KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen. Ho. 2745. Woensdag 7 Juni 1899. 27»te Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn*. 32. ureauSpoorstraat. Telefoonn". 81. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct. id. franco per poet 75 id. f 1.127a. id.voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureau»Spoorstraat en Zuiditnat. Advertentlön van 1 tot 5 regels25 Cent Elke regel meer 5 Groote letters worden naar plaateruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGEN8 vóór 10 uur aan de Buream bezorgd zijn. Uit het Itultenland. De gewichtige gebeurtenis, die jl. Zater dag to Parys heeft plaats gogrepen de beslissing van 'tHof van Cassatie aldaar in zake het Drey lus-proces van 1894 be- heerscht op het oogenblik het buitenlandsch nieuws. Overeenkomstig de conclusiën van den rapporteur, van den procureur-generaal en van den advocaat van mevrouw Dreyfns over eenkomstig den uitdrukkelijk wensch van Dreyfns zelf, heeft het Hof, in vereenigde zitting zyn arrest wyzend, bepaald, dat het vonnis, op 22 December 1894 tegen Alfred Dreyfus gewezen, is vernietigd, en alle gevolgen van dat vonnis te niet zijn gedaan, terwyl do eindbeslissing over 'de in 1894 tegen Dreyfus uitgebrachte beschuldiging van verraad; zal worden gegeven door een nieu wen krijgsraad te Rennes. Deze krijgsraad zal moeten oordeelen over do vraag: «Is Dreyfus sohuldig, in 1894 machinaties te hebben gepleegd of betrekkingen te hebben onderhouden met een bnitenlandsche mogend heid, om deze aantesporen tot het voeren van oorlog tegen Frankrijk, of deze mogendheid daartoe do middelen te verschaffen Op het oogenblik, toen het Hof uitspraak deed, be vonden zicli tal van vrienden van Dreyfus, journalisten en advokaten in het Paleis' van Justitie. De beslissing werd opgevolgd door den juichkreet der aanwezigen„Leve de gerechtigheid i* Een der Parijsche be richtgevers voegt aan zjjne mededeeb'ng van de genomen beslissing toe Er is nu geen twijfel mogelyk, of die nieuwe krygsraad zal Dreyfus geheel vrijspreken. Intusschen zal de tegenwoordige banneling zoo spoedig mogelyk naar Frankryk worden teruggebracht, maar nog, tot aan zyn definitieve vrijspraak, als beschuldigde in voorloopige hechtenis moeten blyven". In groote mate belangryk zyn geweest, by de behandeling dezer zaak voor het Hof van Cassatie, het verslag van den rapporteur, het requisitoir van den procureur-generaal en da pleitrede van den advokaat. Ze waren een al verpletterend voor hen, die nog altyd aan de schuld van den banneling bleven vasthouden, 'tls ons niet mogelyk, een ook maar vluchtig overzicht van een en ander te geven, maar toch kunnen we ons niet onthouden, 't volgende, ontleend aan de hoogst belangrijke preitrede, te vermelden. Advokaat Mornard, optredende tot verde diging van 't verzoek om herziening, door mevr.ouw Dreyfus gedaan, eindigde zijne pleit rede met oen treffend slotwoord, dat hy, tot tranen geroerd, voordroeg. Hij sprak van de smart, verduurd door de dappere vrouw, die het lot van haar man legt in de handen van het Hof. Hij protesteorde tegen het denkbeeld, dat voor de eer van het leger macht zon moeten gaan boven recht, en zeide vervol gens: rOok het leger dorst naar eer en ge rechtigheid liet wil ook dit erfdeel van Frankryk verdedigen; het kan zich niet onteerd achten door de erkenning van eene rechterlijke dwaling. Het uur der gerechtigheid slaat, en hoe plechtiger het recht wordt ge daan, des te hooger wordt de waarde der uitspraak. Wij wachten uw vonnis af voor een trouw soldaat, die de hevigste smarten heeft moeten verdurenwy wachten het af, om de eer te redden zyner kinderen wij wachten het af als het woord van leven voor