KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen. Ho. 2742. Zaterdag 27 Mei 1899. 27»te Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn". 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 81. Atoonnomont 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/,. id. voor het Buitenland fl.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBEBKHOUT Co., te Helder. Burcaux» Spoorstraat en Zuidatraat. AavertentLön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VPfJDAGSMORGKNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DEB WEEK. MEI, Bloeimaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 49 m. Onderg. 8 u. 5 m. Zondag 28 Maandag 29 Dinsdag 30 Woensdag 31 Laatste Kwartier. JUNI, Zomermaand, 30 dagen, Donderdag 1 Vrijdag 2 Zaterdag 3 lilt het Buitenland. Eenige dagen geleden hadden do brieven bestellers te Parjjs ongeveer 3500 in aantal den dugeljjkschen arbeid gestaakt. Welk een ontzettend ongerief daardoor ontstond, is haast niet te schetsen. Het bestuur der posteryen deed, wat maar eenigszins mogelijk was, om het kwaad te verholpen. Het droeg het sortecron op aan vrouwelijke beambten der Rijkspostspaarbank en aan telefonisten, terwyl met het bezorgen van brieven en ge drukte stukken eoldaten van de republikein- ache garde werden belast. Binnen 24 nren was de staking geëindigd door de volkomen onderwerping der muitelingen. Doch hiermeê is de zaak nog niet nithet muisje zal nog ecu staart hebben. Geheel straffeloos blijft het gepleegde feit niet. Daarvoor is er te veel verwarring gesticht, en hebben te veel belanghebbende burgers schade geleden. Het is zelfs eene niet onbelangrijke rechtsvraag, welke door sommige Parysche kooplieden wordt opgeworpen, die deu Staat een proces willen aandoen, omdat de Staat buiten het geval van overmacht verplicht is, de brieven regelmatig aan huis te doen bezorgen. Men vermoedt, dat de belhamels onder de werk stakers de eigenljjke raddraaiers zul len worden ontslagen, en dat sommigen, die niet zullen worden ontslagen, in rang en inkomsten achteruit gezet, of in een minder voordoelige wjjk werkzaam gesteld zullen worden, ten einde voor het vervolg eene her haling te voorkomen. Men maakt zich in Egypte en ook daar buiten ongerust over gevallen van pestziekte, die zich in eene achterbuurt van Alexandrië hebben voorgedaan. De regeering te Cairo heeft onmiddellijk de noodige voorzorgsmaat regelen genomen. En de regeering van Griekenland en Italië hebben terstond afge kondigd quarantaine-voorschriften, te volgen voor alle schepen, nit Egypte afkomstig. Bjj den Duitschen Rijksdag is een wetsvoor stel van een der leden aanhangig, volgens het welk een belangryke wyziging wordt gebracht in de beëediging van getuigen in strafzaken. Oin het afleggen van overbodige eeden, en ook van valsche eeden, zooveel mogclyk te beperkeD, wil de voorsteller bepaald h ebben, dat1. de beëediging eerst plaats heeft nk het afleggen der getuigenis, als de rechter dit noodig acht twat byv. bjj getuigen, die niets belangryks blyken te vorklaren, veeal overbodig zal blij ken) cn 2. ook verklaringen, niet ondoreede afgelegd, strafbaar worden gesteld, als de on waarheid blijkt. Door dit laatste zal de burger allengs leereu begrypen, dat men aan do justitie steeds de waarheid verschuldigd is, en zal men den eed geheel kunnen missen, welks vordering zoo vaak tot een inbreuk op de geestesvrijheid leidt, zoodat de eedsdwaug dan ook sedert 1888 in Engeland en sinds lang ook in Zwitserland is afgeschaft. De rechter zal den getuige steeds hebben te wjjzen op de strafbepaling, zoowel wanneer hjj besluit hem onder eede te hooren, als zoader beëediging. Wellicht zien de Ne- derlandsche wetgevers in hetgeen elders ter zake van den getuigen-eed plaats heeft of voorbereid