KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Voor Helder9 Texel en Wieringen m
ROLANDS LIEFDE.
No. 2027.
Woensdag 20 April 1898.
26ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Atoonnem ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.12
id.voor het Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Aavortontlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Ad verten tiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
D« vlsetaaanvoeren te IJmaiden en
te Helder in 1807.
(Overgenomen uit het Maandblad Mededee-
lingen over Visacherijonder redactie van Dr.
P. P. C. Hoek).
Terwijl odb vaderland sedert jaren, sedert
eeuwen kan men gerost zeggen, een plaats
beeft ingenomen en weet te hasdhaven onder
de landen, die zich met de vangst van haring
(in zomer- en herfstmaanden) en van beug-
visch in winter- en zomermaanden beide on
ledig houden, heeft zich bij ons tot nog toe
geene visschery op versche visch met het
schrobnet, alB grootere industrie gedreven,
kunnen staande houden en ontwikkelen. Ik
zeg nadrukkelijk versche vischrangst met
het schrobnet, want ook met de beug wordt
visch govangen schelvisch, kabeljauw enz.
- die, in de wintermaanden althans, bestemd
is als versche visch te worden aangevoerd
en in den handel gebracht. Die beugvis-
scherjj is echter evenalB de haringvisschery
met de dryfootten een zeer oude en voor ons
land karakteristieke tak van het bedryf.
Wel is ook op de andere .verscho" visch
van de Noordzee, waarvan de voornaamste
en kostbaarste tot de groote afdeeling der
platvissohen behooron (schol, tong, tarbot enz.),
tot nog toe door visschers van ons land met
groote naarstigheid jacht gemaakt men
heeft die visschery echter steeds als een tweede
soort visschery beschouwd en behandeld. Zij
Was goed genoeg voor enkele loggerschepe»
en bommen in de wintermaanden, als aan
vulling gedurende het vooijaar, zegt Hoogen-
DIJK, om er de bemanningen mede aan
het werk te houden enz. Geld kon daar
mede zoo is de algemeene overtuiging by
onze reedors van Vhiardingen, Maassluis en
Scheveningen onmogolijk verdiend worden.
Dus heeft men die visscherij, die met het
schrobnet wordt uitgeoefend, grootendeels aan
de kleine visschers, die met hun eigen vaar
tuigen visschen, overgelaten. Kwam het nn
ook by herhaling voor, dat zich kleinere
resderyen opwierpen, eenige dier vaartuigjes
van vaak in schulden geraakte eigen visschers
overnamen en daarmede de schrobnetvisschery
op eenigszins ruimere schaal voortzetten
tot de vorming van grootere met een flink
kapitaal werkende lichamen maatschappijen
of vennootschappen kwam het in ons va
derland in don regel voor die versche vis
schery met het schrobnet niet.
Toch bewyzen de toestanden, zooals ze
sedert lang in Engeland bestaan en zooals ze
zich in de laatste 15 jaren in Duitschland
ontwikkeld hebben, ten volle, hoe buitenge
woon geschikt ook die versche vischvangst
met het schrobnet voor exploitatie in het
groot is. Naast Yarmouth en Lowestoft, die
sedert lang de groote aanvoeren van haring
uit da Noordzee tot zich trekken en voor die
visschery tot aanvoerplaatsen van eersten
rang zyn geworden, ontwikkelde zich op nog
veel opvallender wijze een plaats als Grimsby,
uitsluitend, dank zy de groote vlncht die de
vièschery met het trawlnet heeft genomen.
Do Bchuld daarvan, dat wij in ons vader
land tot nog toe geen of geen belangryk deel
aan dien tak van visschery hebben genomen,
ligt waarschynlyk veel meer bij onze visch-
handelaren dan by onze visschers. Deze laat-
ston mogen op 'toogenblik in ontwikkeling
eenigszins achterstaan by hun Engelsche of
Duitsche collega's van de trawlvloot zy
zyn zeker niet minder bruikbaar en niet
minder voor ontwikkeling vatbaar, dan die
nu op zooveel grooter schaal en op zooveel
beter uitgeruste schepen het bedryf uitoefe
nende naburen. Neen, het is, het moet de
schuld van den handel zyn, dat wy op dit
gebied zoo achterlyk zijn gebleven. En dit
kan gerust beweerd worden, zonder dat wy
den bestaunden vischkoopers daarvan een
verwyt behoeven te maken volkomen terecht
heeft een der grootere zich met den visoh-
bandel bezig houdende firma's mij by her
haling reeds toegevoegd, ,als wy ons niet de
moeite gegeven hadden, die wy namen, dan
was er lang van de geheele Nederlandsche
vloot van kleine vaartuigen, die nu met de
trawl in de Noordzee visschen, geen enkel
meer overDoch dat die tak van visschery
er tot nog toe in ons vaderland nooit bovenop
heeft kunnen komen, terwyl hy in Engeland
en Duitschland tot bloei kwam, dat het kapi
taal zich er bij ons niet, of althans niet flink,
meê heeft willen bemoeien, daaraan is toch
ior een zeer groot deel de handel schuld.