de edele vrouw, wier hart door de beleedi- gingen is gebroken. Wij wachten het af als de gezegende dageraad, waarop over ons land zal schynen de zon van eendracht en waar heid Deze treffende woorden lieten niet na een diepen indruk op de toehoorders te ma ken. Nadat de zitting van hot Hof gesloten was, kwamen velen op den heer Mornard toe, om hem hartelijk de hand te drnkken. Som migen omhelsden hem. Nu do hiervoren door 'tHof van Cassatie gedane beslissing tot gevolgen zal leiden, ver wacht men, dat Emile Zola, de onvervaarde stryder voor waarheid en recht, spoedig in Frankrijk zal terugkeeren. Nagenoeg alles, wat deze man in Januari 1898 schreef, is thans bevestigd door het onderzoek, dat vyfFransche ministers van Oorlog hebben willen tegenhou den, voor de Kamer van Afgevaardigden be werende, dat Dreyfus indertijd .wettig en rechtvaardig" was veroordeeld eenigen hunner zonder zeiven de proces-stukken te hebben nagegaan. En in den loop dier 16 maan den is Zola, die de waarheid durfde bekend maken, veroordeeld tot oen jaar gevangenisstraf, en genoopt geworden gedurende byna een jaar buiten zyn land te verblijven is kolonel Picquart, die aanvankelijk aan Dreyfus' schold geloofde, maar zoodra hij de bewijzen van hot tegendeel in handen kroeg, niet berusten wilde in den gruwel, zelf beschuldigd van valschheid, en zit hij reeds 10 maanden in de gevangenis. En ook andere personen, die voor recht en gerechtigheid opkwamen, moesten lijden door de wraak der machthebbenden, die daardoor do herziening poogden tegentehonden. Frank ryk heeft dus heel wat onrecht goed te maken. En wat het doen zal met de hooggeplaatsten, de ministers en de generaals, die medegewerkt hebben, om deels het onrecht te plegen, deols om het herstel van recht tegentehonden Men verwacht, dat Picquart spoedig in vrijheid gesteld zal worden, en of Mercier, de oud minister van Oorlog, onder wiens bestuur het feit in 1894 plaats groep, op vrije voeten zal blyven, is zeer de vraag. Wat betreft de in de vorige week plaats gehad hebbende ge vangenneming van Dn Paty de Clam, wordt nader uit Parys gemeld, dat do minister van Oorlog niet voornemens was, dien man gevan gen to nemen vóór de uitspraak van het Hof. Maar toen de minister vernam, dat Du Paty er over dacht, een bezoek te gaan brengen aan zyn vriend Estorhazy, oordeelde hij het beter, hem daartoe de gelegenheid te ontnemen. Vermelding verdient nog, dat Du Paty thans in de gevangenis in dezelfde cel is opgesloten, waarin hij indertijd Dreyfus plaats bezorgde. NIEUWST IJ DINGEN. HELDER, 6 Juni 1899. Mej. C. A. Visser alhier heeft Zater dag 1.1. na afgelegd examen te Amsterdam de acte als onderwijzeres hekomen. Maandag 12 Juni a.s. zal te Schagen de jaarlyksche algemeene vergadering van de onderwijzers en onderwijzeressen in het arrondissement Helder gehouden worden. Behalve eenige huishoudelijke zaken, worden de volgende punten behandeld1»Zelf- werkzaamheid", in te leiden door den heer K. L. van Gorkum te Anna Paulowna. 2. Plantkunde of Tuinbouw op de lagere school", in te leiden door den heer J. Porte te Winkel. Een zangkoor, onder leiding van den heer P. Stadt, zal ter afwisseling en opluistering eenige zangnummers ten beste geven. Zondagavond, geraakte een spelend knaapje in het Marine-werfkanaal. Op het hulpgeroep van zijne makker tjes schoten personen toe, die het reeds zinkende kind uit 't water haalden Na in de Marinierewacht van de schrik bekomen te zyn, kon het met een nat pak huis waarts keeren. Personalia. Tot heemraad van den polder Callantsoog is herkozen de heer C. M. Koelman te Schagen. Drankwet Binnenkort kan een voorstel van de regeering tot herziening van de drankwet worden verwacht. Voor