't Vliegend Blaadje. KLEINE COURANT VOOR HELDER, NIEUWEDIEP EN TEXEL. Inhuldigingsfeesten te Helder. Ho. 2671. Woensdag 6 October 1897. 26»te Jaargang. Bureau: ZuidstraaL Telefoonn0. 82. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn. 81. Atoonnoment p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondags bl. 80 Ct- id. franco per poet 75 idem f 1.121/,. id. voor het Buitenland f 1.25, idem f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. ïïitgeYeriBERKHOUT ft Co., te Helder. Bureiux SPOORSTRAAT en ZUIDSTRAAT. Aavortentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer 5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Plaatsgenooten I In 't volgende jaar zal ons VADERLAND zich ver beugen in de kroning van onze beminde, jeugdige KONINGIN WILHELMINA. Waar Neêrlands vlag wappert, zal die gebeurtenis VREUGDE en GEESTDRIFT verwekken bij jong en oud en herinneringen achterlaten tot in lengte van dagen. De plaats onzer inwoning, waar zooveel wijst op ons aloud en beroemd Oranjehuis, zal bij de ALGEMEENE FEESTVREUGDE in de VOORSTE GELEDEREN op treden en door versieringen en illuminatiën, muziek en zanguitvoeringen, kinder feesten en optochten, gondelvaart en vuurwerk, blijken willen geven van vreugde met dien heuchelijken dag. Ter voorbereiding en uitvoering heeft zich onderstaande ALGEMEENE COMMISSIE gevormd, die U binnen enkele dagen lijsten zal aanbieden, om geldelijke bijdragen te ont vangen, 't zij in ééns, per maand of per week. VEEL, ZEER VEEL GELD is noodig. Geett daarom zoo ruim mogelijk, maar ook de geringste bijdrage zal welkom zijn. Algemeen zij de deelname! Orootsch onze feestviering ORANJE BOVEN! LEVE DE KONINGIN HELDER, October 1897. J. J. A. van Stepn, Eere-Vooriitter C. D. Zur MQhlen, Voorzitter F. P. Schilling, Penningmeester G. E. Kloosterhuis, Secretaris C. Adriaanse P. Adriaanse Cz. W. A. F. Ampt J. Brouwer A. Bais Jb. Bakker A. L. Beek P. H. Bos W. H. Burgers L. de Brupn G. Buhse W. Bakker We. C. Bot A. Bos J. Baert K. F. C. van Breda Jb. Brupn J. G. van Boxcel C. Bethlehem A. Bels DE FEESTC J. R. Bups L. Cath Mr, Croockewit J. Duinker J. Dol A. Frankfort Jb. Graafi D. M. Grunwald J. Gouwenberg C. van Gjjn K. Geus K. Gelder K. H. A. Heeroma M. Hoogerdugn W. Hoogenbosch L. A. Hartsinck M. Hopmans S. Jaring W. de Jong J. S. van Juchera C. S. Jaring A. Klerk Ae. D. Klik I. Korver J. G vanderKlaauw S. Krpnen C.J. J. H.v. Kempen J. Koning OMMISSIEi P. Klein J. Klein J. B. Kuiper P. Knip A. Leidsman W. J. Louws A. van der Leek H. van der Lee S. K. Lujjtzen J. C. Maters G. T. von Oterendorp L. vau der Ploeg M. P. Polak C. van der Plas J. F. Philips A. Postma W. Poll P. J. B. Puinbroek P. Pieters W. van der Putte L. Rumpff J. P. Radius T. Rpkers J. H. V. Riemens A. Rotgans P. Raadsveld P. J. Rpkers S. Scbellinger J. P. Sweering F. Sant H. J. C. Steenman P. Schilder C. Stammes C. J. Stelleman A. L. Thierens Fr. van Twiak P. Thomas P. Tol W. Tbie Tb. Terra A. van Twisk J. P. van Varik Ph. Vrieslander J. C. de Wit M. J. Wallast W. Westendorp C. Wpn W. Westerveld W. Willemse S. H. van der Woude J. Wilkers W. M. van Zweden D. van Zoonen P. A. Zwaanswpk Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 3e kwartaal 1897, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 October, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/s Ct. beplakt té worden. Uit het Buitenland. Op don laatsten dag van Herfstmaand werd door do Kamer Van Volksvertegenwoordigers te Athene eene zeer gewichtige beslissing ge nomen. De regoering had de qaaestie van vertrouwen gestold, met het oog op 'e lands toestand by 't sluiten van den vrede. De uit