KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
vor HelderTexel en WIerIngen
So. 2735.
Woensdag 3 Mei 1899.
27ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. fc.
id. franco per post 75 id. fl.j.
id.voor het Buitenland fl.25, id. f2.(
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKilOUT Co., te Helder.
Bureau» i Spoorstraat en Zuid«traat.
Ad.v©rtontlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moettuiterlijk des DINSDAGS- en VRf.TDAGSMORGENS vóór 10 uur ann de Bureaux bezorgd zijn.
4 Mei 1814- herdacht.
't Was een angstige tyd, dien de bewoners
der gemeente Helder in de jaren 1813 en 1814
doorleefden. Nederland, sinds 1810 bij het
groote Fransche Keizerrijk ingelijfd, zuchtte
onder de yzeren scepter van Keizer Napoleon
I, en door den aanhoudenden oorlog met En
geland, leden handel, scheepvaart en njj verheid
in zeer groote mate, terwijl de kosten van het
oorlogvoeren door drukkende belastingen
moesten worden opgebracht. De voorspoedszoo
van den steeds zcgepralenden Keizor begon
echter eensklaps te dalenzjjn tocht naar
Rusland in 1812 bezorgde hem een zware,
schier onherstelbare nederlaag, en in 1813
werd zijn leger opnieuw bij Leipzig verslagen.
Aan zyne heerschappy kwam nu vaa liever
lede een einde, en in November 1813 schudde
men hier to lande het Fransche dwangjuk af.
Het .Oranje bovenweerklonk door 't ge
redde Vaderland, en de oudste zoon van den
laatsten Erfstadhouder, die in 1795 hot land
had moeten verlaten, landde to Scheveningen
en aanvaardde het Bestuur des lands, onder
den titel van Souvereïnen Vorst. De Fransche
troepen hielden echter nog een aantal vestingen
bezet, en onder deze de gemeente Helder, waar
de Admiraal Ver Heull het bevel voerde. Bijna
een half jaar lang duurde de insluiting van
deze sterkte, en angstige dagen brachten toen
de inwoners vaak door. De gemeenschap met
het overig deel des lands was afgesnedenal
leen bemerkte men van den zeedijk, dat op de
kerktorens van het eiland Texel de Oranjevlag
wapperde. Hoezeer reikhalsde men hier, om
in 't voorrecht, waarin men zich allerwegen in
't land mocht verheugen, te deelen, doch 't was
nog niet mogelijk. Admiraal Ver Heull hield
zich trouw aan den eed, dien hij den Keizer
had gezworen, en wilde van gcene overgaaf
weten. Te meer werd hij hierin gesterkt door
zyne officieren, grootendeels Fransclien, die
liever de inwoners met liunne woningen wil
den opofferen, om met de schepen in de haven
te ontkomen, dan do vesting in de handen der
Nederlanders overtegeven. De forten werden
dus zooveel mogelyk in staat van tegenweer
gebracht, de Spaaneche krijgsgevangenen, die
zich hier bevonden, werden in vryheid gesteld,
en van de matrozen, die herhaaldelyk van
hunne anti-Franschgezindheid deden blijken,
werd verlof gegeven, om naar hunne haardste
den te vertrekken. De Admiraal, zelve een
Nederlander, toonde zich steeds gunstig gezind
jegens de bevolking, en deed wat hij kon, om
de lasten der insluiting min drukkend te ma
ken. In Maart 1814 werd in den krijgsraad
besloten, dat een officier zich in 't geheim naar
Parys zou begeven, ten einde bevelen van den
Keizer te bekomen. Wie zou zulk een moeielijke
zending aanvaarden? De tocht, die niet anders
dan ter zee kon plaats hebben, was zeer ge
vaarlijk, omdat eene Engelsche vloot elk vaar
tuig, dat de haren uitzeilde, zou aanhouden.
Daar de Engelschen echter de visschers on
gemoeid lieten, meende men tot de uitvoering
van het plan zijn toevlucht tot een vissoher-
Bchuit te moeten nemen. De adjudant van den
Admiraal, de luitenant ter zee J. C. Rijk,
later Vice-Admiraal en Minister van Marine
in Nederlandschen dienst, bood zich voor deze
onderneming aan. Onder voorwendsel, dat hot
hem te doen was, om de stelling der Engelsche
vloot buiten gaats optenemen, wist hij den
visscherman Frans Oom overtehalen, hem van
dienst te zjjn. Hjj stak zich daarop in de klee
ding van een visscher en geraakte onder die
vermomming door de vyandelyke linie heen.
Oom en zyn knecht wilden nu naar de haven,
terug, maar Rjjk gelastte hun, den steven naar
Frankrijk te wenden. Hoe verbaasd keken zij
op bij dien eischl Toen zjj weigerden, sprak
de vermetele passagier hen aldus toe: ,En
toch verlang ik, dat gij mjjne bevelen stipt
zult volbrengen. Twee wegen staan uopen:
mjj al of niet te gehoorzamen. In het eerste
geval geef 'ku goud, in het tweede lood".
