KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen
Rapport
No. 2751.
Woensdag 28 Jnni 1899.
37ste Jaargang.
Bureau: Zuidstraat.
Telefoonn0. 32.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 81.
Atoonnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/!.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bupeami Spoorstraat en Zuiditraat.
aau i t.ao, ia. i ü.vv.nureaui i apoorairasi en Z-Uiastraai. uroum ïeners woruen n
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRtJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn
Ad.vertentlSn
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatarnimte berekend.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 2e kwartaal 1899, te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 Juli, zullende anders .daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2'/j Ct. beplakt
te worden.
-A'ia onze abo:>nc» in Amerika
wordt beleefd ver/.oclit 't t e -
scbiildigde abonneiueniKgeild
te wiiif-u overmaken.
DE UITGEVERS.
llit het ttuileninnd.
In het vorig nummer konden we medcdee-
len, dat het den heer Waldeck-Rousseau
dank zy de hulp, hem door den heer Bour
geois, daartoe uit den Haag naar Parys over-
gekomen, geboden, gelukt was, een nieuw
Ministerie, in vooruitstrevende richting te
vormen. De nieuwe President-Minister, ge
boortig van Nantes, is een man van 52 jaren,
die reeds tweemalen in 1881 en in 1888
met de portefeuille van Binnenlandsehe Zaken
is belast geweest, de portefeuille, die hy ook
'nu, nevens het voorzitterschap van den Mi-
nistoraad, weder heeft aanvaard. Vroeger lid
der Kamer van Afgevaardigden, werd de heer
Rousseau in 1894 door het departement du
Loire naar den Senaat afgevaardigd. In deze
moeilijke tijdsomstandigheden, nu het er op
aankomt, bet arrest van het Hof Tan Cassatie
te bandhaven en de zuak van het recht in
het nienwe proces-Dreyfus voor iedere be
lemmering te behoeden, is het van zeer veel
belang, dat de Ministers van Oorlog en van
Justitie, die thans zyn opgetreden, mannen
zijn, die een richtigen gang van zaken waar
borgen. Den generaal Gallifet acht men in
staat en ten volle bereid, om de zaak, die
maandenlang Frankrijk in beroering heeft ge-
bruoht, met onverzwakte geestdrift tot een
goed einde te brengen. Tegen de aanvallen
der antisemieten en nationalisten acht men
hem alleszins opgewassen. Deze partijen ver
liezen door 't optreden van 't tegenwoordig Mi
nisterie en van zulk een Minister van Oorlog
de laatste hoop, om Dreyfus opnieuw te doen
veroordeelen. En ook de mannen van het
leger zullen met dezen chef wel moeten lee-
reu, het arrest, door het Cassatie-Hof gewe
zen, ten volle te eerbiedigen. De nieuwe
Minister van Justitie, de heer Monis, is de
zelfde Staatsman, die, als lid van het Senaat,
zich krachtig verzette tegen het wetsvoorstel
van het kabinet Dupury, om over de her
ziening van het Dreyfus-proces niet slechts
door do strafkamer, maar door het goheele
Hof van Cassatie te doen beslissen. De heer
Bourgeois, die, mot het oog op zjjne belang
rijke werkzaamheid bij de Haagsche vredes
conferentie, beslist weigerde een portefeuille
in het kabinet te aanvuurden, smaakt even-
>£el de zelfvoldoening, dat hy, tijdens zijn
kortstondig bezoek aan Parys, het optreden
van dit Ministerie heeft mogelijk gemaakt.
Het heeft in groote mate opzien gebaard, dat
in dit Kabinet is opgenomen de socialist Mille-
rand. Aanleiding daartoe werd gegeven door
de omstandigheid, dat het optredende bewind
den steun dringend noodig heeft van allen,
die het woelen der militaristen, nationalisten
en antisemieten willen tegenstaan. DeFran-
sche Republiek wordt op 't oogenblik feitelijk
bedreigd door eene militaire samenzweering;
zy verkeert werkelijk in gevaar. Een krachtig,
eensgezind streven van alle Republikeinen
kan haar nog redden. Het optreden van dit
Bewind is de uiting van dat streven.
