't Vliegend Blaadje
KLEINE COURANT
VOOR HELDER NIEÜWEDIEP EN TEXEL ■STT
Mo 2619
Woensdag 23 Maart 1898.
26«to Jaargang.
Bureau; Zuidetraat.
Telefoonn". 32.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id.
id.
franco per post 75
roor bet Buitenland f 1.25,
idem
idem
f 1.127,.
f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BSSKHOUT 4 Co., te Helder
Bunacs: SPOORSTRAAT in ZUIDSTRAAT.
AdvertentlAn
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer5
Groote lettors worden naar plaatsrnimte berekend
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS róór 10 uur aan de Bureau bezorgd zijn.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne-
meutsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, le kwartaal 1898, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 April, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2^/3 Ct. beplakt
te worden.
Uit het Buitenland.
Gedurig hebben in Italië broodoproertjes
plaats. Eenige dagea geleden werd Rome, on
daarna Canioatti op het eilaad Sicilië daardoor
verontrust. In laatstgenoemde atad zijn op
zekeren dag een vierduizend'.»! meaaahon to
hoop geloopen, om te protesteoren tegen don
hoogen prjjs van hot brood. De betoogera be
gaven zich naar de woniagoa der voornaam
ste graanhandelaars, on dreigden met plunde
ring. Do ovorheid beproefde, bon te kalmeoroD,
waarop zjj naar hot station trokken en er de
waggons met graan gingen Ioisod. De gewa
pende macht kwam toen tussohen beide en
verdreef den troep uit het station. Nog lang
bleven de betoogers door de straten trekken,
totdat een compagnie infanterie de orde ge
heel herstelde.
Een vredalievondo strooming scbjjot in do
laatste dagen tnsseboa Spanje en de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika merkbaar
te worden. Men vleit zich, dat er van oorlog
geen sprake meer kan zjjn. De Amerikaacsche
bladen beginnen zooal niet een vrede) ied, dan
toch een vredeliovenden toon aan te slaan. Zij
verzekeren, dat er eene vredesbewegiag gaat
over Washington, den zetel van de regeoring
der Unie. De President der groote Republiek
maakt er dus wordt verzekerd tegen
over niemand meer een geheim van, dat naar
zjjno meening, de moeiljjkhodon tusschen do
beide Staten zullen worden bij gelogd op vreed
zame wjjzo, zonder gevaar voor oorlog, 't
Rapport over het vergaan van den Ameikaan-
schon kruiser «Maiue" op de Cubaansche
kuet zal binnen enkele dagen worden publiek
gemaakt. Men verwacht, dat tegen dien tjjd
do kunstmatig op touw gezette oorlogsbeweging
wel wcêr voorbij zal zjjn.
Esne eigenaardige tentoonstelling trok dezer
dagen to Berlyn de aandacht, n.1. do maritieme
tentoonstelling in bét koninkiyk tuighuis. Men
vindt er allerloi modellen v»u schepen, ketels,
scheepsgeschut, torpedo's, enz. De oudste mo
dellen zyn dio van twee Brandenbnrgsche
fregatten. Deze modellen, dio zeer mooi moe
ten zyn gemaakt, zyn in den j»re 1676 door
den Prins van Oranje (Willem III) aan den
Grooton Keurvorst van Brandenburg ge
schonken.
Op de aan Spanje toebehoorende Philip-
pynsche eilanden bljjkt het nog heel niet in
orde to zyn, schoon vroegere tydingen de ver
zekering bevatten, dat de opstand gedempt on
do rust wedergekeerd was. Drie provinciën
zyn thans weêr in volslagen oproer en men
vreest, dat de bevolking van meerdere ge
westen dit voorbeold zal volgen. Men vertelt,
dat de aanvoerder van den vorigen opstand
en andere leiders uit HoDgkong naar hot too-
neel van den stryd zyn teruggekeerd. De toe
stand voor de Spanjaarden in «ommige streken
wordt als hachelijk beschrevoD. De opstande
lingen hebben onlangs bef kabelstation te
Bolinao iDgeBloten. In den stryd werden 43
man van bet garnizoen gedood. Een Spaanscbe
Btoomboot, die tot ontzet kwam opdagen, moest
voor het vuur der rebellen afdeinzen. Ten
slotte werd hot station door den Spaanscben
generaal Monet mot een duizendtal mausohap-
pen ontzet, doch niet dan na zoor verwoede
govechteD, waarby de opstandelingen zware
verliezen leden.
