KLEINE COURANT.
't Vliegend blaadje.
Voor Helder, Texel en Wieringen
No. 2675.
Woensdag 5 October 1898.
26ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 81.
ADonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.12 l/a.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat.
Aavortentlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk <les DINSDAGS- en VRIJDAGSiMOKGENS vóór
10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje eu Zondags
blad, 3e kwartaal 1898, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
VÓÓr 5 October, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2'/s Ct. beplakt
te worden.
DE UITGEVERS.
Aun onze alionnés in Ame
rika wordt beleefd verzocht
't verschuldigde abonnements
geld te willen overmaken.
Vil het Buitenland.
»Om Dreyfus aftehalen?... Deze
vraag prjjkte jl. Zondag boven een der draad-
berichten uit de Franschc kolonie Cayenne,
in welk draadbericht gemeld werd, dat vóór
het Duivelseiland een Fransche kruiser de
.Dubourdieu" geankerd ligt. Licht moge
lijk brengt de telegraaf eerstdaags een be
slissend antwoord op de gestelde vraag, om
trent het doel der aanwezigheid van het
oorlogsvaartuig nabjj de akelige verbljjfplaats
van den van landverraad beschuldigden ban
neling. In verband met het bovenstaande
bericht uit Cayenne hecht men waarde aan
de vermelding uit Parjjs, dat bjj de rechter
lijke macht, die over de herziening van het
Dreyfus-proces te beslissen heeft, de over
tuiging bestaat, dat by het instellen van een
grondig onderzoek over die herziening de tegen
woordigheid van den banneling dringend wordt
gevorderd. Daarom kan 't zeer goed zjjn, dat de
genoemde kruiser tot 't afhalen van den ge
vangene is bestemd. De vrienden van den
ongelukkige zullen zeker teD zeerste wenschen,
dat het doel van den tocht van 't Fransche
oorlogsschip geen ander is
Eraila Zola is vóór eenigen tjjd ver
oordeeld tot het betalen eener boete van
circa 3100 francs aan een drietal schriftkun
digen Deze lieeren zien al reikhalzend uit
naar de ontvangst van dat lieve sommetje,
en nu de verbljjl plaats maar altijd door on
bekend blijft, hebben zjj beslag laten leggen
op de bezittingen vao den bekenden auteur.
Een deurwaarder, vergezeld van een com
missaris van politie, heeft, voor het beoogde
doel, een inventaris opgemaakt. Zy ontzagen
daarbjj niets, en schreven zelfs een penhou
der op. Een der vrienden van Zola bood aan,
het bedrag der boete te betalen mevrouw
Zola weigerde dit echter beslist. De verkoop
van den inboedel is tegen 11 dezer aange
kondigd. Men gelooft echter, dat het eerste
het beste voorwerp, dat ten verkoop zal wor
den aangeboden, het vereischte bedrag wel
zal opbrengen.
De Commissie voor de vredesonderhande
lingen tusschen Spanje en de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika hield in 't laatst
der vorige week hare eerste samenkomst. De
leden der Commissie waren al eenige dagen
te voren te Parys aangekomen, en brachten
hunne officieële bezoeken bij den Min. v. Buiten-
landuche Zaken en by de overige autoriteiten
in de Fransche hoofdstad. De vredesonderhan
delingen zullen in het diepste geheim gehuld
blyven. De voorzitter der Amerikaansche
Commissie heeft aan enkele journalisten, die
hem bezochten, medegedeeld, dat over de
onderhandelingen geen enkel bericht zal of
kan gegeven worden, en dat het resultaat
eerst bekend zal worden na de ratificatie
door de betrokken mogendheden. Hoelang
de onderhandelingen zullen dnren, kon de
Amerikaansche gedelegeerde onmogelijk voor
zien.
Hee echt ouderwetsch Chineesch het te-
Ïenwoordig in China, onder de regeering der
leizerin-weduwe toegaat, is optemaken nit
de mededeelingen omtrent beleedigingen en
vry ernstige mishandelingen zelfB, waaraan
Engelsehen, o. a. personen, die tot het gezant
schap behooren, in de hoofdstad van het
.Hemelsche» Rjjk blootstaan. Tengevolge der
plaats gehad hebbende gebeurtenissen van
dien aard heeft de Britsche gezant de Chi-
neesche re geering aan het verstand gebracht,
dat zy aan zulke afkeurenswaardige feiten
subiet oen einde moet maken.
