KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen m No. 2731 Woensdag 19 April 1899. 27ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 81. Attonnomont 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.l21/s. id. voor bet Buitenland fl.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BEBKXZOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuid»traat. Advertentlên van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRtJDAGSMOKGENS vóór 10 uur nan de Bnreaux bezorgd zijn. lilt het Buitenland. In Frankrijk blijft de heftige strjjd over „de zaak", d. i. de Dreyfus-zaak, voortduren, en bij den voortgang der onthullingen door het dagblad de .Figaro" wordt het er natuurlek niet kalmer op. 't Genoemde blad deelt niet alleen de stukken meê betreffende het onderzoek der Strafkamer van het Hof van Cassatie, maar het bevat ook artikelen, die in groote mate de aandacht trekken zoowel van tegen- als voorstanders der herziening van 't proces van 1894. Zoo bevatte het dezer dagen een stuk onder het opschrift: .Dat het het Hof behage 1" waarin door den schrijver tot het Hof de dringende vraag wordt gericht, dat het waarheid aan het licht moge brengen. Om herziening van het proces te verkrijgen, moet er intusschen dus luidt het wettelijk voor schrift een .nieuw feit" aan 't licht geko men zyn, een feit, 'twelk niet bekend was bij de oorspronkelijke rechters, 't Bestaan van zulk een feit wordt door de bestrijders der herzie ning, inzonderheid door de mannen van den generalen staf, beslist ontkend. Er wordt van die zjjde aangetoond, dat er, naar de letter der wet, zulk //een feit" niet aanwezig is. De schrijver van het bedoelde artikel in de .Figaro" voert echter aan.Zulk een feit is er wel degelijk, Cajaphassen, al weigort gij ook het te zien en optemerken! Het nieuwe feit is, dat deze zaak geljjkt op geene andere, dat haar omvang de grenzen overschrijdt van het land, 't welk het treurige voorrecht heeft gehad, haar het leven te schenken, datdegeheele beschaafde wereld in dezen tijd de oogen op Frankrijk gericht houdt. Zie, dit reeds is „een nieuw feitEn dan eindigt de schrijver zjjn artikel volgenderwijze: .Het behage daarom het Hof van Cassatie, het Vaderland niet de onher stelbare schade aan te doen, door, in naam van Frankrijk, het geweten en liet menschelijk ge slacht een slag in het aangezicht te geven Hoe omvangrijk de getuigenverklaringen zijn, die nu dagelijks onder de oogen van het publiek worden gebracht, kan hieruit bljjken, dat do .Figaro"' in 'tlaatst der vorige week op eenmaal er 24 kolommen meê vulde. En het blad heoft nog altyd voorraadIn de laatstverschenen stukken komt nogal een en ander voor omtrent Esterhazy, van wiea weinig gunstigs wordt gezegd, hoewel aan zjjn verstand en aan zijne geschiktheid om met menschen omtegaan, hulde wordt gebracht. Door deze eigenschappen sehjjuen ecliter velen om den tuin te zyn geleid. Verzekerd wordt, dat Ester hazy op tal van openbare plaatsen verklaard heeft, dat Dreyfus onschuldig is. Over het ge heel zyn de getuigenverklaringen ten aanzien van Esterhazy, gegeven door personen, die geacht mogen worden, hem van nabij te ken nen, verre van vleiend. Een der Fransche afgevaardigden heeft bij de Kamer een wetsvoorstel ingediend, de ■trekking hebbende, om alle krachtmachines te belasten met 5 francs voor elke paarden kracht. Het bedoelde Kamerlid gaat daarbij uit van de veronderstelling, dat machines, welker nuttig gebruik hij intusschen niet af keurt, leiden tot het benadeelcn van den han denarbeid, en dus bevorderen de werkloosheid. Hjj meent, dat de machines alleen voordeelig zyn voor het kapitaal. Daarom wil hjj ze belasten, met het doel