KLEINE COURANT
1 JANUARI 1899.
't Vliegend Blaadje
Welkomstgroet
voor HelderTexel en Wieringen
VALENTINE.
No. 2699.
Woensdag 28 December 189&
26ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 81.
ATaonnemeiit
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.12 l/s.
id. voor het Buitenland fl.25,id. f'2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentlên
van 1 tot 5 regela25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Artvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VHfJDAGSMORGEyS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Het volgende
o. van dit blad,
zal, met het oog op den
Nieuwjaarsdag, op Zaterdag
31 Dec verschijnen.
ADVERTENTIË* voor dat No. worden
nog aangenomen tot uit erl ij k V r y-
dagavond.
Aan'onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 4ejcwartaal 1898, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóóp 5 Januari, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2'/j Ct. beplakt
te worden.
Wc verzoeken onzen lezers
die, volgens gewoonte, een
aan Familie, Vrienden ol'
Begunstigers in ons blad
willen plaatsen, beleefde
lijk daarvan lijdia opgave
te willen doen.
DE ÜITGEVE1ÏS.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 27 December 1898.
Door Burgemeester en Wethouders werd
Vrydag jl. alhier ten Raadhuize openbaar
aanbesteed
1. De levering van benoodigdheden ten
dienste der gemeen te-reiniging, gedurende
1899. Ingekomen 2 inschrijvingen, van do
heeren F. H. de Goeü,voor haver ad f3.75
per H.L., raais f 5.66, zout f 6, groene zeep
f 12 per 100 K.G., petroleum f6, raapolie f24
per 100 liter, kaarsen f16, lucifers f4 por
100 pak, Eng. bezems f4.20, stalbezems f0.96
per dozijn J. van Brederode, voor raapolie
f28.24 per 100 liter,kaarsen f 16.40, lucifers
f 4.60 per 100 pak, Eng. bezems f 3.80, stal
bezems f 1.60 per dozijn.
2. De levering van brandstoffen voor de ge
meente-gebouwen gedurende 1899. 4 in
schrijvingen, van de beer en Joh. Dekker, voor
steenkolen 110 per 100 K.G., coces f 0.50 per
H.L., lange turf f0.50 en korte turf f 0.45
per 100 stuksP. Schagen Jr., steenkolen
f9.70, coces f 0.49, lange turf f 0.47l/%i korte
tnrf f0.44 J. Kruijf)",steenkolen f9.45, coces
f0.50, lange turf f'0.48, korte turf f 0.44 cn
P.Bandama, steenkolen f9, ooces f 0.55, lange
en korte turf f0.45.
Door het Bestuur van het Algemeen
Weeshuis alhier werd Vrijdag openbaar aan
besteed de levering van prima kwaliteit mar
garine, benoodigd gedurende 1899. Inge
komen 5 inschrijvingen, van do heeren I. de
Vries, ad f0.70; J- Weijcns f0.68; D.Hub-
beling f0.62 F. H. de Goey f0.60 en Jb.
Hofstee f0.60 per K.G.
By een krankzinnigen wonderdokter.
Uit Tjitjalengka (Java) schrijft, men
aan >De Loc."
Een Soendanees was er wanhopig over,
dat zijn 4jarig zoontje van de harde koorts,
die hem reeds geruimen tijd teisterde,
niet kon afkomen. Hij besloot daarom
naar een doekoen (wonderdokter) te bren
gen, die weliswaar vroeger kranzinnig was
geweest, maar toch in gunstigen reuk
stond, wegens zijn uitstekende medicijnen.
Toen de doekoen liet kind zag, werd hij
door zijn vroegere kwaal min of meer
bevangen. Met bloedroode oogon hoorde
hij het eerbiedig sraeekend verzoek van
den bedroefden vader om het kind te ge
nezen aan en vroeg dezen of hij dan bereid
was om alles te doen en toe te laten,
wat hij, wonderdokter, hem zou bevelen
of met het kind zou doen, hoe vreemd
het ook zijn moge, en tevens de onwrik
bare overtuiging koesteren, dat alles strekte
om den zieke zijn gezondheid te hergeven.
