KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen.
Ho. 2745.
Woensdag 7 Juni 1899.
27»te Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn*. 32.
ureauSpoorstraat.
Telefoonn". 81.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per poet 75 id. f 1.127a.
id.voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureau»Spoorstraat en Zuiditnat.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent
Elke regel meer 5
Groote letters worden naar plaateruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGEN8 vóór 10 uur aan de Buream bezorgd zijn.
Uit het Itultenland.
De gewichtige gebeurtenis, die jl. Zater
dag to Parys heeft plaats gogrepen de
beslissing van 'tHof van Cassatie aldaar
in zake het Drey lus-proces van 1894 be-
heerscht op het oogenblik het buitenlandsch
nieuws. Overeenkomstig de conclusiën van
den rapporteur, van den procureur-generaal en
van den advocaat van mevrouw Dreyfns over
eenkomstig den uitdrukkelijk wensch van
Dreyfns zelf, heeft het Hof, in vereenigde
zitting zyn arrest wyzend, bepaald, dat het
vonnis, op 22 December 1894 tegen Alfred
Dreyfus gewezen, is vernietigd, en alle
gevolgen van dat vonnis te niet zijn gedaan,
terwyl do eindbeslissing over 'de in 1894
tegen Dreyfus uitgebrachte beschuldiging van
verraad; zal worden gegeven door een nieu
wen krijgsraad te Rennes. Deze krijgsraad
zal moeten oordeelen over do vraag: «Is
Dreyfus sohuldig, in 1894 machinaties te
hebben gepleegd of betrekkingen te hebben
onderhouden met een bnitenlandsche mogend
heid, om deze aantesporen tot het voeren van
oorlog tegen Frankrijk, of deze mogendheid
daartoe do middelen te verschaffen Op het
oogenblik, toen het Hof uitspraak deed, be
vonden zicli tal van vrienden van Dreyfus,
journalisten en advokaten in het Paleis' van
Justitie. De beslissing werd opgevolgd door
den juichkreet der aanwezigen„Leve de
gerechtigheid i* Een der Parijsche be
richtgevers voegt aan zjjne mededeeb'ng van
de genomen beslissing toe Er is nu geen
twijfel mogelyk, of die nieuwe krygsraad
zal Dreyfus geheel vrijspreken. Intusschen
zal de tegenwoordige banneling zoo spoedig
mogelyk naar Frankryk worden teruggebracht,
maar nog, tot aan zyn definitieve vrijspraak,
als beschuldigde in voorloopige hechtenis
moeten blyven".
In groote mate belangryk zyn geweest, by
de behandeling dezer zaak voor het Hof van
Cassatie, het verslag van den rapporteur,
het requisitoir van den procureur-generaal
en da pleitrede van den advokaat. Ze waren
een al verpletterend voor hen, die nog altyd
aan de schuld van den banneling bleven
vasthouden, 'tls ons niet mogelyk, een ook
maar vluchtig overzicht van een en ander
te geven, maar toch kunnen we ons niet
onthouden, 't volgende, ontleend aan de hoogst
belangrijke preitrede, te vermelden.
Advokaat Mornard, optredende tot verde
diging van 't verzoek om herziening, door
mevr.ouw Dreyfus gedaan, eindigde zijne pleit
rede met oen treffend slotwoord, dat hy, tot
tranen geroerd, voordroeg. Hij sprak van de
smart, verduurd door de dappere vrouw, die
het lot van haar man legt in de handen van
het Hof. Hij protesteorde tegen het denkbeeld,
dat voor de eer van het leger macht zon
moeten gaan boven recht, en zeide vervol
gens: rOok het leger dorst naar eer en ge
rechtigheid liet wil ook dit erfdeel van
Frankryk verdedigen; het kan zich niet
onteerd achten door de erkenning van eene
rechterlijke dwaling. Het uur der gerechtigheid
slaat, en hoe plechtiger het recht wordt ge
daan, des te hooger wordt de waarde der
uitspraak. Wij wachten uw vonnis af voor
een trouw soldaat, die de hevigste smarten
heeft moeten verdurenwy wachten het af,
om de eer te redden zyner kinderen wij
wachten het af als het woord van leven voor
de edele vrouw, wier hart door de beleedi-
gingen is gebroken. Wij wachten het af als
de gezegende dageraad, waarop over ons land
zal schynen de zon van eendracht en waar
heid Deze treffende woorden lieten niet na
een diepen indruk op de toehoorders te ma
ken. Nadat de zitting van hot Hof gesloten
was, kwamen velen op den heer Mornard toe,
om hem hartelijk de hand te drnkken. Som
migen omhelsden hem.