ook, om de opbrengst dier belasting aantewenden tot ondersteuning en verzorging van werkloozen cn hetuitkee- ren van pensioenen aan oude werklieden, voor welke doeleinden anders de gelden zoo moei lijk te vinden zyn. De Spaansche Regeering, die thans aan het bewind is, denkt er blijkbaar nog niet aan, om het land geheel en al te doen schrap pen van de ljjst der zeemogendheden. Wel is de vloot in den Spaansch-Amerikaanschen oorlog zoo goed als geheel verloren gegaan wel heeft het land opgehoaden eene koloniale mogendheid te zynwel zijn de hulpbronnen des lands uitgeput toch wil de Regecring do eer en het aanzien des lands trachten op- tehouden door zich weêr in 't bezit te stellen van eene vloot. De Minister van Marine stelt zich voor dus luidt een bericht uit Madrid om eerstdaags bij de Cortes een wetsont werp intedienen voor den aanbouw van tien pantserschepen. En nu reeds is bjj den Mi nisterraad in overweging een ontwerp betref fende den verplichten militairen dienst. De Spaansche Regecring geeft dus blijkbaar den moed nog niet opzjj wacht niet eens het resultaat der Haagschc ontwapenings-confe- rentie -af NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 18 April 1899. Ook Ds. A. S. Schaafsma, te Boorn- bergum, heeft voor het op hem uitgebracht beroep naar de Geref. gemeente alhier, bedankt. - Aan het Ministerie van Marine werd Vrijdag aanbesteed het bouwen en leveren van een bottervaartuig met beschieting mastgestel, tuig en zeilen voor den dienst van het loodswezen in het 2de district, 't Laagst was ingeschreven door de naaml. vennootschap »De Lastdrager" alhier, voor i 6245. - 's Gravenhage. Door het Dep. van Marine is met den heer J. N Prins alhier gecontracteerd voor de levering van 7000 K.G. oud zeildoek voor een som van 3100 gld. Lijst van brieven geadresseerd aan onbekende. Postkantoor Helder. 2e helft Maart. Brieven. 1 W. Bal, Amsterdam. 2. Mej. W. A. Keizer, Amsterdam. 3. Directie Landbouw- bank, Oudkarspel. 4. Mej. T. Nieuwland, Rotterdam. 5. K. de Boer, Rotterdam. 6. M. Bakker Briefkaarten. 1. W. Hartdorft', Amsterdam. 2. Wed. Möhlmann, Amsterdam 3. Mej. D. Nellen, Amsterdam. 4. S. Goudsmit, Amsterdam. 5. J. P. Bakker, Amsterdam. BUITENLAND. Brieven. 1. Mej. C. Windhous De Scherm- en Gymnastiek-Vereeni- ging Oefening kweekt Kunst' gaf Zater dagavond in »Tivoli" als gewoonljjk voor eene volle zaal hare laatste uit voering in dit seizoen. Het uit 10 nummers bestaande programma was ditmaal geheel aan de gymnastiek gewijd. Onder directie van den ijverigen directeur, den heer H. J. Seeboldt, werd het, over 't geheel ge nomen, kranig afgewerkt. De verschillende afdeelingen der Vereeniging, die achter eenvolgens optraden, toonden dat zij in de verloopen wintermaanden niet hebben stil gezeten, maar flink aanpakten, om zoo flink mogelijk te voorschijn te komen. In 't bijzonder mag dit van de oudste adspi- ranten worden gezegd, Eene mooie serie stok-oefeningen, door hen uitgevoerd, zat er goed in en had veel succes. In ruime mate viel dit ook ten deel aan de Meisjes- afdeeling, die eene serie orde-oefeningen voor hare rekening had en lief uitvoerde, 't Deed ons genoegen te vernemen dat deze afdeeling, die eenigen tijd kwijnende was, thans weer oplevende is. Blijkbaar wordt door de ouders nog altijd te weinig begrepen hoe heilzaam de gymnastiek ook voor meisjes isanders moest de toeloop veel grooter zyn. De voorbereidingsklasse gaf eene mooie reeks staafoefeningen te zien en de Hoofd- afdeeling handhaafde in verschillende nom- mers haar ouden roem. De welgeslaagde uitvoering werd met eene door bengaalsch vuur beschenen apothéose besloten en ge volgd door een gezellig bal, dat natuurlijk niet