KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Ifoor HelderTexel en Wieringen-
lo. 2668.
Zaterdag 10 September 1898.
26«te Jaargang.
Bureau: Zuidsiraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 81.
Atoonnomerit
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.l2l/s.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureau»! Spoorstraat en Zuidsiraat.
Advortentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJ DAGftMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen
Opkomst der Zon 5 u. 29 m.
Onderg. 6 u. 23 m.
Zondag 11
Maandag 12
Dinsdag 13
Woensdag 14
Donderdag 15
Vrijdag 1G Nieuwe Maan.
Zaterdag 17 Israël. Nieuwjaar.
Uit liet Buitenland.
Met groote belangstelling wordeu in deze
dagen de nadere berichten tegemoet gezien
omtrent de Dreyfus-zaak door allen, die met
een gevoel van innig medeleden denken aan
den ongelukkigen banneling op het Duivels
eiland; door allen, die beseffen, hoe zeer zijne
liefhebbende gade sinds jaren daaronder lydl.
Nu de overtuiging is gewekt, dat er onge
twijfeld valschheid is gepleegd, dat de ge
rechtigheid om welke reden dan ook
in het aangezicht is geslagen, is de belang
stelling in deze geruchtmakende zaak plotse
ling sterk toegenomen, en heeft zij ook post
gevat in de harten van beu, die vroeger in
het eenmaal uitgesproken vonnis berustten,
't Bericht, dat mevrouw Dreyfus in deze om
standigheden een verzoek tot herziening van
't proces van 1894 bij den minister van
Justitie heeft ingediend, zal zeker bij niemaud
verwondering huren, en zeker is hot de wensch
van allen, die rechtvaardigheid voorstaan cn
onrecht schuwen, dat nu ook zeer spoedig
met die herziening worde aangevangen. Ter
bevordering hiervan hebben de advokaten
Labori en Demange, bekend als verdedigers
van Zola en van Dreyfus, by den minister
van Justitie eene nota ingediend tot onder
steuning van het verzoek, door mevrouw
Dreyfus gedaan.
De aftreding van den minister van Oorlog
Cavaignac, den man die deze herziening
hardnekkig poogde tegentehouden, gevolgd
van zijne vervanging door generaal Zurlinden,
zal, dit is aller welgezinden wensch, wél 't
verlangde gevolg hebben, opdat er een einde
kome aan den gerechtvaardigden twijfel omtrent
de schuld van den veroordeelde. Reeds is door
den minister van Justitie in Frankrijk met
een onderzoek der stukken van het bewuste
proces begonnen, en liet is dus te verwachten,
dat de ministerraad binnen enkele dagen een
afdoend besluit zal kunnen nemen, 't Wordt
tijd, dat dit geschiedt, want, terwijl in 't
buitenland de overtuiging bestaat, dat per
sonen, verbonden aan onderscheidene gezant
schappen, afdoende bewijzen voor de onschuld
van Dreyfus zouden kunnen verstrekken,
openbaart zich in Frankrijk zelve een sterk
verlungen naar de herziening van het proces.
Moge het besluit daartoe nu maar met den
noodigen spoed worden genomon
Het plan van don Czaar tot het in 't leven
roepen van den wereldvrede wordt bij
voortduring door de dagbladpers besproken
en algemeen gnnslig beoordeeld. We lezen
daaromtrent o. a..Welke ook de beweeg
redenen tot deze daad zyn geweest, zy zal
den Keizer voor altyd tot eer verstrekken.
Zy 'is zonder voorbeeld. Schrijvers, wijsgeeren,
denkers, zedeineesters hebben de overmatige
bewapening soms zelfs als krijgstoerustingen
als een ramp voorgesteld, maar nog nooit
heeft eene regeering, nog veel minder heeft
een vorst naar die klacht der steeds zwaarder
en zwaarder belaste menschheid geluisterd.