wordt, voorbeelden ter navolging Een Duitsche professor heeft dezer dagen een aanvang gemaakt met het instellen van een onderzoek omtrent het bezighouden van zieken. Hij wenscht langs dezen weg te weten te komen, wat erin de verschillende ziekenhuizen en door afzonderlyke ziekenver pleegsters reeds gedaan wordt, om aan zieken bezigheid te verschaffen, wat daarvan doel matig is gebleken en wat niet, en wat er in die richting nog gedaan kan worden. De pro fessor stelt zich voor, de resultaten van dit belangwekkend onderzoek openbaar te maken, 't Is wel opmerkelijk, dat in den laatsten tijd de ziekenverpleging steeds meer op den voor grond treedt, en niet uitsluitend zooals vroeger de behandeling van den geneesheer. Een andere professor erkent ook ten volle het comfort voor zieken, als een middel om te ge nezen hij heeft de algemeene aandacht op de noodzakelijkheid van dat comfort gevestigd. Maar het verschaffen van eene doelmatige be zigheid aan de zieken is wellicht van 't grootste belang, en vormt waarschjjnljjk eene zeer menschkundige geneesmethode, die wel in zeer groote mate aandacht verdient. De geschiedschrijver zal in latere jaren een omstandig verhaal kunnen leveren van i\l de pogingen, die er in den loop der eeuwen zjjn aangewend, om een zoo kort mogelyken weg van en naar Oost-Indië te vinden. In overouden tjjd werden de Indische producten over land, met kameelen, aangevoerd tot aan de kusten der Middellandsche Zee, vanwaar ze dan naar verschillende westersche landen werden verscheept. In 't laatst der 15de eeuw vonden de Portugeezen den weg ter zee naar Indië langs de Kaap de Goede Hoop, terwyl de poging vun Heemskerk en Barendsz, om door de Noordelyke IJszee heen Oost-Azië te bereiken, mislukte. Nn ruim 30 jaar geleden werd de landengte van Suez doorgegraven, en sedert dien tyd wjjst het Suez-kanaal een aanmerkelijk verkorten reisweg aan, om Indië te bereiken. Maar nog is in deze het laatste woord niet gesproken, en ofschoon de zeeweg wel niet korter gemaakt kan worden dan hy nu reeds is, bestaat er kans op het openeD van kortere verkeerswegen over land. Rusland is er, ter bevordering vooral van eigene be langen, wel zeer op uit, om zulke wegen tot stand te brengen. Reeds is men bezig aan het leggen van spoorbanen midden door Siberië heen, waardoor men, is de reusachtige ljjn eenmaal gereed, de kusten van Oost-Azië over land zal kunnen bereiken. En r.u is men te St. Petersburg bezig met het ontwerpen van plannen voor den aanleg van een spoorweg door Pcrzië. Komt ook deze spoorweg tot stand, dan wordt hy een concurrent voor het Suez-kanaal, althans voor reizigers. Men zal dan van Berljjn of Weenen in 11 dagen Bombay (Britsch Indië) kunnen bereiken, waarvan slechts 4 dagen aan boord eener stoomboot. Thans moet men van Triëst via Suez 18 dagen varen, om Bombay te bereiken. NIEUWSTIJDINGEN. HELDER, 26 Mei 1899. De heer L. J. Kuiper, commies 4de kl. der posterijen alhier, is met ingang van 16 Juni aj. bevorderd tot commies 3de kl. Bij Kon. besluit is, als blijk van goedkeuring en tevredenheid, de bronzen eerepenniDg voor menschenlievend hulp betoon en een loffelijk getuigschrift toe gekend aan C. J. Hofstede, matroos der 2de klasse, dienende aan boord van Hr. Ms. schooner Argus", wegens het met levensgevaar redden van een jongen uit de haven te Nieuwediep, op 21 Maart 1899. Door den architect S. Krijnen werd Woensdag jl., voor rekening der Vereeniging Fröbel" alhier, openbaar aanbesteed het bouwen eener Fröbelschool te Helder. Ingekomen waren 12 inschrijvingen, van de heeren L. Klein, ad f 14.798 W. de Jong f14.000; Quak en Van Pelt f13.597; C. Kroon, Wieringen, f 12.996 A. Krijnen f12.930; Gebrs. van Pelt f12.384; J. Duinker f 12.247 J. Spruit f 11 990 J. F. Philips f 11.700 S. Megers