KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Voor HelderTexel en Wieringenm
Ho. 2673.
Woensdag 28 September 1898,
26ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn", 81.
Aloonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.12Ys«
id. voor het Buitenland f 1.25,id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder.
Bureaux» Spoorstraat en Zuidairaat.
Advortentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Vit het Buitenland.
Veel plaatsruimte wordt in de buitenlaod-
sche berichten bij voortduring ingenomen door
de tijdingen uit de Fransche hoofdstad, waai
de Dreyfus-zaak en 't geen daarmede samen
hangt bij 't publiek in groote mate belang
stelling wekt. De herziening van het in 18'J4
gevoerde procos wordt er zoowel krachtig
v e r d o d i g d als heftig bestreden, en
van weêrszijden wordt niet altijd met zuiver
eerlijke wapenen gevochten. Op 't oogenblik
zijn er in deze twee zaken, die in de aller
eerste plaats de aandacht tot zich trekken
1. de gevangenneming van den ex-kolonel
Picquart door de militaire overheid, een mid
del dus wordt aangevoerd om dezen
voor den generalen staf zeer lastigen getuige
tijdelijk onschadelijk te maken en 2. de be
slissing der aan den minister van Justitie toe
gevoegde Commissie van advies betreffende
de herziening van 't proces van 1894. Vol
gens de tot lieden ontvangen berichten, heeft
deze Commissie, met drie tegen drie stem
men, een voor de herziening ongunstig ad
vies gegeven. De leden, die tegen de revisie
stemden, deden dit, omdat zjj de juridische
vereischten voor do herziening niet aanwezig
achtten. De absentie van een paar leden in
den j.1; Zaterdag gehouden ministerraad, is
oorzaak geweest, dat toen door de regeering
geen afdoende beslissing omtrent de herziening
is genomen. We stellen ons voor, in een an
der deel van dit nummer het besluit van den
Franschen ministerraad te kunnen mededeelen.
De Keizer en de Keizerin van Duitschland
zullen in de volgende maand de voorgenomen
reis naar Palestina ondernemen, 't Gevolg zal
uit pl. m. 100 personen beRtaan. Bovendien
zal een aantal predikanten naar Jeruzalem
gaan, om daar de gasten van den Keizer te
zijn. De reis gaat over land naar Koostan-
tinopel,* waar de Sultan voor de hooge gasten
groote toebereidselen laat maken. Per stoom
schip gaat de reis dan verder door de Dar-
danellen, langs de kust van Ivlein-Azië en
Syrië naar Hepha, en vandaar over Jaffa naar
Jeruzalem, waar de Keizer zich voorstelt op
29 October aantekomen. Twee dagen daarna
zal de nieuwe kerk van den Verlosser, waar
van Keizer Frederik, jaren geleden als Kroon
prins, den eersten steen legde, worden inge
wijd. Daarna zal de Keizer Jericho, Bethle-
hem, enz. en op de terugreis Nazareth, Ti-
berias en Kapernauin bezoeken. En volgt dan
nog een tocht naar Damascus en den Libanon.
Aanvankelijk had de Keizer het voornemen
opgevat, ook Egypte te bezoeken. Daarvan
schijnt nu echter nict3 te zullen komen.
In de vorige week werd gemeld, dat de Kei
zer van China overleden was, en dat de Kei
zerin-weduwe de teugels van het bewind had
aanvaard. Peking, de hoofdstad des lands,
was, dus werd er bij verzekerd, voor 't be
zoek van vreemdelingen geheel afgesloten.
Latere, berichten deelen mede, dat de Keizer
«de Zoon des Hemels" niet dood is.
Hjj heeft echter wel afstand van de regeering
gedaab» daartoe gedwongen door de behou
dende, gezindheid zijner mandarijnen. Deze
maakten zich zeer bezorgd, dat de Keizer den
weg yan hervorming en vooruitgang zou op
gaan. Slechts Vorsten als indertijd Peter de
Grooté van Rusland kunnen door een decreet
oude gewoonten en gebruiken afschaffen en
Westersche gebruiken invoerenvoor een
zwakkeling, als de Keizer van het Hemelsche"
Ry'k, die steeds heeft gestaan onder den pan
toffel der Keizerin-weduwe, was dat precies
onmogelijk. Deze Keizerin is eene krasse,
lieerschzuchtige vrouw, die reeds een paar
muien in onrustige tijden met krachtige hand
de tengels van 't bowind heeft opgenomen.
