KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Voor Helder, Texel en Wieringen
ROLANDS LIEFDE.
Ho. 2647.
Woensdag 29 Jnni 1198,
26ste Jaargang.
Buresu: Zuidstraat.
Telefoonn0, 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Atoonnem ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., niet Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per po9t 75 id. fl.121/,.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEEKHOUT Co., te 1 ilder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat.
Advertentlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGEyS vóór 10 uur aan fle Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 2e kwartaal 1898, te willen over
maken per Postwisael of in postzegels,
vóór 5 Juli, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts' met een zegel van 2'/s Ct. beplakt
te worden.
Aan onze abonués in Ame
rika wordt beleefd verzocht
't verschuldigde abonnements
geld te willen overmaken.
DE UITGEVERS.
Uit bet Buitenland.
De berichten omtrent den Spaansch-Ameri-
kaanschen oorlog behelzen, op 't oogenblik
dat wij dit overzicht samenstellen, geen af
doend nieuws. De voornaamste draadberichten
deelen we, zooals gewoonlijk, hier achter mede.
Mededeelingen uit Amerika bangen een
treurig tooneel op van de gruwelen, die door
de Spanjaarden, vooral tijdens het bestuur
van generdal Weyler, op Cuba zjjn gepleegd,
welke gruwelen, zelfs jegens vrouwen en kin
deren, in Amerika vernomen, een nameloozen
afkeer tegen de Spaansche overheersching van
bet schoone eiland heeft teweeg gebracht. De
berichtgever herinnert aan hl het leed, dat
de Spanjaarden onder den bloeddorstigen hertog
van Alva nu driehonderd jaar geleden over
Nederland hebben gebracht, om daaraan toe
te voegen de scherpe maar gepaste opmerking
Spanje heeft in dat opzicht in drie eeuwen
tjjds nog niets verleerd
Van tijd tot tijd wordt men verrast door
berichten omtrent een te wachten vrede. Een
der bladen deelt thans mede, dat door de re
geering der Vereenigde Staten als voorwaarden
voor het sluiten van den vrede zijn gesteld
1. de afstand van het eiland Portorico, 2. de
onafhankelijkheid van Cuba onder proctecto-
raat der Vereenigde Staten, 3. toestemming
tot vestiging van een marine-station op de
Philippjjnsche en van eon kolen-station op de
Kanarische eilanden. Natuurlijk worden deze
vredes-voorwaarden onder voorbehoud mede
gedeeld.
De. berichten, die in 't laatst der vorige week
naar Europa werden overgebracht, en die aan
vankelijke mededeelingen behelsden omtrent
de landing der Amerikanen ten oosten van
Santiago op Cuba, loopen, evenals vroegere
oorlogsberichten, geweldig uiteen. Volgens de
Amerikaansche berichten, ging alles zoo ge
makkelijk mogelijk. Door een bombardement
der oorlögssohepen werd de kuststreek van
vyanden gezuiverd, en konden de troepen,
20.000 man sterk, verder ongehinderd aan
land gaan. De Spanjaarden deden slechts en
kele -schoten. De Spaansche berichten ver
tellen het heel anders. Zjj verzekeren, dat er
een lang en bloedig gevecht beeft plaats ge
had, waarin zelfs de Amerikanen naar de
landingsplaats werden teruggeslagen. Slechts
de linkervleugel der Spanjaarden moest, door
omtrekking bedreigd, terugtrekken. Deze
berichten omtrent de landing op Cubatoonen
voor de zooveelste maal, dat de draadbe
richten van beide partijen aan overdrijving
lijden, 't Is in dezen oorlog, gelijk onlangs
Braakensiek in het Weekblad »De Amster
dammer» zoo gunstig deed opmerken, toen hjj
dep ouden Müncbhauaen liet verklaren.Neen
maar, zóó jokken als die twee, heb ik toch'
nooit gedaan
Onlangs hebben we in ons ovorzicht der
bnitenlandsche gebeurtenissen melding ge
maakt van een daad van het oud-lid der
Kamer van Afgevaardigden in Frankrijk, Josef
Reiuach. Hy had namel. uit een Engelsch tijd
schrift in het blad „Lo Siècle* een waarschu
wing overgenomen een waarschuwing tot
zjjn vaderland, Frankryk, en in het bijzonder
tot den generalen staf gericht, dat deze ver
standig zou doen, den Duitschen Keizer het
geduchte wapen uit de handen te nemen,
dat bestaat in een groot aantal documenten
over de Fransche defensie, die de werkelijke
schrijver van het bekende .borderel* den
Duitsehers in handen heelt gespeeld. De Kei
zer behoeft bij een eventuëelen oorlog dit
feit slechts te publiceeren, en aan te toonen,
wie de schryver en verrader is wat do
generale staf natuurlijk ook wel. weet
om het Fransche leger het vertrouwen in
zyne aanvoerders geheel te doen verliezen.