Dr. M. W. Pynappel deelt, onder den titel
f Medische Kroniek", voorkomende in het num
mer van ,'t Handelsblad" van 2 dezer, eene
en andere bijzonderheid uit Groot-Brittannië
mede. Daaronder komt voor deze mededeeling
»En nu nog eene ervaring, die ik met groote
ingenomenheid mededeel. Te Ayr, in Schot
land, een stadje met 22.000 zielen, zag ik op
een gewonen Zaterdag avond, zonder dat er
iets bijzonders was, 47 dronken lui, onder
wie 12 vrouwen, in het politie-bureau in cel
len opgesloten. Zy moesten daar blyven tot
Maandag, om dan door den politie rechter te
worden gevonnisd. Dat was zoo het gewone
slot van de week. En hier?... In hl de vijf
dagen van het feest, van 5 tot 9 September,
zyn er te Amsterdam, met zijn half millioen
inwoners en duizenden vreemdelingen, maar
68 man wegens dronkenschap naar de politie-
bureaux vervoerd. Ieder heeft kunnen opmer
ken, dat er zoo weinig dronkenschap te zien
was, maar ik vond het wel merkwaardig, om,
tegenover dat andere cjjfer uit Schotland, ons
cjjfer eens te kunnen zetten, en ik stel het
zeer op prjjs, dat men mjj daartoe uit het
hoofdbureau van politie heeftin staat gesteld.
Dht kan men ons dan toch in Engeland be-
nyden
Evenals uit Parys en Marseillc, kwamen
dezer dagen ook uit Londen ernstige klachten
over gebrek aan ij 8. Er werd ter verklaring
van dit sterk gevoeld gemis, het volgende op
gemerkt. In kleine steden kan men zich van
de gevolgen van zoodanig y s gebrek moeilyk
een denkbeeld maken. Anders is dit in groote
steden. Waar een groot deel van het pnbliek
in café's eu restaurants leeft, is het een ware
ramp en beteekent hetverdacht vleesch, on-
frissche dranken, smakelooze vruchten, en wat
dies meer zij. Er is in dezen zomer al de helft
meer gebruikt dan verleden jaar, en uit Noor
wegen kan men, tengevolge van den laatsten
zachten winter, niet veel krjjgen. De prijs is
al gestegen tot 5 pd. st. (f 60) per ton, dat
is vijfmaal zooveel als de steenkolen-prijs.
NIEUWST IJ DINGEN.
HELDER, 4 Oct. 1898.
A T J E H.
Van haar correspondent te Batavia ont
ving de >N. R. Ct." Vrjjdag het volgen
de telegram.
Officieel. Teungkoe Tapa richtte ben-
tings op te Menarang aan de Simpang
Kananrivier. Luitenant-kolonel Reiez is er
met honderd bajonetten heen gegaan en
heeft de bentings vernield. Tampa vluchtte
in de wildernis. Reisz vervolgt hem."
Teungkoe Tapa is, zegt het blad, de be
kende geestdrijver, die door kolonel Van
Heutsz in Edi verslagen en van de Oost
kust van Atjeh verdreven werd. Hij week
uit naar het Zuiden naar het gouverne
ment van Sumatra's Oostkust, waar hij in
het binnenland positie nam aan de linker
zijrivier van de rivier van Tamiang,
geveer een twintig kilometer ten
van Seroeway.
Zware brand
Een ernstige brand ontstond Donderdag
avond halfelf in de Eerste Laurierdwars
straat 14 te Amsterdam, die zich weldra over
5 huizen uitstrekte.
In pand 14 had de heer H. P. Langevcld
een nering in boter, kaas en eieren. De
bovenverdiepingen waren door 5 gezinnen
bewoond: juffrouw Severing (ook Van Ilal-
teren genoemd) met een kind, J. Loggen,
een broeder van den eigenaar van het per
ceel, de ketelmakcr Luusken, met vrouw,
moeder en drie znsters, E. A. Buning met
vrouw en drie kinderen en de weduwe Mul
der met een dochter.
De heer Laugeveld, wieus vrouw uit was,
wilde in het kamertje achter den winkel
water voor de koffie opzetten. Hij stak daar
toe het petroleumstel aan. Plotseling had
een lichte ontploffing plaats en zag de man
kleine blauwe vlammetjes rondom het stel
spelen. Hjj nam het brandende toestel op
en wilde hot door den winkel naar buiten
brengen. Een groote vlam, die opeens op
sloeg, noopte hem echter het petroleumstel
dicht voor den winkelingang te laten vallen,
waarop zich in een oogwenk een reusachtige
vlam ontwikkelde. De man greep nog een
deken om te dooven, maar daaraau viel niet
meer te denken. Radeloos snelde hij de straat
op ou bij zyn overbuur, waar hij in de ach
terkamer bewusteloos ineenzakte.
