KLEINE COURANT. 't Vliegend blaadje. Ifoor Helder, Texel en Wieringen Ho. 2670. Zaterdag 17 September 1898. 26ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 81. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zomlagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. f 1.121/,. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureaux i Spoorstraat en Zuidstraat. Aavertentlën van 1 tot 5 regels25 Cent. Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. SEPTEMBER, Herfstmaand, 30 dagen Opkomst der Zon 5 n. 41 m. Onderg. 6 u. 6 m. Zondag 18 Israël. Nieuwjaar. Maandag 19 Dinsdag 20 Woensdag 21 Donderdag 22 Vrjjdag 23 E. Kwart. - Begin v. d. Herfst. Zaterdag 24 (Jit hef lliiitciilaiMl. In Spanje gaat het, men bezig is aan '('beraadslagen over het vredesprotocol verre van vredig toe. De afloop van den oorlog is trenrig nn volgen de onderlinge verwijtingen. En die z(jn heftig. Een der sprekers in den Senaat noemt generaal Linares een verloopen generaal, dio zich niet genoeg beloond acht. Generaal Weyler,oud-gouverneur-generaal van Cuba protesteert, en vordert van den spreker, dat hjj de generaals zal noemen, die hun plicht vermakten. Anders zullen de generaals zich met vuistslagen recht verschaffen, Een onbeschryfelyk tumult ontstond er in de ver gadering, toen de eerstbedoelde spreker cenige generaals noemde, die een strop om den hals moesten krygen. Door een der leden werd o.a. gezegd: Wanneer men let op de houding der generaals, dan begrypt men dc ramp, die Spanje heeft getroffen. Uit deze staaltjes zal men kunnen opmuken, dat het er in Spanje echt tSpaansch' uit ziet. Steeds grootcr wordt in Frankrijk de be langstelling in de zaak-Dreyfns, want steeds meer wordt het ingezien, dat zijne onschuld vrjj «oker is. Men komt echter slechts stap voor stap verder met het verlangen naar do herziening van het proces. De ministerraad te Parys, die jl. Maandag is gebonden, heeft wel e,en nieuw bedrjjf van dit treffend drama ge leverd, doch de ontknooping er van is nog maar heel weinig verder gekomen. De beslissing omtrent de herziening is uit gesteld tot Zaterdag, wanneer de President der Republiek, die de manoeuvres bijwoont, 'terug kan zyn. Intusschen heeft de minister van Justitio hl den tijd met dc stukken van het Dreyfus-proccs kennis te maken. Wendde hij zich om raad en voorlichting tot Picqnart, die er alles van weet, en die hem wellicht binnen het uur den weg zou wijzen de minister zou er geen week tyd voor behoeven. 'Doch men laat Picquart in den kerker, gel jjk Dreyfus op 't Duivelseiland. Nu vraagt men waarom wordt er zoo getalmd en gedraald, nu men zoo goed als verzekerd is, dat Dreyfus onrechtvaardig veroordeeld is. En 't antwoord van een der Fransche bladen is: omdat de herziening van 't bewuste proces de onmid- dellyke gevangenneming van den oud-minister van Oorlog ten gevolge zou hebben. En ook de tegenwoordige minister van dat departe ment, de onlangs opgetreden generaal Znr- linden, wil de schuldigen tot eiken prijs red den. Alle hoop van hen, die de herziening verlangen, is nu gevestigd op den president- minister Brisson, die de bloote herziening van het vonnis niet genoegzaam acht, maar het noodig vindt dat het Fransche leger bij deze gelegenheid zal worden bevryd van de onzuiveren, die aan 't hoofd staan. In dezen geest moot Brisson zich jl. Maandag in den - ministerraad hebben uitgelaten, 't Ontslag van generaal Zurlinden