KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen. No. 2741. Zaterdag 3 Juni 1899. z7*te Jaargang. BureauZuidstraat. Talefoonn". 32. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn". 81. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ct. id. franco per poat 75 id. fl,121/J. id.voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. UitgeversBEBKKOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat, Advertentien van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DIJNSDAG8- en VHMPAGSMOKGKNS vóór 10 imi' aan de Bureaux bezorgd zijn. KALE8DER OER WEEK. JUNI, Zomermaand, 30 dagen, Opkomst der Zon 3 u. 43 ra. Onderg. u 8 u. 13 m. Zondag 4 Maandag 5 Dinsdag 6 W oensdag 7 Donderdag 8 Nieuwe Maan. Vrjjdag 9 Zaterdag 10 IJlt het Buitenland. De berichten uit Parijs behandelen dezer dagen in hoofdzaak de jl. Maandag aange vangen procedure over de herziening van liet Dreyfus-vonnis. In groote mate wekt deze zaak de algemeene belangstelling, zoowel buiten ala in Frankrjjk. Aanvankelijk was aan het woord de rapporteur Ballot-Beaupró, die reeds ift de inleiding van zjjn zeer uit voerig rapport liet doorschemeren, dat hjj als conclusie stelde de herziening van het vonniB met verwyzing van Dreyfua naar een nieuwen krijgsraad. Het is natuurlijk niet mogeljjk een overzicht te geven van den in houd van het rapport en van de aanverwante stukken, en bovendien mag men de hoofd zaken, die daarin voorkomen de onschnld van den veroordeelde, de onregelmatigheid, door den krygsraad van 1894 gepleegd, de vermoedelijke schuld van Esterhazy en de wellicht opzettelijke dwalingen van een aantal officieren van den generalen Staf genoeg zaam bekend achten. Op 't oogenblik, waar op we dit overzicht samenstellen, is de uit slag der behandeling nog niet bekend, 't Behoeft wel niet verzekerd te worden, dat naar de te nemen beslissing met overgroote belangstelling wordt uitgezien. Op den zelfden dag, waarop de Dreyfus-zaak voor het Hof van Cassatie aan de orde kwam, ving voor 't Hof van Asises de handeling aan van de zaak der Kamerleden Dóvoulöde en Habert, beschuldigd van poging tot omver werping der Regeering, door militairen te verlokken tot medewerking in hun onge oorloofd streven. Vooral de eerstgenoemde beschuldigde roerde zich geweldig, verzekerde, dat hy Frankrjjk wilde redden met behulp van het leger. Hy stemde toe, een brigade onder commando van generaal Roget naar het Elysóe te hebben willen mcesleepen, ten einde de parlementaire Republiek omver te werpen, en verzekerde, dat zijn zaakrijpelijk was overwogen. In onderscheidene landen van Europa is hier vroeger, daar later ter verbetering van het leger, de persoonljjke dienstplicht bjj de militie ingevoerd. Nederland behoorde niet tot de eerste Staten, die deze militaire hervorming tot stand brachten. Toch was Nederland ook niet geheel de laatste. In Spanje o.a. heeft de tegenwoordige minister van Oorlog thans het voornemen opgevat, om het modern beginsel van den persoonlyken dienstplicht daar te lande intevoeren. Wellicht heeft do ervaring, in den Spaansch-Araerikaanschen oorlog opgedaan, aanleiding gegeven tot het opvatten van dit hervorming8-plan. De vredes-conferentie te 's Gravenhagc is cene wel zóó belangryke gebeurtenis, dat er hier en daar zeer uitecnlooponde oordeelvel lingen over geuit worden. Belangryk door do beslistheid der uitspraak, is voorzeker, hetgeen dezer dagen door den Amorikaanschen vice- admiraal Schley openlijk werd gezegd over de vermoedelijke uitkomsten van de interna tionale Haagsclie bijeenkomst. Hy meende, dat er geen enkele reden bestaat, om den oorlog afteschaffen. De wereld, zooals zij nü is, be weerde hij, kan er eenvoudig niet buiten. De oorlog, dus merkt by op, heeft zijne goede zjjdeiedere