De gezanten der groote mogendheden van
Europa hebben dezer dagen aan de Tarkscbe
regeering ceno nota overhandigd, waarin zjj,
krachtons do bepalingen van hot Grieksch
Torksche vredesverdrag, oischen, dat Thes-
aalië binnen oeno maand ontruimd zy door de
Tarkscbe bezettingstroepen.
Do Sultan van Turkjju dus wordt ver
zekerd heeft tegen de bonoeming van Prins
George van Griekenland tot gouverneur van
Kreta nog weêr eens geprotesteerd. De Groote
Heer beklaagt zich, dat hy op zyn vorig
protest slochls ontwykondo antwoorden beeft
ontvangen. Daarom wordt er nb» eens op aange
drongen, dat niet iemand tot gouverneur zal
worden benoemd, dio geen Turkscb onderdaan
is. Geschiedt die benoeming, dan zal de Sul
tan haar niot goedkeuren. Nu kunnen de
mogendheden Rusland, Frankrijk on En
geland nutourlijk baar wil doorzetten, maar
dan knnnen zy ook verwachten, dat de Sul
tan alles zal doen, orn den nieuwen gouver
neur hot Lsvon op Kreta onaangenaam te
maken.
NIEÏÏWSTIJDHTGE*.
HELDER, 22 Maart 1808.
Door den kapitein, eerstaanwezend
ingenieur der Genie alhier, zal op Zater
dag 2 April a. s., 's voormiddags 10 uur
(Greenwichtijd), in de Sociëteit Eensge
zindheid* worden aanbesteed
1. Het herstellen van stormschade aan
hst fort Kykduin. (Raming f1420).
"1. Eene verving van gebouwen en wer
ken te Helder. (Raming f 1000).
Bestekken zyn van af 28 dezer ver
krijgbaar bij dea opzichter van fortifica
tiën E. H. Oudt, alhier.
- By 't examen voor de voorbereidende
klasse der Normaalschool alhier, zyn 13
van de 24 candidaten geslaagd, alsJ.
Langhorst, R. W. v. Breda, A. H. de Bui-
sonjé, S. J. F. Fenenga. A. G. J. de Jong,
C. J. Kisting, A. M. C. Kljjn, A. H.
Kohnert, J. W. MaDikus. A. J. Marechal,
Meerman v. d. Horst, E. Roog, K. M. v.
d. Woude.
- Zaterdagavond bad in Casino de jaar-
vo-gaderieg van 't Viziobersfonds plaats.
De president, do heer C. S. de Wit, opende
de vergadering met een woerd van welkom,
waarna do notulen worden gelezen en vast
gesteld.
Aan 't verzlag van den penningmeester
ontleenen we 't volgende
De ontvangst bedraagt f 2621,80 de uit
gaaf f 1105,82 batig slot f 1515,98.
Dit gevoegd by 't saldo van 1896, dat f 4198,40®
bedroeg, goefe eon som van £5714,38®.
Daarvan is f 3500 uitgezet op hypotheek
4V, pCt. en 't overige is in de Rijkspostspaar
bank gestort.
Dc commissie van toezioht, bestaande uit
do leden, A. Frankfort, P. de Jong, D. KeoQ,
J. Willems, J. Harder en C. Byl, verklaarde
do rekening en vorantwoording in goede orde
bevonden to hebben.
Uit 't jaarverslag 1897 vernamen we dat 't
aantal ledon, eerst 97, daarna 115, thans is
geklommen tot 165. De vooruitgang levert
rt bewys, dat de visschers zelf de noodzake
lijkheid inzien van aaneensluiting, maar ver
groot ook tevens de uitgaven en bemoeiingen,
te meer daar de bijdragen van begunstigers
minder worden, la '95 bedroegen die f240,50
in '96 f 195,50 en in '97 f 166,—. Be
treurd werd 't omslaan vau dea bottor «H.D.
60", waarby 5 opvarenden omkwamen een
hunner was gehuwd en laat een weduwe met
7 kinderen achter. Ook deze weduwe werd
door de Vereeniging geholpen, 't Aantal we
duwen is daardoor gestegen tot 4, dat der
wf zon tot 20. Voor de laatste weduwe is oon
collecte in de gemeente gehouden.