Nu do hiervoren door 'tHof van Cassatie
gedane beslissing tot gevolgen zal leiden, ver
wacht men, dat Emile Zola, de onvervaarde
stryder voor waarheid en recht, spoedig in
Frankrijk zal terugkeeren. Nagenoeg alles, wat
deze man in Januari 1898 schreef, is thans
bevestigd door het onderzoek, dat vyfFransche
ministers van Oorlog hebben willen tegenhou
den, voor de Kamer van Afgevaardigden be
werende, dat Dreyfus indertijd .wettig en
rechtvaardig" was veroordeeld eenigen
hunner zonder zeiven de proces-stukken te
hebben nagegaan. En in den loop dier 16 maan
den is Zola, die de waarheid durfde bekend
maken, veroordeeld tot oen jaar gevangenisstraf,
en genoopt geworden gedurende byna een jaar
buiten zyn land te verblijven is kolonel
Picquart, die aanvankelijk aan Dreyfus' schold
geloofde, maar zoodra hij de bewijzen van hot
tegendeel in handen kroeg, niet berusten wilde
in den gruwel, zelf beschuldigd van valschheid,
en zit hij reeds 10 maanden in de gevangenis.
En ook andere personen, die voor recht en
gerechtigheid opkwamen, moesten lijden door
de wraak der machthebbenden, die daardoor
do herziening poogden tegentehonden. Frank
ryk heeft dus heel wat onrecht goed te maken.
En wat het doen zal met de hooggeplaatsten,
de ministers en de generaals, die medegewerkt
hebben, om deels het onrecht te plegen, deols
om het herstel van recht tegentehonden
Men verwacht, dat Picquart spoedig in vrijheid
gesteld zal worden, en of Mercier, de oud
minister van Oorlog, onder wiens bestuur het
feit in 1894 plaats groep, op vrije voeten zal
blyven, is zeer de vraag. Wat betreft de
in de vorige week plaats gehad hebbende ge
vangenneming van Dn Paty de Clam, wordt
nader uit Parys gemeld, dat do minister van
Oorlog niet voornemens was, dien man gevan
gen to nemen vóór de uitspraak van het Hof.
Maar toen de minister vernam, dat Du Paty
er over dacht, een bezoek te gaan brengen
aan zyn vriend Estorhazy, oordeelde hij het
beter, hem daartoe de gelegenheid te ontnemen.
Vermelding verdient nog, dat Du Paty thans
in de gevangenis in dezelfde cel is opgesloten,
waarin hij indertijd Dreyfus plaats bezorgde.
NIEUWST IJ DINGEN.
HELDER, 6 Juni 1899.
Mej. C. A. Visser alhier heeft Zater
dag 1.1. na afgelegd examen te Amsterdam
de acte als onderwijzeres hekomen.
Maandag 12 Juni a.s. zal te Schagen
de jaarlyksche algemeene vergadering van
de onderwijzers en onderwijzeressen in het
arrondissement Helder gehouden worden.
