Om Ladysmith. LONDEN, 3 Nov. Generaal Joobert schreef een brief aan generaal Wbtiel om te protesteeren tegen het gebruik van lyd- dite (een zeer hevig springmiddel) als on- menscheljjk. De Afrikaander generaal Koek, die bjj Elandslaagte ernstig gewond werd, is Maan dagnacht te Ladysmith in het hospitaal overleden. De Boeren erkennen 73 dooden en 200 gewonden verloren te hebben in den slag bjj Rietfonteinbovendien werden aau hunne zjjde eenige honderden paarden gedood. PARIJS, 3 Nov. De gemeenteraad heeft de volgende motie aangenomen »De gemeenteraad, van oordeel dat de oorlog, de zedelijke en stoffelijke belangen der menschheid schaadt, spreekt zyn sym pathie uit voor de Boeren die voor hun onafhankelijkheid strijden, betreurt het dat de mogendheden niet tusschenbeiden zijn getreden om de botsing te voorkomen en Bpreekt den wensch uit, dat de vrede spoedig zal worden gesloten, want deze is de levensvoorwaarde voor de broederschap, den vooruitgang en de vrjjheid der vol keren. PARIJS, 3 Nov. Een telegram uit Li- verpool aan de >Temps" van hedenmid dag meldt dat heden onder groote geest drift nieuwe troepentransporten naarZuid- Afrika zyn vertrokken. LONDEN, 3 Nov. In verband met de koninklyke proclamatie van 26 Oct. zyn heden 35 bataljons van de schuttery op geroepen voor den dienst tegen 20 No vember. PARIJS, 3 Nov. De Londensche cor respondent van de »Temps" seint van he denmiddag 4 uur: Het departement van oorlog en de dag bladen erkennen, dat er nieuwe gevechten hebben plaats gehad om Ladysmith, maar de gegeven bijzonderheden zyn uiterst schaursch en doen vermoeden dat de toe stand vau de Britsche troepen zorgwek kend maar niet hopeloos is. Het sckynt dat de troepen van gene raal Yule geen dienst hebben kunnen doen by de gevechten voor Ladysmith; deze gedemoraliseerde colonne werd gebruikt voor de bewaking aan het kamp. Aan het departement van oorlog wordt officieel verklaard dat Sir Redvers Bulier Kaapstad nog niet heeft verlatenhjj moet het oorspronkelijk veldtochtplan in ver band met den uitslag van White's pogin gen voor Ladysmith herzien en misschien geheel wjjzigen. Men zegt dat generaal White bevel heeft gekregen om terug te trekken op Port Natal om de te verwachte verster kingen op te nemen. De »Suint Jamea's Gazette" verneemt, dat het departement van oorlog gisteren berichten heeft ontvangen over een nieuwe beschieting van Ladysmith, waarvan de uitslag niet bekend is. Volgens de »Westuiinster Gaz." heeft het dep van oorlog van den gouverneur van Natal officieel bericht ontvangen, dat Ladysmith sinds Donderdagmiddag half drie volkomen geïsoleerd is. Het departe ment laat verklaren dat het dit bericht niet beschouwt als het bewjjs van de vol komen insluiting van Ladysmith en van het nemen van Colenso. De Londensche correspondent van de a'femps" seint: >De »Pall Mali Gazette" zegt in een vertraagd telegram uit Kimberley van 25 Oct. dat de Btad ingesloten is, maar on gemoeid. De insluiting van Mafeking is nog zekerder. De strijd om Ladysmith. Beschrijving van het gevecht op Maandag 30 October, waarbij de twee bataljons der Engelschen werden gevangen genomen. Het groote gevecht van Maandag, door generaal White den Boeren geleverd, was, zooals wy reeds vermoedden en schreven, geen verkenning maar een aanval der Britsche troepen op de stelling der Boeren met het doel deze terug te drijven en hun goedgekozen positie te bezetten. Nu de beweging van de Britsche troepen vol komen is mislukt en generaal White een groot aantal manschappen heelt gekost, mag men voorzeker daarvan spreken als van een overwinning der Boeren De En gelschen spraken met heel wat minder recht over de overwinning bij Glencoe! Van dit gevecht, welks uitslag generaal White noopt zich tot een zuiver verdedi- fende houding te bepalen, geeft slechts