zoo spoedig eindigde. Bij koninklijke beschikking van 13 dezer is aan de Vereeniging van gepensi- onneerde onderofficieren en minderen van het Nederlandsche leger het praedicaat •Koninklijke" toegekend. De oudste Nederlander? Te Groesseu is een der oudste, zooniet de oudste inwoner van Nederland, de heer A. Aleven, op ruim 102jarigen leeftijd overleden. Tot op het laatste oogenblik bleef hy in het bezit van al zijne vermogens. Met de nadering van den zomer neemt de lust Tan de landloopers toe om naar buiten" of zooals het door de bedelaars genoemd wordt, naar den •kren tentuin" te gaan. Niet minder dan 70 landloopers wach ten in 's Gravenhage op afdoening hunner zaakjes, 26 stonden er reeds terecht en werden voor het meerendeel naar de Rijks werkinrichting gezonden. Toen Donderdag de officier van justitie te Haarlem 14 dagen hechtenis- straf en opzending naar een rijkswerkin richting voor den tijd van 2 jaar had geëischt tegen Gerrit W., die reeds her haalde malen wegens bedelarij was ver oordeeld en ook nu weder deswege te rechtstond. verzocht beklaagde van de opzendiug verschoond te mogen blijven, omdat hij wilde gaan trouwen met een fatsoenlijk meisje, dat ook een beetje geld had en hij dan voortaan niet meer zou noodig hebben te gaan bedelen De Haarlemsche rechtbank heeft den tapper Pieter Bijl, aldaar, tegen wien wegens heling van gestolen geld een jaar gevangenisstraf werd geëischt, vrijgesproken en zijn dadelijke invrijheidstelling gelast. Men schrijft uit Haarlem De ambachtsschool alhier kan gerekend worden te behooren tot de bloeiende in richtingen in deze gemeente. Reeds voor de derde maal sedert haar bestaan is uitbreiding noodig, er wordt dan ook nu weder een vleugel bijgebouwd om zoodoende meer ruimte te krijgen voor de meubelmakers, wier aantal zich steeds uitbreidt Met den nieuwen cursus, die 1 Mei begint, komen er weder 60 leerlingen by, terwjjl aan 45 het einddiploma zal worden uit gereikt, wegens volbrachten cursus. Die 45- zijn reeds allen bij bazen geplaatst, wel een bewijs, dat de belangstelling der bazen in de school toeneemt. Dit toenemen van belangstelling in het bestaan is zelfs wel wat groot, want het komt in denlaatsten tyd voor, dat patroons leerlingen aanne men voordat zij den driejarigen cursus hebben doorloopen, wat natuurlijk moet zyn in het nadeel van leerling en school beiden. Van de nieuw ingeschreven leer lingen hebben de meesten het smeden als ambacht gekozen. Dit vak schijnt by de jongens in de mode te zijn, doch het gevolg is, dat de markt overvoerd raakt en ook nu doet zich het geval voor dat alle volleerde smidsleerlingen nog niet geplaatst zyn, terwijl dit bij de schilders, meubelmakers cn timmerlieden reeds lang het geval is. Het fregatschip 4nnesley" omgewaaid. Men meldt uit Rotterdam Een ernstige scheepsramp, doch gelukkig zonder persoonlijke ongelukken, heeft Vrij dagmorgen alhier plaats gehad. Den 28 Maart arriv.-erdehet i;/. ;ren drie mast fregatschip »Annesley" kapt. Smith, komende van Anto Fagasta en geladen met salpeter, cargadoors de firma Ph. van Ommeren. Sedert 8 dagen lag het fregatschip ledig aan de Binnenhaven O. Z. tegen loods 13 van het entrepotdok in afwachting van een lading cement ballast. De hevige stormen deden kapt. Smith voor zyn ledig schip het ergste vreezen, zware balken werden buiten stuurboord ge hangen en verscheidene trossen aan bak boord aan den wal vastgezet. Ten 9.30 deed de kapitein nog om spoed ballast telefoneeren, doch te laat, het schip ging overhellen aan bakboord, de takels braken af als bindtouw, de bemanning ijlde van boord. Kapitein Smith hevig aangedaan het laatst, en langzaam maar zeker stortte het kolossale