KLEINE COURANT. 't Vliegend blaadje. Ifoor Helder, Texel en Wieringen. MAM LIEFDE. Ho. 2643. Woensdag 16 Jnni 1898. 28»tc Jaargang, Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 81. Alsonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/,. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux» Spoorstraat en Zuidatraat. Advertentlöii van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd fzijn. Een Marine-Jachtclub. In December des vorigen jaars hebben zich alhier een vijftal officieren der Marine tot eene Commissie vereenigd, met het doelde oprichting voor te bereiden eener Marine- Roei- en Zeilverceniging. De Commissie, bestaande nit de heeren W. C. J. Smit, F. Bauduio, C. W. de Visser, C. N. de KrujjfF en F. J. van der Esch, heeft hare plannen blootgelegd in eene in druk uitgegeven Circulaire aan de Officieren en Ingenieurs der Kon. Nederlandsche Marine. In deze Circulaire wijst de Commissie erop, dat met het vervallen van het zeiltuig van de schepen, veel poëzie en veel aantrekke lijks uit het leven van den zeeofficier is ver dwenen, om plaats te maken voor eene uit- Sbreide vakstudie, die lang niet b|j allen illusiën hunner jonge jaren verwezenlijkt. De geharde, door wéér en wind gebruinde buienkauwer gaat langzamerhand plaatst ma ken voor den op velerlei gebied ontwikkelden technious, voor den man van studie. Toch mogen in den Marineofficier de aloude eigen schappen van zelfvertrouwen, zeemanschap en practische handigheid minder dan ooit ontbreken, en deze eigenschappen aan te kweeken en te onderhonden is een dnre plicht. Naarmate de goede, oude leerschool verdwijnt, moeten w|j ons meer en meer gaan toeleggen op de sport in het algemeen, op de Marine- sport in het bijzonder. Dus vangt de Commissie hare Circulaire aan, om daarin verder de plannen, door haar ontworpen, te ontvonwen, op de behoefte aan voor bet doel geschikt materieel te wjjzen, en het vertrouwen uittespreken, dat de stich ting der club bjj het Departement van Marine ongetwijfeld sympathie en steun zal vinden. Het doel der Club wordt aldus omschreven het bevorderen van de roei- en zeilsport, in de eerste plaatst onder de Officieren en In genieurs der Kon. Nederlandsche Marine, en verder ook, voor zoover als mogelijk blykt, onder het overige Marine-personeel. Als mid delen, om dit doel te bereiken worden ge noemd 1. Het beschikbaar stellen van geschikte roei- en zeilvaartuigen in elke der drie Mari tieme Directiën (Willemsoord, Amsterdam en Hellevoetslnis). 2. Het uitschrijven en regelen van wedstrijden, aanvankelijk onderling, wel licht later ook in samenwerking met andere roei- en zsilvereenigingen. 3. Het aanknoopen en onderhouden van betrekkingen met andere gelijksoortige vereenigingen. 4. Het houden van eigen jachten en roeivaartuigen voor hare leden gemakkelijk maken. 5. Het aanmoedigen van den lust voor roeien en zeilen bij het mindere personeel der Zeemacht door alle middelen, welke zullen blijken, binnen de bevoegdheid en het bereik der vereeniging te liggen. De Commissie treedt daarna in eenige bjj- sonderheden omtrent het benoodigd materieel in elk der drie Maritieme Directiën, en merkt o. a. op, dat in die te Willemsoord doorloo pend het grootste aantal officieren aanwezig is, en dat daar dus het meeste materieel noodig aal zjjn. Natuurlyk is by het maken der plannen gedacht aan de noodige fondsen, en aan de beantwoording der vraaghoe die te bekomen De Commissie zet dit in het overige deel der Circnlaire breedvoerig en nanwkeurig uiteen, wjjst daarbjj op de risico van aandeelhouders en leden, en drukt den wenscli uit, dat de deelneming zoo algemeen