De agent van politie J. Greve kwam juist
op dit oogenblik aauloopen en zag den rook
uit den winkel opstijgen. Onmiddellijk begaf
hij zich naar boven, waar liy op de tweede
verdieping het gezin van E. A. Buning te
bed vond. Hij wekte de slapers, nam zelf
de kinderen op en bracht deze naar buiten.
De brand had inmiddels zulk een omvang
aangenomen, dat dralen noodlottig ware ge
weest. lieeda begon de trap vlam te vatten
toen de ageut, ditmaal gevolgd door drie
burgers, J. Lilleman, L. G. Bergman en
C. D. P. Ruckert, nogmaals naar boven
ging-
De wakkere mannen waren zoo gelukkig
alle bewoners die nog in huis waren te
redden.
De ongelukkigen, die voor het meerendcel
half gekleed, eenigen zelfs in nachtgewaad,
hadden moeten vluchten, werden liefderyk
opgenomen by den bakker A. Biachoff. Een
deel der bovenbewoners was reeds voordat
de agent kwam, gered door P. P. Van den
Berg, die hen door zyn huis, over een bin
nenplaatsje, naar een perceel aan de Laurier
straat geleidde, van waar zy zich naar
familieleden begaven.
Toen de brandweer aankwam, stond per
ceel 14 reeds van onder tot boven in lich
terlaaie. Bovendien brandden de bovenver
diepingen van de tegenoverliggende perceelen
13 en 15, waarheen de vlammen waren
overgeslagen. Met een aanzienlyk materieel,
drie stoombrandspuitcn en 3 brandkranen,
werd het blusschingswerk ter hand genomen
en weldra kon de brand tot den oorsprong
beperkt worden. De bovenverdiepingen vari
de Nos. 13 en 15 hebben aan de voorzijde
veel geledon, bovendien bekwamen ook de
perceelen 11 en 9 aan den gevel brandschade-
Een half uur na het uitbreken was men den
brand geheel meester en een kwartier later
was het vuur gebluscht.
Het opkamertje van den bakker A. Bischolf
leverde een treurigen aanblik op. Daar zat
het gezin van Buning, dc moeder met de twee
jongsten in de armen, de vader mét zyn
oudste by zich. Zy waren in bed door het
onheil overvallen en moesten in nachtgewaad
vluchten. Iiun geheele have is verbrand en
zy waren niet verzekerd. De vader had zich
de beenen bedekt met een oude broek van
den bakker en dat was het eenige stuk
bovenkleeding dat de ongelukkigen hadden.
Hun klachten waren vcrschrikkeljjk om
aan te hooren.
Aan de andere zijde van hst kamertje lag,
half zittend, een vrouw, die eerst den vorigen
dag het leven had geschonken aan een jongen
wereldburger.
Een nieuwe triomf voor de phoiograplile.
Voor ongeveer 50 jaar geleden begroef een
aan vervolgingswaanzin lijdende man een effect
Ned. Werk. Schuld ter waarde van f1000
in den grond, en stierf daarna in het Arm
huis te Dwingeloo (Drente). Een briefje ge
richt aan den officier van justitie te Arnhem,
doch mede begraven, behelsde de erkentenis,
dat hy het stuk in den grond had gestopt.
Door den Rijkswaterstaat is het stuk met do
rest van het briefje opgegraven en aan
den Minister toegezouden.
Den lOen Maart jl. ontving de firma Guy
de Coral Co. te Amsterdam van den Pro
cureur-Generaal van het gerechtshof aldaar
het verzoek om aan zijn parket te komen.
Dezo heer had de opdracht van den Minister
van Justitie om de firma G. d. C. eene zaak
te doen onderzoeken langs photographischen
weg, die ook haar bijna onmogelijk op te
lossen scheen.
De Procureur-Generaal toch vertoonde haar
een certificaat N. W. S. van f 1000het
bewuBte certificaat dat 50 jaar begraven had
gelegen on er allertreurigst uitzag.
Het nummer ontbrak totaal, de handtee-
keningen, alles wat niet gedrukt was, was
verloren gegaan.
By dit stuk was gevoegd het bewuste briefje,
doch dit was totaal onleesbaar, alleen hier
en daar schemerden geelachtig enkele letters
door.