Nadat de vader hierop toestemmend had
geantwoord, prevelde de doekoen een gebed,
greep daaruaMiet kind bij een arm en
smakte het met hevige kracht tegen een
houten stijl van het huis aan, zoodat het
bewusteloos werd.
Gevolgd door den verblinden vader droeg
hij het vervolgens naar de rivier, en den
vader bovelend zijn kind bij het hoofd vast
te honden, prevelde hij weder een gebed
en een vlijmend scherp mes te voorschijn
halend, sneed de doekoen het arme wicht
den hals door, waarna hij, rillend van
duivelsch genot, overging het lichaam te
kerven en in stukken te snijden.
De moeder, die vader en*kind met een
bezwaard gemoed had zien vertrekken en
hoe langer hoe onrustiger werd, kon het
thuis niet meer uithouden en zocht hen op.
Haar door merg en been dringend gegil,
toen ze haar lieveling in een haast niet
te beschrijven toestand vond, dood de dor
pelingen te voorschijn komen cn den door
een woeste razernij bevangen wonderdok
ter onschadelijk maken.
23 December 1548, Maximiliaan van
Egniond overleden
Yoor 1536 streed Maximiliaan in het leger
van Karei V in Afrika, bij welken vorst
hij zeer in de gunst stond en die hem dan
ook verhief tot ridder van het Gulden Vlies.
In 1546 streed hij voor Karei V tegen de
vorsten van het Schmalkaldisch Verbond
en was kapitein-generaal van de Nederlan
den en stadhouder van Friesland, Overijsel
en Groningen. Hij bezat grooten rijkdom
en was gehuwd met Frau9oise De Lannoy.
Zijn eenige dochter Anna Van Buren was
de eerste gemalin van prins Willem den
Zwijger.
Goedkaop wildbraad.
In een café te Amsterdam kwam Dinsdag
een boertje binnen, die in een zak drie
mooie hazen had, doode hazen, die 'tniet
konden vertellen op welke wijze ze aan
hun snellen dood rraren gekomen.
Ons boertje verklaarde dat hij deze drie
hazen wilde verloten onder de gasten. Hij
zou acht loten uitgeven, voor con gulden
het stuk. De gasten echter hadden niet
veel trek in hazepeper, want maar één der
aanwezigen kocht een lot.
Het boertje zeide nu, dat hij de loterij
toch zou doen doorgaan en zelf de zeven
andere loten zou behouden. Hij had dus ze
ven kansen tegen één dat hij de drie lang-
ooren zou behouden.
De kooper van 't lot echter, die zijn gul
den bereids geofferd had, wilde deze kans
niet aannemen, doch het boertje bleef op
zijn stuk staan. Het was immers hetzelfde
wie de andere loten had. De loten werden
in een bakje gedaan en met de roulette
werd uitgemaakt, dat het boertje het eerst
mocht trekken.
De houder van 't ééne lot was een geluks
vogel. Want toen hij eindelijk aan de beurt
kwam, bleek dat hij de houder van het
prijslot was en voor één gulden in 't bezit
was gekomen van drie vette hazen. Het
boertje protesteerde eerst, doch daar de
zaak volkomen eerlijk in 't werk was gegaan,
hielp hem dit weinig.
Nu zeide echter de gelukkige trekker,
dat hij slechts voor de grap had medege
daan, daar zijn godsdiénst hem liet eten
van haas verbood. Ons boertje wilde de drie
hazen voor een gulden het slukterugkoo-
pen, doch er waren onder de gasten onder
wijl liefhebbers gekomen van een sumlpurtij
en de hazen deden opgold.
De gelukkige winner, ging met een paar
rijksdaalders, drie gasten gingen met een
mooien haas, het boertje met een >kut" in
den zak huiswaarts.
