KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen m
No. 2731
Woensdag 19 April 1899.
27ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Attonnomont
3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.l21/s.
id. voor bet Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKXZOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuid»traat.
Advertentlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRtJDAGSMOKGENS vóór 10 uur nan de Bnreaux bezorgd zijn.
lilt het Buitenland.
In Frankrijk blijft de heftige strjjd over „de
zaak", d. i. de Dreyfus-zaak, voortduren, en
bij den voortgang der onthullingen door het
dagblad de .Figaro" wordt het er natuurlek
niet kalmer op. 't Genoemde blad deelt niet
alleen de stukken meê betreffende het onderzoek
der Strafkamer van het Hof van Cassatie,
maar het bevat ook artikelen, die in groote
mate de aandacht trekken zoowel van tegen-
als voorstanders der herziening van 't proces
van 1894. Zoo bevatte het dezer dagen een
stuk onder het opschrift: .Dat het het Hof
behage 1" waarin door den schrijver tot
het Hof de dringende vraag wordt gericht, dat
het waarheid aan het licht moge brengen. Om
herziening van het proces te verkrijgen, moet
er intusschen dus luidt het wettelijk voor
schrift een .nieuw feit" aan 't licht geko
men zyn, een feit, 'twelk niet bekend was bij
de oorspronkelijke rechters, 't Bestaan van zulk
een feit wordt door de bestrijders der herzie
ning, inzonderheid door de mannen van den
generalen staf, beslist ontkend. Er wordt van
die zjjde aangetoond, dat er, naar de letter
der wet, zulk //een feit" niet aanwezig is. De
schrijver van het bedoelde artikel in de .Figaro"
voert echter aan.Zulk een feit is er wel
degelijk, Cajaphassen, al weigort gij ook het
te zien en optemerken! Het nieuwe feit is, dat
deze zaak geljjkt op geene andere, dat haar
omvang de grenzen overschrijdt van het land,
't welk het treurige voorrecht heeft gehad, haar
het leven te schenken, datdegeheele beschaafde
wereld in dezen tijd de oogen op Frankrijk
gericht houdt. Zie, dit reeds is „een nieuw
feitEn dan eindigt de schrijver zjjn artikel
volgenderwijze: .Het behage daarom het Hof
van Cassatie, het Vaderland niet de onher
stelbare schade aan te doen, door, in naam van
Frankrijk, het geweten en liet menschelijk ge
slacht een slag in het aangezicht te geven
Hoe omvangrijk de getuigenverklaringen
zijn, die nu dagelijks onder de oogen van het
publiek worden gebracht, kan hieruit bljjken,
dat do .Figaro"' in 'tlaatst der vorige week
op eenmaal er 24 kolommen meê vulde. En
het blad heoft nog altyd voorraadIn de
laatstverschenen stukken komt nogal een en
ander voor omtrent Esterhazy, van wiea weinig
gunstigs wordt gezegd, hoewel aan zjjn verstand
en aan zijne geschiktheid om met menschen
omtegaan, hulde wordt gebracht. Door deze
eigenschappen sehjjuen ecliter velen om den
tuin te zyn geleid. Verzekerd wordt, dat Ester
hazy op tal van openbare plaatsen verklaard
heeft, dat Dreyfus onschuldig is. Over het ge
heel zyn de getuigenverklaringen ten aanzien
van Esterhazy, gegeven door personen, die
geacht mogen worden, hem van nabij te ken
nen, verre van vleiend.
Een der Fransche afgevaardigden heeft bij
de Kamer een wetsvoorstel ingediend, de
■trekking hebbende, om alle krachtmachines
te belasten met 5 francs voor elke paarden
kracht. Het bedoelde Kamerlid gaat daarbij
uit van de veronderstelling, dat machines,
welker nuttig gebruik hij intusschen niet af
keurt, leiden tot het benadeelcn van den han
denarbeid, en dus bevorderen de werkloosheid.
Hjj meent, dat de machines alleen voordeelig
zyn voor het kapitaal. Daarom wil hjj
ze belasten, met het doel ook, om de opbrengst
dier belasting aantewenden tot ondersteuning
en verzorging van werkloozen cn hetuitkee-
ren van pensioenen aan oude werklieden, voor
welke doeleinden anders de gelden zoo moei
lijk te vinden zyn.