mogelyk moge z|jn, ook by de officieren der mariniers, van den geneeskundigen dienst, van de administratie en van den stoomvaartdienst, om dan te be sluiten met den wensch, op wier vervulling zeker door zeer velen prys gesteld wordt: Moge, na de aanvaarding van de regeering door H. M. onze geëerbiedigde Koningin, de Koninklijke Nederlandsche Marine spoedig ▼errykt worden met eeue instelling, die niet weinig kan bijdragen tot hare geschiktheid voor de moeilyke taak, die z|j te vervullen heeft Vit het Buitenland. De Spaansch-Amerikaansche oorlog ver schaft nog altjjd weinig of geen afdoend oor log8-nienws. Alleen d i t valt met voldoende zekerheid te vermelden Spanje is in alle op- ziehten ongelukkig het verliest schepen, man schappen, het uitzicht om zich op de Philip- pynen te handhaven, de sympathie van andere mogendheden en wat niet het minste be- teekentden steun van de partyen ook binnen 'slands. Spanje vecht zonder hoop, zjjne be windslieden weten ditzij weten ook, dat voortzetting van den krijg niet dan zeer licht vaardig is. De oorlog wordt vervolgd, naar zegt, omdat de Regeering bevreesd ia voor een burgeroorlogdoch als dit het ge volg van den oorlog is, dan zou het toch beter zijn, er zich maar terstond in te schikken, 't Ontbreekt echter den leiders van het volk aan burgermoedzóó duurt de oorlog voort en maakt de vredesvoorwaarden dagelyks zwaarder. We hebben aleens melding gemaakt van het vertrek der Turksche troepen nit Thes- salio, de meest noordelijke provincie van Grie kenland, het gewest dat ook na het eindigen van den oorlog bezet bleef, in afwachting van de betaling der bedongen oorlogsschatting. Onder de berichten omtrent de ontruiming van de genoemde provincie, trof ons dezer dagen de volgende interressante mededeeling .Onder de Turksche bevelhebbers in Thes- salië, die met zorg het hun toevertrouwde ge bied hebben bestuurd, neemt de bejaarde divi sie-generaal Hukky-pacha de eerste plaats in. De Atheensche bladen hebben zyn naam dikwijls met lof genoemd, en zyn voorbeeldig bestuur over het district Trikkala geprezen. Ook de inwoners waren met hem ingenomen. By zyn vertrek vergezelden allen hem naar het station, om hem een laatst vaarwel toe te roepen. Uit den trein hield toen de Turk sche generaal, met diep bewogen stem, de volgende toespraak «Mijne vrienden, ik dank u uit den grond van mijn hart voor de zor gen, waarmede gjj mij tydens mijn verblyf hebt omringd, en voor de wijze, waarop ge van mjj afscheid neemt. Ik verzeker n, op mjjn eer als soldaat, dat ik u mijn heele leven lang niet zal vergeten. Ik wensch u en uw kinderen een lang leven toe. En laten wjj nu te zamen de kreten aanheffen«Leve het Turksche legerLeve het Grieksche leger Daar behoeven maar weinig woorden byal leen deze wenschoch, mocht de geest van welwillendheid, verdraagzaamheid en naasten liefde onder de mensch^n, niet slechts dkkr in het verre Oosten, maar overal heerschen, en het voorbeeld, door den Turkschen gene raal gegeven, alom navolging vinden De volgende mededeeling uit het buiten land geeft een merkwaardig kijkje op de toestanden in China, dat nogal met den naam van .het Hemelsche Rijk" wordt bestempeld. Te Shanghai is onlangs overleden de schoon vader van den in Europa bekenden Cbinee- schen Staatsman Li-Uung-Chang. De over ledene was generaal en heette Yang. Hy was bij zyn leven een van de rijkste lieden der stad, en zyn vermogen was op de by de mandarynen gebrnikelyko wjjze door af persingen en andere oneerlijke middelen bijeengebracht. Maar generaal Yang ging daarby met een onbeschaamheid te werk, die kl te in het oog loopend was. Hy