Als .een vriend van Frankryk* ried de En-
gelsche schryver die gebleken is de lieer
Conybeare, leeruur te Oxford, te zjjn
daarom den Franscben aan, dat zij uit eigen
beweging, door herziening van het Dreyfus-
vonnis, de waarheid aan het licht zouden
brengen, en niet zouden wachten totdat
Duitschland dwingt. Deze vriendschappelijke
waarschuwing heeft Reinach onder de aan
dacht zijner landgenooten gebracht, en hen
tevens herinnerd, hoe in 1870 Keizer Napo
leon III alle kans op bondgenooten verloor,
toen Bismarck het beruchte tractaat had open
baar gemaakt, 'waarbij de Fransche Keizer
den Pruisen de vrije hand in Zuid-Duitsch-
land wilde laten, als hot Luxembnrg en België
aan Frankrijk gunde, 't Bljjkt nu, dat de
generale staf van bet Fransche leger „on
schendbaar* is, zóó zelfs, dat het strafbaar
is, hem een goeden raad te geven. Reinach
is door den President der Fransche Repu
bliek als kapitein bjj de cavalerie van de
reserve afgezet, 's Mans vaderlandslie
vende waurschnwing is als een aanval op
den generalen staf opgevat, en hy, die tot
zyn volk sprak.Herzie zelf bet gepleegd
onrecht, eer een ander er u toe dwingt
is als een schurftig schaap uit het leger ver
wijderd. Zouden Frankrylc en zyne regee
ring niet eenmaal tot bezinning komen
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 28 Juni 1898.
Vergadering van den Raad der ge
meente Helder, op Donderdag den 30 Juni
1898, des avonds ten half acht uur.
Onderwerpen ter behandeling1. Inge
komen stukken. 2. Adres over de plaatsing
van de Hoogere Burgerschool. 3. Voorstel
van de Commissie regeling onderwijs. 4.
Jaarwedden Ambtenaren ter Secretarie. 5.
Praeadvies van Burgemeester en Wethou
ders op ingekomen stukken. 6. Benoeming
lid Pensioenverordening. 7. Benoeming
onderwijzeres. 8. Reclames Hoofd, omslag.
Zaterdagavond werd in Tivoli de
jaarvergadering gehouden van de vereeni-
ging >Ziekenfonds Helpt Elkander".
Daar de president afwezig was, werd
de vergadering door den vice-president,
den heer P. Goudswaard met een woord
van welkom geopend. Tegenwoordig waren
75 leden. Door den secretaris, den heer
L. Roggeveen, werden de notulen der
vorige vergadering gelezen, die na rond
vraag werden vastgesteld.
Aan 't jaarverslag ontleenen we 't vol
gende
'tjaar begon met 150 leden en eindigde
met 147. 't Getal donateurs klom van
67 tot 74.
Dejaarlijksche ontvangst bedroeg f974,05
de uitgaaf f998,37 dus een nadeelig
slot van f24,32.
Aan ziekengeld werd uitbetaald f762.
Ook werden de diensten der vereeniging
verleend bij de begrafenis van de echt-
genoote van een der leden.
Uit 't halfjarig verslag van den penningm.
den heer H. Kerkhof, 'vernamen we dat
de ontvangst had bedragen f453,574
de uitgaaf f495,344 dus een nadeelig
slot van f41,77.
Aan 't lid J. Deelder werd tijdens ziekte
nog extra uitgekeerd f78.
De reservekas had een nadeelig slot
van f13.