f 11.464; Gebre. Van Os f 11.279 en A. Nobbes f 10.455. Te Haarlem zjjn op 2en Pinksterdag per spoor aangebracht ruim 17,000 per sonen, waarvan alleen 12,000 uit Amster dam. De paardentram daar vervoerde er 9090. De stoomtram der H. IJ. 8. Mij. Den Haag—Scheveningen vervoerde Zon dag 5360 en Maandag 14,790 personen. Vanwege de Noord- en Zuid-Bol- landsche Reddingniaatschappjj is te Koog, op Texel, een nieuwe reddingsboot ge vestigd. P E DIR. Bjj de Regeering is Dinsdag het vol genden telegram ontvangen »Bij het opzoeken van benden in IX Moekims Keumangan zyn gevaarlijk ge wond twee militairen beneden den rang van officier en is een fuselier vermist. De vjjand had een twaalftal gesneuvelden". Men meldt uit Den Haag: Pinksterdrukte in Den Haag Neen, neen Pinkstervertier, dat kan er mee door. Een specialist in menschenkennis zeide, vertrouwelijk op den schouder kloppend, Ze zijn hun centjes kwjjt geraakt bij de kroningsfeesten. Maai- een ander, misschien niet zoo'n mensehenkundige, maar beter weêrkenner. huiverde 't is te koud hoor Ja, dat was 't wel óók Zelfs geen mu ziek in 't Bosch. En dat zegt wat. En geen muziek geen menschen, althans in 't Bosch niet. In de straten hoopten zij zich op maar toch, 't was 't traditioneele niet Scheveningen werd bezochter ril den inderdaad eenige honderden menschen langs den Oceaan. En de spoorwegen en trams en bussen, nu ja is druk, drukker dan anders, maar overdruk, volstrekt niet. De Scheveningsche stoomtrams kregen eerst laat menschen en brachten ze weer vroeg terug. En de Groote Markt in Den Haag Och armeDe keien klaagden steen en been dat ze zoo bitter weinig bedanst werden, ditmaal door Scheveningers en hunne veelrokkige dames. Neen, 't was Pinksteren, en toch geen Pinksteren. Maar met dat al hebben de hier ver toevende vreemdelingen geen slechten in druk kunnen bekomen van ruw volksge- tier en liederlijke straattooneelen. Het gure weder was dan toch nog ergens goed voor. Neder). Christel. Geheel-Onthondersbond Op het prachtige buitengoed >De Har- tekamp", welwillend door den heer F. baron Van Verschner te Velsen afgestaan, had Maandag de vierde jaarlijksche onthouders dag van bovengenoemden bond plaats. Niet tegenstaande het ongunstige weder, hadden velen zich reeds vroeg van uit Haarlem een wandeling getroost naar genoemde buitenplaats om te kunnen deelnemen aan de bidstond, die van 9 tot 10 uur werd gehouden onder leidiug van de heeren J. Visser, J. M. Spaan en J. Wildeman. Te halfelf kwamen de leden uit de meer afgelegen plaatsen in grooten getale opzet ten. Toen te halfelf de leden uit Amster dam en Kampen, vergezeld van de fanfare korpsen >Euphonia" van Amsterdam en Broederbond" van Kampen, onder de op gewekte tonen der mnziek het terrein op marcheerden, heerschte er «ene groote gezelligheid en opgewektheid on Ier de on geveer 1500 aanwezigen. Kwart voor elven hield de heer Posthuma van Rotterdam de openingsrede. Vervolgens vingen op twee spreekplaatsen de redevoe ringen aan Nadat door den heer W. Langendank een slotwoord was uitgesproken, werd een marsch gemaakt met muziek over de buiten plaats en door het dorp, waarna de stoet ruim 6 uur werd ontbonden en de terug tocht naar huis aanvaard. Men schrjjft aan den »Javabode": Op de reis naar den Oosthoek van het stoomschip >Soembing" van de Rotter- damsche Lloyd had ter reede van Semarang een der opvarendendie buiten boord moest schilderenhet ongeluk in het water te vallen. De 3e officier de heer Stuerwald, het gevaar ziende, waarin de drenkeling zich bevond (de reede van Semarang is vol haaien), sprong over boord en mocht na bovenmenscheljjke inspanning het ge noegen smaken den reeds gezonken man behouden binnen boord te brengen. Alle getuige van deze edele daad druk ten S. de hand, en ook