KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Ifoor Helder, Texel en Wieringen.
MAM LIEFDE.
Ho. 2643.
Woensdag 16 Jnni 1898.
28»tc Jaargang,
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Alsonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/,.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaux» Spoorstraat en Zuidatraat.
Advertentlöii
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd fzijn.
Een Marine-Jachtclub.
In December des vorigen jaars hebben zich
alhier een vijftal officieren der Marine tot
eene Commissie vereenigd, met het doelde
oprichting voor te bereiden eener Marine-
Roei- en Zeilverceniging. De
Commissie, bestaande nit de heeren W. C.
J. Smit, F. Bauduio, C. W. de Visser, C.
N. de KrujjfF en F. J. van der Esch, heeft
hare plannen blootgelegd in eene in druk
uitgegeven Circulaire aan de Officieren en
Ingenieurs der Kon. Nederlandsche Marine.
In deze Circulaire wijst de Commissie erop,
dat met het vervallen van het zeiltuig van
de schepen, veel poëzie en veel aantrekke
lijks uit het leven van den zeeofficier is ver
dwenen, om plaats te maken voor eene uit-
Sbreide vakstudie, die lang niet b|j allen
illusiën hunner jonge jaren verwezenlijkt.
De geharde, door wéér en wind gebruinde
buienkauwer gaat langzamerhand plaatst ma
ken voor den op velerlei gebied ontwikkelden
technious, voor den man van studie. Toch
mogen in den Marineofficier de aloude eigen
schappen van zelfvertrouwen, zeemanschap
en practische handigheid minder dan ooit
ontbreken, en deze eigenschappen aan te
kweeken en te onderhonden is een dnre plicht.
Naarmate de goede, oude leerschool verdwijnt,
moeten w|j ons meer en meer gaan toeleggen
op de sport in het algemeen, op de Marine-
sport in het bijzonder.
Dus vangt de Commissie hare Circulaire
aan, om daarin verder de plannen, door haar
ontworpen, te ontvonwen, op de behoefte aan
voor bet doel geschikt materieel te wjjzen,
en het vertrouwen uittespreken, dat de stich
ting der club bjj het Departement van Marine
ongetwijfeld sympathie en steun zal vinden.
Het doel der Club wordt aldus omschreven
het bevorderen van de roei- en zeilsport, in
de eerste plaatst onder de Officieren en In
genieurs der Kon. Nederlandsche Marine, en
verder ook, voor zoover als mogelijk blykt,
onder het overige Marine-personeel. Als mid
delen, om dit doel te bereiken worden ge
noemd
1. Het beschikbaar stellen van geschikte
roei- en zeilvaartuigen in elke der drie Mari
tieme Directiën (Willemsoord, Amsterdam en
Hellevoetslnis). 2. Het uitschrijven en regelen
van wedstrijden, aanvankelijk onderling, wel
licht later ook in samenwerking met andere
roei- en zsilvereenigingen. 3. Het aanknoopen
en onderhouden van betrekkingen met andere
gelijksoortige vereenigingen. 4. Het houden
van eigen jachten en roeivaartuigen voor hare
leden gemakkelijk maken. 5. Het aanmoedigen
van den lust voor roeien en zeilen bij het
mindere personeel der Zeemacht door alle
middelen, welke zullen blijken, binnen de
bevoegdheid en het bereik der vereeniging te
liggen.
De Commissie treedt daarna in eenige bjj-
sonderheden omtrent het benoodigd materieel
in elk der drie Maritieme Directiën, en merkt
o. a. op, dat in die te Willemsoord doorloo
pend het grootste aantal officieren aanwezig is,
en dat daar dus het meeste materieel noodig
aal zjjn.
Natuurlyk is by het maken der plannen
gedacht aan de noodige fondsen, en aan de
beantwoording der vraaghoe die te bekomen
De Commissie zet dit in het overige deel der
Circnlaire breedvoerig en nanwkeurig uiteen,
wjjst daarbjj op de risico van aandeelhouders
en leden, en drukt den wenscli uit, dat de
deelneming zoo algemeen mogelyk moge z|jn,
ook by de officieren der mariniers, van den
geneeskundigen dienst, van de administratie
en van den stoomvaartdienst, om dan te be
sluiten met den wensch, op wier vervulling
zeker door zeer velen prys gesteld wordt:
Moge, na de aanvaarding van de regeering
door H. M. onze geëerbiedigde Koningin, de
Koninklijke Nederlandsche Marine spoedig
▼errykt worden met eeue instelling, die niet
weinig kan bijdragen tot hare geschiktheid
voor de moeilyke taak, die z|j te vervullen
heeft
Vit het Buitenland.
