftigjarig be-
ian van 't kerkgebouw plechtig gevierd eu
nu kwam men Vrijdagmiddag aldaar te zamon
van 12| tot 2£ uur, om 't zestigjarig jubileum
to herdonken, waartoe de kerk kenrig netje»
was gedecoreerd. Als vertegenwoordiger van
't gemeentebestuur was aanwezig de heer J.
G. R. Vos.
Bjj den aanvang van den plechtigen kerk
dienst weerklonk een feestcantate voor man
nenkoor, gecomponeerd en gedirigeerd door den
heer M. P. Polak. De tekist was ia 't He-
breeawsch in 1837 vervaardigd door den eerw.
heer A. Delaville en de Holl. vertaling door
don heer S. Calisch, van Amsterdam. De
koren klonken welluidend en de passages van
tenor eu bariton werden verdienstelijk gezongen.
De voorganger dor gemeente, de eerw. heer
P. van Rhijn, sprak 't namiddaggebed, 't zang
koor liet Psalm 100 hooren en daarna trad
de eerw. heer A. S. Onderwijzer, rabbijn te
Amsterdam op, om de feestrede te hoaden.
De redenaar begon mot de maaneu in her
innering te brengen, die zestig jaren geleden
't groote werk hadden tot stand gebracht en
wees er vervolgens op dat 't kerkgebouw door
de gemeenteleden tot een plaats van oprechte
Godsveroering moest gemaakt worden. Die
Godsvereering moet 't gebouw eerst tot een
heiligdom wijden. De synagoge wordt dan
eerst synagoge, wanneer we in plaats van die
Godsdienst te beheerschen, ons aan den wil van
God onderwerpen.
Daarom is do aanblik van enkele synagogen,
soms indrukwekkende gebouwen, treurig, wan
neer er een Godsdienst wordt gepredikt, die
naar eigen inzicht gevormd heeft. Laat
ons putten uit de zee van wijsheid, die in onze
heilige leer zoo onbetwistbaar gevonden wordt,
't Gebed voor ons Koninklijk huis moet geen
holle klank zijn, maar wedijveren moeten we
in trouw en aanhankelijkheid aan 't Vorsten
huis van Oranje, dat reeds eeuwenlang een
verkwikkende schaduw heeft geworpen over
Nederland en ook in 't bijzonder over Israël.
Laat Israël zich daarom getrouw hechten aan
de vorsten of vorstinnen uit dat stamhuis. Ten
slotte spoorde spreker bestuurderon en leden
aan op 't ingeslagen spoor voort te gaan, op
dat men van den Almachtige zegen en voor
spoed, gelnk en welvaart zou mogeu ontvangen.
Na 't zingen van Psalm 100 werd 't gebed
gesproken voor 't Koninklijk Huis en de re-
gcering des lands.
«Hij, die den Koningen de overwinning,
vorsten heerschappij verleent, Wiens Rjk
dat nller werelden is, dio Zijn dieuuar
David van het zwaard der boosheid reddo, die
oen weg door de zse, een pad door machtige
stroomen baande, Hg zegene, behoede, he-
scherme, ondersteun», verbeff-, vergoede, en
verhooge het aanzien van onze OeUedster en
Koningin Wilhebnina en Bare Doorlachte Boeder,
Emma, Koningin-Regentes van het Rijk.
Hg, de Koning ailer konmzoo, betuude haar
met Zijne barmhartigheid in het leven, en be
hoede haar, beschurme haar tegen allen nood,
verdriet en onheilonderwerpe volken onder
hare heerschappij, storte hare vijanden voor
haar neder en schenke haar gelnk in al hsar
ondernemingen. Hjj, de Koning aller koningen,
moge met Zjjoe barmhartigheid in haar hart
en dat van al hare raadslieden deelneming
opwekken, om ons en gansch Israël wel te
doen. Dat in hare en onze dagen Jnda gehol
pen worde en Israël rnstig wone. Dat te Sion
de Verlosaer kome 1 Dat dit Gode welbohage-
ljjk zjj 1 Laat ons hierop zeggen Amen I"
Aan HH. MM. de Koninginnen werd dit
gebed getelegrafeerd en tot Blniting der plech
tigheid werd door 't zangkoor Ps. 150 aango-
heven.
De feestvierenden begaven zich daarna naar
Casino, waar door den Voorzitter van 't kerk
bestuur, den hr. Ph. L. Vrieslander, een rede
voering werd gehondeD.