(Tel.)
Het meisje van 21 en een jonkman
van omstreeks 24 jaren, heiden te Utrecht
woonachtig, hadden elkander op een brui
loft leeren kennen en waren van dat
oogenblik af verliefd geraakt. De ouders
van het meisje hadden echter met deze
vryage weinig op, vooral omdat de jonge
man nog maar zeör weinig verdiende en
het naar de overtuiging te voorzien was,
dat daarin niet spoedig eene gunstige
verandering zal komen. Natuurlijk was
het paartje het met deze zienswijze in het
geheel niet eens en zagen zij met hun
verliefde blikken de toekomst lang zoo
donker niet in. Van de verkeering af
breken kon dan ook volgens hen geen
sprake zijn, dan liever alles trotseeren,
dan aan dien eisch der ouders toe te geven
wanneer het er op aan kwam zouden zij
hun weg best weten te vinden enz. Dat
het hun ernst was, bleek maar al te spoe
dig, toen op een gegeven oogenblik beiden
waren verdwenen en bij onderzoek aan
het licht kwam, dat zij zich over Maas
tricht naar Antwerpen hadden begeven en|
daar hun tenten hadden opgeslagen. In-
tnsschen hadden de ouders van liet meisje
de hulp der politie ingeroepen en dit den
vluchtelingen doen weten, waarop dezen,
blijkbaar beangst geworden, doch misschien
ook wel, omdat zij den bodem van hun
geldkist wat al te duidelijk zagen, met
hangende pootjes naar de ouderlijke woning
zijn teruggekeerd.
Tegen den verliefden jonker is inmid
dels een vervolging wegens schaking in
gesteld, zoodat dit zaakje voor hem nog
wel eens ernstiger gevolgen zou kunnen
hebben, dan hij zal hebben vermoed.
Men schrijft uit Friesland aan de rN.
R. Ct."
Hjj, die geen Friesch kent, gevoelt niet de
beteekenis van het woord .strünen"er is
geen Hollandsch woord dat de beteekenis er
van weergeeft. Wel Ijjkt •snuffelend rond-
loopen" er veel op, doch het juiste is het
niet. „Strünen" geschiedt vooral des Zondag
avonds en het z(jn vooral de boerenzoons teu
plattelande, die hierin groot vermaak hebben
en niet willen gelooveu, dat die aloude ge
woonte strafbaar gesteld is in ons Wetboek
vau strafrecht, dat het betreden van een an
ders grond zonder diens toestemming verbiedt.
Des Zondagavonds ontvangt de boerendoch
ter den vryer en weet men, dat Aaltje of
Geertje den hijheeft, dan gaat men 's avonds
en soms des nachts .strünen" oin de boerderij,
om het paartje te bespeiden.
Is de vryer een kameraad, dun waagt men
het niet zelden onder de ramen door in de
boerdery te klimmen, een deur los te breken,
om bij het paartje in de kamer te komen.
Dan gaat men niet eerder heen, vóórdat de
vryster getracteerd heeft, want bij de vrijerij
op het Friesche platteland staat de flescli ge
woonlijk op tulel. Dat inklimmen heeft zyne
gevaarlijke zjjdc. Het is nog ni$t lang geleden,
dat een boer een ströner, die onder een raam
doorkroop, voor een dief aanzag en zoo met
een sabel op het hoofd sloeg, dat de jongeling
aan de gevolgen bezweek.
Een koddig geval van «strdnen" viel dezer
dagen voor, wuarby de •strunore" benauwde
oogenblikken beleefden en beider Zondagsch
pai voor goed bedorven werd. Een boerenzoon
zou des Zondagsavonds gaan vryen by eene
boerendochter twee zyner kameraads besloten
te gaan .strfmen."
Met een mesje wisten zy do denr van den
kopstal te ontgrendelen bet ging den langen
koestal door en kwam aan het raiddenhnis.