Zjj heeft ook thans de regeering aanvaard.
Bij het doen van afstand, heeft de Keizer
zijnen ambtenaren aanbevolen, der Keizerin
door ecu knieval hulde te bewijzen,
liet mannetje in de ui&ad.
Uit Amerika is dezer dagen een bericht
naar do Oude Wereld overgokomen, dat
niet geheel onopgemerkt mag bljjven. 't Geldt
een zeer verheven onderwerp.
Zoo vaak hebben wjj gehoord van het
mannetje" in de maan, dat de nieuwste
ontdekking op sterrekundig gebied, daarop
betrekking hebbende, waarlijk wel onze aan
dacht verdient.
Om van buitenlanders te zwijgen, herin
neren we hier er aan, dat onze dichter d e
Genestet in een geestig versje het boven
bedoelde .mannetje" bezongen heeft. En nu
komt men ons daar op eens uit Amerika
vertellen, dat het «mannetje" eigenlijk een
.meisje" isAls men goed kijkt, zouden de
schaduwen aan weerskanten van de maan-
schjjl een kapsel moeten voorstellen. Het
fijne neusje steekt min of meer ondeugend
vooruit, en de volle krachtige kin voltooit
het sierljjke gelaat. Tot troost voor allen,
die tot dusverre nog aan het .mannetje" in
de maan hechtten, wordt er bjj gevoegd, dat
men op het eerste gezicht het meisjesgelaat
niet goed kan onderscheidenbij nadere be
schouwing komt men echter tot de overtui
ging, dat het wel degelijk zóó moet zjjn.
Nu komt de beurt aan do jongeheeren, om
naar het lieve maantje te staren," en .het
meisje te lokken met een traan", want zelfs
in de maan is de man tegenwoordig niet
zeker meer van zijne plaats. De vrouwen
beweging ende vrouwelijke concurrentie heb
ben hem ook daar weten te verdringen.
Wie zich omtrent de juistheid van het
aangevoerde nu nader wil overtuigen, moet
eerstdaags maar eens goed uitkjjken. Op
a. 8. Donderdag is het vol le maan!
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 27 Sept. 1898.
In ons nummer van 17 dezer ver
meldden wij, dat een werkman P. de N.,
van 's Rijkswerf was aangehouden, ver
dacht van achterhouding van 's Rijks goe
deren. Sinds is gebleken, dat hij onschul
dig was en werd hij in zijn functie op
's Rijkswerf hersteld.
Zondagmiddag heeft alhier, in het
gymnastieklokaal van Oefening kweekt
kunst" in de Weezenstraat, de aangekon
digde voorturnersles plaatsgehad van wege
het Gewest Noord-Holland van het Nederl.
Gymnastiek-Verbond. Er werd aan deel
genomen door de Vereenigingen Amat.pl a
G. V.", «Olympia" en «Plato", van Am
sterdam, Kracht en Vlugheid" van Alk
maar, «Oefening kweekt kunst" en «Pro
Patria", alhier, «Lycurgus", van Schagen,
«Volharding", van Purmerend, «Jahn",
van Westzaan, Olympia", van Wieringer-
waard, «Hercules", van Wormerveer en
«Concordia", van Zaandam.
Door de talrijke deelnemers werd eerst,
onder leiding van den heer J. Dekker,
van Zaandam, een nieuwe serie staafoefe-
ningen Uitgevoerd, waarna onder leiding
van de heeren J. H. von Glahn en J.
Hoekstra, van Amsterdam en Dekker, van
Zaandam, aan harren, hoogrek en ringen,
afwisselend en tot het laatste toe met
opgewektheid werd geturnd. De les slaagde
uitmuntend.
Jl. Zaterdagavond hield de afdeeling
Helder van den Ned. Bond van Oud-
Onderofficieren in «Tivoli" ter herdenking
van den verjaardag en de troonsbestijging
van H. M. de Koningin, een feesteljjke
vergadering. De zaal was voor deze ge
legenheid met vlaggen, wapens en groen
zeer smaakvol versierd, waarbij de buste's
der Koninginnen niet ontbraken. De Presi
dent, de hr. H. C. Omans, opende de vergade
ring met een woord van welkom en bracht
daarna in herinnering hoealgemeen 'tgehee-
le Nederl. volk bijgelegenheid der inhuldi
ging van H. M. de Koningin heeft feest
gevierd en zoodoende bewees, dat Nederland
en Oranje steeds één zijn. Niettemin
meende de Bond van Oud-Onderoff., die in
•zijne statuten schrijft, toewjjding aan
Vorstin en Vaderland, deze belangrijke
gebeurtenis ook in eigen kring te moeten
herdenken. Vervolgens wijdde spreker
eenige woorden van hulde behalve aan H.
