KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen.
Ho. 2742.
Zaterdag 27 Mei 1899.
27»te Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn". 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Atoonnomont
3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/,.
id. voor het Buitenland fl.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
UitgeversBEBKHOUT Co., te Helder.
Burcaux» Spoorstraat en Zuidatraat.
AavertentLön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VPfJDAGSMORGKNS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DEB WEEK.
MEI, Bloeimaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 49 m.
Onderg. 8 u. 5 m.
Zondag 28
Maandag 29
Dinsdag 30
Woensdag 31 Laatste Kwartier.
JUNI, Zomermaand, 30 dagen,
Donderdag 1
Vrijdag 2
Zaterdag 3
lilt het Buitenland.
Eenige dagen geleden hadden do brieven
bestellers te Parjjs ongeveer 3500 in aantal
den dugeljjkschen arbeid gestaakt. Welk
een ontzettend ongerief daardoor ontstond,
is haast niet te schetsen. Het bestuur der
posteryen deed, wat maar eenigszins mogelijk
was, om het kwaad te verholpen. Het droeg
het sortecron op aan vrouwelijke beambten
der Rijkspostspaarbank en aan telefonisten,
terwyl met het bezorgen van brieven en ge
drukte stukken eoldaten van de republikein-
ache garde werden belast. Binnen 24 nren
was de staking geëindigd door de volkomen
onderwerping der muitelingen. Doch hiermeê
is de zaak nog niet nithet muisje zal nog
ecu staart hebben. Geheel straffeloos blijft
het gepleegde feit niet. Daarvoor is er te
veel verwarring gesticht, en hebben te veel
belanghebbende burgers schade geleden. Het
is zelfs eene niet onbelangrijke rechtsvraag,
welke door sommige Parysche kooplieden
wordt opgeworpen, die deu Staat een proces
willen aandoen, omdat de Staat buiten het
geval van overmacht verplicht is, de brieven
regelmatig aan huis te doen bezorgen. Men
vermoedt, dat de belhamels onder de werk
stakers de eigenljjke raddraaiers zul
len worden ontslagen, en dat sommigen, die
niet zullen worden ontslagen, in rang en
inkomsten achteruit gezet, of in een minder
voordoelige wjjk werkzaam gesteld zullen
worden, ten einde voor het vervolg eene her
haling te voorkomen.
Men maakt zich in Egypte en ook daar
buiten ongerust over gevallen van pestziekte,
die zich in eene achterbuurt van Alexandrië
hebben voorgedaan. De regeering te Cairo
heeft onmiddellijk de noodige voorzorgsmaat
regelen genomen. En de regeering van
Griekenland en Italië hebben terstond afge
kondigd quarantaine-voorschriften, te volgen
voor alle schepen, nit Egypte afkomstig.
Bjj den Duitschen Rijksdag is een wetsvoor
stel van een der leden aanhangig, volgens het
welk een belangryke wyziging wordt gebracht
in de beëediging van getuigen in strafzaken.
Oin het afleggen van overbodige eeden, en ook
van valsche eeden, zooveel mogclyk te beperkeD,
wil de voorsteller bepaald h ebben, dat1. de
beëediging eerst plaats heeft nk het afleggen
der getuigenis, als de rechter dit noodig acht
twat byv. bjj getuigen, die niets belangryks
blyken te vorklaren, veeal overbodig zal blij
ken) cn 2. ook verklaringen, niet ondoreede
afgelegd, strafbaar worden gesteld, als de on
waarheid blijkt. Door dit laatste zal de burger
allengs leereu begrypen, dat men aan do justitie
steeds de waarheid verschuldigd is, en zal men
den eed geheel kunnen missen, welks vordering
zoo vaak tot een inbreuk op de geestesvrijheid
leidt, zoodat de eedsdwaug dan ook sedert 1888
in Engeland en sinds lang ook in Zwitserland
is afgeschaft. De rechter zal den getuige steeds
hebben te wjjzen op de strafbepaling, zoowel
wanneer hjj besluit hem onder eede te hooren,
als zoader beëediging. Wellicht zien de Ne-
derlandsche wetgevers in hetgeen elders ter
zake van den getuigen-eed plaats heeft of
voorbereid wordt, voorbeelden ter navolging
Een Duitsche professor heeft dezer dagen
een aanvang gemaakt met het instellen van
een onderzoek omtrent het bezighouden
van zieken. Hij wenscht langs dezen weg
te weten te komen, wat erin de verschillende
ziekenhuizen en door afzonderlyke ziekenver
pleegsters reeds gedaan wordt, om aan zieken
bezigheid te verschaffen, wat daarvan doel
matig is gebleken en wat niet, en wat er in
die richting nog gedaan kan worden. De pro
fessor stelt zich voor, de resultaten van dit
belangwekkend onderzoek openbaar te maken,
't Is wel opmerkelijk, dat in den laatsten tijd
de ziekenverpleging steeds meer op den voor
grond treedt, en niet uitsluitend zooals
vroeger de behandeling van den geneesheer.
