lijvoegsel, behoorende bij 't Vliegend Blaadje, van Zaterdag 27 Nov. 1897. t Geheim van Segefeld. [ALENDEB DEB WEEK. KOVEMBER, (Slachtmaand, 30 dagen). Opkomst der Zon 7 u. 47 m. Onderg. g 3 n. 50 m. dag 28 Eerste Advent, indag 29 sdag 30 lECEMBER, (Wintermaand, 31 dagen), ensdag 1 Eerste Kwartier, iderdag 2 S»g 3 ïdag 4 Uit het Buitenland. laatste maand des jaars nadert, en nog is zyn we wachtende naar het beslissend der Grieksch-Tnrksche verwikkelingen, oorlog tusschen beide Staten is feitelijk niet geëindigd. In de Grieksche Kamer Volksvertegenwoordigers heeft do heer lis, de president van don ministerraad, verwachting uitgesproken, binnen eenige m in staat te zijn, de definitieve vredes- waarden aan de Kamer voor te leggen, jodra deze voorwaarden ztfn goedgekeurd, in December het ontwerp tot hot instellen financie.de conti ö'o volgen. De minister g daarbij aan de Kamer, om tot aan de ming van het vredesverdrag haar werk- nbeden te schorsen. Eon levendig debat toDd over het voorstel tot het benoemen Commissie van enq' ó'.o naar de ge- tenissen in den oorlog. Het denkbeeld tot instellen van bedoelde Commissie werd rand, in de verwachting, dat botonderzoek zon aan 't licht brengen, wie de aanstokers geweest van den krijg, zoowel als de e, wsarop de oorlog is gevoerd. De minister Oorlog verzekerde tjjdons dit debat, dat Koning do eerste was, die de volkomen raffing oiscbto van alle schuldigen. Ten t van do thans heerschende goed» ver- ihonding tusschen de regeoring en de ver- awoordiging, verklaarden de leden der missie, die de enquête voorstelde, dat mede niets onaangenaams voor de regeering: bedoold. Do beslissing over dit voorstel niet onmiddolljjk genomen. Eerst in een eode zitting word daartoo besloten. eeds hebben we gemeld, dat de Spaansche oring reden heeft, om zich te verblijden den steeds gunstiger wordenden toestand Philippijnscho eilanden. Latere berichten n »nog, dat de opstand 'linzen in 't alge meen geneigd zijn om te onderhandelen, en dat eon der voornaamste hoofden van den opstand bereids zijne onderwerping heeft aan geboden. De toestand van Spanje, wat zijne koloniën betreft, was tot nog toe dan ook zeer treurig. 'tWas werkelijk te veel, in twee ver van elkander gelegon koloniale bezittingen de Philippjjnon in den Archipel ten oosten van Azië, eu op Cuba in Amerika tegen felle opstanden te moeten strijden, terwijl men in don zetel der regeering te Madrid staatkundig en financieel met zulke groote moeie- Ijjkheden had te kampen. Eon uog later bericht meldt, dat de opstand op de Philip- pijuen thans geheel is geëindigd. Voor eenige dagen heelt Keizer Wilhelm van DuiUcbland op de gewone, plechtige ma nier do recruten van de garde beëedigd. *t Was een prachtig schouwspel dus wordt door dc berichtgevers verzekerd. Alle stand»-rds en vlaggen waren voor het front der troepen op- gestold. De Keizer reed langs le gelederen, en inspecteerde de korpsen. Daan.a werd eene korte godsdienstoefening gehoudon, waarvoor een altaar in do open lucht was opgeslagen. Do geestelijke spaak het eodsformnlier, waar na <le belofte door de troepen moest worden nagezegd. Eindelijk hield de Keizer een toe spraak, waarin bjj wees op het groote gewicht van den afgelegdon eed, en waarin deze merk waardige woorden voorkwamen //Hij, die geen goed Christen is, is geen