Deze kas, groot ruim f974, is voor 't
grootste deel rentegevend belegd.
De heer v. d. Oord, verklaarde als rap
porteur van de comm. van Toezicht, dat
boeken en bescheiden in de beste orde
waren bevonden.
Als bode werd met meerderheid van
stemmen benoemd 't lid C. Dienaar.
Voorgelezen werd een schrijven yan de
sub-commissie voor de optochten by de
kroningsfeesten, waarop, na beraadslaging,
werd besloten aan den ochtendoptocht geen
deel te nemen, terwijl uan de leden in
den loop der week gelegenheid wordt ge
geven, zich tot aansluiting by 't bestuur
te melden voor den fakkeloptocht.
Nadat een collecte voor de vrouw van
een der leden, die geen geld genoeg had
om zich naar haar man, die thans te Rot
terdam werkzaam is, te begeven, was aan
bevolen, werd de vergadering gesloten.
Schipper G. Bakker, van de vis-
schuit »H. D. 23" alhier, rapporteert te zyn
gepasseerd in de peiling Eierland Z.O., 4
mijl op zee, een recht overeind staande,
6 a 7 voet boven water uitstekenden ma9t,
waarschijnlijk van een daar op 17 vadem
water gezonken liggend schipgevaarlijk
voor de scheepvaart.
Bij de opsomming van wat zoo al op
de kermis te zien zal zijn, is niet genoemd
mej. de Wed H. van Rijken, die ook met
hare poffertjeskraam op het Molenplein
komt. 't Is een oude bekende, die de 45e
maal haar bezoek aan den Helder brengt.
Die met hare smakelijke gebakjes bekend
zyn, zal het zeker genoegen doen, dit
nieuws te vernemen.
Een der voornaamste zaken, die op
de kermis zullen vertoond worden, is het
nieuwste, het interessantste, wat David
Tobias Bamberg zal laten zien. Het is een
menschenboofd, dat niet alleen duidelijk
spreekt en declameert, maar ook de waar
heid zegt.
Het is Bamberg, die het verzekert, de
hof-illusionistzjjn naam heeft in de too-
verwereld een goeden klank. Van David
Tobias vertelde reeds onze grootouders
Het publiek kan nu een nieuw tooverstuk
bewonderen.
Examen stuu lieden.
De Commissie tot examineeren van stuur
lieden ter koopvoardjj hield van 14 tot 24
Juni zitting te Amsterdayi. Geëxamineerd
werden 31 candidaten. De volgende diplo
ma's werden uitgereikt
Groote zeilvaart A. Eerste-stuurman D.
Pothuistweede-stuurman P. J. Bakker
derde-stuurman J. Ypma, T. Dekker, W.
Boll, P. Groendyk.
Groote stoomvaart A. Eerste-stuurman
J. M. Meerburg, P. Burghout, J. Kruisheer,
H. Koopstweede-stuurman C. van Krie
ken, C. W. Visserderde-stuurman T.
Dekker, W. H. Lop, W. Boll, C. H. J.
van Bentbem Jutting, H. J., van der Klip.
J r
De >Staatscourant' bevat de 'statu
ten der naamlooze vennootschap: »Neder-
landsche Stoomvisscherij", te IJmuiden.
Duur: tot30 Juni 1945.Kapitaal: f500,000,
in aandeelen van f 1000. Benoemdtot
directeur L. Groen en tot plaatsvervangend
directeur A. S. Groen, beiden tot 30 Juni
1913 tot commissarissen A. van den Bergh
Izn. en W. L. Sanson, en tot plaatsver
vangend commissaris R. A. Mees te Rot
terdam, en wel A. van den Bergh Izn. tot
30 Juni 1901 en W. L. Sanson alsook de
waarnemende commissaris tot 80 Juni 1904^
De directie van de HollandAme
rika lijn" heeft, naar wij vernemen, weder
2 nieuwe stoomschepen van 12,000 ton
(type >Ryndam") besteld. Voor één daar
van werd de bouw opgedragen aan de
scheepsbouwmeesters Harlnnd Wolf te
Belfast en voor de tweede aan de heeren
Blohm Voss te Hamburg
Door den heer J. Tabak, sedert kor
ten tjjd te Amsterdam gevestigd en daar
vorige week overleden, is aan 't Ned. Isr.
weeshuis, het Ned. Isr. meig'esweeshuis en
het Ned. Isr. armbestuur elk f 25,000
vermaakt.