kocht oju oude, afgekeurde en dus onbruikbare ge weren op tegen twee taels per stuk, en liet zich tachtig taels voor elk exemplaar terug betalen. Toen dit zaakje nitkwam, was de regeering in de hoofdstad Peking zóó veront waardigd er over, dat Yang ter dood werd veroordeeld. Het vonnis werd door den Keizer bekrachtigd. Spoedig daarop kwam men Z. M. de tyding brengen, dat het vonnis uitgevoerd, Yang geworgd en zyn ljjk ter aarde besteld was. Inderdaad had de begrafenis plaats, maar de lijkkist was ledigEen reeks zeer kostbare omkoopingen had den veroor deelde het leven gered. Thans is hy echter werjielyk dood Uit Japan komen in den laatsten tjjd be richten, dat dit land in alle opzichten, ook wat betreft de ontwikkeling der nijverheid, reuzenschreden heeft afgelegd. Zoo is o.a. in de vorige maand op een der scheepswerven te Nangasaki de eerste groote Oceaanstoomer voltooid, die geheel buiten Amerikaansche of Europeesche hulp is gebouwd. Tot dat oogenblik hadden de Japanners zich bepaald tot den bouw van kleine schepen. De nieuwe stoomboot, .Mitachumaru" geheeten, zal voor de Japansche stoomvaartmaatschappij opEuropa varen. Zjj is 462 voet lang, heeft eene laad ruimte van 6000 registvrlons, heeft vier stoom ketels en vaart 14 myl per uur. Uit deze opgaaf bemerkt men, dat het vroeger zoo geïsoleerde Japan zjjne vleugelen heeft uit geslagen, en in den wedstrijd der volken op het gebied van handel en nijverheid wel degel|jk verdient medegeteld te worden. NIEUWST IJ DINQEN. HELDER, 14 Juni 1898. Voor het herstellen van de zeewerin gen langs het Noorderetrand van het eiland Vlieland, van stormschade, was laagste in- schiijver de heer T. Volker Cz. te Sliedrecht, voor f 15,300. Ruim 600 visscherlieden en jongens zyn te Egmond aan zee door reeders van elders voor de haringvangst aangemonsterd. Het brood goedkooper! De Broodbakkers-vereeniging te Delft heeft besloten, de broodprijzen met 1 cent te verlagen. De horlogemakersvereeniging «Chris- tiaan Huygcns" te Amsterdam heeft de wenschelijkheid besproken om in ons land de 24 uren-dagindeeling in te voeren, ge lijk reeds op spoorwegen in Italië, Bel gië en Spanje is geschied, terwijl over 3 jaren Oostenrijk zal vólgen. Na een inlei ding van den heer J. Prinsen en na debat werd de volgende motie aangenomen »De horlogemakers vereniging »Christiaan Huygens", gehoord de inleiding en de daarop gevolgde debatten over de dag- indecling in 24 achtereenvolgende uren, juicht dat idee zeer toe, en neemt aan, door gepaste middelen hiervoor propaganda te maken." Daarna werd een commissie verkozen, om in den geest der motie voorbereidende stappen te doen. Behalve don inleider wer den de heeren J. D. Ketelaar en Th. Mar- tens tot lid dezer commissie benoemd. Een blijde tijding voor Holland meldt meldt men uit Drente. Wie kent niet den ellendigen »veendamp" die zoo vaak in de maanden Mei en Juni ons de heerlijkste zomersche dagen komt vergallen Men kan gerust z|jn hij komt dit jaar niet. Het losgehakte veen is nog even nat als in den winter. De boekweit moet uiterlyk op den langsten dag gezaaid worden, en daarop bestaat thans natuur lijk geen mogelijkheid. Voor menigen Drentschen arbeider echter is die blijde tyding" eene ramp. Onschuldig veroordeeld! Wegens diefstal met braak en inklim ming te Delft werden in 1894 twee per sonen, M. Stadhouders en J. Ruis, door de Haagsche Rechtbank veroordeeld resp. tot 7 en 4 jaar gevangenisstraf. In hooger beroep werd dit vonnis bevestigd met ver mindering van de straf van S. tot 6 jaar. Het daartegen ingesteld cassatieberoep werd door den Hoogen Raad verworpen. Intusschen zijn in 