Spreker schetste de eerste plaats voor Gods
dienstige samenkomsten in den Helder en bracht
daarna welverdiende hulde aan de manneD,
die gewerkt hadden tot de stichting der tegen
woordige synagoge als de hb. M. E. Tat, M.
A. Leow, M. van Bon, H. Polak, H. Arons,
I. M. Groen. M. E. van Laenwen, J. de Jongh,
J. P. Beek, A. L. Lenw, alsmede de ver
diensten van de hh. M. E. Koopman en L.
M. van Gelder. Een kort overzicht van de
geschiedenis der gemeente en 't kerkgebouw
volgde, waarbjj dankbaar do ontvangen geschen
ken werden herdacht. In 1858 ontving de ge
meente de eerste zilveren siertorens; in 1860
werd de begraafplaats nitgebreid; in 1862
werd de zelfstandigheid der gemeente erkend
en werden de eerste kerkeraadsleden benoemd
vele kostbaarheden werden geschonken en le
gaten vermaakt; in 1884 verkreeg men een
nieuw schoollokaal; in 1887 werd 't vijftigjarig
jubileum gevierd, waarbg de eerw. zeer gel.
hoer Berenstejjo, rabbgn te's Gravenhage, als
feestrodonaar optrad. De hr. L. M. de Leeuw
to Amsterdam, schonk een zilveren Thorakroon,
een verguld zilveren handwijzer mot diamanten,
en een zilveren schild met de tien geboden er
op; de Israëlitischejengd schonk een zilveren
beker met blad en mevr. de wed. M. J. Man-
heim een kostbaar wit damast voorhangsel. Io
1894 bood do gemeente op 12 Sept. HH.MM.
voor de Synagoge een bede en heilgroct.
Nadat spreker hnlde had gobracht aan de
hh. P. H. Polak eo M. J. van Thjjn, die
jarenlang gewichtige diensten haddon bewezen,
respectievelijk als cecretaris en voorganger,
besloot hij zgne toespraak, die gevolgd werd
door een daverend applaus.
Als geschenke voor deze gelegenheid waren
ingekomen: van de hr. L. M. de Leenw een
paar zilveren siertorens, een zilveren wijnkan,
een zilveren handwijzer met briljanten en bod
kostbaren Thoramantel; van de IsrkëlitiBche
schoolkinderen, een zilveren eszakh.dooe. en
van den jongeh. M. M. Polak een keurig ver
vaardigde naamlijst van de leden der Jnbi-
lenmclnb.
Schriftelijke gelnkwenschen werden ontvar-
gen van de hh. L. M. de Leeuw en Ph. H.
Coben, benevens een telegram van HH. MM.
>H. M. draagt mg op, n en uwe Isra
ëlitische gemeente te danken voor het aan
geheven gebed.
Adjudant Van TuijU."
Vrijdagavond werd de dienst in 't kerkge
bouw waargenomen door den Eerw. hr. Cohen,
oppervoorzanger bij de Iar. Gom. te Leiden.
Tot slniting vierde de school jengd Zondag
middag feest en was er 's avonds soirëe amu
sante in «Mnsis Sacrnm".
Te 's-Gravenhage zal op a.a. Donder
dag des voormiddags 11 nar een monument
worden onthuld op het graf van den
ten vorige jaren aldaar overleden Schout
bij-Nacht K. A. Stakman Bosse.
Personeel belasting.
Naar men aan »Het Yad." mededeelt,
zal de nieuwe personeele belasting oug-
veer 3 millioen minder opbrengen dan de
opbrengst der onie belasting over het
laatste dienstjaar, dos nog iets minder dan
berekend wordt.
Doode vogels.
Een landbouwer te Anna Paulowna (N.
H.) vond dezer dagen ongeveer 60 doode
vogels (pluvieren) bjj elkander op zjjn land.
Enkele waren geheel vermorseld. Naar het
scheen waren de dieren door den bliksem
gedood.
Broodprijzen.
Een der redacteuren van 't Handels
blad had dezer dagen een onderhoud met
een groothandelaar in granen, en ontving
op zgne vragen 'naar de oorzaken en de
gevolgen van de stjjging der graanprjjzen
zeer bevredigende mededeelingen, Aan 't
einde van het onderhond vroeg de redac
teur«Gg verwacht dus geen groote stjj*
f;ing der broodprijzen 't Antwoord
uidde Groote stjjging, neen 1 Het brood
zal wel iets dnnrder worden, doch van
groote bcteekenis zal het niet wezen."
