KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen. Ho. 2704. Zaterdag 14 Januari 1899. 27ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 81. Abonnoment p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/*. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEEKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidatraat. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENIS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn KALENDER DER WEEK. JANUARI, Louwmaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 8 u. 6 m. Onderg. n 4 u. 13 m. Zondag 15 Maandag 13 Dinsdag 17 Woensdag 18 Eerste Kwartier. Donderdag 19 Vrydag 20 Zaterdag 21 llit het Buitenland. Nog bij voortduring hecrscht in Frankrijk oen heftige strijd, naar aanleiding van de bekende Dreyfus-zaak. De partijer. staan scherp tegenover elkander. De eene partij juicht met hart en ziel de herziening van het in 1894 gewezen vonnis toe, en wendt alle moeite aan, om de invrijheidstelling van den banneling van het Duivelseiland te bevorderen en te bespoedigen de tegenpartij houdt vaat aan de schuld van den veroordeelde, en acht de herziening van bet vonnis een daad, waardoor de eer en de waardigheid van het nationale leger wordt bedreigd en aangetast. Heftig is de strjjd tussohen de beide partyen en ten blijke van die heftigheid werd dezer dagen door den heer Quesouy de Beaurepaire plotseling ontslag genomen uit zjjne betrek king vai President 'der Civiele Kamer in het Hof van Cassatie. Deze magistraat maakte zeer ernstig bezwaar, lid te bljjven van een Gerechtshof, waarin hy. schoon ook in eene andere afdeeling, zitting had, dat, naar zijne overtuiging in de behandeling der bewuste Dreyfus-zaak, en meer bepaald tegenover den getuige Picquart, niet de noodige onpartij digheid betrachtte. Daarvan wilde hy de verantwoordelijkheid niet mede dragen. De Minister van JuBtitie heeft geen bezwaar gezien het gevraagde ontslag te verleenen, doch alsnog geen aanleiding gevonden, op de aangevoerde beschuldiging van partijdigheid te antwoorden. De Minister stelt zicli voor, dit te doen, ter gelegenheid van eene inter pellatie in de Kamer van Afgevaardigden, welke zich wel niet lang zal laten wachten. Do Fransche dagbladen, die min of meer met den generaleo staf in betrekking staan, ajjn ten hoogste ingenomen met de opzien barende ontslag-aanvrage van don heer Qnes- may de Beaurepaire. Zij zien in het besluit van den President der Civiele Kamer niets meer of minder, dan een proteet van een der meest bekende rechtspersonen tegen de Cri- mincelc Kamer van het Hof van Cassatie, by het aanvullend onderzoek in de by de Dreyfus-zaak gevolgde handclswyze De vele vrienden van den afgetreden President hou den zich overtuigd van 's mans goed recht, en van de juistheid zyner beweringen. IntusBchen is bij de Regeering te Parijs een talegram uit Fransch-Guyana (Cayenne) aangekomen, behelzende de vorklaringen van Dreyfus in zijn verhoor. Dreyfus verklaarde, dat hy nooit een bekentenis heeft gedaan, in tegendeel heeft liij niet opgehouden, zijn on schuld te betuigen. Vóór hy gedegradeerd werd, had bjj nog het voornemen te kennen gegeven, om in het openbaar te verklaren, dut hy niet schuldig was, on dat zyn on schuld over twee of drie jaren wel erkend zou worden. Dreyfus ontkent evenzeer, dat hy eene bekentenis zou hebben afgelegd aan den directeur van het depót, waar hij nh zyne veroordeeling werd opgesloten. Op eene vraag, die hem daar werd gedaan, of hy niet enkele stukken had gegeven, om er andere, gewichtiger stnkken voor in de plaats te krij gen, had hg verzekerd, dal hy geei enktl stuk heeft afgegeven. Hg getuigde nog, dat hg aan geen soldaat der Republikeinsche garde en aan geen gendarme heeft bekeHd. Aan het slot van het verhoor verzekerde de veroordeelde opnieuw, dat hg altijd overtuigd geweest is, dat zyn onschuld erkend zou worden binnen 2 of 3 jaar. Do geruchten, die algemeen verspreid wa ren omtrent eene verpachting, of in bruik leen-geving van