Dit nieuwe feit zal zonder twijfel gelukkige
gevolgen hebben. De nota der Russische re
geering treft on roert, wekt edelmoedige ge
dachten en voornemens.'
,De uitvoering van 's Keizors plan zal op
ontelbare bezwaren stniten. Dat de Keizer zelf
geen ommiddellijke bespreking er van ver
wacht, blykt uit zyn reis naar de Krim,
waar hy lang denkt te verblijven. Vele moei
lijkheden moeten uit den weg geruimd wor
den vóór de toekomstige Conferentie kan
bijeenkomen, indien zy bijeenkomt. Er zyn
hangende quaesties, die nog moeten ontraad
seld worden. Daar is tjjd voor noodig, en
intusschen zullen de bewapeningen voortduren
en zullen de mogendheden elkaar steeds hooger
eiachon stellen. De wereld zul blijven voort-
loopen, zooals zy gewoon is. Engeland zal er
geen schip minder om bouwen, Duitschland
geon kanon minder om gieten. Maar toch is
het iets, eene groote gedachte te hebben uit
gesproken als alleenheerscher, en de verwe
zenlijking er van aan de toekomst te hebben
vertrouwdhet nageslucht zal er Keizer
Nicolaas dankbaar voor zyn f'
Dat het op het eiland Kreta nog in 't
geheel niet in het reine is, blykt wel uit de
berichten, die in den loop dezer week van
daar zijn gekomen. Inzonderheid het kabel-
bericht; .Kandia is gebombardeerd', duidde
aan, dat er weder ernstige oneenigheden
tnsschen Christenen en Mohammedanen hadden
plaats gevonden. Nader toch werd gemeld,
dat door de Engelscho militaire overheden,
in overleg met den admiraal der surveilleerende
oorlogsschepen, een detachement soldalen was
geplaatst voor het bureau der belastingen,
ten einde er Christen-ambtenaren aan te
stellen. Tengevolge van de dreigende houding
der Turken, gaven de soldaten vuur, waarbij
cenige Muzelmannen werden gewond. De
Turkschc bevolking liep te wapen, viel
op het Britsche detachement aan, en ver
spreidde zich over de Christonwijken, waar
zij aan het brandstichten sloegen. Een aantal
Britsche soldaten en de Britsche consul zyn,
naar verzekerd wordt, gedood. Een oorlogs
schip wierp bommen in de stad, waarvan een
deel in lichtelaaie stond. Ook wordt medege
deeld, dat de Gouverneur van Kandia al
zijn best doet, om de gemoederen der bevol
king tot kalmte te brengen.
DE INHULDIGING.
Toen op Dinsdag G September 1898 in de
Nieuwe Kerk te Amsterdam de oudste koning
van wapenen, het wa9 toen 11.50, met
luider stem uitriep .Hare Majesteit Koningin
Wilhelmina is ingehuldigd!" en daarna drie
maal het ,Leve dc Koningin aanhief, ver
loor zyn stem zich in den jubelkreet van
het publiek, dat ter kerke vereenigd was, en
dat uit eigen irapulsie dien huldigingskreet
deed liooren, driemaal, met stijgende geestdrift.
Wie haar hebben mogen by wonen, de plech
tigheid in de Nieuwe Kerk, zullen haar nooit
vergeten. Wij hadden de kerk zich langzaam
zien vullen door dames in rijke kleedij, door
hooge ambtenaren, militairen, gezanten, in de
meest afwisselende uniformen, schitterend van
goud cn ordeteekenen.
Toen was de Koningin-Moeder met een
groot gevolg binnengetreden, öiider plechtigen
orgelklank, die zich mengde met bazuinge
schal. Allen grootten eerbiedig toen Zy door
het middenpad der kerk naar Haar zetol
werd geleid, een zetel opgesteld naast den
troon. Dc Koningin-Moeder, dio een kleed
droeg in de lichtlilakleur der heliothropc,
bleef staan, terwijl Haar gevoig zich ter zijde
en achter haar schaarde.