Een andere professor erkent ook ten volle het
comfort voor zieken, als een middel om te ge
nezen hij heeft de algemeene aandacht op de
noodzakelijkheid van dat comfort gevestigd.
Maar het verschaffen van eene doelmatige be
zigheid aan de zieken is wellicht van 't grootste
belang, en vormt waarschjjnljjk eene zeer
menschkundige geneesmethode, die wel in zeer
groote mate aandacht verdient.
De geschiedschrijver zal in latere jaren
een omstandig verhaal kunnen leveren van
i\l de pogingen, die er in den loop der eeuwen
zjjn aangewend, om een zoo kort mogelyken
weg van en naar Oost-Indië te vinden. In
overouden tjjd werden de Indische producten
over land, met kameelen, aangevoerd tot aan
de kusten der Middellandsche Zee, vanwaar
ze dan naar verschillende westersche landen
werden verscheept. In 't laatst der 15de eeuw
vonden de Portugeezen den weg ter zee naar
Indië langs de Kaap de Goede Hoop, terwyl
de poging vun Heemskerk en Barendsz, om
door de Noordelyke IJszee heen Oost-Azië te
bereiken, mislukte. Nn ruim 30 jaar geleden
werd de landengte van Suez doorgegraven,
en sedert dien tyd wjjst het Suez-kanaal een
aanmerkelijk verkorten reisweg aan, om Indië
te bereiken. Maar nog is in deze het laatste
woord niet gesproken, en ofschoon de zeeweg
wel niet korter gemaakt kan worden dan hy
nu reeds is, bestaat er kans op het openeD
van kortere verkeerswegen over land. Rusland
is er, ter bevordering vooral van eigene be
langen, wel zeer op uit, om zulke wegen tot
stand te brengen. Reeds is men bezig aan
het leggen van spoorbanen midden door Siberië
heen, waardoor men, is de reusachtige ljjn
eenmaal gereed, de kusten van Oost-Azië over
land zal kunnen bereiken. En r.u is men te
St. Petersburg bezig met het ontwerpen van
plannen voor den aanleg van een spoorweg
door Pcrzië. Komt ook deze spoorweg tot
stand, dan wordt hy een concurrent voor het
Suez-kanaal, althans voor reizigers. Men zal
dan van Berljjn of Weenen in 11 dagen
Bombay (Britsch Indië) kunnen bereiken,
waarvan slechts 4 dagen aan boord eener
stoomboot. Thans moet men van Triëst via
Suez 18 dagen varen, om Bombay te bereiken.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 26 Mei 1899.
De heer L. J. Kuiper, commies 4de
kl. der posterijen alhier, is met ingang van
16 Juni aj. bevorderd tot commies 3de kl.
Bij Kon. besluit is, als blijk van
goedkeuring en tevredenheid, de bronzen
eerepenniDg voor menschenlievend hulp
betoon en een loffelijk getuigschrift toe
gekend aan C. J. Hofstede, matroos der
2de klasse, dienende aan boord van Hr.
Ms. schooner Argus", wegens het met
levensgevaar redden van een jongen uit de
haven te Nieuwediep, op 21 Maart 1899.
Door den architect S. Krijnen werd
Woensdag jl., voor rekening der Vereeniging
Fröbel" alhier, openbaar aanbesteed het
bouwen eener Fröbelschool te Helder.
Ingekomen waren 12 inschrijvingen, van de
heeren L. Klein, ad f 14.798 W. de Jong
f14.000; Quak en Van Pelt f13.597; C.
Kroon, Wieringen, f 12.996 A. Krijnen
f12.930; Gebrs. van Pelt f12.384; J.
Duinker f 12.247 J. Spruit f 11 990 J.
F. Philips f 11.700 S. Megers f 11.464;
Gebre. Van Os f 11.279 en A. Nobbes
f 10.455.
Te Haarlem zjjn op 2en Pinksterdag
per spoor aangebracht ruim 17,000 per
sonen, waarvan alleen 12,000 uit Amster
dam. De paardentram daar vervoerde er
9090.