slag der stemming, die ten slotte gehouden werd, had dezen beteekeuisvollen uitslag43 stemmen werden uitgebracht ten gunste der regeering, 98 tegen en 48 blanco. Een minis- teriëele crisis was daardoor ontstaan. Do oplossing van deze crisis schjjnt heel voel voeten in de aarde te hebben. De toe stand in Griekonland is verre van rooskleu rig, en welke de gevolgen zuilen zyn van 't geen er thans op staatkundig gebied voorvalt, is daarom moeiljjk te gissen. Wel kwamen met eeD paar dagen berichten in van de samenstelling vaB een nieuw ministerie, doch het buitensluiten van den heer Delyannis, een beproefd staatsman, deed al dadelijk ver moeden, dat er weinig kanB bestond op eene afdoende beëindiging der crisis, 't Behoeft nauwelijks verzekering, dat in den tegen- woordigen toestand, waarin de financiën van Griekenland een zoo groote rol spelen, de schatkist in hopeloozen staat verkeert en de vredesvoorwaarden de instelling eener inter nationale contróle over 's lands geldmiddelen inhouden, de post van minister van Financiën de allergewichtigste betrekking moet geacht worden. Do heer Screit, gouverneur der Nati onale Bank, tot die betrekking in 't nieuwe ministerie geroepen, heeft beslist geweigerd, en de crisis, die men aanvankelijk opgelost waande, is daardoor weder heropend. Terwijl in 't midden van Europa kalmte en rust heerschen, doet het zuiden vau dit werelddeel in den laatsten tyd druk van zich spreken. Behalve Griekenland, vraagt ook Spaoje gedurig om onze aandacht. O ogerekend nog de woelingen binnen 'e lands van de Carlisten en do anarchisten, z|ja do koloniale aangelegenheden daar de oorzaak van groote bezorgdheid. De verwikkelingen op Cuba geven de regeering te Madrid haast goeD oogenblik rust. De Koningin-Regentes, die, met hure familie, den zomer buiten hare residentie heeft doorgebracht, is dezer dagen in de hoofdstad teruggekeerd. Men maakte zich aanvankelijk ongerust, dat hare reis op ernstige wijze zou worden ontrnst. Tehuis gekomen, ondervindt zy daar de gevolgen van 't gemis van haren eorsteu minister Canovas, die door de hand vau een sluipmoordenaar om 't leven is gekomen. Wèl hebben de over gebleven ambtgenooten, naar hun beste ver mogen, getracht de zaken looponde te houden, met de regeering der Vereenigde Staten van Noord-Amerika ter zake van Cuba op goeden voet te blyven, en maatregelen te beramen om de Cubaansohe verwikkelingen tot een gewenscht einde te brengen, doch zjj staan voor een dreigende toekomst, en 't schijnt hun op den duur niet mogelyk, de zaken gaande te houden. In dozen toestand heeft de Regen tes, op raad van den Voorzitter der Kamer, het besluit genomen om de hulp van den liberalen staatsman Sagasta interoopen. Deze zal, naar men meent, er wel in slagen, spoe dig een ministerie van zyne richting bijeen te krygen. Of het hem gelukken zal aan den op don duur onboudbaren toestand op Cuba een bevredigend oiude te verzekeren de tyd zal het moeten leoren. Gemeenteraad van Helder. Zitting van Vrydag 1 October 1897. Voorzitter de heer Van Steyn, Burgemeester. Tegenwoordig 18 leden; afwezig de heer RiesselmaD. Nadat de vergadering is geopend, worden de notulen der vorige zitting gelezen en veranderd goedgekeurd. Daarna geschiedt mededeeling van de vol gende ingekomen stokken: 1. Een schrijven van den heer Dr. H. Bitter Jr., meldende, dat bjj zyne benoeming als Wethonder aanneemt. 2. Een brief van den heer J. G. R. Vos, waarin by mededeelt ontBlag te hemen als ambtenaar van den Burgerlijken Stand. 