ATJEH en LOMBOK.
Blgkens van den Gouverneur-Generaal
van Nederlandsch-Indië ontvangen telegra-
phische berichten, zjjn bjj de jongste in
Atjeh geleverde gevechten
gesneuveld: de fuseliers J. H. Naulaers
no. 43823, A. F. Mornie no. 32183, J.
Memmer no. 41293 en F. C. A. Memis
no. 35904
gevaarljjk gewondde sergeanten A. H.
H. Theunisaen no. 41063 en D. J. Ver-
helat no. 26894, en
licht gewondde 2de laitenant der in
fanterie B. A. Gusdorf;
en zjjn aldaar aan de gevolgen van in
Atjeh bekomen wonden overleden
de van het Nederlandsche leger bjj dat
in Indië gedetacheerde lste luitenant der
infanterie A. A. van Mourik, de sergeant
C. A. van Lawick no. 42542 en de fuse
liers H. L. Callier no. 30794, H. J. J.
Meersmans no. 41637 en J. Nieborg no.
42754.
Voorts zjjn op Lombok, bjj het verdrjj-
ven van eene rooverbende uit de Prajasche
boBschen
gesneuveldde 2de luitenant der infan
terie F. B. Nunnink en de fuselier P. H.
W. Gradler no. 43858;
en werd bjj die gelegenheid gevaarljjk
gewond: de fuselier R. Wartenau no. 37998.
Aan de >N. R. Ct," wordt uit Batavia
dd. 10 September het volgende telegram
geseind, dat waarschjjuljjk aanvult, 't geen
uit het regeerings-telegram van Vrjjdag
bekend is geworden
«De gevangenis te Praja is verbrand.
Alle gevaarljjke gevangenen zjjn ontsnapt.
Een Javaansche spoorweggeëmployeerde is
vermoord. De troepen vielen (de roovers
aan, waarvan er 20 gedood werden. Aan
onze zjjde werd gedood de luitenant Mum
nick eu een mindere."
Amsterdam achteralt
Amsterdam heeft een schuld van f 75.777,000
die jaarijjks aan rente en aflossing een
som vordert van f 3.478,000.
Tien jaar geleden bedroeg de totale
schuld f 57 658,809 en de jaarijjks te be
talen rente en aflossing f 2.170,000. De
schuld nam in die 10 jaren dus toe met
f 18.000,000 en de jaarljjksche rentelast
met f 1.200,000.
Burgem. en Weth. stellen nu voor het
volgend jaar weer een nieuwe leening in
uitzicht, waarschjjuljjk van ongeveer
t 20 000,000, zoodat de hoofdstad des rjjbs
binneukort voor een schuldenlast van on
geveer honderd millioen gulden
komt te staan 1
Van den handel, een der hoofdbronnen
van bestaan van Amsterdam, koeeteren Bur
gem. en Weth. blijkbaar geen groote ver
wachtingen, althans de hoogere opbrengst
van havengeld enz. wordt door hen voor
het volgend jaar al héél laag geraamd.
IJmuiden. Bjj de schietoefeningen op
het fort alhier heeft een soldaat de stukken
van een springende ruit in het gezicht ge
kregen. Na verbonden te zjjn, is hjj naar
het militaire hospitaal te Haarlem gegaan.
Zondagmorgen zag men een groote
hoos uit zee aankomen. Terstond werd de
bemanning van het fort gewaarschnwd, die
een krachtig vaur gaf en daardoor de hoos
uit elkaar schoot.
Aan het Btrand te Katwjjk aan Zee
is aangespoeld een flesch, waarin een naam
kaartje; aau de eene zjjde bedrukt: Mr.
A. W. Parkin-Ramsgate en aan de andere
zjjde met potlood beschrevenanyone finding
this kindly let my wife know boat sprang
leak off Dunkerk 24-7 97 in squal can't
swim, no hope 6 50. (Als iemand dat vindt,
wordt hjj beleefd verzocht te laten weten
aau mjjn vrouw dat de boot lek sprong
bjj Duinkerken 24-7 97 met ruw weer,
kan niet zwemmen, geen hoop 6.50.
(L. D.)
Om één stem.