De stoomtram der H. IJ. 8. Mij.
Den Haag—Scheveningen vervoerde Zon
dag 5360 en Maandag 14,790 personen.
Vanwege de Noord- en Zuid-Bol-
landsche Reddingniaatschappjj is te Koog,
op Texel, een nieuwe reddingsboot ge
vestigd.
P E DIR.
Bjj de Regeering is Dinsdag het vol
genden telegram ontvangen
»Bij het opzoeken van benden in IX
Moekims Keumangan zyn gevaarlijk ge
wond twee militairen beneden den rang
van officier en is een fuselier vermist. De
vjjand had een twaalftal gesneuvelden".
Men meldt uit Den Haag:
Pinksterdrukte in Den Haag Neen,
neen Pinkstervertier, dat kan er mee door.
Een specialist in menschenkennis zeide,
vertrouwelijk op den schouder kloppend,
Ze zijn hun centjes kwjjt geraakt bij de
kroningsfeesten. Maai- een ander, misschien
niet zoo'n mensehenkundige, maar beter
weêrkenner. huiverde 't is te koud hoor
Ja, dat was 't wel óók Zelfs geen mu
ziek in 't Bosch. En dat zegt wat. En
geen muziek geen menschen, althans in
't Bosch niet. In de straten hoopten zij
zich op maar toch, 't was 't traditioneele
niet Scheveningen werd bezochter ril
den inderdaad eenige honderden menschen
langs den Oceaan.
En de spoorwegen en trams en bussen,
nu ja is druk, drukker dan anders, maar
overdruk, volstrekt niet.
De Scheveningsche stoomtrams kregen
eerst laat menschen en brachten ze weer
vroeg terug.
En de Groote Markt in Den Haag
Och armeDe keien klaagden steen en
been dat ze zoo bitter weinig bedanst
werden, ditmaal door Scheveningers en
hunne veelrokkige dames.
Neen, 't was Pinksteren, en toch geen
Pinksteren.
Maar met dat al hebben de hier ver
toevende vreemdelingen geen slechten in
druk kunnen bekomen van ruw volksge-
tier en liederlijke straattooneelen. Het gure
weder was dan toch nog ergens goed voor.
Neder). Christel. Geheel-Onthondersbond
Op het prachtige buitengoed >De Har-
tekamp", welwillend door den heer F. baron
Van Verschner te Velsen afgestaan, had
Maandag de vierde jaarlijksche onthouders
dag van bovengenoemden bond plaats. Niet
tegenstaande het ongunstige weder, hadden
velen zich reeds vroeg van uit Haarlem
een wandeling getroost naar genoemde
buitenplaats om te kunnen deelnemen aan
de bidstond, die van 9 tot 10 uur werd
gehouden onder leidiug van de heeren J.
Visser, J. M. Spaan en J. Wildeman.
Te halfelf kwamen de leden uit de meer
afgelegen plaatsen in grooten getale opzet
ten. Toen te halfelf de leden uit Amster
dam en Kampen, vergezeld van de fanfare
korpsen >Euphonia" van Amsterdam en
Broederbond" van Kampen, onder de op
gewekte tonen der mnziek het terrein op
marcheerden, heerschte er «ene groote
gezelligheid en opgewektheid on Ier de on
geveer 1500 aanwezigen.
Kwart voor elven hield de heer Posthuma
van Rotterdam de openingsrede. Vervolgens
vingen op twee spreekplaatsen de redevoe
ringen aan
Nadat door den heer W. Langendank een
slotwoord was uitgesproken, werd een
marsch gemaakt met muziek over de buiten
plaats en door het dorp, waarna de stoet
ruim 6 uur werd ontbonden en de terug
tocht naar huis aanvaard.
Men schrjjft aan den »Javabode":
Op de reis naar den Oosthoek van het
stoomschip >Soembing" van de Rotter-
damsche Lloyd had ter reede van Semarang
een der opvarendendie buiten boord moest
schilderenhet ongeluk in het water te
vallen. De 3e officier de heer Stuerwald,
het gevaar ziende, waarin de drenkeling
zich bevond (de reede van Semarang is
vol haaien), sprong over boord en mocht
na bovenmenscheljjke inspanning het ge
noegen smaken den reeds gezonken man
behouden binnen boord te brengen.
Alle getuige van deze edele daad druk
ten S. de hand, en ook de gezagvoerder,
kapitein De Boer, dankte hem in flinke
zeemanstaal voor het front der equipage,
roemde zjjn zelfopoffering, en zeide van het
feit bij aankomst in Nederland melding te
zullen maken bij het bestuur der Maat
schappij tot redding van drenkelingen.