Steeds mag men zich verblijden in krachtigen
steun. Do vereeniging ontving in 'tlaatsto
jnar
Van H. M. de Koningin f 100 van de
Visschery-My. Helder f35 't Snouck van
Loosonfendi, Enkbnizen f 100 't fonds vau
mej. de Raadt, Rotterdam f 60 van den
heer P. W. Jansen, te Amsterdam, f 26
van de Mjj. tot redding van drenkelingen
f 200 van de lysten te IJmuiden, Loodsen,
f 29,50 den hoer Planteydt f21 den
heer Kuiper f 14 van den heer Ligtendahl
te Harlingen f66 van de vereeniging tor
bevordering der Ned. visschery, afd. Holder,
f 10.—.
Van collecten, door verschillende vereeni-
giugen hier ter plaatse
R.-K. Volksbond f5,50® Oefening kweekt
Kunst f5,15® Onderoffio.-Ver. f7,91®
Gom. Koor f 21,42® Terpeiohore f 12,28*
Machinisten-soirée f 16,27® Vad. en O.
f 7,45 Pro Patria f 14,00 nit de bussen
f 4,08 te zamen f 94,04.
Als bestuursleden worden herkozen de hb.
C. v. d. Leek, H. de Graaf en W. ten Harmson.
Namens de vereeniging werd den voorzitter
door den heer F. van Twisk een fraaie pre
sidentshamer aangeboden, als blijk van waar-
deoring, waarvoor deze zjjne erkentelijkheid
betuigde.
De beer Ten Harmsen wydie mede een
woord aan do verdiensten van den president,
waarop, na rondvraag, met den woasch voor
den verderen bloei der vereeniging, de ver
gadering werd gesloten.
Zondagavond werd door de Korpo-
raalsvereeniging der Mariniers in Tivoli
opgevoerd 't drama »De graaf van Saint
Germain of de duivel van Parys". Met
genoegen werd de voorstelling door de be
zoekers gevolgd. De rollen waren goed be
studeerd en vooral de titelrol was in
goede handsn.
Na afloop van elk bedryf volgde applaus.
Ten slotte werd met succés opgevoerd
't kluchtspel >Een debuut", waarby harte
lijk werd gelachen.
Morgenavond zal in >Mnsis Sacram"
ean buitengewone byeenkomst plaats heb
ben van het Leger des Heils. Commandant
Booth—Clibborn zal dese byeenkomst
lsiden. Door hem zullen o, a. mededeelin-
gen worden gsdaan over zjjn verblyf onder
de Muzelmannen.
- Door de commissie tot examineeren
van stuurlieden ter koopvaardjj, die zitting
hield te Rotterdam, zyn de volgende diplo
ma's uitgereikt
Groote zeilvaart A. Tweede stuurman
D. Kuiper, H. Kuiper en K. en T. Smith
derde staurman J. Kunst en D. J. Tol.
Groote stoomvaart A. Tweede staurman
E. H. Zevenderde staurman W. C. Teu-
nissen, F. J. Hoogkamer, R. H. Brouwer,
J. A. Bientjes, J. Kuast en D. J. Tol.
Het bestuur van den Nederl. Bar
biers- sn Kappersbond acht zich verplicht
een buitengewone algemeens vergadering
op 28 Maart te Amsterdam byeen te roe
pen, waar o. m. zal behandeld worden
het zeggen van een lid dat door den Bonds
voorzitter f 300 uit de Bondskas werd ge
nomen tot dryving zyner privé-zaken, en
dat het Bondsbestnur zonder medeweten
der leden £100 uit de Bondskas had ge
nomen en op grond daarvanvoorstel
tot royement.
En voortsde beleedigende houding te
genover den Bond door de collega's te
Utrecht en op grond daarvan voor
dracht tot royement der afdeeling Utrecht.
Tevens het verkiezen van een Bonds
voorzitter.
Het kan er dus spannen in die vergade
ring. Of er personen geschoren vandaan
zullen komen, kunnen wy niet verwachten,
maar zeer glad zal het zeker niet afloopen.
(.U. D.")
Een curiositeit.
In den tuin van H. R. te Loosdrecht
staat boerenkool dis zeven jaar oud is.