het examen voor adelborst hebben zich 96 aspiranten aangemeld, en voor dat voor leerling-machinist 68 can- didaten. Buitengewone politiemaatregelen zijn in de gemeente Oudkarspel niet meer noo- dig'Let hoofd der school de heer J. M. Hoffmanns gaat weer geregeld en onverhinderd naar rijne school. Het proces tot echtscheiding tusschen het echtpaar Hoffmanns, nog steeds hangende voor de Alkmaarsche rechtbank, is nog niet veel gevorderd. De nieuwe gouverneur-generaal. Bij Koninklijk Besluit, d° 1 Juui, is aan den heer jhr. C. H. A. van der Wijck, op zyn verzoek, met ingang van 3 October a.s. een eervol ontslag verleend als gou verneur-generaal van Nederl -Indië, en zulks met dankbetuiging voor de vele en gewich tige diensten, door hem in die betrekking aan den lande bewezen, en is de heer W. Rooseboom, generaal-majoor,comman dant der stelling van Amsterdam, tevens belast met het bevel in de le militaire af- deeling, met ingang van 3 October a s. be noemd tot gouverueur-generaal van Nederl.- Indië. 1 Juni. was 't twee jaren geleden, dat het bestuur der bakkerij van >de Hoop" te 's Gravenhage besloot, den nacht arbeid af to schaffen. Thans werd aan do gebouwen gevlagd, omdat 't twee jaren geleden was, dat wie ook overigens den moed liet zakken of tegenwerkte die maatregel tot groote voldoening van het personeel, in werking is en werd ge handhaafd. Spoorwegongeluk te Vlissingen. Donderdagavond had te Vlissingen een ern stig spoorwegongeluk plaats. Door het breken van de Westinghouse-rem kon de machinist zyn trein, die te 10.57 aldaar aankwam, niet stoppen. Hy deed daarom waar schuwingen met noodfiuiten hooren. Do trein kwam in volle vaart aan, stoorde zich niet aan beletselen, verbrak de schutpalon en hief zich ongeveer een meter hoog op om op het perron te komen, en liep toen de restauratie wachtkamer binnen, na den muur en de deuren te hebben verbrijzeld. Gelukkig zakte daar de locomotief door den vloer in den grond, zoodat de vaart was gestuit. Twee conducteurs hebben bij dit ongeluk het leven verloren, twee machinisten werden ernstig en een reiziger licht gekwetst. De locomotief en de kolenwagen zya zwaar beschadigd, en bevinden zich in de restauratie- wachtkamer. De goederenwagen en nog een passagierswagon bekwamen schade. De gekwetsten werden onmiddellijk in het Hotel Zeeland gebracht, alwaar ontboden gc- neesheeren hulp verleenden. Men wil dat de stoom in de wachtkamer ontsnapte, doordien aan den stoomketel, by het binnenkomen en vernielen der muron enz., eene opening ontstond. Anderen beweren dat een ingonienr, toevallig daar aanwezig, den stoom heeft doen ontsnappen, waardoor het springen van den ketel voorkomen werd. Nader meldt men De gekwetste machinisten zyn Vrijdagoch tend naar Roosendaal, hunne woonplaats ver voerd. De een heeft vermoedelijk een been, de andere een arm gebroken. De overledenen zijnTouw, hoofdconduc teur, gehuwd en vader van 1 kind, en De Grooth, conducteur, gehuwd en vader van 2 kinderen. Doordien de locomotief plotseling in den grond van do wachtkamer vastraakte, werd de goederenwagon, waarin de conducteurs za ten, door het post- en andere rytuigen letter lijk iueengodrukt. Vaddaar hun dood. De materiëele schade is groot. Omtrent het spoorwegongeluk te VlissingeD ontleenen wy het volgende aan de ,Midd. Ct." By het naderen van het station aldaar, be merkte de machinist, dm di- Wosn-ghouse-rem weigerde te werkende vaart vim den trein was toen niet meer te verminderen, oodat deze met volle kracht stoomeude, het station bin nenliep. Het gevolg hiervan was, dat het stootblok aan het eind van het perron totaal werd ver brijzeld, de locomotief met den tonder en den eersten waggon doorliepen