Geen van beiden wist nu echter de inrich
ting van het woonhuis, op goed geluk deed
mfcn in het duister een deur open enmen
stond voor hot bed van don boer, die aan
inbrekers denkende direct den bedde uit
sprong en de jongelingen nazetto. Deze
boerenzoons als ze waren wipten tusseben
dfe koeien op den stal cn gingen knielend
liggen voor de rustige herkauwers. De boer
ijlde hen voorbij, sloot de deur nu voorgoed
en kwam met dochter en vryer cn last
not least een lantaren terug om te kyken,
noe de kerels toch wel in buis gekomen waren.
Bange oogenblikken voor onze klanten
Gewillig lieteu zij zich van onder tot boven
^flikken door de koeien, lydzaam lieten zy
F>c, hoe de beesten met bun hals langs bun
Zondagsch pak schuurden Wunt de boer
was nog woedendIn eens bemerkte de
vryer ben, hij glimlacht, doch zwijgt als het
graf. De boer beeft evenwel dat glimlachen
gezien, hy treedt met den lantaren op de stal
len en vindt onze avonturiers, geheel natge-
likt en van onder tot boven ondor het koe-
haar! Toen was zyn kwade bui over: de
„slrünore" waren genoeg gestraft liet twee
tal heeft zich na dit geval voorgenomen,
noeit weer te strfmen",
Oneerlijke Concurrentie.
Voor den strafrechter te Potsdam is
deze week een aanklacht behandeld door
een dagblad te Brandenburg gedaan tegen
een andere courant aldaar, die in een
reclame beweerd bad de grootste oplaag
te hebben. Bij het onderzoek bleek, dat
die »grootste oplaag" bierdoor was ver
kregen dat een zeer groot getal exempla
ren weken lang kosteloos was verspreid,
maar dat het getal abonnementen en wer
kelijk verkochte couranten verre was be
neden dat van den aanklager. De rechter
zag in die reclame een oneerlijke concur
rentie en verbood de verdere verspreiding
dier reclame op straffe van 500 mark voor
elke overtreding.
De griep woedt zoo erg te New
York, dat het gezondheidsdepartenient op
groote schaal maatregelen laat nemen tot
beperking van de epidemie. De straten
worden zorgvuldig schoongemaakt, alle
tramwagens ontsmet. Er zijn 35 men-
scben van influenza en pneumonie over
leden.
Ook te Washington breidt de griep zich
uit. De minister van marine is er ook
door aangetast.
Een voortvluchtig; bankier.
Onlangs stapte een deftig uitziend heer
in een der grootste hotels van Parijs af,
nam plaats aan een tafel en bestelde een
fijn diner, dat hij, toen het was opgediend,
niet den meesten smaak verorberde, doch
waarbij hij zich tevens een net opgevoed
mensch toonde. Toen hij aan het dessert
was, hield een rytuig voor het hotel stil,
waaruit een even deftig en ernstig heer
kwam stappen, die zich als detective be
kend maakte, wien was opgedragen een
voortvluchtig bankier, die zich aan bedrie-
gelijke bankbreuk had schuldig gemaakt, op
te sporen. Volgens den detective was het
zeer waarschijnlijk, dat hij zich in het
hotel bevond. Nauwelijks was hij dan ook
in d« eetzaal gekomen, waar de ander
zich nog aan het dessert te goed deed, of
hjj fluisterde den eigenaar in het oor
»Gij ziet het, dat mijn inlichtingen juist
waren. Daar zit hyMaar laten wij in
uw eigen belang eenige opschudding voor
komen, en zeg hem daarom, dat zyn vriend
baron L. buiten staat en hem wenscht te
spreken".
Natuurlijk werd aau dit verlangen vol
daan en wandelde de bankier naar buiten,
waar hy door den detective werd ingere
kend en in het rytuig gezet. Weldra rolde
het rytuig weg met ae beide heeren er
in. Nadat een paar dagen waren verloopen,
vond de eigenaar het zaak betaling te
gaan vragen aan het politie-bureau, waar
heen hij dacht de schuldige gebracht was.