De struiken zyn tot hout overgegaan en
toch plukt de eigenaar er ieder jaar prach
tige bladeren van en bovendien wint hjj
uitmuntend zaad.
Te Groningen wordt ernstige vress
gekoesterd voor het koopvaardijschip Al-
berdine" kapitein Speelman. De »Alb#r-
dine'' is reeds den 26n Januari met eene
lading flesschen naar Engeland vertrokken,
doch sedert werd van het schip of van de
bemanning niets vernomen. Aan boord be
vonden zich de kapitein, zjjne vrouw, twee
dochters en drie matrozen.
Beleediging van een ambtenaar.
Voor de rechtbank te Leeuwarden heeft
de vorige week de colporteur Pieter C. B.
by verstek terechtgestaan wegens beleedi-
5 van een ambtenaar.
)en 4en Febr. liep hjj langs de straat
te Leeuwarden brochdres te venten, daar-
bjj luide uitroepende»koopt lui de bro
chure over de gebroeders Hogerhuis, de
onschuldig veroordeelden, enz.", daarbjj de
Ned. justitie uitmakende voor wat kiesoh-
heid verbiedt te noemen.
Dit werd door den inspecteur van politie
Remmelink geboord, die er den comm. v.
politie 07er sprak en, toen beklaagde 's
middags op geljjke wijze luid roepende de
straten langs liep, hem aanmaande daarmee
op te houden, wjjl hierdoer een volksop
loop kon ontstaan.
Den inspecteur van politie vixeerende en
van hoofd tot voeten opnemende, voegde
beklaagde dezen toe »Ik heb sch aan
politie-schoften, verstaat u dat daarbjj
met een vinger op den heer Remmelink
wyzende.
De subst. off. van justitie vorderde dat
aan beklaagde, die er eene professie van
maakt de politie te beleedigen en daarvoor
reeds meermalen is veroordeeld, thans eene
maaud gevangenisstraf zal worden opgelegd.
Uitspraak over 8 dagen.
Inseasonden.
Geachte Redactie!
Daar ik my godrongen gevoel den hoer
Stephan te antwoorden op ejjn ingezonden
stuk van 18 Maart LI., ben ik soo vrij UEd.
nogmaals eenige plaatsruimte te verzoeken.
Vooreorst moet ik aan het adres van den
hoer Stephan zeggen, dat er onderscheid be
staat, ja een hemelsbreed onderscheid tnsschen
lezen en lezen. Lezen, het opzeggen,
het verslinden dor woorden zonder meer,
slechts een schim als iets droomachtigs blijft
hem by, on lezen het verstaan van het
gelezene.
Deze opmerking meende ik vooraf te moeten
maken, omdat my uit S. woorden bleek, dat
znlks hem onbekend scheen, dat hjj gelezen
maar niet verstaan of slechts ten deole
verstaan (begrepen) heeft. Eod verstaander
moet immers direct opgemerkt hebben dat het
hier niet don persoon d e M a n geldt, docb
dat het doel betreft aangaande do genomen
haodelwyze (zyn salon voor scheren
en haaranydeB op Zondag te slui
ten).
Direot stemde ik er mee in, zoo schreef
ik niet n.1. met den persoon de Man, wat
humaniteit aangaat, maar wat het nemen van
zjjn besluit botroft. Niet gaarne zon ik in
persoonlijkheden treden omtrent heeren als
de Man en Stephan, daar beiden my ook
maar als persoon bekond zija in welke mate
do een het boven den andor wint in be
schaafdheid en zedelijkheid weet ik niet, doet
hier ook niets ter zake.
En waar mijnheer S. schryft, dat hot ge
makkelijker is voor iemand, dio nienw zjjne zaak
opent 's Zondags te slniuen, zoo ga ik maar
ten deele met hem mee. Ten deele zeg ik,
want eene zaal to slnitea in toch zoo'n zwaar
werk niet; een kind kas znlks wel doen.
Doch mjjn idee is iets anders, waar iemand
zjjne zaal sluit nit enkel gemot tot «Zondaga-
rust" en niet meer, zoo zal dit voorzeker
moeiljjkheden te moer kostenmaar waar
ons doen en laten, al onze handelwijze ge
baseerd zjjn op Gods dierbaar woord: Werpt
uwe bekommernissen op mjj. Ik zal het
makoa, gelooft en vreest niet", daar zal het
hom minder moeite kosten. Zeker zal men
zyne olientèle gewjjzigd zien. Velen znllon
wegblijven, anderen znllen deze vervangen
(zij die wèl de Zondagsrust zjjn toegedaan).