de gezagvoerder, kapitein De Boer, dankte hem in flinke zeemanstaal voor het front der equipage, roemde zjjn zelfopoffering, en zeide van het feit bij aankomst in Nederland melding te zullen maken bij het bestuur der Maat schappij tot redding van drenkelingen. Flink zoo I Zoo behoort het ook zulke daden van menschlievendheid dienen der vergetelheid ontrukt te worden. Det ongeval vau de Prinses Marie". De Raad van Tucht deed Dinsdagavond uitspraak in de zaak van kapitein T. van der Lee, gezagvoerder op het Nederland- sche stoomschip >Prinses Marie", welke bodem 19 October 1898 op de z.g. stroom- klip, ten N. van Java stootte, en zoodanig beschadigd werd, dat terugkeer naar Tand- jonk-Priok noodzakelijk was. De Raad overwoogdat de bewering van kapitein Van der Lee, al zou hij hebben gestooten op de een of andere oneffenheid, ontstaan door vulkanische werking, door niets gestaafd wordtdat daarentegen als vaststaand kan worden aangenomen door verschillenden ge- tuigen-verklaringen dat inderdaad op de stroomklip gestooten is dat kapt. Vau der Lee noch om 2.30, noch om 2.40 uur des middags zelfs naar den koers gekeken heeft, maar telkenmale op de waarschu wing van zjjn eersten officier van koers is veranderd, en zich dus niet voldoende met de navigatie van het schip heeft ingelatendat het ongeval dus is ver oorzaakt door de schuld van kapt. Van der Lee, die niet genoeg gelet heeft op den invloed van den stroom in de nabij heid van de stroomklip, en met groote zorgeloosheid verzuimd heeft, zelfs de noodige waarnemingen te doen, waarom de Raad kapt. Van der Lee voor den tyd van 1 jaar schorstte in zijn bevoegdheid, om als schipper op een Nederlandsch koopvaardijschip te varen. Het gesticht Meerenberg, nabij Haarlem, zal op 26 Juni e.k. ge durende 50 jaar hebben bestaan. Het aan tal krankzinnigen, dat daar werd verpleegd, bedroeg op het einde van 1849 slechts 220, einde 1859 waren er 468, 1869 722, 1879 879, 1889 1172, en einde 1896 het maximum, dat de Rijkswet toestaat 1313. In den loop der jaren is het gesticht her haaldelijk uitgebreid. De gronden van het gesticht beslaan eene oppervlakte van 43.882 H A. Een moeilijke arrestatie. De agent van politie 3de kl. A. VV. Jacobs bevond zich Dinsdagnacht om 12 nur op surveillance aan den Plantage weg te Rotterdam en zag toen twee mannen het raam van een onbewoond beneden huis inklimmen, welk raam zjj tevoren opengeschoven hadden. Toen hij zag dat die mannen goed en wel binnen waren, spoedde hy zich om hulp naar den poli tiepost in de Van der Leckestraat. Van een agent-majoor vergezeld keerde hy dadelijk daarop naar dit onbewoonde be nedenhuis terug. Beiden verschaften zich toegang en liepen de gang daarvan in, Jacobs voorop. Aan het einde der gang vonden zij de keukendeur openstaan. In deze laatste deur zag Jacobs de schim men van twee mannen, en terwijl hy dit ziet, flikkert er eensklaps een vuurstraal in zyn richting. Dadeljjk nemen de in brekers de vlucht. Onversaagd achter volgt de agent, wien een kogel rakelings langs het hoofd ging, het vluchtende paar over de schuttingen van een tiental tuinen in de richting der Assendelftstraat, ter wyl inmiddels de agent-majoor, die hulp gekregen had van een derden agent, zich met deze naar de Assendelftstraat spoed de en zich daar in een der huizen begaf om de vluchtelingen te grijpen. Toen dezen dat bemerkten, keerden zij terug, en klommen weder over een aantal tuinschuttingen, doch kierbjj weken zy eenigszins van hun weg af, zoodat zy aan een bewoond benedenhuis op den Plantage- weg uitkwamen. Hier verkregen zy van den bewoner vergunning om door zyn huis heen de straat te bereiken. Daar ston den de agent-majoor en de derde agent ook reeds, die de inbrekers opwachtten en arresteerden. Beiden werden daarop on