Ik weet zeer goedversche visch is een
zeer eigenaardig handelsartikelMaar als de
Engelsche en Duitsche handel er als met
andere handelsartikelen mee weten te werken,
waarom zou dat dan bij ons niet kunnen
Reeds in het eigen vaderland heerscht, zeker
in 7/g van do gemeenten, een voortdurende
schaarschte van zeevisch en welk een uitge
strekt, voor zeevischaanvoer geschikt gebied
grenst oostelyk en zuidelyk niet aan ons land
Van Grimsby en van Geestemiinde om maar
een paar plaatsen te noemen, heeft men geen
moeite ontzien om de visch te verspreiden
in het Oosten en Zuiden van Duitschland,
in Oostenryk en Zwitserland eet men te
Geestemiinde aangevoerde vischtot in de
afgelegenste deelen van Engeland dringt de
visch van Grimsby door overal is zij voor
ryk en arm, naar elks behoefte, voor billyken
prys te krygen en vergelyk nu daarmede wat
in ons vaderland zoo groot, zoo klein als
een provincie van een der genoemde rijken
het geval is
(Slot in het volgend nummer.)
Vit het Buitenland.
By voortduring vormen de berichten om
trent de geschillen ter zake van Cuba
tusschen Spanje en de Vereenigde Staten van
Noord-Araerika den hoofdschotel bij de ver
melding van het buitenlandsch nieuws. De
berichten zyn in de laatste dagen der vorige
week echter wat meer hoopvol geworden
voor het behoud van den vrede, 't Is ge
bleken, dat do Senaat der Vereenigde Staten
niet geneigd is, deze hals over kop in een
oorlog te werpen, die noodlottig zou kunnen
worden voor den handel en de industrie der
Groote Republiek. Bovendien schijnt het, dat
de hoofden van den opstand op Cuba
bereid zijn den wapenstilstand aan te nemen
en over de autonomie met de Spaansche
regeering te onderhandelen. In dat geval
kunnen de Vereenigde Staten zelfs geen aan
leiding meer vinden voor tussehenkomst in
handelend optreden, en wordt dus hun streven
van aelf onnoodig. Uit Havana, Cuba's
hoofdstad, wordt gemeld, dat naar de hoofd
kwartieren dor opstandelingen bereden koeriers
zyn afgezonden met het bericht, dat Spanje
den wapenstilstand heeft afgekondigd. Reeds
is medegedeeld, dat Gomez en Garcia de
meest bekende hoofden der opstandelingen,
hun onderwerping hebben aangeboden, welk
bericht onmiddellijk een zeer gunstigen in
vloed heeft gehad. Twee Spaanscho regeerings-
personen op Cuba zyn naar het Oosten van
het eiland vertrokken, ten einde aldaar met
de opstandolingen over het erkennen van
Spanje's opperheerschappij te onderhandelen.
Ondanks de pogingen, van Spaansche zydc
aangewend, om vooralsnog een stryd te voor
komen, zet Spanje zyn toebereidselen voor
den oorlog krachtdadig voort. De Spaansche
regeering heeft, evenals de Minister van
Marine der Vereenigde Staten, besloten,
geene mededeelingen meer te doen omtrent
bewegingen van troepen of oorlogs-vaartnigen.
De vrijwillige inschrijving voor de uitbreiding
der vloot is met veel geestdrift ontvangen,
en de Koningin-Regentes des Ryks teekende
aan het hoofd der lijst voor een belangrijke
som in. In twee dagen tyds was reeds een
groot bedrag bijeen. Reeds beschikt de Spaansche
regeering over 23 stoomschepen der handels
vloot, die als kaperschepen worden ingericht.