De znlken vertrouwen op God en honden
zich vast aan Zjjn onfeilbaar woord »lk zal
a niet verlaten, Ik zal u niet begeven, Ik
ben mot n al de dagen des levens" en daarom
zeg ik medeWentel nwen weg op den
Heer en vertrouw op Hem."
Zjj, die in Gods kraoht, hunne zalen sluiten
om den Zondag te heiligen znllon voorwaar
niet terngdeiDcen voor het verliezen van 66a
of meer klanten.
Ziet ge wel mynheer S., dat ik niet den
persoon de M. op het oog had!
Voorts bljjf ik n dankhaar mynheer S.
voor uwe mededoeling van hot niet meer
bestaan van den «Kuppersbood" hier ter
plaatse, hetgeen ik niet wist. Hot ligt eigen
lijk niet op mjjn weg hierover to spreken,;
maar daar gy zolf er nog al breedvoorig
over schrijft, een kloin woordje.
M. i. stelt gy u zelf daarin treurig aan do
kaak, het sioh een eer te noemen secretaris
te zjjn van een bond, die door gebrek aan
eensgezindheid en moedwillige tegonwerkiDg
der leden uiteen is gespat.
Mjjne meening is, daar ik zelf ook ver-
eenigingsman ben, dat het devies van elko
vereeniging moet zjjn, althans behoort to zjjn
«Eendracht maakt maeht" de Ijjfsprenk onzer
voorvaderen, door hen zeer wel bogrepon.
Treurig tevens is het, dat een bond als door
n bedoeld wordt, geen beslcit kon nemen tot
het invoeren van de Zondagsrust, daar er
volgens uwe beworing tal van barbiers hier
ter stede zjjn, die dit gaarne wilden (zjj
voorwaar behoorden dan zeker niet tot leden
van den «Kappers bond»).
Maar geloof mjj, mynheer Stephan, ik raad
n niet aan om enkel nit genotzucht, gemak
zucht uw zaal to slniten, dooh in hot geloof
aan Gods onveranderlijk woord.
Gods woord de basis van ons doon en laten.
Zeker is «Zondagsrust* mogoljjk, als do
handen maar ineengeslagen worden.
Daarom nogmaals spiegel n, mynheer S.
met soovele andoren, aan hst genomen bcrluit
door den heer S. C. G. deMau, Achter
gracht W. Z. hoek Kerkplein, zeer
zeker sal, indien dit «voorbeeld tot navolgieg»
ter harte wordt genomen, het zedeljjk peil
verhoogd worden maar versta mjj we), niot
u spiegelen aan den persoon do Man, alsof
volgens nw zeggen vaa hem de wijsheid zon
uitgaan. O neen 1 dat is glad mis geweest
van u.
Ditmaal genoeg hiorover als antwoord a»n
mijnheer S. en daar ik het nnt nog niet inzie
mjj te verplichten dergelijke stnkkcn met mjjn
naam te onderteekenen, sal ik bot ook nu
doen met een pseudoniem.
Geachte Redaotio nogmaals hartelijk dank
gezegd door
«Een opmerker."
Correspondentie-partij
tusschen »H. S." te Helder en de Schaak-
vereeniglng te Appingadatn.
Helder (wit). Appingadam (swart).
15e Dol e 2 Lc8 e6
16e» K f 2 g 1 h 7 h 6
17e P g 5 X L e 6 T08XP6
18e Tal fl Ta8 f8
19e Ld2 el b7 b6
20e Lel f2 e4 ©5
21e d X 5
FETJIT ,T .TTiTOTV.
«Ware ik gekomen hernam Karei treurig,
«wellicht had ik hem het leven gered. O,
waarom moest ik ook den dief nog zoeken,
eer ik den broeder mjjner moedor zocht. Ik
ging naar Londen en vroeg naar do wissels;
ik vernam, dat se in Peking waren te gelde
gemaaktdit wees weer op Malton en op
de Zwaluw,» die naar China vertrokken
was en nn tooh in eene Dnitsche haven terng
moest wezen, Met moeite hoorde ik, dat hij
te Bremerhaven voor anker lagdadelijk
ging ik er heen, doch daags te voren
«Was hjj naar do Kaap vertrokken," viel
Elsa hem in de rede.