De Spaansche Regeering, die thans aan
het bewind is, denkt er blijkbaar nog niet
aan, om het land geheel en al te doen schrap
pen van de ljjst der zeemogendheden. Wel is
de vloot in den Spaansch-Amerikaanschen
oorlog zoo goed als geheel verloren gegaan
wel heeft het land opgehoaden eene koloniale
mogendheid te zynwel zijn de hulpbronnen
des lands uitgeput toch wil de Regecring
do eer en het aanzien des lands trachten op-
tehouden door zich weêr in 't bezit te stellen
van eene vloot. De Minister van Marine stelt
zich voor dus luidt een bericht uit Madrid
om eerstdaags bij de Cortes een wetsont
werp intedienen voor den aanbouw van tien
pantserschepen. En nu reeds is bjj den Mi
nisterraad in overweging een ontwerp betref
fende den verplichten militairen dienst. De
Spaansche Regecring geeft dus blijkbaar den
moed nog niet opzjj wacht niet eens het
resultaat der Haagschc ontwapenings-confe-
rentie -af
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 18 April 1899.
Ook Ds. A. S. Schaafsma, te Boorn-
bergum, heeft voor het op hem uitgebracht
beroep naar de Geref. gemeente alhier,
bedankt.
- Aan het Ministerie van Marine werd
Vrijdag aanbesteed het bouwen en leveren
van een bottervaartuig met beschieting
mastgestel, tuig en zeilen voor den dienst
van het loodswezen in het 2de district,
't Laagst was ingeschreven door de naaml.
vennootschap »De Lastdrager" alhier,
voor i 6245.
- 's Gravenhage. Door het Dep.
van Marine is met den heer J. N Prins
alhier gecontracteerd voor de levering van
7000 K.G. oud zeildoek voor een som
van 3100 gld.
Lijst van brieven geadresseerd aan
onbekende.
Postkantoor Helder. 2e helft Maart.
Brieven.
1 W. Bal, Amsterdam. 2. Mej. W. A.
Keizer, Amsterdam. 3. Directie Landbouw-
bank, Oudkarspel. 4. Mej. T. Nieuwland,
Rotterdam. 5. K. de Boer, Rotterdam. 6.
M. Bakker
Briefkaarten.
1. W. Hartdorft', Amsterdam. 2. Wed.
Möhlmann, Amsterdam 3. Mej. D. Nellen,
Amsterdam. 4. S. Goudsmit, Amsterdam.
5. J. P. Bakker, Amsterdam.
BUITENLAND.
Brieven.
1. Mej. C. Windhous
De Scherm- en Gymnastiek-Vereeni-
ging Oefening kweekt Kunst' gaf Zater
dagavond in »Tivoli" als gewoonljjk
voor eene volle zaal hare laatste uit
voering in dit seizoen. Het uit 10 nummers
bestaande programma was ditmaal geheel
aan de gymnastiek gewijd. Onder directie
van den ijverigen directeur, den heer H.
J. Seeboldt, werd het, over 't geheel ge
nomen, kranig afgewerkt. De verschillende
afdeelingen der Vereeniging, die achter
eenvolgens optraden, toonden dat zij in de
verloopen wintermaanden niet hebben stil
gezeten, maar flink aanpakten, om zoo
flink mogelijk te voorschijn te komen. In
't bijzonder mag dit van de oudste adspi-
ranten worden gezegd, Eene mooie serie
stok-oefeningen, door hen uitgevoerd, zat
er goed in en had veel succes. In ruime
mate viel dit ook ten deel aan de Meisjes-
afdeeling, die eene serie orde-oefeningen
voor hare rekening had en lief uitvoerde,
't Deed ons genoegen te vernemen dat
deze afdeeling, die eenigen tijd kwijnende
was, thans weer oplevende is. Blijkbaar
wordt door de ouders nog altijd te weinig
begrepen hoe heilzaam de gymnastiek ook
voor meisjes isanders moest de toeloop
veel grooter zyn.
De voorbereidingsklasse gaf eene mooie
reeks staafoefeningen te zien en de Hoofd-
afdeeling handhaafde in verschillende nom-
mers haar ouden roem. De welgeslaagde
uitvoering werd met eene door bengaalsch
vuur beschenen apothéose besloten en ge
volgd door een gezellig bal, dat natuurlijk
niet zoo spoedig eindigde.
Bij koninklijke beschikking van 13
dezer is aan de Vereeniging van gepensi-
onneerde onderofficieren en minderen van
het Nederlandsche leger het praedicaat
•Koninklijke" toegekend.
De oudste Nederlander?