Behalve eenige huishoudelijke zaken, worden
de volgende punten behandeld1»Zelf-
werkzaamheid", in te leiden door den heer
K. L. van Gorkum te Anna Paulowna.
2. Plantkunde of Tuinbouw op de lagere
school", in te leiden door den heer J. Porte
te Winkel. Een zangkoor, onder leiding
van den heer P. Stadt, zal ter afwisseling
en opluistering eenige zangnummers ten
beste geven.
Zondagavond, geraakte een spelend
knaapje in het Marine-werfkanaal.
Op het hulpgeroep van zijne makker
tjes schoten personen toe, die het reeds
zinkende kind uit 't water haalden Na in
de Marinierewacht van de schrik bekomen
te zyn, kon het met een nat pak huis
waarts keeren.
Personalia.
Tot heemraad van den polder Callantsoog
is herkozen de heer C. M. Koelman te
Schagen.
Drankwet
Binnenkort kan een voorstel van de
regeering tot herziening van de drankwet
worden verwacht.
Voor het examen voor adelborst
hebben zich 96 aspiranten aangemeld, en
voor dat voor leerling-machinist 68 can-
didaten.
Buitengewone politiemaatregelen zijn
in de gemeente Oudkarspel niet meer noo-
dig'Let hoofd der school de heer J.
M. Hoffmanns gaat weer geregeld en
onverhinderd naar rijne school. Het proces
tot echtscheiding tusschen het echtpaar
Hoffmanns, nog steeds hangende voor de
Alkmaarsche rechtbank, is nog niet veel
gevorderd.
De nieuwe gouverneur-generaal.
Bij Koninklijk Besluit, d° 1 Juui, is aan
den heer jhr. C. H. A. van der Wijck, op
zyn verzoek, met ingang van 3 October
a.s. een eervol ontslag verleend als gou
verneur-generaal van Nederl -Indië, en zulks
met dankbetuiging voor de vele en gewich
tige diensten, door hem in die betrekking
aan den lande bewezen, en is de heer W.
Rooseboom, generaal-majoor,comman
dant der stelling van Amsterdam, tevens
belast met het bevel in de le militaire af-
deeling, met ingang van 3 October a s. be
noemd tot gouverueur-generaal van Nederl.-
Indië.
1 Juni. was 't twee jaren geleden,
dat het bestuur der bakkerij van >de
Hoop" te 's Gravenhage besloot, den nacht
arbeid af to schaffen. Thans werd aan
do gebouwen gevlagd, omdat 't twee jaren
geleden was, dat wie ook overigens
den moed liet zakken of tegenwerkte
die maatregel tot groote voldoening van
het personeel, in werking is en werd ge
handhaafd.
Spoorwegongeluk te
Vlissingen.
Donderdagavond had te Vlissingen een ern
stig spoorwegongeluk plaats.
Door het breken van de Westinghouse-rem
kon de machinist zyn trein, die te 10.57 aldaar
aankwam, niet stoppen. Hy deed daarom waar
schuwingen met noodfiuiten hooren. Do trein
kwam in volle vaart aan, stoorde zich niet
aan beletselen, verbrak de schutpalon en hief
zich ongeveer een meter hoog op om op het
perron te komen, en liep toen de restauratie
wachtkamer binnen, na den muur en de deuren
te hebben verbrijzeld. Gelukkig zakte daar de
locomotief door den vloer in den grond, zoodat
de vaart was gestuit.
Twee conducteurs hebben bij dit ongeluk het
leven verloren, twee machinisten werden ernstig
en een reiziger licht gekwetst.
De locomotief en de kolenwagen zya zwaar
beschadigd, en bevinden zich in de restauratie-
wachtkamer. De goederenwagen en nog een
passagierswagon bekwamen schade.
De gekwetsten werden onmiddellijk in het
Hotel Zeeland gebracht, alwaar ontboden gc-
neesheeren hulp verleenden.
Men wil dat de stoom in de wachtkamer
ontsnapte, doordien aan den stoomketel, by het
binnenkomen en vernielen der muron enz., eene
opening ontstond. Anderen beweren dat een
ingonienr, toevallig daar aanwezig, den stoom
heeft doen ontsnappen, waardoor het springen
van den ketel voorkomen werd.