e bekwame oorlogscorrespondent van de Daily Telegraph" de heer Bennet Bur- leigh, een uitvoerige bescbryving. Zyn vernaul van den slag, hier en daar aan gevuld met een paar bijzonderheden, door Central News" geseind, laten wy hier volgen De veldslag van heden (Maandag) was een mislukte actie, daar het doel, het te rugdrijven van de Boeren, niet werd be reikt. Het slagveld was een prachtig plateau, afgebroken door kopjes en omringd door heuvels, waarvan Lombards Kop en Bul- wanaheuvel de voornaamste waren. De Britsche patrouilles hadden de stel ling van den vijand Zaterdag verkend. Zij hadden het commando van generaal Lucas Meyer, 70GÖ man sterk met twee batte ryen, gevonden voor Lombards kop en Bulwanu-heuvel. Het centrale laager der Boeren, bevattende de hoofdmacht van feneraal Joubert had zich opgesteld achter e ruwe heuvels ten zuiden van Matavana's hoek en duarbjj sloot zich naar het wes ten een Vrijstaatsch commando aan. De geheele macht der Boeren was 20,000 tuan sterk. Generaal French zou Zaterdag met een afdeeling van 4000 man een der Boeren- stellingen bestormen, doch werd terugge roepen, toen do overmacht der Boeren en de sterkte hunner stellingen bekend wer den. Gedurende den dag rukte de vjjand voorwaarts, totdat zyn positie de stad om sloot van Bester's tot Bulwaua-heuvel in een kring van meer dan tien mylen. Maandagmorgen voor het aanbreken van den dag rukten de drie Engelsche colon nes uit en bezetten enkele punten die haar eenig terreinvoordeel opleverden. Majoor Adye werd met een bergbattery van zeven-ponders, een deel der Royaï Irish fusiliers en het Gloucester-regiment uitgezonden om de heuvels ten noorden van het oude kamp te bezetten, daar de terugtochtslinie van de Vrijstatere te be dreigen en tevens Ladysmith te vrijwaren voor een aanval van de westzijde. Generaal Sir Archibald Hunter werd met twee batterijen artillerie, de Liverpool- en Leicester-regimenten en twee bataljons van de Rifles langs Lombards's kop en Bulwa- na-heuvel gezonden om generaal Meyer aan te vallen. Ongelukkig verloren een bat terij en de Liverpools hun richting bij het voortrukken en konden deze eerst laat aan den strjjd deelnemen. De rest van generaal White's troepen, zeven bataljons met zes veldbatteryen, werd uitgezonden togen het centrum langs den weg naar Newcastle. Bij deze colonne be vond zich de bevelhebber zelf. Zij hield, toen het nog duister was, halt achter een laag kopje, rechts van den weg op twee en een halve mijl ten Noorden van Lady smith, terwijl de rechtervleugel naar voren zwenkte, meenende aldus den linkervleugel den Boeren om te trekken. Het was generaal White's plan met zijn centrum voorwaarts te dringen, terwijl de colonnes van majoor Adye en generaal Hunter de commando's tegenover hen in bedwang zouden houden. Om tien minuten over vijven openden de Boeren den stryd met hun veertigpon dera die vier mijlen te oosten van den spoorweg naar Newcastle op een heuvel rug waren opgesteld. Zij beschoten de stad, doch richtten weinig schade aan. Weldra waren de drie Britsche colonnes in een hevig gevecht gewikkeld. De rechtervleugel en het centrum behaalden enkele voor- deelen, maar de beide vleugelcolonnes wer den weldra door een overmachtigen vyand krachtig aangevallen. Majoor Adye stiet op een sterke afdeeling Vrijstaters. Hier ontspon zich een wan hopige strijd. Het kopje waarop hg stel ling had genomen, werd weldra van alle kanten aangevallen. Zyn muilezels met ammunitie sloegen op hol en de kaffer- dryvers gingen de dieren achterna. Het centrum was van 5 u. 20 tot half zeven gewikkeld in een belangwekkend artillerie-gevecht met de Boeren. Het ge donder van het zware' geschut overstemde alle andere geluiden. Bij het voorwaarts- rukken werden de »Gordon Highlandera" met het gevreesde geweervuur der