De Spaansch-Amerikaansche oorlog ver
schaft nog altjjd weinig of geen afdoend oor
log8-nienws. Alleen d i t valt met voldoende
zekerheid te vermelden Spanje is in alle op-
ziehten ongelukkig het verliest schepen, man
schappen, het uitzicht om zich op de Philip-
pynen te handhaven, de sympathie van andere
mogendheden en wat niet het minste be-
teekentden steun van de partyen ook binnen
'slands. Spanje vecht zonder hoop, zjjne be
windslieden weten ditzij weten ook, dat
voortzetting van den krijg niet dan zeer licht
vaardig is. De oorlog wordt vervolgd, naar
zegt, omdat de Regeering bevreesd ia
voor een burgeroorlogdoch als dit het ge
volg van den oorlog is, dan zou het toch beter
zijn, er zich maar terstond in te schikken,
't Ontbreekt echter den leiders van het volk
aan burgermoedzóó duurt de oorlog voort
en maakt de vredesvoorwaarden dagelyks
zwaarder.
We hebben aleens melding gemaakt van
het vertrek der Turksche troepen nit Thes-
salio, de meest noordelijke provincie van Grie
kenland, het gewest dat ook na het eindigen
van den oorlog bezet bleef, in afwachting van
de betaling der bedongen oorlogsschatting.
Onder de berichten omtrent de ontruiming
van de genoemde provincie, trof ons dezer
dagen de volgende interressante mededeeling
.Onder de Turksche bevelhebbers in Thes-
salië, die met zorg het hun toevertrouwde ge
bied hebben bestuurd, neemt de bejaarde divi
sie-generaal Hukky-pacha de eerste plaats in.
De Atheensche bladen hebben zyn naam
dikwijls met lof genoemd, en zyn voorbeeldig
bestuur over het district Trikkala geprezen.
Ook de inwoners waren met hem ingenomen.
By zyn vertrek vergezelden allen hem naar
het station, om hem een laatst vaarwel toe
te roepen. Uit den trein hield toen de Turk
sche generaal, met diep bewogen stem, de
volgende toespraak «Mijne vrienden, ik dank
u uit den grond van mijn hart voor de zor
gen, waarmede gjj mij tydens mijn verblyf
hebt omringd, en voor de wijze, waarop ge
van mjj afscheid neemt. Ik verzeker n, op
mjjn eer als soldaat, dat ik u mijn heele leven
lang niet zal vergeten. Ik wensch u en uw
kinderen een lang leven toe. En laten wjj
nu te zamen de kreten aanheffen«Leve het
Turksche legerLeve het Grieksche leger
Daar behoeven maar weinig woorden byal
leen deze wenschoch, mocht de geest van
welwillendheid, verdraagzaamheid en naasten
liefde onder de mensch^n, niet slechts dkkr
in het verre Oosten, maar overal heerschen,
en het voorbeeld, door den Turkschen gene
raal gegeven, alom navolging vinden
De volgende mededeeling uit het buiten
land geeft een merkwaardig kijkje op de
toestanden in China, dat nogal met den naam
van .het Hemelsche Rijk" wordt bestempeld.
Te Shanghai is onlangs overleden de schoon
vader van den in Europa bekenden Cbinee-
schen Staatsman Li-Uung-Chang. De over
ledene was generaal en heette Yang. Hy
was bij zyn leven een van de rijkste lieden
der stad, en zyn vermogen was op de by de
mandarynen gebrnikelyko wjjze door af
persingen en andere oneerlijke middelen
bijeengebracht. Maar generaal Yang ging
daarby met een onbeschaamheid te werk, die
kl te in het oog loopend was. Hy kocht
oju oude, afgekeurde en dus onbruikbare ge
weren op tegen twee taels per stuk, en liet
zich tachtig taels voor elk exemplaar terug
betalen. Toen dit zaakje nitkwam, was de
regeering in de hoofdstad Peking zóó veront
waardigd er over, dat Yang ter dood werd
veroordeeld. Het vonnis werd door den Keizer
bekrachtigd. Spoedig daarop kwam men Z. M.
