KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen m
Het Spookhuis.
Ko. 2797.
Woemdag 6 December 1899.
a7»te Jaargaag."
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 59.
ATDOnnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., met Zondagsbl. 80 Ct.
id. franco per post 75 id. fl.121/,.
id.voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureaun Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5>
Groote letter» worden naar plaatsruimte berekend.
uur aan de Rurcaux bezorgd zijn.
dit het Buitenland.
In een verslag omtrent de fondsenmarkt te
Londen werd dezer dagen ernstig geklaagd
over 't ontbreken van betrouwbare berichten
van het oorlogatooneel in Zuid-Afrika. 't Is
to begrijpen, dat zulke berichten op den stand
dier markt een belangrjjkcD invloed oefenen.
Opmerkelijk is hetgeen door den verslaggever
aan het uiten van die klacht werd toegevoegd
Alleen is ééne zaak zekerdat de hou
ding der Boeren in de laatstgevoerde gevech
ten meer en meer de bewondering afperst van
de hoogere militaire kringen". En dat in het
den Boeren zoo vijandige Engeland
Aandacht verdient mede hetgeen de bericht
gever verder aanvoert: Indien men hier
te doen had met eene natie, wier prinsen en
hooge staatslieden in do ure van den strjjd
mede te velde trokken, zooals overal elders
in Europa, dan zou het uitzicht op een eer
vol vergelyk gunstiger staan dan thans, nu
de beslissing ligt bij een gouvernement, dat
op 7000 mylen afstand zit, en het ruwo werk
door zyne huurlingen laat verrichten. Het
meest ergerljjke daarbij is, dat, terwijl de ge
neraals het karakter en den moed van den
vijand als om strijd roemen, ministers van de
Kroon ook thans nog met hunne even laf
hartige als onbewezen lasteringen voortgaan.
Dergelijk optreden kan niet anders dan de
verbittering vergrooten en het voortzetten
van den strjjd in de hand werken. De beide
Znid-Afrikaansche Republieken zullen dan
wellicht hare onafhankelijkheid moeten ver
liezen, en moeten toezien, dat honderden,
misschien duizenden harer edelste zonen hun
kostbaar leven tevergeefs hebben opgeofTord,
maar het machtigo Engeland zal uit dezen
stryd zóó deerlyk gehavend terugkeeren, dat
zelfs de ingebeelde vriendschap van Duitsch-
land en de Vereenigde Staten, waarvan thans
zoo hoog wordt opgegeven, het van geen nut
kan zjjn. Het is wellicht de taak niet vau
een financiëelen overzichtschrijver, om over
dergelyke onderwerpen uit te weidenmaar
wanneer men dag aan dag te doen heeft met
de ellendige bluffcrijcn en de domme, huichel
achtige en aanmatigende opmerkingen van
de Engelsche dagbladpers en een deel van
het Londensche publiek, kan men niet altjjd
zyne gemoedsstemming bedwingen".
't Is wel eens interessant, kennis te nemen
van de stemming van het publiek in do En
gelsche hoofdstad, bjj 't verschyuun en uit
blijven van oorlogsnieuws. Een Londensche
berichtgever schrijft: »De redacteuren dor
dagbladen hier maken zich in 't geheel niet
meer boos, wanneer het geval zich voordoet,
dat er geen nieuws is van het oorlogstooneel
in Zuid-Afrika. Z|j hebben opgemerkt, dat
het toch niet helpt. Ze hebben nu bovendien
hel recept ontdekt, waarmee ze hunne lezers
het uitblyvea van nieuws van den aange-
naamsten kant kunnen laten bekyken. Dat
recept is een verbeterde en vermeerderde uit-
gaaf van het „geen tijding, goede t|jding<;
dit werd op zichzelf wat afgesleten, en hielp
niet meer, er moest wat bij, om den smaak
te verhoogen, en het gehemelte van Engel
sche patriotten te prikkelen. Daarom zegt
men nu: Als generaal Buller niets soint,
dan kan men aannemen, dat bjj bezig is een
boslissendcn slag voor te bereiden, en dat
h|j de Engelsche nutie weldra daarmee zal
verrassen. Toen er de vorige week eens
een oorlogsbericht kwam wie weet hoe
onjuist holden de petlooze pages van de
Koningin der Aarde anders gezegd: de
courantenjongens door Londen's straten
met hun gil- en kryschstemnaen de mensch-
heid opschuddend, w|jl er in Zuid-Afrika eene
groote victorie' door de Engelschen en een
bloedbad aangericht was. Zonder deze laat
ste verzekering koopt een ordinaire En-
gelschraan zoo'nbullctin niet. Wat bloederigs
moet hy hebben. Generaal Buller behoeft
dat punt trouwens nooit te vermelden in
zjjne depêches de krantenjongens maken
het er, met onbezweken trouw, alt|jd bij en
er zyn immer zenuwachtige lui, die, om de
griezeligheid van het geval, eer zoo'n blad,
met een flink bloedbad er in, koopen, dan
wanneer er enkel wat nationale eor en wa
penroem getelegrafeerd was.'