Nader meldt men
De gekwetste machinisten zyn Vrijdagoch
tend naar Roosendaal, hunne woonplaats ver
voerd. De een heeft vermoedelijk een been,
de andere een arm gebroken.
De overledenen zijnTouw, hoofdconduc
teur, gehuwd en vader van 1 kind, en De
Grooth, conducteur, gehuwd en vader van 2
kinderen.
Doordien de locomotief plotseling in den
grond van do wachtkamer vastraakte, werd
de goederenwagon, waarin de conducteurs za
ten, door het post- en andere rytuigen letter
lijk iueengodrukt. Vaddaar hun dood.
De materiëele schade is groot.
Omtrent het spoorwegongeluk te VlissingeD
ontleenen wy het volgende aan de ,Midd.
Ct."
By het naderen van het station aldaar, be
merkte de machinist, dm di- Wosn-ghouse-rem
weigerde te werkende vaart vim den trein
was toen niet meer te verminderen, oodat deze
met volle kracht stoomeude, het station bin
nenliep.
Het gevolg hiervan was, dat het stootblok
aan het eind van het perron totaal werd ver
brijzeld, de locomotief met den tonder en den
eersten waggon doorliepen over het perron
en de deur cn een gedeelte van den muur
omverwerpend, do restauratie-zaal der le en 2e
klasse binnenvloog.
Met welk een kracht dit alles gebeurde,
blykt wel uit liet feit, dat de locomotief, die
dadelyk door den bodem van het perron en
de restauratie-zaal lieenzakte, tot een diepte
van ongeveer een meter, toch nog over een
afstand van ongeveer tien meters voortstoof
en eerst aan het eind der zaal tot staan kwam.
Daar, zoo spoedig als dit mogelyk was, nood
signalen waren gegeven, hadden allen op het
perron en in de zaal zich tijdig weten te bergen.
De twee conducteurs van den trein A. Touw
Jr. en W. W. de Grooth, beiden gehnwd en
vaders van kinderen, die zich in den eersten
waggon achter den tender hadden bevonden,
kwamen echter om het leven, doordat deze
wagen gedeeltelijk verbrijzeld werd. Hunne
lichamen werden vreeselyk misvormd, van on
der de stukken van den wagen te voorschijn
gehaald.
Een dochtertje van Touw, die hem was
komen afhalen, vroeg aan een der aanwezigen
of hy haar vader ook gezien had en moest
reeds dadelijk hot vreeselijke nieuws vernemen.
De machinist cn de stoker, die aan het be
gin van het station van de locomotief sprongen,
werden deerlyk gewond opgenomen, ter ver
pleging gebracht in het hótel Zeelanden Vrij
dagmorgen vandaar per trein naar Roosendaal
vervoerd.
Drie doctoren waren spoedig ter plaatse.
Men is begonnen de locomotief, die tot aan
de a9scn in den grond zit, uit to graven en
den tender, die in de hoogte is gezet, door al
hetgeen de locomotief uit den grond werkte,
te verwijderen.
Men vreest echter dat by dit werk het
bovengedeelte der restauratie-zaal gevaar loopt
in te storten.
De aangerichte schade is natuurlyk zeer
groot, zoowel aan locomotief en wagens, als
aan het meubilair der wachtkamer.
Een geluk mag het genoemd worden, dat
de machinist, zoodra hy bemerkte, dat hy zyn
machine niot meer meester was, aan alle zyden
den stoom liet ontsnappen, waardoor, toen het
gevaarte tot stilstaan was gekomen, eene ont
ploffing van den stoomketel werd voorkomen.
Nader meldt men
Bij het spoorwegongeluk te Vlissingen blijkt
nog omgekomen te zijn eene jonge dame. Het
lijk werd Zaterdagavond gevonden by de op
ruiming van het verbrijzeld materieel.