Flink zoo I Zoo behoort het ook zulke
daden van menschlievendheid dienen der
vergetelheid ontrukt te worden.
Det ongeval vau de Prinses Marie".
De Raad van Tucht deed Dinsdagavond
uitspraak in de zaak van kapitein T. van
der Lee, gezagvoerder op het Nederland-
sche stoomschip >Prinses Marie", welke
bodem 19 October 1898 op de z.g. stroom-
klip, ten N. van Java stootte, en zoodanig
beschadigd werd, dat terugkeer naar Tand-
jonk-Priok noodzakelijk was.
De Raad overwoogdat de bewering
van kapitein Van der Lee, al zou hij
hebben gestooten op de een of andere
oneffenheid, ontstaan door vulkanische
werking, door niets gestaafd wordtdat
daarentegen als vaststaand kan worden
aangenomen door verschillenden ge-
tuigen-verklaringen dat inderdaad op
de stroomklip gestooten is dat kapt. Vau
der Lee noch om 2.30, noch om 2.40 uur
des middags zelfs naar den koers gekeken
heeft, maar telkenmale op de waarschu
wing van zjjn eersten officier van koers
is veranderd, en zich dus niet voldoende
met de navigatie van het schip heeft
ingelatendat het ongeval dus is ver
oorzaakt door de schuld van kapt. Van
der Lee, die niet genoeg gelet heeft op
den invloed van den stroom in de nabij
heid van de stroomklip, en met groote
zorgeloosheid verzuimd heeft, zelfs de
noodige waarnemingen te doen, waarom
de Raad kapt. Van der Lee voor den tyd
van 1 jaar schorstte in zijn bevoegdheid,
om als schipper op een Nederlandsch
koopvaardijschip te varen.
Het gesticht Meerenberg,
nabij Haarlem, zal op 26 Juni e.k. ge
durende 50 jaar hebben bestaan. Het aan
tal krankzinnigen, dat daar werd verpleegd,
bedroeg op het einde van 1849 slechts
220, einde 1859 waren er 468, 1869 722,
1879 879, 1889 1172, en einde 1896 het
maximum, dat de Rijkswet toestaat 1313.
In den loop der jaren is het gesticht her
haaldelijk uitgebreid. De gronden van het
gesticht beslaan eene oppervlakte van
43.882 H A.
Een moeilijke arrestatie.
De agent van politie 3de kl. A. VV.
Jacobs bevond zich Dinsdagnacht om 12
nur op surveillance aan den Plantage weg
te Rotterdam en zag toen twee mannen
het raam van een onbewoond beneden
huis inklimmen, welk raam zjj tevoren
opengeschoven hadden. Toen hij zag dat
die mannen goed en wel binnen waren,
spoedde hy zich om hulp naar den poli
tiepost in de Van der Leckestraat. Van
een agent-majoor vergezeld keerde hy
dadelijk daarop naar dit onbewoonde be
nedenhuis terug. Beiden verschaften zich
toegang en liepen de gang daarvan in,
Jacobs voorop. Aan het einde der gang
vonden zij de keukendeur openstaan. In
deze laatste deur zag Jacobs de schim
men van twee mannen, en terwijl hy dit
ziet, flikkert er eensklaps een vuurstraal
in zyn richting. Dadeljjk nemen de in
brekers de vlucht. Onversaagd achter
volgt de agent, wien een kogel rakelings
langs het hoofd ging, het vluchtende paar
over de schuttingen van een tiental tuinen
in de richting der Assendelftstraat, ter
wyl inmiddels de agent-majoor, die hulp
gekregen had van een derden agent, zich
met deze naar de Assendelftstraat spoed
de en zich daar in een der huizen begaf
om de vluchtelingen te grijpen.
Toen dezen dat bemerkten, keerden zij
terug, en klommen weder over een aantal
tuinschuttingen, doch kierbjj weken zy
eenigszins van hun weg af, zoodat zy aan
een bewoond benedenhuis op den Plantage-
weg uitkwamen. Hier verkregen zy van
den bewoner vergunning om door zyn huis
heen de straat te bereiken. Daar ston
den de agent-majoor en de derde agent
ook reeds, die de inbrekers opwachtten en
arresteerden. Beiden werden daarop on
der behoorlyke bewaking naar hot politie
bureau in de Meermansstraat overge
bracht, waar de een bleek te zyn een
34jarige bierhuishonder, reeds eenmaal tot
3 jaar gevangenisstraf veroordeeld, en de
ander een 21 jarig los werkman. De ko
gel, bestemd voor den agent A. W. Ja
cobs, was in de onmiddellijke nabyheid
van dien agent in de keuken in den
schoorsteenmantel gedrongen By een
door den onder-inspecteur Van Fenneina
ter plaatse ingesteld onderzoek werden in
de tuinen verschillende inbrekersgereed
schappen gevonden, waaronder een paar
moorddadig zware jjzeren staven. Ook in
de woning van den bierhuishouder werd
een dergeljjke staaf in beslag genomen.