3. Een missive van Ged. Staten, behel zende hunne besluiten ten opzichte van eenige reclames, den hoofdei jj ken omslag betreffende. Hieruit blykt, dat do aanslag van den heer A. Klein in do 4e klasse, die van d. n heer G. J. Colder in de 13e klasse en die van den heer P. J. Vollegraaf in de 4e klasse behou den blijft, terwijl Ged. S aten zich onbevoegd verklaren, omtrent deo aanslag van den heer D. de Lussanet de la Sabloniére ontheffing te verleenen. 4. Een adres van de Onderwyzers-Ver- eeniging ter opleiding van de hoofdacte, waarin verzocht wordt wederom in het genot van een subsidie van f200.gesteld to worden. De Voorzitter stelt voor dit adres in handen te stellen der Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs om advies. De heerFrowein acht het wenschelyk, dat ook het gevoelen van den Arrondissemenf'sohoolopziener wordt ingewonnen, want hy aarzelt zyn stem hier voor te geven. Uit het bijgevoegde jaarver slag dier vereeniging blykt, dat van den cnr- 8us door slechts 5 personen is gebruik ge maakt, waarvan 2 met ongunstig gevolg examen hebben gedaan. Verschillende gegovens mist men in dit verslag, zooalshet aaDtal lesuren, in welke lokalen het onderwijs gegeven wordt, of de deelnemers aan den onrsas zeiven ook een bydrage betalen, enz., terwijl het de op merkzaamheid trekt, dat slechts in 8 van de 9 examenvakken onderwijs wordt gegeven. Spreker wil wel de gelden toestaan, mits men eenigen waarborg heeft, dat zy nuttig besteed worden en wil daarom het gevoelen ook van den schoolopziener inwinnen. Niemand is daar tegen, er wordt aldus besloten. 5. Een adres van den heer Jb. Fray, ambtenaar ter Secretarie, verzoekende verhoo ging van jaarwedde. Adressant wyst op zyn voorganger, dio met dezelfde werkzaamheden was belast als hy en aanmerkelijk hooger salaris genoot, terwijl hij in het nu loopende jaar een groot godeelte van zyn vrijen tyd heeft opgeofferd om de vele werkzaamheden te verrichten, door de kieswet gevorderd. Op voorstel van den Voorzitter wordt dit adres in handen van B. en W. gesteld om het by de begrooting te behandelen. Een adres van de afd. Holdor van don Bond van Ned. Onderwijzers, waarin een her ziening der onderwijzerejaar wedden gevraagd wordt. By dit adres was een memorie van toelichting gevoegd, de redenen opgevende, die tot dit verzoek aanleiding gaven. Zoo werd daarin gewezen op 't feit, dat de bijverdiensten der ouderwijzers zeer gering zyn, omdat lessen aan de Normaalschool on dergelijke inrichtin gen opgedragen worden aan hoofden van scholen. Vervolgens wordt een vergelijking gemaakt tuseohen de traktementen der onderwijzers en andere gemeenteambtenaren en gewezen op die van hoofden van scholen, wier inkomen byna het drievoudige bedraagt. Nog komt iu de memorie een gespecificeerde rekening voor van uitgaven voor een huisgezia, bostaande uit man, vrouw en 2 kinderen, welke een totaal bedrag van f928,50 aanwyst. 7. Een adhaosieadres, geteekend door 40 onderwijzers, instemming betuigende met het voorgaande. Beido adressen worden in handen van B. on W. gesteld en zullen by de be grooting bohaudeld worden. 8. Een adres van de afd. Helder van den Bond van Ned. Onderw., waarin verzocht wordt van gemeontowege aan onvermogende schoolkinderen voeding on kleeding te ver- strekkon of anders, wanneer door pauicolieren daartoe het iaitiatief genomen wordt, geldelyken steun te verleenen. Dit vorzook zal by de begrooting behandeld worden. 9. Een missive van Ged. Staten, behelzende do goedkeuring van het bealoit van den Raad, omtrent de overname van de Diaconiestraat. 