Te St.-Petersburg heeft zich, ondsr presi
dium van den aldaar guvestigden Nederland-
schen predikant Gillot, een Comitó gevormd
hoofdzakelijk bestaande uit Nederlanders,
die aldaar verblyf houden met hot schoone
doelde uitzending van eene ambulance naar
het oorlogsveld in Zuid-Afrika. Het plan is,"
om, voor rekening van dit Comité, een 40-tal
bedden naar het oorlogsterrein te zenden.
Als chef dezer ambulance zal op treden dr.
van Leersum, van Amsterdam, terwjjl het
verdere personeel zal bestaan uit 6 artsen,
(waaronder enkele Russische gcnecsheeren),
een administrateur, en het noodige aantal
pleegzusters en verplegers. Deze belangrijke
expeditie zal van Amsterdam uit vertrekken
op 25 December a. s. met de mailboot, die
dan naar Lorenyo Marquez gaat. 't Noodige
materieel wordt intusschen, door bemiddeling
van het Nederlandsehe Roode Kruis gereed
gemaakt. Deze umbulanco zal den naam dra
gon van Russiseli-Hollandschu ambulance. De
kosten zullen geheel gedragen worden
door het Comité te St. Petersburg, die reeds
75.000 roebel voor dit doel heeft bijeenge
bracht. De sympathie voor de Boeren is daar
zeer groot.
Uit Atlanta in den Staat Georgia (Ver
eenigde Staten van N. Amerika) worden de
volgende koene daden heldendaden, mag
men ze wel noemen van twee beambten
der tSouthern Passenger Exprezs-Company"
met eere vermeld. Door hunne tegenwoordig
heid van geest en door hun moed hebben deze
mannen meer dan honderd mcnschen van een
verschrikkclijken dood gered. Het was avond,
toen de sneltrein de stad Macon verliet, en
met een razende snelheid in de richting van
Atlanta voortstoOmde. Spoedig was een groote,
op Ijzeren bogen rustende, houten brug bereikt,
die op eene hoogte van 100 voeten boven een
afgrond gebouwdis. Onmiddellijk vóór de brug
maakt de weg een scherpe bocht, zoodat de
machinist de brug niet eerder zien kan, voor
dat de locomotief er vlak bij is. Toen Pitman,
de machinist van den van Macon komenden
trein, de bocht voorbij was, zag hij, tot zyn
grooten schrik, dat de brug ia braad stond.
Slechts een seconde had hij, om zich te be
denken. Den trein te remmen, moest ten ge
volge hebben een botsing met een trein, die
aanstonds achter hem volgde, ilij koos den
eenigen, anderen weg, die niet minder gevaarlyk
was, en opende een ventiel, zoodat de locomotief
met een kolossale vaart vooruitging. Met een
waanzinnige snelheid stoof de trein door de
vlammen, en was in het volgende oogenblik
gelukkig en behouden aan den overkant aan
gekomen. Niet minder moed dan de machi
nist Pitman, toonde de conducteur Hobbard,
die ook op de machine stond. Nauwelijks stond
de trein stil, of h|j sprong op den verbluften
baanwachter af, trok hem het lantaarntje uit
de hand, en suelde over de brandende brug,
den aankomenden goederentrein tegemoet,
welks machinist h|j nog juist een signaal kon
geven. Was dit niet gebeurd, dan zou het ge
wicht van den trein te zwaar geweest zjjn, en
het personeel zou met trein en al in den af
grond gestort zijn. Zulke kloeke daden
inogen, al rijn ze ook ver van ons aan de over
zijde van den Oceaan verricht, wel vermeld en
bewonderd worden
MÏEÏÏWSTIJDIHGEN.
HELDER, 5 Dec. 1899.