Bjj deze woorden haalde hy een paar pistolen
te voorschyn. Toen de verblufte vi3scher3 el-
ka&r daarop aanzagen zonder te antwoorden,
sprak Rijk: >Gij meent misschien, dat ik uwe
hulp noodig heb, om naar Frankrijk te komen,
maar dat hebt gjj mis. Als het lood een tocht
door uwe koppen gemaakt heeft, zal ik dit
vaartuigje alleen naar Frankrjjk sturen. Uwe
hulp behoef ik niet. Uw moest alleen
dienen, om my door deinden heen te
brengen. Neemt dus een besluit, want
wat ik u gezegd heb, is nlkomen ernst".
De visschers kozen het gooven het lood,
en volbrachten ook gelukkin tocht. Rijk,
te Boulogne aangekomen, »zjjne reis naar
Fraukrjjk's hoofdstad vooim na het vol
brengen zjjner instructiën, hij de beide
visschers weder op, die hec de havenstad
wachtten.
Men ging nu weèr onder naar Neder
land. In de nabijheid der Esche loot ge
komen, liet Ryk het net uiben, en nadat
er visch gevangen was, stuihy stoutweg
op de Engelsche schepen sten einde de
vangst te verkoopen. liyk He aan boord
van een der schepen, dat nkeunis droeg
van de zending van een officiear Frankryk,
en dat doze, mocht hij op orugreis aan
gehouden worden, zijn straf ian de ra ge
hangen te worden niet zugaan. Zijne
tegenwoordigheid van geestaf hem niet,
maar Ryk haastte zich toch, schip, waar
hij dit nieuws vernam, tevem. Men zette
den tocht voort, en de visschVachten den
koenen reiziger aan de steenglig van den
Helderschcn zeedyk behouden wal. Toen
de Engelschen later vernamen, 4e afgezant
van den Admiraal, als visscher ïomd, wer
kelijk bij ben aan boord wasg^st, waren
zij woedend, dat de prooi aan ne handen
was ontsnapt.
Eindelijk, in de tweede he-an April,
kwam hier het bericht aan, dieizer Na
poleon do kroon had nederge, en naar
Elbazou verbannen worden. Aaiaara klonk
dit nieHws den Helderschen in ooren. Op
22 April 's middugs, werd, zoox>p het fort
La Salie" (Erfprins), als op «hepen in
de haven, de Fransche vlag nehaald. Op
't fort werd zy door een witte vfervangeu.
Den velgenden dag kwamen hiiaa de Ne-
derlandsche generaal de Jongn do lieer
Verschuur van Alkmaar, om dorwaarden
van overgave mot den Admirke regelen.
Dit duurde tot Zondag den ls Mei. Op
dien dag, 's morgens 8 uur, ff door het
gemeentebestuur bekend gemaalat nu ieder
de Nederlandsche vlag uitstekenoranje dra
gen mocht. Dat gaf een vreugc Overal in
de Heldersche straten weerkloiet .Oranje
boven 1" en ieder spoedde zielen morgen
tempelwaarts, om voor de heugel.bevryding
het dankgebed ton Hemel te zsn, en om
gebeden uittestorten in plaatan als tot
nu toe voor den Franschen Keize- voor den
Soevereinen Vorst van Nederlt Nog op
dien dag werd op ,La Salie" witte vlag
door de Nederlandsche drieklerervangen,
en op Woensdag 4 Mei werdze vestiog
geheel verlaten door de Franscheio, volgens
de gesloten overeenkomst, metjgseer uit
trokken. De Admiraal begaf zich net eenige
officieren en matrozen aan booran de brik
Genie", zeilde naar de reede, en: een witte
vlag in top vertrok hjj den 9 Maar Havre
in Frankrijk.
De burgery van den Helder, felyk van
het gehate dwangjuk bevrijd, gach onmid-
delljjk aan vreugde-bedryven o: en nog
jaar aan jaar daarna herdacht i hier op
Bloeimaand's vierden dag de bqding van
deze langdurig ingesloten veste. hOsie ver
jaardag van dit feit werd in 18tiier luis-
terrjjk gevierd.
lilt het Buitenlid.
Dezer dagen werd te Parijs hvrees ver
wekkend gerucht verspreid en e wereld
ingezonden, dat in de Franschhoofdstad
gevallen van pestziekte waren v^ekomen.