Dit alles, wat verdwenen en langs chemi-
schen weg niet meer terug te krijgen was,
moest de fiirma Guy de Coral door de plioto-
gruphiu weder te voorschijn doen komen.
liet stuk was natuurlijk van onwaarde, zoo
lang nummer en handteekening ontbraken, de
brief zou vermoedelijk herkomst en eigenaar
kunnen aanwyzen.
Reeds den 12 Maart d. a. v. mocht het
der firma gelukken met eene volledige opgaaf
van nummer, handteekening en eene bijna vol
ledige ontcijfering van het briefje, voor den
procureur-generaai te vorschijnen.
Steeds weder opnieuw photograpliuorde zy
het toen verkregen resultaat en do verbleekte
inkt, geel weggezakt, en totaal onleesbaar,
kwam hoe langer hoe meer terug, zoodat het
moeielijke vraagstuk, dank zy de photogra-
phie, schitterend is opgelost.
,(Wkbl. v. Phot.)"
Op den Zuiderzeedijk, onder Edain,
hebben drie mannen een landbouwer uit
»de Purmer" aangevallen, geslagen, en
beroofd van zijn gouden horloge en eenige
guldens.
De daders zijn door den Burgemeester
aangehouden, die ze gevankelijk naar
Haarlem liet overbrengen.
Moordaanslag--
Een 60-jarige man uit Velp, stond
Zaterdag voor dc Rechtbank te Arnhem
terecht, beschuldigd van door een geweer
schot getracht te hebben zijne vrpuw te
vermoorden.
De beklaagde, die zich vaak schuldig
maakt aan misbruik van sterken drank,
ontkent op den noodlottigen dag dronken
te zijn geweest en loochent alle opzet.
Zijn geweer was, toen hij er toevallig mee
buitenshuis kwam, afgegaan, zonder dat
hij weet hoe dat kwam.
Na het verhoor der getuigen, waaronder
dr. Fabius verklaarde, dat de wonden,
door de vrouw opgeloopen, niet veroor
zaakt waren door een val tegen een muur,
zooals beweerd werd, maar door hagel
korrels, en de geweermakers Hes van
Zweden en Van Erkelens, die de moge
lijkheid van verwonding uiteenzetten, eischte
de off. van justitie een gevangenisstraf
van twee jaar.
In zjjn pleidooi bestreed de verdediger
mr. Van Balveren, de gronden van den
officier en concludeerde tot vrijspraak.
Uitspraak 11 October.
Hocvelcu zullen er nog wel lnlooprn
In een tapperij in de Oudwijkerdwars-
straat te Utrecht kwam Donderdag een
heer, die zooals hij voorgaf een verre
wandeling had gedaan, een poosje uitrus
ten. Nadat hij daar eenige oogenblikken
had vertoefd, kwam een koopvrouw van
middelbaren leeftijd de tapperij binnen, die
zich aanstonds zoo tot hem voelde aan
getrokken dat zij naar hem toekwam en
hem voor hoogen prijs een gouden ring
te koop aanbood, waarvan hij echter voor
een schuifje eigenaar werd. Na het ijs
eenmaal was gebroken, kwamen andere
koopwaren voor den dag, waaronder een
stuk wollen stof, dat f 50 moest opbrengen,
doch waarvan de heer voor f 25 kooper
werd. Ongelukkig had deze echter geen
geld meer bij zich, zoodat de koop zou
zijn afgesprongen, indien de tapster hem
niet uit de verlegenheid had gered. Deze
liet zich namelijk bewegen om hem de
helft meer was er niet in de lade en
de man wa3 uit voor te schieten en
daarvoor het goed in pand te houdenhij
zou dan geld gaan halen en daarna de
zaak met haar vereffenen, terwijl de koop
vrouw dan des avonds over hetgeen zij
nog te vorderen had, zou kunnen be
schikken.
Kort daarop vertrok de heer en daarna
ook de koopvrouw, doch beiden hebben
zich sedert niet meer laten zien.
Te laat bemerkte de tapster, dat zjj
bedrogen was, want het bij haar achter
gelaten goed had natuurlijk weinig of geen
waarde.
Uit liet leven onzer Koningin
't Volgende had plaats in 1892. Een
hofrijtuig, maar leeg, rijdt op het Muus-
terkerkhof te Utrecht langzaam voorby.