Boeren ontvangen. Zij moesten terugtrekken bui ten het bereik der geweren, terwijl tevens de Boeren-artillerie hou met granaten be- schoot Op dit oogenblik trok een Maxim- kanon dat aan den hoek van een kopje was opgesteld, om de Boeren als ze weken verder te bestoken, de aandacht vau den vijand. Het kanon werd onder vuur ge nomen en ondanks de dappere pogingen der Highlandera oui het stuk buiten het bereik van een vuur te brengen, dat het niet kon beantwoorden, werd het gedemon teerd. De muilezels bij het stuk behoorende, werden gedood of gewond. Twee Britsche veldbatteryen kregen de opdracht een vijandelijke battenj, die groote schade aanrichtte, tot zwijgen te brengen. Zy namen nieuwe stellingen in en dreven spoedig de Boeren met hun kanonnen terug van den heuvel, waarop zy waren geplaatst. Tal van Boeren-kanonnen die aan het vuren niet deelnamen, werden zwaar beschoten en zyn waarschynlyk verbrijzeld. Omstreeks zeven unr rukte de rechter vleugel der Engelsche troepen voorwaarts om den vyandelijken linkervleugel om te trekken. Door kreupelhout kropen de sol daten vooruit en bezetten een paar hoogten ten oosten van den spoorweg. Langzamer hand drongen de Engelschen door tot de Noordelijka uitloopera vau de Intiutanyone- heuvels. Urenlang stonden de Boeren aanvoerders op de heuvels, hun mannen aanwijzingeu en bevelen gevende. Ten einde de kracht van den Britschen aanval op dit punt te verzwakken, stroomden bereden Boeren met kleine veldkanonnen uit de laagera naar majoor Adye's colonne en vielen deze aan, om aldus hun centrum meer lucht te geven. Tot tien uur in den morgen duurde het artillerie-gevecht on verminderd voort. Tot zoover loopt het verhaal van den heer Bennett Burleigh en dat van den 'Central News"-correspondent gaat niet eenmaal zoover. Het vervolg op de be schrijving van den slag was Vrijdagmorgen bij het ter perse gaan van de 'Telegraph* nog niet ontvangen De gevangen linkervleugel. Er is tot dusver nog geen enkele verklaring ontvangen van de ramp, die majoor Adye's colonne op den linkervleugel heeft getroffen. De correspondent van de Londensche »Star" geeft een paar bijzonderheden die hun be lang voornamelijk ontleenen aan de afwe zigheid van andere inlichtingen. De correspondent heeft het terrein van de ramp bezocht. Het was door de Boeren bezet en hy kreeg van hen een vrijgeleide over het veld. Het gevecht had plaats op den top van een hoogen heuvel, die door de Britsche infanterie was versterkt. De muilezel-battery was reeds voor den strijd op de vlucht gegaan. Terwijl de Boeren de Engelschen bezighielden aan de steile voorzijde van den heuvel, waar deze zich hadden verschanst, kroop een vijandelyke afdeeling een zachtere helling op en sloot zoodoende de Engelsche colonne geheel in. Majoor Adye gul' zich om twee uur des middags over, nadat hy zeven uur lang wanhopig had gestreden. De correspondent telde 20 Britsche dooden op den top van den heuvel, een honderdtal gekwetsten waren ter verpleging opgenomen en 870 gevangenen zyn naar Pretoria gezonden. Ljjst van Engelsche officieren, die 30 Oct. door de Boeren zyn gevangen ge nomen Van den staf: majoor Adye. Van de >Royul Irish Fuseliers" luit.- kol. F. R. C. Carleton, majoors F. H. Munn en C. S. Kincaid, kapiteins Burrowes, Ri- ce en Silver, le luitenants A. E. 8. Heard, C. E. Southey, W. G. B. Phibbs, A. H. C. MacGregor, H. B. Holmes, A. L. J. M. Kelly, W. D. Dooner, 2e luitenants R. J. Kentish, C. E. Kinahan. R. W R. Jeudwine, kapelaan Father Matthews. Gloucester regimentmajoors S. Hum- pheiy, H. Capel Cure en W. R. P. Walace kapiteins S. Duncan en R. Conner; luite nants A. Bryaut, F. C. Nisbet, J. O. D. Ingram, R. R. M. Davy, C. S. Knox, W. A. M. Temple, A. H. Radice, F. A. Breul, W. L. B. Hill, P. H. Shorttweede-lui tenants H