Door den hr. P. J. Jonker, klerk der
Posteryen, (vroeger alhier), is met goed ge
volg het examen afgelegd ter verkrijging
van het radicaal voor den telegraafdienst.
Lijst van onbekende Brieven.
Postkantoor,
Helder.
Mej. M. Rnbling, Amsterdam. Mej. G. Kiezer,
Amsterdam. P. Boeijenk, Amsterdam. J. ds
Vries, Ilaag. C- J. Mulikhuijaen, Hillesluis.
J. Ouwerkerk, Leiden. D. Prang, Nieuwendam.
J. v. d. Spui, Rotterdam. K. do Boer, Rotter
dam. H. Middendorp, Rotterdam. L. Rozebek,
Termunterzjjl. Mej. R. Voogt
Brie fk aarten.
J. Buisman, Amsterdam. J. T. v. Gijzen,
Rotterdam.
Uit bet Buitenland terug.
Buiten veld, Vemkel.
Uit Indië afkomstig.
Wed. C. Cappel, Helder.
Onafgehaalde postrostante.
F. A. 19, Delft.
Geweigerde.
Inspecteur H. S. M., Alkmaar. K. Grolló,
Helder. Vennootschap Zeepfabriek, Rotterdam.
Zondagavond gaf het Variété en
Operetten-gezelschap onder directie van
den heer Henri Ter Hall in >Tivoli" een
voorstelling. De zaal was vrij goed bezet
en de bezoekers hebben zich uitstekend
geamuseerd. Het eerste gedeelte van het
programma bestond uit eenige orchest-
nummers en uit de voordracht van ko
mische zangstukken. De zang was niet on
welluidenden de woorden waren grappig,
zonder commun te zyn. Het tweede gedeelte
bevatte het hoofdnummer, n.1. de Revue
Operette Het Einde der Eeuw". Met op
gewektheid werd het gespeeld en de ver-
tooners wisten voortdurend de hoorders
in een prettige stemming te houden. De
coupletten werden aardig gezongen en de
hoofdpersoon, de hr. Ter Hall, heeft zyn
moeielijke rol flink gespeeld, waarbij hy
door de andere personen goed gesecondeerd
werd. Uit het gelach en het applaus, bleek
dan ook dat het doel, om te vermaken,
bereikt was.
DE TWEEDE KAMER
heeft in de vorige week in één enkelen
dag de algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooting voor 1900 ten einde ge
bracht. Hoofdstuk I (Huis der Koningin)
werd daarop aangenomen, en heden (Dins-
dag) is Hoofdstuk II (Hooge Collegiën van
Staat) het eerst aan de orde. Daarop moet
dan volgen de begrooting voor het De
partement van Buitenlaadsche Zaken.
A T J E H.
De correspondent van het »Hbld." te
Batavia seiut gedateerd 1 Dec.:
Volgens spionnenberichten is Panglima
Polim gedood".
De »N. R. Crt." ontvangt een bericht
van denzelfden datum luidende
Geruchten van verschillende zyden be
vestigen, dat Panglima Polim gedood is."
Texel, 4 Dec.
Tot hoofdingelanden voor het waterschap
de 30 gemeenschappelijke polders zyn by
herstemming gekozen de heeren W. A.
Eelinan en J. S. Dijt, resp. met 173 en
138 stemmen. Op den heer J. P. Kikkert
werden 123 stemmen uitgebracht.
In de vergadering van de afd. Texel"
van het Ned. Onderwijzersgenootschap,
te houden te den Burg, Zaterdag a. s. zal
door den heer W. H. Houwen ingeleid
worden het onderwerp »De natuurkunde
in de lagere school". De heeren H. Groene-
veld en J. Ooijkaas zullen eene muzikale
bijdrage geTen,
De „Sindoro".
Zaterdag werd met gosd gevolg van
de werf der Koninklijke Maatschappij De
Schelde" te Vlissingen te water gelaten
het dubbele schroefschip >Sindoro", ge
bouwd voor rekening van ds Rotterdamsche
Lloyd voor hare 14-daagschen maildienst
tusschen Rotterdam eu Java De afme
tingen van het schip zijn 424 voet lang
over alles, 50 voet breed en 31 voet hol
en heeft een laadvermogen van 5000 ton
doodgewiclit.