1897 vermoedens ge rezen dat bedoelde diefstal door twee andere personen zou zyn gepleegd en één van dezen moet dit reeds bekend hebben. Dien tengevolge zijn laatstbedoelde personen tegen den 23sten dezer voor de Haagsche Rechtbank gedagvaard. Mochten zy worden veroordeeld, dan zal de Hooge Raad de von nissen, zoowel wat Stadhouders en Ruis als wat de beide andere personen betreft, moeten vernietigen en zal de zaak worden verwezen naar eene Rechtbank die nog geen kennis vau het feit heeft genomen. Blijkt hier inderdaad een rechterlijke dwaling te hebben plaats gehad, dan zal die hersteld kunnen worden zonder nadeel voor S. en R., daar deze nog altyd in hechtenis zijn krachtens anders tegen hen uitgesproken vonnissen en de straf hun opgelegd voor den hierbedoelden diefstal nog niet is uitgevoerd. Het Haagsche drama. Nader wordt medegedeeld, dat kapitein Vemer Zaterdag-avond, op bevel van de rechtbank in raadkamer, naar het Huis van Bewaring is overgebracht, alwaar Zon dag de instructie is geopend. Alsnog ia eene definitieve beslissing van de rechtbank te wachten of kapitein Vemer in een krank zinnigengesticht zal worden geplaatst, dan wel of hij voorloopig in hechtenis zal blijven. Een spin als moordenares. Een 23-jarig meisje, wonende te De Werken by Meerkerk, is zoo hevig ge schrokken van een spin, dat zy aan de gevolgen is overleden. De zaak-Gcbrs. Hoogerhuis. Op last van den Minister van Justitie is openbaarheid gegeven aan de gemoti veerde beschikking van den Officier van Justitie te Leeuwarden, in zake de aan klacht van de moeder en de zuster der Gebrs. Hoogerhuis, als zou de getuige Gatze Haitsma zich bij het indertijd ge voerde strafgeving aan meineed hebben schuldig gemaakt. De Officier tracht in het uitgebreide stuk, ook door aanhaling van veler onverdachte getuigenissen, aan te toonen, dat de verklaringen van genoem den getuige, onder eede afgelegd, zijn ge daan te goeder trouw en geheel naar waar- beid, en dat de veroordeelden-Hoogerhuis allerminst slachtoffers zyn van eene rech terlijke dwaling. Het is ondoenlijk te achten, om van deze uitvoerige, zaakryke beschikking een eenigszins volledig overzicht samen te stellener blijft ons dus slechts over, de lectuur van dit stuk in zyn geheel ten zeerste aan te bevelen. De feiten, in de beschikking vermeld, schijnen op het oog te pleiten vóór de schuld der drie veroor deelde broeders. Prof. Simons, te Utrecht, vroeger advokaat te Amsterdam, die hulde brengt aan den samensteller van deze rechterlijke beschikking, verklaarde echter dezer dagen, dat hij evenwel niet gelooft, dat de zaak hiermede ten einde is geloopen. En de verzekering, dat de heer Troelstra te dezer zake een interpellatie van den Minister van Justitie in de Tweede Kamer in uitzicht heeft gesteld, doet wel ver moeden, dat er nog eenige woorden over deze gewichtige aangelegenheid zullen ge sproken worden. In de »Sociaal Democraat" schrijft genoemd Kamerlid o.a., dat hy «eerstdaags zal aantoonen, dat dit stuk (de beschikking van den Officier van Jus titie) alle juridische en moreele waarde mist", en dat het «door de critiek van een deskundige als een spinrag uiteenge blazen kan worden". De consnl-generaal te Kaapstad deelt mede, dat Nederlandsche werklieden, zooals: metselaars, timmerlui enz., vooral wanneer zij geen Engelsch kennen, aldaar tegen woordig zeer moeilyk werk kunnen vinden, en dat zulke personen onder geene omstan digheden daarheen moeten gaan zonder eenige middelen, ter voorziening in de nood zakelijke kosten voor inwoning en voeding, totdat zy werk gevonden hebben. Hoewel er te Kaapstad veel gebouwd wordt en dus