als minister van Oorlog wordt, wanneer Zaterdag tot de revisie wordt besloten, algemeen zeer waarschynlyk geacht. Toen Keizer Frans Joseph van Oostenrijk het droevig bericht van den gruwelyken moord, op zyn gemalin gepleegd, vernam, uitte hij de woorden: .Mjj wordt toch geen enkele smart gespaard op deze wereld", 't Zyn zeker gedenkwaardige woorden, gesproken door een Keizer, een der grooten dezer aarde. Men vraagt zich afzou de anarchist, de laffe ellendeling, die eene weerlooze vrouw doorstak, wel een oogenblik de diepte hebben gepeild van deze groote smart, waaronder niet alleen de Keizer van Oostenrijk, de Koning van Hongarye gaat, maar waaronder twee geheele volken ljjden De Keizerin is gestorven zonder zelfs het bewustzijn te heb ben gehad, dat er een aanslag tegen haar was gepleegd geen oogenblik heeft zij ver moed, dat zij vermoord werd. Het groote, onuitsprekelijke leed wordt geleden door hen, die achterblyven, vorst en volk te zamen, om deze doode te beweenen. 't Was dus ver zekert men uit de Oostenryksohe hoofdstad alsof de Keizer een voorgevoel had van 't vreeselijkc, dat gebeuren zou. Herhaaldelijk had hij in den kring zijner getrouwen reeds gezegd 'k wenschte, dat dit jubeljaar reeds voorbij was. Maar, welk een vreeselijke ge beurtenis het noodlot dit jaar over hem had beschikt dit kon hij zeker niet vermoeden. Interessant is het adres door eene werk- lieden-vereeniging te Berlijn aan den Zwitser- schen Bondsraad gerichtVierhonderd Ro»m- sche handwerksgezellen spreken hun innig diepe verontwaardiging uit over den moord van de Oostonrijksche Keizerin, en verlangen een krachtig optreden tegen den anarchistischen bond van moordzuchtigen". Op de Manillen staan de Amerikanen op een zeer gespannen voet met de Philip- pijnschc opstandelingen. Als Aguinaldo, het hoofd dor opslundelingen, niet toegeeft afin den eisch «lor Amerikanen, dan is een vol slagen breuk onvermydelyk. Ondanks het bevel, dat do opstandelingen buiten Manilla zouden blyvon, zijn op den dag van de over gave velen hunner de stad binnengedrongen. Herhaaldelijk is onderhandeld, om hen tot overgave te bewegen, maar vruchteloos. Aguinaldo stak telkenmale een spaak in 't wiel. Zijn laatste wensch luidt, «lat hij do stad mede bezetten wil. Er worden voort durend gewelddadigheden en rooverijen ge pleegd de schuldigen dragen steeds het her- kenningsteeken der opstandelingen. Do Ame rikanen gelooven, dat de Spanjaarden stoken, om eene botsing nittelokken. Zjj moeten o.a. den oproerlingen hebben verteld, dat de Amerikanen van zins waren, het eiland aan de Spanjaarden terug te geven. De Araeri- kaansche bevelhebbers bedreigden Aguinaldo met geweld, wanneer do opstandelingen niet binnen een bepaald tijdsverloop de stad had den verlaten. De opstandelingen werken gestadig aan de aarden wallen om do stad, voorgevende, dat zy zich tegen do Spanjaar- ken willen beschermen, maar in werkelijkheid bedreigen zij do Amerikanen. Bovendien heb ben zij de waterwerken der stnd in hun bezit, zoodat zij de stad van water kannen beroovcn zoodra zij dat willen. En te midden van dat alles heeft Aguinaldo zijn hooidkwartier ver legd en wel zoodanig, dat hy nu zeermoeie- lyk is aantevallen. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 16 Sept. 1898. De heeren I. de Vries en 0. de Beurs, leerliugen van den heer W. Bakker, hebben te Amsterdam inet gunstig gevolg examen afgelegd voor surnumerair bij de Hollandsche Spoorweg-maatschappij. De jongeling B. H. Marijt, leerling van den heer D. A. G. Vastenou alhier, is o.a. bij het examen geslaagd voor de Cadettenschool te Alkmaar. Van de scheepstimmerwerf »de Last drager" alhier werd jl. Woensdag te water gelaten een der twee in aanbouw zijnde loodskotters. Toen het oogenblik daar was en de >klink", het laatste steunsel, was weggeslagen, gleed het fraaie schip van de helling. Een talrijke menigte woonde dit altijd aantrekkelijke schouw spel bij. Woensdag 11. brak er brand uit bij den landbouwer P. Knip in 't Koegras. Spoedig stond de plaats in lichtelaaie, wat zeer gevoed werd door de massa hooi, die aanwezig was. Van hier ging spoedig spuit 2, die, daar aankomende, de vuur massa zoo goed mogelijk beperkte. Van 't gebouw zelf is niets overgebleven. De oorzaak schrijft men toe aan hooibroei, welke in dezen tijd zeer gevaarlijk is. Huis en inboedel zijn, naar wij vernemen, ver zekerd. Door wijlen mevrouw H. G. van der Koogh,*wed. dr. P. J. Veth, is aan het bestuur der Prins Hendrik-Stichting te Egmond aan Zee een. legaat besproken groot f 20000. Opening van dc Slaten-Gencraal. De >Staats-Courant" bevat het pro gramma van de opening van de verga dering der Staten-Generaal, to 's-Graven- hage op Dinsdag 20 September 1808. De oudste ingezetene van Zuidbroek, de heer D. Bos, thans 96 jaar, heeft 4 niual het iiihuhligingsfeest meegevierd in 1814, in 1840, in 1840 en nu in 1808. Men heelt hem to dezer gelegenheid een ovatie gebracht. Men meldt uit Amsterdam Voor het politiekorps alhier is nu in het geheel bijeengebracht eene som van f 10.000, waarvan op dc beurs alleen f G,000. A T J E H. De correspondent van de »N. R. Ct." te Batavia seinde ouder dagteekeniug van Woensdag Oemar is gevlucht nsiar Logen aan de Westkust. Overste van der Dussen is er met het 6de bataljon, marechaussee heen. Een telegram van gisteren meldt nader Overste Van der Dnssen landde te Rigas. De inboorlingen vluchtten. Oemar trok terug naar Tenom. Xic. Rects. Onze vermaarde lnindgenoot, prof. Nic. Beets, vierde 13 September zijn 84en ver jaardag. De gezondheidstoestand van den achtenswaardigen grijsaard is, zijn leeftijd in aanmerking genomen, uitstekend. Moge hij nog vele jaren in ons midden toeven! Uitingen van onverdraagzaamheid. Te Krabbpndijke bestaat nog een kerk genootschap der oiul-gerefonueerden en eenigen daarvan hadden bezwaren om te vlaggen, wat zij noemden afgoderij te ple gen. In den avond werden toen hunne deuren en vensters met koolteer besmeerd. Ook te Terneuzen heeft men in den nacht na den laatsten feestdag een socia list zeer onhebbelijk behandeld, omdat hij weigerde »Oranjc boven 1" te roepen. Hy werd tegen de straat geworpen en kreeg een bloedende wond aan 't hoofd. De po litie ontzette den man. Het beschilderen van do deurposten met de oranjekleur bij hen die niet uiterlijk doen blijken van hunne koningsgezindheid, begint nu epidemisch te werken. Ook een bewoner van den Zuidsingel te Leiden, die in bedoeld geval verkeerde, vond Maandag ochtend de buitendeur zijner woning in de nationale kleur getooid. Te Tilburg hebben baldadigen den pas geplanter. Oranjeboom verwoest. De commissaris van politie aldaar looft nu f 250 uit voor hem, die de daders bekend maakt. Uit Delft wordt gemeld Maandagavond had alhier een volksop loop plaats voor het huis van het hoofd der school no. 3, IC. ter Laan, aan de