liberale wet, waarover de Ame rikanen zich verheugen, is met het zwaard geschreven. Alleen, als de geheele wereld wordt bestuurd door Groot-Brittannië en de Ver- eenigde Staten, zal er geen oorlog meer zijn. Arbitrage is onzin, want geen land zal ooit by scheidsrechterlyke uitspraak grondgebied willen afstaan. Dat moet gedwongen gaan, zegt de heer Schley, door wapengeweld. Volgens hem is er nog heel geen uitzicht op 'tver- krijgen van vrede op aarde*. De z. g. Uitlandcrs te Jobannesburg in Transvaal, die zich, tot een Bond verecoigd, gewend hebben tot II. M. de Koningin van Engeland, met blootlegging hunner ernstige grieven omtrent hun staatkundigen toestand in de Zuid-Afrikaausche Republiek, hebben van den Britschen agent een antwoord ont vangen, dat door hen met groote voldoening werd vernomen. Zjj ontvingen de verzekering, dat hun verzoekschrift door Harer Majesteits regeering in ernstige overweging is genomen. Verder werd door den agent opgemerkt, dat algemeen sympathie wordt betuigd met het streven van de ODderteekenaars der petitie. De Britsche regeering, dus werd verzekerd, wenscht, dat spoedig een afdoende verande ring zal komen in do positie der Uillanders. De samenkomst, door den President Krügor en den Britscheu vertegenwoordiger in de Kaapkolonie werd opgevat als een aanwyzing, dat ook Transvaal ernstig wenscht tot eene oplossing te komen, tot eeno oplossing, die aan do billyko verwachtingen van de nict- kiesgcrechtigde bevolking voldoet. Zeer uiteenloopend zjjn de berichten, die van tyd tot tijd van do Philippynsche eilan den naar Europa worden overgebracht. Nu eens wordt verzekerd, dat de Philippino's hunne vijandige houding tegenover de Ameri- kaansche .bevrijders" blijven handhaven,dan weder komen er berichten, die er op wjjzcn, dat de inboorlingen voornemens zyn, het hoofd in den schoot te leggen. Nadat dezer dagen nog gesproken werd van een wanhopigen tegenstand, verneemt men thans weêr, dat de invloedrjjke Philippino's geneigd zyn, om vredesvoorstellen te doen. Zij willen overgaan tot de erkenning van de Souvereiniteit der Vereenigde Staten, der regeering te Washing ton het recht toekennende, om een gouverneur •ver de eilandengroep te benoemen. Deze vredelievenden geven toe, dat de bewoners der Philippyncn niet in staat zijn, zich zelf te besturen. Zy dringen echter op 't verkrjj- gen van kiesrecht aan. NIEU W8TIJDIKGEK. HELDER, 2 Juni 1899. Postkantoor Helder. Lijst van onbekende Brieven. 2e helft Mei. Renge, Arnhem, K. Oostland, Harlingen, J. van Prossum, Rotterdam, J. W. Rijns, idem, C. de Bie Uit het Buitenland terugontvangen Frau Schütz, Wismar. Afkomstig van 't Hulpk. Annap. polder A. Bundel, 't Zand. Dc Koninginnen te Amsterdam. De berichten omtrent een bezoek van de Koninginnen aan de hoofdstad, in ver band met de feestelijkheden ten aanzien van de gedelegeerden ter Vredesconferen tie, nemen meer en meer vaster vorm aan. De datum van het bezoek van HH. MM. scbjjnt nog niet vastgesteld te zyn, maar genoemd wordt de eerste helft van Juni, waarschijnlijk de week volgende op het bezoek aan Rotterdam (9 Juni). Bij die gelegenheid zou dan in het Kon. Paleis een groot gala-diner gegeven worden, waaraan alle gedelegeerden ter Vredesconferentie zullen worden genoodigd, benevens de voornaamste autoriteiten van stad en provincie. Bij het aanstaande verblyf van H. M. de Koningin in de hoofdstad, moet ook het plan bestaan een bezoek te brengen aan het nieuwe hospitaalschip, dat alsdan aan De Ruyterkade zal worden gelegd. (»N w s.") Ka wordt het goed! Het eentonig geluid van bel en hoorn, waar de fietsrijders zich meestal van bedie nen, zal iu de toekomst wellicht vervangen worden door welluidende muziek, want Zondag werd in Den Haag een rijwiel opgemerkt, dat