Nog eenige oogenblikken, cn van kuiten
drong trompetklank, weldra overstemd door
het gejuich der menigte, tot de kerk door:
te6ken, dat de Koningin in aantocht was.
Nog een paar seconden van spannend
wachten en daar verschenen de herauten,
gevolgd door de commissie van ontvangst uit
de Vereenigde Kamers der Staten-Generaal
ende Koningin, nevens Haar generaal
van der Heyden, het rijkszwaard dragende,
en de vice-admiraal Ten Bosch, met den
standaard van het koninkryk. De uiteinden
van den hermelijnen mantel van H. M.
werdon gedragen door vier adjudanten, een
groot gevolg sloot den stoet.
Toon de Koningin tot den troon genaderd
was en zich nederzette, welk voorbeeld door
Hare Moeder werd gevolgd, bad de hofhouding
zich om en achter den troon geschaard.
II. M. droeg onder den hermelijnen mantel
een wit satijnen kleed, met aan de voorzijden
een sluitstuk met groote parels als hangers,
en welk kleed ook verder met parels is op
gelegd om den hals een collier van diamanten,
in hot kapsel een fonkelenden diadeem in
kroonvorm.
De aanblik dien het geheel toen leverde
deze Koningin als een blanke, reine verschij
ning, naar ons heen lichtend uit den schit
terenden achtergrond, was betooverend schoon.
Nadat de aangrijpende klanken van het
a capella koor in een byna onhoorbaar
pianissimo waren weggestorven, nam de
Koningiu het woord en sprak
„Mijne Heeren Leden der Staten-Generaal!
Door het afsterven van mjjn onver-
getelijken vader tot den troon geroepen,
dien ik onder het zoo wjjze en zegen
rijke regentschap van mijne innig geliefde
Moeder beklom, heb ik na de voleindiging
van mijn 18e levensjaar de regeering
aanvaard. Mijn proclamatie heeft dit aan
mjjn dierbaar volk bekend gemaakt.
Thans is de ure gekomen, waarin ik
mjj te midden van mijn trouwe Staten-
Generaal, onder aanroeping van God, zal
verbinden aan mjjn dierbaar volk, en zoo
bevestig ik heden den hechten band,
die tusscher. mij en njijn volk bestaat
en wordt de aloude band tusscben Neder
land en Oranje opnieuw bezegeld.
Het is een schoone roeping, een scboone
taak, door God mij op de schouders gelegd,
maar ik ben gelukkig en dankbaar om
over een volk te mogen regeeren als
het Nederlandscbe, dat, hoewel klein
in zielental, groot is in deugd en krach
tig in aard en karakter. Ik acht het
een voorrecht dat het mijn levenstaak
en mijn plicht zal zijn, al mijn krachten
te wijden aan het welzijn en den bloei
van het dierbaar Vaderland.
De woorden van mijn overleden vader
maak ik tot de mjjne „Oranje kan
nooit, ja nooit genoeg doen voor Neder
land".
Tot de vervulling mijner taak heb ik
uw hulp noodig, heeren leden van de
Volksvertegenwoordiging, die ge mij on
getwijfeld ook in ruiuie mate zult ver-
leenen. Laat Ons samen arbeiden tot
bloei en tot voorspoed van het Neder-
landsche volk.
God zegene uwen en mijnen arbeid.
Dat hij strekke tot heil van het vader
land
De indruk, dien deze toespraak op alle
aanwezigen maakte, is niet te bescliryven.
Het was een openbaring, uil den mond van
deze jonge Koningin deze taal te hooren,
gesproken met een heerlyke stem, die de
woorden droeg tot achter in dc kerk, waar
wij gezeten waren eene stem klaar en vast,
rijk van nuance, eene stem, die aan elk woord
zyne juiste waarde gaf, elke periode het haar
toekomende gewicht verleende. En in een
Hollandsch, zóó edel van timbre, dat het
klonk als muziek. En z<5d zuiver en kern
achtig van uitspraak, dat de woorden als
neerparelden in de groote ruimte.