10. Een adres vau de ufdoeling Helder van •P&trimoniam", verzoekende een subsidie van f800. Patrimonium beijvert zich om toekomstige werklieden en huismoeders door onderwijs te bekwamen en heeft daarom ver schillende cursussen iu 't leven geroepen, waar van een rnim gebruik gemaakt wordt en dns in een bestaande behoefte voorzien. Om deze evenwel iu stand te houden, is een bydrage uit de gemeentekas wenschelyk. Over dit verzoek zullen B. en W. advies nitbreDgon, om het by do begrooting te behandelen. 11. Een adres van den doodgraver R. Zwaan, waarin hy verhoogicg van tractement verzoekt, omdat hem het verbod om niet langer f 1.te mogen heffen voor een graf van 2 diep groote Bchado heeft berokkend, terwyl zyne werkzaamheden door de uitbreiding der begraafplaats aanmerkelijk zijn vermeerderd. Zal hy de begrooting behandeld woi 12. Een verzoek van den heer G. Liger- wey, uitgever der Heldersche Courant, om de publicatiëa van het gemeentebestuur niet uit sluitend iu 't Dagblad van Helder en Hollands Noorderkwartier te plaatsen; dit toch wordt niet algemeen golezen. Adressant meent, dat hot contract indertijd met den heer A. A. Bakker, uitgever der Heldersche en Nieuwe- dieper Courant, gesloton, niet bestendigd mag worden, nu dit blad van naam is veranderd en door een maatschappij wordt uitgegeven. Men bealoit ook dit verzoek by de be grooting te behandelen. 18. Een adres van de heoren J. Katoen en M. J. Korving, waarin gevraagd wordt hun salaris voor het geven van onderwys in de Franeche taal aan School 7b te brengen op f275 'sjaars, zoodat dit in evenredigheid komt met de salarissen van hen, die herhalingBon- derwjjs geven. Wordt in handen gesteld van de Schoolcommissie om advies. Hierna wordt in behandeling genomen de adressen van de heeren Sant en Van der Ploeg, om als hoofd naar de nieuwe school aan den Parallelweg te worden overgeplaatst. Gelezen wordt een missive van B. en W., waarin «ij voorstellen de verzoeken van adrea- santon niet in te willigen. B. en W. komen tot dit besluit na kennisneming van de advie zen van den Districtsschoolopziener en do Comm. van Toezicht op 't Lagor Onderwys. Zy kannen geeae termen vinden, om den Raad voor te stellen het besluit tot overplaat sing in te trokken. Waar eehter de heeren Sant en Van der Ploeg thans aan het hoofd staan van kleine scholen met 50 a 60 1( lingen is het, gelet op genoemde adviezen, zeer de vraag of bedooldo personen de be kwaamheid en geschiktheid bezitten, als hoofd op te treden van een inrichting, waaraan een personeel van 9 it 10 personen verbonden iB. Hier over ontspint zich een breedvoerige on langdu rige discussie. De hr. Frowein wil de uitgebrachte rapporten iu 't oponbaar voorlezen, de heer Croockewit op het eenmaal genomen besluit, om een dezer beide heeren over te plaatsen, terngkomen en het duB intrekken. Do heer Staalman acht intrekking geheel onnoodig en vindt de conclusie van B. on W. al zeer zon derling, omdat in de vorige zitting toen het voorstel van B. en W. werd verworpen, hot in de bedoeling van den Raad lag den heer Sant of den heer Van dor Ploeg over te plaat sen. Do heer Croockewit meont, dat men in belang van 't onderwas handelt, door op 't besluit terug te komen, nn men konnis heeft gemaakt met de uitgebrachte rapporten en doet in dien geest een voorstel, hetwelk hy even wel intrekt, nadat door den hr. Staalman is bewe zen, dat zoodanig voorstel overbodig is, nu nog goen beslissing is genomen over de ingediende verzoekschriften. Verder geett hy zjjn be vreemding te kennon over de geheimzinnigheid, waarmede deze zaak behandeld wordt. Da heer Korver wyst op art. 28 der onderwijs wet, waar de gemeenteraad vryheid wordt gelaten, ieder hoofd eener school ovor te plaat sen. Behalve de meergenoemde personen wil hy de andere schoolhoofden in deze gemeente ook in de gelegenheid stellen