Onweder.
Ook Dinxperloo is Woensdag op treu
rige wijze door een hevigen hagelslag ge
teisterd.
Men schrijft van daar aan de »Arnh. Ct".
>Nadat de temperatuur den geheelen
dag benauwend warm was, kregen we
tegen 4 uur een verfrisschendcu regenstroom,
die de goten deed overloopen. De regen
hield op en een elk deed moeite om het
overvloedige water te doen wegstroomen,
in de meening dat we het er best mede
konden doen. Om halfzes reeds werd het
zeer donker. Voorzichtige moeders zagen
hierin een voorteeken dat er nog een pak
aan de lucht zat, dat voor de ruiten wel
schade kon doen. En werkelyk, een hevige
storm, gepaard met een hageljacht, kwam
neer en richtte zulke verwoestingen aan,
dat menig landbouwer er het heele jaar
over kan treuren. De rogge, waarover zoo
geroemd werd, boonen en aardappelen, ze
zijn geheel vernield. Van verschillende hui
zen werden de ruiten verbrijzeldhet water
drong door de daken, zoodat overal groote
verwarring hecrschte. Het onweer heeft
zich tot een bepaalden kring uitgezet. Zoo
werd er in de Henrne, een buurtschap een
kwartier van hier verwijderd, niets van
bemerkt. Daarentegen was het aan den
grindweg een en al verwoesting, alsmede
in het naburige Isselborg, waar het gewas
geheel verloren is. In dezelfde plaats woei
een ijzerkeet van de gieterij te water. By
den winkelier Hoven sloeg de bliksem in
en verbrijzelde een gedeelte van den muur.
De huisgenooten bleven ongedeerd.
>Op 26 Augustus 1894 woedde boven
deze gemeente ook een onweder even he
vig als gisteren. Toen was de oogst echter
binnen."
liet oude liedje 1
Sinds eenigen tjjd loopt teUtrechtdoor
de stad een juffrouw, die voorbijgangers
aanhoudt; zij geeft dan voor een vreemde
linge te zyn en vraagt naar den weg om
de tram naar Zeist te bereiken.
De niets vermoedende voorbijganger wijst
haar den weg. Dan zegt ze, met die tram
mede te moeten maar twee of drie centen
te mankeerön om een plaatskaartje te kun
nen nemen, die dan bereidvaardig haar
gegeven worden.
Een paar uren later ziet men haar op
bankje zitten in een der plantsoenen, alles
behalve nnchter
Een arbeider aan de spoorljjn Alk
maar—Hoorn, sprong van een zandtrein
een zijner armen werd geheel afgesneden.
Een 18-jarig meisje te Arnhem gaf
haar verlangen te kennen om gedurende
8 dagen laar familie elders te bezoeken.
De ouders gaven toestemming, doch onge
veer te zelfder tjjd vertrok mede van daar
een zekere M., gehuwd en vader. Het pu
bliek gerucht bracht beide dingen met
elkaar iu verband en by onderzoek bleek,
dat het meisje niet bjj haar familie is aan
gekomen.
De politie is door de ouders van een en
ander in kennis gesteld, maar tot nog toe
is men er niet in geslaagd het verblijf van
het 18-jarig meisje en haar ontvoerder te
ontdekkem.
Dinsdag is de koningin van Engeland
Balraored naar Windsor vertrokken. By
Aberdeeai klom de machinist van een der
locomotieven, die den trein trokken, op
den kolenwagen om een touw uit de war
te halen; met ging de trein onder een
brug door en den machinist werd het hoofd
verbrijzeld.
Een spion
Zondag werd te Keulen een jonkman
eerst tusschen twee soldaten en daarna tua-
schen twee agenten naar een politiebureel
gevoerd, midden door het talrijk wande
lend publiek. Hij had zich vergrepen tegen
het verbod om in de nabjjneid van de
vestingwerken te teekenen en was door
de wachtpost betrapt terwijl hij op een der
vestingwerkenhet portret maakte van
zjjn meisje
De ontzetlende ramp op de Theems.