Het trekt aller aandacht. Niet lang
duurt het of als een telefonisch bericht
gaat het van mond tot mond »de Koning
in is op den Dom", 't Munsterkerkhof
zwart van menschen, onverpoosd naar den
grijzen reus opziende. Daar verschijnt
weldra op zijn tweeden »omloop" de wit-
gevederde hoed, daar beweegt zich een
teedere kinderhand en wuift een witte
zakdoek alleraardigst de omstanders toe,
daar galmt het, en nu in dubbelen zin,
uit honderde kelen Haar tegen Oranje
boven
Zóó was het reeds eeuwen langzoo
is het nógzoo zal het blyven, om de
doodeenvoudige reden, dat er geen volk
ter wereld leeft, welks geschiedenis met
die Yan zyn Vorstenhuis zóó één is, als
hier in ons gelukkig Nederland. Ja waar
lijk in dit opzicht... arm Italiëarm
Spanje arm Rusland 1rijk, meer dan
rijk Nederland
Zooals bekend is, hadden op initiatief
vau deu heer M. J. 11. Kessels te Tilburg,
191 NederlaudscheLiefhebberij-Muziek ge
zelschappen (harmoniè- eu fanfarekorpsen)
zich vereenigd om bij gelegenheid der in-
huldigingsfcesten vau H. M. Koningin Wil-
helmina een monster-huidebetooging te hou
den. De gezelschappen zouden daartoe naar
Den Haag zijn gekomen en onder één lei
der met een reuzenkoor van pl. in. 8000
muzikanten een paar nationale muziekstuk
ken hebben uitgevoerd en daarna voor H.
M. de Koningin gedefileerd, ouder het spe
len van marsehen.
Men had echter buiten de Staatsspoor
wegen gerekend, wier directie niet de ver
zekering geven kon dat het vervoer plaats
zou kunnen hebben. Hierdoor verviel de
betooging, maar men besloot een adres van
hulde aan de Koningin te zenden en het
comité der voorgenomen betooging blijft
bestaan om de eerste gelegenheid waar te
nemen bv. bij een bezoek van de Koningin
aan de verschillende provinciën om als
dan de betooging te doen plaats hebben.
Onlangs, by een nachtelijke verras
sing, die de maréchaussees in liet Pedir-
sche ondernamen, werden in de duisternis
eenige verdachte gedaanten opgemerkt, die
ai spoedig den Atjehschen hemel werden
ingezonden. Verder marclieerende, hoorden
de mannen eensklaps een heel ongewoon
geluid komen van de plek, waar de lijken
lagenhet geschrei van een kind. By on
derzoek bleek dit te zjjn vastgebonden op
den rug van een vrouw, die door het on
voldoende licht voor een man was aange
zien eu zoo het lot van hare gezellen had
gedeeld. Dadelijk verlosten de maréchaus
sees de kleine uit haar onaangename posi
tie en brachten het wichtje naar Segli.
Hier werd het opgenomen door Mevrouw
Sterkenburg, de echtgenoote van den com
mandant, en verzorgd. En de maréchaus-
sées zaten samen en beraadslaagden en
werden het eindelijk met elkaar eens, dat
de naam van de kleine Atjehsche zou zijn
Marechaussina.
»(Java Bode.)"
Dezer dagen is door iemand uit Gro
ningen een zwart lederen portefeuille ver
loren met f3280.
Dit geld is op zonderlinge wijze te
recht gekomen.
Het Nieuwsblad v. h. Noorden, waarin
de verliezer een advertentie tot terugbe-
koming van het verlorene had geplaatst,
deelt daaromtrent het volgende mede
»Toen we Zaterdagochtend onze groote
brievenbus openden, vonden we onaer de
vele brieven er één, zeer dik, waarop ge
plakt de advertentie uit ons blad geknipt,
zonder verder adres.
Eerst dachten we aan een mop, maar
neen, toen het couvert geopend was, rolde
er uitdrieduizend tweehonderd-tachtig
gulden in bankpapier, zonder een letter
schrift er bij of eenige andere aanduiding.
De portefeuille mankeerde echter.
't Geval is zeer merkwaardig en geeft
aanleidiog tot het opbouwen van een heel
verhaal. Zeker moet de toezender wel
ernstige redenen gehad hebben, om ons
zoo'n belangrijke som op deze zeer weinig
secure manier te doen toekomen.
Het geld is natuurljjk afgedragen aan
den eigenaar".
Ingezonden.
Kindervoeding is geen Tryfosa.
Naar aanleiding van bovenstaande gevoel
ik mjj verplicht een paar regelen neer to
schrijven.
.Kindervoeding is geen T r y f o s a."