Het optreden der Jong-Turken in ccnigo
steden van Europa buiten Turkije, o.a. te
'8 Gravenhage, dat in groote mate de aan
dacht vestigt op het vreesclyk lot, dat den
Armeniërs in den loop van eenige jaren door
het Turksch bestuur getroffen heeft. De lijst
der Turksche gruwelen is te omvangrijk, dan
dat wy die hier in hl haar uitgebreidheid
zouden kunnen opnemen. Toen eenige jaren
geleden de vele en ontzettende berichten om
trent die gruwelen verspreid werden, poogden
een 3000 personen in een zeer gematigd ver
zoekschrift aan de regcering des Sultans her
vormingen te vragen. De betoogers werden,
in plaats van gehoord, door do politie uiteen
gedreven, onschuldige en wcerlooze personen
werden mishandeld en gedood, en de gewon
den, die gevangen genomen waren, werden
in koelen bloede in de gevangenis afgemaakt.
In Anatalie werden 8O0.000 inensclicn ge
worgd, gehangen, verbrand, gevild of in stuk
ken gehakt. En deze opgaven vormen nog
slechts een deel der ontzettende gruweldaden.
De schildering der ellende van de achterge
bleven weduwen en weezen is niet minder
treffend. De Jong-Turken, die zich in
Europa bevinden en zich hior en daar tot
Comitë's vereenigd hebben, wachten daar het
uur de afrekening met het Turksch wanbe-
Btuur af, en wyzen het publiek op het bestaan
van een onmogelijken toestand.
We leven in een tyd, waarin het verceui-
giugsleven zich sterk ontwikkelt en crooteu
invloed uitoefent op de maatschappelijk toe
standen. VereenigiHgon tot allerlei doel zijn
of worden gcBticht, en vinden in den regel
leden en begunstigers. In Engeland is er
dezer dagen een tot stand gekomen met een
heel bjjzonder doel. De kennisneming van
bare stichting zal wellicht by velen een
medelijdend lachje verwekken, maar toch
zal men moeten erkennen, dat in het streven
der stichters ook wel iets nuttigs gelegen is.
't Is eene vereeniging, die het kussen
wil bestrijden en afschaffen, op gronden, ont
leend aan de gezondheidsleer en de moraal
In ket alondc Hollandscke gezegde, dat een
zoen maar stof en met het afvegen daarvan
desnoods allo* afgeloopen is. wordt hlykbaar
door deze Vereeniging niet gedeeld. De
Vereeniging kant zich togen het kussen, om
de zeer noodlottige gevolgen, die er uit kun-
voortvloeien. De kns is eene handeling
dus wordt verzekerd die den mensch
blootstelt aan het overbrengen van bacteriën.
De bacteriën, die al heel wat kwaads hebben
aangericht, zijn dus ook oorzaak, dat een der
onschuldigste bewyzen van vriendschap en
liefde, een der hartelijkste betuigingen van
toegenegenheid vergiftigd, en daardoor tot eene
schadelyko gewoonte gemaakt wordt.
Het reglement der Vereeniging onderscheidt
drie soorten van kassen1. de kus uit ge
woonte 2. de kus nit vriendschapen 3.
de kus uit liefde. Do beide eerste soorten
wil de "Vereeniging subiet ufschaffen de
laatste zal door haar voorloopig nog eenigen
tyd geduld worden. Doch op den voorgrond
staat, dat het knssen uit een hygiënisch oog
punt beslist dient afgekeurd te worden.
Doch nu volgt een zaak, die, al denkt men
aun de stichting van cn de toetreding tot zulk
eene Vereeniging niet, zeer zeker belangstel
ling zal wekken, nl. het kussen van kleine
kinderen door onbekenden. Dit dient afge
keurd en ten strengste tegengegaan te worden.
Veelal zyn die onschuldige zoentjes, door
allerlei menschen aan kinderen gegeven, in
groote mate verderfelijk. Doch ook het voort
durend kussen van meisjes eu vrouwen onder
elkander dient bestreden te worden. Waar
volwassen personen ecliter voor zichzelf kun
nen zorgen, wil de Vereeniging krachtige
maatregelen nemen, om het kussen van kin
deren te bestryden. De kindermeisjes, gouver
nantes of bakers, die in dienst zijn van leden
der Vereeniging, moeten, duidelyk zichtbaar,
een medaille dragen aan een lint, waarop de
naam der Vereeniging: Anti-Kus-Vereeni
ging" voorkomt. Dit zal een teeken zijn, dat
de ouders dier kinderen nitdrukkelyk wen-
sclien, dat hun kroost niet wordt gekust.