•Hoe weet ge dat?" vroeg haar neef ver
wonderd.
«Ik weet, dat do moordenaar van m(jn oom
zich op «de Zwaluw* bevindt of bevonden
heeft,» hernam Elsa, en nu vertelde ze alles,
ook van het stukje lint, dat de zuster van den
architect gevonden had.
»Nn twjjfel ik er niet meer aan, dat Melton
de moordenaar is," zei Karei.
«En de valsche Karei is zjjn medeplichtige,"
hernam Elsa.
»Neen,« verklaarde de jonge man, «ik ge
loof eerder, dat hjj hem naar Breinen gelokt
beeft, hem daar alles nitgevorscht en toon
den moord gepleegd heeft zonder zijn voor
kennis."
«Waarom
Karei Bretter glimlachte. »Wjjl hjj wellicht
gehoord bad, dat oom eene groote soms gelds
in huis had en om spoedig in het bezit der
erfenis te komen, want niet Brandini, maar
hy wilde do erfgenaam zjjn.*
«En waar is dit mensoh nu?" vroeg Blsa.
Denk je, dat hjj met «de Zwalnw' ver
trokken is
Karei trok de schouders op. «Ik weet het
niot; 't is mogeljjk, dat hjj vertrokken is en
Brandini hior zjjne rol verder laat spelen en
de vrnehton van de misdaad inoogsten.r
«Daarvoor is gezorgd!" zei Elsa.
«Ook is 't mogelijk, dat Melton ziok hier
sohnil houdt, danr hjj zyn kameraad niet ver
trouwt. Dit moet ik onderzoeken."
«Gij aietl» riep Elsa verschrikt.
«Wilt ge u weer aan nieuwe gevaren
blootstellen
«Wie zon hem boter knnnen zoeken daa
ik? Ik ken hem, weet wat ik van hea te
wachten heb en ben niet bang voor bom.'
«Dat mag ik niet toestaan ge seidet tooh
zelf, dat ge redenen hadt u verbergen te
houden."
«Ik zal my niet blindelings in gevaar be
geven," lachte Karei, dankbaar voor hare
bezorgdheid, «maar laat mij handelen donk
aan den ongelnkkige, dio in de gevangenis
zucht."
«Die gedachte verlaat mjj geen oogenblik,*
hernam Elsa op oen toon, die van litfde od
lood getuigde, adoch nn moet ik ook voor
jon zorgen, Bon je niot mjjn laatste bloed
verwant, mjjn broeder
«Lieve Elsa!" riep hy, haar by de band
vattende, «gy geeft mjj den naam van broe-
doruu mag ik ook mijne rechten als broeder
doon golden. Laat mjj de derde zyn in don
bond on n steunen in de mooilyko taak, die
gjj en de lieve znster van den architeot op u
genomen hebben."
«Ge spreokt, alsof ge Mina kendetl*
»Ik kon haar oek,« hernam Karei vrooljjk
en vertelde zjjne entmoeting met den enden
boer en zjjne dochter.
»Hoe senderliag sei Elsa, «soa men
daarin de haid der Veersieaigkeid niet er
kennen. Wat wil je nn deen
«Den valsshea Karei dwingen zyn bedrog
te bekennen 1» risp Karei met schitterende
oegen. «Sedert gjj mjj als nw neef erkent,
sedert ik weet, heo sokand»!jjk onze oom ver
moord is, wil ik mjjae rechten voer de heelo
wereld verdedigen; ik sal zjjnen deed wreken.»
»Uw plan leidt niet tet ontdekking vaa den
moordenaar," zoi Elsa»ga morgen by den
rechter, vertel nwe geschiedenis, dan sal Karei
aangehouden wordon.c
»En ondertusschon ontglipt de ware moor
denaar.*
Nog gernimeo tjjd overlegden sy, zonder
tot een beslnit te komen eindelijk zei Elsa
Kom morgenochtend om 10 nar bjj don
rechter Lortsingik zal ook daar aya. We
zullen hem alles vertellen en sien wat er
gebonren most, om je reeht te doen weder
varen on den booswioht de straf te doen
endorgaan. Woon je in Hambnrg?"