Het wapen, waarmee geschoten werd,
vond men heden niet. De tyd om iets
te ontvreemden ontbrak aan de inbrekers.
(»N. R. C.")
Oe schipbreuk van de >Paria".
De gevreesde Manacles, de rotsen tusschen
Falmouth en Kaap Lizard, die in October
van het vorige jaar de >Mohegan" ten onder
deden gaau, hebben een nieuw slachtoffer
geëischt. Misleid door de duisternis van den
vroegen ochtend is de Paris", die 386
passagiers aan boord had, eveneens op deze
rotsen geloopen.
Het schip is rakelings voorbjj gegaan
aan de rotsen, waarop de »Mohegan" ge
stooten heefthet liep tusschen net wrak
van de »Mohegan" en de kust, voorbjj de
meest gevaarlijke rotsen, door het eenige
veilige kanaal en bewoog zich iu de richting
van Lowlands Point, in de nabyheid van
welk punt de rotsen zich tot over een uit
gestrektheid van een mjjl in zee uitstrekken
en by hooge zee geheel onder het water
verborgen zyn. De» Paris" is op de vlakste
dezer rotsen gestrand, tusschen twee hooge,
scherpe rotspunten in, dus woarschyulijk
op een der minst gevaarlyke plaatsen van
deze gevaarlyke omgeving. Zy was eenige
mjjlen uit haar koers, veel meer dan inder
tijd de »Mohegan"mist hing er niet;
wel viel er een dichte, fijne regen, gepaard
gaande met heiig weer, zonder echter bui
tengewoon groot gevaar voor de scheepvaart
op te leveren.
Zaterdag had de Paris'' Southampton
verlaten met helder weereerst stak zy
het Kanaal over om Cherbourg aan te doen
en daar een vijftigtal passagiers op te nemen.
Deze haven werd om zes uur des namid
dags weer verlaten. Ook de avond was nog
tameljjk helder en de maan, voor bijna drie
kwart vol, scheen, wat een fraaien nacht
beloofde wel hing er een damp, maar be
paald mistig was het niet. Het schip maakte
een vlugge reis door het Kanaalal da
passagiers en een deel der bemanning had
den zich ter ruste begeven. Kort na éón
nor hoorde men eensklaps den nitkjjk
roepen: >Land aheaden nn werd het
duidelijk dat een onheil bjjna onmogelijk
meer te vermijden was.
Het schip liep achttien knoopen per uor
de kracht der machines werd nu onmiddel
lijk verminderd en daaraan is het hoofdza
kelijk te danken, dat het onheil nog betrek
kelijk zoo gelukkig is afgeloopen, hoewel
het gevaar niet kon worden voorkomen.
Eensklaps stopten de groote machines
daarna werd tegenstoom gegeven het schip
schudde, scheen in open water te komen
om het volgende oogenblik weder op een
rots te stooten en daar te bljjven zitten.
De verschrikte passagiers snelden naar
het dek, sommigen alleen in nachtgewaad
gekleed en een oogenblik bestond de vrees,
dat er een paniek aan boord zou ontstaan.
De uitkjjk rapporteerde echter, dat er in
de onmiddellijke nabyheid land in het zicht
was dit stelde de meeste passagiers gerust
en toen men bemerkte, dat de Paris zich
goed hield, bestond er natuurlyk nog w«l
een groote ongerustheid, maar van een pa
niek was geen sprake meer. De stewards"
maakten met den grootst mogeljjken spoed
koffie en thee gereed, welke werd rondge
deeld als op een gewonen namiddag, als
alles kalm op zee is.
De kapitein, de heer Frederick Watkins,
liet onmiddellyk vuurpijlen ontsteken, die
het eerst werden beantwoord door het kust-
station van Falmonth.
Toen de dageraad aanbrak en men goed
om zich heen kon zien, ging er een kreet
van schrik op ouder de passagiers want
op geen honderd meter afstand zagen zy
de toppen der masten van de sMohegan"
boven het water uitsteken en nn eerst
werden zij zich ten volle bewust aan welk
een vreeselijk gevaar zy waren ontkomen.