Delagea-baai, zgn dezer dagen van wega de Portngeesche regeering beslist tegengesproken. In den Senaat verklaarde de Regeering op eena deswege gedane vraag, van een der leden, dat alle in bnitcnlandsche bladen verspreide berichten over don afstand van genoemde baai ton ecuonmual onwaa Emile Zola schijnt besloten te zgn, gevolg te geven aan den wensch zyner vrienden ia Frankryk, ora zijn verblijf in het buitenland onbepaald te verlcagcn. Persoonlijk schijnt hy de overtnigieg te koesteren, dat hy nu wel naar Frankrijk zou kannen terugkeeren. Hy meent, dat men zyne zaak wel met rust zou laten, totdat het onderzoek van het Hof van Cassatie in zake het Dreyfns-vonnis zou zijn ten eiade gebracht. Ten slotte heeft hij zich echter neêrgelegd bij 't geen zyne vrien den 't meeBt geraden achtten, schoon hij voor zich opmerkt: .Ik bevind my nu al lang genoeg in veiligheid't is of ik tot niets meer deug,* Ten blyke, dat hot Prins George, de Re- gcerings-Commistaris van Kreta, volkomen ernst is met zijn streven, om, naar de bepa lingen van de overeenkomst der Europeesche mogendheden, ten spoedigste te voorzien in de dringende behoefte aan wetten, wordt thans gemeld, dat door Z. II. een commissie voor do wetgeving des lands is samengesteld. Deze commissie bestaat uit 16 leden 12 Christenen en 4 Mohammedanen. Zy heeft van den Prins in opdracht, onderscheidene wetsontwerpen voortebereiden, welke wets ontwerpen dun aan de eerlang byeenteroepen Nationalo Vergadering ter beoordeeling en (er beslissing rallen worden opgelegd. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 13 Januari 1899. Maandag 16 Jan. a.s. wordt in »Ti- voli" een vergadering gehouden van ge- noodigden, tot bespreking van de oprich ting van een Maatschappij tot exploitatie van 2 stoomtrawlers alhier, onder leiding van den heer G. Hofer. Aan mej. E. Akkerman geb. Visser, tderwijzeres aan eene openbare lagere school te 's Gravenhage, is een pensioen verleend, ad f113 's jaars. Woensdagnamiddag is in de gron den, waar de gebroeders Blokker zich bezighielden met garnalen visschcn, hun vlet door oen stortzee onderstboven ge worpen. Hun toestand was hachelijk, doch schipper Koningstein, die in de nabijheid was had het geluk hen te redden en behouden thuis te brengen. De Rijkspostspaarbank. Men schrijft aan de »Nieuwe Rottd. Ct." uit Amsterdam Een der groote zalen van het Paleis voor Volksvljjt is sedert eenige dagen een tooneel van vlijtigen arbeid. Van 's ochtends half negen tot 'a avonds half elf wordt er door bij de honderd man, meest onderofficieren van infanterie, artillerie, marine en mari niers, gecijferd. Het omvangrijk werk is de bijscbrjjving der rentebedragen op de rekeningen-courant der inleggers van de Rijkspostspaarbank. Deze rekeningen-courant hebben den vorm van losse kartons, en zyn feitelijk duplicaten der spaarbankboekjes in omloop, met dit verschil, dat men op de kartons een afzon derlijke kolom vindt, waarin een rente getal" verschijnt, verband houdende met de gedurende het jaar plaats gevonden operatiën, en waaruit het bedrag der gekweekte rente door eene kleine rekensom is op te maken. Het bedrag der rente wordt aan het saldo tegoed van den inlegger toegevoegd en dus terstond gekapitaliseerd, wat weer de opne ming vau een nieuw i-rentegetal" by aan vang van het nieuwe jaar vereischt. In het Paleis voor Volksvlijt gaan bij de zeven-honderd-duizend van die kartons onder de pennen der sergeants door. De vlugsten onder hen behandelen 1200 kartons per dag. Zij ontvangen een vaste toelage, en buiten dien eene bepaalde som voor het aantal door hen bewerkte kartons. Om te voorko men, dat deze premie tot te snel en daardoor tot slordig werken zou leiden, is op het maken van fouten boete gesteld. Op 31 December 1898 bedroeg het saldo-tegoed der 700,000 inleggers, zonder de rente, ongeveer 70 millioen gulden. Het gemiddeld te goed per hoofd was dus niet hooger dan honderd gulden, waaruit valt te concludeeren, dat de Rijkspostspaarbank beantwoordt aan het