't Blykt uit een en ander, dat de huidige
toestand der beide natiën, die in gespannen
verhouding tot elkaar staan, nog altijd het
merk onzekerheid draagt. En in dien
toestand is het niet te verwonderen, dat er
voorvallen plaats hebben als de volgende
Te Malaga, eene provincie-stad in Spanje,
werd jl. Zaterdag met steenen geworpen naar
het gebouw van het Amerikaansche consulaat.
Het wapenschild werd afgerukt en orët de
straten mcdegesleept. Met behulp der gendar
merie wist ten slotte de prefect de opgewonden
menigte tot kalmte te brengen. Te Barce-
lona vond de overheid, naar aanleiding van
betoogingen door de studenten tegen de Noord-
Amerikaansche Republiek, voldoende reden
om de Hoogeschool dier stad te sluiten.
Spaansche kooplieden, bekend als leveranciers
van het leger, hebben kolossale hoeveelheden
gedroogde groenten opgekocht en naar Bar
celona en Valencia opgezonden. De dagblad
pers in Spanje geeft voortdurend blijk van
oorlogzuchtige neigingen, 't geen bij de be
volking natuurlyk weerklank vindt en een
overeenkomstige stemming teweeg brengt.
In de regeeringskringen echter heerscht een
meer vredelievende stemming. Men spreekt
daar de vrij stellige verwachting uit, dat de
onderhandelingen tusschen Spanje en de
Vereenigde Staten van Noord-Amerika binnen
enkele dagen hervat zullen worden, en onder
de diplomaten is de meening verspreid, dat
door den President der Groote Republiek
weldra concessies zullen worden gedaan. Be
doelde President heeft echter min of meer te
rekenen met de stemming dor Volksvertegen
woordiging, die zich niet heel verzoenend
jens Spaiye uitlaat.
Volgens een bericht uit Washington van
jl. Zaterdag, heeft de Senaat, met 51 tegen
37 stemmen, eene beslissing genomen, die do
erkenning der Cubaansche republiek zou kun
nen tengevolge hebben.
Een voor zeevarende volken hoogst belang
rijk congres heeft dezer dagen in Frankryk's
hoofdstad plaats gehad, een congres n.1. ter
behandeling van 't vraagstuk van scheids-
rechtelijke uitspraak in gevallen van aanva
ring op zee. Nederland was op dit congres
door drie mannen, op 't gebied van handel en
zeevaart allergunstigst bekend, vertegenwoor
digd. Men was eenstemmig omtrent de wen-
schelijkheid van zoodanige uitspraak, doch
men erkende de onmogelijkheid om die ver
plichtend te stellen.
aiEUWSTIJDIJGEH.
HELDER, 19 April 1898.
De klerk der Posteryen en Telegrafie
P. M. Polak is verplaatst van Amsterdam
naar hier, ter vervanging van den klerk
J. C. Wouters, die van hier naar IJ mui
den wordt verplaatst.
In de Westerkerk werd Zondag
ochtend de heer Ds. A. de Koe, beroepen
predikant bij de Ned. Hervormde gemeente
alhier, door den heer Ds. Bax van Kol-
horn in zijn dienstwerk bevestigd meteen
rede naar aanleiding van Matth. 9 vs.
3638. Na de bevestiging werd de nieuwe
leeraar door. het zangkoor »Harmonie",
onder leiding van den heer W. Kuijk een
welkomstgroet toegezongen en de gemeente
zong hem de bede toe vervat in Psalm
121 vs. 2 en 4. Des avonds hield Ds. de
Koe in de Nieuwe kerk zijn intreerede.
Hij had tot tekst gekozen Joh. 6 vs. 68,
en leidde daaruit af, de beginselen, die hij
in zijn prediking zou verkondigen.
Beide godsdienstoefeningen werden door
zeer vele belangstellenden bijgewoond.
Zaterdagavond hield het gezelschap
»Terpsichor«" in Casino een soiree, waar
muziek, dans, voordrachten en de opvoe
ring van een tooneelstukje elkander af
wisselden. Het Bestuur heeft er slag van
zoodanige soirée's te organiseeren, want
de leden en geintroduceerden hebben eenige
genoegelijke uren doorgebracht.