De ziekte was, dus werd verz«rd, naar
Europa overgebracht door den «del in
oude tapijten uit Azië, en aanget souden
zyn eenige bedienden van een grcEarysch
handelshuis. Natuurlijk is naar 'tm 't ge
rucht vermeldde, onmiddellyk eeiauwkeu-
rig onderzoek ingesteld. En wal daaruit
gebleken Dat er niets van aan Noch
in de ziekenhuizen te Parys, no>bij par
ticuliere doctoren is een geval vaeetziekte
voorgekomen, en het is niet aantonen, dat
men er in geslaagd zou zyn, zulkrn geval
van ziekte geheim to houden, h denke
slechts aan de groote beweging, diooreeni-
gen tjjd te Weenen werd veroorzaakt, toen
daar een geneesheer, door onvoorzichtigheid
door die verschrikkelyke ziekte werd aange
tast. Men onderstelt nu, dal de concurrentie
in het handelsvak tot de verspreiding van
het looze gerucht heeft aanleiding gegeven.
Als deze meening juist is, dan moet men
toch zeggen, dat handels- en neringnyd soms
al heel ver gaat en tot zeer lage handelin
gen voert.
Omtrent de openbaarmaking te Parys der
stukken betreffende het onderzoek door de
Strafkamer van het Hof van Cassatie ten
aanzien van de Dreyfus-zaak ingesteld, wordt
thans het gerucht verspreid, dat die open
baarmaking te danken is aan ccne dame, de
dochter van een der ministers, die een einde
heeft willen maken aan do geheimzinnigheid,
en aan do pogingen, om dc openbare meening
op een dwaalspoor to leiden. Deze jonge
dame zou bereid zijn, zich bekend te maken,
ingeval de verdenking op een ander mocht
vallen. Zij zou de volle verantwoordelijkheid
voor haur daad op zich willen nemen. Dit
feit dus wordt opgemerkt verklaart de
geringe straf, welke aan hot dagblad de
.Figaro* is opgelegd, te meer als men be
denkt, dat een vertegenwoordiger van een der
vurigste bladen, welke de herziening van het
Dreyfus-vonnis bestrijden, naar den president-
minister was gegaan, om hem te vragen den
directeur der «Figaro» onmiddellyk in hech
tenis te nemen. Onder het opschrift:
Duitschland en de Dreyfus-zAak wordt thans
door een Engelsch blad medegedeeld, dat dc
Duitsche Regeering te dier zake eene nota
tot die van Frankrijk gericht, en daarin ver
zekerd heeft, dat de Duitsche Regeering
ten langen laatste zeer waarschijnlijk tusscheu
beide zal moeten komen. Zij zal er, op de
tot dusver gevolgde wjjze toe moeten beslui
ten, den Duitschen officieren, die herhaalde
lyk hebbon aangedrongen, om in zake het
Dreyfus proces te mogen spreken, daartoe
verlof to verleenen. Wat daarvan het gevolg
moet worden
In Amerika bestaan in vclo opzichten an
dere gewoonten en gebruiken dan by ons in
de Oude Wereld. Daar heeft men o. a. by
de redactiën van dagbladen een aantal ver
slaggeefsters in dienst, die vaak zonderlinge
opdrachten ontvangen. Zoo kreeg onlangs een
jong Amerikaansch meisje, verslaggeefster van
een groot New-Yorksch blad, den last, om
eens proefondervindelijk kennis te maken met
de meer of minder groote liefdadigheid harer
stadgenooten. Als bedelares gekleed, met een
versleten japon, kapotte laarsjes en een ou
den hoed, belde zij aan verscheidene voor
name huizen der groote stad aan. Geld vroeg
zy niet dan zou men wellicht in 't geheel
niet naar haar hooren. Belecid vroeg zy om
een stuk brood, en zij meende, dat men haar
diu» niet zou wegzenden. Zij droeg een mandje
aan den arm, dat wel wat klein was, om
zooveel, wat haar te wachten stond, te kun
nen bevatten. Zij ging uit inct het vooruit
zicht, dat hetgeen zij ontving met gretige
handen door arme kinderen zou worden aan
vaard. 't Eerst belde zy aan een prachtig
huis, van hardsteen gebouwd, met een statige
entrée, gebeeldhouwd, ryk versierd. De def
tige bediende vertoonde zich in do vestibule,
on bekeek haar, met een minachtenden blik,
van 't hoofd tot de voeten. De man verwij
derde zich, zonder een woord to zeggen. Zy
ging dus heen, en beproefde nu nog eens
eene poging aan de deur der dienstboden.
Op haar bellen deed een keurig gekleed dienst
meisje open. «Geef mij, als t 11 belieft, iets
te eten!" sprak de bedelares beschroomd. De
meid keek haar echter nvt zooveel verach
ting aan, dat zij, met moeite vu glimlach
onderdrukkend, haar vrrag horhaul I .Neen",
snauwde de meid, waarop zy <le 'leur dicht
smeet. Aanmoedigend was dit begin nu juist
niet. Do verslaggeefster moest echter voort
gaan. Zij deed overal gelyko ervaring op.
Eén huis leverde een uitzondering. Daar
kreeg zy van een aardig Fransch kamenier-
tje twee dikke, goed gesmeerde boterhammen,
met do medelijdende opmerking, «dat het
toch wel hard moest zyn, om eten te vragen!"