muziek ten gehoore gaf. Terwijl de berijder al trappende zijn ma chine voortbewoog, werd door een ver nuftige vinding te geljjk de draaislinger van een instrument in beweging gebracht en klonken de lieflijke tonen van ons >Wilhelmus" door de straat. Nadat Dinsdag bij de politic te Am sterdam aangifte was gedaan door een persoon, dat hij voor twee onbekenden ieder een rijksdaalder had gewisseld, welke gebleken valsch te zijn, zyn twee recher cheurs onmiddellijk met aangever ter on derzoek uitgezonden, waarna zij op zijne aanwyzing brachten twee personen, die zich ophielden in een tapperij aan de Krom- boomsloot, welke op de komst der recher cheurs haastig wilden vertrekken, maar ge arresteerd werden. Zy blyven voor onder zoek in bewaring. Een van hen is meer malen van het uitgeven van valsch geld verdacht geweest. Ka zevea jaren Men meldt aan de »N. R. Ct." Een metselaar te Oud-Beierland, die zich 7 jaar geleden voor de militie had laten inschrijven, was vóór de loting naar Amerika vertrokken, en keerde niet terug toen hy een dienstplichtig nummer had getrokken Kort na zijne vestiging ging hij als vrijwilliger in het Amerikaansche leger. Dezer dagen nu stond hij geheel- onverwacht voor zijne ouderszyn Ame rikaansche diensttijd was om en nu was zijn eerste werk aan zyn ouders een be-i zoek te brengen. Onder politiegeleide werd hij echter in de vorige week naar 's-Gravenhage ge transporteerd, en na aldaar voor den mili tairen dienst te zyn goedgekeurd, onmid dellijk ingedeeld hy het regiment infanterie, in garnizoen te Bergen op-Zoom. liet schot was op hem gemunt Zaterdag had de jachtopziener P., van jhr. T. v. B., ouder Olst, tot ruim halfnegen, toen het donker werd, een strooper bij diens huis opgemerkt, althans hy hoorde in die buurt zoo af en toe een schot vallen. P. had zich daarvoor in een eiken heg opge steld, van waar hy het huis goed kon op nemen, doch toen hij van uit zyn schuilplaats schuin door een weiland ging en even bleef staan, om nog eens in die richting om te zien, zag hy een vuurstraal door de heg en meteen hoorde hij een kogel op het rib bendraad, 20 pas voor hem, aanslaan en fluitend over zyn hoofd in de boomen suizen, waarbij hij tegelijk over zyn geheele lichaam den aanslag van hagel voelde, die door den verren afstand, ongeveer 200 pas, niet door zijn zwure kleeding heendrong. Hoe geluk kig, dat die kogel juist dat dunne draad trof, want anders had P. dien kogel zeker door zijn borst gekregen. Daar er geen wild in de buurt was en door de juiste richting en de hoogte van het schot is het wel ze ker, dat dit verraderlijke schot op P. gemunt was. 't Kan verkeereu. Men schrijft aan de Nederlander" Wie te Vlissingen en bij het z.g. Kerk hofpad is genaderd, bewerkt aan den in gang ervan een prachtig gebouw, dat nog maar eenige weken oud en pas be trokken is. Het maakt, in ietwat Zwit- serschen trant opgetrokken, een niet on- aardigen indruk en doet in geen geval onder voor de villa's op de duinen. Daar achter is een fabriek van metal liek verpakking, waarvan de schoorsteen zich zeer hoog in de lucht verheft. De eigenaar van deze fabriek, en de bewoner van het fraaie huis is niet minder dan de vroeger overbekende socialistische woord voerder v. d. Stadt, die daar zyn tenten heeft opgeslagen. 't Kan verkeeren, zegt Bredero, en dit geldt ook hier. Naar men zegt heeft het hem aan den steun van enkele kapitalisten niet ontbroken, hetgeen te begrijpen is, doch zijn positie van thans, vergeleken met dien van vroeger, maakt een schril ,contrast, zoodat Breeroo's woord hier ten rvolle geldt. Propagandamaker voor de soc.