«In het hotel Renz, op de Markt."
Dan moet je vertrekken; het is meer daa
tjjd I Ik wist niet, dat het reeds zoo laat ge
worden was. Haast je em den trein nog te
halen I*
Het 8pjjt mjj, dat ik je niet hier in het
kasteel kan laten slapen, dat mjjn oom voor
zijnen neof gebouwd had, voegde ze er wee
moedig bjj«ik ben bang, dat de bedrieger
elk oogenblik kun komen en als hjj je bier
vond1"
Dat was jnist wat ik verlangde,» hervatte
Karei, »Wees maar gerust, ik zal dat onder
vier oogen met hem uitmaken.»
Eerst moeten w| den rechter gesproken
hebben."
Karei weaschte sjjne nicht geeden naoht
en zjj geleidde hem zachtjes tot aan de denr,
waar hjj afscheid nam.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Op de markt te Hamburg heerschte diepe
stilte.
Van het station stapte de jonge man, die
ouder den naam van Collings zjjn intrek in
het hotel Rons genomen had, op do gastvrjje
deur van het hnis toe. Hg had een overjas
aangetrokken, want de nevel had zich in
regen opgelost en hy dacht reeds met behagen
aan het warme vnnr, dat hem op zjjn kamer
wachtte. Zoe spoedig als hjj dacht, zon hjj
echter dit genot niet smaken.
Nauwelijks had bjj ejjnen voet op den
ondersten trap gezet, of hjj gevoelde, dat
iomaud zjjn hand op zjjnen arm legde, terwijl
hjj zachtjes zjjn naam hoorde noemen.
«Mjjoheer Collings,» herhaalde de stem,
terwjjl de aangesprokone zich ving omkeerde
en tot zyne verbazing een matroos naast zioh
zag staan. De verbazing veranderde in verach
ting, toen hjj bjj 't blauwo licht eener lan
taarn Brandir i herkende.
«Mynheer Karei Bretter, zoo moest ik n
wel noemen,* riep Collings spottend, «ofschoon
wjj beiden zoer goed weten, dat n die naam
niet toekomt."
•Noem hom niet," floisterde de valsche
Karei, angstig rondziende.
«Waarom niet Ha 1 ha 1 ik begrjjp het,
gjj zjjt verkleed, een matrozenpak past niet
voor den erfgenaam van den ryken Strans;
waarom hebt ge dat weer vopr den dag
gehaald
Om het niet meer af te leggen.»
Wat beteekont dat? Waarom beloor je
me hier op straat? Hoe weet jo, dat ik nog
leef, dat ik im Hambnrg ben
"Veel vragen op een keer,» antwoordde
Brandini»ik wil se beantwoorden, maar niot
hier.'
De andere lachte. »Ook ik heb niet voel
lust om in dit hondenweer op straat to
blijvenindien gy mjj iets te vertellen bobt,
wat der moeite waard is, kom dan boven op
mjjn kamer.» Hjj wilde naar binnen gaan,
doch de matroos hield hem terug. »Neen,
neen, ik ga niet eens binnen de deur, de
portier keek mü zoo zonderling aan toen ik
naar n vroeg. Toen ik hoorde, dat gy niot
thuis waart, bleef ik waobten.*
«Hoe weet gjj, dat ik in dit hotel woon
«Ik heb n op het kerkhof gezien* herkendo
n en volgde n
»Gjj waart zeker niet weinig verschrikt,
dat ik niot in de Hudsoa verdronken bm,
en gjj wilt zeker weten, hoe ik er lerend
ben uitgekomen," viel hem Collings iu de redo.
»Ik heb n er niet ingeworpen, daaraun ben
ik onschuldigeerst later vertoldo rnjj Melton
wat hjj gedaan had, hjj haalde mjj over, do
rol van den neef te spelen, doch ik hob er
genoeg van!'
•Genoeg
fJa, ik mag niet lang meer hier bljjvoo,
ik wil vertrekken en n niet langer in don
weg staanhier echter voor het hotel kim
ik n dit niet verklaren, de lantaarn schjjnt
my reeds te lang in het gezicht. Kom mee
«Waarheen
«Daar de straat af, achter do kerk.»
(Wordt vervolgd.)