De dame zat met verbrijzelde beenen tusschen
de kussens in hot ineengedrukte postrijtuig,
waaraan een dames-coupé eerste klasse vast
was. Op haar lijk lag een massa hout en
yzer, vandaar dat het eerst onzichtbaar was.
De identiteit der damo is niet bekend. Ver
moedelijk is zy eene Zwitsersclie.
Van andoro zijde meldt men, dat de op zoo
verschrikkelijke wijze omgekomen reizigster
gebleken is te zyn zekere fraulcin Roth.
Een wonder.
Vrijdag kwam een muzikant der kolo-
niale-reserve te Nijmegen, gezeten op een
rijwiel, door liet nemen van een te korten
draai met zyn fiets terecht tegen een lad
der, waarop, eenige meters hoog, een
glazenwasscher stond, die tengevolge van
den schok naar beneden viel en.... op zijn
voeten terecht kwam en zich niets het
minst bezeerde.
Fietser en glazenwasschor stonden el
kander even beteuterd aan te staren, doch
op voorstel van den fietser gingen ze
samen voor den schrik een pot bier drinken,
Een allertreurigst schouwspel zag
men Zaterdag in de Sarphati- en Ütrecht-
sche straten te Amsterdam. Daar bewoog
zich een zoogenaamde woonwagen op twee
wielen, voortgetrokken door twee havelooze
knapen van oogenschijnlijk 13- a 15-jarigen
leeftijd. Naast den wagen liep een tienjarig
meisje, al even haveloos en mager.
Voor in den wagen zat eene vrouw met
een houten been, blind aan het eene oog
en met een verband om het hoofd. Om
haar heen lagen drie kinderen, wie de el
lende op het gelaat was te lezen. Van
beddegoed in den wagen of van ander nood
zakelijk huisraad geen spoor. Elk oogenblik
moesten de trekkende kinderen stil blyven
staan, om wat op verhaal te komen. Enkele
van de nieuwsgierigen, die zich dan om den
wagen verdrongen, trokken hunne porte-
monnaie om de hier zoo zichtbare ellende
te verzachten. (N. v. N.)
De zaak-Dreyfus.
Parys, 4 Juni. Onder voorzitterschap
van deu heer Dupuy waren heden ver
gaderd de ministers van Justitie, Oorlog,
Marine en Koloniën. Besloten werd om
den kruiser »Stax", thans liggende te
Fort de France (op Martinique in "West-
Indië), onmiddellijk naar het Duivelseiland
te zenden, om Dreyfus af te halen en
hem naar Brest te brengen, waar hy tegen
26 dezer zal aankomen. Hij zal dadelyk
ter beschikking der militaire autoriteiten
worden gesteld en overgebracht worden
naar de militaire gevangenis te Rennes.
Tydatippen van verzending der
Brievenmalen.
Naar Oost-lndlfi:
Verzending» weg
Datum der ter Tijdat d. laat.
potl-bexorg. jbual.atPoatE.
Amsterdam 9 en 28 Juni 7-'aav.
p Holl. mail ris Maxsaille.
p. Franache mail via Marseillc
p. Engelache mail via Brindiai
Naar Atjeli en de Oostkust
van Sumatra
p. Duitache mail riaNapela.
10 «n 80
9.—'a
9.—'a
eiken Vrijdag t
26 Juni 1
Naar Guyana (Suriname):
p. aeepoat via Amsterdam lid cn 80 Juni I 7.— 'aav.
p. mail over Engeland 12 en 28 7.'a at.
p. mail via St. Naiaïre 7 1 7.'a
Naar Curigao, Bonaire en Aruba:
p. aeepoat via Amsterdam Il4en 80 Juni I 7-—'tav.
p. mail via Southampton |elkeo Dinsdag 8.80 nam.
p. mail via Queenatow a. |elken Vrijdag! 8.80 'a nam.