ijzeren fregatschip over de wal, het houten hekwerk langs het entre potdok verbrijzelende en staken de gedeel telijk gebraste ra's door het dak van loods 13, al ware het van papier. De splinters vlogen hoog in de lucht en de ra's werkten steeds dieper in de loods, waar de aanwezige werklieden in allerijl een goed heenkomen zochten. In de loods bevindt zich veel stukgoed, doch daar ter plaatse meerendeels blokken verfhout, waar de hevige stortregens weinig schade aan kunnen aanrichten. De kiel van het ijzeren schip ligt boven de waterlijn en het schip maakt met de wal een hoek van bijna 180 graden. Welke ruïne in het schip is aangericht is nog niet bekend, daar bij het afzenden van dit bericht het schip nog steeds hellende is en niemand zich aan boord durft wagen Op het dek is natuurlijk alles door elkaar geworpen en het takelwerk gesprongen. Het was een laag tij water. De directie der Handelsinrichtingen en de opzichters van het Entrepotdok waren onmiddellijk ter plaatse om veiligheidsmaat regelen te nemen. Op welke wijze het schip overeind ge bracht zal worden is nog niet bekend. Papier. Naar het tijdschrift La Papeterie" me dedeelt, heeft men in Berlijn met succes hoefijzers, gemaakt van papier. Het hoefijzer, gemaakt van sterk gecom primeerd papier, wordt met vogellijm aan den hoef van het paard bevestigd. Het is, naar men zegt, licht en duurzaam, twee niet te miskennen voordeelen. Sedert eenigen tijd maakt men in A me- rika ook fietsen van gecomprimeerd papier, die. evenzoo sterk moeten zyn, als de an dere machines, welke van metaal vervaar digd zijn. Dat het gebruik van papier voor bijzon dere doeleinden reeds oud is, blijkt uit eene mededeeling van bet te Londen ver schijnende blad Paper and Palf", vol gens welke men bij de opgravingen van Porapeji schoenen heeft gevonden, die van papier waren gemaakt. Deze schoenen waren licht en waterdicht. De indertijd veelbesproken >rolboot" van den Franschen ingenieur Bazin is thans te Liverpool in openbare veiling gekomen. .Vlet die boot, welke twee jaar geleden te St. Denis werd gebouwd en die 500,000 fr. kostte, werden twee proeven in Frankryk en een in Engeland geno men; maar zij voldeed niet aan de ver wachtingen. Zij bleef liggen te Liverpool en werd daar nu geveild. Maar wat men er voor bood, was beneden de waarde van de ma terialen alleen, en daarom is zy opgehou den. Het eiltind van Kobinson Crusoe Op het eiland, in welks nabijheid Robin- son Crusoe schipbreuk leed, dat hij jaren lang bewoonde en dat na behoort aan de Zuid-Amerikaansche Republiek Chili, zal een volksplanting gevestigd worden. Byna iedereen weet, dat de geschiedenis van Robinson Crusoe, door Defoe zoo onder houdend geschreven, die is geweest van zekeren Alexander Selkirk en het is eigen aardig, hoe nauwgezet Defoe in zijn ver haal vasthoudt aan dc voorvallen tijdens Selkirk's verblijf op het eiland. Zelfs aan de geschiedenis van Crusoe's knecht Vrijdag ligt waarheid ten grondslag, daar Selkirk op het eiland een Indiaan ont moette en vriendschap met hem sloot. Deze man was afgedwaald van een bende Indi anen, die op het eiland waren geland en toen hy de kust na lang zoeken bereikte, waren zyn stamgenooten weder vertrok ken. De dood van Selkirk's gezel was echter niet zoo dramatisch, als die van Robinson Crusoe's Vrydag beschreven is, want Selkirk's Indiaan verdronk op zeke- dag, toen hij op de vischvangst was, om voor het middagmaal van zyn meester te zorgen. Zoo onvruchtbaar als het eiland Selkirk toescheen, toen hy er voet aan land zette, zoo begroeid is het nu. De vruchtboomen, die hij meer dan tweehonderd jaar gele ien plantte, hebben zich vermenigvuldigd en perziken, peren, pruimen