Bjj de herstemming voor een raadslid te
Ilpendam waren 44 stemmen uitgebracht
op het aftredende lid W. de Waal, en 44
op diens broeder P. de Waal. Één biljet
werd van onwaarde verklaard, omdat een
stip niet goed zwart was gemaakt vóór
den naam van W. de Waal.
P. de Waal werd, als oudste in jaren,
verkozen verklaard, en later door den Raad
toegelaten. De heer W. de Waal kwam in
hooger beroep bjj Ged. Staten van Noord-
Holland. Dit college heeft nu het biljet
geldig verklaard, waardoor W. de Waai
de meerderheid op zich bljjkt vereenigd te
hebben.
Moedige redding op zee.
De vorige week is op de Noordzee de
bemanning van het in nood verkeerende
Duitsche schoenerschip Maria" gered door
het Ned. stoomschip Hilversum."
Dinsdag jl. kreeg men nameljjk aan boord
van de Hilversum" tjjdens hevigen Noord
wester storm met zware buien een schip
in 't zicht, dat de noodvlag halfstoks ge-
heschen had. Naderbjj gekomen bleek net
te zjjn de schoener Maria" uit Emden,
kapt. E. Buss, van Drammen naar Papen
burg bestemd.
Het vaartuig was in ontredderden staat,
lag met bakboordreeling onder water en
dreef vol water op de lading, terwjjl de
scheepsboot was verbrjjzeld en de ver
schansingen aan bakboordzjjde grootendeels
waren weggeslagen. Zware ze< ën sloegen op
en over het schip en de bemanning had
als de eenige nog veilige plaats post gevat
achter op de hut, alwaar men zich aan
bet want kon vastklemmen.
Op eene vraag van den kapitein van
de «Hilversum" aan zgne bemanning wie
geneigd waren een poging tot redding aan
te wenden der in nood verkeerende schip
breukelingen, meldden zich twee der op
varenden aan, om met de boot van boord
te steken. Deze waren J. de Voogd, 2de
stuurman en Jan Stroobacb, matroos. Met
groote moeite en levensgevaar mocht het
hun na veel inspanning gelukken de be
manning van het ontredderde schip be
houden aan boord van de «Hilversum"
te brengen.
Hulde aan de moedige redde»
Door den schrik gedood.
Te Lobit was het zoontje van den land
bouwer Gerritsen in een boom geklommen
om appels te plukken. Hg viel en bleef
aan een der takken hangen Zjjn moeder,
dit ziende, wilde haar zoontje spoedig ter
hulp komen met een ladder. Door den
schrik werd zjj echter zoodanig bevangen,
dat zjj, vóór zjj hulp kon bieden, op de
plaats dood bleef.
Uit Zaid-Afrika.
Johannesburg, 8 Sept. (R. O.) Een ont
ploffing, welke vreeaeljjke verwoestingen
heeft aangericht, heeft plaats gehad in net
dynamiet-magazjjn van de «George Goch
Deep Levelmjjn". Men vermoedt, dat vjjf
blanken en vjjf en twintig kaffers gedood
zjjn.
Johannesburg, 10 Sept. (Agence Haves).
Er wordt aangenomen dat bjj de ontplof
fing in de «George Goch Deep Level-mine"
16 blanken en 25 kaffers zjjn gedood.
FEUILLETON
(12)
«Wasrom zon zjj dat gedaan moeten
hebben
«Dat moet ge aan mjjnheer en mevronw
von Melnik vragon, niet aan mjj,« antwoordde
sjj met een bljjk van ongeduld. «Zjj zal wel
reden gehad hebben, waarom ze niet langer
bjj hen wilde bljjven."
Heeft zjj n die reden misschien gezegd?"
vroeg de inspecteur onmiddellijk, terwjjl hjj
haar scherp aankeek.
«Ik heb n reeds gezegd, dat ik sedert eenige
weken jonkvrouw Gertrnde niet gesproken
heb," luidde haar antwoord, terwjjl zjj eenige
verwelkte blaadjes wegnam van een plant in
haar nabjjheid.
«Ge zjjt boos op baar/ merkte Dietel op.
Snel keerde zjj zich naar hem toe en zeide
op verbitterden toon«Ach, men boeit n
reeds gesproken van hetgeen er hier gebenrd
is. Na ja, ik was ik ben erg boos op
Gertrnde. Dat hadden wjj niet aan haar ver
diend. Op eene onverantwoordelijke manier
heeft zjj met het hart van mjjn zoon gespeeld."