Te Groesseu is een der oudste, zooniet
de oudste inwoner van Nederland, de heer
A. Aleven, op ruim 102jarigen leeftijd
overleden.
Tot op het laatste oogenblik bleef hy
in het bezit van al zijne vermogens.
Met de nadering van den zomer
neemt de lust Tan de landloopers toe om
naar buiten" of zooals het door de
bedelaars genoemd wordt, naar den •kren
tentuin" te gaan.
Niet minder dan 70 landloopers wach
ten in 's Gravenhage op afdoening hunner
zaakjes, 26 stonden er reeds terecht en
werden voor het meerendeel naar de Rijks
werkinrichting gezonden.
Toen Donderdag de officier van
justitie te Haarlem 14 dagen hechtenis-
straf en opzending naar een rijkswerkin
richting voor den tijd van 2 jaar had
geëischt tegen Gerrit W., die reeds her
haalde malen wegens bedelarij was ver
oordeeld en ook nu weder deswege te
rechtstond. verzocht beklaagde van de
opzendiug verschoond te mogen blijven,
omdat hij wilde gaan trouwen met een
fatsoenlijk meisje, dat ook een beetje geld
had en hij dan voortaan niet meer zou
noodig hebben te gaan bedelen
De Haarlemsche rechtbank heeft den
tapper Pieter Bijl, aldaar, tegen wien
wegens heling van gestolen geld een jaar
gevangenisstraf werd geëischt, vrijgesproken
en zijn dadelijke invrijheidstelling gelast.
Men schrijft uit Haarlem
De ambachtsschool alhier kan gerekend
worden te behooren tot de bloeiende in
richtingen in deze gemeente.
Reeds voor de derde maal sedert haar
bestaan is uitbreiding noodig, er wordt
dan ook nu weder een vleugel bijgebouwd
om zoodoende meer ruimte te krijgen voor
de meubelmakers, wier aantal zich steeds
uitbreidt
Met den nieuwen cursus, die 1 Mei begint,
komen er weder 60 leerlingen by, terwjjl
aan 45 het einddiploma zal worden uit
gereikt, wegens volbrachten cursus. Die 45-
zijn reeds allen bij bazen geplaatst, wel
een bewijs, dat de belangstelling der bazen
in de school toeneemt. Dit toenemen van
belangstelling in het bestaan is zelfs wel
wat groot, want het komt in denlaatsten
tyd voor, dat patroons leerlingen aanne
men voordat zij den driejarigen cursus
hebben doorloopen, wat natuurlijk moet
zyn in het nadeel van leerling en school
beiden. Van de nieuw ingeschreven leer
lingen hebben de meesten het smeden als
ambacht gekozen.
Dit vak schijnt by de jongens in de
mode te zijn, doch het gevolg is, dat de
markt overvoerd raakt en ook nu doet
zich het geval voor dat alle volleerde
smidsleerlingen nog niet geplaatst zyn,
terwijl dit bij de schilders, meubelmakers
cn timmerlieden reeds lang het geval is.
Het fregatschip 4nnesley" omgewaaid.
Men meldt uit Rotterdam
Een ernstige scheepsramp, doch gelukkig
zonder persoonlijke ongelukken, heeft Vrij
dagmorgen alhier plaats gehad.
Den 28 Maart arriv.-erdehet i;/. ;ren drie
mast fregatschip »Annesley" kapt. Smith,
komende van Anto Fagasta en geladen met
salpeter, cargadoors de firma Ph. van
Ommeren.
Sedert 8 dagen lag het fregatschip ledig
aan de Binnenhaven O. Z. tegen loods 13
van het entrepotdok in afwachting van een
lading cement ballast.
De hevige stormen deden kapt. Smith
voor zyn ledig schip het ergste vreezen,
zware balken werden buiten stuurboord ge
hangen en verscheidene trossen aan bak
boord aan den wal vastgezet.
Ten 9.30 deed de kapitein nog om spoed
ballast telefoneeren, doch te laat, het schip
ging overhellen aan bakboord, de takels
braken af als bindtouw, de bemanning ijlde
van boord. Kapitein Smith hevig aangedaan
het laatst, en langzaam maar zeker stortte
het kolossale ijzeren fregatschip over de
wal, het houten hekwerk langs het entre
potdok verbrijzelende en staken de gedeel
telijk gebraste ra's door het dak van loods
13, al ware het van papier.
De splinters vlogen hoog in de lucht en
de ra's werkten steeds dieper in de loods,
waar de aanwezige werklieden in allerijl een
goed heenkomen zochten.