-dem. be ginselen is hij niet meer. Hij is nu fa brikant, en moet zelfs reeds menigmaal •contracten met Marine en Koloniën heb ben afgesloten voor de levering van zijn fabricaat. Zoo kan het in de wereld verkeeren, ook voor den sociaal-democraat, die van het tegenwoordig maatschappelijk leven geen heil verwachtte. De appelboomen staan in de Neder- Betuwe in vollen bloei en beloven over het algemeen zeer veel. Voor de vruchtzetting wordt sterk verlangd naar warmer weer. Aan de kerseboomen, welke tegen de ver wachting nog tamelijk goed hebben gebloeid, hebbeu zich slechts uit een klein deel der bloemen vruchten ontwikkeld, zoodat waar schijnlijk de pluk beneden het middelmatige zal zijn. Van het eiland Urk schijft men: Drie jaren geleden zond H. M. de Ko ningin eene som gelds voor Jacob Schouten, een armen, lijdenden bewoner van het eiland, voor wien geneeskundige behandeling in 't ziekenhuis te Kampen hoogst noodzakelijk was, en beloofde de te maken kosten voor hare rekening te nemen. „Thans zal deze man opnieuw geopereerd moeten worden, en wederom is van Hare Majesteit de toe/.egging ontvangen, dat zij voor de kosten daarvan en die der ver pleging zal zorgen De ontsnapte krankzinnige De onlangs uit het rykskrankzinnigen- gesticht te Mederablik ontsnapte krankzin nige was de beruchte kindermoordenaar uit Den Bosch. Hij had zich geheel ontkleed door een luchtkoker gewerkt, stal hier een oude jas, daar een paar klompen en werd een paar dagen later door de politie te Midwoud gearresteerd en naar het gesticht teruggevoerd. Uit Bergen-op-Zoom meldt men, dat de vangst van ansjovis dit jaar als totaal mislukt kan beschouwd worden. Waren het vorig jaar op dit tijdstip bijna 200 ton aangebracht, nu zijn niet meer dan een 5 ton, verdeeld over 20 visschers, boven water gebaald. Een groote bron van inkomsten is voor Bergen-op-Zoom daardoor uitgeput. Men schrjjft aan de »N. Rott. Ct.'' Zooals ik gisteren telegrafisch meldde, is Maandagmiddag te Koewacht weer een zak gevonden, betrekking hebbende op den aldaar gepleegden vrouwen moord. De Belgische en Nederlandsche polit:e, geholpen door een geoefend zwemmer, waren namelijk den put nader aan het onderzoeken, toen de Nederlandsche rijks veldwachter Cremer een baal boven haalde naar het uiterlijk volkomen gelijk aan de twee reeds vroeger gevondene. Bij het ope nen bleek de zak te bevatten een borstrok, een onderrok, een kleed, een halsdoek en een paar handschoenen, welke kleede ren door de kinderen van vrouw Haeck aanstonds herkend werden als zijnde van hunne moeder. Bovendien bevatte de zak een spoormandje met drie onopengebroken fleschjes reukwater, een nieuwen omslag doek en een parapluie. De moordenaar had ook in dezen zak, vijf steenen gedaan van denzelfden vorm als die, welke in de twee eerste zakken gevonden zijn. Aan geen dezer voorwerpen werd bloed ontdekt, Alles werd naar de justitie te Gent opge zonden. Het onderzoek wordt nog steeds ijve rig voortgezet. Zaterdag zijn door den rechter van instructie weer een 20-tal personen gehoord, die den verdachte of de vermoorde op 13 April gezien hebben. Ook is er een persoon komen verklaren, dat hy op een avond, nn een vijftal weken geleden, Misseghers is tegengekomen met een kruiwagen, waarop gevulde zakken lagen. Hy reed in de richting van den bekenden put. Bij de te Veenhuizen gedetacheerde afdeeling van het le regement infanterie te Assen heeft zich dezer dagen een geval van dienstweigering voorgedaan. Toen het detachement aangetreden stond en de be velvoerende officier een commando gaf, trad er een korporaal uit het gelid, die onder het geven van een tegenbevel met ruim 20 anderen naar de kazerne marcheerde. De belhamels zijn te Assen in arrest gesteld, in afwachting dat nader omtrent hen zal worden beschikt. Zy zyn te Veenhuizen reeds door andere manschappen vervangen. Ter terechtzitting van Dinsdag werd door de Rechtbank le Alkmaar behandeld de zaak tegen In de Maör, den schrijver der brochure over de Rijksopvoedingsge stichten. Deze beklaagde was beschuldigd van valsche aanklacht. In een door hem geschreven brief had hy den Directeur van het Rijksopvoedingsgesticht aldaar, be nevens een bewaarder verweten, de oorzaak te zijn van den dood van den onlangs mishandelden en thans overleden jongen. 