Doch tot zijne ontzetting wist men daar
van het gebeele geval niets af. Hij had
namelijk met twee geslepen oplichters te
doen gehad
Benijdenswaard.
Luitenant Hobson hield dezer dogen to
Chicago een lezing over het geval met de
»Merrica". Na afloop omhelsden hom eeu
paar dames, anderen volgden en ten slotte
kuste Hobson er 165 af.
HET GROOTSTE BOEK.
Er is een boek, een lieerlyk boek,
Een boek door Hoogcr wezen
Geschreven, voor al wie maar kloek
Beproefd er in te lozen.
Dat groote boek geeft dag en nacht
Veel schoonheid ons te aanschouwen
Het spreekt ons van des schrijvers macht,
Doet ons op Hem vertrouwen.
Vol raadselen is 't grooto boek,
En vol geheimenissen
Maar 't spoort ons staag tot onderzoek,
En niemand kun hot missen.
By zomerweelde en winterwee,
Geeft het ons veel te lezen,
En deelt ons telkens wijsheid mee
Wyst ons op 't hoogste wezen.
Wij lezen telkens 'gaarne weer
In 't grootste boek der boeken,
En trachten daarbij keer op keer
Iets nieuws er in te zoeken.
Op berg cn dnin, in veld en dal,
Ook aan des Hemels bogen,
Brengt elke bladzy overal
Iets schoons cn goeds voor oogen.
't Boek der natuur, dat liefde ons schrééf,
Het werk van onsen Vader,
Leze ieder maar zoolang hy leev',
't Brenge ons den schrijver nader!
W. M. Tz.
Heldersche Mappen.
Voorzichtige bediende.
BediendeMynheer, daar is een dame om
u te spreken.
Patroon Ziet ze er nog al knap uit
Bediende: Ja, mynheer, heel knap.
Patroon (in de spreekkamer ziende)Nu
ik moet zeggen, dat je er een vreemden smaak
op na houdt.
Ik dacht dat het uw vrouw was.
Dat was ze ook
AWel, hoe is 't je in Amerika be
vallen
BMy dunkt, de gebraden eenden vliegen
daar nóg een paar meter hooger dan bij ons
Zekere heer D. ging onlangs een speciali-
teït raadplegen.
Deze onderzocht hem nauwkeurig
Zonderling, moilcer, zegt de vermaarde
medicus, je hebt net Jt zelfde gestel als ik.
Daarna schrjjft h\j den patiënt een recept
▼oor en eindigt met een beslist.vooral niet
meer rooken, hoor je
Terwyl hy dit zegt, steekt hy een versche
sigaar op.
Das, dat is zeer slecht voor mij, maar
goed voor u.
O ik ik stoor my nooit aan dok
terspraatjes.
OPETTIXjXJBTOJSI
13)
ZESDE HOOFDSTUK.
Valcntine's aanhouding was eerst bevolen,
nadat de gerechtelijke schouwing van me
vrouw Recliling's lijk had uitgemaakt, dat
deze dame aan vergiftiging door atropine was
overleden en zulks op grond van het ver
moeden, dat dit vergift haar was toegediend
tydena haar oponthoud in de woning van den
heer Zier te Wilmersdorf.
De dienstboden verklaarden, dat mevrouw
gezond en wel was uitgegaan en bij haar
terugkomst ongesteld was. Wilde men aan
nemen, dut zy by het ontbyt het vergift had
«gekregen, dan werd dat weerlegd door de
omstandigheid, dat het vergif niet zoo lang
op zyne uitwerking zou hebben laten wach
ten. Tijdens den rit naar Wilmersdorf en
terug kon zy geen atropine ingekregen heb
ben, of zij moest willens en wetens dit vergif
hebben ingenomen en dit was geheel on
aannemelijk.