Aan beide zjjden van de blinde klip, waarop
de Paris" was geloopen, staken groote
rotspunten boven het water nit; was het
schip op een van deze geloopen, dan zou
het midden door gesneden zyn, zooals met
de >Stella" is geschied, en men huivert by
de gedachte aan de vele menschenlevens,
welke dan waarschjjnljjk weer verloren zou
den zyn gegaan. Zoodra de sleepbooten
waren aangekomen stapten de passagiers
over op de sleepboot «Dragon" zy moch
ten niets meenemen dan de kleeren, welke
zij droegen en landden om zeven uur te
Falmouth, waar hnn onderdak werd ver
schaft in het Zeemanshois en in verschillende
hotels
Bjj dergelijke onverwachte ernstige ge
beurtenissen doen zich nog altjjd tooueelen
voor, welke, als men ze zich later herinnert,
menigeen vermaken. Zoo ook hier. Een
paar slechts halen wy aan. De dames, die
in haar nachtgewaad naar het dek waren
gesneld, kon men niet overreden naar haar
hutten terug te keeren en zich daar te
kleeden zy lieten haar kleederen halen en
kleedden zich op het dek, dat in een oog
wenk in een reusachtig boudoir was her
schapen.
Een der heeren kwam het dek opstormen
met pantoffels aan de voeten en de cape
van zyn vrouw over de schouders door
de kleine staartjes, welke van de cape ben
gelden, zag hjj erallerbelachelykatuit. Toen
zijn vrouw hem eindelyk naar beneden zond
om wat betamelijker te kunnen verschjjnen,
ging bjj zich in zjjn verbanwereerdheid
kleeden in den muzieksalon.
FEUILLETON
16).
Met bewonderenswaardige openhartigheid
heeft re mjj verteld welke treurige verhouding
hier in huis geheerscht heeft sedert den dag
dat Franz Schorn haar vader haar hand had
gevraagd. Tegen haar was haar vader steeds
goed en liefdevol geweest, olschoon zjj hem
had verklaard nooit Franz Schorn te zullen
opgeven, nooit den rechter te zullen trouwen,
doch jegens alle andere menschen en vooral
jegens Franz, had hjj sedert diepen haat ge
toond, jegens allen het diepst wantrouwen ge
koesterd, zelfs jegens de oude Joliunna.
Hjj was altjjd bang dat hjj op een goeden dag
overvallen en vermoord zou worden, daarom
had hjj zich steeds in zjjn kamer opgesloten
en als hjj er ooit iemaBd binnen liet, was
hij altjjd met zjjn dolkmes gewapend geweest.
Dit vreeseljjke mes bad hjj zelfs in de hand
gehad als de oude Johanna zjjn kamer stofte,
want ook van haar had hij een heimeljjken
overval gevreesd. Hoe Anna ook gesmoekt
had, hjj was niet te bewegen geweest zjjn
baat tegen Franz Schorn op te geven. Zjj
echter had verklaard Franz trouw te zullen
bljjvcu haar leven lang cn dit was de eenige
steeds terugkeerende strjjd tusschen haar cn
haar vader geweest, waDt zjj had hom eerljjk
verklaard, dat hjj haar in de gevangenis zou
moeten opsluiten, wilde hjj haar verhinderen
baar Franz te zien.
En zjj had hem gezien dagcljjks! Steeds,
*ls haar vader zich na het middagmaal in
zijB kamer had opgesloten om een uurtje te
slapen, had zjj het huis verlaten om Franz te
spreken, die haar dan onder den grooten eik,
niet ver van het huis wachtte. De vader had
dit geweten, doch hjj had er niets tegen ge
daan, nadat zjj hem verklaard had zich niet
te zullen laten terughoudensloot hjj het
huis dan zou zjj trachten de afsluiting te ver
breken.
Dit alleB heeft mjj dit eigenaardige meisje
eerljjk gezegd, terwjjl zjj mjj daarentegen elke
verklaring weigerde, toen ik haar nog eens
vroeg wat zjj gisteren ,bedoeld had met de
uitdrukking, dat zij misschien de schnld was
van haar vaders dood.*
.Mjj is de kleine Anna een raadsel," aldus
besloot de kapitein zjjn lang verhaal, .doch
ik heb haar daarom niet minder lief en ik
zal tot baar hulp bjj haar blijven, ik laat
haar niet alleen. Doch thans kunt ge mjj een
dienst bewjjzen professor. Komt u, als ge
van uwe excursie terug keert, nog even aan,
ik zal u dan een paar boodschappen mede
geven voor mjjn broeder, den burgemeester.