de tyding brengen, dat het vonnis uitgevoerd,
Yang geworgd en zyn ljjk ter aarde besteld
was. Inderdaad had de begrafenis plaats,
maar de lijkkist was ledigEen reeks
zeer kostbare omkoopingen had den veroor
deelde het leven gered. Thans is hy echter
werjielyk dood
Uit Japan komen in den laatsten tjjd be
richten, dat dit land in alle opzichten, ook
wat betreft de ontwikkeling der nijverheid,
reuzenschreden heeft afgelegd. Zoo is o.a.
in de vorige maand op een der scheepswerven
te Nangasaki de eerste groote Oceaanstoomer
voltooid, die geheel buiten Amerikaansche of
Europeesche hulp is gebouwd. Tot dat
oogenblik hadden de Japanners zich bepaald
tot den bouw van kleine schepen. De nieuwe
stoomboot, .Mitachumaru" geheeten, zal voor
de Japansche stoomvaartmaatschappij opEuropa
varen. Zjj is 462 voet lang, heeft eene laad
ruimte van 6000 registvrlons, heeft vier stoom
ketels en vaart 14 myl per uur. Uit deze
opgaaf bemerkt men, dat het vroeger zoo
geïsoleerde Japan zjjne vleugelen heeft uit
geslagen, en in den wedstrijd der volken op
het gebied van handel en nijverheid wel
degel|jk verdient medegeteld te worden.
NIEUWST IJ DINQEN.
HELDER, 14 Juni 1898.
Voor het herstellen van de zeewerin
gen langs het Noorderetrand van het eiland
Vlieland, van stormschade, was laagste in-
schiijver de heer T. Volker Cz. te Sliedrecht,
voor f 15,300.
Ruim 600 visscherlieden en jongens
zyn te Egmond aan zee door reeders van
elders voor de haringvangst aangemonsterd.
Het brood goedkooper!
De Broodbakkers-vereeniging te Delft
heeft besloten, de broodprijzen met 1 cent
te verlagen.
De horlogemakersvereeniging «Chris-
tiaan Huygcns" te Amsterdam heeft de
wenschelijkheid besproken om in ons land
de 24 uren-dagindeeling in te voeren, ge
lijk reeds op spoorwegen in Italië, Bel
gië en Spanje is geschied, terwijl over 3
jaren Oostenrijk zal vólgen. Na een inlei
ding van den heer J. Prinsen en na debat
werd de volgende motie aangenomen
»De horlogemakers vereniging »Christiaan
Huygens", gehoord de inleiding en de
daarop gevolgde debatten over de dag-
indecling in 24 achtereenvolgende uren,
juicht dat idee zeer toe, en neemt aan,
door gepaste middelen hiervoor propaganda
te maken."
Daarna werd een commissie verkozen,
om in den geest der motie voorbereidende
stappen te doen. Behalve don inleider wer
den de heeren J. D. Ketelaar en Th. Mar-
tens tot lid dezer commissie benoemd.
Een blijde tijding voor Holland meldt
meldt men uit Drente.
Wie kent niet den ellendigen »veendamp"
die zoo vaak in de maanden Mei en Juni
ons de heerlijkste zomersche dagen komt
vergallen Men kan gerust z|jn hij komt
dit jaar niet. Het losgehakte veen is nog
even nat als in den winter. De boekweit
moet uiterlyk op den langsten dag gezaaid
worden, en daarop bestaat thans natuur
lijk geen mogelijkheid.
Voor menigen Drentschen arbeider echter
is die blijde tyding" eene ramp.
Onschuldig veroordeeld!
Wegens diefstal met braak en inklim
ming te Delft werden in 1894 twee per
sonen, M. Stadhouders en J. Ruis, door de
Haagsche Rechtbank veroordeeld resp. tot
7 en 4 jaar gevangenisstraf. In hooger
beroep werd dit vonnis bevestigd met ver
mindering van de straf van S. tot 6 jaar.
Het daartegen ingesteld cassatieberoep werd
door den Hoogen Raad verworpen.
Intusschen zijn in 1897 vermoedens ge
rezen dat bedoelde diefstal door twee andere
personen zou zyn gepleegd en één van
dezen moet dit reeds bekend hebben. Dien
tengevolge zijn laatstbedoelde personen
tegen den 23sten dezer voor de Haagsche
Rechtbank gedagvaard. Mochten zy worden
veroordeeld, dan zal de Hooge Raad de von
nissen, zoowel wat Stadhouders en Ruis
als wat de beide andere personen betreft,
moeten vernietigen en zal de zaak worden
verwezen naar eene Rechtbank die nog
geen kennis vau het feit heeft genomen.