Dc door ons gehouden collecte langs de hui
zon voor de «Kindervoeding", eene collecte
goedgekeurd door onzen E. A. Heer Burge
meester, is als geëindigd te beschouwen, maar
ook nu geeft zich onze boezem lucht. Niet
overal werden wjj op do juiste, zoo geliefde
wjjze behandeld. Meermalen werden wy ruw
bejegend, of op onaangename wjjze van de
deur gewezen. Vanwaar deze onhoffelijkhe
den Ik zal het u duidelijk trachten te maken.
Meermalen was het ons reeds kwalijk ge
nomen, dat wjj opnieuw onze ljjsten pre
senteerden, want zoo voegde men ons, en zeer
ten onrechte, too, jelui zijt er verleden week
ook geweest. Wy dachten eerst niet anders
of het was een praatje om van ons af te ko
men, doch hoe wjj hiertegen protesteerden,
het baatte niet, .wjj waren er de vorige week
ook geweest".
Eindcljjk werd ons dit duideljjk het was
de vereeniging .Tryfosa" geweest, die hare
lijsten ter teekening had aangeboden, die ons
.den loef had afgestoken."
Moge nu worden medegedeeld, dat .Kinder
voeding" niets, hoe genaamd niets, hoeft te
maken met .Tryfosa", dat «Kindervoeding'*
hoofdstreven is voeden" en naar ik vermeen,
Tryfosa's .kleoding".
En of, en dit moet ik aan het adres van
.Tryfosa" zeggen, en of zij nu wel de juiste
plaatsen bezoekt om hare offers uit te reiken,
betwjjfel ik nog sterk ook, daar wjj, en dit
gebeurt meermalen, eerst er op uit moeten,
kleertjes te vragen, voordat die kinderen kun
nen komen om gevoed te worden.
Het zou onze grootste en innige wenscli
zyn, dan ook bij «Tryfosa" te mogen aanklop
pen, dat zy ons dan van steun wilde zjjn, dat
wij haar dan de zoo juiste plaatsen voor haar
doel konden aanwijzen.
God zorgde er echter voor, dat mildeljjke
offers vloeiden. Het streven der kleine .luid-
jes", waar van .een Kindervriend" spreekt,
wordt alzoo reeds gezegend en vol moed en
vertrouwen klopten wjj ook aan bij bnnrman,
als wjj ook onheusch bejegend waren.
Ten stelligste namen w ji ons voor meer be
kendheid te geven aan .Kindervoeding" niet
ten nadeele van .Tryfosa" o neen, in het
minst mot, maar om onze geachte plaatsge-
nooten uit den droom te helpen.
Peullleton.
OIDEB GEHEIMZINNIGE
BESCHERMING.
Vrjj bewerkt door AMO.
18)
Het was of een geheimzinnige stem haar
toefluisterde, dat er wel iets zou gebearen
om het onzinnige huweljjksplan van haar va
der in duigen te werpen.
«Ik vertrouw, dat ge ernstig over mjjn
voorstel zult nadenken,» sprak de markies,
opstaande om heen te gaan.
.En zult gij dan ook nadenken over het
geen ik gezegd heb?" vroeg Marie met ver-
wonderljjke kalmte.
«Neen, Marie, ik zal zeker niet de taal
vergeten, die ge tegen mjj gevoerd hebt.
.Vader,» riep Marie, terwijl zjj op hem
toesnelde, .door zulke woorden doet go mjj
OBrecht. Ge weet, hoe lief ik n heb. Ik ben
steeds een gehoorzame dochter geweest, maar
dit huweljjksvoorstel vervult mjja hart met
afschuw. Alz ge mjj nog een weinig lief hebt,
aalt ge mjjn woorden billjjken.»
De markies was door deze woorden ge
troffen maar hjj wilde dit niet latan blijken
ea zeide na een poos
Ik wil u niet berispen, Marie. Alleen
weBsch ik, dat ge alle kinderachtige grillen
laat varen en dat ge bedaard nadenkt over
hetgeen ik u gezegd hebik beoog alleen
Ow welzjjn. Overweeg das rijpeljjk en laat
nw oordeel niet door dwaze eigenzinnigheid
beheerscben.'
Zoodra haar vader dit gezegd had, stond
hjj op en verliet' de kamer, zoodat Marie
hem niet kon antwoorden. Marie stond ins-
geljjks op, trad aan het venster en liet haar
blik in den tuin dwalen. Zjj dacht over alles
na, wat haar vader gezegd had on hoe meer
zjj daarover nadacht, hoe vaster haar besluit
werd, dat zjj nooit met Loon dé Maurès in
het huweljjk zou treden. Als haar vader het
ware karakter van den graaf zon leeren ken
nen, zou hjj de eerste zjjn om dit hvweljjks-
plan op te geven, hoopte zjj. Maar zjj wist
niet, hoe vastbesloten de markies op dit punt
was en voor de rust van haar gemoed was
het goed, dat zjj dit niet wist.