Voldersgracht, omdat deze de nationale vlag niet wilde uitsteken. Nadat de menigte de volksliederen gezongen had, werd de schoolmeester gesommeerd de vlagtedoen wapperen, en toen hieraan niet werd vol daan, ging men er toe over zijne woning oranje te verven. Thans verscheen de vlag, en onder een algemeen hoera en Oranje boven trok de menigte bedaard af. Vergiftiging De instructie is geopend in zake de ver moedelijke vergiftiging, door de wed. S. uit de Oran jeboomstraat te Rotterdam gepleegd. Drie getuigen zijn gehoord. Het lijk van de jonge dochter is reeds gerechtelijk geschouwd na opgegraven te zijn. Naar men meldt, zullen de Tijken van den echtgenoot van de wed. S. en van den kostganger C. eveneens worden opgegraven. Overleden iu de feestdrokte. De lieer I*banketbakker te Gaar dingen, die Dinsdagavond het vuurwerk te Scheveningon had bijgewoond, w;ih aldaar in een hevig gedrang onwel geworden. Door eenige personen uit Vlaardingen en^fethel, die met een rijtuig te Scheve- n;'v y)qi waren, werd hij opgenomen, ten e"jprek&em ,,aar Vlaardingen te brengen. ad te "'en te Kethel was aangekomen ei - *v toestand meer verergerde, werd 1'^ geneeskundige hulp van dr. zij» rr-eroepen, doch het bleek dat de wits overleden. Zijn lijk is daarop naar Vlaardingen overgebracht. !fe O. M. en de feesten. Dat in de teestweek nogal gebruik van de trams is gemaakt moge uit de volgende cijfers blijken. In gewone tijden is het getal passa giers per dag vervoerd gemiddeld 60 a 70.000. Niettegenstaande den beperkten dienst in de foestweek (door elkaar is slechts 7S van de gebruikelijke ritten ge maakt) is toch eiken dag dat gemiddelde- verre overschreden. De cijfers waren namelijkMaandag 83000 passagiers. Dinsdag (dit was de illuminatiedag, toen na 6 uur de trams niet meer gereden hebben) 75000, Woens dag 111000, Donderdag 103000 en Vrij dag 83000. Het maximum is echter bereikt den Zondag vóór bet begin van de feesten. Dien dag heeft hot getal passagiers be dragen 137,000, een vervoer per dag, dat nog nooit door de A. O. M. bereikt werd. Het grootste dagvervoer waarop zij tot heden wijzen kon, was 117,000, op den tweeden Pinksterdag van 1895. waarschuwing In de »Hoogcv. Ct." komt de volgende waarschuwing voor »Ondergetcekcnde acht zich geroepen onze dienstboden ten ernstigste te waur- schuwen tegen de advertentie, waarbij tegen loon van 200 gulden, zegge twee honderd gulden, in een hótel in Den Haag »een flinke stevige buitenmeid" wordt gevraagd. »Uit een door mjj ingesteld onderzoek is gebleken, dat de dienstboden, die in handen vallen van het beruchte Amster- damsche verhuurkantoor, als blanke sla vinnen worden verhandeld en versjacheld. »Door ongesteldheid moet ik kort zyn in mijn schrijvenbelanghebbenden kun nen nader inlichtingen bij mjj verkrijgen. Ds. W. A. Dekker." De wissel wachter G. J. Mol, van den Staatsspoorweg nabij het station van de stoomtram te Scheveningen, heeft Maandagnacht omstreeks 12 uur door zyn flink optreden een groot onheil voorkomen. Op de baan van de electrische tram was een rijtuig, waarin 7 personen zaten, defect geraakt; de passagiers, niet beseffende in welk gevaar zij verkeerden, weigerden uit te stappen. Toen Mol van verre het een en ander had bemerkt, snelde hij met groote vaart de aankomende tramwagen tegemoet, en wist door aanhoudend gebruik te maken van zijne fluit, de aandacht van den be stuurder van den tramwagen op zich te