Blijkt hier inderdaad een rechterlijke
dwaling te hebben plaats gehad, dan zal
die hersteld kunnen worden zonder nadeel
voor S. en R., daar deze nog altyd in
hechtenis zijn krachtens anders tegen hen
uitgesproken vonnissen en de straf hun
opgelegd voor den hierbedoelden diefstal
nog niet is uitgevoerd.
Het Haagsche drama.
Nader wordt medegedeeld, dat kapitein
Vemer Zaterdag-avond, op bevel van de
rechtbank in raadkamer, naar het Huis
van Bewaring is overgebracht, alwaar Zon
dag de instructie is geopend. Alsnog ia
eene definitieve beslissing van de rechtbank
te wachten of kapitein Vemer in een krank
zinnigengesticht zal worden geplaatst, dan
wel of hij voorloopig in hechtenis zal
blijven.
Een spin als moordenares.
Een 23-jarig meisje, wonende te De
Werken by Meerkerk, is zoo hevig ge
schrokken van een spin, dat zy aan de
gevolgen is overleden.
De zaak-Gcbrs. Hoogerhuis.
Op last van den Minister van Justitie
is openbaarheid gegeven aan de gemoti
veerde beschikking van den Officier van
Justitie te Leeuwarden, in zake de aan
klacht van de moeder en de zuster der
Gebrs. Hoogerhuis, als zou de getuige
Gatze Haitsma zich bij het indertijd ge
voerde strafgeving aan meineed hebben
schuldig gemaakt. De Officier tracht in
het uitgebreide stuk, ook door aanhaling
van veler onverdachte getuigenissen, aan
te toonen, dat de verklaringen van genoem
den getuige, onder eede afgelegd, zijn ge
daan te goeder trouw en geheel naar waar-
beid, en dat de veroordeelden-Hoogerhuis
allerminst slachtoffers zyn van eene rech
terlijke dwaling.
Het is ondoenlijk te achten, om van
deze uitvoerige, zaakryke beschikking een
eenigszins volledig overzicht samen te
stellener blijft ons dus slechts over, de
lectuur van dit stuk in zyn geheel ten
zeerste aan te bevelen. De feiten, in de
beschikking vermeld, schijnen op het oog
te pleiten vóór de schuld der drie veroor
deelde broeders. Prof. Simons, te Utrecht,
vroeger advokaat te Amsterdam, die hulde
brengt aan den samensteller van deze
rechterlijke beschikking, verklaarde echter
dezer dagen, dat hij evenwel niet gelooft,
dat de zaak hiermede ten einde is geloopen.
En de verzekering, dat de heer Troelstra
te dezer zake een interpellatie van den
Minister van Justitie in de Tweede Kamer
in uitzicht heeft gesteld, doet wel ver
moeden, dat er nog eenige woorden over
deze gewichtige aangelegenheid zullen ge
sproken worden. In de »Sociaal Democraat"
schrijft genoemd Kamerlid o.a., dat hy
«eerstdaags zal aantoonen, dat dit stuk
(de beschikking van den Officier van Jus
titie) alle juridische en moreele waarde
mist", en dat het «door de critiek van
een deskundige als een spinrag uiteenge
blazen kan worden".
De consnl-generaal te Kaapstad deelt
mede, dat Nederlandsche werklieden, zooals:
metselaars, timmerlui enz., vooral wanneer
zij geen Engelsch kennen, aldaar tegen
woordig zeer moeilyk werk kunnen vinden,
en dat zulke personen onder geene omstan
digheden daarheen moeten gaan zonder
eenige middelen, ter voorziening in de nood
zakelijke kosten voor inwoning en voeding,
totdat zy werk gevonden hebben.
Hoewel er te Kaapstad veel gebouwd
wordt en dus voldoende werk is, is het
aanbod van werklieden toch grooter dan
de vraag, wat daaraan is toe te schryven
dat gedurende de laatste twaalf maanden
door de mindere welvaart in de Zuid-Afri-
kaansche Republiek, een groot aantal werk
lieden, waaronder ook vele Hollanders, van
Transvaal naar Kaapstad trokken, terwyl
anderen, die van Europa op weg naar de
Zuid-Afrikaansche Republiek aldaar aan
kwamen, na ontvangst der ongunstige be
richten besloten te Kaapstad te blyven.
f»Stct.")
