KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen Rapport No. 2751. Woensdag 28 Jnni 1899. 37ste Jaargang. Bureau: Zuidstraat. Telefoonn0. 32. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 81. Atoonnomont p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagabl. 80 Ct. id. franco per post 75 id. fl.121/!. id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bupeami Spoorstraat en Zuiditraat. aau i t.ao, ia. i ü.vv.nureaui i apoorairasi en Z-Uiastraai. uroum ïeners woruen n Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRtJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn Ad.vertentlSn van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatarnimte berekend. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 2e kwartaal 1899, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Juli, zullende anders .daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/j Ct. beplakt te worden. -A'ia onze abo:>nc» in Amerika wordt beleefd ver/.oclit 't t e - scbiildigde abonneiueniKgeild te wiiif-u overmaken. DE UITGEVERS. llit het ttuileninnd. In het vorig nummer konden we medcdee- len, dat het den heer Waldeck-Rousseau dank zy de hulp, hem door den heer Bour geois, daartoe uit den Haag naar Parys over- gekomen, geboden, gelukt was, een nieuw Ministerie, in vooruitstrevende richting te vormen. De nieuwe President-Minister, ge boortig van Nantes, is een man van 52 jaren, die reeds tweemalen in 1881 en in 1888 met de portefeuille van Binnenlandsehe Zaken is belast geweest, de portefeuille, die hy ook 'nu, nevens het voorzitterschap van den Mi- nistoraad, weder heeft aanvaard. Vroeger lid der Kamer van Afgevaardigden, werd de heer Rousseau in 1894 door het departement du Loire naar den Senaat afgevaardigd. In deze moeilijke tijdsomstandigheden, nu het er op aankomt, bet arrest van het Hof Tan Cassatie te bandhaven en de zuak van het recht in het nienwe proces-Dreyfus voor iedere be lemmering te behoeden, is het van zeer veel belang, dat de Ministers van Oorlog en van Justitie, die thans zyn opgetreden, mannen zijn, die een richtigen gang van zaken waar borgen. Den generaal Gallifet acht men in staat en ten volle bereid, om de zaak, die maandenlang Frankrijk in beroering heeft ge- bruoht, met onverzwakte geestdrift tot een goed einde te brengen. Tegen de aanvallen der antisemieten en nationalisten acht men hem alleszins opgewassen. Deze partijen ver liezen door 't optreden van 't tegenwoordig Mi nisterie en van zulk een Minister van Oorlog de laatste hoop, om Dreyfus opnieuw te doen veroordeelen. En ook de mannen van het leger zullen met dezen chef wel moeten lee- reu, het arrest, door het Cassatie-Hof gewe zen, ten volle te eerbiedigen. De nieuwe Minister van Justitie, de heer Monis, is de zelfde Staatsman, die, als lid van het Senaat, zich krachtig verzette tegen het wetsvoorstel van het kabinet Dupury, om over de her ziening van het Dreyfus-proces niet slechts door do strafkamer, maar door het goheele Hof van Cassatie te doen beslissen. De heer Bourgeois, die, mot het oog op zjjne belang rijke werkzaamheid bij de Haagsche vredes conferentie, beslist weigerde een portefeuille in het kabinet te aanvuurden, smaakt even- >£el de zelfvoldoening, dat hy, tijdens zijn kortstondig bezoek aan Parys, het optreden van dit Ministerie heeft mogelijk gemaakt. Het heeft in groote mate opzien gebaard, dat in dit Kabinet is opgenomen de socialist Mille- rand. Aanleiding daartoe werd gegeven door de omstandigheid, dat het optredende bewind den steun dringend noodig heeft van allen, die het woelen der militaristen, nationalisten en antisemieten willen tegenstaan. DeFran- sche Republiek