brauf mensch, noch een ll'iuk Pruisisch soldaat, en kan op geen enkele wijze de plichten vervullen, die van een soldaat in hot Pruisische leger worden g« ëischt.» Zooala te verwachten was, hebbeu deze woorden vun den Keizer groote opschud ding verwekt in hot Duitscbe Rijk. Alleen een Christen kau een goed soldaat en een gued vaderlander zjjD," doch een jood of een ooge- loovige niet. Een der Dnuacbe dagbladen vraugt, waartoe het dient, do Joden en unge- loovigen den eed te doen afleggen als men vooruit ovortuigd is, dat zjj dien eed niet houden kunnen, daar zjj toch niet in staat zjjn, r brave menschen en goede soda ten te worden.» Een ander blad wijstop Turken, Magyaren, Hindoes en zelfs Heidenen, die brave mensohen on goede, dappere soldaten" geworden zjjn en vraagt, of er op dit keizerlijk woord niet iets aftsdiagen valt. Hoewel dezo woorden des Keizers niet door een der Ministers zijn gecontrasigneerd, en dus niet vatbaar zjjn voor eeue interpellatie, sohjjot toch het voornemen te bestaan, om ze in don Rjjksdag ter sprake te brengen. Nog al'jjd wordt te Parijs drok gesproken en in do dagbladen goschreven over Dreyfus, den banneling op rotsachtig uiland >L' II» du Diablo". Een Engolsch blad mankt de op merking, dat sedert Napoleon I op St. Hele- □a gevangen zat, goen gevangene zóó aller oogen op zich gevestigd had, als de voormalige kapitein van het Fransche leger thans. Dit is misschien wel wat overdrevoD, doch er wordt heel wat papier over hem en zijne zaak zwart guraaakt NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 26 November 1897. Dinsdagavond werd de liefdadigheids- vooretelling in Tivoli door de Torpedisten- vereeniging »Door Eenvoud Groote her haald voor een volle zaal. >De twee Weezen* werd met niet minder succes gespeeld dan de vorige keer, en aan de hoofdvertooners komt niet minder lof toe; we vermelden in de eerste plaa's, de beide weezen, Louise en Henriette, benevens de gravin de Liniëren en daarbij vrouw Fouchard, die haar rol als bedelares met de meeste opgewektheid speelde. Yan de heereu muntten bjjzonder uit Jacques en Pièrre Fouchard, Soger, baron de Yaudray, de graaf de Linières en de markies de Prèlea. Hadden de overige vertooners geen hoofdrollen, ze brachten door hun vlug en los spel 't hunne bjj tot 't vormen van een goed geheel, waarbij een woord van waardeering aan den regisseur niet mag achterblijven. Onder directie van den heer J. v. Roon, toonde 't fanfare-corps der Vereeniging steeds in de muziek vooruit te gaan. Gaarne erkennen we, dat de opvoering van »De twee Weezen*, niet gemakkellijk door een gezelschap van dilettanten zal overtroffen worden. Als de best geslaagde tafereelen noemen we 't tweede en 't zevende. De opbrengst, na aftrek der onvermijde lijke kosten bedraagt f 398,06. Het bestuur verzoekt ons een woord van dank te willen brengen aan allen, die zoo bereidwillig zjjn geweest hun steun te ver benen, waardoor aan de weduwe en hare kinderen, alsook aan een ond collega eenige hulp kan worden verleend. PAARDENMARKT. Begunstigd door goed weder werd Woens dag alhier de eerste najaarepaardenmarkt gehouden in de Molenstraat. Nog gedachtig aan 't gunstig verloop der laatstgehouden koemarkt, hadden velen zich een groote vooretelling van de zaak gemaakt, eu daarom keek menigeen vrjj ontmoedigd, toen er omstreeks