Een electrische boom.
In de oerwouden van Indië moet volgens
een mededeeling in het «Uentraalblad voor
het boschwezen" een merkwaardige boom
ontdekt zyn, welke geheel onverklaarbare
eigenschappen bezit. De bladeren van dezen
boom zyn nl. in hooge mate electrisch,
zoodat men, den boom met de hand aan
rakende, een hevigen schok krygt. Ook op
een magneetnaald oefent de boom, die den
□aam Philotacea electrica heeft ontvangen,
een sterke werking uit; op een afstand van
20 M. doet hy de naald reeds afwyken.
De spanning der electriciteit verandert
meermalen per dag, het sterkst schynt de
boom geladen te zyn tegen den middag,
terwyl hy tegen middernacht zoo goed als
geen electrische verschijnselen vertoont.
Ook als het regent verliest de boom zyn
electrische eigenschappen, zoodat men een
magneetnaald in zijn onmiddellijks nabij
heid kan brengen zonder dat deze eenige
afwijking vertoont. De dierenwereld schynt
de kracht, welke in den boom woont, zeer
goed te kennen, want nooit heeft men een
vogel of insect er op gezien. Door welke
oorzaken hij electrisch wordt, is tot nu
toe nog niet bekend.
Een nieuw middel tegen kiespijn.
Voor de ongelukkigen, die bezocht zyn
met een bron van kwelling in den vorm
van holle kiezen, Bchynt thans een licht
straal der hoop te gloren. Er is een mid
del gevonden, een eenvoudig wit poeder,
dat, zoodra er een kleine hoeveelheid van
in de holle kies wordt gebracht, zoodat
het met de zennw in aanraking komt, de
pjjn voor vele uren verdryft. Dit middel
heet orthoform, is niet vergiftig, werkt
antiseptisch en heeft by verscheidene proef
nemingen gunstige resultaten gehad. Or
thoform is slechts de «familiaire" naam
van het product. Wetenschappelijk wordt
het aan geduid met de benaming p-amido-
m-ben-zoezuurmethylester. Wie dit woord
zevenmaal achtereen goed uitspreekt, krygt
van de fabriek, waar het poeder gemaakt
wordt, een premie.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-lndii:
poit-bezorg. bual.ahFoatk.
17
elk«n Vrijdag.
27 Jnni.
f. sarpoit ii» Asutardam 2* Jnni. 6 80'»ai
f. s««poit via Rollardam 17 6.80'aav.
p. Holl, mail via Genua 21 6.10
p. Holl. mail via Maneille.
p. Kranaebe mail via Maneille
p. Engeliche mail via Briodiii
Naar Atjah en da Ooatkuat
vau Sunutra
p. Duitacbn mail via Napel».
Naar Guyana (Surlnama)
p. ieepott Tia A mi ter dam 114 nn 80 Juni.
p. mail over Kogelend 27
p. mail via St, Naiairn 7 JnlL
Naar Cura$ao, Bonaire en Aruba
p. toepoel via Amaierdaa |U au 80 Juni.l 6.80
p. mail via Liierpeol 21 6.80'aav.
Naar SL Martin, 8t. Eustatiu» en 8aba
p. mail over Kogelend 17 Jnni. 6.S0'aav
0.80
0.80
6.80 'tav.
6.80 'aav.
6.80nv.
Marine en Leger.
De Minister van Oorlog is voornemens den
eersten oefeningstjjd bjj de pantserfortartillerie,
bij de pontonniers cn torpedisten tot op 8
maanden te verkorten.
FEUILLETON.
17)
«Daar moeten we binnen,* zei Raoul, op
de spleet wjjzende.
Dat zal zoo niet best gaan,, zei de di
recteur.
•Ik ben menigen dag er in geweest,* zei
de grijsaard en stond reeds in de spleet, die
maar juist groot genoeg was om hem door te
laten.
Roland aarzelde een oogenblik.
Er was geen mensch te zien het was alsof
ze alleen op de wereld waren.
De oude was reeds verdwenen en riep van
binnen
«Kom toch, mijnheer."