wordt op 't oogenblik feitelijk bedreigd door eene militaire samenzweering; zy verkeert werkelijk in gevaar. Een krachtig, eensgezind streven van alle Republikeinen kan haar nog redden. Het optreden van dit Bewind is de uiting van dat streven. Het optreden der Jong-Turken in ccnigo steden van Europa buiten Turkije, o.a. te '8 Gravenhage, dat in groote mate de aan dacht vestigt op het vreesclyk lot, dat den Armeniërs in den loop van eenige jaren door het Turksch bestuur getroffen heeft. De lijst der Turksche gruwelen is te omvangrijk, dan dat wy die hier in hl haar uitgebreidheid zouden kunnen opnemen. Toen eenige jaren geleden de vele en ontzettende berichten om trent die gruwelen verspreid werden, poogden een 3000 personen in een zeer gematigd ver zoekschrift aan de regcering des Sultans her vormingen te vragen. De betoogers werden, in plaats van gehoord, door do politie uiteen gedreven, onschuldige en wcerlooze personen werden mishandeld en gedood, en de gewon den, die gevangen genomen waren, werden in koelen bloede in de gevangenis afgemaakt. In Anatalie werden 8O0.000 inensclicn ge worgd, gehangen, verbrand, gevild of in stuk ken gehakt. En deze opgaven vormen nog slechts een deel der ontzettende gruweldaden. De schildering der ellende van de achterge bleven weduwen en weezen is niet minder treffend. De Jong-Turken, die zich in Europa bevinden en zich hior en daar tot Comitë's vereenigd hebben, wachten daar het uur de afrekening met het Turksch wanbe- Btuur af, en wyzen het publiek op het bestaan van een onmogelijken toestand. We leven in een tyd, waarin het verceui- giugsleven zich sterk ontwikkelt en crooteu invloed uitoefent op de maatschappelijk toe standen. VereenigiHgon tot allerlei doel zijn of worden gcBticht, en vinden in den regel leden en begunstigers. In Engeland is er dezer dagen een tot stand gekomen met een heel bjjzonder doel. De kennisneming van bare stichting zal wellicht by velen een medelijdend lachje verwekken, maar toch zal men moeten erkennen, dat in het streven der stichters ook wel iets nuttigs gelegen is. 't Is eene vereeniging, die het kussen wil bestrijden en afschaffen, op gronden, ont leend aan de gezondheidsleer en de moraal In ket alondc Hollandscke gezegde, dat een zoen maar stof en met het afvegen daarvan desnoods allo* afgeloopen is. wordt hlykbaar door deze Vereeniging niet gedeeld. De Vereeniging kant zich togen het kussen, om de zeer noodlottige gevolgen, die er uit kun- voortvloeien. De kns is eene handeling dus wordt verzekerd die den mensch blootstelt aan het overbrengen van bacteriën. De bacteriën, die al heel wat kwaads hebben aangericht, zijn dus ook oorzaak, dat een der onschuldigste bewyzen van vriendschap en liefde, een der hartelijkste betuigingen van toegenegenheid vergiftigd, en daardoor tot eene schadelyko gewoonte gemaakt wordt. Het reglement der Vereeniging onderscheidt drie soorten van kassen1. de kus uit ge woonte 2. de kus nit vriendschapen 3. de kus uit liefde. Do beide eerste soorten wil de "Vereeniging subiet ufschaffen de laatste zal door haar voorloopig nog eenigen tyd geduld worden. Doch op den voorgrond staat, dat het knssen uit een hygiënisch oog punt beslist dient afgekeurd te worden. Doch nu volgt een zaak, die, al denkt men aun de stichting van cn de toetreding tot zulk eene Vereeniging niet, zeer zeker belangstel ling zal wekken, nl. het kussen van kleine kinderen door onbekenden. Dit dient afge keurd en ten strengste tegengegaan te worden. Veelal zyn die onschuldige zoentjes, door allerlei menschen aan kinderen gegeven, in groote mate verderfelijk. Doch ook het voort durend kussen van meisjes eu vrouwen