half negen des morgens slechts een paar ongelukkige rossinanten te zien waren, die zelfs den lachlnst der daar rondzwervende school jeugd opwekten. De toestand verbeterde echter later, zoodat er eindeljjk zelfs om streeks veertig paarden aan de ljjn stonden. De toeloop van belangstellenden groeide insgeljjks aan en onder hen merkten we opleden van 't gemeentebestuur, de Kamer van Koophandel, Landbouw en Helders Belang*. Behalve onze woonplaats, leverden Texel, Koegras, Zijpe en A. P. hun contingenten aan de markt. Bjj de paarden trof men er ook een paar muilezels, bokken en geiten, kippen en kon jjnen aan. Er waren onderscheidene vreemde kooplieden aanwezig, die gemeend hadden hier jonge paarden te zullen aantreffen. De markt werd verlevendigd door negocianten, die onderscheidene waren te koop aanboden, waarbjj de man, die een remontoir in étui voor drie stuivers te koop presenteerde, met nog een tooverboek toe, wel 't meest de aandacht trok. In vergelijking met de koemarkt, kannen we de paardenmarkt niet bepaald geslaagd noemenkoopers waren er genoeg aan wezig, maar niet de paarden, die men verlangde. 't Berijden der dieren gaf stof tot groot vermaak aan de lieve jeugd, die onvermoeid meeholde, welke harddraverij ditmaal zonder ongelukken is afgeloopen. Slechts één man, P. Tesselaar, kreeg een trap van een paard, die echter niet hevig aankwam. We zien aan deze proeven met 't honden eener najaarspaardenmarkt, dat alle begin moeiljjk is. Er werd voor rijpaarden geboden van f 250 tot f 350 Werkpaarden f 50 tot f 90. Hitten f 35 tot f 150. FEUILL ETON. l) re weet zoer goed, dat mjjn diep beleedigde iczuster in baar verontwaardiging zoo rstandig is geweest die to verbranden,* oordde Melnik, zonder den beklaagde met blik te verwaardigen. »Maar wat zjj deed, jet genoog, dat zjj het handschrift uls echt ide. Ik hen ook niet alleen bjj die vronw est mjjnheer Bauer was daar ook bjj." loe heet die dame en waar woont zjj erzoek haar getuigenis te hooren,* zeide erdedigor. //Het verwondert mjj, dat zjj iet voorloopig onderzoek niet in verhoor oomen.» gezworenen gingen naar de raadkamer bjj hun terugkeoren in de gerechtszaal 0 de president mede, dat het hooren van irouw niet noodig werd geacht voor het idelon van deze aanklacht. t verhoor van Meloik werd na voortge- hjj herhaalde nauwkeurig hetzelfde, wat eeds bjj het voorloopig onderzoek had lard. Eerst toon hij sprak over het vis- in het Obermeer, vroeg de verdediger zjjt ge zoo op de gedachte gekomen, iw schoonzuster daar misschien den dood evonden mdat zjj daar dikwjjlB heen wandeldeen 1 daar oen schildpadden naald is ge- die haar toebehoorde.* «cht ge toen aan een ongeluk of aan oord ut ik dacht, doet niet ter zake," ant- Ide Melnik met een veelbeteekeneoden blik ien beklaagde. ^Overigens werd mjjD leden bevestigd door hut vinden van het ge. Ik begreep, dat mjjn schoonzuster dood zjju anders zou zjj wel thuis gokomen itegendeel, zjj wilde niet bjj haar familie [eeren riep George. inik sloeg daar geen acht op, maar ver- E met bewogen stem van de weeklachten vrouw on van haar ontsteltenis bjj hei van het akelig verminkte Ijjk van haar t. «Ik vrees, dat zjj dien slag niet zal ren komen. Ik heb haar in eene geheel andere omgeving moeten brengen en zjj kon ook niet hier verscbjjnen om getaigenis af te leggen.a Hij