«Om gewichtige redenen heeft zjj de be
trekking met hem verbroken/ zeide de inspec-
tenr met nadrnk.
Juffrouw Eltester richtte het hoofd op. «Hot
la volstrekt onmogeljjk, dat zjj gelo<f hoeft
gezlagen aan hetgeen haar zwager hem ten
laste legt. Daartoe zonden bewjjzen noodig
sjjn.»
«Die bewjjzen zjjn baar geleverd.'
«Men veroordeelt niemand zonder dat hjj
zich mag verdedigen. Dat had zjj mjjn zoon
niet moeten weigeren riep de wednwe met
fonkelonde oogen de diep gekrenkte moeder
sprak nit haar.
«Men zegt, dat nw zoon de grootste moeite
heeft gedaan om daarvoor in de gelegenheid
te komeo men beweert, dat hjj de jonkvrouw
overal is nageslopen."
•Knot ge hem dat ten kwade dniden
vroeg zjj, van haar Btoel opspringende. Hjj
heeft haar liefgehad, zoolang hjj haar kende
zjj was hom alles in alles. Om haar heeft hjj
geleerd en gewerkt, om haar heeft hjj zich
vele ontberingen laten welgevallen om een
ambt te verkrjjgen, dat voor haar stand paste.
Om dezen zomer in haar nabijheid te kan
nen wezen, is bjj als boechwachter hier bjj
mjjnheer Dorn gebleven, ofschoon hjj op een
veel betere betrekking aanspraak kon maken.
In tegenwoordigheid en met goedkeuring van
haar moeder heeft ze zich met hem verloofd
en nu zoo dioht bjj het doel
Hevige aandoening deed de vronw ver
stommen.
En heeft hjj haar gesproken
Juffrouw Eltester ging weer zittenhaar
stem klonk onvast, toen sjj antwoordde: «Ik
weet het niet; het kan zjjn, dat hjj haar ge
dwongen beeft hem aan te hooren, en dat sjj
daarom weggereisd ia."
«Heeft nw zoon dat gezegd?"
Zjj schndde het hoofd.
«Waar is hjj
Hjj slaapt."
Nn? Bjj klaarlichten dag?"
«Hjj is den geheelen nacht ter jacht ge
weest. Hg kwam in den morgen thnis en is
toen dadeljjk Daar bed gegaan."
«Weet hjj dan niet, dat jonkvrouw von
Kanff j1 vermist wordt vroeg de inspecteur. I
«Dat zon ik n niet kunnen zeggen."
Dan wil ik het hem zelf vragen. Wees
zoo goed, juffrouw, mjj bjj hem te brengen."
•Ik zal hem onmiddelljjk gaan roepeD."
«Neen, dank n, ik ga liever zelf naar hem toe.
Hnnne blikken ontmoetten elkaarjuffrouw
Eltester begreep op dat oogonblik, dat de
inspecteur kwade vermoeden» koesterde, en
d«t eene weigering hem daarin slechts zoo
versterken.
«Volg mjj dan," zeide zjj en stond op. Zjj
geleidde den inspectenr door een paar kamers,
die even eenvoudig gemeubileerd waren als de
voorkamer, maar die nog meer en schoone of
zeldzame planten bevatten.
•Het ziet er hier nit als bjj een geoefend
bloemkweeker,« zei de inspectenr, terwjjl bjj
verwonderd staan bleef. «Wie verzorgt ad
deze gewassen
«Ik," antwoordde jnffronw Eltester met
eenigen trots; maar trenrig voegde sjj er bjj:
«Die bloemen zjjn mjjn vrengde. Toen mjjn
man gestorven was, dacht ik dat ik dit huis
zou moeten verlaten. De gedachte, dat mjjn
bloemen verkocht en verstrohid zoodon worden,
was zeer pjjnljjk voor menaar een gehnnrde
woning zon ik ze niet hebben knnnen mee
nemen. Ik was daarom zeer dankbaar, toen
de opvolger van mjja man me aanbood bjj
hem te bljjven om het huishonden waar te
nemen. Hjj hoeft boven een paar kamers in
gebruik en ik ben met mjjn meubelen en mjjo
bloemen in mjjn onde woning gebleven.c
.Voert ge het huishonden geheel alleen?"