onder elkander dient bestreden te worden. Waar volwassen personen ecliter voor zichzelf kun nen zorgen, wil de Vereeniging krachtige maatregelen nemen, om het kussen van kin deren te bestryden. De kindermeisjes, gouver nantes of bakers, die in dienst zijn van leden der Vereeniging, moeten, duidelyk zichtbaar, een medaille dragen aan een lint, waarop de naam der Vereeniging: Anti-Kus-Vereeni ging" voorkomt. Dit zal een teeken zijn, dat de ouders dier kinderen nitdrukkelyk wen- sclien, dat hun kroost niet wordt gekust. Zonder den sclijjn van onbeleefdheid op zich te laden, kan dan de vrouw óf het meisje weigeren, de haar toevertrouwde kinderen te laten kussen door de „vriendinnen van me vrouw", of door andere op kleine kinderen verzotte mensclien, met eenvoudige verwijzing naar de medaille of het insigne, dat steeds moet worden gedragen. van de meerderheid der Raadscommissie in zake de Waterleiding. Aan den Raad der gemeente Helder. De commissie door U den 25 April j.1. benoemd tot voorbereiding van de overname der oude of de stichting eener geheel nieuwe installatie van waterleiding in de gemeente Helder, heeft de eer het volgende rapport aan uwe vergadering te brengen Do commissie vergaderde den 27e» April en koos tot Voorzitter den heerJ. Korver en werd als Secretaris geadsisteerd door den heer H. Uurbanus, Secretaris der gemeente. Als resultaat der eerste bijeenkomst wordt aangenomen een concept besluit dat aan den Raad ter goedkeuring zou worden aan geboden, waarin zou worden opgenomen: le. de termijn van opzegging der con cessie, 2e. de levering tot dien tijd van water door den concessionaris aan de gebruikers, 3e. een voorstel om de onderhandelingen met den concessionaris te openen. Dit ontwerp-besluit is door den Raad in huishoudelijke zitting besproken en in de openbare zitting aldus geformuleerd 1Om aan den concessionaris te berichten, dat de concessie niet zal worden opgezegd voor den len Juli 1900 eu dan minstens zes maanden te voren, mits de concessionaris zich verplicht tot dien tijd water aan de spectieve gebruikers te blijven leveren Inmiddels heeft de concessionaris een aanvang gemaakt om de abonnementen op de waterleiding op te zeggen, beginnende met hen wier contract van levering met de maand Juni zou aöoopen. Deze opzeggingen brachten een verklaar bare ongerustheid onder de belanghebbende ingezetenen te weeg, weshalve door Uwe commissie aan den concessionaris een schrij ven werd verzonden als volgt Aan de Directie der Duinwaterleiding-Maat schappij Helder en Nieuwediep. Mijne llceren De commissie door don Raad benoemd tot voorbereiding en exploitatie van da duinwaterleiding voor rekening der ge meente, wenscht van uwe directie te vernemen de conditiën en voorwaarden waarop de oadcrhandelingen over de eventuëele overname der bestaande lei ding knancn worden gevoerd. Uw gewanseht antwoord ten spoe digste wachtende, heeft zy de eer hoog achtend te zyn De Commissie voornoemd, Helder, S Mei 1899. Het antwoord van den waarnemenden Directeur lnidde: Aan de Commissie tot voorberei ding van de exploitatie van de Duinwaterleiding voor rekening der Gemeente. Helder, 6 Mei 1899. Naar aanleiding van uwe missive d. d. 3 Mei j. 1. hebben wy de eer U mede te deelen, dat op genoemd schry ven geen spoedig antwoord te geven ia, dat tot nu toe tot afstaan van onse eigen dommen nooit sprake geweest is en dat daarvoor niet gehandeld kan worden zonder machtiging van onze aandeel houders, de eigenaars onzer inrichtingen, gronden, enz., alhier. Dat het wel eenigen tyd zal duren vóór dat ons bekend kan zyn of die aandeelhouders hunne rechten, enz. zul len willen overdoen en zoo ja P