en druiven vindt men in overvloed. Een man die op het eiland een boerderij had gebouwd, verliet zijn bezitting verscheidene jaren ge leden plotseling en liet zijn vee achter. Het gevolg is dat schapen, geiten en var kens er nu in wilden staat gevonden wor den, zoodat de aanstaande kolonisten er naar hartelust op de jaebt zullen kannen gaan. Bovendien wemelt de zee er van visch, zoodat er ook bezigheid is voor bengelaars. Het eiland, dat in den Grooten Oceaan ligt, wordt bewoond door eenige Duitscbe en Chileensche gezinnen, tellende 15 per sonen. Nu zal de Chileensche regeering er een geregelde kolonie van muken en ongeveer 150 ondernemende Chilenen zullen de kern vormen van de nieuwe nederzetting, die Crusoe-eiland" gedoopt zal worden. Een brutale straatroof heeft 11 Mrt' op den weg tusschen Helvetia en Ma- chadodorp (Transvaal) tusschen licht en donker plaats gehad. De heer Mijburg keerde te paard van Pelgrimsrust terug, waar hij beesten ver kocht bad, toen hy plotseling door twee mannen werd aangevallen, van wie er een zjjn paard bij deu teugel greep en een revolver op zijn borst richtte, terwijl de ander zijn jas open rukte en uit den binnenzak zijn portefeuille haalde, die f 5760 aan waarde bevatte. De titel schoolmeester Is een beleedlginjr- In een openbare, politieke vergadering te Dedeusee in Duitachland betoogde een rede naar, dat do school meesters aldaar zich zeer schenen te interesseeren voor de samenwer king tusschen Dationaal-liberalen en boeren- bonders. De op de vergadering aanwezige ondcrwjjzer Wöhler diende in verband daar mede een aanklacht wegens belccdiging in by de rechtbank, die den redenaar veroor deelde tot een boete van 80 mark. In hoo- ger beroep werd het vonnis bevestigd met de opmerking, dat het woord schoolmeester, in ceno openbare vergadering gebruikt, onver schillig in welk verband, een beleediging is, omdat het kwetsend voor den onderwjjzer is, die gewoonljjk met den titel .mjjnheer de onderwjjzer* en niet als mijnheer de school meester* wordt aangesproken. Een ongeluk. Een vreeselijk ongeluk heeft in Zwitser land in het Bieler-ineer plaats gehad. Men is daar bezig een electriciteitsfabriek te stichten en 12 man waren aan den arbeid in een groote duikerklok, die in het water was neergelaten. Dit toestel werd door den snellen stroom van het water meege sleept met het ongelukkig gevolg dat 4 werklieden verdronken. Onderstaand adres is aan zijno Excellentie den Minister van Waterstaat, Handel on Nijverheid verzouden Aan zijne Excellentie den Minister van WaterstaatHandel en Nijverheid. Geven met den meesten eerbied te kennen, den ondorgeteekonden, allen bcstuurderen der na te noemen vereenigiogen dat zjj mot het oog op recht en billjjk- heid het zeor nuttig zouden achten er voor de gemeente »den Helder" één Kamer van Arbeid voor de Bonwbedrjjven van uwentwege worde opgericht. Reeds meermalen kwam het voor, dat er geschillen ontstonden, welke niet afdoende naar aller verlangen konden worden beslecht. Wjj bedoelen hiermede slechts le. hot niot nakomen door dc patroons der regeling omtrent minimum-loon en m&ximalen arbeidstijd, ingevoerd in deze Gemeente den I Juli 1895, 2e. het niet algemeen verzekeren, door de patroons, van werklieden tegen invaliditeit en ongelukken, 3c. bctero naleving der uitbetalingen aan onder-aannemers bij uitbestedingen, en -le. do concurrentie aan de Bouwbedrjjvon aangedaan door dc Rjjka-Werklieden. Redenen, welke overtuigend bcwjjzen dat een Kamer van Arbeid voor de Bouwbedrjj- ven een ware behoefte is, waarom wjj Uwe Excellentie de oprichting derzelve met den mees ten aandrang verzoeken. Het welk doende, Uwe Excellentie Dienstwillige Dienaren, 1. Namens liet Bestuur der afdeeling don Helder v/d. Nederlandsche Roomsch- Katholiekcn Volksbond (w.g.) J. A. Zoetelief, President. Ch. v. d. Bilt, Secretaris. 