over het perron en de deur cn een gedeelte van den muur omverwerpend, do restauratie-zaal der le en 2e klasse binnenvloog. Met welk een kracht dit alles gebeurde, blykt wel uit liet feit, dat de locomotief, die dadelyk door den bodem van het perron en de restauratie-zaal lieenzakte, tot een diepte van ongeveer een meter, toch nog over een afstand van ongeveer tien meters voortstoof en eerst aan het eind der zaal tot staan kwam. Daar, zoo spoedig als dit mogelyk was, nood signalen waren gegeven, hadden allen op het perron en in de zaal zich tijdig weten te bergen. De twee conducteurs van den trein A. Touw Jr. en W. W. de Grooth, beiden gehnwd en vaders van kinderen, die zich in den eersten waggon achter den tender hadden bevonden, kwamen echter om het leven, doordat deze wagen gedeeltelijk verbrijzeld werd. Hunne lichamen werden vreeselyk misvormd, van on der de stukken van den wagen te voorschijn gehaald. Een dochtertje van Touw, die hem was komen afhalen, vroeg aan een der aanwezigen of hy haar vader ook gezien had en moest reeds dadelijk hot vreeselijke nieuws vernemen. De machinist cn de stoker, die aan het be gin van het station van de locomotief sprongen, werden deerlyk gewond opgenomen, ter ver pleging gebracht in het hótel Zeelanden Vrij dagmorgen vandaar per trein naar Roosendaal vervoerd. Drie doctoren waren spoedig ter plaatse. Men is begonnen de locomotief, die tot aan de a9scn in den grond zit, uit to graven en den tender, die in de hoogte is gezet, door al hetgeen de locomotief uit den grond werkte, te verwijderen. Men vreest echter dat by dit werk het bovengedeelte der restauratie-zaal gevaar loopt in te storten. De aangerichte schade is natuurlyk zeer groot, zoowel aan locomotief en wagens, als aan het meubilair der wachtkamer. Een geluk mag het genoemd worden, dat de machinist, zoodra hy bemerkte, dat hy zyn machine niot meer meester was, aan alle zyden den stoom liet ontsnappen, waardoor, toen het gevaarte tot stilstaan was gekomen, eene ont ploffing van den stoomketel werd voorkomen. Nader meldt men Bij het spoorwegongeluk te Vlissingen blijkt nog omgekomen te zijn eene jonge dame. Het lijk werd Zaterdagavond gevonden by de op ruiming van het verbrijzeld materieel. De dame zat met verbrijzelde beenen tusschen de kussens in hot ineengedrukte postrijtuig, waaraan een dames-coupé eerste klasse vast was. Op haar lijk lag een massa hout en yzer, vandaar dat het eerst onzichtbaar was. De identiteit der damo is niet bekend. Ver moedelijk is zy eene Zwitsersclie. Van andoro zijde meldt men, dat de op zoo verschrikkelijke wijze omgekomen reizigster gebleken is te zyn zekere fraulcin Roth. Een wonder. Vrijdag kwam een muzikant der kolo- niale-reserve te Nijmegen, gezeten op een rijwiel, door liet nemen van een te korten draai met zyn fiets terecht tegen een lad der, waarop, eenige meters hoog, een glazenwasscher stond, die tengevolge van den schok naar beneden viel en.... op zijn voeten terecht kwam en zich niets het minst bezeerde. Fietser en glazenwasschor stonden el kander even beteuterd aan te staren, doch op voorstel van den fietser gingen ze samen voor den schrik een pot bier drinken, Een allertreurigst schouwspel zag men Zaterdag in de Sarphati- en Ütrecht- sche straten te Amsterdam. Daar bewoog zich een zoogenaamde woonwagen op twee wielen, voortgetrokken door twee havelooze knapen van oogenschijnlijk 13- a 15-jarigen leeftijd. Naast den wagen liep een tienjarig meisje, al even haveloos en mager. Voor in den wagen zat eene vrouw met een houten been, blind aan het eene oog en met een verband om het hoofd. Om haar heen lagen drie kinderen, wie de el lende op het gelaat was te lezen. Van beddegoed