eene vraag zullen doen of een aanbod af wachten. Met de meeste hoogachting hebben wy de oer te zyn De Directie der Duinwaterleiding- Maatschappij, (w.g.) D. Kemp, waarn. Directeur. Eveneens is door B. W. als college, uitvoering gevende aan het Raadsbesluit van den len Mei, mededeeling daarvan aan den concessionaris gedaan, waarop dato 15 Mei het volgende antwoord is gekomen Helder, den 15 Mei 1899. In antwoord op Uw geacht schry ven van 3 Mei j.1. no 91/549 moeten wij U melden, dat door Commissarissen mijner Maatschappij is besloten het voorstel ons .door den Raad uwer gemeente ge daan en door U ons in bovengenoemd schrijven medegedeeld niet aan aandeel houders onzer Maatschappij aan te bieden, overtuigd dat dit zoo uadeelig voorstel door hnnne vergadering niet kan en zal worden aungenomen. De Gemeenteraad heelt besloten over verlenging en vernieuwing der concessie met onze Maatschappij niet te onder handelen, waardoor dus feitelyk de tot wederopzegging verleende concessie is ingetrokken, en nu wordt door het laatste besluit aan de Maatschappij eene nieuwe concessie aangeboden, waardoor de Ge meenteraad na 1 Juli 1900 ten allen tjjde deze concessie kan intrekken mits 6 maanden te voren haar opzeggende, terwyl de Maatschappij daardoor ver plicht wordt water te leveren, zoolang de Gemeenteraad dit mocht goedvinden. Hierdoor geeft zy prijs haar recht voortvloeiende nit de conceBsie van 14 Nov. 1854, om ook dio leverantie te eindigen, wanneer haar dit noodig toeschynt. Het doet ons leed, dat wy onze abon- ne's cn waterverbruikers in ongelegen heid moeten brengen, maar zyn daartoe verplicht door den toestand, waarin wy buiten onze schuld zyn gebracht. Met verzekering van verschuldigde hoogachting, De Directie der Duinwaterleiding- Maatschappij, (get.) D. Kemp, waarnd. Directeur. Aau Burgemeester en Wethouders der Gemeente Helder. Beide antwoorden zijn öf ontwijkend öf onbeslist en in alle gevallen van dien aard, dat in deze zoo hoogst belangrijke zaak van nadere onderhandelingen werd afgezien. In de hierop volgende bijeenkomst werd dan ook besloten, onmiddellijk een aanvraag tot boring in de grafelijke duinen by den Minister van Oorlog in te dienen, welke aanvraag den 20en Mei in dezen vorm is verzonden Helder, den 20 Mei 1899. Wy hebben de ccr Uwe Excellentie beleefd te verzoeken ons wel te wil len vergunnen i t <!e duinen alhier, en wel op het percvel Sectio C'. No. 5518, groot 97 H.A., 60 A. en 84 c.A. en ten naam staande van het Departement van Oorlog, eenige boringen te mogen doen, ten einde te onderzoeken of al daar bruikbaar water is te vindon, ten dienste van een eventueel aan te leggen waterleiding voor deze gemeente. Deze boringen zullen geschieden met de bedoeling, om bij het vinden van goed water, een gedeelte van bedoeld terrein in erfpacht te verkrijgen. Hot zal ons aangenaam zyn, wan neer hierop door Uwe Excellentie gun stig zou kunnen beschikt worden. Burgemeester en Wethouders van Helder, (get.) Van Steijx, Burgemeester. Uchbands, Secretaris. Aan Z.E. deti Heer Minister van Oorlog te 's Gravenhage. Inmiddels was de Heer D. de Leeuw verzocht eene kostenberekening van borin gen en van bet scheikundig en bacteriolo gisch onderzoek voor uwe Commissie ge reed te maken, eu in verband daarmede eene credietaanvrage bjj den Raad in te dienen. De vrees, dat de concessionaris door zyne zoo ingrijpende abonnementsopzeg- giogen de gemeente zou kunnen bemoeie- lgkeu in de levering van bet zoo onont beerlijke water, deelde uwe Commissie iu het geheel niet en beeft haar ook niet weerhouden om naar aanleiding van het baar opgedragen mandaat, met den meest mogelykeu spoed in bet belang