2. Namens het Bestuur der Gecombineerde Bouwvakvcrccniging „Verbetering zjj ons Doel', onder-afdeeling van bovengenoemde afdeeling, (w.g.) J. F. Ambriola, President. J. W. Bruikes, Secretaris. 3. Namens het Bestuur der Nederlandsche N'ationale Wcrkliodon-Vorcen iging onder do zinspreuk •door Ordo on Spaarzaamheid tot Welvaart". (w.g.) W. Hillenius, President. J. Meskes, Secretaris. 4. Namens het Bestuur der afdecliDg .don Helder" van het Nederlandsche Werklieden-Verbond .Patrimonium". (w.g.) P. Graaft', President. P. Agema, Secretaris. Namens de Commissie belast mot de regeling dezer zaak J. F. AMBRIOLA, Voorzitter. W. R. ZITS, Secretaris, le Molenstraat 22, deu Helder. Den Helder, 14 April 1899. Tijdstippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oo»t-lndlê: i. aeopoat vin Amnturdnm i. tcepuat vin Rotterdam i. Holt. mail via Genua. i Hol!, mail via Marsaille. i. Praoacbe mail via Marseille i. Engelache mail via Briuditi Vaar Atjeh en de Oostkuit van Sumatra Duiuehe mail via Napels. Naar Guyana (Suriname) tecpoit via Amaterdam mail over Engeland i. mail via St. Nazaire Datumder ter po «l-ber.org. Tjj dal. d. laat. bualaliPoatk. 28 April 7.'sar. 21 7.—'aar. 26 7.— 'aar. 2 en 16 Mei 8.30 '«na». 21 April 7.—'aar. 28 9.—'a mor. eiken Vrijdag 9.'a mor. 1 en 29 Mei 9.— 'a mor. 30 Aprilt 7.ai nlS Mei 7.—'aai 7 7 ai Naar Cura^ao, Bonaire en Aruba: p. xeepoat via Amaterdam .1 80 Aprilt 7.—av. p. mail via Soutiiampton j 25 3.10 na». Naar St. Martin, St. Eustatlua en Saba p. mail over Engelaod 1 en 15 Mei 7.— "tav Naar Hr. Ms. .Zeeland" tot 7 Mei naar B a h i a. FEUILLETON. 5). Toen Frans nu op een goeden dag niet langer om het huis gedwaald had, doch er in gekomen was en de mooie Anna tot vrouw had gevraagd was do oude byna krankzinnig geworden van kwaadheidhy had met een stok op den brntalen jongen man los gesla gen en hem het huis uitgejaagd, ofschoon Anna hem gesmeekt had en gezegd dat zjj liever het leven zoo laten dan haar Franz te laten loopen. Juist in die dagen had ook de districts- rechter, die wel een rijke vrouw gebruiken kon, den ouden Pollenz gevraagd, hem tot zjjn schoonzoon te maken. De oude had gaarne »ja' gezegd om voor goed een einde te maken aan den minnehandel tusschen de mooie Anna en Frans, bjj had zjjn dochter gezegd, dat zjj den districtsrechter moest trou wen, doch Anna had geweigerd. „Liever sterf ik!« had zjj gezegd, .ge kunt mo voor het altaar slepen, doch mij niet dwingen ja te zeggen I on zoo had do districtarcchtcr, trots de toestemming des vaders, eon blauwtje ge- loopcn. Sedert was hy do doodsvjjand van Franz Schornieder kind te Lnttuch wist, dat bjj in het afgelegen huis een blauwtje geloopen had ;hij was daarover veel bespot geworden cn dat kon de Ituliuun Franz nooit vergeven. Zoo ongeveer luidden de mededce- lingen, die Mizku my deedzjj had mjj gaarne nog meer verteld, want zjj kon goed j>ratcc, doch ik vreesde dat haar langdurig oponthoud in mjjn kamer in de gelagkamer zou bemerkt worden, ik wenschte haar dus „goeden nachten zond haar weg- Het waren eigenaardige toestanden waar van ik door Mizka kennis gekregen had. Thans eerst begreep ik veel van het in de gelagkamer gedurende de woordenwisseling gesprokene, en do verbittering, die de dis- trictsrechter jegens Franz Schorn toonde een liefdesroman in een Slavisch dorp Maar wat ging mjj dat aanWelk belang kon een oude, zestigjarige natuurvorscher hebben in de liefdeszaken van een hem onbe kenden, wilden knaap en een onaangenamen districtsrcchter, die aan