De koetsier, die mevrouw Rechlig naar
Wilmersdort had gereden, was spoedig ge
vonden. Hij vorklaarde, dat hij de dame van
de Victoria8tr:iat naar Wilmersdorf had ge
reden, daar op haar gewacht had cn toen
zonder verder oponthoud naar de Victoria-
itraat was teruggekeerd.
Do beide dienstmeisjes, die, evenals de
dokter, do beschuldiging der stervende tegen
Valentine hadden gehoord, verzekerde by
hoog en by laag, dat juflrouw Zier niot in
staat was tot zulk een afgrijslijke misdaad.
De keukenmeid zeide, dat Valentine nooit had
kunnen zien, dat zy een lovenden viscli schoon
maakte, hoe zou zy dan een inensch het
leven benemen Minna zei, dat zij eerder
zelf zoo'n misdaad zou begaan dan juffrouw
Valentinedat was een engel van gednld en
goedheid. Beiden verklaarden, dat mevrouw
Rechling stellig ijlde, toen zij die zware be
schuldiging nitsprak en in zyn eerste verhoor
had de huisknecht hetzelfde verklaard.
De dokter daarentegen verklaarde dat de
sterrende volkomen bij haar bewustzijn was
geweestde dienstboden moesten naar waar
heid ook vertellen, welke heftige woorden
wisseling tusschen mevrouw Rechling en Va
lentine was voorgevallen, tengevolge waarvan
de gezelschapsjuffer op staanden voot het huis
had moeten verlatennatuurlijk was deze
verklaring ook niet geschikt om de beschul
digde te ontlasten.
Het gevolg was, dat bosloten werd mejuf
frouw Valentine Zier in verhoor te nemen.
Zy moest naar het gerechtsgebouw gebracht
worden on met deze taak word een commis
saris van politie belast, van wien men kon
verwachten, dat hij zijn last met beleid en
bekwaamheid zou uitvoeren.
De rechter Huuslcr, die belast was met het
voorloopig onderzoek, ging eveneens met veel
beleid te werk. Zoodra Valentine aan het ge
bouw was gekomen, liet hij haar binnenko
men en bood haar een stoel aan. Hij belnigde
haar zyn oprecht leedwezen, dut hy haar nog
zoo laat en naar hij zoo pas vernomon
had op een dag, dat zij zulk een droevig
varlies had geleden, moest lastig vallen. Hij
hoopte, dal hna gesprok niet te veel tyd in
beslag zon nemen.
Toen, tot het verhoor overgaande, was hij
er op bedacht, dit den vorm to geven van
een gesprek, zoodat Valentine had kunnen
denken, dat se een gezellig onderhoud had
met een beschaafd heer. wanneer ze niet ge
zien hud, hoe scherp hy haar gadesloeg en
niet had gehoord, hoe de pennen der schrij
vers op het papier krasten bij het neerschrij
ven van elk woord, dat gewisseld word.
Door eenige inleidende vragen kreeg de
rechter Hausler eeu goed begrip van de om
standigheden, waaronder Valentine was op
gegroeid en leidde toen verder het gesprek
op haar dienstbetrekking bij mevrouw Rech
ling. Het meisje gaf zonder eenige terug
houding op alle vragen antwoord het maakte
daarby een gunstigen indruk op den rechter,
dat zo op zoo'n zachten, toegevenden toon
sprak over de vrouw, die hem reeds zeer
ongunstig was afgeschilderd. Dit veranderde
echter geheel, toen haar plotseling ontslag en
de reden daarvan ter sprake kwatu. Zij tferd
stil en gaf slechts korte antwoorden, zoodat
de rechter ten laatste ronduit vroeg of tus
schen haur en den jongen heer Rechling een
inniger betrekking bestond.
Haar bleek gelaat werd donkerrood, xy
sloeg de oogen neer doch toen sloeg zy
die met een schaterenden blik weer op.
■Ja.' zei ze, »we hadden elkaar trouw bo-
loofd.