der ge meente werkzaam te zyn. Den 25en Mei, voor deu aanvang onzer commissie-vergadering, werden wy verrast door het hierby overgelegde schryven van Burgemeester en Wethouders, luidende Helder, den 25 Mei 1899. Wy hebben de eer U mede te dee len, dat wij eene conferentie hebben gehad met de Commissarissen der Duin waterleiding Maatschappij. Het resul taat daarvan is, dat zij by de aandeel houders en wy by don Raad een voor stel zullen ter tafel brengen, do strek king hebbende: dat de eigendommen der Maatschappij zullen getaxeerd worden door 3 des- kundigen, waarvan dén te benoemen door den Raad, éën door de Maat schappij en *1" derde door de beide aldus aangewezenen, of zoo zy het over de benoeming niet kunnen eens worden door den Kantonrechter te Helder, cn dat bedoelde eigendommen door de aldus vaat te stellen waarde aan de gemeente Helder zullen overgaan. Een cn ander met dien verstande, dat èn door den Raad èn door de Maatschappij op voormeld voorstel van den 25en Juni a.s. eene beslissing zal moeten zyn genomen. Tevens dcelon wy U mede, dat de Maatachappjj zich verbindt om met de waterlovering door te gaan, tot op het tydstip van eventueele overname, op dezelfde wijze als tot nu toe. Burgemeester en Wethouders der gemeente Helder, (w.g.) Van Steij», Burgemeester. Uübbanus, Secretaris. Aan de Commissie voor de Waterleiding te Helder. Deze zoo geheel onverwachte mededee ling werd door uwe Commissie met inge nomenheid begroet, omdat de inhoud er van in overeenstemming was met de oor spronkelijke bedoelingen der Commissie. Ofschoon de niededeelingen van B. en W. slechts een bloote kennisgeving aan de Commissie inhield, waarin op geen enkele wyze adries of medewerking van uwe Commissie gevraagd werd, is door de meer derheid der Commissie op deze kennis geving aan Burgemeester en Wethouders het volgende schrijven verzonden Helder, 25 Mei 1899. In antwoord op uwe missive van heden hebben wy de eer U mede te deelen, dat het ons aangenaam was, dat uw college is ingegaan op de oor spronkelijke gedachten der Commissie. Het komt ons evenwel weuschelijk voor, dat de wyze waarop de taxatie zal gescheiden nader zal worden ge- formuloord. Gaarne zouden wij daaromtrent met B. W. in overleg treden. De Commissie benoemd in zake de Waterleiding, (w.g.) Fkoweim. S. Krijnkn- C. Stammes. De ondergeteekende kan op deze beantwoording der kennisgeving van B. en W. by de Commissie ontvangen vooralsnog niet ingaau en behoudt zich ▼oor in deze de kennisgeving voornoemd, en de daaruit voortvloeiende gevolgen voor de gemeente nader te overwegen in verband met de acte van concessie aan do Maatschappij verleend en de rapporten der Commissie aan den Raad. (w.g.) J. Korver. Aan Burg. en Wethouders der gemeente Heider- De minderheid der Commissie kon deze vraag niet onderteekenen, maar behield zich nadere studie en vrijheid van handelen voor. Het thans door Burgemeester en Wet houders aan uwe vergadering gedane voor stel is het resultaat der daarop gevoerde onderhandelingen tusscheu B. en W. en uwe Commissie. Wy hebben daarby voor namelijk aangedrongen op eene deugdelijke omschrijving van de wjjze van taxatie, op waarborgen voor uitbreiding van het bui zennet en op eene regeling der risico na de taxatie. Eveneens werd door ons de wenschclykheid te kennen gegeven een onpartydig rechtskundig advies in te win nen, betreffende sommige onderdeelen. Het is ons aangenaam te constatceren, dat ten slotte overeenstemming is verkregen tusschen ons en het college van Burge meester en Wethouders, waarom wij uwe vergadering adviseeren, het voorstel van Burgemeester en Wethouders, dat in over eenstemming is met de oorspronkelijke