Zonder den sclijjn van onbeleefdheid op zich
te laden, kan dan de vrouw óf het meisje
weigeren, de haar toevertrouwde kinderen te
laten kussen door de „vriendinnen van me
vrouw", of door andere op kleine kinderen
verzotte mensclien, met eenvoudige verwijzing
naar de medaille of het insigne, dat steeds
moet worden gedragen.
van de meerderheid der
Raadscommissie in zake de
Waterleiding.
Aan den Raad der gemeente
Helder.
De commissie door U den 25 April j.1.
benoemd tot voorbereiding van de overname
der oude of de stichting eener geheel nieuwe
installatie van waterleiding in de gemeente
Helder, heeft de eer het volgende rapport
aan uwe vergadering te brengen
Do commissie vergaderde den 27e» April
en koos tot Voorzitter den heerJ. Korver
en werd als Secretaris geadsisteerd door den
heer H. Uurbanus, Secretaris der gemeente.
Als resultaat der eerste bijeenkomst wordt
aangenomen een concept besluit dat aan
den Raad ter goedkeuring zou worden aan
geboden, waarin zou worden opgenomen:
le. de termijn van opzegging der con
cessie,
2e. de levering tot dien tijd van water
door den concessionaris aan de gebruikers,
3e. een voorstel om de onderhandelingen
met den concessionaris te openen.
Dit ontwerp-besluit is door den Raad in
huishoudelijke zitting besproken en in de
openbare zitting aldus geformuleerd
1Om aan den concessionaris te berichten,
dat de concessie niet zal worden opgezegd
voor den len Juli 1900 eu dan minstens
zes maanden te voren, mits de concessionaris
zich verplicht tot dien tijd water aan de
spectieve gebruikers te blijven leveren
Inmiddels heeft de concessionaris een
aanvang gemaakt om de abonnementen op
de waterleiding op te zeggen, beginnende
met hen wier contract van levering met
de maand Juni zou aöoopen.
Deze opzeggingen brachten een verklaar
bare ongerustheid onder de belanghebbende
ingezetenen te weeg, weshalve door Uwe
commissie aan den concessionaris een schrij
ven werd verzonden als volgt
Aan de Directie der Duinwaterleiding-Maat
schappij Helder en Nieuwediep.
Mijne llceren
De commissie door don Raad benoemd
tot voorbereiding en exploitatie van da
duinwaterleiding voor rekening der ge
meente, wenscht van uwe directie te
vernemen de conditiën en voorwaarden
waarop de oadcrhandelingen over de
eventuëele overname der bestaande lei
ding knancn worden gevoerd.
Uw gewanseht antwoord ten spoe
digste wachtende, heeft zy de eer hoog
achtend te zyn
De Commissie voornoemd,
Helder, S Mei 1899.
Het antwoord van den waarnemenden
Directeur lnidde:
Aan de Commissie tot voorberei
ding van de exploitatie van de
Duinwaterleiding voor rekening
der Gemeente.
Helder, 6 Mei 1899.
Naar aanleiding van uwe missive
d. d. 3 Mei j. 1. hebben wy de eer U
mede te deelen, dat op genoemd schry ven
geen spoedig antwoord te geven ia, dat
tot nu toe tot afstaan van onse eigen
dommen nooit sprake geweest is en dat
daarvoor niet gehandeld kan worden
zonder machtiging van onze aandeel
houders, de eigenaars onzer inrichtingen,
gronden, enz., alhier.
Dat het wel eenigen tyd zal duren
vóór dat ons bekend kan zyn of die
aandeelhouders hunne rechten, enz. zul
len willen overdoen en zoo ja P eene
vraag zullen doen of een aanbod af
wachten.
Met de meeste hoogachting hebben
wy de oer te zyn
De Directie der Duinwaterleiding-
Maatschappij,
(w.g.) D. Kemp, waarn. Directeur.
Eveneens is door B. W. als college,
uitvoering gevende aan het Raadsbesluit
van den len Mei, mededeeling daarvan aan
den concessionaris gedaan, waarop dato 15
Mei het volgende antwoord is gekomen
Helder, den 15 Mei 1899.