In de loods bevindt zich veel stukgoed,
doch daar ter plaatse meerendeels blokken
verfhout, waar de hevige stortregens weinig
schade aan kunnen aanrichten.
De kiel van het ijzeren schip ligt boven de
waterlijn en het schip maakt met de wal een
hoek van bijna 180 graden.
Welke ruïne in het schip is aangericht
is nog niet bekend, daar bij het afzenden
van dit bericht het schip nog steeds hellende
is en niemand zich aan boord durft wagen
Op het dek is natuurlijk alles door elkaar
geworpen en het takelwerk gesprongen.
Het was een laag tij water.
De directie der Handelsinrichtingen en
de opzichters van het Entrepotdok waren
onmiddellijk ter plaatse om veiligheidsmaat
regelen te nemen.
Op welke wijze het schip overeind ge
bracht zal worden is nog niet bekend.
Papier.
Naar het tijdschrift La Papeterie" me
dedeelt, heeft men in Berlijn met succes
hoefijzers, gemaakt van papier.
Het hoefijzer, gemaakt van sterk gecom
primeerd papier, wordt met vogellijm aan
den hoef van het paard bevestigd. Het is,
naar men zegt, licht en duurzaam, twee
niet te miskennen voordeelen.
Sedert eenigen tijd maakt men in A me-
rika ook fietsen van gecomprimeerd papier,
die. evenzoo sterk moeten zyn, als de an
dere machines, welke van metaal vervaar
digd zijn.
Dat het gebruik van papier voor bijzon
dere doeleinden reeds oud is, blijkt uit
eene mededeeling van bet te Londen ver
schijnende blad Paper and Palf", vol
gens welke men bij de opgravingen van
Porapeji schoenen heeft gevonden, die van
papier waren gemaakt. Deze schoenen
waren licht en waterdicht.
De indertijd veelbesproken >rolboot"
van den Franschen ingenieur Bazin is
thans te Liverpool in openbare veiling
gekomen. .Vlet die boot, welke twee jaar
geleden te St. Denis werd gebouwd en die
500,000 fr. kostte, werden twee proeven
in Frankryk en een in Engeland geno
men; maar zij voldeed niet aan de ver
wachtingen.
Zij bleef liggen te Liverpool en werd
daar nu geveild. Maar wat men er voor
bood, was beneden de waarde van de ma
terialen alleen, en daarom is zy opgehou
den.
Het eiltind van Kobinson Crusoe
Op het eiland, in welks nabijheid Robin-
son Crusoe schipbreuk leed, dat hij jaren
lang bewoonde en dat na behoort aan de
Zuid-Amerikaansche Republiek Chili, zal
een volksplanting gevestigd worden. Byna
iedereen weet, dat de geschiedenis van
Robinson Crusoe, door Defoe zoo onder
houdend geschreven, die is geweest van
zekeren Alexander Selkirk en het is eigen
aardig, hoe nauwgezet Defoe in zijn ver
haal vasthoudt aan dc voorvallen tijdens
Selkirk's verblijf op het eiland.
Zelfs aan de geschiedenis van Crusoe's
knecht Vrijdag ligt waarheid ten grondslag,
daar Selkirk op het eiland een Indiaan ont
moette en vriendschap met hem sloot. Deze
man was afgedwaald van een bende Indi
anen, die op het eiland waren geland en
toen hy de kust na lang zoeken bereikte,
waren zyn stamgenooten weder vertrok
ken. De dood van Selkirk's gezel was
echter niet zoo dramatisch, als die van
Robinson Crusoe's Vrydag beschreven is,
want Selkirk's Indiaan verdronk op zeke-
dag, toen hij op de vischvangst was, om
voor het middagmaal van zyn meester te
zorgen.
Zoo onvruchtbaar als het eiland Selkirk
toescheen, toen hy er voet aan land zette,
zoo begroeid is het nu. De vruchtboomen,
die hij meer dan tweehonderd jaar gele
ien plantte, hebben zich vermenigvuldigd
en perziken, peren, pruimen en druiven
vindt men in overvloed. Een man die op
het eiland een boerderij had gebouwd,
verliet zijn bezitting verscheidene jaren ge
leden plotseling en liet zijn vee achter.
Het gevolg is dat schapen, geiten en var
kens er nu in wilden staat gevonden wor
den, zoodat de aanstaande kolonisten er
naar hartelust op de jaebt zullen kannen
gaan. Bovendien wemelt de zee er van
visch, zoodat er ook bezigheid is voor
bengelaars.