be doeling der Commissie, aan te nemen. By aanname van dit voorstel acht de Commissie haar taak te hebben volbracht. Helder, den 19 Juni 1899. De Commissie voornoemd, (w.g.) Fbowkin. C. Stammes. S. KKU.nen. Th. Terra. NIEUWST IJ DINGEN. HELDER, 27 Juni 1899. De heer J. P. Meyneke alhier is met ingang van 1 Augustus a.s. benoemd tot ontvanger a. i. der directe belastingen en accijnzen te Ryp. Kerkvoogden der Hervormde Ge meente te Huisduinen, werden verrast met een schenking van H. M. de Koningin van f 100, ter ondersteuning van het fonds voor het bouwen van een pastorie. Door Burgemeester en Wethouders werd Vrjjdag ten Raadhuize openbaar aan besteed het plaatsen, schoonhouden en wegruimen van kachels, enz., in de ver schillende gemeente gebouwen over 1899 1900. Ingekomen 1 inschrijving, van den heer Jb. Kiljan, alhier, ad f104. Ziekenfonds „llelpt Klkaadet". L.l. Zaterdagavond hield het Ziekenfonds «Helpt Elkander* in «Tivoli* een vergadering, die volgens de presentielijst door 72 leden en 1 donateur bezocht werd. De Voorzitter, de hoer D. van der Plas, opendo met een woord van welkom de bijeenkomst, sprak verder zyn leedwezen er over uit, dat deze jaarvergadering door niet meerderen was be zocht en deelde mede, dat de kas door de vele en langdurige ziekten in dit jaar belang rijk achteruit was gegaan, maar toch nog geen zorg behoefde te baron en de zieken gelden geregeld uitbetaald konden worden. Daarna las de Secretaris, de heer L. Rogge veen, achtereenvolgens de notulen der vorige byeenkomst en het jaarverslag, loopende van 11 Jnni 1898 tot 10 Juni 1899. Aan dit ver slag ontleenen we het volgendeHet aantal ledcu bedroeg bij den aanvang van het jaar 147, dat door toetreding van nieuwe leden met 13 vermeerderde en door sterfte, bedan king en roieering met een evengroot getal verminderde, zoodat het aantal op 10 Juni 1899 eveneens 147 was. De vereeniging telde by het begin van het rereenigingsjaar 74 donateurs en 2 donatrices en op het einde 80 donateurs en 2 donatrices. Tweemaal kwam een sterfgeval voor, waarby do gewone uitkcering plaats had en de leden de over ledenen grafwaarts brachten. In Juni 1898 bevatte de kas de som van f 974,05 en in Juni 1899 van 784,92' zoodat er oen nadeelig saldo is van f 189,12». Aan ziekengeld werd f 945 uitgekeerd en de reservekas borat nu nog f 14.38. Aan de alhier gevierde Kro ningsfeesten nam de vereeniging in zooverre deel, dat zij zich by den avondoptocht door 30 leden met de banier liet vertegenwoordi gen. Bij de laatstgehouden verkiezing werd de President herkozen cn de heeren C. J. Reyers, J. de Graaf en P. Quast als com missarissen gekozen. Door het bedanken van J. de Graaf werd J. J. Hoekscl in diens plaats benoemd. Het ziekengeld, dat in 'tafgeloopen jaar uit betaald werd, heeft meer bedragen dan in 't vorige en de meerdere ontvangsten van donateurs kon niet verhinderen, dal de stand der kas achteruitging. Het verslag ein digde met een opwekking aan de leden, om de vele werklieden, die nog buiten de ver eeniging staan, tot toetreding aan te sporen, opdat zy zoodoende medewerken elkander te helpen. Vervolgens deed de Penningmeester, de heer H. Kerkhof, verslag omtrent de finan ciën. De overgelegde rekening liep over 27 weken, van 10 December 1898 tot 10 Juni 1899 en hieruit bleek, dat de ontvangsten gedurende dit tydvak hadden bedragen f 495,14 en de uitgaven f 574,45, zoodal er een nadeelig saldo was van f 79,31. Aan 27 personen werd 472 ziekengeld uitgo- De op 10 December 1.1. in kas zynde gelden (f864,13') werden met het nadeelig saldo verminderd, zoodat op 10 Juni deze bedroegen f 784,82', welke gelden rentege ven d zijn