voldoende werk is, is het aanbod van werklieden toch grooter dan de vraag, wat daaraan is toe te schryven dat gedurende de laatste twaalf maanden door de mindere welvaart in de Zuid-Afri- kaansche Republiek, een groot aantal werk lieden, waaronder ook vele Hollanders, van Transvaal naar Kaapstad trokken, terwyl anderen, die van Europa op weg naar de Zuid-Afrikaansche Republiek aldaar aan kwamen, na ontvangst der ongunstige be richten besloten te Kaapstad te blyven. f»Stct.") Een electrische boom. In de oerwouden van Indië moet volgens een mededeeling in het «Uentraalblad voor het boschwezen" een merkwaardige boom ontdekt zyn, welke geheel onverklaarbare eigenschappen bezit. De bladeren van dezen boom zyn nl. in hooge mate electrisch, zoodat men, den boom met de hand aan rakende, een hevigen schok krygt. Ook op een magneetnaald oefent de boom, die den □aam Philotacea electrica heeft ontvangen, een sterke werking uit; op een afstand van 20 M. doet hy de naald reeds afwyken. De spanning der electriciteit verandert meermalen per dag, het sterkst schynt de boom geladen te zyn tegen den middag, terwyl hy tegen middernacht zoo goed als geen electrische verschijnselen vertoont. Ook als het regent verliest de boom zyn electrische eigenschappen, zoodat men een magneetnaald in zijn onmiddellijks nabij heid kan brengen zonder dat deze eenige afwijking vertoont. De dierenwereld schynt de kracht, welke in den boom woont, zeer goed te kennen, want nooit heeft men een vogel of insect er op gezien. Door welke oorzaken hij electrisch wordt, is tot nu toe nog niet bekend. Een nieuw middel tegen kiespijn. Voor de ongelukkigen, die bezocht zyn met een bron van kwelling in den vorm van holle kiezen, Bchynt thans een licht straal der hoop te gloren. Er is een mid del gevonden, een eenvoudig wit poeder, dat, zoodra er een kleine hoeveelheid van in de holle kies wordt gebracht, zoodat het met de zennw in aanraking komt, de pjjn voor vele uren verdryft. Dit middel heet orthoform, is niet vergiftig, werkt antiseptisch en heeft by verscheidene proef nemingen gunstige resultaten gehad. Or thoform is slechts de «familiaire" naam van het product. Wetenschappelijk wordt het aan geduid met de benaming p-amido- m-ben-zoezuurmethylester. Wie dit woord zevenmaal achtereen goed uitspreekt, krygt van de fabriek, waar het poeder gemaakt wordt, een premie. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oost-lndii: poit-bezorg. bual.ahFoatk. 17 elk«n Vrijdag. 27 Jnni. f. sarpoit ii» Asutardam 2* Jnni. 6 80'»ai f. s««poit via Rollardam 17 6.80'aav. p. Holl, mail via Genua 21 6.10 p. Holl. mail via Maneille. p. Kranaebe mail via Maneille p. Engeliche mail via Briodiii Naar Atjah en da Ooatkuat vau Sunutra p. Duitacbn mail via Napel». Naar Guyana (Surlnama) p. ieepott Tia A mi ter dam 114 nn 80 Juni. p. mail over Kogelend 27 p. mail via St, Naiairn 7 JnlL Naar Cura$ao, Bonaire en Aruba p. toepoel via Amaierdaa |U au 80 Juni.l 6.80 p. mail via Liierpeol 21 6.80'aav. Naar SL Martin, 8t. Eustatiu» en 8aba p. mail over Kogelend 17 Jnni. 6.S0'aav 0.80 0.80 6.80 'tav. 6.80 'aav. 6.80nv. Marine en Leger. De Minister van Oorlog is voornemens den eersten oefeningstjjd bjj de pantserfortartillerie, bij de pontonniers cn torpedisten tot op 8 maanden te verkorten. FEUILLETON. 