Langzaam, met volkomen beheersching van
den zin, zegde H. M. hetgeen zy te zeggen
had, cn als wij op een enkel detail mogen
wijzen toen de Koningin de woorden hor-
haalde, eenmaal op deze zelfde plaats ge
sproken door Haar Vader.Oranje kan voor
Nederland nooit te veel doen, noen nooit te
veeltoen werd dit gejegd met eene be
zieling, die de aanwezigen iot in het diepst
van liet hart trof.
En nog was de climax Riet bereikt. Met
kracht en wijding werd ten besluite de eed
uitgesproken en aan de formule eene be-
teekenis gegeven, die do woorden deed leven
en ze als uit het hart deden opwellen met niet
te weerstanen drang.
H. M. stak de beide voorvingers omhoog
en sprak met plechtigen nadruk den eed uit
Ik zweer aan het Nederlandsche volk, dat
Ik de Grondwet steeds zal onderhouden en
handhaven.
.Ik zweer, dat lk de onafhankelijkheid en
het grondgebied des Kyks met al Mijn ver-
mogen zal verdedigen en bewarendat Ik
de algomeone en bijzondere vrijheid en de
rechten van al Mijne onderdanen zal be
schermen, en tot instandhouding en bevorde
ring van «1e algemeene cn bijzondere welvaart
alle middolen zal aanwenden, wolke de wetten
te Mijner beschikking stellen, zooals een goed
Koning schuldig is te doen.
,Zoo waarlijk hclpe Mjj God almachtig!"
Het wa9 een grootsch oogenblik, dat allen
onder den indruk bracht, dat hier gesproken
had eene Vorstin, aan wie wij mogen denken
als aan een teedcre jonkvrouw, maar die in
wezenlijkheid toch is D e K o ii i n g i n, de
Koningin die inderdaad de kracht heeft ge
kregen om de zware taak, Haar opgelegd
door Haar geboorte, met een hoog besef
Harer verantwoordelijkheid te vervullen!
Nog onder den indruk van de zoo krachtig
door den eed bezegelde Koninklijke toespraak,
trad de Voorzitter der Eerste Kamer naai
voren en sprak voor het aangezicht der
Koningin
«Wy ontvangen en huldigen, in naam van
het Nedorland6che volk en krachtens de Grond
wet, U als Koningin wy zweren, dat wy
Uwe onschendbaarheid en de rechten Uwer
kroon zullen handhaven wij zweren alles te
zullen doen wat goede en getrouwe Staten-
Generaal schuldig zijn te doen.
«Zoo waarlijk helpe ons God almachtig!"
De griffier der Eerste Kamer las nu de
namen der Eerste-en Tweede Kamerleden van
de presentielijst voor en ieder stond even op
en zoide de woorden .Zoo waarlijk helpo
mij God almachtig", of .Dat beloof ik".
Wat zullen wij nu verder nog raededeelen
van de plechtigheid in do Nieuwe Kerk"
Dat de ruimte een schitterenden aanblik bood,
kan men zich denken. Wel mag dit nog
worden gereleveerd, dat H. M. dc oproeping
der Kamerledcu met groote aandacht volgde
en den blik telkens vestigde op dengene, die
het formulier uitsprak. Onder de indrukwek
kende oogenblikken behoorde verder het
ddfilé langs de Koningin met de wuivende
regimentsvaandels, en 't vertrek der Koningin-
Regentes, nadat Hare dochter was uitgeleid.
(,N. R. Ct.")
De Koninklijke Stem.
Het «Handelsblad" zegt
Er was een groote stilte in het kerk
gebouw.
En als het geruisch der zee klonk het
gejuich der menigte buiten op den Dam.
De Oranje-zon had de nevelen verspreid,
het was licht onder de hooge gewelven.