Sir Arthur Bigge heeft namens koning
in Victoria een telegram van deelneming
aan den heer A. F. Hills, den voorzitter
der »Thame8 Ironworks and Shipbuilding
Company" gezonden. De directeur heeft
zijn werklieden een dag vrijaf gegeven
wegens het verschrikkelijke voorval op de
werf. Er is een insclirjjving ten bate van
de in rouw gedompelde familiën geopend.
Men denkt, dat er tijdens de ramp 25 4
30 duizend personen op de terreiuen der
Company aanwezig waren. Er waren twin
tigduizend plaatsbiljetten uitgegeven, waar
van ongeveer achthonderd voor speciaal
daartoe "Opgerichte tribunen. Dc stellages
van het Japausche oorlogsschip >Shikis-
hina" bestonden uit dikke palen, ongeveer
8 of 9 voet van elkaar. Van boven waren
ze door dwarshouten verbonden. Bjj de ri
vier was een leuning opgericht. Daar het
hoog water was, bevonden zich de plan
ken van deze stelling ongeveer 3'/» voet
boven den waterspiegel. Het gedeelte dat
naar beneden is gestort, was 80 100
voet lang.
Onweer.
Een onweder, vergezeld van hagelslag,
heeft Woensdagavond en nacht over een
groot deel van Midden-Europa groote
schade aangericht. Te Berljju stonden vele
straten blank, zoodat het tramverkeer ge
stremd was, en liepen tal van kelders onder;
in het Alexander hdtel barstte een afvoer-
pjjp, zoodat in de groote zaal, waar juist
een socialistische vergadering gehouden
werd, weldra het water een voet hoog
stond. Ook over het Maindal, Rijnpruisen
(Keulen) Luik en Limburg trok het on
weder en van al -die streken komen jam
merklachten over de verwoestingen, die door
den zwnren hagel vooral zjjn veroorzaakt.
Voor den zachten winter wordt nu geboet 1
Gemeenteraad van Wieringen.
Vergadering van 25 Juni 1898.
Voorritter de Burgemeester.
De Voorzitter opent dc vergadering, de
notulen worden na vooriesing vastgesteld.
Aan de heeren J. P. Wigbout en P. Maats
wordt op hun verzoek 1/9 jaar hondenbelasting
kwjjtgescholden, wegens afschaffing van hun
hond.
Aan den postschipper J. C. Bais wordt oen
jaarlijksch bedrag van f 50 toegestaan als
bijdrage in de kosten van onderhoud en be
diening van zyn potroleummotor-boot.
Tot vroedvrouw wordt benoemd mejuffr.
de weduwe F. W. de Ch&uvigny dc Blot,
geboren Dielz te Dieren.
Na de gewone rondvraag sluit de Voorzitter
Marine en Leger.
Van Cura^ao deelt men aan het »N. v. d.
D." mede, dat onder de bemanning van het
stationschip .Alkmaar", sterk ongeveer 100
koppen, zich vjjf gevallen vau gele koorts
hebben voorgedaan.
De korvet heeft dientengevolge do haven
verlaten en is naar zee gestoomd.
Ook het kort te voren aangekomen pantser-
FEUILLETON.
S-.)
.Dit is de oorzaak," ging de directeur voort,
vdat gjj den beklugenswaardigen man zoo
vaak ontmoet. U herinnert zich nog wel, dat
ik toevallig den ouden Raoul vond, toen hjj
door de Mesnil mishandeld was geworden.
Eenige dagen later vertelde de oude man mjj
zyne lotgevallen en zei mjj, dat hjj znlk werk
verlangde, dat hjj verrichten kon.'
En bezorgdet gjj hem zulk werk vroeg
Julie.
•Ja,* hernam Roland eenvoudig. .Raoul
achrjjft goed en heeft eenige kennis. Hjj is
nu opzichter in den zaagmolen.*
„Dos is hjj niet meer in zijne oude hut!*
Neen.*
Heeft u den man oen andere woning ver-
acliaft?* vroeg Julie, en hare stem beefde.