M. Koningin Wilhelinina ook aan hare
Koninklijke Moeder. Deze openingsrede
werd met een driewerf hoera begroet.
Hierna werd een variëerend programma,
bevattende 14 nummers, uitgevoerd. Het
mannenkoor «Sta Pal", onder directie van
den heer F. de Boer, nam een groot deel
voor zjjn rekeniug on zong een 7-tal lie
deren, die goed voldeden. Ook de overige
muzikale voordrachten werden even als
de litterarische met aandacht gevolgd, ter
wijl 't tooneelspel «Thuisgebleven" zeer in
den smaak viel. Een gezellig en vriend
schappelijk bal was het slot dezer feest
viering.
Door de genie wordt eene telegra
fische verbinding tot stand gebracht tus-
schen het dorp den Hoorn en de kust,
waarvoor dicht aan het strand eene sein-
kamer moet worden ingericht. De bedoe
ling is om eene snelle verbinding tot stand
te brengen tusscheu de kust van Texel en
de stelling Den Helder.
Voor de werkzaamheden zijn geniesol
daten op genoemd dorp géïnkwartierd.
De Directeur van het Kabinet der
Koningin maakt bekend, dat hjj het onder
staand schrijven ontvangen beeft van Hare
Majesteit de Koningin, en gelooft niet beter
aan de bevelen van Hare Majesteit te kun
nen voldoen, dan door dien brief in zjjn
geheel publiek te maken, door middel van
de Nederlaudsche Staatscourant
«'s-Gravenhage, 24 September 1898.
«Bjj het aanvaarden der Regeering en
ter gelegenheid Mijner Inhuldiging mocht
Ik zoowel uit het Vaderland, als uit de
Overzeesche Bezittingen en van Nederlan
ders iu het buitenland vertoevende, zoo
tallooze blijken van liefde, gehechtheid en
trouw ontvangen, dat het Mij, tot Mijn
groot leedwezen, onmogelijk is geweest aan
een ieder afzonderlijk Mijnen dank te doen
overbrengen.
Daarom verzoek Ik U Hoogwelgeboren
Mijne diepgevoelde erkentelijkheid te be
tuigen aan allen, die Mij in deze dagen
blijken hebben gegeveu van huuue liefde
en verknochtheid, en Mijnen warmsten en
hartelijksten dank uit te spreken voor de
gelukwenschen en huldebetuigingen, die Ik
van alle zjjdeu mocht ontvangen in den
vorm van adressen, brieven en telegrammen.
WILHELMINA."
Aan den kerkeraad der Geref. ge
meente op Urk werd dezer dagen een kerk
orgel ten geschenke aangeboden. De kosten
voor de plaatsing waren niet van overwe
gend bezwaar, doch met meerderheid van
stemmen werd besloten het geschenk niet
te aauvaarden, omdat orgeltonen «wanklan
ken" zijn in het kerkgebouw en men het
«getoet" niet bevorderlijk achtte voor de
belangen der gemeente.
Te Alkmaar is eene familie door het
gebruik van slecht vleesch ernstig onge
steld geworden.
AT JEH.
Vrjjdag ontving de »N. R. C." het vol
gende telegram uit Batavia:
«De krijgsmacht onder overste Van der
Dussen ging over Pengapit aan den rech
teroever der Rigas-rivier en het Olifantpad
naar Pantei Koejoing om Twotnjadin te
vervolgen, die naar Tcnom ontsnapte.
«Oemar omsingelt den radja van Tenom
te Tjot Semeroeng.
«Een troep is met bestemming daarheen
ingescheept".
De correspondent te Batavia van het
»Hbl." seint:
Toekoe Mantroi van Geroet heeft zich
onderworpen. De expeditie naar Pasangnn
is vertrokken van Telok Seraawe.