In antwoord op Uw geacht schry ven
van 3 Mei j.1. no 91/549 moeten wij U
melden, dat door Commissarissen mijner
Maatschappij is besloten het voorstel
ons .door den Raad uwer gemeente ge
daan en door U ons in bovengenoemd
schrijven medegedeeld niet aan aandeel
houders onzer Maatschappij aan te
bieden, overtuigd dat dit zoo uadeelig
voorstel door hnnne vergadering niet
kan en zal worden aungenomen.
De Gemeenteraad heelt besloten over
verlenging en vernieuwing der concessie
met onze Maatschappij niet te onder
handelen, waardoor dus feitelyk de tot
wederopzegging verleende concessie is
ingetrokken, en nu wordt door het laatste
besluit aan de Maatschappij eene nieuwe
concessie aangeboden, waardoor de Ge
meenteraad na 1 Juli 1900 ten allen
tjjde deze concessie kan intrekken mits
6 maanden te voren haar opzeggende,
terwyl de Maatschappij daardoor ver
plicht wordt water te leveren, zoolang
de Gemeenteraad dit mocht goedvinden.
Hierdoor geeft zy prijs haar recht
voortvloeiende nit de conceBsie van 14
Nov. 1854, om ook dio leverantie te
eindigen, wanneer haar dit noodig
toeschynt.
Het doet ons leed, dat wy onze abon-
ne's cn waterverbruikers in ongelegen
heid moeten brengen, maar zyn daartoe
verplicht door den toestand, waarin wy
buiten onze schuld zyn gebracht.
Met verzekering van verschuldigde
hoogachting,
De Directie der Duinwaterleiding-
Maatschappij,
(get.) D. Kemp, waarnd. Directeur.
Aau Burgemeester en Wethouders
der Gemeente Helder.
Beide antwoorden zijn öf ontwijkend öf
onbeslist en in alle gevallen van dien aard,
dat in deze zoo hoogst belangrijke zaak van
nadere onderhandelingen werd afgezien.
In de hierop volgende bijeenkomst werd
dan ook besloten, onmiddellijk een aanvraag
tot boring in de grafelijke duinen by den
Minister van Oorlog in te dienen, welke
aanvraag den 20en Mei in dezen vorm is
verzonden
Helder, den 20 Mei 1899.
Wy hebben de ccr Uwe Excellentie
beleefd te verzoeken ons wel te wil
len vergunnen i t <!e duinen alhier, en
wel op het percvel Sectio C'. No. 5518,
groot 97 H.A., 60 A. en 84 c.A. en
ten naam staande van het Departement
van Oorlog, eenige boringen te mogen
doen, ten einde te onderzoeken of al
daar bruikbaar water is te vindon, ten
dienste van een eventueel aan te leggen
waterleiding voor deze gemeente.
Deze boringen zullen geschieden met
de bedoeling, om bij het vinden van
goed water, een gedeelte van bedoeld
terrein in erfpacht te verkrijgen.
Hot zal ons aangenaam zyn, wan
neer hierop door Uwe Excellentie gun
stig zou kunnen beschikt worden.
Burgemeester en Wethouders
van Helder,
(get.) Van Steijx, Burgemeester.
Uchbands, Secretaris.
Aan Z.E. deti Heer Minister
van Oorlog te 's Gravenhage.
Inmiddels was de Heer D. de Leeuw
verzocht eene kostenberekening van borin
gen en van bet scheikundig en bacteriolo
gisch onderzoek voor uwe Commissie ge
reed te maken, eu in verband daarmede
eene credietaanvrage bjj den Raad in te
dienen.
De vrees, dat de concessionaris door
zyne zoo ingrijpende abonnementsopzeg-
giogen de gemeente zou kunnen bemoeie-
lgkeu in de levering van bet zoo onont
beerlijke water, deelde uwe Commissie iu
het geheel niet en beeft haar ook niet
weerhouden om naar aanleiding van het
baar opgedragen mandaat, met den meest
mogelykeu spoed in bet belang der ge
meente werkzaam te zyn.
Den 25en Mei, voor deu aanvang onzer
commissie-vergadering, werden wy verrast
door het hierby overgelegde schryven van
Burgemeester en Wethouders, luidende
Helder, den 25 Mei 1899.