Dit schip is de eerste in Holland ge
bouwde tweelingschroefmailboot en de
grootste in de vaart tusschen Nederland en
Java. De passagiersinrichting 1ste klasse
is midscheeps, terwijl de 2de klasse in de
eampagne is en plaats biedt onderscheiden
lijk voor 80 en 38 personen. De twee
machines van het quadruple gebalanceerde
pysteem, benevens de stoomketels, drie in
getal, staan gereed in de werkplaatsen van
de Maatschappij »De Schelde".
Mevrouw W. P. Ruys-Hoboken daar
toe uitgenoodigd vervulde toen het
schip zich in beweging zette, de gebrui
kelijke ceremonie van den doop.
Het schip aanvaardt 10 Maart 1900
de eerste reis.
Een vi8ch-annonce.
We troffen dezer dagen in het Han
delsblad de hier volgende advertentie
aan
Openbare vergadering op Doggersbank,
Oudejaarsavond 12 uur, van alle op de
Noordzee geaccrediteerde Vischsoorten.
Agenda 1. Bespreking van de plannen
der Hollanders, om ons te benoemen tot
R y k s visschtn. 2. In verband daarmede,
voorstel van den Heer Kabeljauw,
om zich niet auders te laten vangen dan
door R ij k s kotters, en speciaal de parti
culieren stoomtrawlers te boycotten.
Vooraf de conditie te stellen, zich slechts
aan R ij k s visebkoopers te laten verkoo-
Pen- TARBOT,
Waarnemend Voorzitter.
Trouwe opkomst
gewenscht.
't Zal onzen lezers duidelijk zijn, dat
deze annonce verband houdt met de te
IJmuiden bestaande quaestie over den af
slag van visch in de R y k s visschershaven
aldaar.
De visschers te Lemmer (Fr.) klagen
zeer over de schads van de vele zeehon
den, die zich tegenwoordig in de Zuider
zee ophouden, de netten vernielen en de
zich daarin bevindende visch verslinden.
Een visscher had daarvoor in één nacht
meer schade dan hy in ds geheels week
had verdiend.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
LONDEN, 2 Dec. Het departement
vaa oorlog heeft de eerste lijst bekend
gemaakt van verliezen aan de Modderrivier
geleden, welke zyn4 officieren gedood,
19 gewond, 72 soldaten gedood, 375 gewond
en 7 vermist, totaal 477.
De angst is stijgende door het ontbreken
sedert vier dagen van nieuws, zoowel van
de Modderrivier als uit Natal. Het eenige
telegram, dat gepubliceerd werd, is van
generaal Gatacre. die mededeelt, dat lord
Methuen aan de Modderrivier blijft om de
brug te herstellen totdat hy door nieuwe
troepen Kiglanders, cavalerie en artillerie,
de Oanadeesche en Australische contin
genten en drie bataillons infanterie wordt
versterkt.
LONDEN, 2 Dec. Officieel. In het ge
vecht aan de Modder-rivier verloor de
brigade gardes alleen 29 dooden en 151
gekwetsten.
PARIJS, 2 Dec. Uit Londen aan de
•Tempt"
Men erkent aan het departement van
oorlog dat de geschiedenis van het bezet
ten van Honeynestkloof en het bnit ma
ken van twee millioen patronen door lord
Methuen, een rein verzinsel is.
Het is onmogelyk aan het departement
van oorlog te weten te komen of de Boe
ren inderdaad een terugtrekkende beweging
op de Oranjerivier hebben uitgevoerd, den
terugtochtsweg van Methuen's colonne af
sneden en tevens den weg versperren voor
de courooien en versterkingen, welke gene
raal Methuen wacht.
Aan het departement werden tal van
daden van rebellie van Afrikaander boeren
gemeld. Velen dezer oproerlingen zjjn ge
vangen genomen, wegens pogingen om de
treinen naar lord Methuen's kamp te doen
ontsporen.
In Natal.
PARIJS, 2 December. Uit Liverpool aan
de »Temps"
Naar luid van berichten uit gezagheb
bende bron, beproefde de colonne-Hildyard
den 28sten November een overval van
Colenso, die mislukte. Alle bereden troe
pen beproefden sen inval in de Boeren-
stellingzij deden een Boerencommando
wijken, dat overhaast kon vluchten, maar
op 4 kilometer van Colenso werden de
Britsche cavalerie en bereden infanterie
onthaald op geschutvuur, dat hen tot een
spoedigen terugtooht dwong.
De mislukte operatie deden de Engel
schen echter bemerken, dat de bruggen
over de Tugela by Colenso. alsook de
spoorwegbrug by Frere vernisld zyu. De
genietroepen van generaal Hildyard zyn
bezig deze laatste brug t« herstellen.