vestigen, waardoor deze nog juist bijtijds kon stilhooden. In Friesland wordt onder den boe renstand propagaudn gemaakt om met het najaar te vertrekken naar de Nederland- sche landbouwkolonie »Nederland<, in zuid-oostelijk Texas. Reeds hebben tien boerengezinnen toezegging gedaan om zich in Octoker a. s. daarheen te begeven. De berichten over den toestand dezer Nederlandsche kolonie luiden gunstig dientengevolge is de prjjs der landerijen in die kolonie vrij wat hooger dan een jaar geleden. Te Naaldwijk is een jougeling uit Den Haag noodlottig om liet leven ge komen. Nadat hij met eenige kameraden langs de tramlijn visschende geweest was, had hij zich des avonds te ongeveer 12 uur op een trambrug te slapen gelegd, denkende dat geen tram meer zou pas- seeren. De extra-tram uit Den Haag naar Naaldwijk overreed den ongelukkige en doodde hem onmiddellijk. Dr. P. Timmers, die in do tram aan wezig was, kon slechts den dood consta- teeren. De moord op de Keizerin van Oostenrijk. Over den dood van de Keizerin van verneemt men nog eenige bijzonderheden uit het verhaal van zekeren Teisset, lid van de Kamer van koophnndel van Mont- ferrand, die gedeeltelijk ooggetuige was. Hij stond op het dek van de boot met den kapitein te praten, toen de Keizerin, door baar hofdame ondersteund, met moeite de loopplank opkwam. Teisset kende haar niet, bood haar den arm aan en geleidde haar naar een bank. De Keizerin opende de oogen en keek hem dankbaar aan. Teisset keerde daarop naar »Beau Rivnge" terug. Al heel spoedig daarna kwam een koet sier en riepDe boot is teruggekeerd Er is een ongeluk gebeurdTeisset gïug een dokter halen, en toen de Keizerin op de baar in het hotel was gebracht, nam hij haar op en droeg haar naar haar ka mer. Hy gelooft dat zij gestorven is toen hij haar op het bed legde, en werkelijk was alle moeite, die dokter Golnv en een ziekenverpleegster deden om de Keizerin bjj te brengen, tevergeefs, en toen de dok ter een klein sneetje in het handgewricht gaf, bleek het dat de Keizerin kort to voren was gestorven. Zij schijnt niet geleden te hebben, want op een vraag van gravin Sataruy op het schip, of zij pijn had, antwoordde zjj van neen, cn in den dood waren haar gelaats trekken niet verwrongen. De moordenaar is gemeten en gefoto grafeerd, eu daarna opnieuw verhoord. Hy herhaalde dat hij tc Parijs geboren is, en vertelde van zijn leven het volgende: hij had zyn ouders niet gekend, hij had op 10-jarigen leeftijd het Parijsch gesticht verlaten, waar hij opgevoed was, had met handenarbeid zijn brood verdiend en was naderhand in dienst gegaan te Caserta. Toen zyn diensttijd om was, was hij ka merdienaar bjj den prins van Arragon ge worden, maar had dien dienst na drie maanden verlaten en was aan 't rondzwerven gegaan. In *94 had hij Elizaboth in Boe dapest gezien. Hij vertelde dat hy niet de hand had gehad in de onlusten te Milaan. In Lausanne had hij bij een uit drager de vijl gekocht, waarmee hij den Feuilleton. ONDER GEHEIMZINNIGE BESCHERMING. Vry bewerkt door AMO. 18) Op mija woord, uw aanzoek bevalt me wel,» verklaarde de markies. „Ge zijt wel niet bepaald jong meer te noemen, maar ik geloof niet, dat dit een groot bezwaar zal zijn." •Hoe zou dit een bezwaar kunnen zyn vroeg de graaf met verhelderd gelaat, daar de woorden van den markies liem hoop ge geven hadden. ,Ik erken gaarne, dat jongere mannen van onzen stand naar de hand van nw dochter zonden kunnen dingen maar in de vereeniging van twee zulke schoone bezittingen Ik ben trouwens ook nog geon veertig nog geen veertig, beste vriend. Toen ge zelf pas veertig jaren telde waart ge nog als een jong man." «In allen gevalle was ik jonger dan nn,' zei de markies lachend. .Maar ik ben ook nog niet ond pas vyltig.» «Tien jaar meer of minder is op middel baren leeftyd een aanmerkelijk verschil. Op zyn veertigste jaar is de man eerst in den bloei van zyn leven, dan heeft hy eerst de noodige ervaring opgedaan.