der behoorlyke bewaking naar hot politie bureau in de Meermansstraat overge bracht, waar de een bleek te zyn een 34jarige bierhuishonder, reeds eenmaal tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld, en de ander een 21 jarig los werkman. De ko gel, bestemd voor den agent A. W. Ja cobs, was in de onmiddellijke nabyheid van dien agent in de keuken in den schoorsteenmantel gedrongen By een door den onder-inspecteur Van Fenneina ter plaatse ingesteld onderzoek werden in de tuinen verschillende inbrekersgereed schappen gevonden, waaronder een paar moorddadig zware jjzeren staven. Ook in de woning van den bierhuishouder werd een dergeljjke staaf in beslag genomen. Het wapen, waarmee geschoten werd, vond men heden niet. De tyd om iets te ontvreemden ontbrak aan de inbrekers. (»N. R. C.") Oe schipbreuk van de >Paria". De gevreesde Manacles, de rotsen tusschen Falmouth en Kaap Lizard, die in October van het vorige jaar de >Mohegan" ten onder deden gaau, hebben een nieuw slachtoffer geëischt. Misleid door de duisternis van den vroegen ochtend is de Paris", die 386 passagiers aan boord had, eveneens op deze rotsen geloopen. Het schip is rakelings voorbjj gegaan aan de rotsen, waarop de »Mohegan" ge stooten heefthet liep tusschen net wrak van de »Mohegan" en de kust, voorbjj de meest gevaarlijke rotsen, door het eenige veilige kanaal en bewoog zich iu de richting van Lowlands Point, in de nabyheid van welk punt de rotsen zich tot over een uit gestrektheid van een mjjl in zee uitstrekken en by hooge zee geheel onder het water verborgen zyn. De» Paris" is op de vlakste dezer rotsen gestrand, tusschen twee hooge, scherpe rotspunten in, dus woarschyulijk op een der minst gevaarlyke plaatsen van deze gevaarlyke omgeving. Zy was eenige mjjlen uit haar koers, veel meer dan inder tijd de »Mohegan"mist hing er niet; wel viel er een dichte, fijne regen, gepaard gaande met heiig weer, zonder echter bui tengewoon groot gevaar voor de scheepvaart op te leveren. Zaterdag had de Paris'' Southampton verlaten met helder weereerst stak zy het Kanaal over om Cherbourg aan te doen en daar een vijftigtal passagiers op te nemen. Deze haven werd om zes uur des namid dags weer verlaten. Ook de avond was nog tameljjk helder en de maan, voor bijna drie kwart vol, scheen, wat een fraaien nacht beloofde wel hing er een damp, maar be paald mistig was het niet. Het schip maakte een vlugge reis door het Kanaalal da passagiers en een deel der bemanning had den zich ter ruste begeven. Kort na éón nor hoorde men eensklaps den nitkjjk roepen: >Land aheaden nn werd het duidelijk dat een onheil bjjna onmogelijk meer te vermijden was. Het schip liep achttien knoopen per uor de kracht der machines werd nu onmiddel lijk verminderd en daaraan is het hoofdza kelijk te danken, dat het onheil nog betrek kelijk zoo gelukkig is afgeloopen, hoewel het gevaar niet kon worden voorkomen. Eensklaps stopten de groote machines daarna werd tegenstoom gegeven het schip schudde, scheen in open water te komen om het volgende oogenblik weder op een rots te stooten en daar te bljjven zitten. De verschrikte passagiers snelden naar het dek, sommigen alleen in nachtgewaad gekleed en een oogenblik bestond de vrees, dat er een paniek aan boord zou ontstaan. De uitkjjk rapporteerde echter, dat er in de onmiddellijke nabyheid land in het zicht was dit stelde de meeste passagiers gerust en toen men bemerkte, dat de Paris zich goed hield, bestond er natuurlyk nog w«l een groote ongerustheid, maar van een pa niek was geen sprake meer. De stewards" maakten met den grootst mogeljjken spoed koffie en thee gereed, welke werd rondge deeld als op een gewonen namiddag, als alles kalm op zee is. De kapitein, de heer Frederick Watkins, liet onmiddellyk vuurpijlen