Ik zei immers, gravin, dat ik hem als op
zichter heb aangesteld.*
,En door hem kwaamt gjj in het bezit der
juweelvn
•Ja, door hem,' antwoordde de directeur.
Daarna vertelde Roland, op welko wjjze
Raoul het plan van de Mesnil en Robert
vernomen had en hoe het hem gelukte de
kleinoden machtig te worden. Julie werd
doodsbleek en Roland ging dit punt zoo snel
mogeljjk voorbjj. Ten slotte verhaalde hjj
haar zjjnen gang naar de grot en de ge
hechtheid aan zijn schat.
sU vertelt sprookjes,* zei Julie halfluid.
De oude reistasch, die u verleden Zondag
droegt, bevatte mijne juweelènWe zjjn u
grooten dank schuldig, mjjnheer,* ging Julie
voort en richte hare oogen op Roland. .Onze
schuld groeit eiken dag. Ik zou gelukkig
zijn, wanneer ik eens alles kon vergelden.*
Alleen om aan eene verplichting te vol
doen. nietwaar?* zei Roland gelaten. .Wees.
gerust, gravin, ik ben mjj niet bewnst, dat
u mij dank verschuldigd zijt.'
.Dat is barsch, mjjnheer," zei Julie een
weinig verwijtend.
Hij zag haar aan.
Dan vraag ik u vergiffenis. Indien gjj n
waarlijk tot dankbaarheid gedrongon voelt,
wees dan Raoul indachtighij heeft deze
juwcelen gered.*
Beiden stonden op.
•Ik wil niet in uwe schuld geraken," sprak
ze. .Het prachtige koffertje, waarin de ju-
weelen vervat zijn, is een geschenk van u,
mjjnheer Roland, «lat ik niet kau noch mag
aannemen.*
Roland glimlachte. •Een geschenk, gravin
Neen, het is een aandenken aan den tjjd,
dat uwe juweelen door den berggeest be
waard werden. Veroorloof mjj het oude kof
fertje te houden als aandenken aan het
huidige kerstfeest."
Mag ik u eene betere herinnering aan uw
verbljjf te Lomont aanbieden vroeg Julie
en nam de kleine scbilderjj, die boren de
piano hing, van den muur. .Hier, mjjnheer,
neem dit doekje, dat ik geschilderd heb, als
kerstgeschenk van een meisje, dat ge voor
een onheil bewaard hebt, nog erger dan de
dood.*
Roland zag het meisje verwonderd aan,
dat hem haar hand toestak. „Ik dank u,
gravin,, sprak hjj op harteljjken toon en kuste
de hand, die koel in den zjjne rustte.
Daar klonk de bel, die hen naar het
souper riep.
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Het kerstfeest was voorbij.
Toen Julie 'sonderen daags ontwaakte en
over het gebeurde van den vorigen dag na
dacht, was ze boos op zichzelve, op hare
zwakte en karakterloosheid. Hoe kon ze v»n
den man, dien ze wilde vernederen, zulk een
geschenk aannemenWas ze dan betooverd
door den man, dien ze wilde verwijderen
Waar was gisteren hare trotschheid, hare
koelheid, haar haat tegen den indringer?
Hoe durfde ze hem een geschenk aanbieden
De scbilderjj hing nu reeds in zijne kamer.
De gravin wilde aan niets meer denken
en hem vooral niet meer ontmoeten.
Aan het ontbijt vertelde Julie haren vader
en tante in hoofdtrekken, wat ze van mjjn
heer Roland vernomen had.
De graaf was sprakeloos van verrassing
over het weervinden der juweelen, maar ook
sprakeloos van toorn, toen hjj de dieven leerde
kennen. Nadat de eerste verwondering voorbij
was, vroeg de graaf, hoe men zich in hel
vervolg tegenover de Mesnil te verhonden
had.
De zaak openbaar te maken zou groot
opzien verwekken en Julie had ook geheim
houding beloofd. Men besloot voorloopig de
zaak te laten rustenRobert echter zon
zoodra mogeljjk nit het slot verwijderd wor
den.
Julie had toegeluisterd en zei eindelijk
Zeker, we moeten de dieren sparen, wijl
we ons-zelf moeten sparen. Wat zou het een
heerljjke stof zjjn voor een rechtsgeding!