Naar SL Martin, SL Eualatlu» en Saba
p. mail over Engeland |12 en 26 Juni j 7-'aav
Naar Hr. Ms. .Zeeland" tot 10 Juni
naar C u r a 9 a 0.
Aanbestedingen
in Xoord-IIolland.
16 Juni. Alkmaar, 12 ure. In de
Harmoniehet bouwen van eene ambachts
school voor meisjes op een terrein aan de
Emmastraat aldaarbestek en teekeningen f»
f 2.50 verkrijgbaar by den architect G. Loo-
man aanwijzing 12 Juni 2 nam.inlichtin
gen by den architect.
21 Juni. Alkmaar, 12 ure.Dijkgraaf
en heemraden van het ambacht van West-
Friesland, genaamd Geestmer Ambacht, in hot
logement Noord-Hollandhet gewoon onder
hond der Westfriesche dykwerken.
21 Juni. Alkmaar, 12 ure. Dijk
graaf en heemraden van het ambacht vun
Westfriesland, gen. Geesmer Ambacht, in hot
logement Noord-Holland het gewoon onder
houd van den Geestmer Ambachtdyk met
aanhoorigheden.
22 Juni. Haarlem, 11 nre. Hot
ministerie van waterstaat handel en nyver-
heid, aan het gebouw van het prov. best.
het inaken van werken lot verdediging van
de Noordzeekust in de prov. Noordholland
tusschen de Heldersche en de Hondsbossclie
zeeweringen, beh. tot de werken te maken
ingevolge de wet van 15 Juli 1898 (Stbl. no.
187) in 2 perc., begr. perc. 1 f 34000, perc.
2 f 188000, massa perc. 1 en 2 222000 be
stek no. 110 na 8 Juni ter lezing aan gen.
ministerie, aan de lokalen der prov. best. en
is te bekomen by de firma Gebr. van Cleef
te 's Gravenhageaanw. 14 Juni aanvangende
nam. 12.30 ure te Calantsoog; inl. te beko
men bij den hoofdingenieur Kcmper te Haar
lem cn den ingenier Galand to Alkmaar.
29Juni. Haarlem, 11 ure. Hetminist.
van waterstaat handel en nijverheid, aan bet
FEUILLETON
19).
Ik kon den rechter slechts gelijk geven.
Do toestand was voor hem inderdaad lastig.
Het afgelegen hnis verdiende thans zyn naam
nog meer dan vroeger, het was thans geheel
verlaten. Nadat het lijk des vermoorden er
uitgedragen was naar het kerkhof van het
dorp Oberberg, had de kapitein het gesloten
Anna was met haar dienstbode naar Luttach
gegaan zy bad eindelijk toch geluisterd naar
den kapitein, den burgemeester en den dok
ter, en was voorloopig bij laatstgenoemde in
huis getrokken. Een paar kamers waren daar
spoedig voor haar en de oude Jobanna inge
richt zy hoorde bij den dokter niet als diens
logó, doch als huurster. Slechts onder voor
waarde dat haar vryheid niet in 't minst aan
banden zou worden gelegd, had zy zich naar
den wensch harer bloedverwanten gevoegd,
en het ccrsté gebrnik, dat zy van die vry-
lieid had gemaakt was de verklaring, dat
Franz Schorn haar verloofde was en zy hem
na hot einde van het rouwjaar naar het al
taar zon volgen.