ontsteken, die het eerst werden beantwoord door het kust- station van Falmonth. Toen de dageraad aanbrak en men goed om zich heen kon zien, ging er een kreet van schrik op ouder de passagiers want op geen honderd meter afstand zagen zy de toppen der masten van de sMohegan" boven het water uitsteken en nn eerst werden zij zich ten volle bewust aan welk een vreeselijk gevaar zy waren ontkomen. Aan beide zjjden van de blinde klip, waarop de Paris" was geloopen, staken groote rotspunten boven het water nit; was het schip op een van deze geloopen, dan zou het midden door gesneden zyn, zooals met de >Stella" is geschied, en men huivert by de gedachte aan de vele menschenlevens, welke dan waarschjjnljjk weer verloren zou den zyn gegaan. Zoodra de sleepbooten waren aangekomen stapten de passagiers over op de sleepboot «Dragon" zy moch ten niets meenemen dan de kleeren, welke zij droegen en landden om zeven uur te Falmouth, waar hnn onderdak werd ver schaft in het Zeemanshois en in verschillende hotels Bjj dergelijke onverwachte ernstige ge beurtenissen doen zich nog altjjd tooueelen voor, welke, als men ze zich later herinnert, menigeen vermaken. Zoo ook hier. Een paar slechts halen wy aan. De dames, die in haar nachtgewaad naar het dek waren gesneld, kon men niet overreden naar haar hutten terug te keeren en zich daar te kleeden zy lieten haar kleederen halen en kleedden zich op het dek, dat in een oog wenk in een reusachtig boudoir was her schapen. Een der heeren kwam het dek opstormen met pantoffels aan de voeten en de cape van zyn vrouw over de schouders door de kleine staartjes, welke van de cape ben gelden, zag hjj erallerbelachelykatuit. Toen zijn vrouw hem eindelyk naar beneden zond om wat betamelijker te kunnen verschjjnen, ging bjj zich in zjjn verbanwereerdheid kleeden in den muzieksalon. FEUILLETON 16). Met bewonderenswaardige openhartigheid heeft re mjj verteld welke treurige verhouding hier in huis geheerscht heeft sedert den dag dat Franz Schorn haar vader haar hand had gevraagd. Tegen haar was haar vader steeds goed en liefdevol geweest, olschoon zjj hem had verklaard nooit Franz Schorn te zullen opgeven, nooit den rechter te zullen trouwen, doch jegens alle andere menschen en vooral jegens Franz, had hjj sedert diepen haat ge toond, jegens allen het diepst wantrouwen ge koesterd, zelfs jegens de oude Joliunna. Hjj was altjjd bang dat hjj op een goeden dag overvallen en vermoord zou worden, daarom had hjj zich steeds in zjjn kamer opgesloten en als hjj er ooit iemaBd binnen liet, was hij altjjd met zjjn dolkmes gewapend geweest. Dit vreeseljjke mes bad hjj zelfs in de hand gehad als de oude Johanna zjjn kamer stofte, want ook van haar had hij een heimeljjken overval gevreesd. Hoe Anna ook gesmoekt had, hjj was niet te bewegen geweest zjjn baat tegen Franz Schorn op te geven. Zjj echter had verklaard Franz trouw te zullen bljjvcu haar leven lang cn dit was de eenige steeds terugkeerende strjjd tusschen haar cn haar vader geweest, waDt zjj had hom eerljjk verklaard, dat hjj haar in de gevangenis zou moeten opsluiten, wilde hjj haar verhinderen baar Franz te zien. En zjj had hem gezien dagcljjks! Steeds, *ls haar vader zich na het middagmaal in zijB kamer had opgesloten om een uurtje te slapen, had zjj het huis verlaten om Franz te spreken, die haar dan onder den grooten eik, niet ver van het huis wachtte. De vader had dit geweten, doch hjj had er niets tegen ge daan, nadat zjj hem verklaard had zich niet te zullen laten terughoudensloot hjj het huis dan zou zjj trachten de afsluiting te ver breken. Dit alleB heeft mjj dit eigenaardige meisje eerljjk gezegd, terwjjl zjj mjj daarentegen elke verklaring weigerde, toen ik haar nog eens vroeg wat zjj gisteren ,bedoeld had met de uitdrukking, dat zij misschien de schnld was van haar vaders dood.