28 getuigen werden gehoord21 ge tuigen waren a decharge gedagvaard. Na vele getuigenverklaringen het woord voe rende, greep beklaagde byna iedere ge legenheid aan, om op heftige wijze mis standen in het gesticht aan te toonen. Tydens de getuigenverklaringen werd door het Openbaar Ministerie, waarge nomen door den heer Mr. De Vries van Doesburgh, tegen een getuige, verpleegde iu het gesticht, rechtsingang gevraagd ter zake van ter terechtzitting gepleegden meineed. Na protest en verzet daartegen van de zyde van den verdediger, den heer Mr. P. J. Troelstra, werd dit verzoek door de rechtbank geweigerd. Tegen beklaagde vorderde het O. M. na gemotiveerd requisitoir een straf van 3 maanden. De verdediger, mr. Troelstra, vroeg ont slag van rechtsvervolging. Deze beklaagde verdiende, zeide pleiter, de achting van allen. Het was hem niet te doen geweest, den directeur of de bewaarders eens een kool te stoven, maar zijn grief was ge richt tegen het Opvoedingsgesticht. Als ood-verpleegde had hjj het recht op misstanden te wyzen, en wanneer hy inderdaad in zyn schrijven gefaXld had, dan had de officier van justitie, evenals diens ambtgenoot te Arnhem dit had ge daan, aan beklaagde mededeeling moeten doen, dat er voor vervolging geen termen aanwezig waren. Het gaat echter niet aan, om, indien hij misgetast had, hem te doen terechtstaan. Immers ook de justitie tastte wel eens mis. Voor beklaagde was overigens de eenige weg zich ook in deze tot de justitie te wenden, die tot onderzoek de eenig aangewezene is. Na repliek en dupliek bepaalde de Recht bank de uitspraak over 1-4 dagen. Heden Woensdag, wordt de zaak be treffende den mishandelden jongen be handeld Bloedvergiftiging. Een bekend geneesheer te Berlijn, de gewezen oberstabsarzt dr. Steicrnck, is aan bloedvergiftiging overleden. Hjj had zich met een pen in den vinger geprikt en lette niet op het daardoor ontstane wondje. Na het verleenen van hulp aan een op straat bij een val gewond koetsier, openbaarde zich echter bloedvergiftiging, en na een operatie van prof. Hildebrandt, stierf de heer S. Bedolven. Uit Brussel wordt gemeld dat in Capelle St. Unric een ongeval heeft plaats gehad. Toen een onweder losbarstte, vluchtte een aantal personen, daaronder vele kinderen, in een muziektent, die onder den last in elkander stortte. Onder het puin bevonden zich ongeveer twaalf kinderenzeven zijn zwaur gekwetst, een is reeds gestorven. Ook verscheidene muzikanten werden ge kwetst. Drie nittnuen vermoord. De politie van het Hongaarsche stadje Maria-Theresianopel heeft een weduwe ge vangen genomen onder verdenking achter eenvolgens drie echtgenooten te hebben vergiftigd. Koningin Victoria. De Engelsche bladen hebben, ter ge legenheid van den 80en veijaardag der koningin, vele kolommen aan het leven en de regeering der vorstin gewyd. Zy heeft langer geregeerd dan eenig ander vorst op den Engetschen troon. Elisabeth regeerde 45 jaren, Edward III 50 jaren, Henry III 56 jaren, George III 59 jaren, Victoria 62 jaren. De koningin heeft al de leden van den Privy Council, die in 1837 in leven warenal de pairs, die hun titel in 1837 kregen, behalve de earl Nelsou, die in 1837 veertien jaar oud was, over leefd. Al do leden van het Lagerhuis, die zitting hadden, toen zij de regeering aan vaardde, zyn overleden, behalve de earl of Mexborough en mr. John Temple Leader. Zy heeft 72 directe