Wy hebben de eer U mede te dee
len, dat wij eene conferentie hebben
gehad met de Commissarissen der Duin
waterleiding Maatschappij. Het resul
taat daarvan is, dat zij by de aandeel
houders en wy by don Raad een voor
stel zullen ter tafel brengen, do strek
king hebbende:
dat de eigendommen der Maatschappij
zullen getaxeerd worden door 3 des-
kundigen, waarvan dén te benoemen
door den Raad, éën door de Maat
schappij en *1" derde door de beide
aldus aangewezenen, of zoo zy het
over de benoeming niet kunnen eens
worden door den Kantonrechter te
Helder,
cn dat bedoelde eigendommen door de
aldus vaat te stellen waarde aan de
gemeente Helder zullen overgaan.
Een cn ander met dien verstande,
dat èn door den Raad èn door de
Maatschappij op voormeld voorstel van
den 25en Juni a.s. eene beslissing zal
moeten zyn genomen.
Tevens dcelon wy U mede, dat de
Maatachappjj zich verbindt om met de
waterlovering door te gaan, tot op het
tydstip van eventueele overname, op
dezelfde wijze als tot nu toe.
Burgemeester en Wethouders
der gemeente Helder,
(w.g.) Van Steij», Burgemeester.
Uübbanus, Secretaris.
Aan de Commissie voor de Waterleiding
te Helder.
Deze zoo geheel onverwachte mededee
ling werd door uwe Commissie met inge
nomenheid begroet, omdat de inhoud er
van in overeenstemming was met de oor
spronkelijke bedoelingen der Commissie.
Ofschoon de niededeelingen van B. en W.
slechts een bloote kennisgeving aan de
Commissie inhield, waarin op geen enkele
wyze adries of medewerking van uwe
Commissie gevraagd werd, is door de meer
derheid der Commissie op deze kennis
geving aan Burgemeester en Wethouders
het volgende schrijven verzonden
Helder, 25 Mei 1899.
In antwoord op uwe missive van
heden hebben wy de eer U mede te
deelen, dat het ons aangenaam was,
dat uw college is ingegaan op de oor
spronkelijke gedachten der Commissie.
Het komt ons evenwel weuschelijk
voor, dat de wyze waarop de taxatie
zal gescheiden nader zal worden ge-
formuloord.
Gaarne zouden wij daaromtrent met
B. W. in overleg treden.
De Commissie benoemd in zake de
Waterleiding,
(w.g.) Fkoweim.
S. Krijnkn-
C. Stammes.
De ondergeteekende kan op deze
beantwoording der kennisgeving van
B. en W. by de Commissie ontvangen
vooralsnog niet ingaau en behoudt zich
▼oor in deze de kennisgeving voornoemd,
en de daaruit voortvloeiende gevolgen
voor de gemeente nader te overwegen
in verband met de acte van concessie
aan do Maatschappij verleend en de
rapporten der Commissie aan den Raad.
(w.g.) J. Korver.
Aan Burg. en Wethouders der
gemeente Heider-
De minderheid der Commissie kon deze
vraag niet onderteekenen, maar behield
zich nadere studie en vrijheid van handelen
voor.
Het thans door Burgemeester en Wet
houders aan uwe vergadering gedane voor
stel is het resultaat der daarop gevoerde
onderhandelingen tusscheu B. en W. en
uwe Commissie. Wy hebben daarby voor
namelijk aangedrongen op eene deugdelijke
omschrijving van de wjjze van taxatie, op
waarborgen voor uitbreiding van het bui
zennet en op eene regeling der risico na
de taxatie. Eveneens werd door ons de
wenschclykheid te kennen gegeven een
onpartydig rechtskundig advies in te win
nen, betreffende sommige onderdeelen.
Het is ons aangenaam te constatceren, dat
ten slotte overeenstemming is verkregen
tusschen ons en het college van Burge
meester en Wethouders, waarom wij uwe
vergadering adviseeren, het voorstel van
Burgemeester en Wethouders, dat in over
eenstemming is met de oorspronkelijke be
doeling der Commissie, aan te nemen.
By aanname van dit voorstel acht de
Commissie haar taak te hebben volbracht.
Helder, den 19 Juni 1899.
De Commissie voornoemd,
(w.g.) Fbowkin.
C. Stammes.
S. KKU.nen.
Th. Terra.
NIEUWST IJ DINGEN.
HELDER, 27 Juni 1899.