.Buiten weten van uw vader en van zijn
moeder?»
Mijn vader leed aan een hartkwaalelke
gemoedsaandoening kon hem den dood aan
doen en heeft hem ook den dood aange
daan,' voegde zij er zacht bij. .Voordat wy
zeker waren van mevronw Kechliug's toe
stemming durfde ik hem er niets van zeg
gen.'
«En twyfelde u daar aan Waarom
,Z\j was zeer rijk cn ik ben arm,» ant
woordde Valentine oprecht en zonder bitter
heid.
.Naar mijnheer Recblingjjs xyn eigen mees
ter, hij was niot afhankelijk van zyn moe
der,. merkte de reehter op.
,Hy hield veel van zyn moeder, ondanks
haar....» Zij brak af en vervolgde: .Hij was
een goed zoon en zon niet gaarne iets ge
daan hebben, wauraan zy haar goedkeuring
onthield.»
Dus, was mevrouw Rechling een hinder
paal voor uwe verbintenis,' zei de rechter
schijnbaar zonder eenige bedoeling.
.Dat vreesde ik,' bekende zy, de oogen
neerslaande.
.Hoe hoopte u dan uit dien moeielyken
toestand te raken
.Dat weet ik zelf niet,» bekende zy. «Ik
geef gaarne toe, dat het lafhartig van mc
was. Ik had Koenr mynheer Rechling niet
moeten terughouden zijn moeder met onze
verloving bekend te maken maar ik vreesde
zoo zeer voor den stryd, die onvermijdelijk
Volgen moestmisschien wachtto ik ook wel
op een gunstige wending....'
.Een gunstige wending,' herhaalde de
rechter, .wat bedoelt n daarmee?»
«Dat kau ik niet zeggen Hoe zou iemand
dat kennen, die de feiten niet in het aange
zicht durft zien?» zuchtte zy.^
.De straf liet ook niet lang op zich wach
ten
.Werd mevrouw Rechling door andere per
sonen op uw verhouding tot haar zoon op
merkzaam gemaakt
Valentine knikte toestemmend, met moeite
onderdrukte zij haar snikken. Alsof elk woord
met smart uit haar boezem opsteeg, ant
woordde zy
.En toen toen volgde een woordenwis
seling o, verschoon mij die te beschrijven
genoeg ik verliet het huis.»
,En mijnheer Rechling?»
.Nog dienzelfden avond zocht h(j my op
in de woning van mjjn vader, die gelukkig
reeds te bed lag, want die mocht van het
gebeurde niets weten. Ik had hem verteld,
dat ik eenige dagen thuis kwam doorbrengen,
omdat mevronw op reis was. Ik bezwoer
mynheer Rechling my niet te komen bezoe
ken, totdat ik mijn vader had voorbereid.
Wy spraken af, dat wij brieven mot elkaar
zouden wisselen, ik heb slechts éénmaal aan
hem geschreven, weinige uren voordat
voordat de catastrophe kwam
Zy verstomde de rechter wachtte eenige
oogenblikken vóór hy verder vroeg, want nu
kwam hij aan het beslissende punt.
.Mevrouw Rechling bracht u een bezoek.
Wat verlangde zy van u
Valentine zat onbeweeglijkz\j was nu
doodsbleek haar boezem zwoegde hoorbaar,
de zweetdroppels parelden op haar voor
hoofd.
.Ik kan het niet zeggen ik kan niet!»
bracht zy met moeite uit.
.Wilde zjj haar toestemming geven?'
Valentine schudde het hoofd.
.Wildo zij u bewegen om weor by haar
uw betrekking van gezelschapsjuffer te aan
vaarden
Weer schudde zy het hoofd.
.Mejuffrouw,» sprak de rechter op stren-
geren toon, «op haar sterf bed heeft mevrouw
Rechling van een paarlon halssnoer ge
sproken.'
(Wordt vervolgd.)