doel, dat de wetgever heeft willen bereiken dat zij waarlijk is eene spaargelegenheid voor den »kleinen man". Wel wordt zjj door enkelen nog gezocht als een deposito- bank zoo heeft zij onder hare inleggers ook vereenigiugen, die hare kasgelden niet zeiven willen beheeren. Maar de ervaring heeft geleerd, dat het saldo-tegoed der in leggers slechts voor een zeer gering deel als gedeponeerd geld en niet als spaarpen ningen is te beschouwen. Het aantal inleggers der bank is in het jaar 1898 met 65,000 vermeerderd, het saldo-tegoed met 6x/i millioen gulden. Deze cijfers, vergeleken met die van buitenland- sche rijksspaarbanken, daarbij in aanmerking genomen het aantal inwoners en de spaar- gelegenheden, hier en ginds, zijn voor Ne derland zéér gunstig. De rente onzer postspaarbank is bjj de wet op een maximum van 2.64 pet. ge bracht. Zy wordt van de kartons overge nomen iu de boekjes, welke daartoe door de inleggers moeten wo den ingezonden. Uit het verschil van het totaal der by te schrjjven rente, met de door de bank zelve gekweekte rente moeten de onkosten der instelling betreden, de voorschotten door het rijk verstrekt, terugbetaald en gelden opgelegd worden tot vorming van een reversefonds. Dit reservefonds iuoefc vooral dienen om den staat te dekken voor verliezen, welke zouden kunaen voort vloeien uit den volledigen staatwaarborg, den inleggers by de wet verzekerd. Met het oog op het belang van den staat bjj den aanwas van het reservefonds lijkt het vreemd, dat de regeering de bank met bjjzondere financieele lasten heeft be zwaard. Zoo moet zij bijvoorbeeld jaarlijks 10 cents per inlegger storten als vergoe ding van vrydom van port voor de stuk ken, welke de directeur met zyne inleggers wisselt. Die vergoeding beloopt dus nu ongeveer tachtig duizend gulden per jaar. Vermeld zij nog, dat de directeur van ons nationaal spaar-instituut de gewoonte heeft aangenomen, een in de Fransche taal gesteld extract zijner jaarverslagen in het buitenladd te verspreiden, met het ge volg, dat de instelling in den vreemde her haaldelijk zeer gunstig is besproken. Aan boord van de Texelsche blazer T X 112, schipper H. Eelrnun, is terwjjl hij Dinsdagmorgen in de Noordzee vis- schende waa. een droevig ongeluk plaats gehad. Bjj het uitzetten van den kor ge raakte hjj buiten boord, om jarameljjk te verdrinken. Pogingen ter redding moebten niet slagen. Hjj laat een weduwe en twee kinderen na. Verdelging van ratten In stallen Als geschikt raiddel wordt daartoe aan bevolen alle gaten met hontteer te bestrij ken. De ratten stikken dan uit gebrek aan lucht of komen te voorschijn en ster ven, daar zij geheel met teer zyn besmeerd. Men laat de ratten loopen waar zy willen, omdat, als zij in een ander gat geraken, hunne mederatten ook met teer besmetten of ze vedryven. En daar de teer niet snel opdroogt, zijn de daarmee besmeerde gaten voor langen tijd niet bewoonbaar. De heer E. Brandsma, de bekende Theehandelaar, schonk zijn afnemers een wandkalenderze geeft een bloeienden thee boom te zien, te midden van een rijken plantengroei aan den oever van het water. De almanak is zorgvuldig bewerkt en haar plaats waardig. Een honderdjarige. Bij de viering van haar 100-jarig bestaan, Zaterdag jl., heeft de »Alkmaarsche Cou rant" een gedenkschrift doen verschijnen. Daaruit blykt dat deu 6 December 1796 bij Adrianus Sterck, op de Oudegracht, die een drukkerijtje bezat en ook loterijbriefjes verkocht, verschenen is het eerste nummer der >Noord-Hollandsche Courant", een half vel schrijfpapier in 4 bladzijden groot, waaruit geboren is de tegenwoordige »Alk- maarsche Courant", die driemaal 's weeks verschijnt en een eervolle plaats inneemt in de groote rij van bladen, die in Noord- Holland boven het IJ verschjjnen. Nona. Ook in Den Haag heeft zich een geval van Nona of slaapziekte voorgedaan. Op Nieuwjaarsmorgen kreeg een bewoonster van de Rembrandstraat, na de gewone nachtrust genoten te hebben, een onweer staanbare behoefte om nog wat te gaan liggen. Er