belegd. De reservekas, die by begin vun 't halfjaar f 4.88 groot was, be droeg op het einde f 14,38. De commissie, belast met het nazien der rekening en ver antwoording, bestaande uit de heeren N. Klok en M. Brizée verklaarde de boeken in boste orde bevonden te hebben. Een woord van dank aan den Penningmeester gebracht voor het stipte beheer der finan ciën werd met luid applaus bogoet. Nadat de Voorzitter nog medegedeeld had, dat met 1 September a. s. aan de beurt van aftreding zyn de Vioe-Voorz. P. Goudswaard en de Commissarissen C. Abbones, A. Smit en J. J. Hoeksel en men nog eenige zaken van huishondeljjken aard had besproken, zooals: de roiëering van een lid en de uil- keering van ziekengeld aan een ander lid, wordt de vergadering gesloton. Aan den hoofdingenieur der marine J. W. Calten, hoofd van het vak van scheepsbouw by 's Rijks werf te Helle- voetsluis, is op zijn verzoek, eervol ontslag uit 's Ryks dienst verleend. Tweede Kamer. Eer de Kamer in de vorige week uit eenging, nam zy het besluit, om vóórdat deze zitting tegen den derden Dinsdag in September gesloten wordt op 5 Septem ber a.s. terugtekeeren, en dan te behan delen de aanhaugige Ongevallenwet" en gelegenheid te geven aan den heer Pjtteraen, om de Regeering te interpelleeren, ter zake van de moeilijkheden, die den hier te land© tijdelyk verblyfhoudenden Jong-Turken door de politie worden in den weg gelegd, waar die Turken o. a. opkomen tegen de verkorting der rechten van de verdrukte Armeniërs in 't gebied van den Sultan, wiens gedelegeerden deelnemen aan de vredes-con- ferentie in den Haag. Omtrent de bepalingen, betreffende den viachafslag te LJmuiden, die op 1 Juli e.k. in werking zullen treden, stelde de Minister van Waterstaat, Handel en Nyverheid, deu heer Malefyt, die hem daaromtrent inter pelleerde, volkomen gerust. De Minister erkende gaarne, dat het Reglement te dier zake er op het oog heel bar uitziet, doch dat het inderdaad niet zoo bar is, en dat het in ieder geval in zeer milden geest zal worden toegepast. Ook is in een der artikolen de toelating van allerlei afwijkingen open gehouden. De wyzigingen, door de practjjk noodig bevonden, kunnen nu met spoed worden aangebracht, zonder dat nieuwe be palingen behoeven in 't leven te worden ge roepen. De heer Malefyt toonde zich tevre den over de toezeggingen en ophelderingen des Ministers. Vredesconferentie I Na een diep ingaande discussie stelde de eerste commissie met 20 stemmen tegen 2 en 1 onthouding den tekst vast betref fend© het verbod van ontplofbare kogels, wier inhoud zich verspreidt (balie sexplosi- bles dilatables ou expansives), door de sub commissie aangaande dit punt ontworpen. De commissie heeft eenstemmig aange nomen het verbod, voor den tyd van vjjf jaren, projectielen te werpen uit luchtbal lons of langs daarmee gelgk te stellen weg. Met algemeene stemmen op een na, to- teerde zy het verbod, projectielen te gebrui ken, tot eenig doel hebbende verstikkende of schadeljjke gassen te verspreiden. Tragiseii. In de Meye, gem. Bodegraven, is de WelEerw. heer J. J. de Groot, sedert 1871 pastoor aldaar, plotseling gestorven, onder dnidelyke teekenen van vergiftiging. Als oorzaak hiervan vermoedt men het gebrui ken van spijs, die in een koperen pan hud gestaan. Ook by de dienstboden van den pastoor, die hetzelfde voedsel hadden ge nuttigd, deden zich verschijnselen van ver giftiging voor. Men meldt uit Haarlem: Donderdagavond is aan de werkplaats van het oude station der Hollandsche IJzeren Spoor een vreeseljjk ongeluk ge beurd. Er was een machine warm geloo- pen, en drie werklui: Th. Groot, M. C. v. d. Burg en C. E. Meyer zouden die weder klaar