By een zeer voornaam heer, die als een
echte smuller bekend stond, antwoordde de
meid op haar verzoek: .Er is vandaag niets;
verkeljjk, wy hebben niets in huis." .Och,
raag het maar eens aan mevrouw?" .Neon,
vandaag hebben wy niets." Aan een ander
voornaam huis was het nög erger. .Geefmy,
als 't u belieft, een stuk brood.Er is geen
brood in huis", «Geef mij dau een glas wa
ter!" .Water hebben wij ook niet." Toen
lachte de vrnuwelyke reporter bij de gedachte,
dat het zelfs een arme gevangene niet aan
water en brood ontbreekt. En zoo ging het
haar overal. Toen zy thuiskwam, had zy in
haar mand slechts do twee boterhammen,
waarmeê zij nu een hongerig kind in de
buurt verbljjdde. 't Verslag van dien onder
zoekingstocht is zeker hoogst interessant!
NIEUWSTIJDINGEN
HELDER, 2 Mei 1899.
Ljjst van brieven, geadreseenl aan
onbekenden.
Ie helft, maand April. Postkantoor Helder.
Brieven.
Mej. M. Woudenberg Arasterdam, P. dc
Boer Enkhuizen, Wed. P. W. Movikus Rot
terdam
van Anna Paulowna.
Mej. Kenris 's Hage, J. Leek Schoorl.
De Gymnastiek- en Excerc. Ver.
'Pro Patria" besloot op den oefenings
avond van Vrijdag 1.1. tot het honden op
7 Mei van de jaarlijksche Schietwedstrijden,
op 19 Mei van den wedstrijd der jongste
Adspiranten, op 27 Mei van een wedstrijd
der oudste Adspiranten, op 4 Juni van
een turnruarsch der Hoofdafdeeling en op
18 Juni van een turnmarseh der oudste
Adspiranten.
Vrjjdag 19 Mei a.s. zal in ,Tivoli"een
Vocaal- en Instrumentaal Concert gegeven
worden, onder leiding van den heer Alex. A.
Polak, van het Concertgebouw-orkest te Am
sterdam, met medewerking van Mevr. Bonman
(zang), Mevr. Haarman (piano), Mejuffr, Eva
de Boer (viool) en den heer Jo. Polak (vio
loncel). De entréeprjjs bedraagt f 1, waarvan
de netto-opbrengst zal strekken ten voordeel®
van het Marinofonds en het Visschors
fonds alhier, zoodat aanmoediging tot deel
neming, zeker overbodig is, terwijl bovendien
een zeer schoon programma beloofd wordt.
Men lee-fc in het Nieuws van den
Dag" van 1 Mei
Eenige marine officieren te Nieuwediep
hadden eene klacht ingediend tegen Ds.
A. de Koe, predikant bij de Nederduitsche
Hervormde gemeente in Den Helder, naar
aanleiding van eene preek ter gelegenheid
van het doopen van twee kinderen van
marineofficieren. De inhoud dezer preek
aldus meldt men ons was van zoo-
danigeu aard, dat zjj geheel in strijd zou
zijn met de begrippeu, welke bij de be
manning van Hr. Ms. vloot waaruit
het gehoor grooteudeels bestond ingang
beliooren te vinden.
Ook de hoogste Marine-autoriteit te Den
Helder is daarmede in kennis gesteld.
Te Zutphen is, in G8jarigen ouder
dom overleden de heer Jhr. F. H. J. van
Nispen tot Pannerden, lid van de Eerste
Kamer der Staten-Generaal.
Benoemd bij de Gouvernem.-marine
tot gezaghebber der le kl., de gezaghebber
der 2e kl. N. M. van Hamtot gezag
hebber der 3e kl., de le stuurman W. Vos
tot 2e machin., de 3e machin. A. Sauer.
Tweede Ka
Even alsof de behandeling van een zeer
gewichtig onderwerp verwacht werd, wa
ren de tribunes der Kamer jl. Vrydag na
middag geheel bezet. Inzonderheid waren
aanwezig de leiders der beweging ten
gunste van den vrede. Toch had er niets
bijzonders plaats, niets anders dan dat. op
voorstel van den Voorzitter der Kamer,
aan den heer dr. Kuyper verlof werd ver-
leend, om op heden (Dinsdag) de door hem
aangekondigde interpellatie, ter zake van
de ontwapenings- conferentie, te honden.