Het totaal der giften, by de Zuid-Afri-
kaansche Vereeniging tot heden ingekomen,
beloopt circa f 720.689.18.
LAS PALMAS (Csnarische eilanden),
2 Dec. (R. O.) De Engelsche stoomboot
•Sumatra", die een aantal Engelsche ge
wonden naar huis brengt, is hisr heden
aangekomen. Een Engelsch officier wees
in een intervieuw op de moeilykheden van
dezen oorlog, voortspruitende uit natuur
lijke hinderpalen en taktiek der Boeren om
zich verdekt op te stellen. De verliezen
zyn aan beide kanten groot, maar die van
de Engelschen zyn grooter dan van de
Boereu.
Over 't algemeen was de indruk zeer
pessimistisch. De meeste gewonden zyn
zser terneergeslagen en boezemden diep
inedelyden inde meesten zyn zeer ver
minkt en niet in staat meer te dienen.
Een Engelsch transportschip gestrand.
LONDEN, 4 Dec. (R. OHet depar
tement van oorlog maakt bekend, dat het
transportschip >lsmore" met een battery
veld-artillerie en een deel van het 10e re
giment huzaren aan boord, den 3en De
cember op de rotsen van St. Helena-baai
gestrand is De troepen zyn veilig aan
land gekomen, maar de paarden zyn nog
aan boord. De oorlogsschepen >Doris" en
»Niobe" benevens het transportschip >Co-
lumbian" vsrleenen hulp.
De gevangenen op ds „Penelope".
Naar aanleiding van de jongste mededee-
lingen over de mishandeling der gevangen
Boeren aan boord van de »Penclope", heeft
een inzender te 's-Gravenhage aan de
N. R. Ct." de volgende zinsnede gezonden
uit een brief van zyn broeder, die ook op
dit schip gevangen zit
Donderdag werden wjj hierheen over
gebracht de behandeling is hier uitste
kend. We kregen elk een nieuwe zeildoe
ken hangmat, met matrassen en flinke
wollen dekens goed eten en altyd vryheid
om op dek te tjjn. We krjjgen pd.
brood psr dag goed en malsch vleesch,
groente sn aardappelen 's morgens cacao,
en 's middags thee, 't is hier ook alles
net en zindelyk, en dus wèl uit te houden".
Ingezonden.
Concert Helders Mannenkoor.
Mijnheer de Redacteur f
Onder verwijzing naar de advertentie in ons
vorig no., vestigt inzender deaes de aandacht op
't daar aangekondigde concert ten bate van
de slachtoffers van den oorlog in Z.-Afrika.
De uilvocrendo vereeniging heeft sich ge
durende haar veeljarig bestaan een goeden
naam verworven in deze gemeente en wist
zich ook daarbuiten gunstig te onderscheiden,
daar zjj op 't concours te Amsterdam in 1897
eene bekroning verwierf, 't Gehalte der ver
eeniging en de nauwgezette voorbereiding
onder leiding van haren bekwamen directeur,
den heer Lee wens, geven dus recht tot de
verwachting, dat 't geen op 't aanstaande
concert zal worden geboden, iets goeds zal
z|jn. Bovendien is .11. M.« er in geslaagd,
zich de medewerking te verzekeren van eene
zeer gewaardeerde soliste, Mej. Rujjgh-Krens,
wier schoone sopraanstem reeds meerdere
concerten der Vereeniging heeft opgeluisterd.
Hierom, cc met 't oog op 't doel van dit
concert, doet ,11. M.' met vrijmoedigheid een
beroep op Helders ingezetenen, om mee te
werken tot 't anccès van den avond. Do ge
legenheid daartoe is opengesteld door de aan
bieding van inteckenlijsten (die reeds een
aanzienlijk aantal namen aanw|jcen). Buiten
dien c|jn toegangsbewijzen h f 1 verkrijgbaar
gesteld aan 't adres Barueveld, Keizerstraat
93 en 's avonds vóór de uitvoering aaa de
zaal.
Nog z|j medegedeeld,, dat dit concert binnen
eenige dagen gevolgd zal worden door eau
volksconcert, waarvoor aan 't zelfde adres toe
gangsbewijzen cije te bekomen ii 50 ct. en 25 ct.
U dankend voor de verleende ruimte noem
ik m|j, M. de Redacteur,
Uw dw. dienaar,
R.