werd niets bizonders in gezien, haar man zou dan al vast vooruit gaan naar de ouders om te feliciteeren met het nieuwe jaar. Maar de vrouw bleef slapen en de geneesheer constateerde een geval van Nona. Tot Woensdag duurde de slaap en ging toen zacht en ongemerkt in den doodslaap over. Als een staaltje van den omvang van het verzekeringswezen deelt de directie der »Equitable" te Amsterdam ons mede, dat door de hoofddirectie te Newyork op 3 Januari voor meer dan vijf millioen dollar aan nieuwe verzekeringen is ontvangen. Het contingent aan suppletie-troepen, dat in 1899 naar Indië moet worden uit gezonden, bedraagt 2100 man. Hieronder moeten zyn 80 sergeanten van de infanterie, 30 militaire schrijvers, 70 cavaleristen, 200 artilleristen en 20 genie soldaten. Voor West-Indië bedraagt het 140 man, waarvan 100 bestemd voor Suriname en 40 voor Cura9ao. Zeehonden Ook op de Zeeuwsche stroomen wordt geklaagd over het nadeel, dat de zeehonden aan de visscherij, vooral de bot-visscherij, toebrengen, wat niet te verwonderen valt, wanneer men op de groote zandplaten de zeehonden by heele troepen bjj elkander ziet, die een enorm aantal vissollen veror beren en wel de grootste exemplaren. Jacht wordt op deze dieren haast niet meer gemaakt. Vermist wordt te 's Gravenhage een jeugdige dienstbode, de verloofde van een van de brandwachts, die bjj den brand in de Brood- en Meelfabriek het leven verloren. In een brief moet zij haar voor nemen te kennen hebben gegeven zich van het leven te berooven. De politie heeft verscheidene grachten afgedregd. Ultimo December 1898 bedroeg de bevolking van Amsterdam 243.678 mannen en 269.080 vrouwen, te zamen 512.758 zielen, tegen 503.045 op ultimo December 1897. Waarschijnlijk Vrjjdaguiorgen wordt het stoomschip Koningin Wilhelmina", van de My. >Nederland" uit Indië aan de Han delskade verwacht, met zich brengende een detachement koloniale troepen. Onder deze bevindt zich de fuselier Jelte Kuipers geboren te Barradeel, in Friesland, die door zyn kranig gedrag, zyn onverschrok kenheid tegenover den vijand, het ridderkruis der Militaire Willemsorde mocht verwerven. Hjj werd daartoe den 24en Mei 1897 be noemd. Het detachement wordt als gewoon lijk te IJmuiden door den kapt. comm. van alm., den heer Wijnmalen, ontvangen en naar Amsterdam geleid, waar de kranige Fries wel met muziek in het vaderland zal verwelkomd worden. Hy keert echter terug wegens zware ziekte, van welke wjj hem een spoedig her stel toewenschen. Uit Amsterdam meldt men De brandweer moest Woensdagmorgen vroeg uitrukken voor oen uitslaanden brand in de Czaar-Peterstraat, ontstaan in een schoenwinkel, door het springen v petroleumkachel. De vrouw des huizes riep haren man, die zwaar ziek te bed lag, toe, dat hij zich zou redden en vloog zelve door den winkel, die al overal brand had gevat, de straat op. De zieke man kon zoo spoe dig niet voorttoen hjj het bed verlaten had, was de weg door den winkel hem af gesneden. Daar was gelukkig een raam in zijn slaapkamer, dat uitgang had op een zijstraat. Door dat raam werd de zieke gered. Kinderen waren er niet. De winkel en de achterkamer zyn uitgebrand. Een trommel met geld van den winkelier werd in de achterkamer wel geblakerd, maar met onbeschadigden inbond teruggevonden. Door den heer D. C. Punt, 30 De cember jl. te Willemstad overleden, is vermaaktaan de Herv. Gem. een hofstede onder Fynuart, groot ruim 44 hectaren, met arbeiderswoningen, ook tuin en boom gaard te Willemstad, alsmede nog 27a lectaren land, waarvan de huur is bestemd tot tractoraontsverhooging der predikanten aan de diaconie-armen der Herv. Gem. 10 hectaren land en 3 huizen te Willemstad aan het Zendeling-genootschap en de Maatschappij van Welstand ieder f 1000 aan het Bijbelgenootschap en de Maat schappij de Bijbelverspreiding iu Noord brabant en Limburg ieder f 500, alles vrjj van successierechten. Geen liefhebbers meer. Dezer dagen maakte te Livorno (Italië) een deurwaarder den inventaris op bij een bankier, die failliet was gegaan. Hjj ge- Toelde zich ongesteld, ging naar huis en nauwelijks had hij zien te bed begeven, of hjj kreeg een beroerte en stierf. Een anderen deurwaarder werd opge dragen den inventaris op te maken. Hij werkte den ganschen dag en ging te 5 uur naar huis om te eten. Na het eten van een bord soep, werd hij ongesteld en een uur later stierf ook hij aan een beroerte. En nu is er te Livorno geen enkele deurwaarder te vinden, die den noodlot- tigsn inventaris wil opmaken. Levend begraven. 