Zaterdag j.1. hield de Gymnastiek-
en E. V. »Pro Patria" eene soirée in de
netjes gedecoreerde groote zaal van >Musis
Sacrum". Te ruim kwart na achten heette
de Voorzitter, de heer F. C. H. Schlahmilch,
de aanwezigen hartelijk welkom. In zijn
openingswoord sprak lig den wensch uit,
dat de voortdurende welstand der vereeni-
ging niemand uit den kring, waarin zy
arbeidt, zou brengen tot lauwheid, dat
niemand de schoone turnerzaak zou be
schouwen of gaan beschouwen als een
weeldeartikel, maar wel als eene heilrijke
zaak bij uitnemendheid, die ouderen en
jongeren van beiderlei kunne geeft een
gezond, krachtig en vaardig lichaam en
een frisschen geest.
In de zaal heerschte den geheelen avond
en nacht eene recht prettige stemming.
En geen wonderde leden der club toch
hadden zich blijkbaar ingespannen, om het
gezelschap flink te amuseeren. Geturnd
werd slechts aan barren en rek. De stoel-
standen waren keurig Een tweetal voor
drachten vièl zeer in den smaak. Wat
echter het meest pakte, dat was de opvoe
ring van eene operette, getiteld Cavalleria
Contrabandiera," eene smokkelaarshistorie.
Wij hebben daarvoor zonder eenig voor
behoud een woord van lof. De samenstel
ler der operette, de heer A. P., en de
regisseur, de heer H. P., kunnen over die
opvoering dan ook alleszins voldaan zijn.
Aan het. einde er van werd laatstgenoemden
heer na eene korte, kernachtige toespraak
door den President voor zijne vele bemoei
ingen uit erkentelijkheid een lauwerkrans
omgehangen.
Wat er kolossaal aan >Terpsichore"
werd geofferd, behoeft voorwaar geen be
toog een bal onder leiding van de heeren
Polak uit »Musis Sacrum" is dan ook eenig.
Op 20 dezer wordt te Waal (eiland
Texel), in verbinding met Texel een Rijks
telegraafkantoor, ingericht met telephoon-
dienst, voor het algemeen verkeer ge
opend.
De diensturen zijn geregeld als volgt
op werkdagen van 7'/j tot ll'/a uur voor-,
van 121/» tot 21/, en 5 tot 7 uren na
middags, op Zon- en feestdagen van 7Vs
tot 8'/j uur voor- en van 12l/s tot l1/»
uur namiddags (Spoortyd).
Van de werf der Nederlandsche
Scheepsbonw-Maatschappij te Arasterdam
is met goed gevolg te water gelaten Hr.
Ms. flottieljevaartuig »Koetei«, gebouwd
voor de Indische Militaire Marine.
Reeds meermalen heeft het in de
bladen een onderwerp van besprekiug uit
gemaakt dat de familiebetrekkingen van
militairen in Indischen dienst zoo weinig
afdoende worden ingelicht wanneer zy
wenschen te weten of hun familielid nog
in leven is. In den regel zyn ook aan
zoo'n verzoek nogal eenige kosten verbon
den, want heeft men zich tot het Min s-
terie van Koloniën gewend, dan wordt
men verwezen naar den leger-commandant
in Indië, met wien men niet anders kan
correspondeeren over dergeljjke zaken dan
op gezegeld papier.
Dit heeft iemand op het denkbeeld ge
bracht om eens op andere wyze te pro-
beeren inliclitinger te verkrijgen. Hjj
schreef nl. naar Indië naar den bewusten
persoon, vermeldde daarbij stamboeknum
mer, benevens den naam en plakte op
den brief het verschuldigde port. Leeft
nu de persoon nog, dan antwoordt deze
natuurlyk zelf, is hy echter overleden, dan
krijgt de afzender, wanneer hij zijn adres
op de keerzijde van den brief vermeldt,
dezen weer terug, waarop dan voorkomt
het woord idécidé".
Nog onlangs is in een kleine opgave
vermeld hoevele personen in een betrek
kelijk kort tijdsverloop door den Zuid-
Afrikaanschen postdienst waren opgespoord,
en werkelijk het middel blykt wel het
meest practische te zyn dat er bestaat.
Daar te Pernis steeds meer zekerheid
komt dat de sloep >Johannes Cornelis" is
vergaan, heeft het dood-bekendmaken er
plaats gehad, met verzoek uit eerbied voor
de verongelukten drie dagen te sluiten. De
verongelukten zynschipper Jacob van
Vliet, gehuwd, met twee landerenHendrik
Verschoor, gehuwd, met een kindArie
Hordijk, gehuwd, met twee kinderenCs.
v. d. Steen, gehuwd, zonder kinderen
Maarten, Boudewijn v. d. Steen, Elisa en
Willem v. Kampen, Jan Hordjjk, Klaas
Degeling, Maarten Noordzij Mz. Leendert
Verhey, Corns. Weynholst, allen ongehuwd.