AAM SIMT-NICOLAAS.
Trek rond gebened|jde,
Door 't gansche Nederland
Trek 't door op Uw getjjde
Met zegenende hand.
Als in vervlogen t|jden
Droomt nachten achtereen,
De jeugd aan alle z|jden
Van Uw bezoek alleen.
Maak haar weer blij, beminde,
Nooit te volprysen Sint!
G|j, immer welgezinde,
Die 't jonge volk zoo mint.
Och, wil U ook erbarmen,
Met alt|jd railden geest.
Over het kind der armen
Maak 't hem ook tot een feest.
G|j bl|jft door jeugd en grijsheid,
Door arm en r|jk bemind.
Meer toch dan alle wjjsheid,
Is d'eernaam menschenvrind.
Aanbestedingen
in Noord-Holland.
31 Dec. Haarlem, 11 ure. Het mi
nisterie van waterstaat, handel en nijverheid,
aan het gebonw van het provinciaal bestuur:
Het onderhoud der rijks zee- en havenwerken
op liet eiland Vlieland, behoorende tot de
zeewerken in Noordholland, gedurendede jaren
1900, 1901 cn 1902, begr. 127000 per jaar;
bestek no. 49 na 7 Dec. ter lezing aan gen.
ministerie, aan de lokalen van de prov. best.
en is te bekomen bjj de gebra. van Cleefj te
Gravenhageaanw. 14 Dec. aam 1 ure
inL te bekomen bjj dea hoofd-ing. Kemperte
Haarlem, bjj den ingenieur Wjjtenhorst te
Hoorn cn bjj don opzichter Mus te Vlieland
31 Dec. Haarlem, 11 ure. Het min.
vau Waterstaat, aan het gebouw van het prOv.
best.Het onderhoud der rjjkshavenwerken
te Medemblik, god. de jaren 1900, 1901 en
1902, begr. f 1350 per jaarbestek 48 ligt
Da 7 Dec. ter lezing aan gen. ministerie, aan
de lokalen van bet prov. beet, cn is verkrjjg-
IF1® UILLBTOH".
31)
Ik zal voortgaan, mjjzclvo als miss Black
en den directeur dezer inrichting als mjjn oom
te beschouwen, en alles wat mjj omgeeft als
mjjn eigendom aan te zien. O, men zal mij
zoo spoedig niet verstandig maken, daartoe
ben ik veel te slim. Ik zal hun toonen niet
te vergeefs in de Pavelsteeg te New-York te
zjjn opgegroeid!'
Op deze wjjze, half schertsend, half in ernst,
zag Capitola haren nieuwen toestand in.
Inmiddels was hare opvoeding begonnen
en wel met goed gevolg. De oude majoor
had boeken, landkaai ten, kortom alles voor
haar gekocht, wat voor hare ontwikkeling
■oodig en nuttig was en hij zelf hield het
oog op bare studiën, die overigens niet zoo
ingespannen waren, of er bloven voor Capi
tola nog vele ledige aren over, die zjj haast
niet wist goed te besteden. Dczo vrjjc tjjd
gebruikte zij, om het oude kasteel van onder
tot boven te doorsnuffelen, of in het groote
park dat het omgaf, rond te dolen. Weldra
strekte zjj haro tochtjes verder uit, doordien
zjj zich waagde in de woeste gedeelten der
rotsen, die het park insloten. De ontzagwek
kende steenmassa's, welke liet 'Onweersnest'
bahcerschten, .de diepe afgronden en kloven
in de bergen, de beek met hare kabbelende
golfjes en schuimende watervallen, de reus
achtige boomen en ondoordringbare haag van
slingerplanten, kortom, de geheele natuur in
hare huiveringwekkende verhevenheid bood
aan onze heldin altjjd nieuwe, boeiende be
koorlijkheden, waaraan zjj niet kon weder-
s taan.
Capitola was een even behendige als moe
dige paardrjjdster geworden en maakte dage
lijks op den ponny, dien de majoor haar ge
schonken had, verre wandelritten. Hare uit
stapjes mochten echter, volgens streng verbod
van haren oom, nimmer over de bock en
nimmer tot aan den anderen kant der bergen
van den zoogenaamden duivelsklauw
zich uitstrekken. Nnchthans juist in dat ver
bod lag er voor Capitola een verleidelijke
bekoorlijkheid en ongetwijfeld zoude zij het
reeds lang hebben overtreden, ware Wool,
die haar dagelijks moest vergezellen, niet een
hinderpaal geweest. «Komt tjjd, komt raad,'
dacht intusschen het vermetele meisje, dat
zich reeds lang in stilte voorgenomen had,
van de eerste gunstige gelegenheid party te
trekken, om groote ontdekkingsreizen te
maken.