Naar aanleiding van het onderzoek, 't
welk in de afdeelingen der Kamer heeft
plaats gehad nopens het wetsontwerp, door
den Minister van Buitenlandsche Zaken
ingediend, en waarbij het bedrag van
f 75.000 wordt aangevraagd ter bekosti-
;ing van de ontvangst der conferentie-leden,
.ebben de gezamenlijke Katholieke Kamer
leden aan 't verslag eene afzonderlijke
Nota toegevoegd. In die Nota worden aan
de Regeering inlichtingen gevraagd en
mededeeling van stukken, dossiers of cor-
respondentiën, ten einde te kunnen beoor-
deelen, welke verantwoordelijkheid op de
Regeering rust voor het niet-zenden van
uitnoodigingen tot bywoning der vredes
conferentie zoowel aan de Z. Afrikaansche
Republiek als aan Z. H. deu Paus. Be
doelde Nota is onmiddellyk aan de Katho
lieke pers ter openbaarmaking 'oegezonden.
- Te Hellevoetsluis is het eereteeken
voor belaugrijke krijgsbedrijven met den
gesp Atjeh 18731896 uitgereikt aan de
matrozen 1ste kl. P. van Heeuis, W. A. C.
P. Van den Akker, K. Sneep en W. H.
Olden, de matrozen 2de kl. H. Vygeboora,
J. L. Koning, J. T. Wiegand, M. Van
Strien en A. Bysterveld, den matroos 3de
kl. W. Van Kleef, den korp.-stoker A. Van
Roosendaal, den kok J. Stad en de scheer
ders C K. Van Aalst en A. Starkenburg,
allen dienst doende op het wachtschip, den
korporaal-kleermaker J. J. Cirk, op het
logementsschip Buffel", en den marinier
3de kl A. T. Blauw, op den monitor
»Krokodil".
Ansjovis.
De gunstige uitkomsten der ansjovis-
visscherjj in de laatste jaren is oorzaak,
dat de visschersvloot zich te Enkhuizen
aanmerkelijk heeft uitgebreid; dit jaar
zullen van hier zeker een 40-tal vaartui
gen meer uitvaren dan verleden jaar. Het
gevolg daarvan is, dat er handen te kort
komen, zoodat reeds een aantal visschers-
knechts van elders in dienst zyn geno
men,
Eenige vaartuigen zyn reeds begonnen
te visschen, maar de vangst is nog van
weinig of geen beteekenis, 't is echter
ook nog vroeg in den tyd.
Gister kwamen te Enkhuizen twee
stoombooten aan, die met den kuil naar
ansjovis zullen visschen. Voor hetzelfde
doel is eenige dagen geleden een Keul-
scbe aak gearriveerd.
Men schrijft uit Haarlem
De ontdekking van den briquetten-dief-
stal aan de H. IJ. Spoor is te danken aan
den steenkolenhandelaar, die het gestolene
had gekocht. De opzichter Scholten had
dezen wysgemaakt, dat de verwarming van
de stoven in de rijtuigen voortaan steeds
zou geschieden door warm water, en dat
daarom de nog aanwezige briquetten wer
den opgeruimd. Dit had de kooper niet
vreemd gevonden, maar wat hy wèl vreemd
vond was, dat in een hem geleverdeu wag-
gon briquetten ook stonden twintig zak
ken antraciet, dat h'j toevallig eenige da
gen te voren aan de Maatschappij had
geleverd Dat zy ook dit zou opruimeD na
het eenige dagen te voren te hebben be
steld, vond hij zoo verdacht, dat hy er de
directie kennis van gaf, en zoo kwam de
diefstal aan het licht.
Hoe brutaal S. is te werk gegaan, blyfet
wel uit het feit, dat hy het gestolene door
werklieden der Maatschappij liet opladen,
en dat hy voor het vervoer van Amster
dam naar hier eenvoudig een waggon
requireerde.
Aanbestedingen
in Noord-Holland.
4 Mei. Haarlem, 10 ure. De genie,
op het bureel Kinderhuisvest n. 17het doen
van verbeteringen van ondergeschikt belang
in het fort bij IJmuiden, onder het beheer
der genie te Haarlem begr. f 1200bestek
verkrjjgb. by de genie en ter lezing op boven
genoemd bureelinlichtingen by den besle
der en by den opzichter van fortificatiën
bill. inz. uiterl. 3 Mei Dam. 3 uur op liet
bureel van den besteder.
5 Mei. Den Helder, 10 ure. (Grccnw.
tyd). De genie in de sociëteit «De Eens
gezindheid* Het nmken van gedekte opstel
lingen voor de afstandmoting in open kusl-
batteryen van den Stelling van den Helder
(lsto gedeelte)begr, f 2700gedrukte be
stekken en gezegelde inscbryvingsform. van
af 2G April vorkrjjgbaar by den opzichter
van fortificatiën E. H. Ondt te den Helder;
van af dien dag ter lezing in gen. sociëteit
inli. by den kapt. eerstaanw.-ingenieurbill.
inz. uiterlyk 4 Mei, nam. 8 uur (Grcenw.tyd)
op het bureel van den kapt. eerstaanw.-ingon.
Mei. Helder, 2 nre. Het gemeente
bestuur het maken en leveren van 50 school
banken aanw. 8 Mei 10 ure 's morg. aan
het bureau van gera. werken, waar bestek en
voorwaarden ter inzage liggen.