De heer J. P. Meyneke alhier is met
ingang van 1 Augustus a.s. benoemd tot
ontvanger a. i. der directe belastingen en
accijnzen te Ryp.
Kerkvoogden der Hervormde Ge
meente te Huisduinen, werden verrast met
een schenking van H. M. de Koningin van
f 100, ter ondersteuning van het fonds voor
het bouwen van een pastorie.
Door Burgemeester en Wethouders
werd Vrjjdag ten Raadhuize openbaar aan
besteed het plaatsen, schoonhouden en
wegruimen van kachels, enz., in de ver
schillende gemeente gebouwen over 1899
1900. Ingekomen 1 inschrijving, van den
heer Jb. Kiljan, alhier, ad f104.
Ziekenfonds „llelpt Klkaadet".
L.l. Zaterdagavond hield het Ziekenfonds
«Helpt Elkander* in «Tivoli* een vergadering,
die volgens de presentielijst door 72 leden en
1 donateur bezocht werd. De Voorzitter,
de hoer D. van der Plas, opendo met een
woord van welkom de bijeenkomst, sprak
verder zyn leedwezen er over uit, dat deze
jaarvergadering door niet meerderen was be
zocht en deelde mede, dat de kas door de
vele en langdurige ziekten in dit jaar belang
rijk achteruit was gegaan, maar toch nog
geen zorg behoefde te baron en de zieken
gelden geregeld uitbetaald konden worden.
Daarna las de Secretaris, de heer L. Rogge
veen, achtereenvolgens de notulen der vorige
byeenkomst en het jaarverslag, loopende van
11 Jnni 1898 tot 10 Juni 1899. Aan dit ver
slag ontleenen we het volgendeHet aantal
ledcu bedroeg bij den aanvang van het jaar
147, dat door toetreding van nieuwe leden
met 13 vermeerderde en door sterfte, bedan
king en roieering met een evengroot getal
verminderde, zoodat het aantal op 10 Juni
1899 eveneens 147 was. De vereeniging
telde by het begin van het rereenigingsjaar
74 donateurs en 2 donatrices en op het einde
80 donateurs en 2 donatrices. Tweemaal
kwam een sterfgeval voor, waarby do gewone
uitkcering plaats had en de leden de over
ledenen grafwaarts brachten. In Juni 1898
bevatte de kas de som van f 974,05 en in
Juni 1899 van 784,92' zoodat er oen nadeelig
saldo is van f 189,12». Aan ziekengeld werd
f 945 uitgekeerd en de reservekas borat nu
nog f 14.38. Aan de alhier gevierde Kro
ningsfeesten nam de vereeniging in zooverre
deel, dat zij zich by den avondoptocht door
30 leden met de banier liet vertegenwoordi
gen. Bij de laatstgehouden verkiezing werd
de President herkozen cn de heeren C. J.
Reyers, J. de Graaf en P. Quast als com
missarissen gekozen.
Door het bedanken van J. de Graaf werd
J. J. Hoekscl in diens plaats benoemd.
Het ziekengeld, dat in 'tafgeloopen jaar uit
betaald werd, heeft meer bedragen dan in
't vorige en de meerdere ontvangsten van
donateurs kon niet verhinderen, dal de stand
der kas achteruitging. Het verslag ein
digde met een opwekking aan de leden, om
de vele werklieden, die nog buiten de ver
eeniging staan, tot toetreding aan te sporen,
opdat zy zoodoende medewerken elkander te
helpen.
Vervolgens deed de Penningmeester, de
heer H. Kerkhof, verslag omtrent de finan
ciën. De overgelegde rekening liep over 27
weken, van 10 December 1898 tot 10 Juni
1899 en hieruit bleek, dat de ontvangsten
gedurende dit tydvak hadden bedragen
f 495,14 en de uitgaven f 574,45, zoodal
er een nadeelig saldo was van f 79,31. Aan
27 personen werd 472 ziekengeld uitgo-
De op 10 December 1.1. in kas zynde
gelden (f864,13') werden met het nadeelig
saldo verminderd, zoodat op 10 Juni deze
bedroegen f 784,82', welke gelden rentege
ven d zijn belegd. De reservekas, die by
begin vun 't halfjaar f 4.88 groot was, be
droeg op het einde f 14,38. De commissie,
belast met het nazien der rekening en ver
antwoording, bestaande uit de heeren N.