geldgebrek en een geloopen blauwtje leed Ik had volstrekt geen plan mij in die vreemde zaken te mengen of er mjj ook maar om te bekommeren. Niet voor dit doel, doch om planten, vlinders en kevers te verzamelen, was ik naar Luttach gekomen en daarom besloot ik reeds den volgenden morgen, mij niet bekommerende om den liefdehandel tusschen Duitschers en Slaven, te beginnen. Ik kleedde mjj uit, klom op een stoel en met een tlinken sprong kwam ik in het ver wonderlijk hooge ledikant. Ik verzonk diep in de met maïsstroo gestopte kussens. Een mooi bod was het niet, doch een vermoeid mensch slaapt ook goed op een slecht. Ik had nanweljjks het naast het bed op een nachttafeltje staand licht uitgeblazen, toen ik in een diepen slaap viel. II. De in mjjn kamer schjjnende zon wekte mjj reeds vóór vjjf uur. Ik stond op, kleedde mjj vlug aan on ging naar beneden naar de keuken, wuar Mizka reeds op den haard een flink vuur had onstokeu. Zjj beloofde mjj, dat binnen een kwartier mjjn koffie klaar zou zjju, die zij mjj dan in den tuin zou brengen. In den tuin trof ik reeds den kapitein, die, vol genot zijn kort pjjpje rookeDde, tusschen de perken op een neer ging. Bij ieder der pas ontknopte rozen bleef hij staan, haar mot genoegen beschouwende. IIjj groetto mjj vriendoljjk. Gjj schjjnt vroeg op tc staan, professor, zeide lijj lachend, >ik dacht dat do men schen uit de groote steden niet vóór acht uur opstonden, doch gjj hebt geljjk, dat ge uitzondering maakt, want de ochtenden en avonden zijn bij ons het schoonste deel van den dag. 's Middags schjjnt de zon zoo warm, dat wjj niet ten volle van de Daluur kunnen genieten. Kijk maar eens deze rozenknoppen, hoe zjj ontbotten, aan elk hunner hangt nog als diamant eeD fonkelend dauwdropje, zjju ze niet prachtig mooi Hjj praatte steeds door, toonde mij elke pas bloeiende bloem in elk harer stelde hij belang hjj leidde my door den goheelen, niet zeer grooten tuin, aan het einde er van opende hjj eene niet gesloten deur. „Thans moet ik u voor alles de grootste, of misschien de eenige bezienswaardigheid van Luttach laten zien, volg u mij maar,* zeide hjj door de geopende tuindeur mjj voor gaande. Na eenige schreden te zjjn voortgegaan, stonden wij aan den oever van do bruisonde, breode beek, die uit een zioh vlak boven ons bijna loodrecht vereftenden rotsmond in al haar waterkracht voortbruiste. Do rots moest aan don voet geheel uitgehold zjjn, want uit ontelbare kleinere en grootcrc openingen stroomde het kristalhelder water met zulke kracht, dat de talrjjko stroompjes dadolyk een breede, diepe beek vormden. .Dat is de Luttach,* zeide de kapitein, aan den noordkant van den Nunos stroomt de prachtige Wayna door een wild rotedal, om op eenmaal spoorloos te verdwjjnen. Do berg beeft haar in zjjn onpeilbare diepte op genomen. Men zegt, dat de Wayna in den Nanoa een onmetelijk diep meer vormt, daar uit binnen in den berg verder stroomt, do rotsen doorboort om hier als Luttachheek weder voor den dag te komen. Mogeljjk is dit zeker, want de Nanos en de geheele Karst zjjn vol rotsholen. De beroemde Adelsberger grot zou daar niet als eenig natuurwonder bestaan, als onze bevolking niei te lui was om de zich overal vertoonende holen en grot ten dieper in den berg na te sporen. Wjj hebben hier in de onmiddelyke nabjjheid van Luttach twee holen, waarvan niemand weet hoe diep zjj zjjn, want niemand heeft zich nog ooit dc moeite gegeven er verder, dan de gemakkeljjk te bereiken voorniimte, in door te dringen. „Dat is toch eigenlijk onverantwoordelijk,* zeide ik, .als het gelukte hier een even groote, even fraaie, even rjjk aan druipsteen zijnd grot te vinden als de Adelsberger en het vroemdclingenbezoek op te wekken, dan kon Luttach evenals Adelsberg een aantrok- kingspunt voor reizigers worden.