* .Mjj is de kleine Anna een raadsel," aldus besloot de kapitein zjjn lang verhaal, .doch ik heb haar daarom niet minder lief en ik zal tot baar hulp bjj haar blijven, ik laat haar niet alleen. Doch thans kunt ge mjj een dienst bewjjzen professor. Komt u, als ge van uwe excursie terug keert, nog even aan, ik zal u dan een paar boodschappen mede geven voor mjjn broeder, den burgemeester. Hjj moet zorgen, dat Anna, wil zij niet bjj den dokter inwonen, na do begrafenis haars vaders dadeljjk een fatsoenlijk onderkomen te Luttach vindt, ook moet hjj maatregelen voor de begrafenis nemen. Ik zal hem dit alles mededcelen in een brief, dien gij dan zeker wel zoo goed zult willen zyn, persoonlijk aan mijn broeder te overhandigen.' Ik beloofde dit natuurlijk gaarne en zoo scheidden wjjdo kapitein keerde in huis terug om den brief te schrjjven. wat, zooals hij zeide, een ouden, het schrijven niet ge wenden soldaat, wel menig nar zou kosten, ik vervolgde mjjn wandeling. Het kerkje van St. Nicolaas was spoedig bereikt, nog even genoot ik van het prachtig I gezichttoen begon ik te verzamelen. Eeaige uren lang zwierf ik in alle richtingen door het bosch van St. Nieoloas, toen opwaarts tot over de woudgrens naar de kale rots achtige hellingen van den Nanoseerst toen mjjn doozen en Oesschcn zoo rijk gevuld wa ren, dat ik niet meor wist wuar mjjn ento mologische schatten te bergen cn de hitte te erg werd, begaf ik mjj tegen hot middaguur op weg naar huis, weder als den vorigen dag rechts houdende, door het bosch bergafwaarts gaande. Kort daarna bereikte ik het smalle, naar het afgelegen huis leidende voetpad en bjjna op dezelfde plaats, waar ik den dag te voren Franz Schorn had ontmoet, trof ik hem ook thans weder; thans echter ontweek hjj mjj niet, doch wachtte mjj af. Hij was niet alleen zich aan hem klampende, zjjn rechter arm om haar middel stond de mooie Anna. Het was een schoon jong paarIk genoot bjj bet zien dier schoone jonge lieden. Frans Schorn was inderdaad een flink jongman zooals hij daar met een blik vol innige liefde neerzag op zijn geliefde, kwam de schoon heid zijner trekken, die do duistere, harde uitdrukking geheel verloren hadden, tot haar volle recht. Toen Franz Schorn, door mjjn loop-u op mjj opmerkzaam geworden, opkeek cn m'j zag, kwam weer een schaduw op zjjn gelaat. Zon der het meisje los te laten, nam hjj voor mjj met de linkerhand den stroohoed af. Anna knikte mjj blozend toe, zjj deed geen poging zich uit zjjn arm te bevrjjden. .Wjj hebben u hier gewacht, professor,» zeide Franz, toen ik het jonge paar genaderd was, .kapitein Pollens heeft mjjn meisje medegedeeld, dat gjj van St. Nicolaas ko mende, tegen den middag langs het afgelegen huis zoudt komen, daarom zjjn wjj u tegemoet gegaan en hebben u hier gewacht om u iets te vragen. Als ik kan zal ik zeker aan uw verlangen voldoen," zeide ik met genoegen het jonge meisje aanzieude, dat bloosde, doch met stra- lenden blik Franz aankeek, toen hjj de woor den .mijn meisje* uitsprak. Het is een verzoek, dat u zonderling zal toeschijnen, professor," vervolgde Frans met eenige verlegenheid, .doch ik wil het toch doen, omdat ik overtuigd beu, dat gjj mjj en mijn liefste niet gaarne eene onaangenaamheid zult berokken.' .Zeker niet! Zeg mjj ronduit wat ge ver langt." .Het is niet veel, ik zou u alleen willen verzoeken, dat ge tegen niemand over onze ontmoeting op gisteren spraakt." Die woorden schenen heel onschuldig ge zegd, doch niet zoo onschuldig wrt de blik, waarmee Franz mjj doordringend aankeek. Het scheen mjj toe, dat hjj zich angstig af vroeg of ik wel aan zyn verlangen zou vol doen. Franz had inderdaad een vondeling verzoek gedaan. Onwillekcnring keek ik naar zjjn verbonden rechterhand. Allerlei gedachten gingen mjj op eens door het hoofd. Ik zag het groote, tweesnjjdende dolkmes met hot bloedige heft op den vloer in de kamer van het afgelegen huistevens zag ik de wonden op con gebruinde hand en hoorde de stem des dokters, toen deze zeide ,'t Is alsof je iu een mes hebt gegrepen.