Klok en M. Brizée verklaarde de boeken in
boste orde bevonden te hebben. Een
woord van dank aan den Penningmeester
gebracht voor het stipte beheer der finan
ciën werd met luid applaus bogoet.
Nadat de Voorzitter nog medegedeeld had,
dat met 1 September a. s. aan de beurt van
aftreding zyn de Vioe-Voorz. P. Goudswaard
en de Commissarissen C. Abbones, A. Smit
en J. J. Hoeksel en men nog eenige zaken
van huishondeljjken aard had besproken,
zooals: de roiëering van een lid en de uil-
keering van ziekengeld aan een ander lid,
wordt de vergadering gesloton.
Aan den hoofdingenieur der marine
J. W. Calten, hoofd van het vak van
scheepsbouw by 's Rijks werf te Helle-
voetsluis, is op zijn verzoek, eervol ontslag
uit 's Ryks dienst verleend.
Tweede Kamer.
Eer de Kamer in de vorige week uit
eenging, nam zy het besluit, om vóórdat
deze zitting tegen den derden Dinsdag in
September gesloten wordt op 5 Septem
ber a.s. terugtekeeren, en dan te behan
delen de aanhaugige Ongevallenwet" en
gelegenheid te geven aan den heer Pjtteraen,
om de Regeering te interpelleeren, ter zake
van de moeilijkheden, die den hier te land©
tijdelyk verblyfhoudenden Jong-Turken
door de politie worden in den weg gelegd,
waar die Turken o. a. opkomen tegen de
verkorting der rechten van de verdrukte
Armeniërs in 't gebied van den Sultan, wiens
gedelegeerden deelnemen aan de vredes-con-
ferentie in den Haag.
Omtrent de bepalingen, betreffende den
viachafslag te LJmuiden, die op 1 Juli e.k.
in werking zullen treden, stelde de Minister
van Waterstaat, Handel en Nyverheid, deu
heer Malefyt, die hem daaromtrent inter
pelleerde, volkomen gerust. De Minister
erkende gaarne, dat het Reglement te dier
zake er op het oog heel bar uitziet, doch
dat het inderdaad niet zoo bar is, en dat
het in ieder geval in zeer milden geest zal
worden toegepast. Ook is in een der artikolen
de toelating van allerlei afwijkingen open
gehouden. De wyzigingen, door de practjjk
noodig bevonden, kunnen nu met spoed
worden aangebracht, zonder dat nieuwe be
palingen behoeven in 't leven te worden ge
roepen. De heer Malefyt toonde zich tevre
den over de toezeggingen en ophelderingen
des Ministers.
Vredesconferentie I
Na een diep ingaande discussie stelde
de eerste commissie met 20 stemmen tegen
2 en 1 onthouding den tekst vast betref
fend© het verbod van ontplofbare kogels,
wier inhoud zich verspreidt (balie sexplosi-
bles dilatables ou expansives), door de sub
commissie aangaande dit punt ontworpen.
De commissie heeft eenstemmig aange
nomen het verbod, voor den tyd van vjjf
jaren, projectielen te werpen uit luchtbal
lons of langs daarmee gelgk te stellen weg.
Met algemeene stemmen op een na, to-
teerde zy het verbod, projectielen te gebrui
ken, tot eenig doel hebbende verstikkende
of schadeljjke gassen te verspreiden.
Tragiseii.
In de Meye, gem. Bodegraven, is de
WelEerw. heer J. J. de Groot, sedert 1871
pastoor aldaar, plotseling gestorven, onder
dnidelyke teekenen van vergiftiging. Als
oorzaak hiervan vermoedt men het gebrui
ken van spijs, die in een koperen pan hud
gestaan. Ook by de dienstboden van den
pastoor, die hetzelfde voedsel hadden ge
nuttigd, deden zich verschijnselen van ver
giftiging voor.
Men meldt uit Haarlem:
Donderdagavond is aan de werkplaats
van het oude station der Hollandsche
IJzeren Spoor een vreeseljjk ongeluk ge
beurd. Er was een machine warm geloo-
pen, en drie werklui: Th. Groot, M. C.
v. d. Burg en C. E. Meyer zouden die
weder klaar maken, eu lagen daarom er
onder, Groot met de beenen over de rails,
de beide anderen er tnsschen. Nuachijnen
de stootblokken van den tender zich te
hebben gegeven, want hoewel die waren
aangezet, evenals de rem, kwam machine
en tender m beweging toen de machinist,
om de koppelpen te verwijderen, eenige
stoom toeliet.