hiold op en liet het hoofd op de borst rusten. »Bljjft ge volhouden, dat ge in het lijk uw schoonzuster herkond hebt vroeg de vor- dediger. i/Ëet is onnoodig dut nader te verzekeren. Wanneer mijn vrouw en ik esnigen twijfel hadden gekoesterd, zouden wjj hot ljjk waar lijk niet in onzen familiegrafkelder hebben laten bijzetten." Na Meloik werden de dienstboden in ver hoor genomen. Zjj bevestigden allen, wat Mel nik had gezegd, doch zjj zeiden ook, dat de jonkvrouw in den la»t9ten tjjd zser veranderd was, ofschoon zij dit niet wilde laten bemer ken. Dat zjj opzettelijk was weggegaan en haar zuster in de grootste ongerustheid had achtergelaten, wilden zjj geen Tan allen aao- nemen daarentegen meende het kamermeisjo, dat de jonkvrouw wegens haar groot verdriet misschien zelf den dood had gezocht. Duar kwam de keukenmeid krachtig tegen op, on afwjjkend van do andere getuigen, bleef zjj volhouden, dat zjj in het ljjk jonk vrouw Gertrude niet had herkend. Toen de verdediger haar nu vroeg, of zjj geloof hechtte aan George's verhaal, antwoordde zjj echter met een ootkonnend hoofdschudden. Thans volgde het verhoor der visschere, die het Obermeer hadden afgevischt, en van hen die het ljjk hadden gevonden. Vervolgens vertelde de oude vrouw Peterson en haar kleinzoon de ontmooting tusschen George en Gertrude, die zjj op den noodlottigen middag hadden belnisterd. Deze getuigenis was echter niet van groot belang, daar de bekluagdc deze ontmoeting niet loochende. Wat de inspecteur Dietel al verhaalde van zjjn bezoek in do houtvesters woning en hoe de houdiDg van moeder en zoon hem toen verdacht waren voorgekomen, ook dit maakte weinig indrak op de toe hoorders. George sprak dit niet tegen, maar verklaarde hot op zjjn eigen manierhjj had Gertrude gered, naar zjjn moeder gebracht en was haar behulpzaam geweest om heimelijk to vertrekken. Na den inspecteur verscheen do houtvester Dorn. Deze was or.der al de gotuigen wel de eenige, die zich bljjkbaar veel moeite gaf om den beklaagde te ontlasten. Doch wat hielp het, of hij al verzekerde, dat hjj san het ver haal van George en zijne moeder alle geloof sloeg? Hjj kon de waarheid daarvan niet be wjjzenhjj moest integendeel met blijkbaren tegeczia erkennen, dat George in den laatsten tjjd zeer veranderd was en zich dreigementen had laten ontvallen. Nadut nog verscheidene getuigen verklaard hadden, dat zij in het ljjk Gertrude von Knuf fel hadden herkond, verscheen eindeljjk de heer Bauer, die omtrent do misdaad-zelf weinig wist te zeggenhjj was destijds te Hanover en was eerst overgekomen toen vaststond, dat aan zjjn papil een ongeluk was overkomen. Op de toehoorders maakte hjj echter den in druk, of hjj al te wjjdloopig wilde Bpreken ovor hetgeen was voorgevallen vóór de nood lottige gebeurtenis en over de minder goede verstandhouding tusschen Gertrude en haar zwager. Hij zeide, dat hjj door Melnik kennis had gekregen van de liefdesbetrekking tusschen baar en George Eltester, en dat Melnik hom had gedrongen om tusschenbeide te bomen. z/En zjjt ge tusscbonboide gekomen vroeg de presidcot. z/Daar was geen reden loe. Als voogd kon ik dat eerst waDneer mjj de toestemming tot haar huweljjk gevraagd was." •Zoudt ge uw toestemming gegeven hebben uNeen," antwoordde hjj beslist. //Ik oor deelde, dat dit geen passend huweljjk zou zjjn, en ik zou mjj er tegen verzet hebben, zool&Dg ik kon, namelijk nog twee jaar. Wannoar mjjn pnpil meerderjarig was, kon ik er niets meer tegen doen, zelfs wanneer zjj het huweljjk wilde doorzetten, ondaaks de onthullingen, die aan haar gedaan waren.