XIII.
Eduard Dumat was den geheelen middag
bezig geweest aan een teekening, die hj) voor
zjjn leerlinge had ontworpen, zonder eenig
vermoeden van hetgeen er tusschen Marie en
haar vader was voorgevallen. Juist was de
schets gereed, toen hjj bespeurde, dat dc zon
weldra zou ondergaan. Ter afwisseling besloot
hjj nu nog een wandeling te ondernemen
naar den heuvel achter het slo«, om de zon
te zien ondergaan.
Hjj laadde zjjn pistolen, stak ze in den
borstzak van zjjn jas, zette zjjn muts op en
verliet het slot.
Zjjn pad leidde door een dicht bosch, dat
links van den slottuin tot dicht bij den voet
van den heuvel voortliep. Hjj was juist op
den heuveltop, toen de dalonde zonneschijf
even de meest verwijderde kruinen van het
voorgebergte verlichtte, en weldra was hjj
zoo verzonken in den aanbltk van het heer
lijke schouwspel, dat hjj geen acht sloeg op
hetgeen er rondom hem voorviel. Indien hjj
teruggezien had naar het pad, dat hjj zoo
even had verlaten, zou hjj drie mannen be
speurd hebben, die voorzichtig den heuvel
naderden, het pad hjj den heuvel verlieten en
zich in hot houtgewas verscholen.
Onze jonge held bespeurde daar echter niets
vanhjj zag alleen het heerljjke schouwspel
voor zich en was een en al bewondering.
De zon ging onder in een zee van vloeibaar
goud. die de westerkim vergulde. Allengs ver
dween ook die zee van licht en maakte
plaats voor de schaduwen der duisternis.
Eduards bewondering ging nu over in een
gevoel van droeve verlatenheidhjj werd
zeer zwaarmoedig gestemd.
De dauw begon koud neer te vallen en
Eduard besloot naar het kasteel terug te
keeren. Hjj ging den heuvel af, doch had pas
enkele schreden gedaan, of hjj hoorde eenig
gedruiach achter zich, en omziende, bemerkte
hjj op korten afstand een man. Dadelijk ver
moedde hjj gevaar en snel greep hjj nnar
een zjjner pistolen maar vóórdat hij dit uit
den zak had kunnen halen, ontving hjj een
herige» slag achter op het hoofd, die hem
tegen den grond wierp en eer hij tot bezin
ning was gekomen, voelde hjj zich aange
grepen door drie sterke kerels, die hem de
armen op den rug bonden. Hij was niet zoo
bedwelmd, dat hjj niet opmerkte, wat mot
hem gebenrdc on toen hij weder op zijn
voeten stond, was hjj geheel tot bewustzjju
gekomen.
«Ziezoo, beste vriend, nu zul je toch wel
met ons mco willen gaan,» zei een der man
nen op spottenden toon.
Eduard spande al zijn krachten in om zich
van de boeien te bevrijden, ddcli dit gelukte
hem nietde touwen waren sterk en hjj had
zich hevige pjjn veroorzaakt.
,Wat beteekent dat alles, schurken?» riep
hjj terwjjl hjj dengene, die hem had aange
sproken, stoutmoudig in het gelaat keek.
.Niets anders dan dat wjj je met ons mee
willen nemen,» antwoordde do ander koel
bloedig. .Ga dus goedschiks mee en houd ons
niet langer op.»
.Zegt mjj slechts waarom.»
Stel je nu zoo onnoozel niet aan, beste
vriend dat kan je toch niet baten. Bon je
niet een deserteur?'
«Ha, ellendelingen, wil jelui daarmee je
gewelddaad bemantelen Neen, ik bon geen
deserteur.»