Roland volgde zjjn voorbeeld
De spleet in de rots vormde de opening
van eene tamel|jke groote groot. Raoul had
licht ontstoken en Roland zag verwonderd
rond.
•Ga zitten, m|jnheer,* zei do oude, toen
h|j b|j het hol met eene kaars was rondge
gaan, met het genoegen van een kind, dat
een ander z|jn speelgoed toont. .Ga zitten,
mynheer,* herhaalde de oude, .hier zal ik
u eene tweede geschiedenis vortellen, hier
waar ons niemand ziet, noch hoort. Doch
eerst zal ik a den schat laten zienhier z|jn
de sieraden.'
Do bedelaar wierp snel een party takken
en loof nit elkaar, nam een klein marokijn
lederen koffertje uit met zilveren beslag
den grond en zette dat voor Roland neer.
H|j sloeg bet deksel open en de directeur zag
eene menigte ringen, armbanden, en diaman
ten, die fonkelden in het licht der kaars.
Vertel me nu, Raoul, hoe ge aaa dien
schat komt?'
De oude stak een nieuwe kaars aan en
plaatste ze in den rotswanddaarna zette
hjj zich neer op den hoop takken en begon
«Gjj weet, dat ik ook van adel, ook een
de Lomont ben, hoezeer dan ook vervallen.
Myn vader, een verre neef van den graaf,
was reeds arm, ofschoon niet zoo behoeftig
als ik. Best kan ik mjj echter troosten, als
men mjj maar bjj het kasteel Lomont laat
wonen. Ze behoeven niet te weten, dat ik tot
de verre familie behoor.
Aan den zuidkant van den tuin te Lomont,
daar, waar het park begint, staat een tuin
huisje dicht kjj het rotsblok, zoodat men van
den grond gcmakkeljjk op de rot3 en vandaar
op het dak kun komen. Dit huisje is erg
vervalleu en wordt alleen nog gebrnikt om
gereedschappen in te bergen. M|j beviel do
afgelegen ligging van het huisje. Wanneer
ik een dag in het dorp had rondgezworven
en ik te moe was om naar mjjne hut te gaan,
sliep ik er gewoonljjk in. De deur was wel
gesloten, doch ik kon op de rotsen vandaar
op het platte dak komen.
Regende het, dan opende ik de valdeur
en kwam zoo de trap af naar binnen. In het
begin van den zomer van het vorige jaar
lag ik op de bank op het platte dak, toen
ik plotseling voetslappen hoorde. Dit was op
vallend, want gewoonlijk kreeg het huisje
slechts des morgens bezoek van den tuinman.
Ik luisterde opmerkzaam en toen ik hoorde,
dat iemand voorzichtig de deur opende, kroep
ik naar de valdeur, waar ik alles duideljjk
kon hoorsn. Twoc personen traden binnen,
die ik dadeljjk aan de stem herkende. De
een had eenige dagen geleden geroepen
Mjjnheer de graaf, zal ik de honden op den
kerel aanzetten Die kerel was ik. U zal
wel geraden hebben, dat het de graaf de
Mesnil was met zjjn knecht Robert. Ik hield
den adem in om alles te hooren. Zie mij zoo
verachteljjk niet aan, mijnheer. Luisteren is
niet mooi, maar dieven beluisteren is even
eervol als nuttig.
.Zjjn we hier zeker?* vroeg de Mesnil.
De maan scheen zoo helder, dat ze geen licht
noodig hadden.
.Ten hoogste hooren ons een paar ratten,'
antwoordde Robert lachende. .Hier moet de
kast staan, die ik meen, hier naast de trap.
Daarin zet ik het koffertje.'
«Als je het hebt,* zei de Mesnil. .Het*
kan nog misloopen.*
.Het is geen kunst de jnweelen machtig
te worden, meende Robert. Maar als ge be
zwaar maakt zullen we er maar niet aan
beginnen.'
•Verduiveld,* schreeuwde de Mesnil, «ge
weet, dat ik geld moet hebben.*
Nu bespraken de beide mannen hun plan.