En toen deed de jonge koninklijke stem
zich hooren, helder, rein, met een klank
als van muziek.
Elk woord was te verstaan, eenvoudig,
ernstig, diep, alle harten roerende
De woorden van Mjjnen onvergeteljjken
vader maak ik tot de Mijne„Oranje kan
nooit, ja nooit genoeg voor Nederland
doen".
Wij gelooven niet dat iemand die tegen
woordig was bij de plechtige hernieuwing
van het verbond tusscben Nederland en
Oranje, tot zijn stervensdag vergeten zal
die jonge Koninklijke stemvergeten
zal het zelfbedwang, waarmede langzaam,
helder en welluidend Hollandsch gesproken
werd.... hoe het reine gelaat werd opge
heven, de vingers werden omhoog opge
stoken en het „Zoo waar helpe mij God
Almachtigdoor de kerk weerklonk.
Als een zegenbede rees het „Wilhelmus"
met nieuwe harmonie van stemmen op be
zijden het orgel.
Het uitte voor ons allen wat ieder ge
voelde.
Moge God Almachtig de jonge Koningin,
wier stera ons heden haar gemoed leerde
kennen, zegenen en behouden voor het
volk' dat haar liefheeft.
Dc rytocr, door H.II. M.M.Dinsdagmiddag
door een groot deel der stad gehouden, was
een ware zegetocht.
De avond der illuminatie, gaf het summum
der feestvreugde. Zonder de geringste over
drijving kan gezegd worden, dat de gansche
stad zich in fantastisch licht baadde, en dit
zegt voor Amsterdam met zyn gezegende
hoeveelheid water, dat het veelkleurig licht
gretig opneemt en het spelend weerkaatst,
meer dan voor eenige andore stad.
De Koningin heeft met den ganschen
schitterenden stoet van haar gevolg volle
twee uren lang van het betooverend schouw
spel genoten, rijdend door de straten en langs
de grachten uls in een heerlijk oord der fau-
taisie.
liet was een prachtige avond, een heldere
maan verlichtte deu hemel en de wind was
gaan liggen.
Voor .de natuur deden de Vorstin cn hare
Moeder niet in courtoisie onder. Beiden
waren in licht toilet in open rytuig gezeten
en toonden haar welbehagen in dc hulde,
welke de hoofdstad des ryks haar nu bracht.
De weg voor den avondrit der koninklijke
familie was zeer goed gekozen en ook zoo,
dat de prachtige illuminaties onzer vier
nieuwste oorlogsschepen, in het IJ geankerd,
niet gemist werden. Amsterdam vermaakt
zich gaarne des avonds.
Heel <le stad was op de been, en de op
gewekte stemming bracht in den aanhouden
den storm van toejuiching een toon van meer
intieme, weldadige hartelijkheid.
De derde feestdag te Amsterdam werd inge
leid door oen aubade op den Dam, van het
Mannenkoor van den Nederl. Zangersbond.
De zon scheen in volle glorie over de stad
on hot Paleis baadde in hellen zonneschijn,
toen te hulfelf de Koninginnen op het balkon
verschenen.
Nadat het mannenkoor onder het meest
aandachtige gehoor, dat men zich wenschen
kan, zyne liederen had gezongen, het koraal:
Dankt allen God den Heer", «Hollands
glorie", .Vlaggelied" en hel .Wilhelmus",
werden de Koninginnen, die hartelijk applau-
diseerden, met stijgende geestdrift toegejuicht
en toegewuift met hoeden eu zakdoeken.
Driemaal moest H. M. opnieuw zich vertooneu.
Des middags had do historische optocht
plaats. Tegen édn uur word in de breode
en laDge Helmcrsstraat een aanvang gemaakt
met de opstelling van den stoet, die een
lengte van 500 meter verkreeg. Dit gaf veel
vermaakde verschillende kleederdrachten
werden druk besproken en gecritiseerd en
do dienstmeisjes maakten zich vroolyk over
de kuiten en lange krullende haren der staats
lieden, lieranten, pages en soldeniers.