Tevergeefs hadden do burgemeester, de
kapitein en de dokter het jonge meisje ge
vraagd nog wat met een dergelijke verklaring
te wachten, Anna was daartoe niet te bewe
gen geweest. Juist omdat allen tegen hem
zyn,* had zy gezegd, «juist omdat allen liem
bateD, trots zyn edel gemoed, wil ik hem
openfijk trouw ter zydc staan Ik ben reeds
wee jaren zyne verloofde! Zoo lang myn
vader leefde mocht ik, tegen zijn wil in, dit
niet aan ieder mededeelen, thans kan ik dit
doen
Anna's verklaring had te Luttach een pjjn-
lyken indruk gemaakt. Er werd schande over
gesproken, doch zelfs de ergste lastertongen
moesten spoedig zwygcn, daar Anna handig
vermeed de goedo Luttachers reden tot pra
ten te geven. Nooit mocht haar verloofde
haar op haar kamer bezoeken, zy zag hem
slechts als haar vaderlijke vriend, de doktor,
hem uitnoodigde.
Deze, die in den beginne lang niet inge
nomen was met dc eigenzinnigheid van het
aan zijn zorg toevortrouwde meisje, wist thans
niet genoeg over haar lieftalligheid te spre
ken. Hy had wel altijd van baar gehouden
reeds toen zy nog een klein kind was, doch
nooit, zeide hy, had hy geweten, hoe schoon,
hoe lief zij was. Zjjn vronw dweepte met dit
lieftallige, bescheiden kind en verheugde er
zich dagelijks over, dat de schoone Anna haar
huisgenoote was geworden. Thans eerst be
greep hij, dat zelfs do hardvochtige vrek, de
oude Pollenz, de lieftaligheid van dit kind
niet had kunnen weerstaan, dat hy uit vrees
dat Anna hem zou kunnen verlaten, het niet
gewaagd had haar tegen to houden als zy
's middags naar hot bosch ging om haar Franz
te zien.
Zoo lieftallig, zucht on bescheiden als Anna
jegens hare verwanten en vrienden, jegens
den burgemeester, den kapitein, den dokter
en diens vrouw was, zoo ruw en terugstoo-
tend was zy jegens den rechter. Ik vernam
vau don kapitein, dien ik eiken ochteud in
den tuin vond, dat dc rechter zich nog steeds
met de dwaze boop vleide, den afkeer, dien
Anna voor hem gevoelde, te znllen fnniken.
Hy had, sedert zij bij den dokter inwoonde,
meermalen getracht haar te naderen, doch
was steeds met diepen afschuw afgewezen.
De kapitein en ook de dokter hadden haar
gevraagd althans de gewone beleefdheidsvor
men in acht te nemen, doch zij had verklaard
voor dien man geen vriendelyk, beleefd woord
te hebbenzy verafschuwde en verachtte
hem niet alleen omdat haar vader haar eens
had willen dringen hem haar hand te geven,
doch omdat zy stellig overtuigd was, dat by
een slecht mensch was. Zy kon daarvoor geen
reden opgeven, doch zy gevoelde, dat die
overtuiging juist was.
De kapitein en de dokter hadden deze ver
klaringen van het jonge meisje niet alleen
aan mij medegedeeld, maar zy gingen te Lut
tach van mond tot mond. Er werd in die
kleine plaats veel gespot met do ongelukkige
liefde van don rechter. Mizka vertelde my
eiken avond wut er alzoo in de stad gepraat
werd, want in die dagen praatte men slechts
over dc mooie Anna en haar twee min
naars.
Het was misschien niet goed van me, dat
ik naar dergelijke praatjes luisterde, doch ik
ontken niet, dat zij ray belang inboezemden,
en ik kon niet besluiten de praatzieke Mizka
in de reden to vallen, als zy my vertelde wat
in het stadje word gepraat.
Ik voelde niet veel sympathie voer den
rechter, doch het deed my toch leed voor
hora, want hy ging blijkbaar zoer gebukt
onder de omstandigheden, waarin hy leefde.
Dat hij in den grond geen slecht mensch was,
had hij my bewezen door do wjjzo, waarop
hij ten opzichte van zynen doodsvijand han
delde, tegen wicn hy geen valsehc verden
king wilde uitspreken. Het was een ongeluk
voor hem, dat hy liefde gevoeldo voor een
jong meisje, dat hem verafschuwde. Ik kon
het niet billijken, dat by toch haar gunst
trachtte deelachtig te worden en zich hierdoor
blootstelde aan den spot der Luttachersook
verloor hy mijne achting, omdat hy byna
eiken avond zyn treurig lot door onmatig
drinken trachtte te vergeten, maar beklagen
moest ik hem toch.