* ,Zoo is bet, waarde graaf: ik acht u dan ook geenszins te oud. Ik moet echter eerst de zaak rijpelijk overwegen.* «Neem er gerust den tyd toe, waarde mar kies het is een zaak van groot gewicht. Ik heb er ook eerst ernstig over gedacht, voor dat ik tot dezen stap besloot, die over mijn verder levenslot zal beslissen. Ik zou onge lukkig zijn, als mijn hoop werd teleurgesteld, maar toch zal mjjn vriendschap voor u steeds dezelfde blijven, onverschillig welke beslissing uw vaderlijk gevoel u mocht ingeven. Er is slechts een zaak, die my eenige vrees in boezemt.* En wat is dat?' vroeg do markies met belangstelling. Wellicht zal mejuffrouw Marie toegeven aan den eersten indruk dien de mededeeling vau mjjn aanzoek op haar zal maken en die zou misschien ongunstig kunnen zyn. Het is mogeljjk, dat zy niet dadelyk de voordeelen inziet, die aan het door mij voorgestelde hu welijk zyn verbonden.' •O, dat vrees ik niet van haar.» Maar ge weet, beste markies, dat jonge meisjes Boms eigenaardige denkbeelden om trent het huweljjk hebben en dat ze daar wel eens hardnekkig aan vasthouden.* Dat weet ik zeer goed, maar ik heb nog geen afstand gedaan van alle vaderlykc macht over mjjn kind. Wees verzekerd, waarde graaf, dat mjjno dochter zich geheel naar mjjnc inzichten vau naar welzijn zal schik ken.* Deze laatste woorden werden langzaam on met nadruk uitgesproken de graaf de Mau rès kon zijne dankbaarheid nu niet bedwingen en drukte den murkies bartel jjk de hand, zeggende: ,Ik vertrouw, dat ge alles tcu beste zult schikken.' Ja, dat wil ik. Op onze goede overeen stemming in deze gewichtige aangelegenheid zullen we nu nog een llesch ledigen.* De markies strekte de hand naar de schel koord uitdoch de graaf greep nog juist bijtijds zijn vriendoljjkon gastheer bij den arm. «Ilalt, mjjn waarde markies 1' riep hy. Ik geloof, dat we genoeg gedronken hebben. Mogelijk weet ge, dat ik vroeger wel eens een beetje te veel den edelen wjjn toesprak. Hebt ge er nooit van gehoord „Misschien maar dat weegt bij mjj zoo zwaar niet,* antwoordde de markies, die naar het scheen, ia zijn gast geen enkel gebrek meer wilde zien. Maar bij mjj wel,* verklaarde de graal met geveinsde oprechtheid. .Vroeger behoefde ik mij om niemand ie bekommeren maar nu wordt dat anders. Neen, mjjn vriend, geon wjjn meerik heb besloten mjj aan matig heid te gewennen.» De markies twijfelde volstrekt niet aan de oprechtheid van den graafsedert dit oogen blik stond zijn besluit vast, dat Leon de Maurès zijn schoonzoon zon worden. Hij was zelf een rechtschapen man en dacht, dat zjjn gast dit ook wushjj geloofde dat de graaf dc geschikte man was om zjjn dochter gelukkig te maken. ,Mjjn waarde graaf,» zeide hjj, •uw aan zoek vereert mjj, en uw woorden bewjjzen, dat ge wilt trachten een goed echtgenoot te zjjn.* Twjjfel daar niet aan het zal mijn vurig ste wensch zjjn, uw dochter gelukkig te maken.