Men meldt uit Stavoren aan de
»Leeuw. Ct." Hedenmorgen vond men op
de veerboot «Groningen" een jas. Ver
moedelijk is de eigenaar daarvan gedurende
de laatste reis naar hier overboord ge
raakt.
Jbr. rar. B. Ph. de Beaufort, f
De burgemeester van 's-Gravenhage, jhr.
mr. B. Philip de Beaufort, ia Zaterdagavond,
zacht en kalm, te Mariëndal bij Oosterbeek
overleden, in den ouderdom van 45 jaar.
Naar aanleiding van dit doodsbericht
wordt uit Den Haag geschreven
Slechts zeven maanden was het den over-
leno vergund, als hoofd van het gemeente
bestuur van de residentie werkzaam te zijn,
nadat hij vroeger te Hilversum en gerui-
men tijd te Baarn de betrekking van bur
gemeester had bekleed.
Te Eindhoven ia bij inteekening
f 1200 byeen gebracht voor de Inhuldi-
gingsfeeaten dit maakt met de f 500 sub
sidie, door den gemeenteraad toegestaan,
dus f 1700.
Vervalseklaj? ea verduistering.
Voor de rechtbank te Zwolle is de zaak
behandeld tegen den 41-jarigen commieB
der posteryen J. L. B. de B., beklaagd
van het valschelijk opmaken van de re
gisters en het journaal, die hy als com
mies, belast met administratie der post
wissels van het postkantoor te Zwolle,
onder zich had, door de daarin geplaatste
cijfers te verhoogen of te verlagen, en
voort» het zich toeëigenen van bedragen
uit de kas, tot een totaal van f 2700, welke
gelden door bemiddeling van een vriend
weder zyn ge»tort.
Eisch3 jaar gevangenisstraf.
Hot Volta-krul»!
De president van politie te Berlyn be
richt
»Op grond van een rapport van een ge
rechtelijk deskundige heeft in den laatsten
tijd in verscheidene winkels de inbeslag
neming plaats gehad van Volta-kruisen
en sterren, alsook van de handelsboeken
en correspondentie, die op den verkoop
van dit artikel betrekking hebben. Tegen
de verkoopers zyn aanklachten wegens
bedrog ingediend. Zooals te begrijpen is,
zijn de Volta-kruisen, waarvan ae werke
lijke waarde nog geen 6 centen is, niet
in «taat een constanten electrischen stroom
op te wekken en een genezende inwerking
of zelfs eenigen invloed op ziektetoestan
den uit te oefenen".
Wij vragen is een zaak, die in Duitsch
land als bedrog wordt beschouwd, in
Nederland geen bedrog
Kattenburgerstraat te Amsterdam, en zyn
het eerst aangebracht aan het hui» van M.
Evelein, Reguliersbreestraat aldaar.
Aan ons oude huis waren eerst twee ijzers,
maar bij verbouwing in 1888, werden de vier
geplaatst zooals ze nu zyn.
Onder dankzegging voor de opname.
Hoogachtend,
Wed. M. EVELEIN.
y«rzsndingswsg.
Datum dar tar
poit-bezerg.
TQdat d.laat
bualshPoalk.
p. ssipost ii* Awitsrdim
p. sespott vi» Rotterdam
p. Huil. miil vis Ganut.
p. Heil. mtil via Marseilla
p. Frananhe mail vla Manailla
p. Kngelaelie mail via Brindiii
Naar Atjeh ca da Oastkust
van Sumatra
p. Duitaehe mail viiNipela.
29 Apr.
21
26
19
22
M
alksa Vrijdag.
2 Mai.
7 'aav.
7.'ssv.
7.- 'aav.
t '«Ba*.
7.— 'asv.
9.20 'a mor.
9.10'a mor.
9.20 'a mor.
Naar Guyana (Suriname)
p. ïeepoat via Amatardam
p. mail ovar Eogalaod
p mail via St. Nataira
(0 Apr.
2 Mai.
7
7.'s»V.
7.—'sar.
7.— 'asr.
Naar Cura^ao, Bonaire en Aruba
p. zeepoit via Amatardam
20 Apr.
eiken Diatdag
ao Vrijdag.