O, noen, ik heb een dienstbode. Nn mjjn
heer Dorn op reis is, heb ik haar voor een
paar dagen vrjj gegeven om haar zieke moedor
te Brnnshansen te gaan bezoeken."
«Op het oogenblik zjjt ge das met nw zoon
alleen
«Ja," antwoordde sjj en klopte tegeljjk aan
op een deor. George sta op. hier is een heer
om je te sprekenmjjnheer Dietel, inspectenr
van politie te EntiD."
,Ik ben al op, ik kom dadeljjk I* riep een
frissche, aangenaam klinkende stem, terwjjl
Dietel een znnr gezicht zette. Het was hem
niet naar den zin, dat de jonkman dadeljjk
wist, wie hjj was; en de woorden, waarmee
de wednwe haar zoon bekend maakte met
zjjn komst, leken hem met opzet zoo te zjjn
Het volgende oogenblik trad George nit zjjn
kamer te voorschjjn, en onwillekeurig moest
Dietel aan zichzelvon bekennon, dat Gertrude
von Kanffel veel moer goeden smaak had dan
haar oadere zoster. George Eltester was slank,
ving en tevens krachtig gebonwd.
Zjjn wolgerormd hoofd, bodekt met fraai
doukerblond baar, stond op een slanken, ge-
Bpierden nekzjjn door de zon gebruind ge
laat had manoeljjke, verstandige trekken zjjn
donkere oogen hadden een eerljjke, trouw
hartige nitdrnkking. Toeo hjj den mond opende
om den vreemdeling te begroeten, schitterden
dezen daarnit twee rjjen onberispelijke tanden
tegen. Hjj had een grjjsachtig groen jagers
buis losjes over de schonders geworpen, zoo
dat zjjn onberispelijk witte hemd daaronder
tichtbaar was.
■Wal is er van nw dienst, mjjnheer vroeg
George, terwjjl hjj de kamerdeur achter zich
sloot. Hjj deed dit niet zoo ving, of Dietel
had jnist nog gelegenheid om te zien, dat het
bed workoljjk beslapon was. Ook de hoogroode
kleur op George's wangen dnidde aan, dat
hjj had liggen slapen. Weder voorkwam de
wednwe den inspectenr, door te zeggen
•George, je waart doodmoe, toen je thnis
kwaamt. Ik wilde je daarom niet zeggen, dat
hier gisterenavond laat nog menscheo zjjn ge
weest om navraag te doen naar Gertrnde voa
Kanffel. Nn komt deze heer met het bericht,
dat zjj niet op den Godeborg teruggekeerd is.»
«Nn zon ik gaarne vernemon, of ge iets
weet omtrent haar verblijfplaats/ voegde
Dietel er bjj met een niet bjjzonder vriende-
1 ijken blik op de wednwe, die hem met haar
woorden alweer voor geweest was.
De inspeotenr bemerkte een verandering in
de uitdrukking van George's gelaat, maar hjj
wist niet, of die aan schrik, aan bezorgdheid
aan ontstolteais te wjjten was.
Is Gertrnde verdwenen riep hjj ontsteld
maar die woorden klonken niet natuurlijk.
•Hebt go daar werkelijk niets van gehoord?"
vroeg de inspectenr ongeloovig. .Overal in
den omtrek is men reeds sedort gisterenavond
aan het zookon.»
Hoe zon ik daar iets van gehoord hebben
Ik was ter jacht in de deunenbosschen aan
het niteinde van dit district."
«En hebt ge een hert geschoten t" vroeg
Dietel als terloops.
.Neea, het i» me ontsnapt," antwoordde
George ontevreden. «Mjjn moedor zal n wel
reeds vertold hebben, dat ik onmiddelljjk naar
bed ben gegaan, zoodra ik thnis was. Maai
zsg mjj, ik bid u wat is er met Gertrode
gebenrd
Dit laatste vroeg hjj met groote bezorgd
heid doch de inspecteur meende alweer, dal
dit niet oprecht gemeend was, en hjj ant
woordde scherp: .Eigenljjk bon ik hier ge
komen om te vragen, niot om inlichtingen te
geven. Weet ge dan workoljjk niots van jonk
vrouw von Kanffel.»
«Neen/ antwoord» Georgo kort.
«Hebt ge haar gistervn niet gezien t"
■Neen,* antwoordde hjj weer, maar na met
noergeslagon oogen.
(Wordt vervolgd).