te solliciteercn, opdat niemand onrecht gedaan wordt, hetwelk zonder in strjjd te handelen met het besluit der vorige vergadoriog, kan geschieden. De heer Staalman komt er nogmaals tegon op, dat er in de laatste zitting oen besluit is genomen alleen is een voorstel vau B. en W. verworpen en daarmee do zaak in hetzelfde stadium teruggebracht, hetwelk duidelyk uit de notulen blflkt. De heer Frowein geeft toe, dat er geen besluit genomen is, en meent daarom, dat er een voorstel gedaan moet worden, en stelt het volgendo voorDe Raad, gehoord de adviezen van den Districtsschoolop ziener en van de Comm. van Toezicht op 't lager onderw. en het praeadvies van B. en W., be sluit adressanten kennis te gevendat een op roeping van sollicitanten zal worden gedaan Do voorsteller verdedigt zyn voorstol op grond, dat het dan een eer is, benoemd te worden. Bovendien heeft men by de vervulling der vacature voor gemoonto-genoesheer hetzelfde gehandeld en ook by de vacature voor leeraar iu de moderne talen aan de Zeevaartschool. Do heer Van Twisk kan zich biermede ver- eenigen, wanneer alleen de hoofden van scholen in deze gemeente recht hebben van sollicitatie. Do heer Korver spreekt in gelyken geest en doet een ander voorstel, nl. De Raad besluit een algemeens oproeping te doen aan hoofden van scholen in deze gemeente". De hoer Staalman spreekt nog een enkel woord over 't voorstel Frowein, en vreest by aanneming daarvan, dat iemand van buiten zal benoemd worden en de heeren Sant en v. d. Ploeg niet in aanmerking komen. Do hoer Frowein beantwoordt den heer Staalman door er op te wyzen, dat men het algemeen belang moer moet behartigen dan om vrienden ter wille te zyn. Dit belang vordert, dat men iemand aanstelt, die de beste waarborgen geeft voor goed en degclyk onderwys. Nadat nog de heer Stammes verklaart heeft tegen het voorstel te znllen stemmen, om een een- t don Raad aangenomen beginsel te huldigen en de heer Kramer er op gewezen heeft, dat men het vooruitzicht op promotie op deze wyze afsoydt on dat niet hy de geschiktste persoon is die do meeste bekwaamheden bezit, maar hy, die gezag kan aitoefeneD, wordt het voorstel des hoeren Frowein in stemming gebracht on met 10 tegen 8 stemmen ver worpen. Tegen stemden de heeren Terra, Kramer, Kuiper, Hartsinck, Korver, Verfaillo, Staalman, Stammes, Van Twisk en Van Edo. Alann komt het voorstel Korver aan de orde. Do hoer de Wit vraagt don heer Korver of or wol sollicitanten zullen komen, of hy zich soms hierover vergewist heeft. De heer Korver meent, dat wat particulier wordt be sproken nog niet geschikt is voor openbare rnodedoeling. Tot stemming overgaande, wordt het voorstel dos heoren Korver met 12 tegon 6 stemmen aangenomen. Tegen stemdon do heeren van Ede, Kramer, Over de Lindon, Sevonhnysen on Staalman. (Alzoo isdoordozo stemming beslist, dat alle hoofden van Scho len in deze gemeente in de gelegenheid worden gesteld naar de nienwo school te 8olliciteeren. Vervolgens heeft de aanbieding der gomoonte- begrooting over het dienstjaar 1898 plaats. Deze bedraagt in ontvangst eu uitgaaf f 241.181,82. Tot onderzoek dier rekening splitst de Raad zich in 3 sectio's, die op nader te bepalen dagen, onder voorzitterschap van oen dor leden vun het Dag. Bestuur, zullen vergadoren. By lotiog worden aangewezen tot leden der le sectie: do heeren Terra, Kramer, Kuiper, Van Edo, de Wit en Stammes; tot die dor 2e sectie de heeren Van Twisk, Croockewit, Vob, Verfaille en Korver; tot die der 8e sectie de heeren Sevonhnysen, Hartsinck, Frowein, Staal- Riesaelmann. Alsnn wordt aan de orde geBteld de benoeming van een gemeente-ge neesheer. Voorgedragen