Men kreeg het warm onder do pruiken,
want de zon scheen fel. Willem Barendz, die
juist van een bijzonder koude reis scheen
te zyn thuis gekomen en van zyn hielen tot
zyn haar in een jjsberenliuid stak, liep het
zweet al aanstonds tappelings langs de kaken.
Het korporaalschap van Banning Cock en
de schutters in feestkleedy vormden zeer
keurige groepen, min of meer getrouw aan
de schilderijen.
Te 2 uur werd het sein tot den afmarsch
gegeven, die in zeer goede orde plaats vond.
Het dicht opeengepakt publiek langs den weg
begroette de Orapjevorstinnen met hartelijk
gejuich en zong by de verschijning van den
admiralen-wagen het lied van Piet Hein.
Natuurlijk had de optocht gebreken, die
nimmer geheel zyn weg te nemen. De ad
miralen stonden op het hoog verheven cam
pagne-dek te schudden, alsof zij bij den aan
blik van Amsterdam, zuo geheel anders dan
in hun tijd, van eene koorts bevangen waren,
en ook zaten de prinsen cn veldheeren niet
allen even flink te paard, maar hoogclyk was
te prijzen de keuze der manschap voor het
krijgsvolk. Dat was wat het wezen moest en
de fraaie uitmonstering was de historie ge
trouw.
Zooals te begrypen valt, is het niet doen-
lijk dezen optocht in nadere bijzonderheden te
beschrijven. Do costumcs en zegewagens
waren prachtig. Men moet dezen optocht g e-
z i e n hebben, om er zich eenig denkbeeld
van te vormen hem te b e s c 1» r y v e n is
onmogelijk.
Achter het Ryks Museum hadden do volks
spelen plaats en werd door 65 gymnaatiek-
vcreenigir.gen voor de Koninginnen gedefileerd.
Een aardig moment was het oplaten van
G000 postduiven, die naar verschilleude oorden
des landa dc mare overbrachten van het
verheugd Amsterdam.
F,enige oordeelvellingen
uit de buiteulitudscbe bladen oiutreut de
feesten te Amsterdam.
Verscheiden groote Engelsche bladen heb
ben niet alleen zeer uitvoerige verslagen van
de Amsterdamsche feesten, maar ook hoofd
artikelen over onze Koningin en over Neder
land. In alle wordt met veel sympathie over
de girl-Queen en over ons volk gesproken,
en men wenscht ons liet beste toe wat een
Engelschman ecu vreemdeling wenschen kan
dut onze Koningin, dio evenals koningin
Victoria begint, even langdurig en voorspoedig
moge regeeren als zij, en by liaar volk even
bemind moge blijven, en dat Nederland een
dergelyk tydrak van welvaart intrede als aan
Engeland in de laatste zestig jaar ten deel
is gevallen.
De correspondent van de «Daily News4
spreekt van „a glorious day,« en zegt dat
Amsterdam verrukkelijk schilderachtig is,
vooral dc grachten. Sommigen vinden, voegt
hy er by, dat onze eigon jubilé-versicringcn
in de schaduw gezet worden door die van
Amsterdam.
Reuter's berichtgever en de particuliere
oorrespondenten van de Engelsche bladen
zyn blijkbaar diep getroffen door de tooneclen
van Maandag en Dinsdag. Allen hebben den
eenvoud en de minzaamheid van de jonge
Koningin opgemerkt, bij den intocht. «Zy was,
schrijft er een, onder dit ontzaglijke inenschen-
maisa die feestvierde, zeker een van dugeneu
die het meest in verrukking waren.
Ds oorrespondent van de «Standaardbe
schrijft de plechtigheid in de Nieuwe Kerk.