Zoekt den bruigom
Eindelijk was de Woensdag dan ge
komen, dat zjj en hij te Utrecht in den
echt verbonden zouden worden. Reeds
lang hadden zij daarvoor gespaard. Na
de laatste toebereidselen en beschikkingen
te hebben gedaan, verliet Dinsdagavond
de bruidegom het huis der bruid. Den
anderen morgen zou hij haar komen halen
om haar naar het echtaltaar te geleiden.
De trouwkoets en overige rijtuigen waren
op tijd gekomen, maar de bruidegom liet
steeds op zich wachten. Overal werd naar
hem geïlbrmeerd, maar niemand wist hem
te vinden. De koetsen werden weer naar
den stal gezonden, en van de trouwplech
tigheid kwam niets.
Uit Amsterdam meldt men:
De hier wonende ouders van het 20-jarig
meisje, dat op den 14en Augustus als
drenkeling werd opgehaald uit het water
achter Passage te Rotterdam, hebben de
hulp ingeroepen der justitie tot het on
derzoek naar de oorzaak van den dood
hunner dochter. Er worden eenige aan
het meisje behoord hebbende voorwerpen
van waarde vermistde verwanten kunnen
niet aan zelfmoord gelooven, en van den
minnaar der verdronkene zijn tegenstrijdige
inlichtingen ontvangen.
In verband met de vergiftigingszaak
in de Oranjeboomstraat te Rotterdam valt
nog te vermelden dat het ten huize van
de gedetineerde weduwe S. in beslagge
nomen vergif is arsenicum, afkomstig
volgens haar verklaring van een apothekeres,
die bij haar heeft gewoond. De justitie
tracht thans deze dame op te sporen.
Vier lijken, Waaronder dat van een kind,
en waarvan enkele geheel in ontbinding
verkeerende, waardoor het onderzoek zeer
wordt belemmerd, zijn thans reeds opge
graven. Op kennisgeving van de levens
verzekering-maatschappijen, bjj wie de
vermoedelijk vergiftigden waren verzekerd,
is men op het spoor van deze zaak ge
komen. Vermeld zij nog dat de weduwe
S. verschillende doktoren te hnlp riep bjj
de plotselinge ziekte- en sterfgevallen in
haar woning, en zij steeds de uitwerpselen
der zieken dadelijk verwjjderde.
Waar de gerolde portemonnaies
blijven
In een koffiehuis aan de Kraijenhofstraat
te 's Gravenbage, waar gedurende de
zomermaanden nogal eens in de gelagka
mer Engelschen kwamen, die een paar
weken geleden onder verdenking van zak
kenrollerij over de grenzen werden gezet,
zijn in het privaat niet minder dan 20
portemonnaies en geldtaschjes gevonden.
We hebben dezer dagen zoo dikwijls
gehoord van pogingen om treinen te doen
ontsporen, dat de volgende daad van zelf
opoffering wel daar tegenover vermeld
mag worden.
Dinsdagmorgen vroeg was een ploeg
spoorwegwerklieden bezig aan het herstel
len van een gebroken rail, op den Higbland
spoorweg, iu Schotland, bij het station
Altnabreac, toen het fluitje van een loco
motief in de verte het sein gaf dat de post
trein naar Inverness aankwam. De mannen
hadden een trolley bjj zich, die den weg
versperde, er was geen seintoestel in den
omtrek, en de trein kwam in volle vaart
aanstoomen.
De werklieden waren geheel de kluts
kwijt; op één na, JohnMorrisou genaamd,
een jonge gehuwde man, met twee kin
deren. Morrison dacht alleen aan het ver
schrikkelijk gevaar voor de reizigers in
den trein, en met bovenmenscheljjke in
spanning slaagde hjj er in, den wagen van
de rails te brengen, maar ten koste van
zijn J0*€tC De machinist zag wat er gaande
was, hjj kon echter den trein niet meer
tot stand brengen, en Morrison werd ver-
morseld.
insezonden.
Kindervoeding.
Waarde R ia in de maand gekomen en de
herfst zijne gore dagen an stormachtige vlagen
weder zal laten gevoelen, waar de herfst ons
mot vrecze aan zijn opvolger «den Winter"
doet gedenken, met zijn sneeuw- en hagelbui
en, met zijn fijnen kouden adem, dan ja dan
wordt het ons bang om het hart als wjj den
ken aan de velen en zoovelcn, aan de armen
van Helders achterbuurten cn voornamelijk
aan dat jonge geslacht beneden de 12 jareu,
die nog zoo in alles hulpbehoevend zijn.