7.—'SST.
p. mail via Qnsesatewn
Naar St. Martin, St
Eustatlus sn Saba:
p. mail over Eaztland
2 Mai.
7—'atv.
Ingezonden.
Mijnheer de Redacteur!
In uw courant no. 2625 dato 18 April j.1.
komt een onjuistheid voor in bet naschrift
dat betrekking heeft op de door het weekblad
Vulkaan' uitgeschreven prijsvraag.
Wanneer de meerdere of mindere mate
van beoefening van het kunstsmeden te Helder
zou moeten worden afgeleid van smeedstukken
als de uithangijzer» aan het huis van de wed.
M. Evelein alhier, zou de maatstaf verkeerd
zijn aangelegd.
In de eerste plaats zyn de bewuste yzers
nooit door Zinsmeistor aangebracht, en in de
tweede plaats zyn ze hier niet in den Helder
vervaardigd. Deze ijzers werden gemaakt bij
de firma Hóweler, ankersmid, in de Groote
T(jdsttpp«n van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-lndli:
Correspondentie-party
tomben »H. S." te Helder en de Schaak
vereniging te Appingadam.
Appingadam.
bede
Helder.
20e
Lel—f2
e 5 e 4
21e
d 3 X e 4
f 5 X e 4
22o
Tfl—dl
D d 6 e 5
23e
Lf2 e 3
Tf8 f5
24e
P c 3 a 4
T e 6 g 6
25e
Kgl-hl
Prosramma van hel 12de Wiilercoicert,
te geven op Dinsdag 19 April 1898,
's avonds 8 uur.
1. Festmarsch iiber dem Choral«Nun
danket alle Gott', Johann Resch. 2. Overture:
Don Olivia Pasquale,* Gaëtano Donizetti.
3. •Sarabande,' G. F. Handel. 4. .Selection
on Mendelsohn's Songs without words,' H.
Basquit. PAUZE. 5. Ouverture do 1'opëra:
La Siröne,» D. F. E. Auber. 6. a. .Danae
Javanaise,' Paul Vidalb. .Sërénade do
Mandolines,' L. C. Desormos. 7. fFür Herz
und Gemüth', Tongeraiilde, Louis Stetefeld.
8. .Schall-Wellen," Walzer, Jos. Gung"l.
No. 2, 6a, 7 en 8 eerste uitvoering.
Marine en Leger.
Blijkens bij bet departement van marine in
gekomen bericht is Hr. Ms. instructieschip
Nautilus', onder bevel van den kapitein
luitenant ter zee J. P. van Rosaum, 14 dezer
Deal gepasseerd. (,St.-Ct.V
Bij kon. besluit is de officier-machinist 2e
kl. bij *8 Ryks stoomvaartdienst J. M. Sporxy
bevorderd tot offioier-machioist le kl.
FEUILLETON.
i)
EERSTE HOOFDSTUK.
Aan den rand van het woud begon do
smalle weg langzamerhand te klimmen.
Bloeiende heideplanten bedekten den grond
als met een bont tapyt. De bleekroode
bloempjes openden zoover mogelyk hare kleine
sierlijke kelken voor de heldere stralen der
Novemberzon ze wisten het wel, dat er niet
veel zonnige dagen meer zouden komen, eer
de sneeuw ze voor langen tyd kwam bedekken.
Plotseling weerklonk hoefgetrappel op den
harden grond. Het scheen, dat de man, die
langs den rand van het bosch reed, een wee
moedigen blik op de reusachtige eiken wierp.
De ruiter hield zyn paard stil, keerde zich
even om, om te zien of hem niemand volgde,
zette zich daarna weer recht in den zadel
en reed verder.
Een eind verder maakte de weg een sterke
kromming. Eensklaps kwam een groote zwarte
hond den ruiter tegemoet springen blaffend
en huilend van vreugde sprong hy langs het
paard op.
Niet zoo wild, HectorI' zei de ruiter,
terwyl hy hem op den prachtigen kop streelde.
De hond liep weer verder en stond weldra
b(j een jongen man, die als jager gekleed was.
Ben je reeds hier, Jacob?' vroeg hemde
ruiter, toen de jager dicht bij het paard stond
en beleefd den hoed in de hand hield.
•Ik heb flink doorgereden,' antwoordde de
aangesprokene lachend. »Myn paard heb ik
in de herberg in het dorp laten staan. Ik
ben u met Hector tegemoet gekomen, mynheer
de directeur, doch toen de hond den stap
van Nitouche herkende, was hy niet meer
te houden.*
,Hcb je het kasteel gezien?' vroeg de met
directeur aangesprokene den jongen man, die
blijkbaar zyn dienaar was.
