Bijvoegsel, behoorende bij 't Vliegend Blaadje, van Zaterdag 30 April 1898. ROLANDS LIEFDE. Marktbericht van Helder. Ynorjaars-Koeafirtt op 27 April Aangevoerd 115 etnks rundvee, 3 paarden. 4 kelten. Het rundvee werd ter markt ge bracht door: J. de Veer 8, W. Noot 1, C. Maters 1, P. Knip 2, te KoegrasP. Tes- selaar 15, J. Pot 3, J. Hoogenbosch 2, P. Bruin 3, P. Biersteker 1, C. Roodt 1, J. Verfaille 4, H. Steiger 1, P. Selderbeek 2, Voorthuys 1, G. Jannes 3, Lengers 1, G. de Beurs 2, W. v. d. Peet 3, Dekker 1, J. Ma kelaar 7, te Helder en W. Keesoom, Texel, 5 5 stuks Door de Landbouw-vereeniging afd. Helder en de Vereeniging «Helders Belang* waren premiën vastgesteld voor den grootsten aan voer en grootsten aankoop. Na afloop van de markt werden door het bestuur van Landbouw, in 't café Centrum bijeen, door den Voorzitter, den heer C. Maal- steed deze premiën onder gepaste toespraak uitgereikt. Alvorens hiertoe over te gaan, achtte de Voorzitter het een eereollen plicht te wijzen op een verzuim, onwillekeurig ge maakt bij de aankondiging in de couranten, als zou uitsluitend door Landbouw het bedrag der premiën gesteld zyn, ook Helders Be lang' was hierin voor de helft deelgenoot, en hulde bracht hy aan 't Bestuur, dat ook thans weer vrijwillig zijne medewerking had aangeboden. Ook werd dank gebracht aan den heer J. Korver, secretaris der afd. Landbouw, door wiens medehulp het uitloven van premiën mogelijk was geworden. Uitgereikt werd voor het grootste aantal stuks dat was aangevoerd, le premie f 10 aan W. Keesoom te Texel2de premie f 5 aan P. Tesselaar te Helder. Voor den kooper van het grootst aantal stuks, le premie f 10 aan W. Keesoom te Texel; 2de premie f 5 aan J. de Veer te Schagen. Deze eerste Voorjaars-Koemarkt mag niet onbevredigend heetenhoewel de aanvoer minder was dan in 't najaar, ontstaat dit verschil omdat gewoonlijk op voorjaarsmarkten minder vee wordt aangeboden. De handel was matig en er werden pryzen besteed tusschen f70 en f 150. Op het Nieuwe Kerkplein was de aanblik levendig. Op de eerste weekmarkt bewogen zich talrijke kijkers en ook koopere. Ver handeld werdeneieren per 100 f 2,25, boter 4045 ct., kaas 45. ct., voor Holl. kaas per stuk 65 ct. Varkens 17 ct., allen per'/a Kg., konijnen 30 en 80 ct., 1 geit f 6,75, nuchtere kalveren f 5, jonge kippen 45 ct. De aanvoer was niet groot, dit komt door de nieuwheid; de volgende week zal er zeker meer zjjn. In de bloemen was de handel zeer levendig; die lieve kinderen der natuur hadden ook veel bekijks. J. Boelsums, C. A. Lagerweij, J. Ileddes en Ph. de Beer waren de inzenders. Varkens en biggen werden aangevoerd door J. Slikker, Kooi, L. Hornong, Schagen e C. de Beurs. Bokken en geiten door P. Ver- berne, D. Makelaar en C. Wiering, schapen en lammeren D. Steeman, nuchtere kalveren Boerhorst, Texel, H. Bakker, Helder, kippen C. Wiering, Koegras, konijnen D. Makelaar. Voorts: R. de Greot met aardewerk, Da- vid de Beer, Amsterdam, geëm. keuken gereedschap, M. Paraa en F. Fenks fruit, P. Bot en C. Visser met verschillende artikelen. NlElJWKTIJDHNCiEIV HELDER, 29 April 1898. 