Den volgenden dag zou de familie Lomont
met de Mesnil naar een feest gaan, waarvan
men laat zou terugkeeren. Ondertusschen zou
Robert bjj het vallen van den avond den
diefstal plegen. Hjj zou de ruiten indrukken,
opdat men zon denken aan inbraak van bni-
ten. Het koffertje zou Robert dan naar het
tuinhuisje brengen, graaf de Mesnil zou on
gemerkt in het tuinhuisje sluipen, de jnweelen
nemen en naar het slot terugkeeren. De sie
raden zouden eerst aan een heler verkocht
en dan de politie verwittigd worden. Het
koffertje zou Robert verbranden. Niet waar,
mynheer, het plan was listig beraamddie
Robert is een meester is zjjn vak.
De grjjze Raoul lachte heesch.
«Verder!» zei Roland.
,Een weinig geduld, mjjnheer, we moeten
een nienw licht hebben. Hjj stak weer een
kaarsje aan en ging voort
«U kan begr|jpen, hoe blij ik was het plan
der gauwdieven te kennen. Dadeljjk was mijn
besluit genomen. Den volgenden dag bemerkte
ik, dat allen uitgereden waren.
Bjj het vallen van den avond begaf ik mjj
naar het tuinhuisje. Het was gesloten en ik
moest weer over de rots op het platte dak
klauteren. Ik bevond, dat de valdeur van
binnen gesloten was. Het was niet lastig
de denr met geweld te openen, want het hout
was rot, doch dan zou liobert de verandering
bespeurd hebben en alles was verloren ge
weest. Dus ik moest geduld hebben. Een uur
later hoorde ik voetstappen en voorzichtig
verborg ik mjj onder de bank, do valdeur
werd opengeworpen on ik zag Robert met
zijn vaal gezicht vlak naast mjj. Doch ik
lag in de schadnw en Robert zag niemand.
Tevreden ging hjj weer naar beneden zon
der nu de raldeur te sluiten. Zachtjes hoorde
ik hem de kust openen en hjj verliet het
huidje, dat hij nu moest openlaten. Nauweljjks
was hjj weg of ik strompelde zoo gauw ik
kon naar beneden en nam het koffertje uit
de kast. Toen ik weer op het platte dak
was, hoorde ik iemand naderen. Ik had geen
tjjd meer om mjj uit de voeten te maken en
kroop weer onder de bank, terwyl ik mjj op
het koffertje neerlegde. Myn hart klopte hevig
ik wist, dut wanneer ze mjj ontdekten, ik
het met den dood zou moeten bekoopen. Ik
hoorde iemand in de kast rammelenhet
moest de graaf zjjn. Natuurlijk vond hjj niet
wat hij zocht. Hjj maakte licht aanlicht
om middernacht in hel huisje moest wel ver
moeden wekken, indien iemand het zag.
De graaf zocht in alle hoekjes cn vond niets*
Daar kwam Robert weer aansluipen, die in
het slot geene rust had.
Om den drommel, Mesnil,* riep hjj woe
dend, ,hoo durft ge nu licht aanstoken
.Ik vind het koffertje niet, waar is het?*
vroeg de Mesnil.
,Niet!' herhaalde Robert ongeloovig, «hst
staat in de kast."
.Zoek het dan,' hernam de Mesnil. Daarna
hoorde ik een geduchte verwenschingRo
bert had zeker ontdekt, dat de schat ver
dwenen was. Nu volgde een vermakeljjk
toonecL De eene dief vertrouwde den anderen
niet en zeker zouden ze elkaar in de haren
gevlogen hebben, wanneer ze tjjd liadden ge
had. Plotseling hoorde ik ze het tuinhuisje
verlatenwellicht hadden ze onraad be
speurd.
Ik was verwonderd, dat ze niet op het
dak kwamen. Nog een poos wachtte ik en
ging de trap af naar beneden en vandaar
in het park. Ik was moe en bracht mjjne
juweelcn in dit hol in zekerheid.*
De oude legde byzonderen nadruk op het
woorde «rojjne.*
Ik was zeker, dat niemand in den om
trek dezen schuilhoek kent. 's Anderen daags
was er groot alarm op het slot; een knecht
had gezien, dat er van bniten eene ruit uit
genomen was. In den tuin op eeuige passen
afstand van het gebonw lag eene ladder,
waarvan, zooals men meende, de dieven zich
bediend hadden. Ik moest lachen, toen ik
hoorde, hoe de heeren rechters alles onder
zochten en verklaarden. Ik wist wel, dat
Robert hel zich veel gemakkelijker gemaakt
had. De ladder en de stukjes glas onder het
venster waren slechts middelen om de justitis
te misleiden.
(Wordt vervolgd).