Op zekeren dag bood zich die lang ver
wachte gelegenheid aan. Hel weer was prach
tig. De zon goot hare herfststralcn over het
landschap en wat de hoofdzaak wasmajoor
Warfield had zich naar de stad begeven,
om zaken, dio zijne aanwezigheid noodig
maakten.
Aan zich zelve overgelaten, gaf Capitola,
nadat zjj haar gewone lesuren had afgemaakt,
een neger het bevel heur paard te zadelen.
.Lieve miss,* bracht mistress Codimont, die
haar op de binnenplaats ontmoette, daar
tegen in, >u verlangt uw ponny? Maar er
is niemand hier, die u kan vergezellen, want
Wool is, zoo u weet, met den majoor naar
de stad.'
«Nu en wat hindert dat?" antwoordde
Capitola beslist. Moet ik misschien op de
oude muren hier passen en mjjn gewoon wan
delritje in den steek laten
«Maar het kan u toch onmogelyk invallen,
alleen uit te willen rijden?' riep de verschrikte
huishoudster.
«Toch wel, mistress Codiment,* hernam
het meisje rik zal deze gelegenheid niet laten
outsnappen,* voegde het koppige kind in stilte
er by.
«Maar het past niet! Het zoude een groote
onvoorzichtigheid zijn!»
,En waarom, als ik vragen mag!'
Mjjn hemel, om duizenden redenea. Nemen
wjj eens aan, dat u weggeloopen negers
kondt ontmoeten, of zelfs... den vreeseljjkon
Mac Donald
.Wie is die Mac Donald? Is hij de vlee-
scheljjke satan in persoon of een spook
of.... kortom, wie is hjj?«
In 's hemels naam, miss durft u mij dat
nog to vragen
,Ja. Wie is bjj Wie is deze Mac Do
nald, dat alles reeds voor zjjnen naam ver
bleekt?'
»Mac Donald! Moge uw bewaarengel u
voor hem beschermen Hy is het hoofd vaa
een wanhopige bende misdadigers, die in de
bergen huizen, negers stelen, reizigers plun
deren, die rooven, moorden en brandstichten
en alle mogeljjke euveldaden plagen Hunne
handen zjjn rood van bloed en hunne zielen
zwart van nog afschuwelijker vergrjjpen!'
Van vergrjjpen, die nog afschuwelijker
zjjn dan moord
»Ja, miss. Er bestaan nog afschuwelijker
misdaden. Maar laat mjj daarvan zwijgen
Het zjj n voldoende, te weten, dat Mac
Donald met zjjn bende vogelvry verklaard is
en men op het hoofd van elk in 't bjjsonder
een prjjs heeft gezet.'
.En nog gelukte het tot nu toe niet, «ich
van hem meester te maken
.Tot nu toe was dat onmogelyk. Men kent
hunne schuilplaatsen niet en vermoedt slechts,
dat zjj zich in de bergen ophouden.'
Ha, wat zal 't mjj een pleizicr doen hen
te snappen
•U, miss Maar dat zou immers krank
zinnigenwerk zjjn!'
»0, natuurlijk door list, niet door geweld,»
hernam Capitola lachend. «Maar daar is
mjjn paard.... Adieu, mistress Codiment!'
En zonder acht te slaan op de verdere
bedenkingen der oude dame, sprong het
dwaze meisje in het zadel cn rende in galop
henen.'
«Genadige goedheid! Wat zal de majoor
opspeleobromde mistress Codiment, die
ontsteld en verbluft de stoutmoedige rjjdster
nastaarde.
Deze, vol bljjdschap over de veroverde
vrjjheid, reed, zonder haar ponny in gema
tigden gang te brengen, tot aan dsn rand
der beek. Hier zocht zjj naar een doorwaad
bare plaats, die zjj data ook gelukkig vond,
toen dreef zjj moedig heur paard door het
water en bereikte na eenige oogenblikken den
anderen oever. Eon smal pad kronkelde zich
voor haar uit. Het trok haar onwederstaan-
baar aan om het te volgen en zonder aan
Mac Donald anders dan op heel kalme wjjze
te denken, dat hier in deze eenzaamheid,
verwjjderd van den grooten weg, op een pad,
dat slochts zelden een ruiter zag, moeicljjk
het tooneel van zjjn rooversoverrompeliDgcn
zou zjjn, zette zij haar poard weder in galop,
middelerwijl zich geheel overgevende aan het
aantrekkelijke van het onbekende toeval.