't Zal zeker onzen ingezetenen aan genaam zijn te vernemen, dat hier weldra de gelegenheid zal bestaan om het schoon ste en grootste portret dat van H. M. Koningin Wilhelmina bestaat, te kunnen bezichtigen. Dit portret (Peinture Bo- gaerts), kost niet minder dan f 300,is ruim 27s Meter hoog, met inbegrip van de antieke verzilverde lijst en wekte in de groote steden des lands overal de hoog ste bewondering. Men deelt ons mede, dat het in het Café »'t Centrum" zal geëxposeerd worden, waar de heer A. van Twisk het welwillend een plaats inruimt, omdat het voor een liefdadig doel wordt tentoongesteld. Het bezichtigen kost slechts 10 ets. per per soon, waarvoor elk bezoeker bovendien nog een gratis-lot naar 'tschoone kunst werk ontvangt en derhalve de kans be loopt voor 10 ct. eigenaar te worden van de kostbare schilderij. Exurneu stnurliedcn. De Commissie tot examineeren van stuur lieden ter koopvaardij hield van 12—27 April zitting te Amsterdam. Aangemeld hadden zich 43 candidaten, voor 56 diplo ma's. De volgende diploma's werden uit gereikt Groote zeilvaart Aeerste-stuurman aan den heer J. de Jong tweede stuurman aan de heeren D. Pothuis, N. van der Weide, L. Grilk, H. Boompaal, W. Kirn- merenderde stuurman aan de heeren H. J. v. d. Klip, C. P. Soutendam, R. Vis ser, N. B. Roels, E. Geertsema, J. J. Schut, J. F. Noorthoorn v. d. Kruyff, A. L. Versluys. Groote stoomvaart A eerste-stuurman aan den heer T. L. Teensmatweede stuurman aan de heeren P. J. van Borse- len, J. A. Landzaat, A. J. Tit, D. Pot huis derde-stuurman aan de heeren J. N. Gronthoud, C. P. Soutendam, H. J. C. Zundler, C. H. Pater, J. Knottnerus. N. B. Roels, E. Geertsema, J. J. Schut, J. F. Noorthoorn van den Kruyff. Blijkens de door den Minister van Waterstaat ingediende Memorie van Ant woord op het wetsontwerp tot wijziging en verhooging van het lXde Hoofdstnk der Staatsbegrooting over 1898, betrek king hebbende op uitbreiding van het intercommunaal telefoonnet, komt ook onze gemeente voor onder de plaatsen, die voor intercommunale aansluiting in aanmerking komen. Verder nog in NoordhollandAlk maar, Hoorn, Enkhuizen en Purmerend. Brand ie Schagerbrug. Een extra nummer van de «Ziiper Courant" meldt omtrent dezen ontzettenden brand Dinsdagavond tegen half één werd de bunrt alhier uit den slaap opgeschrikt door geklop, geroep en gelui. .Brand!" Brandwerd er geroepen. Dc brand is ontstaan op den zolder van den bakker J. de Jager alhier, doordien hij met eene petroleumlamp viel en het bran dende vocht onmiddellijk de daar aanwezige takkebossen aantastte. Dadelyk haalde hy een emmer water en wierp dien in de vlam, doch deze vond in het door en door droge hout zóó spoedig voedsel, dat in zeer korten tyd het geheele huis in lichte-laaie stond en zijn zoon nauwelijks gelegenheid had het vee te redden. De twee daaraangrenzende huizen, links dat van den heer W. F. Niestadt, rechts dat van den heer K. Plevier, vatten even spoedig vuur, tengevolge waarvan de bewoners van den in boedel zoo goed als niets hebben kunnen radden. Door den hevigen Noordoostenwind deelde de vlam zich ook spoedig mede aan het naaste huis van Mej. de Wed. Zander. Dit ging zoo snel, dat de kinderen zich nuuwelyks hebben kunnen kleeden voor ze genoodzaakt werden hunne woning te verlaten. Het vee was ge lukkig reeds uitgejaagd. Doch ongelooflijk snel hadden dc vonken, die op het huis van den heer Jb. Harp aan den overkant der Groote Sloot waren over gewaaid, dit gebouw in hellen gloed gezet. In ean oogenblik stond de eene kant van het dak in lichte-laaie. Vrouw