•Je bent het weije bent van het En-
gelsclie oorlogsschip gedeserteerd. Je tegen
stribbelen helpt je niemendal. Vooruit dus,
zonder verdere praatjes
Eduard moest wel gehoorzameu wat kon
hjj geboeid tegen drie sterke kerels uitrich
ten Hjj begon over zjjn toestand na te den
ken. De schurken hadden zjjn pistolen niet
ontdekt; hjj hoopte, dat zjj dit ook later niet
zouden doen, wellicht konden ze hem nog
eens te pas komen. Iljj vermoedde dadelijk,
dat graaf De Maurès de aanlegger van deze
tweede overrompeling was. Hjj hield hot er
voor, dat de graaf hem uit den weg wilde
ruimen en twjjiclde er niet aan, of men zou
hein het leven benemen, indien de graaf dit
voor zjjn plannen noodig achtte. Onze held
zag dadelijk in, dat weerspannigheid geheel
vruchteloos zou zjjn on zjjn toestand slechts
kon verergeren. In hot schemerlicht kon hij
duideljjk onderscheiden, dat zjjn geleiders
woeste kerels waren. Hij liep dus bedaard
tusschen hen voort en begon oen liedje te
Duiten, om hen in den waan te brongen, dat
hij zich volstrekt niet ongerust maakte. Men
voerde hem weg in noordweateljjkc richting
en weldra was hjj op dezelfde plek, waar
hjj onlangs de ontmoeting met den graaf had
gehad. Een weinig verder stond een open
wagen; ter zjjde van den wagen was oen
paard aan een boom gebonden. Daarheen
werd Eduard gevoerd en nadat men den
wagen van het zjjpad op den grooten weg
had getrokkeu, gelastte men hem, cr in te
klimmen. Twee der mannen plaatsen zich
naast hem om hem te bewaken, terwjjl de
derde voorop ging zitten en de teugels
greep.
Het rijtuig sloeg den weg in naar Saint
Alalo. Toen zjj het kasteel Fiselle voorbjj-
reden, was het reeds geheel donker, en Edu
ard kon het licht in de kamer van den mar
kies zien branden. Hjj tnurdc naar het venster
van de kleine kamer, waar Marie gaarne
zat, maar daar brandde geen licht Zjj was
dus waarschjjnljjk in haar eigen kamer aan
de tuinzjjdemisschien dacht zij op het
oogenblik aan hem.
Weldra hadden zij het kasteel verre ach
ter zich en Eduard zat in gedachten voor
zich heen te staren.
«Ik deuk, dat dit rijtoertje je niet bijzon
der bevalt,» zei de kerel, die rechts naast
Eduard zat, om den tjjd een weinig te
korten.
.Verplaats je maar eens in mjjn toestand
en vraag dan jezelf, of het jou zou bevallen,"
antwoordde Eduard.
,Nh, ik denk, dat ik cr ook niet veel schik
in zou hebben. Maar dan had je ook niet
mooten deserteeren.'
Houdt je toch stil met die gekkepraat;
je weet wel, dat ik geen deserteur ben riep
Eduard.
»Nu, wat heb je dan uitgevoerd Je weet
toch, dat we je als deserteur moesten oppak
ken. Of weet je dat niet
.Neen
Werkeljjk niet? En waarom zonden we
het dan hebben moeten doen? Vertel me
dat eens.
Eduurd wilde hem zeggen, dat hjj geloofde
dat de graaf Dc Manrès de aanlegger van
deze gewelddaad wasmaar gelukkig bezon
hjj zich. Do kerel had dc vraag zeer be
paald gestold, en toch lkg cr in den toon
van zjjn stem iets, dat twjjfel verried. Edn
ard bedacht, dat hjj zyn toestand misBchion
nog verergeren zou, als hjj zjjn vermoeden
ten opzichte van den graaf to kennen gaf,
vooral wanneer dit vermoeden gegrond was.
En daaraan twjjfclde hjj geen oogenblik.
«Komaan, zeg op, waarom zouden we jo
dan hebben moeten oppakken vroeg do
kerel weder.
Welnu, houdt het er voor, dat ik een
deserteur ben on dat jelui een goede beloo
ning voor je vangst zult krjjgen'» antwoordde
Eduard schjjnbaar onverschillig,
.Ah zoo,' grjjnsde de ander, .ik bemerk,
dat je langzamergand je zinnen weer bjj
elkaar krjjgt.'
Onze held bespeurde, dat zjju bewakers
elkaar een eiganaardigen blik toewierpen, en
hy was bljjde, dat hij zjjn vermoeden omtrent
don graaf niet had uitgesproken.
XIV.
Do dag was nauweljjks aangebroken of
onder de dienstboden op het kasteel Fiselle
werd hot gerucht verspreid, dat Eduard Du-
mat werd vermist. Hjj had don vorigen dag
niet aan den gemecnschappeljjken avond-
maoltjjd deelgenomen docht hierop bad mon
minder gelet, omdat het wol moor gebeurd
was, dat hjj met zjjn ouden vader, tüs dezo
hem bezocht, in oen andere kamer at.
(Wordt vervolgd.)