in den wagen of van ander nood zakelijk huisraad geen spoor. Elk oogenblik moesten de trekkende kinderen stil blyven staan, om wat op verhaal te komen. Enkele van de nieuwsgierigen, die zich dan om den wagen verdrongen, trokken hunne porte- monnaie om de hier zoo zichtbare ellende te verzachten. (N. v. N.) De zaak-Dreyfus. Parys, 4 Juni. Onder voorzitterschap van deu heer Dupuy waren heden ver gaderd de ministers van Justitie, Oorlog, Marine en Koloniën. Besloten werd om den kruiser »Stax", thans liggende te Fort de France (op Martinique in "West- Indië), onmiddellijk naar het Duivelseiland te zenden, om Dreyfus af te halen en hem naar Brest te brengen, waar hy tegen 26 dezer zal aankomen. Hij zal dadelyk ter beschikking der militaire autoriteiten worden gesteld en overgebracht worden naar de militaire gevangenis te Rennes. Tydatippen van verzending der Brievenmalen. Naar Oost-lndlfi: Verzending» weg Datum der ter Tijdat d. laat. potl-bexorg. jbual.atPoatE. Amsterdam 9 en 28 Juni 7-'aav. p Holl. mail ris Maxsaille. p. Franache mail via Marseillc p. Engelache mail via Brindiai Naar Atjeli en de Oostkust van Sumatra p. Duitache mail riaNapela. 10 «n 80 9.—'a 9.—'a eiken Vrijdag t 26 Juni 1 Naar Guyana (Suriname): p. aeepoat via Amsterdam lid cn 80 Juni I 7.— 'aav. p. mail over Engeland 12 en 28 7.'a at. p. mail via St. Naiaïre 7 1 7.'a Naar Curigao, Bonaire en Aruba: p. aeepoat via Amsterdam Il4en 80 Juni I 7-—'tav. p. mail via Southampton |elkeo Dinsdag 8.80 nam. p. mail via Queenatow a. |elken Vrijdag! 8.80 'a nam. Naar SL Martin, SL Eualatlu» en Saba p. mail over Engeland |12 en 26 Juni j 7-'aav Naar Hr. Ms. .Zeeland" tot 10 Juni naar C u r a 9 a 0. Aanbestedingen in Xoord-IIolland. 16 Juni. Alkmaar, 12 ure. In de Harmoniehet bouwen van eene ambachts school voor meisjes op een terrein aan de Emmastraat aldaarbestek en teekeningen f» f 2.50 verkrijgbaar by den architect G. Loo- man aanwijzing 12 Juni 2 nam.inlichtin gen by den architect. 21 Juni. Alkmaar, 12 ure.Dijkgraaf en heemraden van het ambacht van West- Friesland, genaamd Geestmer Ambacht, in hot logement Noord-Hollandhet gewoon onder hond der Westfriesche dykwerken. 21 Juni. Alkmaar, 12 ure. Dijk graaf en heemraden van het ambacht vun Westfriesland, gen. Geesmer Ambacht, in hot logement Noord-Holland het gewoon onder houd van den Geestmer Ambachtdyk met aanhoorigheden. 22 Juni. Haarlem, 11 nre. Hot ministerie van waterstaat handel en nyver- heid, aan het gebouw van het prov. best. het inaken van werken lot verdediging van de Noordzeekust in de prov. Noordholland tusschen de Heldersche en de Hondsbossclie zeeweringen, beh. tot de werken te maken ingevolge de wet van 15 Juli 1898 (Stbl. no. 187) in 2 perc., begr. perc. 1 f 34000, perc. 2 f 188000, massa perc. 1 en 2 222000 be stek no. 110 na 8 Juni ter lezing aan gen. ministerie, aan de lokalen der prov. best. en is te bekomen by de firma Gebr. van Cleef te 's Gravenhageaanw. 14 Juni aanvangende nam. 12.30 ure te Calantsoog; inl. te beko men bij den hoofdingenieur Kcmper te Haar lem cn den ingenier Galand to Alkmaar. 29Juni. Haarlem, 11 ure. Hetminist. van waterstaat handel en nijverheid, aan bet FEUILLETON 19). Ik kon den rechter slechts gelijk geven. Do toestand was voor hem inderdaad lastig. Het afgelegen hnis verdiende thans zyn naam nog meer dan vroeger, het was thans geheel verlaten. Nadat het lijk des vermoorden er uitgedragen was naar het kerkhof van het dorp Oberberg, had de kapitein het gesloten Anna was met haar dienstbode naar Luttach gegaan zy bad eindelijk toch geluisterd naar den kapitein, den burgemeester en den dok ter, en was voorloopig bij laatstgenoemde in huis getrokken. Een paar kamers