worden de heeren 1*. Visser Jz„ arts, alhier en £L Jongkind, arts to Amsterdam. Met 17 stemmen wordt eerst genoemde gekozen, terwyl de tweede 1 stom verkreeg. By de nu volgende rondvraag verkrygt de heer Korver het woord en vraagt of op de bo- grooting van 1898 voorloopig gelden zyn uit getrokken, die in verband staan met zyn in gediende memorie, omtrent de duinwaterleiding, waarop de Voorz. ontkennend antwoordt. De heer Korver drukt daarover z|jn leedwezen nit, te moer omdat zyn voorstel tot dusverre nog geen punt van behandeling is geweest. De heer Kramer wyst er op, dat aan hot verzoek van den heer Hartsinck, eenigen tyd geleden gedaan, om een lantaarn te plaatsen op den hoek van de Stationstraat en Station- dwarsstraat nog niet is voldaan, hetwolk toch zeer noodzakelijk is. De Voort zegt, dat op do begrooting gelden voor 2 meerdere lan taarns zyn uitgetrokken. De heer Croockowit vestigt do aandacht er op, dat het een goodo maatregel zou zyn wanneer de lantaarn in 't plantsoen by de Kooiogdwarsstraat eenige meters verplaatst word. De beer de Wit spreekt de wenschelykheid nit dat B. on W. vergadoringen van hoofden van scholen on klassoonderwyzers bevorderen en daaraan hun aandacht wjjdun. Hierna niets meer to behandelen zynde, gaat de Raad over in geheime zitting tut on derzoek van eenige reclames tegen don aan slag in den Hoofdei. Omslag en wordt de openbare vergadering gesloten. De volgende missive is b|) den Raad dezer gemeente ingekomen Aan den Raad der gemeente Helder. «Bij deze heb ik do eor n kennis to geven, «dat ik, ingevolge art. 70, al. 8, der ge- „meentewet, het besluit, genomen in nwe ver gadering vau den lston dezer, namelyk de „aannoming eener motie van den volgenden inhoud ,De Raad der gemeente Helder, zich rcfe- „reerende aan de afwyzende beschikking om FEUILLETON HenmiCH- (18) Het eerste wat mevrouw von Melnik op de treurige mededeeling van haar man ant woordde, was ook nuHet is niet waar, het kan niet waar zjjnl" •Het is. helaas, maar al te waar,» ant woordde Melnik, „ik. wist het reeds sedert twee dagen, maar ik brilde je niet bedroevén, voordat wjj de treurige zekorheid hadden.* En nn .verhaalde hy van do nasporingen in het Obermeer, het vinden van het horloge en •indelyk van het opvisschen van Gertrude's lijk. Zjj was opgesprongen en liep nn handen wringend in de kamer heen en weer. „Mjjo zuster, oh, bad ik kunnen denken, dat ik je nooit zoe wederzien jammerde zy. „Maar ik wil haar zien, ik will» riep z'J, plotseling een beslnit nemende, terwyl zjj voor haar man bleef staan. „Waar is zy, Lothar? Ik wil er heen 1' Hy stond op en sloot [haar in zyn armen, „Laat dio godachte varen, lieve Melitta. Het ■ou je te veel aangrijpen. Men heeft haar in het lijkenhuis te Eutin gebracht; ik ryd er onmiddellijk heen.* «In het ljjkenhnis? Dat mogen wjj niet duldenzjj moet dadelyk aan ons worden overgegeven. „Dut gaat zoo gemakkelijk niot. Eerst moet worden vastgesteld dat zjj het ia.« •En wie zoo dat beter kunnen vaststellen dan wjj Ik ryd met je mee la „Maar, Melitta.u „Neen, daar laat ik mjj niet van terag- houden," zeide zy, in haar ij ver niet bemer kende, dat Molnika tegenstand niet ernstig gemeend was. Hy maakte nog eenige tegen werpingen, maar eindelijk zeide hy: „Welnn, je zult je ziu hebben, arme Melitta. Ik zou je zoo gaarne verschoond hebben, maar ik zie, dat deze bittere kelk jé niet kan voorbijgaan.* Hjj had geschelduan den binnentredenden huisknecht zeide hjj nu(Het rjjtuig met vier zitplaatsen moet voorkomen de juffrouw moet mjjn vrouw aankloeden en daarna zich ge reed houden om met ons naar Eutin te rjjden. Jij moet ook mee.