Het eiland, dat in den Grooten Oceaan
ligt, wordt bewoond door eenige Duitscbe
en Chileensche gezinnen, tellende 15 per
sonen. Nu zal de Chileensche regeering
er een geregelde kolonie van muken en
ongeveer 150 ondernemende Chilenen
zullen de kern vormen van de nieuwe
nederzetting, die Crusoe-eiland" gedoopt
zal worden.
Een brutale straatroof heeft 11 Mrt'
op den weg tusschen Helvetia en Ma-
chadodorp (Transvaal) tusschen licht en
donker plaats gehad.
De heer Mijburg keerde te paard van
Pelgrimsrust terug, waar hij beesten ver
kocht bad, toen hy plotseling door twee
mannen werd aangevallen, van wie er een
zjjn paard bij deu teugel greep en een
revolver op zijn borst richtte, terwijl de
ander zijn jas open rukte en uit den
binnenzak zijn portefeuille haalde, die
f 5760 aan waarde bevatte.
De titel schoolmeester Is een beleedlginjr-
In een openbare, politieke vergadering te
Dedeusee in Duitachland betoogde een rede
naar, dat do school meesters aldaar zich zeer
schenen te interesseeren voor de samenwer
king tusschen Dationaal-liberalen en boeren-
bonders. De op de vergadering aanwezige
ondcrwjjzer Wöhler diende in verband daar
mede een aanklacht wegens belccdiging in
by de rechtbank, die den redenaar veroor
deelde tot een boete van 80 mark. In hoo-
ger beroep werd het vonnis bevestigd met de
opmerking, dat het woord schoolmeester, in
ceno openbare vergadering gebruikt, onver
schillig in welk verband, een beleediging is,
omdat het kwetsend voor den onderwjjzer is,
die gewoonljjk met den titel .mjjnheer de
onderwjjzer* en niet als mijnheer de school
meester* wordt aangesproken.
Een ongeluk.
Een vreeselijk ongeluk heeft in Zwitser
land in het Bieler-ineer plaats gehad. Men
is daar bezig een electriciteitsfabriek te
stichten en 12 man waren aan den arbeid
in een groote duikerklok, die in het water
was neergelaten. Dit toestel werd door
den snellen stroom van het water meege
sleept met het ongelukkig gevolg dat 4
werklieden verdronken.
Onderstaand adres is aan zijno Excellentie
den Minister van Waterstaat, Handel on
Nijverheid verzouden
Aan
zijne Excellentie den Minister van
WaterstaatHandel en Nijverheid.
Geven met den meesten eerbied te kennen,
den ondorgeteekonden, allen bcstuurderen der
na te noemen vereenigiogen
dat zjj mot het oog op recht en billjjk-
heid het zeor nuttig zouden achten er voor de
gemeente »den Helder" één Kamer van Arbeid
voor de Bonwbedrjjven van uwentwege worde
opgericht.
Reeds meermalen kwam het voor, dat er
geschillen ontstonden, welke niet afdoende
naar aller verlangen konden worden beslecht.
Wjj bedoelen hiermede slechts
le. hot niot nakomen door dc patroons der
regeling omtrent minimum-loon en m&ximalen
arbeidstijd, ingevoerd in deze Gemeente den
I Juli 1895,
2e. het niet algemeen verzekeren, door de
patroons, van werklieden tegen invaliditeit
en ongelukken,
3c. bctero naleving der uitbetalingen aan
onder-aannemers bij uitbestedingen, en
-le. do concurrentie aan de Bouwbedrjjvon
aangedaan door dc Rjjka-Werklieden.
Redenen, welke overtuigend bcwjjzen dat
een Kamer van Arbeid voor de Bouwbedrjj-
ven een ware behoefte is, waarom wjj Uwe
Excellentie de oprichting derzelve met den
mees ten aandrang verzoeken.
Het welk doende,
Uwe Excellentie Dienstwillige Dienaren,
1. Namens liet Bestuur der afdeeling don
Helder v/d. Nederlandsche Roomsch-
Katholiekcn Volksbond
(w.g.) J. A. Zoetelief, President.
Ch. v. d. Bilt, Secretaris.
2. Namens het Bestuur der Gecombineerde
Bouwvakvcrccniging
„Verbetering zjj ons Doel',
onder-afdeeling van bovengenoemde afdeeling,
(w.g.) J. F. Ambriola, President.