nakomelingen, 7 kinderen, 33 kleinkinderen, 31 achterklein kinderen. Buitendien heeft zy 160 nichten of neven. Worden deze gevoegd by do leden van de koninklyke familie, dan heeft men 230 afstammelingen van koningin Victoria by elkaar. De koningin stamt af van een familie, waar van alle leden vry oud zyn geworden. Slechts haar vader werd 53 jaar oud, doch haar moeder werd 75 jaar. De koningin schrijft haar hoogen leef tijd toe, behalve aan haar gezonde con stitutie, aan haar dagelyksch verblyf in de open lucht, eiken dag schier rydt zy uit, en haar geregeld en sober leren. Marine en Leger. De kapitein ter zee J. E. Sickons, uit Oost* Indië in Nederland teruggekeerd, is op non- activiteit gesteld. (SLct.) Hr. Ms. opnomingsvaartuig //Van Gogh", onder bevel van den luitenant tor zee der lste klasse W. D. H. baron van Asbock, van Hol- levootsluis naar Batavia, arriveerde 81 Moi te Port Said. By Kon. besluit is de kapitein ter zee H. Velthoyzen, commandant van Hr. Ms. pant serschip .Evertsen", eervol van het bovel over genoemden bodem ontheven, en dat bevel als dan opgedragen aan den kapitein ter zee J. C. Joekel. Bjj Kon. beslnit is de kapitein ter zee li- talair H. A. de Smit van den Broecke, chef der afdeeling Hydrographie by bet departement van Marine, op zyn verzoek eervol van zjjno tegenwoordige, betrekking ontheven en wegens langdurigen dionst op pensioen gesteld. Het bedrag van het pensioen is bepaald op f 2776 'sjaars. FEUILLETON. 18). En toch bestond die, toch wortelde die diep in alle harten, doch hij richtte zich, zooals de burgemeester mij den eersten avond had gezegd, niet tegen de Ryks-Duitschers, doch alleen tegen de Krainers, die daar Dnitsch wilden blyven in het Slavische land. Daar van kreeg ik dagelijks bewyzen door de uit drukkingen, die ik jegens Franz Schorn hoorde. Ik stelde belang in den jongen man en liet geeue gelegenheid voorbijgaan zonder naar zyn toestand, naar zyn vroeger leveD, naar alles wat hem betrof te informeeren. Ik had zoo gaarne de verdenking, die ik jegens hem koesterde, op goede gronden bestreden, maar wat ik omtrent hem vernam, strekte niet om die verdenking te verminderen, ook niet om die te versterken en bovendien, ik moest er kennen, dat dc bronnen, waaruit ik putten kon, niet geschikt waren, om my een goed beeld van den in treurige afscheiding leven den jongen man te geven, daar al die bron nen partydig waren. Alleen de adjunct, de kapitein on de burgemeester konden zich eenigszins boven het tegen hom hcerschende vooroordeel verheffen en de goede eigenschap pen van den jongeu man erkennen. Dat Franz Schorn een Hink, degelyk land bouwer was, die de van zyn ouders geörfde gronden op zjjne wjjze met goed gevolg be werkte dat by iets degelijks geleerd had, zich eene boven zyn stand verheffende kennis had verworven, werd door ieder erkend, doch over zyn karakter luidde het oordeel zeer treurig. Het was een trotsche, woeste, tot daden van geweld in staat zynde jonge man, die vol partyhaat zyn Slavische werklieden slecht behandelde. Hebzuchtig en hardvochtig als hy was, kende hij geen mededoogon voor de armen. Zyn eenig doel was geld te ver zamelen en zyn grondbezit te vorgrooten, daarom had hy ook het oog geslagen op dc rijke mooie Anna Pollenz, niet omdat hy haar lief had, doch slechts uit hebzuchtZoo oor deelden zyn vijanden over hem, alleen de kapitein en de adjuuct beweerden, dat by een man van eer was, wien men geen enkele lage handeling kon verwijten dut hjj weinig sprak en trotsch was, dat hij in den partij strijd met beleedigende en afstootende heftig heid optrad was niet te loochenen, doch alle tegen hem ingebrachte verdachtmaking en be rustten op praatjes en laster. Waar lag bij deze elkaar weersprekende oordeelvellingen de