en kinderen mis ten rlen tijd zich behoorlijk te kleeden. En hijzelf heeft gedaan, wat hij kon en meer dan dat, om het vee in huis te redden. Twee koeien en twee kalveren benevens een jaag- paard van schipper T. Schotvanger kon hij echter met den best mogelijken wil niet uit het brandende huis krijgen. Hy zelf en het door hem alleen geredde vee hebben hier en daar brandwonden bekomen. Ooggetuigen beweren, dat dit huis binnen 10 minuten aan den grond lag. Al die huizen mot nog het huis bewoond door den winkelier W. Jiinmink stonden in de dichtbevolkte bunrt binnen het half uur in volle vlam. En maar ééne spuit tot blussching 't Was een angstig schouwspel. Want men kon duidelyk zieu, dat de vuur god nog niet verzadigd was. Wat zou het eerst aan de beurt wezen Daar vat op meer dan eene plaats de brug over de Groote Sloot vlam. Die moest ge- bluscht worden En in verstikkenden rook ën hevigen vonkenregen weten eenige mannen haar met groote moeite te behouden. Vooral schipper Do Gooier heeft zich bier bij bijzonder verdienstelijk gemaakt door met een houweel de brandende stukken weg te hakken. Intusschen waren ook achtereenvolgens de woningen van den wagenmaker A. Ligtliart en van de handelaars in brandstollen J. Fans en C. Nieman aangetast. Wat nu nog, vóór er brandspuiten uit de naaste plaatsen komen? Hulp was dringend noodig. In de ontsteltenis scheen men er niet aan te denken om perso nen uit te sturentrouwens er waren hier reeds veel te weinig helpende handen. 't Doet ons genoegen hier een flinke daad van een schooljongen te kunnen melden, van Arthur Feisser. Toen hij hoorde, dat in de omliggende plaatsen hulp moest worden gevraagd, ging by in zyn eentje op het rij wiel, dat hjj juist voor een ander in veilig heid zou brengen, naar Schagen, om daar «Te brandweer op te kloppen. Hy verdient (en FEUILLETON. 4) Indien men met een fatsoenlijk huis zaken doet, rekent men op vertrouwen.* ,De heer Lafette is voor zyn broer geen vFecmde,' hervatte Felix Roland bedaard, .en als technisch directeur ben ik in al hunne zaken ingewijd. Ik weet trouwens ook ge heimen te bewaren. Veroorloof mij, dat ik voortga. Daar de interesten der twee laatste kwartalen dor som slechts half betaald werden, was dit voor den heer Vilatte eene reden te meer tot bezorgdheid.* .Maar droom ik dan riep de graaf op springend, u vertelt mij sprookjes, mijn heer De interesten zyn steeds tot den laatsten cent betaald geworden. Ik zal u het groot boek toonen, waarin de posten geboekt zijn.* ,U heeft die posten zelf niet geboekt,* heer graaf. Voorloopig is het ook niet noodig, de boeken in te zien, eer ik u alles verteld heb,* meende Roland. De graaf had echter reeds gebeld en een bediende verscheen, die bevel kreeg het grootboek te halen. n Wat heeft u nog meer te zeggen voegde de graaf bijna ruw, toen de knecht weg was. De heer Villatte laat u door mij vragen, wanneer u denkt de achterstallige interesten ad vijftienduizend francs af te lossen. In de laatste twee kwartalen heeft uw rentmeester de Mesnil voor de ontbrekende interest staatsschuld in pand gegeven. De papieren dragen de nummers 48007 en 58409." De graaf streek met zyn hand langs het voorhoofd. ,De interest is steeds in baar geld be taald," zei hy eindelijk; .wat u met deze staatsschuld bedoeld, begrijp ik niet. Myne dochter heeft