* De kapitein haalde de schouders op. „Ik weet niet of ik dat den Luttachors toewenschen mag, zjj zelf voelen daar tot dusverre niets voor. Het is bovendien de vraag of do grotten hier een groote uitge breidheid hebben, en in elk geval is het moeiljjk, ook gevaarlijk, ze te onderzoeken. Ik heb er tot dusverre niet aan gedacht te trachten in een er van verder door te drin gen, doch ben gaarne, als gjj er lust toe ge voelt, professor, bereid u te begeleiden.* Ik nam gaarne het aanbod van den kapi tein aan. Voor mjj had onder alle omstandig heden het binnendringen in een tot dusverre onbekend rotshol een groote aantrekkelijkheid. Er leven in de diepte der Karstholen zeld zame hol-kevers, die aan bepaalde holen ge bonden zjjn. Hoe licht was het mogeljjk, een tot dusverre onbeschreven, onbokondo soort in die Luttacher grotten te vinden 1 Een der- geluk vooruitzicht deed mjj de missehien dreigende bezwaren en gevaren vergeten. De kapitein lachttc, toen hjj de reden van mjjn belangstelling hoorde. Dat iemand zich voor het vinden van een nieuwen kever aan ongemakken of gevaar wilde blootstellen, vond lijj hoogst komisch, doch hjj was te beleefd om dit te laten merken. Iljj beloofde te zul len zoeken naar eenige flioke, moedige man non, die, gewapend met fakkels, ladders en touwen, ons in de holen wilden vergezellen. Ik hoop,* zeide hjj, .dat ge een groote hoeveelheid zeldzame holkevers zult verzame len, doch al gelukt u dit niet, dan zult ge toch, hoop ik, schadeloos worden gesteld door dc kevers cn vlinders, die gjj op de hellin gen van den Nnnoa zult vinden. Een Weener natuurvorscher, die ongoveer tien jaar ge leden een week of zes te Lnltach verblijf hield, was geheel in de wolken over zjjne gemaakte verzameling. De beste en zeld zaamste rupsen heeft hjj in de buurt der kapel St. Nicolaas gevonden, ik geloof op de bla deren van beuken en eiken.* Dit was een gewichtige modedceling Op beuken en eiken leven de rupsen do Satur- nia Caeeigena, die zeldzame Dalraatische vlinder, die mjj tot mijn reis naar Luttach verleid hadik was dadelyk besloten den omtrek der kapel Su Nicolaas nog dien dag te doorkruisen, naar St. Nicolaas zon mijn eerste excursie zjjn. Ik vroeg er den kapitein don weg been. .Daarin kunt ge niet dwalen,' antwoordde hjj, .er zjjn twee wegen, doch beide zjjn even gemakkeljjk tc vinden. De eerste, vjjf- tien minuten kortere weg, is in den bcginno zeer steil en voor ongeoefende bergbeklimmers zelfs gevaarljjk. Gjj kunt hem van hier uit een oindweegs met hot oog volgen. Daar ginds bjj dat wilde pruimenbosch begint hjj, hjj gaat bjjna dadelijks over de rots naar boven langs door de natuur in den steen ge maakte deels hoogcrc, deels minder hooge treden, die meest slechts even ruimte genoeg voor den voet govcn. Een misstap, een uit- gljjdcn kan treurige gevolgen hebben, wes halve ik u niet kan aanraden dit nader rots pad te kiezen. Het is niot lang. Na misschien vjjf minuten bereikt ge een zeer goeden, steeds over den berg gaanden weg, waarlangs ge in ongeveer vjjftien minuten bjj het af gelegen huis komt cn daar voorbij weder in vjjfticn minuten tot de kapel St. Nicolaaa. De tweede, even gemnkkelijk te vinden, teer aanbevelenswaardige weg bnigt zich bij hot laatste huis van Luttach van den straatweg links af naar Adelaborg. Afwisselend voe rende door weiden en eikcuhout, aljjgt hjj langzaam bergopwaarts voorbjj do verspreid liggende tuinen van het dorp Oberberg. Na ongeveer een half uur scheidt zich bjj oen groot crucifix de weg in tweeön. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1