waarheid Ik dacht er tevergeefs over. Opvallend was het zeker, dat een knappe, in goeden doen verkeorende, be schaafde jonge man, zoo algemeen gehaat was, en het was moeiljjk aan te nemen, dat die algemeene haat hem geheel onverdiend trof. Ik had thans gelegenheid Franz Schorn meermalen to ontmoeten. Hjj kwam byna eiken avond naar het logement, en nam dan aan do rondo tafol de plaats in, die do ad junct hem steeds bereidwillig naast zich gaf. Mij scheen hot toe, dat de adjunct dit deed met het doel, een betere verhouding tusschen den jongen man on de overige in do Gouden Druif komende heeren te makenhjj haalde hem op aangename wijze zooveel mogelijk in het gesprek, dat hij altjjd zoo wist te leiden, dat Schorn volop gelegenheid had zich door zyn helder, verstandig oordeel en zyn flinke ontwikkeling van den voordoeligstcn kant te doen kennen. De kapitein, do burgemeester en de dokter steunden den adjunct in zyn doel, den vrede tusschen Franz en het overige deel van het gezelschap te herstellendeze nam echter tegenover do vriendelijkheid der heeren een zeer Ijjdende houding aan. De andere heeren groetten slechts hoflelyk als Franz binnen kwam of heengingzjj vermeden met hem elk direct gesprek, en daar hij zelf slechts het woord tot zjjn vrienden of tot mij richtte, kwam hjj slechts zelden in de noodzakelijk heid met een der andero heeren een woord te wisselen. Zeer opvallend was van weers- zjjden het doel elkaar vreemd te blijven, tus schen den rechter en Franz. Tusschen deze beiden scheen een onoverkomelijke muur van afkeer te bestaau. Zij gunden elkaar geen woord of groet, Franz den rechter zells geen blik, doch de rechter beschouwde zjjn vjjand des te opmerkzamer. Zoodra Franz 's avonds in gezelschap ver scheen, werd de rechter opvallend stil. Had hjj te voren veel, dikwerf to veel gesproken en zelfs op aangename wyze getracht het ge sprek levendig te houden, dan bepaalde hij er zich later toe, slechts hier eu daar een woord in te laten vloeientoch luisterde bij altjjd opmerkzaam toe, vooral als het gesprek weder op don nog altijd in duister liggonden moord van het afgelegen huis kwam. Dan richtte zjjn donker oog zich doordringend op Franz Schorngeeu zynor woorden, geen gelaatsuitdrukking van den jongen man ont ging hem dan. Zoo ziet de slang naar den vogel, die zjj bespringen wil. Het was mis schien een verkeerde geljjkenis, doch zjj kwam telkens bjj mjj op, als ik den rechter zag in zijn optreden jegens Franz. Ik wist welke verdenking den rechter tegea Franz koesterde, en ook, dat hjj in 't geheim jjverig in de weer was naar meer verdenkingen, kon 'tzijn naar bewjjzon te zoeken. Ik wist, dat do reciitor er op loerde 't een of ander onbe dachtzame woord van hem op to vangen, om dat tegen hem to kunnen gebruiken. Ik dankte thans mjjn Schepper, dat ik als student, reeds nu twee kwartalen studie, de begonnen juridische loopbaan had laten varen en mjj aan de beoefening der natuur-weten- schappen gcwjjd had. Zulk een rechter van instructie, die geheel in zjjn ambt opguat en ten slotte den mensch vergeetwiens eenig doel is het spoor eener misdaad te ontdekken en den bedryver te doen straffendio elk menschelijk gevoel opoffert aan zjjn ambt, had voor mjj iets afschuwwekkends. Het deed my steeds zoo wee aan het hart, als ik den op Franz Schorn gerichtcn blik des rechters, nis ik op dat gele gelaat die gespannen opmerk zaamheid zag. Ik had in zulke oogenblikkcn den rechter kunnen haten, doch ik moest erkeiiuen, dal ik daartoe het recht miste, hij deed slechts zjjn plicht en die plichtsbetrachting was waar schijnlijk een zeer zware taak, want hy be vond zich in cene bnitengewoon mocieljjke en onaangename verhouding. Ik wist dat nog altjjd de grootste duister nis over de in het