H. Sinith, W. S. Mackenzie, R. L. Beaaley en R. J. Gray. Royal artillerie, 10e bergbattery. Majoor G. E. Bryantluitenants: Wheeler, G. R. H. Nugent, W. H. Moore en Webb. Dagblad-correspondentJ. Hyde. Van deze officieren zijn gewond kapitein Rice, kapitein Silver, luitenant W. D. Dooner, (van de Irish Fuseliers)kapiteins S. Duncan en R. Corner, van het 'Glou cester Regiment". In ons No. van gisteren staat dat het door de Boeren genomen plaatsje Pomeroy in Zululand ligt. Dit is onjuist. Pome roy ligt niet Zululand, maar even ten Zuiden van Helpmakaar, in Natal. Duidelijk blykt, dat ook dit Boeren-commando be stemd is om aan de insluiting en, zoo het gelukken mag, de verovering van Lady smith deel te nemen. Door Zululand heen is het derhalve derwaarts getrokken. De oorlogsberichtgever van 'Daily News"' brengt hulde aau de dapperheid der Trans- vaulsche artilleristen voor Ladysmith. 'Door een verrekijker sloeg ik eenigen tyd een batterij der Boeren gade, welke zeer goed was geplaatst, op den top van een heuvel. Onze artilleristen hadden die batterij binnen hun bereik en schoten er de eene bom na de andere heen, waardoor de Boeren, die de stukken bedienden, wer den weggemaaid. Maar de vijand bleef vuren tot het laatst toe. Nieuwe man schappen kwamen hunne doode of gewon de makkers vervangen. »Zoo stonden daar een half dozijn Boe ren op den heuveltop en zagen bedaard onze batterijen aan den gang. En zij bleven staan, terwyl de bommen rondom hen vlogen." Het gehalte der Britsche troepen. Een gewichtige factor, waarvan veel af hangt by dezen krijg en zijn vermoedelyken afloop, is het gehalte der Britsche troepen, die nu op weg zijn naar Zuid-Afrika ot zich gereedmaken derwaarts te trekken. Zelfs een overmacht zou wel eens nutteloos kunnen blyken, tegenover den wanhopigen moed van mannen, die hun haardsteden verdedigen tegen de huurlingen van een overweldiger, wanneer zy meerendecls mocht bestaan uit lieden, die lichamelijk noch geestelyk toegerust zyn voor een veldtocht als deze. Engeland heeft zyn keurvendels nu in Zuid-Afrika, maar het aantal dezer geharde en geoefende troepen is beperkt. De sol daten, die Sir Redvers Bulier op zyn zege tocht naar Bloemfontein, Johannesburg en Pretoria moeten vergezellen, zyn van een geheel ander kaliber dan de manschappen van Glencoe en Ladysmith. En wat zy zullen presteeren moet nog blyken. De indruk, die de berichten en meer nog de vermoedens omtrent het lot van Ladysmith in Engeland maken, is die van groote neerslachtigheid. »John Buil* be gint critisch te worden, zegt de 'Westm. Gazette". Het regent verwijten tegen de Regeering, die den oorlog onvermijdelijk achtte en toch niet zorgde, dat er een voldoende troepenmacht in Zuid-Afrika bjjeeu was, om den eersten aanval der Boeren te kunnen weerstaan. Chamberlain, die volgens de Westm. Gazette" 'blufte, voor hy zijn kaarten in de hand had«, wordt heltig aangevallen. Lord Rosebury zeide in een redevoering te Edinburg'Enge land moet er op rekenen, dat het in dezen oorlog nog meer bataljons zal verliezen dat de strijd, die is aangebonden, zooveel officieren en zooveel millioenen zal kosten, als niemand zich op dit oogenblik kan vooratellen. Maar het staat vast, dat Engeland thans niet meer terug kan, dat bet moet doorzetten, wat het zich heeft voorgenomen. Later zal de tyd komen om de verantwoordelijkheden vast te stellen, thans moet echter de geheele natie zich vol vertrouwen aansluiten bjj hen, die met -de leiding der zaken belast zyn." De 'Westm. Gazette* acht dezen raad heel mooi, maar vindt het toch verkeerd, thans aan de critiek het zwjjgen op te leggen. (Hbl.) De leiders der Regeeringspartjj in Enge land pogen, nu de opwinding van de eerste dagen plaats maakt voor neerslachtigheid en critiek op het Regeeringsbeleid, de stem ming der bevolking wat op te