«Wanneer ik gindschen bergtop bereik en
gezien heb, hoe bet dal aan den anderen
kant er uit ziet,' zeido zjj bjj «ichzelre, «dan
keer ik terug.' En zjj reed zorgeloos voort,
totdat haar ponny eindeljjk teekenen van
vermoeidheid begon te vertoonen. De zoq
daalde snel aan den gezichtseinderthans
hield Capitola eerst op een heuvel stil en
keek rondom zich. De hooge rotswanden,
waarachter het kasteel lag, leken haar nog
slecht grauwe wolkeu op verren afstand toe;
van de beek, die de eigenlyke grens van
haar uitstapje moest zjja, was niets meer te
bespeuren.
.Hoe ver zou ik nu wel van Warfields-
house z|jn dacht bet jonge meisje en werd
toch oen weinigje ongerust. .Minstons zes
of zeven mjjlen. Ik had ray niet zoo ver
moeten wagen. De snelle rit, twee uren lang,
heeft mjj verder gebracht dan ik dacht. Wan
neer ik weer thuis tul zijn Mjjn paard is
doodmoe. Ik heb minstens drie uur werk, om
het kasteel te bereiken en dan is het geheel
en al nacht! Maar, Goddank, wij hebben
heden volle maanWat zal ik thuis een
standje krjjgen Maar ik heb geen tjjd te
verliezen. Allons, Gyp, best beest Laat
ons omkeeren en raap al je krachten bjjeen.
Nu moet je mjj oons toonen, wat je kunt."
Terwyl zjj deze alleenspraak hield, keerde
Capitola haren ponny om en zette hem we
der in galop; maar weldra vertraagde het
arme dier zjjn loop van zelf. Inmiddels nam
de duisternis toe.
Op dit oogonblik meende Capitola den
hoefslag van ven paard achter zich te
vernemen.
Ofschoon van nature moedig, kon Capitola
niet Dalaten met schrik aan de eenzaamheid
van het woud, aan het vergevorderd uur en
aan hare eigen zwakheid te denken. Ook
hield zjj het, in de overtuiging, dat voorzich
tigheid het beste deol was van dapperheid,
voor raadzaam, haren ponny zoo snel moge-
ljjk te doen draven; maar Gjjp hield het niet
lang uit en reeds na «en paar honderd ellen
werd zjjn draf laugzainer, toen begon hjj to
stappen en dreigde eindeljjk geheel en al te
blijven staan.
Inmiddels won de onzichtbare vervolger
terrein en weinige minuten waren voldoende,
om hem vlak achter Capitola te brengen.
«O, Gyp,* zeide het meisje, meer op den
toon van grappige gezwollenheid, dan wel
uit werkeljjke vrees, «wil je mjj dan zoo
jammorlyk in handen van Mac Donald laten
vallen, mij, die straks er van sprak om den
gevaarl|jkon bandiet te willen vangen En
zjj poogde opnieuw, maar te vergeefa, haar
paard tot een snelleren loop to brengen.
De onbekende was nu haar ter zjjde go-
komen een krachtige haud greep de teugels
van haren ponny en een stem zeide op spot-
tenden toon: «Ei, mjjne schoone, waarheen
nog zoo haastig en zoo laat
Capitola was, zooals wjj reeds gezegd
hebben, moedig en waaghalxig van natuur
en door opvoeding. Van kindsbeen gewoon,
gevaren van allerlei aard te trotse»ren, bezat
zjj een voor haren haren ouderdom en haar
geslacht buitengewonen graad van koelbloe
digheid en tegenwoordigheid van geest, daar
vandaan spanden ook thans, bjj de aaaraking
van deze ruwe hand en de klank dezer iro
nische stem alle iutellectueelo krachten zich
in haar samen.
Capitola beschouwde haar toestand mot
vasten, helderen blik en ontveinsde het zich
niet, dat deze uiterst liacbeljjk was want in
deze eenzaamheid van het woud, iag zjj zich
als zwak, weerloos meisje zonder bescherming
en bijstand prijsgegeven aan de roekelooze
willekeur van haar vermetelen geleider.
(Wordt vervolgd.)