* Weinu, mjjn vriend, go moogt hopen. Tcrwjjl we dit onderwerp bespraken, heb ik het zorgvuldig overwogen en ik geloof, dat ik mijn kind wel aan u kan toevertrouwen. Ik zeg du3 nogmaals: ge moogt hopen.' Leon de Maurès had voor dit oogenblik het toppunt zjjncrwenschen bereikt; hij kende den markies genoeg, om tc weten, dat deze zich niet gemakkelijk van een eenmaal ge nomen besïnit zou laten afbrengen. Reeds lang had hij Maric tot echtgenoote begeerd hoewel hjj eon verzadigd wellusteling was, beminde hij haar toch om haar schoonheid. Dat zjj de erfgename was van een aanzien lijk vermogen en een groot landgoed, maakte zjjn begeerte nog grootor. Mijn beste vriend,' sprak dc graaf op staande, .ge weet niet hoe gelukkig ge rajj gemaakt hebt- ik hoop, dat wij beiden nog lang mogen leven, opdat ik mijn dankbaar heid door daden zal kunnen bewjjzen. Het zal u, vermoed ik, wel gelukken, uwe doch ter te doen inzien wat voor haar het best is.' •Heb daar geen zorg voor,» zei de mar kies met warmte; >ik zal mjjn dochter mede- deelen, wat wjj besproken hebben, cn daar naar zal zij zich regelen. Wij zullen nu een wandeling doen en eenigo van mijn lande- rjjen gaan bezichtigen.' „Sedert ge dc laatste maal hier waart, heb ik nieuwe wjjngaarden laten aanleggen en mijn tuin is met eenige fraaie buiten- landsche gewassen vorrjjkt geworden. Kom mede De graaf volgde zjjn gastheer naar den tuin, en terwijl hjj naast den markies voort stapte, ko hjj zjjn innige vreugde nauwe- '"ks verber-, Ednard hun de morgenles met zijn schoone leerlinge geëindigd. Terwijl Marie nog bezig was met iets to verbeteren aan een teekening, die zjj den vurigen dag had gemaakt, was Eduard aan het venster gaan staan en liet zjjn blikken over den tnin weiden. De markies en de graaf kwamen juist van hunne wandeling terng. Eerst dacht Eduard dat de persoon naast den unurkics hem ge heel onbekend wasmaar toen dc heeren nader kwamen, meende hij het gelaat van den vreemdeling reeds meer gezien tc hebben en spoedig herinnerde hij zich nn ook, onder welke omstandigheden dit geweest was. Iljj had hem namelijk eens om de hut van zijn vader zien rondsluipen. Ook had het gesche nen, of die vreemdeling hem meermalen op een afstand had bespied. Natuurlijk wildo Eduanl dos gaarne weten wie dio persoon was. Mejuffrouw,* zeide hjj, «wilt ge zoogoed zjjn, een oogenblik hier te komen Marie hield dadeljjk op met haar werk on kwam aan het venster staan. Kunt gc mjj ook zeggen, wie dc heer is, die daar met uw vader wandolt?' Dat is graaf de Maurès Leon de Maurès, antwoordde Maric met een lichte huivering. ,Kent ge hem ook nader?' vroeg Eduard weer. Hjj is de eigenaar van het slot de Raux, hier in den omtrek.' Ik bedoel, wat zjjn karakter betreft.» ,Dc kan u alleen zeggen, dat ik hem geen aangenaam gezelschap vindt, en zyn gelaat maakt op mij althans een ongunatigen indruk. Hjj is in langen tijd niet hier geweest.* •Hjj schijnt alles nauwkeurig te beschou wen.* «Dat komt mjj ook zoo voor,» zei Maric. *Ik hoop «och niet, dat mjjn vader hom hot landgoed wil rerkoopen.* „Hoe? Is daar sprake van? Heeft de graaf plannen op zulk een koop?» Ik herinner mc, dat hij daar oens op zin speelde hjj zei namelijk, dat de beide be zittingen eigenlijk moesten vercenigd zijn en dat hjj dit nog eens verwezenljjkt hoopte te ,Was dat alles, wat hij zcidc?» «Ik geloof liet wél.* (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1898 | | pagina 1