De bruidegom van Jnlie de Lomont een dief,
de ontdekker een bedelaar, de bedelaar nog
in de familie. De lastertongen der heele om
streek hadden stof genoeg voor eene maand.
U kunt niet eens Robert uit het slot jagen,
daar go geeu bewijs hebt. Hjj weet /.qpr
goed, dat wij bang zijn voor een schandaal.
Voorloopig zjjn we «lus genoodzaakt hem te
houden^ tot zich eene goede gelegenheid aan
biedt.'
Er ontstond «ene onaangename stilte, die
Julie eindelijk afbrak door te vragen,En
hoe denkt u te handelen jegens Raoul,
papa
Deze opmerking verbaasde don graaf de
Lomont ten hoogste. Dat Julie de afstam
ming van llaonl erkende, deed den graaf
reeds pjjnljjk aan.
„Hoe denkt de wijze heer directeur, dat
ik mij tegenover den ouden Raoul gedragen
moet,* hernam de graaf misnoegd. «Het is
toch waarlyk mijne schuld niet, dat Raoul
tot armoede vervallen is.'
.Raonl kan het ook niet misgelden,' zei
mevrouw de Blngey, ,cn de arme man heeft
reeds zjjn heelo leven moeten boeten."
„Zou wellicht den onde plechtig als
familielid erkennen en hem de helft vau myn
vermogen afstaan riep de graaf heftig.
.Dat kan alleen een dweeper als Felix
Roland verlangen, die van plichten van den
adel geen begrip beeft. Wanneer hjj in mjjne
plaats stond, kreeg hij zulke grilleu niet.*
Ik geloof toch,* zei gravin Rose zacht,
•dat mijnheer Roland het geen gril zou noe
men, het onrecht te herstellen, dat een
bloedverwant geleden heeft. Mjjnheer Roland
verlangt voor den ouden Raoul, wions vader
benadeeld is door een cmrechtvuardig testa
ment, niets dan recht. Nu is het wel
onmogeljjk hem geheel recht te laten weder
varen in onzen stand.'
•Beste Rose,* hernam zie graaf, terwijl hjj
een vluggen blik op zjjne dochter wierp, die
met hot theelepeltje speelde, »u spreekt net
alsof mjjnheer Roland achter u stond en u
«lo woorden influisterde. Ik geef toe, dat hjj
een aangenaam man is. Ik acht zjjn karakter
hoog, maar zjjne onbuigzaamheid, ik zou
zeggen halsstarrigheid bevalt mjj niet. Men
ziet zoo vaak iets wal men niet goedvindt,
doch dan zwjjgt men eenvoudig en kwetst
niemand door aanmatigende berispingen. We
zyn niet de zedepreekers onzer evennaasten;
ieder kan zjjne daden aan zijn geweten
toetsen.'
.Papa,* zei Julie, .we dwalen af, spreken
wjj over Raoul. Ik wil niet, dat mijnheer
Roland do verzorging van den ouden man
op zich neemt. Wjj zullen den man ik
meen neef Raoul niet in den molen laten
muur hem eene plaats in - het kasteel aan-
wjjzen. waar hjj zjjne dagen in rast kan
sljjten."
liet aangezicht van den graaf werd vuur
rood, toen zjjne dochter sprak.
.Neen, neen, myn kind,' hernam hij, >dat
zal niet gebeuren. Ik erken uwe edelmoedig
heid, doch men kan ook te ver gaan. Wat
zou de oude man hier in het slot uitvoeren?
Welken stand zou hjj innemen tegenover ons
en het dienstpersoneel, die hem zagen bedelen
en hem vaak aalmoezen gaven Hjj zou ons
in verlegenheid brengen. Ik ben gaarne be
reid hem te ondersteunen, indien hjj niet
wil vertrekken, doch in het slot komt hjj
niet.
Julie krerde zich misnoegd om.
.Julie,* zei mevrouw de Blagcy, .ik kan
uw papa geen ongelijk gevenook de di
recteur zal beter vinden, den onden man in
zjjne gewone omgeving te laten.*
.(Wordt vervolgd).