waren daar spoedig voor haar en de oude Jobanna inge richt zy hoorde bij den dokter niet als diens logó, doch als huurster. Slechts onder voor waarde dat haar vryheid niet in 't minst aan banden zou worden gelegd, had zy zich naar den wensch harer bloedverwanten gevoegd, en het ccrsté gebrnik, dat zy van die vry- lieid had gemaakt was de verklaring, dat Franz Schorn haar verloofde was en zy hem na hot einde van het rouwjaar naar het al taar zon volgen. Tevergeefs hadden do burgemeester, de kapitein en de dokter het jonge meisje ge vraagd nog wat met een dergelijke verklaring te wachten, Anna was daartoe niet te bewe gen geweest. Juist omdat allen tegen hem zyn,* had zy gezegd, «juist omdat allen liem bateD, trots zyn edel gemoed, wil ik hem openfijk trouw ter zydc staan Ik ben reeds wee jaren zyne verloofde! Zoo lang myn vader leefde mocht ik, tegen zijn wil in, dit niet aan ieder mededeelen, thans kan ik dit doen Anna's verklaring had te Luttach een pjjn- lyken indruk gemaakt. Er werd schande over gesproken, doch zelfs de ergste lastertongen moesten spoedig zwygcn, daar Anna handig vermeed de goedo Luttachers reden tot pra ten te geven. Nooit mocht haar verloofde haar op haar kamer bezoeken, zy zag hem slechts als haar vaderlijke vriend, de doktor, hem uitnoodigde. Deze, die in den beginne lang niet inge nomen was met dc eigenzinnigheid van het aan zijn zorg toevortrouwde meisje, wist thans niet genoeg over haar lieftalligheid te spre ken. Hy had wel altijd van baar gehouden reeds toen zy nog een klein kind was, doch nooit, zeide hy, had hy geweten, hoe schoon, hoe lief zij was. Zjjn vronw dweepte met dit lieftallige, bescheiden kind en verheugde er zich dagelijks over, dat de schoone Anna haar huisgenoote was geworden. Thans eerst be greep hij, dat zelfs do hardvochtige vrek, de oude Pollenz, de lieftaligheid van dit kind niet had kunnen weerstaan, dat hy uit vrees dat Anna hem zou kunnen verlaten, het niet gewaagd had haar tegen to houden als zy 's middags naar hot bosch ging om haar Franz te zien. Zoo lieftallig, zucht on bescheiden als Anna jegens hare verwanten en vrienden, jegens den burgemeester, den kapitein, den dokter en diens vrouw was, zoo ruw en terugstoo- tend was zy jegens den rechter. Ik vernam vau don kapitein, dien ik eiken ochteud in den tuin vond, dat dc rechter zich nog steeds met de dwaze boop vleide, den afkeer, dien Anna voor hem gevoelde, te znllen fnniken. Hy had, sedert zij bij den dokter inwoonde, meermalen getracht haar te naderen, doch was steeds met diepen afschuw afgewezen. De kapitein en ook de dokter hadden haar gevraagd althans de gewone beleefdheidsvor men in acht te nemen, doch zij had verklaard voor dien man geen vriendelyk, beleefd woord te hebbenzy verafschuwde en verachtte hem niet alleen omdat haar vader haar eens had willen dringen hem haar hand te geven, doch omdat zy stellig overtuigd was, dat by een slecht mensch was. Zy kon daarvoor geen reden opgeven, doch zy gevoelde, dat die overtuiging juist was. De kapitein en de dokter hadden deze ver klaringen van het jonge meisje niet alleen aan mij medegedeeld, maar zy gingen te Lut tach van mond tot mond. Er werd in die kleine plaats veel gespot met do ongelukkige liefde van don rechter. Mizka vertelde my eiken avond wut er alzoo in de stad gepraat werd, want in die dagen praatte men slechts over dc mooie Anna en haar twee min naars. Het was misschien niet goed van me, dat ik naar dergelijke praatjes luisterde, doch ik ontken niet, dat zij ray belang inboezemden, en ik kon niet besluiten de praatzieke Mizka in de reden to vallen, als zy my vertelde wat in het stadje word gepraat. Ik voelde niet veel sympathie voer den