twintig schuldbrieven van den Staat, die daar in de brandkast liggen, van welke ik alleen den sleutel heb." .Wil u zich niet eens overtuigen of deze papieren nog aanwezig zyn, heer graaf?" zei Roland, en legde zyne hand op het groot boek, dat op tafel lag. «Neen, mijnheer, dat zal ik niet doen,' hernam de graaf, en richtte zich trotsch op. .Dat ware een daad van wantrouwen jegens myn rentmeester de Mesnildat strijdt tegen myn karakter. Graaf de Mesnil is de ver loofde myner eenige dochter en dit kan u bewijzen, hoezeer ik den man hoogacht. Ver oorloof my da'.rom het gesprek te staken, waarvan ik de strekking niet begrijp. De heer de Mesnil zal u bescheid geven binnen twee uur is hy terug." Terwijl hij sprak had de graaf vermeden den directeur aan te zien, die zyn blik op hem gevestigd hield. De slotheer voelde, dat hij tegen dien helderen blik niet bestand was. Hij knikte met het hoofd, ten teeken dat Roland kon gaan. De directeur was opgestaan en het voor hoofd, dat een dreigende plooi had aange nomen, toen de graaf van wantrouwen sprak, was weer ernstig als te voren. «Ik betreur het zeer, heer graaf, dat ik aan uw wenk, my te verwijderen, geen gevolg kan geven. Myn plicht verbiedt het my. Ik zal de opdracht van den heer Villatte uit voeren, mits u het mij niet onmogelyk maakt. De bankier heeft mij opgedragen nauwkeurig inzage te nemen van den stand van uw ver mogen en indien my dit geweigerd wordt, zal de bankier genoodzaakt wezen u de hypotheek op te zeggen." Zijne stem klonk bedaard en niet dreigend, maar toch kon men er uit opmaken, dat de «laad op het woord zou volgen. De graaf verschrikte. .Ieder oogenblik kan u hiervan inzage nemen, indien dit den heer Villatte noodig toeschijnt; de Mesnil zal u .Niets van den heer de Mesnil,* viel de directeur hem beslist in de rede. .Met hem wil en zal ik nooit iets te doen hebben. Ik wil u voor een ongeluk behoeden, heer graaf, en ik hoop, dat ik dit kan. Gij zult ook ter wille van uw staud en uwe dochter myne hulp niet van de hand wyzen, want laat het mij n ronduit zeggen, heer graaf, uwe zaken staan slecht. Het spyt my u dit te moeten zeggen. Zal het echter beter worden en ik acht dit niet onmogelyk dan verlang ik, dat, zoolang ik hier ben, graaf de Mesnil geen voet op het slot zet.' .Waarom riep de graaf heftig. .Waarom, heer graaf? Ik verkeer niet met een bedrieger.* Dat zult gy bewyzen!' schreeuwde hy. Het is laag afwezigen te lasteren.* Wees bedaard, mynheer de graaf, ik ben bereid elk myner woorden te bewyzen,» her vatte de directeur ernstig. .De handteekening van den brief, dien ik u toonde, is vervalschf, zooals al do brieven aan Villatte. Ik heb ze alle hier. De inhoud zal u ook bewyzen, dat de Mesnil de staats schuldbrieven zond, van welker aanwezigheid gij u niet wilt overtuigen. Ik heb uw schrift vaak gezien, toen ik nog in uw dienst was. Ik heb uw eigenaardige trekken niet ver geten, ik heb nog een getuigschrift van u. Toen ik den vasten trek in uw handteeke ning miste, nam ik een vergrootglas en ont dekte, dat de letters eerst met potlood en daarna met. inkt nagetrokken waren. Dat de staatsschuldbrieven u ontfutseld zyn, daarvan ben ik ook zeker, want welk papier draagt aan den linkerkant boven de letters d. L.