Tegen my was hy zoo vriendelijk en be
leefd mogelyk, meestal wachtte hy met mid
dagmalen tot ik van myn excursies was
teruggekeerd, opdat wy samen konden dinee-
ren. Hij nam hartelijk aandeel in myn ver
zamelingen, vooral wat het botanische gedeelte
betrofmet de grootste belangstelling en met
een, voor een leek zeer groote zaakkennis,
bekeek hy den inhoud van myn botaniseer
trommel en toonde ik hem dan een byzonder-
heid, waarvan ik slechts dón exemplaar had
gevonden, dan zwalkte hy 's middags over de
rotsen om nog beter plek te zoeken en stra
lend van geluk, bracht hy my dan 's avonds
met eenige afgesneden exemplaren de mede-
deeling, eene qjke plek te hebbeu gevonden.
En als ik dan den volgenden dag den door
hem aangeduiden weg naar dergelijke plek
ken insloeg, merkte ik telkens op. dat xy
slechts door gevaarlijk klauteren te bereiken
waren. Naar eene door hem zeer geroemde
en waarlyk ryke plek aan Ophrys Ëertolini
was het afdalen zoo gevaarljjk, dat ik door
te vallen allicht een ongeluk had kannen
krygen, als ik geen geoefend bergbeklimmer
was geweest. Iti elk geval had ik den terug
weg, ofschoon hy mij dien precies beschreven
had, niet juist onthouden, want ik geraakte
in oen waar doolhof van rotsen. Het was byna
een wonder, dat ik eindelyk toch den uit
gang vond cn het my gelukte lungs een on-
gebaanden, halsbrekendeD weg af le dalen.
Uitgeput door dat klauteren kwam ik
's middags to Luttach terug. Ik vertelde den
rechter van het gevaar, waarin ik verkeerd
had, toen zeide hy lachend
,Ge hebt u bepaald bij het dalen in den
door my beschreven weg vergistgeheel zon
der gevaar is die wel niet, doch 't is niet zoo
erg. Ik hen overigens blydo dat ge u thans
zelf hebt kannen overtuigen van de moeie-
lykheid om veertien dagen geleden de Ophrys
Bcrtolini te plukken. Daar heb ik die plan
ten toen voor u gevonden. Nog heden is het
my een raadsel hoe ge op eene gemakkelijk
te bereiken plaats die plant hebt kunnen
vindon."
Hy had my tot die gevaarlyko klimpartij
genoopt om het verwjjt van grootsprekerij
van zich af te wonden, dat was my thans
duidelyk. Zeer dankbaar was ik hem daar
voor nietik zeide er niets van, doch nam
my voor in den vervolge de door hem aan
bevolen plekken niet op te zoeken. Zulk een
hartstochtelijk botanicus ben ik niet, dat ik
luBt gevoel om my voor de kans een zeld
zame plant te vinden, aan het gevaar bloot
tc stellen, den nek te zullen breken.
IX.
Op een goeden avond zaten wij met een
vrij groot gezelschap aan de ronde stamtafel
in .de Gouden Druif", bjjna alle hoeren, die
ik te Luttach had leoren kennen, waren bij
een, alleen Franz Schorn ontbrak. Hy was,
zoouls de burgemeester vertelde, vroeg in den
ochteud naar Cürz gegaan om vandaar eenige
duro landbouwmachines te halen, die bjj op
zyn landgoed wilde gebruiken. Hy had den
burgemeester beloofd 's avonds in elk geval
nog in de Druif te komon, om bericht over
den koop te doen, hy werd dus elk oogenblik
verwacht.
(Wordt vervolgd.)