Hjj moet zorgen, dat Anna, wil zij niet bjj
den dokter inwonen, na do begrafenis haars
vaders dadeljjk een fatsoenlijk onderkomen te
Luttach vindt, ook moet hjj maatregelen voor
de begrafenis nemen. Ik zal hem dit alles
mededcelen in een brief, dien gij dan zeker
wel zoo goed zult willen zyn, persoonlijk aan
mijn broeder te overhandigen.'
Ik beloofde dit natuurlijk gaarne en zoo
scheidden wjjdo kapitein keerde in huis
terug om den brief te schrjjven. wat, zooals
hij zeide, een ouden, het schrijven niet ge
wenden soldaat, wel menig nar zou kosten,
ik vervolgde mjjn wandeling.
Het kerkje van St. Nicolaas was spoedig
bereikt, nog even genoot ik van het prachtig
I gezichttoen begon ik te verzamelen. Eeaige
uren lang zwierf ik in alle richtingen door
het bosch van St. Nieoloas, toen opwaarts
tot over de woudgrens naar de kale rots
achtige hellingen van den Nanoseerst toen
mjjn doozen en Oesschcn zoo rijk gevuld wa
ren, dat ik niet meor wist wuar mjjn ento
mologische schatten te bergen cn de hitte te
erg werd, begaf ik mjj tegen hot middaguur
op weg naar huis, weder als den vorigen dag
rechts houdende, door het bosch bergafwaarts
gaande. Kort daarna bereikte ik het smalle,
naar het afgelegen huis leidende voetpad en
bjjna op dezelfde plaats, waar ik den dag te
voren Franz Schorn had ontmoet, trof ik hem
ook thans weder; thans echter ontweek hjj
mjj niet, doch wachtte mjj af. Hij was niet
alleen zich aan hem klampende, zjjn rechter
arm om haar middel stond de mooie Anna.
Het was een schoon jong paarIk genoot
bjj bet zien dier schoone jonge lieden. Frans
Schorn was inderdaad een flink jongman
zooals hij daar met een blik vol innige liefde
neerzag op zijn geliefde, kwam de schoon
heid zijner trekken, die do duistere, harde
uitdrukking geheel verloren hadden, tot haar
volle recht.
Toen Franz Schorn, door mjjn loop-u op
mjj opmerkzaam geworden, opkeek cn m'j zag,
kwam weer een schaduw op zjjn gelaat. Zon
der het meisje los te laten, nam hjj voor mjj
met de linkerhand den stroohoed af. Anna
knikte mjj blozend toe, zjj deed geen poging
zich uit zjjn arm te bevrjjden.
.Wjj hebben u hier gewacht, professor,»
zeide Franz, toen ik het jonge paar genaderd
was, .kapitein Pollens heeft mjjn meisje
medegedeeld, dat gjj van St. Nicolaas ko
mende, tegen den middag langs het afgelegen
huis zoudt komen, daarom zjjn wjj u tegemoet
gegaan en hebben u hier gewacht om u iets
te vragen.
Als ik kan zal ik zeker aan uw verlangen
voldoen," zeide ik met genoegen het jonge
meisje aanzieude, dat bloosde, doch met stra-
lenden blik Franz aankeek, toen hjj de woor
den .mijn meisje* uitsprak.
Het is een verzoek, dat u zonderling zal
toeschijnen, professor," vervolgde Frans met
eenige verlegenheid, .doch ik wil het toch
doen, omdat ik overtuigd beu, dat gjj mjj en
mijn liefste niet gaarne eene onaangenaamheid
zult berokken.'
.Zeker niet! Zeg mjj ronduit wat ge ver
langt."
.Het is niet veel, ik zou u alleen willen
verzoeken, dat ge tegen niemand over onze
ontmoeting op gisteren spraakt."
Die woorden schenen heel onschuldig ge
zegd, doch niet zoo onschuldig wrt de blik,
waarmee Franz mjj doordringend aankeek.
Het scheen mjj toe, dat hjj zich angstig af
vroeg of ik wel aan zyn verlangen zou vol
doen.
Franz had inderdaad een vondeling verzoek
gedaan. Onwillekcnring keek ik naar zjjn
verbonden rechterhand.