J. W. Bruikes, Secretaris.
3. Namens het Bestuur der Nederlandsche
N'ationale Wcrkliodon-Vorcen iging
onder do zinspreuk
•door Ordo on Spaarzaamheid tot Welvaart".
(w.g.) W. Hillenius, President.
J. Meskes, Secretaris.
4. Namens het Bestuur der afdecliDg .don
Helder" van het Nederlandsche
Werklieden-Verbond .Patrimonium".
(w.g.) P. Graaft', President.
P. Agema, Secretaris.
Namens de Commissie belast mot de
regeling dezer zaak
J. F. AMBRIOLA, Voorzitter.
W. R. ZITS, Secretaris,
le Molenstraat 22, deu Helder.
Den Helder, 14 April 1899.
Tijdstippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oo»t-lndlê:
i. aeopoat vin Amnturdnm
i. tcepuat vin Rotterdam
i. Holt. mail via Genua.
i Hol!, mail via Marsaille.
i. Praoacbe mail via Marseille
i. Engelache mail via Briuditi
Vaar Atjeh en de Oostkuit
van Sumatra
Duiuehe mail via Napels.
Naar Guyana (Suriname)
tecpoit via Amaterdam
mail over Engeland
i. mail via St. Nazaire
Datumder ter
po «l-ber.org.
Tjj dal. d. laat.
bualaliPoatk.
28 April
7.'sar.
21
7.—'aar.
26
7.— 'aar.
2 en 16 Mei
8.30 '«na».
21 April
7.—'aar.
28
9.—'a mor.
eiken Vrijdag
9.'a mor.
1 en 29 Mei
9.— 'a mor.
30 Aprilt 7.ai
nlS Mei 7.—'aai
7 7 ai
Naar Cura^ao, Bonaire en Aruba:
p. xeepoat via Amaterdam .1 80 Aprilt 7.—av.
p. mail via Soutiiampton j 25 3.10 na».
Naar St. Martin, St. Eustatlua en Saba
p. mail over Engelaod 1 en 15 Mei 7.— "tav
Naar Hr. Ms. .Zeeland" tot 7 Mei
naar B a h i a.
FEUILLETON.
5).
Toen Frans nu op een goeden dag niet
langer om het huis gedwaald had, doch er in
gekomen was en de mooie Anna tot vrouw
had gevraagd was do oude byna krankzinnig
geworden van kwaadheidhy had met een
stok op den brntalen jongen man los gesla
gen en hem het huis uitgejaagd, ofschoon
Anna hem gesmeekt had en gezegd dat zjj
liever het leven zoo laten dan haar Franz
te laten loopen.
Juist in die dagen had ook de districts-
rechter, die wel een rijke vrouw gebruiken
kon, den ouden Pollenz gevraagd, hem tot
zjjn schoonzoon te maken. De oude had
gaarne »ja' gezegd om voor goed een einde
te maken aan den minnehandel tusschen de
mooie Anna en Frans, bjj had zjjn dochter
gezegd, dat zjj den districtsrechter moest trou
wen, doch Anna had geweigerd. „Liever sterf
ik!« had zjj gezegd, .ge kunt mo voor het
altaar slepen, doch mij niet dwingen ja te
zeggen I on zoo had do districtarcchtcr, trots
de toestemming des vaders, eon blauwtje ge-
loopcn. Sedert was hy do doodsvjjand van
Franz Schornieder kind te Lnttuch wist,
dat bjj in het afgelegen huis een blauwtje
geloopen had ;hij was daarover veel bespot
geworden cn dat kon de Ituliuun Franz nooit
vergeven. Zoo ongeveer luidden de mededce-
lingen, die Mizku my deedzjj had mjj
gaarne nog meer verteld, want zjj kon goed
j>ratcc, doch ik vreesde dat haar langdurig
oponthoud in mjjn kamer in de gelagkamer
zou bemerkt worden, ik wenschte haar dus
„goeden nachten zond haar weg-
Het waren eigenaardige toestanden waar
van ik door Mizka kennis gekregen had.
Thans eerst begreep ik veel van het in de
gelagkamer gedurende de woordenwisseling
gesprokene, en do verbittering, die de dis-
trictsrechter jegens Franz Schorn toonde
een liefdesroman in een Slavisch dorp
Maar wat ging mjj dat aanWelk belang
kon een oude, zestigjarige natuurvorscher
hebben in de liefdeszaken van een hem onbe
kenden, wilden knaap en een onaangenamen
districtsrcchter, die aan geldgebrek en een
geloopen blauwtje leed Ik had volstrekt geen
plan mij in die vreemde zaken te mengen of
er mjj ook maar om te bekommeren. Niet
voor dit doel, doch om planten, vlinders en
kevers te verzamelen, was ik naar Luttach
gekomen en daarom besloot ik reeds den
volgenden morgen, mij niet bekommerende
om den liefdehandel tusschen Duitschers en
Slaven, te beginnen.