O hoe weinigen zijn er. die de achterbuur
ten doorkruisen, hoe weinigen kennen dan ook
die toestanden. Evenzoo weinigen vindt inen
de hand uit de mouw steken om in het koude
jaargetijde, wanneer gij die kleintjes kunt vin
den bedekt met vodden en lompen op den
vloer in de kamer liggend, waar lamplicht
en kachelwarinte onbekende zaken zjjn, waar
avondeten slechts gedeeltelijk of in het geheel
niet verstrekt kan worden.
O, voor zulke kinderen breek ik een lans
en ik moet mijne verwondering te kennen ge
ven, dat ik tot nog toe niets ontwaarde van
de Commissie der kindervoeding. Waar bljjft
ze dit jaar Zal ze do taak, die liefdevolle
zware taak niet meer durven dragen Is de
commissie bevreesd, afgewezen te worden, daar
de feesten znlke groote offers gevraagd heb
ben? Ik roep u toe, geen nood, gevoel geen
vrees, kleine luikjes, waar ge u er als vorige
jaren met zooveel liefde voorspant, zooveel
opofferingen getroost en zooveel tjjd er voor
geeft, met ljjsten te loopeD, en dan gedurende
het koude jaargetjjde met de kindereu bezig
zjjt, daar behoeft ge niet te vroozen of ge vindt
bjj Uwe plaatsgenooten een warm kloppend
harte.
Ja ik was meermalen ooggetuige, en daar
om deze woorden, meermalen was ik een
avondje bjj de kindervoeding en ik maak mjj
sterk dat inenig goedgezinde niet zou terug
deinzen om met die arme kleintjes aan te
schikken.
Maar geachte Commissie rajjn hart klopt
warm voor die zaak, doch dwingen of u de
wet stellen ligt niet op mijn weg en is ook
in goenen deele mijn plan, doch ik vraag U
in gomoede, waar blijft gjj zoo langmetUwe
inteekenlijsten, wordt het geen tijd Ik durf
u wel verzekeren gij kunt vrjj aankloppen.
God is met n in deze zaak, hjj zal beide én
gever én gift zegenen. Komt dan uit den hoek,
met moed en lust en vol vertrouwen er op af.
Diit deed mjj ook altjjd zoo goed, als ik
een avoncjje present was, dat ik de meest uit-
eenloopende richtingen door een zag en ik kan
niet nulaten er naar te vragen, waarop ik van
een Commissielid ten antwoord ontving
.Mijnheer, wjj vragen wè&r is armoede,
wie heeft behoefte, doch niet van wat ge
loof zjjt gjj of gjj of u."
Meer en meer geraakte ik homogeen met
het edel streven dier commissie en ik nam mjj
voor om die kleine luidjes (commissie leden)
te steunen, bjj te staan, waar en zooveel ik
zou kunDen.
Daarom, gjj allen, geachte plaatsgenooten,
gjj, die deze regelen leest en overdenkt, krjjgt
gij bezoek van een der collectanten, wjjst ze
dan niet af, denkt aan Uw eigene kleintjes,
die geen honger kennen, die gjj door Gods
zegen goed kunt voeden en warn» klccden, die
ook bjj het ontwaken steeds hun ontbjjt gereed
vinden, geeft mildelijk, teekont voor een goed
bedrag, waardoor gij ook het .vragen om
brood" langs de huizen doet verminderen en
de commisaio bjjstaat in hare vele cn zware
zorgen.
God gaf twoo horaelscho geschenken
Den Mensch, in alle vreugde en smart
Verstand om scherp en goed te denken....
Om zacht en goed te doen het Hart 1
(S. P. HEGE).
Een Kindervriend.
Feuilleton.
OHSEB GEHEIMZINNIGE
BESCHERMING.
Vrjj bewerkt door AMO.
16)
Den volgenden morgen gat hjj der jonk
vrouw als gewoonljjk onderricht. Zij scheen
niet 'te bemerken, dat hjj buitengewoon stil
en nadenkend was, althans zij vroeg niet
naar de reden daarvan en was zeer vriende-
ljjk en spraakzaam.
Twee weken waren verloopen en in dien
tjjd had Eduard den graaf niet wedergezien
en ook niets van hem gehoord. Evenmin had
hij Henri Gardel weergezien of de geheim
zinnige vrouw, die hem het leven had gered.