't Is een griezelig verhaal, dat van John Clark, een oud-gediende uit het invalide gesticht te Dodge City (Kansas), die twee dagen levend begraven is geweest. Clark had typheuac koortsen gehad en zjjn dok ter verklaarde, dat hy dood was. Clark werd met militaire eer grafwaarts gedra gen eu begraven. Maar eenige kameraden hadden daar geen vrede meêClark was altijd een slachtoffer geweest van flauwten en zijn laatste ziekte kon dit ziekelijk ver schijnsel wel ernstiger hebben gemaakt. Zjj hielden zoolang vol tot men bevel tot op graving gaf en al dadelijk bleek daarbjj, dat Clark van houding veranderd was. Men paste alle denkbare middelen op hem toe en mocht het voorrecht smaken den oud-gediende, die reeds zeventig was, zoo ver op te knappen dat er alle kans is, dat hy nog jaren in zyn invalidegesticht kan blijven. 't Gebeurde in Amerika, waaruit volgt dat Clark, dadelijk toen hy weer op de been was, geïnterviewd werd. Zijn gewaar wordingen zjjn te merkwaardig om ze niet woordelijk mee te deelen. »Ik heb geen oogenblik geheel mijn bewustzijn verloren en ik gaf rnjj zelf zeer goed rekenschap, dat ik levend begraven was. 't Was een verschrikkelijke gedachte, en toch kon ik niet schreeuwen, geen beweging maken ik was geheel machteloos. Toen ik dacht te zullen sterven, kreeg ik een welbehagelijk gevoel. Ik voelde geen pijn, niets dat mij hinderde en ik verbeeldde mjj een andere wereld binnen te gaan. Toen ik weer tot mijzelf kwam, merkte ik, dat ik nog in een doodkist lag en ik begreep dadelijk, dat ik niet gestor ven was, want ik had honger. Ik wist heel goed, dat indien ik in den heinel was, ik geen honger gehad zou hebben en dat wanneer het de hel geweest was, ik geen koude voeten gehad had." Het eerste gedeelte van den in ons blad reeds vermelden wedatrjjd tusschen locomotieven der Burlington en North- westsrn spoorwegen heeft plaats gehad. Deze werd door ae Nortwestern-locomotief gewonnen. Deze vertrok om 10 uur van Chicogo en arriveerde te Omaha te 7 u. 50 ,s morgens, 20 min. voor de Burlington aankwam, die om 9 u. 39 ver trokken was en te 7 u 47 arriveerde. Dat alle krachten werden ingespannen bljjkt wel uit het feit, dat de overwonnen ne gedurende 24 K.M. met een snelheid van 176 K.M. per uur reed; een record voor locomotieven. De correspondent van de >N. R. Ct." te Weenen, achrjjft over den anarchist Luocheni, die de Oostenrjjksche Keizerin vermoordde Het officiëuse Correspondenzburean be richt dat de bekentenissen over medeplich tigen, welke Luccheni in de gevangenis gedaan heeft, zoo vaag zjjn, dat ze voorloopig nog niet veel waarde hebben. De anarchist had nameljjk gezegd, dat hij nog twee makkers had gehad, de een met een revolver, de ander met een bom, die de Keizerin op haar wandeltochten be loerden, zoodat ze toch haar noodlot niet zou ontgaan zijn, al had Luccheni haar ook minder zeker getroffen. Het >Neue Wiener Tagblatt" zegt ech ter op grond van haar berichten dat de bekentenissen toch ernstiger op te vatten zyn, omdat Luccheni verklaard beeft, in Lausanne door een paar Italiaansche anar chisten tot zyn misdaad te zjjn aangezet. Ook jegens pastoor Blanchard heeft hjj zich in dien geest uitgelaten. Overigens moet de quaestie of de moord alleen uit Luccheni's brein opgekomen is, dan wel dat er een complot bestaan beeft, door de instructie reeds opgehelderd zijn. Men heeft de daarop betrekking hebbende ver klaring alleen geheim gehouden, omdat zjj allerlei bizonderheden over de organi satie der anarchisten behelsde, welke