17) «Daar moeten we binnen,* zei Raoul, op de spleet wjjzende. Dat zal zoo niet best gaan,, zei de di recteur. •Ik ben menigen dag er in geweest,* zei de grijsaard en stond reeds in de spleet, die maar juist groot genoeg was om hem door te laten. Roland aarzelde een oogenblik. Er was geen mensch te zien het was alsof ze alleen op de wereld waren. De oude was reeds verdwenen en riep van binnen «Kom toch, mijnheer." Roland volgde zjjn voorbeeld De spleet in de rots vormde de opening van eene tamel|jke groote groot. Raoul had licht ontstoken en Roland zag verwonderd rond. •Ga zitten, m|jnheer,* zei do oude, toen h|j b|j het hol met eene kaars was rondge gaan, met het genoegen van een kind, dat een ander z|jn speelgoed toont. .Ga zitten, mynheer,* herhaalde de oude, .hier zal ik u eene tweede geschiedenis vortellen, hier waar ons niemand ziet, noch hoort. Doch eerst zal ik a den schat laten zienhier z|jn de sieraden.' Do bedelaar wierp snel een party takken en loof nit elkaar, nam een klein marokijn lederen koffertje uit met zilveren beslag den grond en zette dat voor Roland neer. H|j sloeg bet deksel open en de directeur zag eene menigte ringen, armbanden, en diaman ten, die fonkelden in het licht der kaars. Vertel me nu, Raoul, hoe ge aaa dien schat komt?' De oude stak een nieuwe kaars aan en plaatste ze in den rotswanddaarna zette hjj zich neer op den hoop takken en begon «Gjj weet, dat ik ook van adel, ook een de Lomont ben, hoezeer dan ook vervallen. Myn vader, een verre neef van den graaf, was reeds arm, ofschoon niet zoo behoeftig als ik. Best kan ik mjj echter troosten, als men mjj maar bjj het kasteel Lomont laat wonen. Ze behoeven niet te weten, dat ik tot de verre familie behoor. Aan den zuidkant van den tuin te Lomont, daar, waar het park begint, staat een tuin huisje dicht kjj het rotsblok, zoodat men van den grond gcmakkeljjk op de rot3 en vandaar op het dak kun komen. Dit huisje is erg vervalleu en wordt alleen nog gebrnikt om gereedschappen in te bergen. M|j beviel do afgelegen ligging van het huisje. Wanneer ik een dag in het dorp had rondgezworven en ik te moe was om naar mjjne hut te gaan, sliep ik er gewoonljjk in. De deur was wel gesloten, doch ik kon op de rotsen vandaar op het platte dak komen. Regende het, dan opende ik de valdeur en kwam zoo de trap af naar binnen. In het begin van den zomer van het vorige jaar lag ik op de bank op het platte dak, toen ik plotseling voetslappen hoorde. Dit was op vallend, want gewoonlijk kreeg het huisje slechts des morgens bezoek van den tuinman. Ik luisterde opmerkzaam en toen ik hoorde, dat iemand voorzichtig de deur opende, kroep ik naar de valdeur, waar ik alles duideljjk kon hoorsn. Twoc personen traden binnen, die ik dadeljjk aan de stem herkende. De een had eenige dagen geleden geroepen Mjjnheer de graaf, zal ik de honden op den kerel aanzetten Die kerel was ik. U zal wel geraden hebben, dat het de graaf de Mesnil was met zjjn knecht Robert. Ik hield den adem in om alles te hooren. Zie mij zoo verachteljjk niet aan, mijnheer. Luisteren is niet mooi, maar dieven beluisteren is even eervol als nuttig. .Zjjn we hier zeker?* vroeg de Mesnil. De maan scheen zoo helder, dat ze geen licht noodig hadden. .Ten hoogste hooren ons een paar ratten,' antwoordde Robert lachende. .Hier moet de kast staan, die ik meen, hier naast de trap. Daarin zet ik het koffertje.' «Als je het hebt,* zei de Mesnil. .Het* kan nog misloopen.* .Het is geen kunst de jnweelen machtig te worden, meende Robert. Maar als ge be zwaar maakt zullen we er maar niet aan beginnen.' •Verduiveld,* schreeuwde de Mesnil, «ge weet, dat ik geld moet hebben.