Allerlei gedachten gingen mjj op eens door
het hoofd. Ik zag het groote, tweesnjjdende
dolkmes met hot bloedige heft op den vloer
in de kamer van het afgelegen huistevens
zag ik de wonden op con gebruinde hand en
hoorde de stem des dokters, toen deze zeide
,'t Is alsof je iu een mes hebt gegrepen.* Ik
zag Franz schuw voor injj in het boschje
vluchten cn ik zag hom weder somber voor
zich staron, toen hij den vorigen avond naar
mjjn woorden en die van den dokter had ge
luisterd. Ik herinnerde mij zjjn bittere vjjand-
schap jegens den ouden Pollenz en de woorden
van den ouden man: .Die zal mjj nog eens
naar het leven staan Tot dusverre had ik
geen bepaalde verdenking jegens den jongen
gekoesterd, doch in dit oogenblik kwam
die bij mjj op.
W aarom verlangt ge, dat ik over die ont
moeting zwjjgen zal vroeg ik, in pluats van
te antwoorden.
Omdat ik Franz verzocht heb n dit te
vragen," zeide Anna voor don jongen man,
wiens gelaat bjj mjjn vraag weder die duis
tere uitdrukking had aangenomen, die het
gewoonljjk droeg. .Franz heeft mjj verteld,
dat hjj u gisteren ontweken was, daar hjj
iedere gelegenheid wilde mjjden u te spreken.
Hjj vreesde, dat er voor n onaangenaamheden
konden voortvloeien, als gjj toevallig door
iemand met hem gezien werd. Hjj had mjj
geruimen tjjd tevergeefs ginds bjj don groo
ten eik, waar wjj dagelijks in den middag
samen kwamen, gewacht. Ik had niet kunnen
komen, omdat vader mjj naar Luttach had
gezonden. Franz was in een kwade bui, daar
kwam hjj tegen en om u niet te moeten
aanspreken, sloeg hjj-don weg door het dichte
kreupelhout in."
Anna's woorden hadden op mjj eeac eigen
aardige uitwerking zij versterkten rnjjne ver
denking.
Als Franz zich van zjjn onschuld bewust
was, was het dan wel noodig, dat zjjn meisje
verklaarde, waarom hjj juist op dat middag
uur in de buurt van het afgelegen huis go-
zien was, waarom hjj mjj ontvlucht was en
er zoo schuw, zoo verstoord had uitgezien
•Gjj hebt mjj nog altjjd niet gezegd, waarom
ik rnjjne ontmoeting met don heer Schorn aan
niemand moet mededeelen,. zeide ik.
(Dat zal ik u zelf uitleggen, viel Franz
Schorn in, .mjjn meisje meent, dat, wanneer
de districts-rechter Faligno verneemt, dat ik
hier gisterenmiddag in do bunrt van het af
gelegen huis gezien ben, hij dadeljjk uit haat
•en verdenking jegens mjj zou uitspreken.-
Dat zal hjj bepaald doenIk smeek o,
professor, vertel geen monsch dat ge Franz
gezien hebt."
Het jonge meisje keek mjj bjj die woorden
zoo lief aan, dat het hart mjj week werd.
Ik bevond mjj in groote verlegenheid. Kon
ik baar zeggen, dat ik niet aan haar verzoek
kon voldoen, dat ik den rechter reeds van
rnjjne ontmoeting in kennis had gesteld 7 Ik
kon dat niet doen, ik kon Franz niet waar
schuwen zonder misschien een nadeeligen in
vloed op het ondersoek uit te oefenenmaar
tot eene belofte, die ik niet houden kon, kon
mjj dit ook niet dwingen.
.Ik kan n niets beloven," zeide ik koel,
ijj een gerechteljjk verhoor is ieder ver
plicht niets te vcrawjjgen."
.O, professor, ik smeek, ik bezweer n
Met duisteren, naar het mjj toescheen drei
genden blik viel Fr&nz zjjn meisje in de
rede.
.Vraag verder niets, Anna," zeide hjj, ,d«
professor heeft geljjk. Het was dwaas, ja
onrechtvaardig van me, dat ik aan je ver
zoek voldeed en deze dwaze wensch aan
den professor uitte. Hjj mag daaraan niet
voldoenAls do schurk, de districts-reehter
eene verdenking tegen mjj uit, zal ik tegen
hem op weten te komen. Kom, Anna, wjj
mogen mjjnheer niet langer ophouden.'
Hjj nam den hood voor me aftoen ging
hjj met het jonge meisje het bosch in. Ik
keek hem in gedachte na. Tegenstrjjdige ge
dachten kwamen in mjj op. Kan deze trotsche
zichzelf bewuste jongo man een misdadiger
zjjn
(Wordt vervolgd.)