* „Waarom, Lothar?" •Ik wil iemand bjj de hand hebben, wan neer je door die zaak te voel wordt aange daan," antwoordde hjj. Dat hy die menschen meenam om ook getnigonis sf te leggen voor de herkenning van het ljjk, wilde hy zyn vrouw niet zeggen. Een half uur later kwam het rjjtuig voor, en ondor bet weenen en jammeren der achter blijvende huisgenootcn, stapte mynheer ven Meloik met zjjn vrouw en de kamenier in het rjjtuig, terwyl de huisknecht naast den koetsier op' den bok plaats nam. Eerst nn betrenrde men Gertrude von Kauffol als een overledene; tot dusver bad men nog altjjd eenige hoop gekoesterd, dat zjj zon terug- kooroc. Bjj de komst aan het gerechtsgebouw ont ving de rechter von Reutern het echtpaar von Melnik mot alle bewyzen van de innigste deelneming. Melnik was reeds onderricht van Georgo's gevangenneming en zjjn vriend maakte er geen bezwaar van, hem den uitslag van het eerste verhoor toe te fluisteren. •De ellendeling is zoo good als overtuigd van den moord, zjjn snoeven en zwetsen zal hem niet veel helpen. Laten wjj er in tegen woordigheid van mjjn vrouw over zwjjgon zjj heeft reeds genoog aan hetgeen haar wacht,* zei Melnik mot «en waarschuwenden blik zjjwaarts op Melitta. Von Reutern bracht den heer en mevrouw von Melnik zelf i aar het ljjkenhuis, waar het verminkte lyk van het schooue meisje nu onder een zwart dek lag uitgestrekt op een paar planken, die op schragen rustten. Hel dek werd weggenoman eu Melnik die het eerst nader getreden was, deinsde met een doffen kreet terug. Z|jn gelaat werd vaal bleek, zyn tandon klapperden en slechts met moeite kon hjj zich staando houden. Welke voorstelling hjj zich ook gevormd had van het ljjk, de werkelijkheid was nog veel af grijselijker. „Bljjf daar, Melitta, je kunt hot niet ver dragen 1» riep bjj, doch, zjj had don arm van den rechter reeds losgelaten en was nader getreden. Mot den uitr >op «Gertrndeviel ijj in onmacht. Men droeg haar wegbevond eD schreiend, met de handen voor de oogen, volgde de kamenier. In een afzonderlijk vertrek van het ge rechtsgebouw, dat men ter beschikking vau den heer on mevrouw von Melnik had ge steld, kwam Melitta weer tot bewustzijn. Hier verklaarde zjj, in navolging van haar echt genoot, dat z|j het ljjk herkende als dat van haar zuster. Ook do kamenier, de huisknecht on de koetsier hadden het lyk gezien en legden dezelfde verklaring af. Al zag men niets meer van hot gelaat, al onthrak de hand met rin gen en al waren van de kleedingstukken slechts eenige lompon overgebleven, toch her kende men hot fraaio haar, al had dit veel van zjjn glans verloreu. Verder verklaarde do kamenier, dat de bealykte kousen en schoenon de voeten van het lyk dezelfde waren, waarmee de jonkvrouw de villa verlaten had om een wandeling te doeD. Ook de tuinman, het kamermeisje en nog eenige andere personen, dio Gertrude von Kauffol gekend hadden en in don loop van den dag bjj het lyk gebracht werden, ver klaarden allen, dat zjj daarin het stoffelijk overschot der vermiste jonkvrouw herkenden. Alleen do oude keukenmeid sprak haar twyfel uit en zeide, dat haar jeugdige meeste res slanker en schoouer van lichaamsbonw was geweest. Alsof men dat nog kon onder scheiden aan een ljjk, dat reeds zoo lang in het water had gelegen Aan haar bewering werd dan ook geen gewicht toegekend tegenover het overeenstem mend oordeel van ai de andere getuigen. Ook George E'tester werd by het ljjk ge bracht. Op zeer stelligen toon weersprak bjj de meening, dat dit het ljjk van Gertrude von Kauffol washjj ging zelfs zoover, dat bjj allen, die dit gezegd hadden, beschuldigde dit tegen beter weten in te hebben gedaan, of