* Haastig wendde zich de graaf naar de brandkast en nam er met bevende handen een papier uit, waarom een blauw lintje was. .Daar, mynheer, ge moogt ze natellen,* zei de graaf. De directeur begon te tellentusschen elke twee effecten lag een vel blank papier. .Er ontbreken juist twee nummers,* zei Roland. De graaf zonk zwijgend achterover in zijn leunstoel en bedekte zijne oogen met de handen, terwijl de directeur het pakje weer samenbond. Houd moed, heer graaf," zei liy eindelyk op deelnemendcn toon. «Ik begrijp, dat deze onthullingen u leed doen, maar ik mocht ze u niet verbergen. Nu zal ik aan uw verlangen voldoen, door u alleen te laten. Indien ge geneigd zijt, myne voorstellen in de zaak Villatte te hoorei), verzoek ik u mij te laten roepen ik ben ter uwer beschikking." Graaf dc Lcmont liet dc hand zinken en keek den directeur wezenloos aan, die na eene diepe buiging de kamer verliet. Nog eenige oogenblikken bleef de graaf op zijne plaats, daarna stond hij zuchtend op. Plotseling stond zyne dochter in de deur. «Ja, ik ben het, papa. Tante beweerde, dat gij veel leed en zorgen liadt en daarom wilde ik naar u toekomen. Ik was daarbinnen en hoorde alles, wat deze Felix Roland u gezegd heeft.' Arm, urm kind!* zeide de graaf en vatte dr hand zyner dochter. .O, wees niet bezorgd voor my, papa,* hernam het schoone meisje met bitteren spot .ik moest wel zeer sterke zenuwen hebben, daar ik niet in onmacht viel. Voor de Mesnil dezen ellendeling, heb ik niets dan ver achting, maar de man, die gaat en staat en spreekt als ware hy vun steen, dien Felix Roland dien haat ik, papa, evenzeer als ik u bemin.* En woedend wierp zich Julie aan haar vaders borst. DERDE HOOFDSTUK. Slechts een kleine, geelruode plek aan 't uitspansel wees de plaats aan, waar de zon ondergegaan was. Grauwe wolken kondigden een naderend onweer aan. De wind huilde in de schoorsteenen en sloeg elke deur, die niet goed gesloten was, telkens open en dicht. In een der aan den voorkant gelegen ver trekken had zoo even een net gekleede jonge man plaats genomen. Licht! En de blinden sluiten riep hij zijn knecht toe, die hem gevolgd was. Eenige oogenblikken later verlichtte eene kostbare lamp het rijke vertrek en het ge laat van den jongen man, die zich op de sofa wierp en de oogen sloot, alsof hij slapen wilde. De bediende sloot de blinden op zyn gemak, zoodat men van het woeden van den storm niet veel hoorde. Daarna zette Robert, de kamerdienaar van graaf de Mesnil, de armen kruiselings over de borst en bleef voor zijn meester staan .Mynheer schijnt zeer vermoeid,* sprak hy op een half spottenden, half medelijdendcn toon. .Bij al de drukte van heden is dat geen wonder; zelfs mijne zennwen zijn aan gedaan. Vooreerst hei roerende afscheid van een vriend, die ons om do betaling eener eereschuld maande, die w© echter dudelyk konden betalen, dank zij onze nieuwe hulpbronnen daarna het bekoorlyke ge zelschap, dan de koele ontvangst bij uw thuiskomst, het korte onderhoud met uw aanstaanden schoonvaderdat alles zou den sterkste wel afmatten, en ik vraag daarom verlof ook tc mogen gaan zitten.' Spreker wachtte echter het antwoord niet af en wierp zich in een leunstoel, terwijl hij na het onverstaanbare gebrom van don graaf dezen vroeg „Wat zei n, mijnheer de graaf?* .De aangesprokene had zich opgericht en wierp zyn knecht een vlammende» blik toe. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 5