men te gevaarlijk achtte, om te publiceeren. De medeplichtigen, wier namen Luccheni weigerde te noemen, waren volgens de van te voren gemaakte afspraken dadeljjk gevlucht. Overigens moet de moordenaar zjjn bru taliteit reeds verloren hebben en door de opsluiting in het halfdonkere hok zeer gedwee geworden zjjn Sedert 1 Januari krijgen de soldaten in Oostenrjjk-Hongarije 's avonds om zes uur wat warms, hetzij soep of koffie of een toetje. Het Btaat de manschappen echter vry om van dat zesuurtje weg te blyven. En werkelijk, tot verbazing van velen, is in Weenen de opkomst goring. Msnschrjjft dat toe aan de voedzame mildheid van de Weensche keukenprinsessen jegens de sol daten. Onlangs liep een schip te Dungeness op het strand, en blet-f daar eenigen tijd in vrij ruw weer. Vijf aleepbooten waren uoodig om het af te brengen. Twaalf ma trozen weigerden nu echter, met het schip de reis naar San Francisco te vervolgen, aangezien zjj geloofden, dat het onzeewaar dig was geworden. Twee deskundigen aan den wal waren echter van meening, dat het schip de reis best kon aanvaarden. Drie van de matrozen lieten zich belezen, maar de negen anderen blevon er bjj, en zij werden tot zes weken dwangarbeid veroordeeld. De Daily Chronicle, die meent dat een matroos ook wel over de zeewaardigheid van een schip kan oordeelen, vindt die straf tiranniek en verwacht kwjjtsclielding. Een lepra-lyderes op een bal. Door een aanzienljjke familie te St. Pe tersburg werd dezer dagen den verjaardag van de dochter des huizes feestelyk her dacht. 's Avonds werd een bal georgani seerd, waarop de vriendinnen van de jonge dame waren genoodigd, onder wie zich de jonge barones Masich bevond. Toen het dansen zou beginuen, naderde een jonge dokter de barones en verzocht haar om de volgende wals. Zjj nam dc uitnoodiging aan, doch was niet weinig verbaasd, toen haar danser de opmerking maakte, dat hij eigenljjk niet danste, doch slechts de ge legenheid gezocht had, om eenige ver trouwelijke vragen tot haar te richten. Hebt u nog meer zulke vlekkeu aan uw lichaam, als ik daar aan uw hals be merk? vroeg hjj ernstig. Het meisje werd niet weinig verlegen, maar de dokter bleef hardnekkig op een antwoord aandringen. Ten slotte beant woordde zjj zjjn vraag bevestigend. Dan raad ik u ten sterkste aan, on- middelyk naar huis te rjjden, zeide hjj. Do jonge barones snelde, gevolgd door den dokter, naar haar vader en deelde hem weenend den raad van den dokter mede. Baron Masich werd woedend en verzocht van ongevraagde adviezen ver schoond te blijven, doch steeds dringender werd het verzoek van den dokter, zoodat vader en dochter eindelijk snel afscheid namen en naar huis reden. Den volgenden morgen vreeg vervoegde de dokter zich met drie collega's ten huize van Masich, die niet weinig verrast was, hen te zien Wilt gjj zoo goed zjjn, uw dochter te laten roepen, opdat ik de vlek aan haar hals nog eens kan zien Om my niet te vergissen in mjjn oordeel, ben ik zoo vry geweest, nog drie mjjner collega's mede te brengen. De oude baron geraakte buiten zich zelve van schrik. Maar wat wilt gjj dan toch van mjjn dochter vroeg hjj angstig. Uw dochter "heeft de lepra, was het korte antwoord. Men kan zich den schrik van den ouden man voorstellen. Het meisje werd daarna door de aadere dokters onderzocht, die het er over eens waren, dat de jonge ba rones werkeljjk lepra had. De familie had den zomer nabjj Riga aan zee doorge bracht en daar had het meisje bepaald de kiemen der vreeselijke ziekte in zich opge nomen, De doktoren twjjfelen aan net het herstel der zieke. Marine en Leger. Hr. Ms. .Zeeland" is alhier in. het droge- dok opgenomen en zal 1 Februari een reis naar West-Indië maken. Hr. Ms. pantsordekschip .Holland", pas seerde Dinsdagmorgen Dungencs. Bljjkens by het Dep. van Marine ontvan gen bericht is Hr. Ms. pantserdeksch p .Hol land", onder bevel van den kapt. ter zee J. J. de Bruyne, 11 dezer te Plymouth aangekomen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1