Ja, heer directeurvan het dorp, dat nog
vyf minuten van hier is, ziet men Lomont
op de hoogte liggen. De waard zei my, dat
hij van het dorp tot het slot een half uur
rekende.
Er zyn vandaag gasten op het kasteel,'
voegde Jacob een weinig aarzelend erby,
men viert den geboortedag van den graaf.'
•Je brengt me reeds nauwkeurige inlich
tingen,' zei de directeur een weinig spottend,
en sprong vlug uit den zadel. «Ik wil het
korto eind tot aan het slot te voet afleggen.
Ga met Nitouche naar het dorp, laat het
dier eten en drinken, en kom dun naar hot
slot. Houd Hector ook by jeik kan hem
den eersten keer niet meenemen.'
Jacob oogde zyn meester na, die het voet
pad naar het slot volgde. Hector bleef by
Jacob, die met het paard naar het dorpje
Cbagey terugkeerde.
Weldra had de directeur het eind van het
bosch bereikt, en op een duizend passen voor
hem lag het slot Lomont, welks vergulde
torenspitsen in do stralen der middagzon
schitterden. Vroolyk wapperde een gele vlag
in den hoogen gevel, als wilde ze hem welkom
toeroepen.
De directeur bleef staan en bekeek het
slot opmerkzaam. Het was een groot lang
werpig gebouw, dat de smalle zjjde naar het
bosch keerde. Een jjzeren hek scheidde eeu
bloementuin van den straatweg, die er aan
den linkerkant langs liep. Van den vorm
der bedden was niet veel te zien, want stroo,
loof ën eikentakken dekten de gewassen voor
de op handen zynde koude. Een rijweg liep
midden door den bloementuin juist in hot
portaal van het kasteel uit.
Slaperig leunde een bediende in grauwe
liverei, met geel afgezet, in de deur van het
hekhij richtte zich echter styf op, toen hy
den directeur gewaar werd.
Deze beantwoordde eventjes den eerbiedigen
groet van den dienaar en zeide, terwyl hy
eene kaart uit zijn zak haalde, op bevelenden
toon
,Meld my aan by den graaf!'
De bediende wees met een lichte handbe
weging de kaart terug.
O, het is niet noodig,« sprak hij eerbiedig
«men verwacht mijnheer reeds. Ik heb bevel
u dadelijk in den wintertuin te geleiden.'
De directeur scheen eenigszins verwonderd,
doch antwoordde niet en volgde den knecht,
die voor een geopend portaal bleef staan,
dat toegang verleende tot een mooi glazen
gebouw, aan den rechtervleugel van het slot.
Het rinkelen van glazen en vroolyk ge
kout klonk door de open deur tol ver in den
tuin. De personen, die in den wintertuin aan
tafel zaten, bemerkten den aangekomene niet,
die een wyle aarzelend aan den ingang staan
bleef.
Leve het geluk! leve de liefde I* riep een
slanke man in officiersuniform.
,Gravin Jnlie, mag ik de eer hebben met
u op deze twee hoogste goederen der aarde
te klinken
De officier hield een kristallen beker met
schuimenden wyn een jongo dame voor, die
tegenover don spreker zat.
Nu stond ook de dame op, hief haar glas
omhoog en zei i
„Geluk ea liefdeOp deze bedriegelijke
goederen, die slechts van het toeval afhangen,
drink ik niet, mijnheer Des Roches. Leve de
vrjje wil
,De vrjje wil!' herhaalden verwonderd
eenige gasten, en de officier zetto in de ver
warring, waarin hem deze woorden gebracht
hadden, weder zyu beker op tafel zonder
met de schoone spreekster te klinken.
Een byna verachtelijk glimlachje bewoog
den fijnen mond dor jonge dame, dat scheen
te willen zeggen
•Ik wist wel, dat gy voor dit enkel woord
zoudt schrikken.'
Daarna richtte zy haar blik met do zeker
heid en oubovangenheid eener dame uit den
hoogen stand op den directeur, die op dit
oogenblik den wintertuin binnentrad, terwyl
de bediende eerbiedig aan de deur bleef
staan. Gravin Lomont had den aangekomene
het eerst bemerkt.