afgelegen huis gopleogdo misdaad lag. De stukken waren naar het landsgerecht to Laibach opgezonden, daar werd thans het onderzoek gedaan, voor zoo ver dit mogeljjk was. De rechter van in structie van Laibach en de officier van justitie waren persoonljjk te Luttacli geweest om zich te overtuigen, dat er geen spoor voor de ontdekking van den moordenaar te vinden was. Van de geroofde papieren van waarde en banknoten was niets gevonden en bet was niet waarschijnljjk dat het gelukken zou den j moordenaar bij het te gelde maken van hut geroofde te ontdekken, want elk aanknoopings- punt daarvoor ontbrakmen wist niet welk bedrag en welke papieren gestolen waren. Men had onder de papioren van den ver moorde geen aanteekening van liet vermogen gevonden. De rechter en do koopman Webcr, die vroeger meermalen in de gelegenheid ge weest waren, met don ouden Pollenz over geldzaken te spreken, beweerden wel, dat de oude van zijn uitstaande kapitalen en aange kochte papieren steeds aanteekening hield om altijd een volkomen overzicht over zjjn be zittingen te hebben, doch in zjjn nalatenschap had men iets dergeljjks niet gevonden. De hebzuchtige oude man had hartatochteljjk aan de beurs gespeeld. Hjj stond in connectie met verscheidene Weenor bankiershuizen, met hoe veel kon niet gezegd worden. Dezen ban kiershuizen droeg hjj schriftelijk, deels direct door brieven, deels indirect door twee Lut- t&chcr kooplieden, Webcr en Meyer, den koop en verkoop zjjncr papioren op. Geen der heeren stond hjj een blik too in zijne specu laties, nooit verkocht hij een slok door het zelfde bankiershuis, dat het gekocht had. cn daar niet was uit to muken met hoeveel ban kiershuizen hjj in connectie stond, scheen het onmogelyk vast te stellen, welko stukken hij bezeten had, en het vooruitzicht don moor denaar to zullen vinden, als hij de papieren van waarde verkocht, wa9 dus zeer twjjfel- ach tig. Voor den rechter moest het een vernederend gevoel zjjn dat in zjjn rechtsgebied een zware misdaad waB gepleegd en elk spoor tot ont dekking van den moord ontbruk. Hjj had reden bang te zjjn, dat hom hooger op gebrek aan scherpzinnigheid of aan energiek optreden by het zoeken naar den moordenaar zon ver weten worden. Zjjn duideljjk, uitstekend pro ces-verbaal had bepaald bjj het landsgerecht niet voldoende waardoering gevonden, want de beide Laibacher heeren hadden bjj linn kort bezoek aan Luttach meer vragen tot don atjjunct dan tot hem gericht. Ik heb misschien een fout bog&an,' zeide hjj, nadat de heeren waren vertrokken, .ik had n moeten vragen mjj nogmaals officieel uwe ontmoeting met Franz Schorn medo te deelen. Ik heb er dikwerf over gedacht of ik dit doen moet, doch hetzelfde gevoel, dat ik toonterljjd dadeljjk na dc ontdekking van den moord had, heb ik tlianB nog sterker dan ooit. Die ontmoeting met u en die, thans weder geheel genezen wond aan de hand zjjn dc eenige punten van verdenking jegens Schorn, en van hoe weinig betcekenis die zjjn bebt go mjj duideljjk aangetoond door uwe opmerking, dat ik om dezelfde reden dezelfde dwaze 'verdenking op mjj zou kun nen laden. Ik kan u, professor, niet dankbaar genoeg zjjn, dat ge voorkomen hebt, dat ik een stap deed, dien ik mjj mjj nooit zoo kun nen vergeven. Ik ontken niet, dat sedert dien dag mjjne verdenking jegens Franz Schorn moer en meer is toegenomen, doch des te strenger moet ik jegens mjj zelf zjjn, want ik heb sedert niets ontdekt, dat mjj recht zou geven tegen dien man, dien ik uit 't diepst mjjner ziel verafschuw, met eene waarschyn- ljjk onrechtvaardige verdenking op te treden. Deed ik het, dan zou ieder gelooven, dat ik mjj van oen gchaten, gelukkigen medomiiroaar wilde ontslaan (Wordt vervolgd.) -

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1