Ik kleedde mjj uit, klom op een stoel en
met een tlinken sprong kwam ik in het ver
wonderlijk hooge ledikant. Ik verzonk diep
in de met maïsstroo gestopte kussens. Een
mooi bod was het niet, doch een vermoeid
mensch slaapt ook goed op een slecht. Ik
had nanweljjks het naast het bed op een
nachttafeltje staand licht uitgeblazen, toen ik
in een diepen slaap viel.
II.
De in mjjn kamer schjjnende zon wekte
mjj reeds vóór vjjf uur. Ik stond op, kleedde
mjj vlug aan on ging naar beneden naar de
keuken, wuar Mizka reeds op den haard een
flink vuur had onstokeu. Zjj beloofde mjj, dat
binnen een kwartier mjjn koffie klaar zou
zjju, die zij mjj dan in den tuin zou brengen.
In den tuin trof ik reeds den kapitein, die,
vol genot zijn kort pjjpje rookeDde, tusschen
de perken op een neer ging. Bij ieder der
pas ontknopte rozen bleef hij staan, haar
mot genoegen beschouwende. IIjj groetto mjj
vriendoljjk.
Gjj schjjnt vroeg op tc staan, professor,
zeide lijj lachend, >ik dacht dat do men
schen uit de groote steden niet vóór acht
uur opstonden, doch gjj hebt geljjk, dat ge
uitzondering maakt, want de ochtenden en
avonden zijn bij ons het schoonste deel van
den dag. 's Middags schjjnt de zon zoo warm,
dat wjj niet ten volle van de Daluur kunnen
genieten. Kijk maar eens deze rozenknoppen,
hoe zjj ontbotten, aan elk hunner hangt nog
als diamant eeD fonkelend dauwdropje, zjju
ze niet prachtig mooi
Hjj praatte steeds door, toonde mij elke
pas bloeiende bloem in elk harer stelde hij
belang hjj leidde my door den goheelen, niet
zeer grooten tuin, aan het einde er van
opende hjj eene niet gesloten deur.
„Thans moet ik u voor alles de grootste,
of misschien de eenige bezienswaardigheid
van Luttach laten zien, volg u mij maar,*
zeide hjj door de geopende tuindeur mjj voor
gaande.
Na eenige schreden te zjjn voortgegaan,
stonden wij aan den oever van do bruisonde,
breode beek, die uit een zioh vlak boven ons
bijna loodrecht vereftenden rotsmond in al
haar waterkracht voortbruiste. Do rots moest
aan don voet geheel uitgehold zjjn, want uit
ontelbare kleinere en grootcrc openingen
stroomde het kristalhelder water met zulke
kracht, dat de talrjjko stroompjes dadolyk een
breede, diepe beek vormden.
.Dat is de Luttach,* zeide de kapitein,
aan den noordkant van den Nunos stroomt
de prachtige Wayna door een wild rotedal,
om op eenmaal spoorloos te verdwjjnen. Do
berg beeft haar in zjjn onpeilbare diepte op
genomen. Men zegt, dat de Wayna in den
Nanoa een onmetelijk diep meer vormt, daar
uit binnen in den berg verder stroomt, do
rotsen doorboort om hier als Luttachheek
weder voor den dag te komen. Mogeljjk is
dit zeker, want de Nanos en de geheele Karst
zjjn vol rotsholen. De beroemde Adelsberger
grot zou daar niet als eenig natuurwonder
bestaan, als onze bevolking niei te lui was
om de zich overal vertoonende holen en grot
ten dieper in den berg na te sporen. Wjj
hebben hier in de onmiddelyke nabjjheid van
Luttach twee holen, waarvan niemand weet
hoe diep zjj zjjn, want niemand heeft zich
nog ooit dc moeite gegeven er verder, dan de
gemakkeljjk te bereiken voorniimte, in door
te dringen.
„Dat is toch eigenlijk onverantwoordelijk,*
zeide ik, .als het gelukte hier een even
groote, even fraaie, even rjjk aan druipsteen
zijnd grot te vinden als de Adelsberger en
het vroemdclingenbezoek op te wekken, dan
kon Luttach evenals Adelsberg een aantrok-
kingspunt voor reizigers worden.*
De kapitein haalde de schouders op.