6 Mei. Zaandam, 1.30 ure. Het ge
meentebestuur: Het verrichten van buiten
en binnenverfwerken aan eenige gebouwen
enz., en het behangen van enkele kamers, in
12 perc.inlichtingen geeft de gem.-architcct
bestekken k f 0.25 verkrygb* ter gemeente
secretarie.
11 Mei. Zaandam, 2 ure. Het ge
meentebestuur ten kantore der gasfabriek do
levering van 198500 kg. gegoten yzeren socket-
b ui zen.
11 Mei. Zaandam, 2 ure. Het ge
meentebestuur ten kantore der gasfabriek do
legging van 3500 M1. gegoten ijzeren gasbuis
en twee zinkers.
11 Mei. Wieringen, 12 are. Dijk
graaf en heemraden van bet heemraadschap
Wieringen, in het lokaal van D. D. Lont
de levering van 300 h 850 Ms grove onder-
houdsgrint en wel védr 15 OcL 1899, doel»
niet tusschon 20 Juli en 5 Aug, franco voor
den wal, aan de bekende losplaats op aan
wijzing van hot bestuur.
12 Mei. Haarlem, 1 ure. Dijkgraaf
en heemraden van don ilaarlemmermeerpoldcr
ter Secretarie des polders aan den Janswcg
aldaar het onderhoud van de gebouwen, brug
gen enz. over 1899 en de 8 eerste maanden
van 1900; aanwijzing van de perc. 1, 2, 4
en 5 op 5 Mei des voorin, te 10 ure te be
ginnen aan de Vjjfhuizen en van depcrc. 3,
6 en 7 op Mei des voorin. 10 ure, te be
ginnen hy Halfweg.
18 Mei. Haarlem, 11 ore. Het mini
sterie van waterstaat, handel en njjverheid,
aan het gebouw van hot prov. best.liet
maken van een stcenen hoofd tot verbetering
van den toegang tot de haven van Urk en
bjjbehoorendo werken, behoorendo tot do zee-
werken in Noordholland, begr. f 8000 bestek
n. 71, na 4 Mei tor lezing aan genoemd
minist., aan de localen der prov. besturen cn
verkrygbaar by de firma Gebr. van Cleef, te
's Gravenhage aanw. 12 Meiinlicht, bij
den hoofdingenieur Kemper te Haarlem, by
den ingenieur Wytenhorst te Hoorn en by don
adjnnct-opzichter van der Ley te Enkhnizcn.
25 Mei. Haarlem, 11 ure. Het mi
nisterie van waterstaat, handel en nyverheid,
aan het gebouw van het prov. best.: het
verbeteren van den omringdyk op het eiland
Marken, behoorendo tot de zeewerken in
Noordholland, begr. f 5000bestek n. 78, na
11 Mei ter lezing aan genoemd ministerie,
aan de lokalen der prov. besturen on ver
krijgbaar by de firma Gebr. van Cleef, te
's Gravenhageaanw. 18 Meiinlicht, bij
den hoofdingenieur Kemper to Haarlem, by
den ingenieur Wytenhorst te Hoorn en by den
opzichter Schol te Enkhuisen.
FEUILLETON.
Het kostte my eenige moeite ze machtig te
worden, zelfs eenig gevaar, want ik ben bij
het zoeken gevallen en heb my een weinig
aan de hand gewond, onbeduidend, 'tis niet
de moeite waard, doch dc prachtige orchideeën
heb ik gekregen. Hier zyn ze!»
Hij nam met de linkerhand de rechter
liad hy in een witten zakdoek gebonden
eenige orchideeën van de tafel, die voor de
sofa stond, en reikte mij die toe. Het was
een zeldzame, prachtige soort, waarmee ik op
elk ander oogenblik zeer blyde zou zyn ge
weest, doch thans keek ik ze nauwelijks aan.
.Ik moet mijne dankbetuiging uitstellen tot
een ander oogenblik', zeide ik ernstig, .want
de vreeselyke mededeeling, die ik u, heer
rechter, als eerste magistraatspersoon dor stad
te doen heb, duldt geen uitstelik kom zoo
even van de plaats van een vreeselyken
moord, uit het afgelegen huis.
De districtsrechter stoof doodelyk ontsteld
achteruit't was alsof hy door ceu ontzet
tonden slag was getroffen. Een doodolijke
bleekheid kwam op zyu vaal gezicht, een
krampachtige trek kwam om zyn lippen, een
waas voor zyn oogen, en met een blik, die
hevige ontroering verried, keek hy my aan.
Gij komt van het afgelegen huis?
Moord en diefstal.' Dat is ongeloofelyk
stamelde hy. Hjj was zoodanig door den
schrik bevangen, dat hy ternauwernood die
-enkele onsamenhangende woorden vermocht
te uiten.