rechter, doch het deed my toch leed voor hora, want hy ging blijkbaar zoer gebukt onder de omstandigheden, waarin hy leefde. Dat hij in den grond geen slecht mensch was, had hij my bewezen door do wjjzo, waarop hij ten opzichte van zynen doodsvijand han delde, tegen wicn hy geen valsehc verden king wilde uitspreken. Het was een ongeluk voor hem, dat hy liefde gevoeldo voor een jong meisje, dat hem verafschuwde. Ik kon het niet billijken, dat by toch haar gunst trachtte deelachtig te worden en zich hierdoor blootstelde aan den spot der Luttachersook verloor hy mijne achting, omdat hy byna eiken avond zyn treurig lot door onmatig drinken trachtte te vergeten, maar beklagen moest ik hem toch. Tegen my was hy zoo vriendelijk en be leefd mogelyk, meestal wachtte hy met mid dagmalen tot ik van myn excursies was teruggekeerd, opdat wy samen konden dinee- ren. Hij nam hartelijk aandeel in myn ver zamelingen, vooral wat het botanische gedeelte betrofmet de grootste belangstelling en met een, voor een leek zeer groote zaakkennis, bekeek hy den inhoud van myn botaniseer trommel en toonde ik hem dan een byzonder- heid, waarvan ik slechts dón exemplaar had gevonden, dan zwalkte hy 's middags over de rotsen om nog beter plek te zoeken en stra lend van geluk, bracht hy my dan 's avonds met eenige afgesneden exemplaren de mede- deeling, eene qjke plek te hebbeu gevonden. En als ik dan den volgenden dag den door hem aangeduiden weg naar dergelijke plek ken insloeg, merkte ik telkens op. dat xy slechts door gevaarlijk klauteren te bereiken waren. Naar eene door hem zeer geroemde en waarlyk ryke plek aan Ophrys Ëertolini was het afdalen zoo gevaarljjk, dat ik door te vallen allicht een ongeluk had kannen krygen, als ik geen geoefend bergbeklimmer was geweest. Iti elk geval had ik den terug weg, ofschoon hy mij dien precies beschreven had, niet juist onthouden, want ik geraakte in oen waar doolhof van rotsen. Het was byna een wonder, dat ik eindelyk toch den uit gang vond cn het my gelukte lungs een on- gebaanden, halsbrekendeD weg af le dalen. Uitgeput door dat klauteren kwam ik 's middags to Luttach terug. Ik vertelde den rechter van het gevaar, waarin ik verkeerd had, toen zeide hy lachend ,Ge hebt u bepaald bij het dalen in den door my beschreven weg vergistgeheel zon der gevaar is die wel niet, doch 't is niet zoo erg. Ik hen overigens blydo dat ge u thans zelf hebt kannen overtuigen van de moeie- lykheid om veertien dagen geleden de Ophrys Bcrtolini te plukken. Daar heb ik die plan ten toen voor u gevonden. Nog heden is het my een raadsel hoe ge op eene gemakkelijk te bereiken plaats die plant hebt kunnen vindon." Hy had my tot die gevaarlyko klimpartij genoopt om het verwjjt van grootsprekerij van zich af te wonden, dat was my thans duidelyk. Zeer dankbaar was ik hem daar voor nietik zeide er niets van, doch nam my voor in den vervolge de door hem aan bevolen plekken niet op te zoeken. Zulk een hartstochtelijk botanicus ben ik niet, dat ik luBt gevoel om my voor de kans een zeld zame plant te vinden, aan het gevaar bloot tc stellen, den nek te zullen breken. IX. Op een goeden avond zaten wij met een vrij groot gezelschap aan de ronde stamtafel in .de Gouden Druif", bjjna alle hoeren, die ik te Luttach had leoren kennen, waren bij een, alleen Franz Schorn ontbrak. Hy was, zoouls de burgemeester vertelde, vroeg in den ochteud naar Cürz gegaan om vandaar eenige duro landbouwmachines te halen, die bjj op zyn landgoed wilde gebruiken. Hy had den burgemeester beloofd 's avonds in elk geval nog in de Druif te komon, om bericht over den koop te doen, hy werd dus elk oogenblik verwacht. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1