anders hadden ze zich laten beetnemen. Waarom dat?" vroeg de inspecteur Dietel, die even als de rechter bjj dit tooneel tegen woordig was. Beide heeren wisten niet recht, wat ze er van denken moesten ze hadden ver wacht, dat de afschuwelijke aanblik van het ljjk een treffende nitwerking op hom zou heb- bon, maar dat kwam verkeerd uit. George baalde de schouders op, wees naar het ljjk en zoido„Wie deze ongelukkige ook zjjn moge, zjj heeft in haar leven niet veel geleken op Gertrude von Kauffol. Doch al was do gelijkenis neg zoo groot gewoest,toch beweer ik zjj kan het niot zjjn." „Waarom niet vroegen beide heoren in één adem. „Omdat zjj leeft." «Gjj weet dus iets van haar." „Ja." Waarom hebt ge dat tot heden ontkend?' (Omdat ik haar beloofd had te zwjjgen, en ook omdat ik geloofde, dat het voor haar en voor mjj van zeer veel belang was, dat nie mand wist, waar zjj was. Thans zie ik in, dat ik niet langer kan zwjjgen. Ik mag niet dalden, dat men Gertrude von Kauffel dood gelooft en in haar plaats oeo andere begraaft. Ik mag haar niet langer te vergeefs op mjj laten wachten „Wilt ge ons in don waan brengen, dat Gertrude von Kauffel u verwacht?* vroeg do rechter blykbaar ongoluovig, en Dietel voogdo er by „Ootziot ge u niet om in bjjzjjn van dit ljjk ons eon praatje op den mouw te spelden „Het iB geen praatje, het is de volle waar heid," antwoordde George, „maar wat ik n wil mededeelon, is niet in eon paar minuten gezogd misschien wilt ge mjj liever in het gerechtsgebouw uanhooren, dan hier in het ljjkenhnis.* De beide heoren wisselden een blik met elkander. „Goed," zei do rechter, ,dan zal ik a dadelyk in de verhoorkamer laten brengen.* ZEVENDE HOOFDSTUK. In de kaal gemeubileerde verhoorkamer stond George Eltestor weder voor den rech ter, achter wien de inspecteur Dietel plaats had genomen. Aan een tafel ter zjjde zat de schrjjver gereed, om elk woord van den ver dachte op papier te zetten. Hoewel alle drie deze heeren zich zeer goed wisten te beheerschen, konden zjj nu toch hun nieuwsgierigheid uiet geheel ver bergen. Het was laat in den namiddag, de lucht was zwoel en drukkend. Aan den oosteljjkon horizon kwamen donkere wolken opzetten, doch do westelijke hemel was nog helder. De ondergaande zon wierp slechts gebroken stralen door de takken van oen gfooten boom door het eenige venster in hot vertroknu eens viel hot licht weer op het gelaat der heeren, dan eens op het kruisbeeld, dat voor don rechter op de tafel stond. George zelf stond in de schaduwhjj was bloek cn bleef slechts met moeite staande. H|j had standvastig geweigerd den aangeboden gevangeniskost to eten, on gevoelde zich nn zoer zwak. De rechter bemerkte dit en gaf hem verlof te gaan zitteD. Dadelyk maukto George van dit verlof gobruik en nam plaats op een stoel. „Wat hebt go ons mede te deelen vroeg de rechter. Het duurde eenige minuten eer de jonk man begon. Er hoerschto oen diepe plechtige stilte, zoodat het brommon van oen groote vlieg als een lnid godrniach klonk. •Bogin nu, wjj wachten,* vermaande de rochter. George haalde diep adem eu nu bogon hij, eerst zacht en bedachtzaam, maar hoe verder hjj met zjjn verhaal kwam hoe levendiger hy sprak. •Ge hebt mjj gevraagd, heer rechter, of ik met Gertrude von Kauffol verloofd ben ge weest, en dat heb ik erkend. Ik voeg er nu aan toe, dat wjj elkaar liefhadden sedert de dagen onzer prille jeugdom haar to kunnen bezitton heb ik voor do hoogero rangen in hot bosehwozon geetudeerd in plaats van eun- voudig in do loopbaan van mjjn vader te treden en zjjn opvolger op Segefeld te worden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1897 | | pagina 1