.Wat ik n vertel is, helaas, slits al te
waar,* zeide ik, en toen verhaalde hem in
korte woorden, wat ik gezien hadi dat ik
het openstaande huis gesloten hi en mij
naar Luttach had gespoed om henis eerste
magistraatspersoon in den omtrehangifte
van de vreeselyke misdaad te doe
Terwjjl ik in korte woorden m verhaal
deed, had hy getracht zichzelf ester te
worden, wat hem gelukt was. Iljjid, duis
ter voor zich uitziende, naar den-ond ge
tuurd, en thans keek hrj mij vorand aan.
Zyn stem beefde toen hij zeide:
.Hebt ge geen spoor van den ordenaar
gevonden Hebt ge niemand in daiurt van
het afgelegen huis gezien
Ik had den ganschen weg lang t my zelf
gezegd, dat het mijn plicht was 1 gerecht
mededeeling te doen van mijne tmoeting
met Franz Schorn, doch bij de iag van
den rechter voelde ik onwillckcur neiging
die vraag niet te beantwoorden. 1 rechter
was de doodsvyand van den jonn man
mocht ik hom mijne verdenking medeelen,
die door niets dan eene toevallige, isschicn
geheel onbeduidende ontmoeting ontgin was?
Steeds vorschender en doordringder keek
hij mij ann, toon ik aarzelde met yn ant
woord.
«Hebt ge niemand, geen mensch ito buurt
van het huis of op den weg hierheegeaien
vroeg hy nog eens.
Hy had als rechter het recht die raag te
doen, en ik moest hem naar waarid ant
woorden, zeide ik tot mij zelf. Ik verwon
dus myn tegenzin en zeide
.Ik heb iemand niet ver van hetjelegen
huis in het bosch ontmoet, doch ikcht my
niet gerechtigd daarmee de a&ciwelyke
verdenking op hem te werpen.
Ik vertelde hem toen geheel naar waar
heid myne ontmoeting met Franz Schorn.
Ily hoorde mij zwygend aan, de oogen naar
den grond gericht, en zeide eindelyk, ray de
linkerhand toestekende, bewogen
.Ik dank n, professor. Uwe mededeeling
kan misschien van groot gewicht zyn voor
de ontdekking van den mourdenaar, ook even
goed kan zy een afschuwelijke verdenking op
een onschuldige werpen. Zoolang men tegen
iemand, op wien niets te zeggen valt, niets
anders kan inbrengen, (lat dat hjj in de baart
van de plaats eener misdaad is gezien, mag
men tegen hom niet te onteerende, misschien
xjjn geheel volgend leven werkende verden
king uiten, een moord te hebben gepleegd.
Laat mjj u dus verzoeken uwo mededeeling
betreffende uwe ontmoeting met Frans Schorn
als geheel persoonlijk, vertrouwelijk, niet als
ambteljjk, te mogen beschouwen. Ik ben dan
niet verplicht haar op te nemen in een kort
proces-verbaal, dat ik dadeljjk over nw aan
gifte moet opmaken!'
•U verbaast mij, beer rechter!'
.Dat geloof ik wel en ik ben u eene
verklaring over dit verrook schuldig. Franz
Schorn is mijn verbitterdo vijand, ook ik heb
nooit verborgen gehouden hoe zeer ik hem
haat. Ge waart gisterenavond getuigen van
myn woordenwisseling met kapitein Pollenz
en myn adjunct. Juist daarom mag ik in rajjn
proces-verbaal geene verdenking uiten, die ik
geheel ongegrond beschouw. Ik beloof n, dat
ik niets zal nalaten te doen wat tot de ont
dekking van don moordenaar kan leiden, dat
ik precies zal nagaan wat Franz Schorn van
daag heeft gedaan, dat ik hem voortaan door
een vertrouwd persoon zal laten nagaan. Is
hij schuldig, dan zal ik dat ontdekken, doch
ik geloof niet aan zijn schuld, en juist omdat
ik zyn vyand ben, wil ik niet de aanleiding
zjjn, dat op hem eene verdenking wordt go-
worpen, die, als do werkelijke moordenaur
niet gevonden wordt, nooit meer van hom
genomen kan worden, daar hij op den dag
van den moord in de onmiddellijke nabjjheid
van do plek, wuar die plaats vond, gezien
werd.
.Beloof mjj, professor, voorloopig niemand
iets van uwe ontmoeting met Franz Schorn
te zeggenworden er tegenover hem nog
andere, bclangrjjke verdenkingen openbaar,
dan zal ik u verzoeken mjj ambtshalve uwe
mededeelingen te herhalen.
Ik drnkte den districtsrechter hartelijk dc
hand, gaarne gaf ik de gevraagde belofte.
Hoe onrechtvaardig had ik dien man beoor
deeld, hoezeer hom miskendIk schaamde er
mjj over, dat ik had kunnen aarzelen juist
tegen hem eenige verdenking jegeos Franz
Schorn te kunnen uiten.