„Ik weet niet of ik dat den Luttachors
toewenschen mag, zjj zelf voelen daar tot
dusverre niets voor. Het is bovendien de
vraag of do grotten hier een groote uitge
breidheid hebben, en in elk geval is het
moeiljjk, ook gevaarlijk, ze te onderzoeken.
Ik heb er tot dusverre niet aan gedacht te
trachten in een er van verder door te drin
gen, doch ben gaarne, als gjj er lust toe ge
voelt, professor, bereid u te begeleiden.*
Ik nam gaarne het aanbod van den kapi
tein aan. Voor mjj had onder alle omstandig
heden het binnendringen in een tot dusverre
onbekend rotshol een groote aantrekkelijkheid.
Er leven in de diepte der Karstholen zeld
zame hol-kevers, die aan bepaalde holen ge
bonden zjjn. Hoe licht was het mogeljjk, een
tot dusverre onbeschreven, onbokondo soort
in die Luttacher grotten te vinden 1 Een der-
geluk vooruitzicht deed mjj de missehien
dreigende bezwaren en gevaren vergeten.
De kapitein lachttc, toen hjj de reden van
mjjn belangstelling hoorde. Dat iemand zich
voor het vinden van een nieuwen kever aan
ongemakken of gevaar wilde blootstellen, vond
lijj hoogst komisch, doch hjj was te beleefd
om dit te laten merken. Iljj beloofde te zul
len zoeken naar eenige flioke, moedige man
non, die, gewapend met fakkels, ladders en
touwen, ons in de holen wilden vergezellen.
Ik hoop,* zeide hjj, .dat ge een groote
hoeveelheid zeldzame holkevers zult verzame
len, doch al gelukt u dit niet, dan zult ge
toch, hoop ik, schadeloos worden gesteld door
dc kevers cn vlinders, die gjj op de hellin
gen van den Nnnoa zult vinden. Een Weener
natuurvorscher, die ongoveer tien jaar ge
leden een week of zes te Lnltach verblijf
hield, was geheel in de wolken over zjjne
gemaakte verzameling. De beste en zeld
zaamste rupsen heeft hjj in de buurt der kapel
St. Nicolaas gevonden, ik geloof op de bla
deren van beuken en eiken.*
Dit was een gewichtige modedceling Op
beuken en eiken leven de rupsen do Satur-
nia Caeeigena, die zeldzame Dalraatische
vlinder, die mjj tot mijn reis naar Luttach
verleid hadik was dadelyk besloten den
omtrek der kapel Su Nicolaas nog dien dag
te doorkruisen, naar St. Nicolaas zon mijn
eerste excursie zjjn.
Ik vroeg er den kapitein don weg been.
.Daarin kunt ge niet dwalen,' antwoordde
hjj, .er zjjn twee wegen, doch beide zjjn
even gemakkeljjk tc vinden. De eerste, vjjf-
tien minuten kortere weg, is in den bcginno
zeer steil en voor ongeoefende bergbeklimmers
zelfs gevaarljjk. Gjj kunt hem van hier uit
een oindweegs met hot oog volgen. Daar
ginds bjj dat wilde pruimenbosch begint hjj,
hjj gaat bjjna dadelijks over de rots naar
boven langs door de natuur in den steen ge
maakte deels hoogcrc, deels minder hooge
treden, die meest slechts even ruimte genoeg
voor den voet govcn. Een misstap, een uit-
gljjdcn kan treurige gevolgen hebben, wes
halve ik u niet kan aanraden dit nader rots
pad te kiezen. Het is niot lang. Na misschien
vjjf minuten bereikt ge een zeer goeden,
steeds over den berg gaanden weg, waarlangs
ge in ongeveer vjjftien minuten bjj het af
gelegen huis komt cn daar voorbij weder in
vjjfticn minuten tot de kapel St. Nicolaaa.
De tweede, even gemnkkelijk te vinden, teer
aanbevelenswaardige weg bnigt zich bij hot
laatste huis van Luttach van den straatweg
links af naar Adelaborg. Afwisselend voe
rende door weiden en eikcuhout, aljjgt hjj
langzaam bergopwaarts voorbjj do verspreid
liggende tuinen van het dorp Oberberg. Na
ongeveer een half uur scheidt zich bjj oen
groot crucifix de weg in tweeön.
(Wordt vervolgd.)