heffen door hunne bemoedigende toespraken. Lord Selborne, de onder-nrinister van koloniën, trachtte te Dunfries uiteen te zetten, dat niet Engeland den oorlog ge zocht heeft, maar Transvaal. De Regee ring te Pretoria heeft al sinds jaren haar best gedaan, beweerde deze ambtgenoot van Chamberlain, om de suprematie van Engeland in Zuid-Afrika te vernietigen. De oorlog was daarom onvermjjdeljjk, en wan neer hy nu niet uitgebroken was, zou hy zeker later gekomen zyn, wellicht op een oogenblik, dat Engeland door andere ver wikkelingen veel minder in staat zou wezen het gevaar onder de oogen te zien. De miuister voor Indië, Ilamilton, sprak te Ealing de verwachting uit, dat de toe stand in Zuid-Afrika weldra keeren zou wanneer Sir Redvers Buller met zyn troe pen maar eerst in het veld waren. En dan zou Engeland spoedig in de gelegenheid zyn, vredesvoorwaarden voor te schryven, die Europa omtrent de ware bedoelingen van Engeland zouden inlichten. (Hbl.) >Het Nieuws van den Dag" schryfl naar aanleiding van «le belangstelling van het publiek in den oorlog in Zuid-Afrika, het volgende stukje, waarmede wij van ganscher harte instemmen. Ook aan onze Bureaux deden wij de zelfde ondervinding op. Verwonderde, verbaasde, wantrouwende, verongelijkte, ja haast zwarte" gezich ten vandaag. »Geen telegrammen? Geen nieuws De ochtendbladen hadden óok al niets!" Men ziet ons aan met een verwijt in den blik, of wij iets achterhouden. Agenten telegrafeeren'Niets Ladysmith? Abonnés worden ongeduldig!" Straks ko men de bedankjes." Men komt ons op het bureau geheiin- ziunig fluisterend verzekeren, dat die en die firma 'bericht uit Londen" heeft, dat Ladysmith 'gevallen" is. Of wij niets hebben En zoo gaat het den geheelen dag door. Nu, wij hebben het liever zoo dan andere. Het toont vuur en belangstelling. Maar, lieve menschen, gij kunt niet eiken dag tweeduizend gevangen Engel schen aan uw eerste ontbyt krijgen. Denkt ook eens aan onze geachte medewerkers daarginds in Natal, die er zoo goed voor zorgen, dat wy kloeke daden van hen be schrijven kunnen en gij die lezen. Zelfs dat veroorzaakt bij u en bij ons eene zekere mate van spanning, bij den een meer, bij den ander minder. Wij hebben menschen hooren zeggen, dat zy er niet van slapen kunnen. Welnu, hoe zal het dan wel met die dappere strydera daar zijn? Zij kunnen toch maar niet aldoor 'over winnen", opdat wy er van zingen kun nen! Terwyl wij slapen, waken zij in het open veld, steeds in spanning op een mo gelijk naderenden vijand. Zij hebben doo den te helpen begraven, gekwetsten weg te brengen en te verplegen, stellen onder de hand steeds meer zwaar geschut op veertigponders versjouwen is geen fietsen! en hebben zoo het een en ander meer te doen, dat tyd en inspanning kost, en dat eigenlijk ook een behoorlijke rust zou vereischen die ze zich waarlijk niet in overmaat gunnen. VechtwIJze der Boeren. Een officier schrijft »Wij, militairen staan bepaald versteld, hoe het toch mogelijk is dat ongeregelde troepen zulke schitterende overwinuingen kunnen behalen op het Britsche leger. 'Zoude het niet hoog tijd worden dat onze minister van oorlog eenige bekwame troepenofficieren, liefst van het hoofd wapen, naar het oorlogstooneel zond, met opdrucht om eens nader bekend te worden met de vechtwijze van de Boeren. Iemand uit Hamburg schreef gisteren een brief naar Rotterdam, waarin o.a voor kwam Hoe hier de opinie is ten opzichte van Transvaal is gisteren gebleken, toen er ronzelaars hier geweest zijn om voor 300 mark per maand lui voor Engeland te werven. Deze hebben zoo op hun gezicht gehad, dat de politie ze heeft moeten in rekenen, bang voor erger". Aardig is wat uit Parijs wordt ge- geschreven aan het »Alg. Hbïd." Op de Tentoonstelling blijken de Trans valere óók de Engelschen de baas. Juist