* »Go acht het alzoo onmogeljjk, dat de jonk vrouw naar bet buitenland is gevlncht om tegen uw wil dit huweljjk te kunnen aangaan »Js, dat acht ik onmogeljjk. Mjjn pupil was veel te verstandig om zulk een avontuur lijken weg te kiezen, om te geraken tot een deel, dat zjj binnen mot te groot tijdsverloop zonder moeite bon bereiken." »Ge vergeet den tegenstand van haar bloed verwanten," merkte de verdediger op. De heer Bauer antwoordde hier niet op, maar vervolgde uNeen, neen Wanneer Ger- trudo werkeljjk gevlucht was, zon zjj daar redenen voor gehad moeten hebben, die wjj volstrekt niet kennen I» »H jbt ge daaromtrent geen vermoedens vroeg Pfeiffer. Bauer aarzelde eon oogenblik, doch ant woordde toen met een beslist oneen 1" Na een kort zwjjgen zeide hjj«Gaarne zou ik nog iets meer zeggen. Zooals ik reeds bjj hol voorloopig onderzoek verklaarde, ben ik op verlangen van mjjnheer von Melnik met hem naar Berlijn gegaan, om daar van een ver laten geliefde brieven in ontvangst te nemen, die Eltester haar had geschreven.a «Hoe is haar naam.?* vroeg Pfeiffer ving. Zjj werd aan mjj voorgesteld als Amanda Sartori,# antwoordde Bauer. Hg zocht bljjk baar naar woorden, doch zeide vervolgens «Na het ongeluk kwam bjj mjj de gedachte op ik ben een ond man en heb veel slape- looze nachten dat ik misschien vervallen was in de strikken van een bedriegsterik reisde daarom naar Borljjn om haar nog eens te spreken »En klonk het. Men wist niet wie dit woord uitsprak, de vurdodiger of de boklaagde, die in groote spanning voorovergebogen zat on den heer Bauer de woorden nit den mond zat te kijken. «Ik vond haar niet meer in de woning, waar ik haar vroeger had bezocht. Zjj had Berlijn verlateD, of, nog sterker, bjj informatie op het bevolkiogsbureau vernam ik, dat eene vronw van dien naam nooit to Berljjn had gewoond." «Welk besluit trekt go daaruit?* vroeg de president. »Ik trek daar geen besluit uit; alleen ge voelde ik mjj gedrongen deze daadzaak be kend te maken." De verdediger verzocht thans omniddelljjk omtrent dit punt den getuige Melnik nader in verhoor te nemen. Nog bleekor dan te voron, maar met hoog moedig opgeheven hoofd, voldeed deze hieraan eo verklaarde, dat hjj hot zeer betrenrde, dat zjjn hooggeachte vriend hem niet in kennis had gesteld met zjjn plan tot dit onderzoek. Het was overigens wol mogeljjk, dat die ver laten geliefde, die zich bjj hem had bokend gemaakt onder den naam Amanda Sartori, werkeljjk een anderen naam droeg. Hoe haar ware caain echter mocht geweest zjjo, die brieven waren echt. Neen, ze waren niet echtriep de be klaagde, terwjjl Melnik naar de getaigenbank terugkeerde on naast Bauer plaats nam, met wien hjj in druk gesprok geraakte. Onder het pnbliek zoowol als onder de ge zworenen ontstond merkbaar beweging. Die brieven stonden wel niot rechtstreeks met de aanklacht ia verband, maar de mogelijkheid, dit ze niet echt waren, wekte toch grootero deelnemtng in het lot van den beklaagde, en leidde tot een mildere beoordeeling van zjjn (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1897 | | pagina 8