Het gevolg was, dat de Groot de beide
beenen werden afgereden, dat Van de Burg
de borstkas werd ingedrukt en ook de
ruggegraat werd gekneusd, terwyl Meyer,
die zich aan de as gegrepen had, er met
lichte verwondingen afkwam.
Het linkerbeen van Groot werd op do
plaats zelf geamputeerd en begraven. Hy
is per brancard naar het gasthuis gebracht.
Van de Burg moest daarheen gedragen
worden. Halenochtend leefden beiden
nog. Meyer deed gewoon zyn dienst. De
justitie heeft een onderzoek ingesteld.
Omtrent de gekwetste werklieden van
het Holl. Spoor te Haarlem wordt nader
medegedeeld, dat Van der Borg vrywel is,
doch het leven van Groot niet zonder ge
vaar.
Veor de haven van Brest zyn twee
visscherspinken omgeslagen. Twaalf op
varenden zyn verdronken.
Gemeenteraad van Texel.
Vergadering van 23 Juni 1899.
Voorzitter de heer H. W. de Jonchecrc,
Burgemeester.
Tegenwoordig 9 ledenafwezig de heer Zjjrn
met kennisgeving; ëéno vacature.
Na opening der vergadering wordt de heer
Bakker, die langen tyd wegens ziekte afwezig
was, door den Voorzitter hartelijk welkom
geheeten, waarby de wensch werd uitgesproken,
dat de heer B. wederom zyne krachten zal
kunnen wjjden aan de zynea en aau de al
gemeene belangen.
De heer Bakker, gevoelig zynde voor dit blijk
van belangstelling, dankte den Voorzitter voor
zyne hartelijke woorden.
De notulen werden gelezen en onveranderd
goedgekeurd. De Voorzitter deelt verder mede,
dat zyn ingekomen
a. Schryven van den heer J. P. Noordyk,
kennis gevende, dat by zyne benoeming als
regent van het Weeshuis aanneemt;
b. Idem van heeren Regenten van het
Woeshuis, dat tot Voorzitter van hun college
is benoemd de heer A. C. Keyecr.
c. Missive van den betrokken Minister,
goedkeuring benoeming telephoaisten te Koog
d. Schryven van Ged. Staten, mededeelondo
de bezwaren tegen de voorgestelde schoolgeld
heffing.
e. Kasvcrificatie bij den Gemeente-Ontvan
ger in kas was f361,53; allee netjes in orde.
f. Idem by den boekhouder-penningmeester
der havendirectie; kassa f171,401/*- Aas voren.
Een eu ander wordt voor konnisgoving
aangenomen.
Medegedeeld wordt verder, dat, zoo even
tueele stemming en herstemming voor leden
van den Raad moeten plaats hebben, deze zullen
geschieden op 8 en 22 Juli
dat B. en W. eene nieuwo nummering der
huizen zullen doen plaats hebben, noodig met
het oog op de volkstelling.
Goedkeuring rekening Bank van Leening,
dienstjaar 1898. Op voorstel van de Commissie
wordt do rekening, die met een nadeelig saldo
van f34.02 sluit, goedgekeurd:
Aanbieding rekening Algom. Armbestuur,
dienstjaar 1898.
De rekening wordt gesteld in handen eener
commissie, waartoe benoemd worden de hoeren
Meu en Bakker.
Ai- en overschryvingen en betaling poet
onvoorziene uitgaven.
De voorstellen hiertoe, alle eenvoudig van
administratieven aard, worden by aclamatio
goedgekeurd.
Voorstel B. en W. ruiling grond met den
heer J. H. Moojen.
De heer Moojen had een stukje grond als
bouwterrein verkocht, dat by onderzoek bloek
Gemeentegrond te zyn. Genoemde heer biedt
nu aan evenveel grond in de onmiddellijke na
bijheid met eerstbedoeldeu grond, grootte 10U
M», te ruilen. Kosten van overdracht geza-
menlyk. Dit verzoek wordt mei algemeene
stemmen ingewilligd.
By rondvraag verlangt niemand het woord,
waarna de openbare vergadering wordt ge-