.Met dezen plechtigen sed, zegt hy, was de
investituur van de Souverein voltooid, maar
het duurde lang voordat de ontroering, door
dc plechtige omgeving, de jeugd en de kunne
van de monarsch, en den indrukwekkenden
toon, vol oprechtheid, waarop de Koningin
do laatste woorden van don eed uitsprak, uit
het hart van de aanwezigen was vonl wenen.
Allen waren diep getroffen en vele konden
hun tranen niet weerhouden.»
En dau de geestdrift van het volk„Het
zou onmogelijk zyn, zegt dezelfde berichtgever,
te bescbryven hoe dt Koningin werd toege
juicht op den korten weg naar de Nieuwe
Kerk. De geestdrift sleepte iedereen mede.
Elk oogenblik scheen het gejuich levendiger
cn aanhoudender te wordenVan het
oogenblik toen de Koningin, na do plechtig
heid, op het balkon van het paleis verscheen,
Feuilleton.
ONDER GEHEIMZINNIGE
BESCHERMING.
Vry bewerkt door AMO.
u>
«Op mijn woord", sprak de edelman, zoo
dra hij zijn gast herkend had, «de verande
ring in nw kleeding is geheel in uw vbordeel
uitgevallen; uw uitzicht iB er aanmerkelijk
door verbeterd. Ik ben blyde, dat ik u hier
aantref, want myn dochter verlangt zeer u te
zien. Zy heeft roods naar u gevraagd, want
zy verlangt den man to loeren kennen, die
haar zulk een grooton dienst heeft bewezen".
Dit zeggende, ging de markies de trap op
en wenkte Eduard, hem te volgendeze volgde
hem zwijgend. Zyn vurige wensch zou nu
vervuld worden; het was hom wonderlyk te
moede. Doch by had slechts weinig tyd tot
nadenken, want weldra stond hy met den
markies voor Marie's kamer.
De markies trad liet eerst binnen; onze
held volgde hem op den voet en bevond zich
nu in een prachtig gemeubileerde kamer, voor
welker vensters kurmozynroode gordijnen hin
gen, By een van die vensters zat Marie
de Fisclle.
Zoodra zy haar bezoekers zag, stond zy op,
i toen haar vader den jonkman aan haar
voorstelde, begroette zij hem met een min
zaam lachje en reikte hem vrijmoedig de hand.
Eduard had gevreesd, dat het meisje mla-
schion een trotache dame zou zyn; doch die
vrees bleek ongegrond te zyn geweest. Haar
geheele voorkomen getuigde, dat zy een zacht
aardig, fijn gevoelend meisje was. Zy was
zoo vriendelijk en betoonde zoo openhartig
haar vreugde, dat zy haar redder op het
kasteel van haar vader kon begroeten, dat
Ednard zich spoedig in haar bijzijn op zyn
gemak gevoelde en zich niat lang liet noodigen,
toon de markies hem verzocht plaats te nemen.
Marie was zeer spraakzaam en duidolyk
bleek, dat zy door Eduurds voorkomen aan
genaam verrast was. Onze held bracht langer
dan een nur in Marie's gezelschap door en
ook de markies, die een ruim aandeel in het
gesprek had, was verrast over de algemeene
kennis die zyn gast toonde te bezitten. Hij
kon zich dan ook niet weerhouden te vragen
hoe iemand in zulk ongunstige omstandighe
den zooveel kennis had kunnen verwerven.
«Och,* antwoordde Eduard niet zonder
eenigen trots, «de menschen, die in de guns
tigste omstandigheden verkceren, besteden
niet altyd hun tyd zoo nuttig mogelyk.'
Dat moest de markies toestemmen en nu
vervolgde Eduard: .Ik heb me echter niet
byzonder te beklagen over de ongunstige
omstandigheden, waarin ik verkeeitie. .Ik
mocht me verheugen in velerlei voordeelen
en heb me die teu nutte gemaakt. Nu drie
jaar geleden noodigde het bestuur van Saint
Malo my uit, teekeningeD te ontwerpen voor
gebouwen, die later zyn opgericht, en de
overheid was zoo tevreden over mijn werk,
dat my ten allen tjjde toegang tot de biblio
theek werd verleend, en van dit verlof heb
ik een gsed gebruik gemaakt.'