De oude Dumat kwam daarentegen vaak
zjjn zoon bezoekenook wandelde Eduard
menigmaal naar de hut van den ouden vis-
scher aan het strand.
In die twee weken had Marie groote vor
deringen in de teekenkunst gemaakthaar
vader was er zeer tevreden over cn dankte
Eduard in de vleiendste bewoordingen voor
zjjn toewjjding.
Eduard had intusschen een innige liefde
voor de bekoorlijke jonkvrouw opgevat. Dit
kon ook wel niet anders, want Marie de
Fisselle was inderdaad een bemiDneljjko
maagdhaar beeld stond hom altjjd voor
oogen. Maar kon hij hopen, dat zjjn liefde
beantwoord werd? Ilij hoopte het; maar zou
hjj haar ooit de zjjne mogen noemen Zijn
gezond verstand moest die vraag ontkennend
beantwoorden. Hij zag in, dat hjj de liefde,
die in zjjn hart ontloken was, moest bestrij
den, en werkelijk deed hjj daar zjjn best voor.
XI.
Op zekeren middag, toen Eduard in zjjn
kamer aan een teekening zat te werken,
hoorde hjj den hoefslag van een paard op het
slotplein. Hjj sprong op en liep haastig naar
het venster. Zjjn voorgevoel had hem niet
bedrogen, de ruiter was Leon de Maurês.
Ilij ontstelde bjj het zien van dien man
maar hij herstelde zich en nam het besluit
zjjn kamer niet te verluten, voordat de gruaf
zou vertrokken zijn. Hjj ging weer zitten
en wilde met zijn teekening voortgaan, doch
zijn hand beefdo aanvankeljjk te zeer om te
kunnen voortwerken.
Eerst tegen zonsondergang verliet de graaf
het kasteel. Kort daurna ging Marie naar
haar kamerzij wus bljj, dat do onaange
name gast vertrokken wa9, want zij had den
geheelen namiddag in zijn gezelschap moeten
doorbrengen. De markies volgde hem in den
tuin, en daar bleven de heeren nog praten,
totdat het geheel donker was gewerden. Toen
de markies in het kasteel terugkwam, zocht
hjj zjjn dochter in haar kamer op om een
onderhoud met baar te hebbendoch zij
klaagde, dat zij zich niet wel gevoelde, en
daarom zeide hjj, dat hjj den volgenden mor
gen zou terugkomen. Zjj vroeg, wat hij met
haar te bespreken had, doch kreeg geen ant
woord op die vraag.
Den volgenden morgon zat Eduard in de
kamer, waar hjj Marie steeds onderricht gaf.
Het was een klein vertrek op de tweede
verdieping, met uitzicht op den tuinMarie
noemde het ,do studeerkamer.* Het was
bjjna tjjd om do les te beginnen cn de leer
meester wachtte nog slechts op zijn leerlinge.
Hjj had de schets van den ouden molen bjj-
gewerkt en wilde haar op deze teekening de
sehaduw leeren aanbrengen.
Een groot deel van den nacht had het ge
regend, de lucht was bewolkt en nog viel
er bjj tusschenpoozen oen fijne motregen.
Het sombere weder bracht Eduard in een
zwaarmoedige stemming. Al wachtende kwa
men de dagen vun zijn kindsheid hem voor
den geest; daarna kwam het beeld van Maria
de FiBelle hem voor oogen en hjj peinsde
over de verhouding, waarin hjj tot liaar stond.
Het verschil in stand on geboorte kwam
hem voor als een ondempbare klove. Dit
stemde hem nog treuriger en ten laatste kwa
men hem de tranen in do eogen.
Daar werd de kamerdeur, geopend cn Marie
trad binnen. Edaurd keek op, veegdo haastig
zjjn tranen weg en wouschte haar goeden-
morgon, maar zjjn stom klonk zachter dun
gewoonljjk.
Wel, mijnheer, zei Marie, .ge schjjnt
treurig te zjj'n hebt ge geweend
►O, neen, mejuffrouw," antwoordde Eduard
met een gedwongen lachtje.
«Ja, toch welik zie nog tranen,*
Wolnu, het is zooik dacht aan het
verleden en dat maakte ine treurig.*
,Hoe zijt gjj zoo op do gedachte aan hot
verleden gekomen Gevoelt go u hior niet
gelukkig
.Ik bon hier zoor gelukkig geweest,* ant
woordde Eduard. .Onder dit dak heb ik de
gelnkkigste uren van rajjn leven doorgebracht
maar die tjjd zal weldra voorbijzijn. Kom
laat ons nu met do les beginnen, mejuffrouw.