Wij moeten thans een kort proces-verbual
over uw aangifte opmaken,* hernam dc rech
ter, ,u begrijpt niet hoe zwaar mij dit valt.
Uw mededeeling heeft mij zoozeer getroffen
dat ik ternauwernood mjj zelf ben. De oude
Pollenz stond mjj zeer na, al was hy niot
altjjd even vriondcljjk. Tegen anderen was
hjj vaak ruw en hardvochtig, ik echter had
nooit over hem to klagen. Mjj heeft hjj groote
diensten bewezen, bjjna een vriend is hjj voor
mjj geweest. En thans moet ik het proces
verbaal opmaken van den vreeseljjkon op hem
ge pleegden moord, (le eerste stappen doen
voor een onderzoek, doch do plicht gebiedt,
het inoot gebeuren. Hoeveel pijn mjj ook die
gewonde baud bjj hot schrijven zal doen, zal
ik het proces-verbaal necrschrjjven.»
Hjj haalde papier, pen en inkt, en nam
plaats aan de groote, voor de sofa staande
tafel. Erg gewond kon de hand niet zjjo,
I want zy hinderde hem niet in het vluggo
schrjjven. Nu en dan richtte hjj, zonder met
schrjjven op te honden, tot mjj een korte
vraag; binnen tien minuten was het proces
verbaal gereed.
Hjj las het mjj voor, het was met bewon
derenswaardige kortheid en duideljjkheid ge
steld. Er stond geen woord te veel, doch ook
geen enkel te weinig inik kon het gewich
tige stuk, zonder eenige verandering te vorde
ren, onderteekenen.
Nadat de rechter zelf het proces-verbaal
geteekend had, zeide bjj
.Ik moet n thans verzoeken, professor, mjj
naar het afgelegen huis te vergezellen. Ik
zal dadeljjk het onder mjj staande personeel,
den adjunct en schrijver ontbieden om de
plaats op te nemen, ook den dokter en den
agent van politie. Oek gjj, professor, moogt
daarbjj niet ontbreken, ge znlt u moeten
overtuigen, of sedert uw vertrek van het af
gelegen huis ergens iets veranderd is, want
dit kan voor het verdere onderzoek van het
grootste belang zjjn. Mag ik op uw bereid
willigheid rekenen
«Zeker.'
.Dan verzoek ik u, n gereed te honden.
Binnen een half uur hoop ik de andere hoe
ren to hebben gewaarschuwd. Dien tusschcn-
tjjd moet ge, als ge mjjn raad wilt volgen,
gebruiken, om u door spjjs en drank te ver
sterken. Dit zal noodig zjjn, al voelt ge thans
aan niets behoefte, doeh ons wachten ver
moeiende uren.'
Welk een voorzorgenIk had inderdaad
reden den rechter in mjjn hart vergiffenis te
vragen voor het vooroordeel, dat ik tot heden
jegens hom gekoesterd had.
IV.
Hel was vier nor in den namiddag, toea
de rechter mjj in de gelagkamer, waar ik
met deri kapitein zat, kwam roepen. Het had
toch bjjna een uur geduard voor de deel
nemers aan den tocht byeen en tot de wan
deling naar het afgelegen huis gereed waren.
Den kapitein, een bloedverwant van den ver
moorde, had ik van alles in kennis gesteld
hjj was door mjjn verhaal smartelyk ge
troffen.
.Ik heb nooit veel met den ouden Pollenz
op gehad, ofschoon hjj mjjn naaste neef is*
had hjj gezegd, .het was een afscbuweljjko
woekeraar cn vrek, die buiten zjjn dochter
niemand ter wereld liefhad, doch dat hjj zoo
vreeselyk om het leven zoa komen, is toch
treurig. Dat arme kind, mjjn lieve kleine
AnnaHoe zal zjj den schrik doorstaan Ik
heb haar ongeveer om twaalf nur hier te
Luttach met haar onde Johanna gezien. Zjj
heeft zeker haar oude tante opgezocht cn
waarschjjolyk is zjj daar nog. Ik moet dat
dadeljjk laten informeeren. Ik ga niet gaarne
naar die oude, boosaardige, praatzieke vrouw,
doch als Anna nog bjj haar is, moet ik naar
haar toe om hot arme kind op het verschrikkc-
ljjkste voor te bereiden en te troosten.'
Hjj had Misku naar de onde doktersvrouw
Laucie gezonden, doch spoedig bericht ge-
kregen, dat juffrouw Anna wel bjj die vrouw
was geweest, doch haar reeds een kwartier
te voren had verlaten om nog enkoio bood
schappen te doen cn dan naar huis to gaan.
Op dat bericht was de kapitein besloten
de gerechtsambtenaren naar hei afgelegen
huis te vergezellen, en had daarvoor de toe
stemming van den districtsrechter gekregen.
(Wordt vervolgd.)