tegenover elkaar staan de gebou wen voor de Transvaal en voor de Engel sche koloniën. Aan beide wordt hard ge werkt, doch het onze (het is een Transvaler die schrijft) is het verst gevorderd. Dezer dagen kwam het onder dak en om hier van, zooals gewoonte is, bljjk te geven, wapperde hoog in de lucht een kleine Transvaalsche vlag. Een doorn in 't oog der Engelsche overburen, Toen Zaterdag de werkzaamheden weder aanvingen, bleek een groote Union Jack" boven op ons gebouw geplaatst. Een boom, die naast het gebouw staat, bleek toegang te hebben gegeven tot het dak. Wat te doen? Dadelijk werd een mooie, groote Trans vaalsche vlag gehaald en op het dak be vestigd. Zonder zich te kunnen verzetten, moesten onze overburen het aanzien, fiat hun vlag werd buitgemaakt en door een der aanwezige Transvalera, die vol trots het nu breed uitwapperend groen-rood- wit-blauw begroetten, in den zak werd gestoken met den wensch, dat het niet de laatste 'Union Jack" mocht zyn, die in hun handen viel. De verrassingen van de telegraaf. Caran d'Ache heeft in de 'Figaro" een parodie gegeven op de Engelsche cencuur, die allergeestiga is. De eerste afbeelding toont een veldtelegraaf, waar een Eugelsch officier in deerljjk gehavende uniform het bericht van een nederlaag ter overaeining geeft. De volgende teekeningen verbeelden telegraafkantoren, waar men van de ge zichten der seinende ambtenaren den steeds minder wordenden indruk van het bericht kon aflezen. De laatste afbeelding geeft een blik in de seinkamer van het departe ment van oorlog te Londen, vanwaar het telegram, aangeboden onder het motto Alas (Helaas wordt verspreid onder het motto »Hip! Hip! Uourra!*. Dynamiet-verscheping. Wy zyn gemachtigd tot de mededeeling dat het stoomschip >Anglia", van de Ne- deriandsche Stoomboot-Maatschappij het dynamiet, waarvan dezer dagen herhaal- lijk sprake is geweest, niet zal vervoeren. Ofschoon dergeljjke dynamiet-verechepin- gen van Rotterdam naar Londen geregeld voorkomen, wenscht de Maatschappij, zoo lang de oorlog tusschen Engeland en de Zuid-Afrikaansche republieken duurt, zich daarvan te onthouden. (»N. r Ct."J Het Transvaalsche Volkslied. Di Vierkleur van ona dierbaar land, Di waai weer o'er Transvaal; Eu wee di God vergeten hand, Wat dit weer neer wil haal Waai hoog nou in ons heldre lug, Transvaalse Vrijheidsvlag Ons vijande is weggevlng; Nou blink 'n blijer dag. Voul storme het j|j denrgestaan, Mar ons was jou getrou En nou di storm is o'ergegaan Wjjk ons nooit weer van jou. Bestormd dour Kaffer, Leeuw en Brit, Waai jij steeds o'er hul kop; En tot hul spijt anskou hul dit, Ons hijs jou hoger op Vier jaar lank het ons mooi gepraat, Om weer ons land te kr|j; „Ons vraag jou, Brit, geen goed of kwaad Gaat weg, en laat ons bl|j 1" Mar toen di Brit ons nog vererg, Toen vat ons di geweer, Ons was al lank genoeg geterg, Nou kan ons toch ni meer. Eu met Gods hulp het ons di juk Van Eng'land afgegooi, Ons is weer vrijgeluk geluk Non waai ons Vlag weer mooi Dit het ons heldenbloed gekos Mar England nog venl meer So het di Heer ons weer verlos Ons geef Hem al di eer. 1) De Transvasliche vlag ia het Hollaudiche rood- wit-blsuw met eene lichtgroene dwartbaan aan den atok. De ramp te Antwerpen. Omtrent de ramp, welke gisteren te Ant werpen heeft plaats gehad, vinden wjj de volgende bijzonderheden in het (Handelsblad van Antwerpen* Men zal zich herinneren, dat voor een jaar of vier, toen de dienst van den spoorweg tusschen Antwerpen en Gent nog in handen der Maatschappij van het Land-van-Waal was, aan den linkeroever eene nieuwe aan- legbrug werd gemaakt, naar wjj meenen met het oog op den volkstoeloop tjjdens de wereld tentoonstelling van 1894. Die aanlegbrug, welke sinds dien tjjd reeds vele proeven van sterkte gaf, bjj grooten volkstoeloop, als betoogingen, de