* Ik zag Franz schuw voor injj in het boschje vluchten cn ik zag hom weder somber voor zich staron, toen hij den vorigen avond naar mjjn woorden en die van den dokter had ge luisterd. Ik herinnerde mij zjjn bittere vjjand- schap jegens den ouden Pollenz en de woorden van den ouden man: .Die zal mjj nog eens naar het leven staan Tot dusverre had ik geen bepaalde verdenking jegens den jongen gekoesterd, doch in dit oogenblik kwam die bij mjj op. W aarom verlangt ge, dat ik over die ont moeting zwjjgen zal vroeg ik, in pluats van te antwoorden. Omdat ik Franz verzocht heb n dit te vragen," zeide Anna voor don jongen man, wiens gelaat bjj mjjn vraag weder die duis tere uitdrukking had aangenomen, die het gewoonljjk droeg. .Franz heeft mjj verteld, dat hjj u gisteren ontweken was, daar hjj iedere gelegenheid wilde mjjden u te spreken. Hjj vreesde, dat er voor n onaangenaamheden konden voortvloeien, als gjj toevallig door iemand met hem gezien werd. Hjj had mjj geruimen tjjd tevergeefs ginds bjj don groo ten eik, waar wjj dagelijks in den middag samen kwamen, gewacht. Ik had niet kunnen komen, omdat vader mjj naar Luttach had gezonden. Franz was in een kwade bui, daar kwam hjj tegen en om u niet te moeten aanspreken, sloeg hjj-don weg door het dichte kreupelhout in." Anna's woorden hadden op mjj eeac eigen aardige uitwerking zij versterkten rnjjne ver denking. Als Franz zich van zjjn onschuld bewust was, was het dan wel noodig, dat zjjn meisje verklaarde, waarom hjj juist op dat middag uur in de buurt van het afgelegen huis go- zien was, waarom hjj mjj ontvlucht was en er zoo schuw, zoo verstoord had uitgezien •Gjj hebt mjj nog altjjd niet gezegd, waarom ik rnjjne ontmoeting met don heer Schorn aan niemand moet mededeelen,. zeide ik. (Dat zal ik u zelf uitleggen, viel Franz Schorn in, .mjjn meisje meent, dat, wanneer de districts-rechter Faligno verneemt, dat ik hier gisterenmiddag in do bunrt van het af gelegen huis gezien ben, hij dadeljjk uit haat •en verdenking jegens mjj zou uitspreken.- Dat zal hjj bepaald doenIk smeek o, professor, vertel geen monsch dat ge Franz gezien hebt." Het jonge meisje keek mjj bjj die woorden zoo lief aan, dat het hart mjj week werd. Ik bevond mjj in groote verlegenheid. Kon ik baar zeggen, dat ik niet aan haar verzoek kon voldoen, dat ik den rechter reeds van rnjjne ontmoeting in kennis had gesteld 7 Ik kon dat niet doen, ik kon Franz niet waar schuwen zonder misschien een nadeeligen in vloed op het ondersoek uit te oefenenmaar tot eene belofte, die ik niet houden kon, kon mjj dit ook niet dwingen. .Ik kan n niets beloven," zeide ik koel, ijj een gerechteljjk verhoor is ieder ver plicht niets te vcrawjjgen." .O, professor, ik smeek, ik bezweer n Met duisteren, naar het mjj toescheen drei genden blik viel Fr&nz zjjn meisje in de rede. .Vraag verder niets, Anna," zeide hjj, ,d« professor heeft geljjk. Het was dwaas, ja onrechtvaardig van me, dat ik aan je ver zoek voldeed en deze dwaze wensch aan den professor uitte. Hjj mag daaraan niet voldoenAls do schurk, de districts-reehter eene verdenking tegen mjj uit, zal ik tegen hem op weten te komen. Kom, Anna, wjj mogen mjjnheer niet langer ophouden.' Hjj nam den hood voor me aftoen ging hjj met het jonge meisje het bosch in. Ik keek hem in gedachte na. Tegenstrjjdige ge dachten kwamen in mjj op. Kan deze trotsche zichzelf bewuste jongo man een misdadiger zjjn (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1