„Papa, er komt een gast,« sprak ze half
luide tot don forschen, breedgeschouderden
heer, die naast haar zat en in druk gesprek
was met zyn buurman aan de linkerhand,
oen gepensioneerd ritmeester, zoodat hij van
den zonderlingen toost zyner dochter in liet
geheel niets gehoord had.
De graaf stond dadclyk op en ging den
binnentredende eenige schreden tegemoet.
De geoefende blik van den slotheer erkende
in de houding ea buiging des vreemden den
man, die gewoon is zich in hooge kringen
te bewegea en vroeg hem vriendelyk
Wion heb ik de eer te ontvangen
Een uwer bedienden, heer graaf, heeft
my gezegd, dat men my reeds verwachtte,'
hernam do vreemdeling met een diepe, wel
luidende stem. Hy scheen zich evenmin te
storen aan de nieuwsgierige blikken, die men
op hem vestigde, als aan de plotselinge stilte,
die zyna komst teweeg bracht. Doch het
schijnt een misverstand te zijn, ging de spreker
voort, .mijn naam is Felix Roland. Ik twyfel
echter, heer graaf, of gy n dien nog her
innert."
De directeur had aan het woordje .nog'
een weinig klem gegeven, maar reeds by liet
hooren van den naam Felix Roland was er
een opvallende verandering in het gelaat van
den graaf gekomen, die een scherp opmerker
misschien belachelijk zou gevonden hebben.
De voorkomendheid, waarmee graaf Lomont
gewoon was gasten van zyn soort te ont
vangen, verdween eensklapB en maakte voor
eene zekere koelheid plaats.
Felix Roland,' herhaalde graaf Lomont
na eene kleine pauze. „Laat gy ook weer
eens van je hooren. Herkend had ik je zeker
niet, je bent zeer veranderd. Doch kom later
terug, Felix, je ziet, ik heb nu gasten, dan
kannen wy onze zaken afdoen.'
Felix Roland stond onbewegelyk, toen de
graaf sprak slechts verwondering lag in de
oogen, die by ernstig op den slotheer ge
vestigd hield.
Wil u niet zoo goed zyn, my te zeggen,
wanneer ik u niet meer stoor?' vroeg hy.
„Kom na eeu uur terug," zei de groafj
nog een weinig koeler.
Ik hoop op bepaalden tyd terug te zyn,'
hernam de vreemdeling, boog iets minder
diep dan by zyn aankomst en lachend
men zou byna gezegd hebben geërgerd
verliet hy bet paviljoen.
Nadat de graaf zyaea gasten verteld had,
dat do vreemdeling niet tot hnnnen kring
behoorde, bad het kleiue gezelschap weder
zyne opgewekte stemming herkregen slechts
gravin Julie had met ontevreden blik het
kleine tooneel gadegeslagen.
Wie was die indringer, papa?' vroeg de
jonge dame, toen Feliz nauwelyk» buiten
het gehoor was.
Do graaf leunde lashend in zyn stoel
achterover.
Wat hy nu is, weet ik niet, myn kind,
maar twaalf jaar geleden was Felix Roland
boechwaehter in mijnen dienst. Hy was zser
bruikbaar en ik verloor hem ongaarne, toen
by my op zekeren dag zeide, dot hy in hst
belang van zyn toekomst niet meer kon
blyven. Destijds zei ik hem, dat ik hem wesr
gaarne wilde opnemen, indien hy lust had
terug te komen. Willicht wil hy my heden
aan die belofte herinneren.'
Hy ziet er zeer deftig uit, in het goheel
niet als een bosch wachter zeide eene kleine
ondachtige dame, die met gravin Julie het
vrouwelyk element in het gezelschap van
acht personen vormde.
•Tante Rose houd in hare goedheid ieder
een voor deftig, die over een tamelijk goede
houding kan beschikken,* zeide de gravin
half spottend.
Eer de gravin de Blegey, die zich eenigs
zins gekwetst gevoelde, kon antwoorden,
hoorde men het getrappel van een paard op
den weg, die in de uitgestrekte bosschen van
den graaf de Lomont naar Etobon voerde.
„Dat zal de Moval zyn," riep do huisheor
en stond op om den lang verwachten gast
tegemoet te gaan. Weldra echter hoorde men,
dat de ruiter zich verwyderde in plaats van
te naderen, en de jonge officier, dia met de
jonge gravin had willen klinken, zei tot deu
graaf
Willicht is het de bediende van de Misail,
die den burggraaf tegemoet rydt.'
(Wordt vervolgd).