* Nu bespraken de beide mannen hun plan. Den volgenden dag zou de familie Lomont met de Mesnil naar een feest gaan, waarvan men laat zou terugkeeren. Ondertusschen zou Robert bjj het vallen van den avond den diefstal plegen. Hjj zou de ruiten indrukken, opdat men zon denken aan inbraak van bni- ten. Het koffertje zou Robert dan naar het tuinhuisje brengen, graaf de Mesnil zou on gemerkt in het tuinhuisje sluipen, de jnweelen nemen en naar het slot terugkeeren. De sie raden zouden eerst aan een heler verkocht en dan de politie verwittigd worden. Het koffertje zou Robert verbranden. Niet waar, mynheer, het plan was listig beraamddie Robert is een meester is zjjn vak. De grjjze Raoul lachte heesch. «Verder!» zei Roland. ,Een weinig geduld, mjjnheer, we moeten een nienw licht hebben. Hjj stak weer een kaarsje aan en ging voort «U kan begr|jpen, hoe blij ik was het plan der gauwdieven te kennen. Dadeljjk was mijn besluit genomen. Den volgenden dag bemerkte ik, dat allen uitgereden waren. Bjj het vallen van den avond begaf ik mjj naar het tuinhuisje. Het was gesloten en ik moest weer over de rots op het platte dak klauteren. Ik bevond, dat de valdeur van binnen gesloten was. Het was niet lastig de denr met geweld te openen, want het hout was rot, doch dan zou liobert de verandering bespeurd hebben en alles was verloren ge weest. Dus ik moest geduld hebben. Een uur later hoorde ik voetstappen en voorzichtig verborg ik mjj onder de bank, do valdeur werd opengeworpen on ik zag Robert met zijn vaal gezicht vlak naast mjj. Doch ik lag in de schadnw en Robert zag niemand. Tevreden ging hjj weer naar beneden zon der nu de raldeur te sluiten. Zachtjes hoorde ik hem de kust openen en hjj verliet het huidje, dat hij nu moest openlaten. Nauweljjks was hjj weg of ik strompelde zoo gauw ik kon naar beneden en nam het koffertje uit de kast. Toen ik weer op het platte dak was, hoorde ik iemand naderen. Ik had geen tjjd meer om mjj uit de voeten te maken en kroop weer onder de bank, terwyl ik mjj op het koffertje neerlegde. Myn hart klopte hevig ik wist, dut wanneer ze mjj ontdekten, ik het met den dood zou moeten bekoopen. Ik hoorde iemand in de kast rammelenhet moest de graaf zjjn. Natuurlijk vond hjj niet wat hij zocht. Hjj maakte licht aanlicht om middernacht in hel huisje moest wel ver moeden wekken, indien iemand het zag. De graaf zocht in alle hoekjes cn vond niets* Daar kwam Robert weer aansluipen, die in het slot geene rust had. Om den drommel, Mesnil,* riep hjj woe dend, ,hoo durft ge nu licht aanstoken .Ik vind het koffertje niet, waar is het?* vroeg de Mesnil. ,Niet!' herhaalde Robert ongeloovig, «hst staat in de kast." .Zoek het dan,' hernam de Mesnil. Daarna hoorde ik een geduchte verwenschingRo bert had zeker ontdekt, dat de schat ver dwenen was. Nu volgde een vermakeljjk toonecL De eene dief vertrouwde den anderen niet en zeker zouden ze elkaar in de haren gevlogen hebben, wanneer ze tjjd liadden ge had. Plotseling hoorde ik ze het tuinhuisje verlatenwellicht hadden ze onraad be speurd. Ik was verwonderd, dat ze niet op het dak kwamen. Nog een poos wachtte ik en ging de trap af naar beneden en vandaar in het park. Ik was moe en bracht mjjne juweelcn in dit hol in zekerheid.* De oude legde byzonderen nadruk op het woorde «rojjne.* Ik was zeker, dat niemand in den om trek dezen schuilhoek kent. 's Anderen daags was er groot alarm op het slot; een knecht had gezien, dat er van bniten eene ruit uit genomen was. In den tuin op eeuige passen afstand van het gebonw lag eene ladder, waarvan, zooals men meende, de dieven zich bediend hadden. Ik moest lachen, toen ik hoorde, hoe de heeren rechters alles onder zochten en verklaarden. Ik wist wel, dat Robert hel zich veel gemakkelijker gemaakt had. De ladder en de stukjes glas onder het venster waren slechts middelen om de justitis te misleiden. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 1