,Gc kunt dus ook teekenen?' vroeg de
markies.
.Ja, ik heb eeuigc vaardigheid in die kunst
verkregen.»
De markies was verwonderd, dat Eduard
zooveel kennis en bekwaamheid bezat. Hy
zeide, dat die hem vroeg of luut zeker te pas
zouden komen en dat dan zyn jjver rijkelijk
zou beloond worden. Eduard antwoordde
lachend, dat hij cr reeds genoeg voor boloond
was, want zijn grootste belooning was de
streelcnde zelfvoldoening, als hij weder een
schrede gevorderd was op liet gebied van
kunsten en wetenschappen.
Do markies moest erkennen, dat Eduard
volkomen gelyk had.
Het was intusschen geheel donker gewor
den cn Eduard stond op om zich te verwij
deren. Marie wenschte hem goeden nacht,
maar deed dit minder vrijmoedig, dan zy
hem begroet had, toen haar vader hem haar
voorstelde. Dit ontging Eduards aandacht
niet, en toen hy dien avond te bed ging,
waren zijne gedachten nog steeds met de
bekoorlijke jonkvrouw bezig. Hot ging Marie
echter niet veel beter. Onder ul haar adel
lijke kennissen kon ze niemand vinden, die
in haar oog met haar redder te vergelijken
waszjj moest telkens weer aan hem den
ken.
Verscheiden dagen verliepen, zonder dat
er iets bijzonders voorviel; alleen had Edu
ard vluchtig een paar keer Marie gezien en
gegroet. Op een mooien ochtend wandelde
hij met zyn teekenportefeuille onder den arm
naar oen heuvel, vanwaar hy een heerlijk
gezicht had op het kasteel en don omtrek.
Hij zette zich neer, maakte zyne benoodigd-
heden gereed en begon te teekenen.
De verwijderde bergen vormden den ach
tergrond, een smalle strook was zichtbaar
van de door het landschap stroomende rivier
en op den voorgrond prijkte het kasteel met
zyne fraaie omtrekken. Tegen den middag
was de schets afgewerktalleen moest hier
en daar nog eenige schaduw aangebracht
worden, maar dit stelde Eduard uit tot na
het middagmaal, Zoodra dit afgeloopen was,
keerde hij naar don heuvel terug eu vol
tooide de schets. Deze was zoo goed geslaagd
dat hy besloot haar te kleuren. Byna was
hy ook hiermee gereed, toen hy achter zich
voetstappen hoorde. Verwonderd zag hy om
en bemerk to Marie de Fiselle. Onbemerkt
was zy hem genaderd en beschouwde aan
dachtig de schets. Eduard was eerst eenigs-
xings ir. de war; maar spoedig herstelde hy
zich, sprong op cn begroette de jonkvrouw.
Ik dacht niet, u hier te vinden,' zcide
Marie. ,lk deed een wandeling, om de frissche
lucht te genieten, cn zog u toevallig hier
zitten. Natuurlijk kon ik de verzoeking niet
weerstaan, eens te gaan zien, waarmee ge
bezig waart.'
•Ik ben hier den gcheelen dag bezig ge
weest, mejuffrouw,' sprak Eduard. ,Toen ik
gisteren hier wandelde, bemerkte ik, dat het
kasteel van dezen heuvel gezien een heerlyk
gezicht aanbood, en dadelyk besloot ik er
een schete van te maken.»
Dus hebt ge doze schets geheel alleen
gemaakt
•Ja, mejuffrouw!'
«Het is een fraaie teekeningZoo geheel
naar de natuurIk kan werkelijk tusscben
die boomen door in het park zien !4
(Wordt vervolgd.)