maken, eu lagen daarom er onder, Groot met de beenen over de rails, de beide anderen er tnsschen. Nuachijnen de stootblokken van den tender zich te hebben gegeven, want hoewel die waren aangezet, evenals de rem, kwam machine en tender m beweging toen de machinist, om de koppelpen te verwijderen, eenige stoom toeliet. Het gevolg was, dat de Groot de beide beenen werden afgereden, dat Van de Burg de borstkas werd ingedrukt en ook de ruggegraat werd gekneusd, terwyl Meyer, die zich aan de as gegrepen had, er met lichte verwondingen afkwam. Het linkerbeen van Groot werd op do plaats zelf geamputeerd en begraven. Hy is per brancard naar het gasthuis gebracht. Van de Burg moest daarheen gedragen worden. Halenochtend leefden beiden nog. Meyer deed gewoon zyn dienst. De justitie heeft een onderzoek ingesteld. Omtrent de gekwetste werklieden van het Holl. Spoor te Haarlem wordt nader medegedeeld, dat Van der Borg vrywel is, doch het leven van Groot niet zonder ge vaar. Veor de haven van Brest zyn twee visscherspinken omgeslagen. Twaalf op varenden zyn verdronken. Gemeenteraad van Texel. Vergadering van 23 Juni 1899. Voorzitter de heer H. W. de Jonchecrc, Burgemeester. Tegenwoordig 9 ledenafwezig de heer Zjjrn met kennisgeving; ëéno vacature. Na opening der vergadering wordt de heer Bakker, die langen tyd wegens ziekte afwezig was, door den Voorzitter hartelijk welkom geheeten, waarby de wensch werd uitgesproken, dat de heer B. wederom zyne krachten zal kunnen wjjden aan de zynea en aau de al gemeene belangen. De heer Bakker, gevoelig zynde voor dit blijk van belangstelling, dankte den Voorzitter voor zyne hartelijke woorden. De notulen werden gelezen en onveranderd goedgekeurd. De Voorzitter deelt verder mede, dat zyn ingekomen a. Schryven van den heer J. P. Noordyk, kennis gevende, dat by zyne benoeming als regent van het Weeshuis aanneemt; b. Idem van heeren Regenten van het Woeshuis, dat tot Voorzitter van hun college is benoemd de heer A. C. Keyecr. c. Missive van den betrokken Minister, goedkeuring benoeming telephoaisten te Koog d. Schryven van Ged. Staten, mededeelondo de bezwaren tegen de voorgestelde schoolgeld heffing. e. Kasvcrificatie bij den Gemeente-Ontvan ger in kas was f361,53; allee netjes in orde. f. Idem by den boekhouder-penningmeester der havendirectie; kassa f171,401/*- Aas voren. Een eu ander wordt voor konnisgoving aangenomen. Medegedeeld wordt verder, dat, zoo even tueele stemming en herstemming voor leden van den Raad moeten plaats hebben, deze zullen geschieden op 8 en 22 Juli dat B. en W. eene nieuwo nummering der huizen zullen doen plaats hebben, noodig met het oog op de volkstelling. Goedkeuring rekening Bank van Leening, dienstjaar 1898. Op voorstel van de Commissie wordt do rekening, die met een nadeelig saldo van f34.02 sluit, goedgekeurd: Aanbieding rekening Algom. Armbestuur, dienstjaar 1898. De rekening wordt gesteld in handen eener commissie, waartoe benoemd worden de hoeren Meu en Bakker. Ai- en overschryvingen en betaling poet onvoorziene uitgaven. De voorstellen hiertoe, alle eenvoudig van administratieven aard, worden by aclamatio goedgekeurd. Voorstel B. en W. ruiling grond met den heer J. H. Moojen. De heer Moojen had een stukje grond als bouwterrein verkocht, dat by onderzoek bloek Gemeentegrond te zyn. Genoemde heer biedt nu aan evenveel grond in de onmiddellijke na bijheid met eerstbedoeldeu grond, grootte 10U M», te ruilen. Kosten van overdracht geza- menlyk. Dit verzoek wordt mei algemeene stemmen ingewilligd. By rondvraag verlangt niemand het woord, waarna de openbare vergadering wordt ge-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1