Van Dyck- ieesten en andere dergeljjke gelegenheden, deze aanlegbrug is dezen morgen ingestort. Voor de eerste maal deed een nieuw inge richte trein dienst, die ten 4 uro 52 uit Sint- Nikoluas vertrekt en onder weg aan al de tusschenstaiions stilhoudt, om werkvolk en bocrcu op tc nemen die naar de markt van Antwerpen komen. Kwart voor 6 uur kwam de trein op het Vlaamsch Hoofd aan. En do passagiers allen kloeke sterke mannen, haastten zich, zooals het in dergelijke gevallen altjjd gaat, om het eerst op de overzetboot te zijn, zoodat er op zeker oogenblik meer dan 100 menschen op de aanlegbrug stonden. Tusschen dezen zag men hier cu daar sta tionsbedienden. met koffers op den rug, apoor- weg-werklieden en voor het overige buiten lieden mot korven boter en eieren, bestemd voor de markt en werklieden met hun ge reedschappen onder den arm en op den schou der. Het was juist hoog water. Terwyl die honderd menschen zich op de brug verdrongen, voelden zij eensklaps den vloer bewegen. Een vreeseljjk geschreeuw steeg uit de menigte op, niet alleen uit die welke zich op do brug bevond, maar ook nit die, welke nog den vasten grond onder de voeten voelden, zoodat men zelfs het gekraak van het brekende houtwerk niet hoorde. De kreet klonk akelig door de duisternis want het was nog geen dag zoo luid en zoo vreeseljjk, dat men dien zelfs op den rechteroever hoorde. Het houtwerk was te midden der brug op twee plaatsen gebroken en al de menschen, die op het middengedeelte der brug stonden, vielen in do vreeselijkste wanorde in het water. Zoo dicht was die menschenmassa, dat men zelfs geen water zag. Daar het hoog water was, werd misschien daardoor de slag eenigszins gebroken, zoodat velen tegen het paalwerk en de bruglenniu- gen konden opklauteren en al lachend, met een nat pak, voet aan wal zetten, In het water woelde de menigte dooreen, daar wrong men elkaar weg of greep men elkaar vast, daar riep men om hulp, tot men in dien vreeseljjken stryd om het leven zich vrijgevochten had of in 't Scheldewater versmoord was. Treuriger dageraad zal men wellicht op Sint-Anncke nooit beleefd hebben. In 't rjjzende grauwe daglicht zag men de gendarmes van Sint-Anneke, den pastoor en den onderpastoor dier parochie, den burge meester van Zwijndrecbt, de Antwerpsche geneesheeren Cautermans en Smets, de haven overheden, den bestuurder Hoger, van het loodswezen den loodsoversto Cuipers, de sta tionschefs en bedienden, allen zich werende om te redden wat gered kon worden. Maar men kon zich toen reeds rekenschap geven vau de uitgestrektheid dezer ramp, men kon toen reeds inzien welk verschrikkelijk drama er daar in de duisternis was voorge vallen. Al de opoffering van het personeel van het station bjj de redding der in 't water geval len personen, had de akelige wezenlijkheid, voor welke men stond niet kunnen voorkomen. Ten 8 ure dezen morgen had men reeds II lyken opgehaald. De lyken werden, naar gelang zy boven gehaald werden, met den wagen van den veerman De Cleen naar eene afhankelijkheid gebracht, die als doodenhuis werd ingericht. Om 9 uur brachten w|j ons eerste bezoek in het doodenhuis. Er lagen toen, in dc afhankelijkheid die als wachtzaal dient, 11 lyken op bossen stroo uitgestrekt. Zy lagen op rijen van 5, tien mannen op twee rijen en verder eene vrouw. De ongelukkigen, allen menschen in den bloei der jaren, lagen mot de handen op de borat gevouwen. Allen waren welgemoed dezen morgen ver trokken, deze naar de markt, gene naar den urbeid aan de dokken de onverbiddelijke dood hoeft hen onvoorzien verrast. Op de borst lagen kaartjes met de namen der slachtoffers, naar gelang zy voorloopig of bepaaldelijk herkend werden. Boek-, Courant- en Handelsdrukkerij van C. DE BOER Jm., Helde».

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 2