Zie eens hier, ge moet op deze schete de
schaduw aanbrengen.*
Marie ging zitten en begon te werken
maar hot ging haar niet goed van de hand
het werk wilde niet vlotten. Zjj keek eens
op en bemerkte opnieuw een traan in Edu-
ards oog. Dit stemde haar tot medeljjden.
.Ach, rajjn boer,* zei ze, «ik zie dat ge
zeer treurig zijt. Wil ge mjj de oorzaak daar
van zeggen? Misschien kan ik
«O, vraag mjj nietshet zal wel over
gaan.
Het geeft toch altjjd verlichting, als men
zijn hart eens kan uitstorten,* sprak de
jonkvrouw vriendelijk. Eduard was hevig
Ontroerd, maar zweeg.
.Komaan, mjjnheer,' drong de jonkvrouw,
terwijl zjj vertrouwelijk de hand op zjjn
schouder legde. .Zeg mij gerust, wat u
deert.
Als ik u dat zeide
«Ge hebt toch geen misdaad bedreven?*
vroeg zij angstig.
•Neen, dat niet!* verzekerde hij; .maar
het zou een misdaad zjjn, als ik
»Ga voort, ik bid n,- fluisterde zij.
«Ik durf, ik kan het niet zeggen,* zuchtte hjj.
«Ik ben uw vriendin spreek oponhnrtig.
Ik zal u geen verwjjten doen, zelfs als
ge
Een oogenblik keek hjj de jonkvrouw in
hel schoone gelaat en dit oogenblik was be
slissend.
Welaan," zoide hjj, ik zal het u zeggen.
Ik kwam hier op het kasteel, zonder het
eigenlijk te willen of te weten. Ge weet, hoe
dit ia toegegaan. Den eereten nacht, dien ik
onder dit dak doorbracht, dacht ik aanhou
dend aan de jonge dame, die ik uit de han
den der roovers had verlost. Den volgenden
dag zag ik haar en voelde mjj tot haar
aangetrokken. Weldra waart ge mjjD leer
linge. Ik kwam zoodoende eiken dag met n
in aanraking en langzamerhand werd ik
overmeesterd door een gevoel, dat ik nog
nimmer had leeren kennenrajjn hart was
voor u in liefde ontgloeid. Nu kent ge mjjn
geheim. Ik bid u, veracht mjj niet; ik zal
die liefde bestrjjdcn, zooveel ik kan. Ik zal
er voor zorgen, dat ge nooit weer iets van
mjjn treurigheid bemerkt. Wilt ge mjj ver
geven, jonkvrouw?»
Marie was hevig ontroerd, de tranen pa
relden in haar oogen en onder het slaken
van een diepen zuchi zonk zjj aan Eduards
borst cn weende in stilte. Onwillekeurig
sloeg hjj zjjn urin om haar slanke leest en
legde haar hoofd tegen zjjn schouder. Zwjj-
gend hield hjj haar in zjjn arm zjj stiet
hem niet af. Eindeljjk maakte Marie zich
van hem los. Zjj streek zich het losgeraakte
haar uit de oogen en keek Ednard met
schitterende oogen aan.
,Kuut ge mjj vergeveu?* vroeg hjj.
«Vergeven?* herhaalde zjj. •Het is mjj
jnist zoo gegaan.'
«Dus gc bemint mjj vroeg Eduard zacht.
•Ja,* fluisterde zjj, .mijn hart behoort u
reeds lang toe.*
Iljj drukte haar aan zijn hart, terwjjl Marie
lachte en schreide tegeljjk.
Toen de eerste roes der vreugde voorbjj
was en zjj wat kalmer waren geworden,
dacht Eduard weer aan de ruwe werkeljjk-
lieid, aan het gToote verschil in stand, dat
een onoverkomelyken scheidsmuur tusschun
hem on zyn geliefde vormde.
«Wat zal de markies er wel van zeggen
vroeg hjj beklemd.
Ik weet het niet. Zjjne denkbeelden om
trent onzen rang en do voorrechten van den
adel zijn onverzettelijkmaar ik ben zijn
eenig kind. Hjj zal me toch niet ongelukkig
willen maken, hoop ik
(Wordt vervolgd.)