KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Heldor, Texel en WIerIngen 1 Januari. Welkomstgroet Het Spookhuis. Ho. 2802. Zaterdag 23 December 1899. a7ite Jaargaag. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 59. KALENDER DER WEEK. DECEMBER, Wintermaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 8 n. 12 m. Onderg. S u. 47 m. Zondag 24 Maandag 2ö Kerstmis. Laatste Kwartier. Dinsdag 26 2de Kerstdag. Woensdag 27 Donderdag 28 Vrijdag 29 Zaterdag 39 Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 4e kwartaal 1899, te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Januari, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 2'/9 Ct. beplakt te worden. DE UITGEVERS. Wc verzoeken onzen le zers die, volgens gewoonte. een aan Familie. Vrienden ol Begunstigers in ons blad willen plaatsen, beleefde lijk daarvan tijdig opgave te willen doen. DE UITGEVERS. Het Kerstfeest nabij. We bevinden ons als aan den vóóravond van het feest van Jezus geboorte, en maken ons gereed, om weldra dat groote Christen feest in den familie- en vriendenkring te vieren. En daarbij zullen we ons in herin nering brengen het verhaal der gebeurtenis, die we dan met heel de Christenheid her denken, en in 't bijzonder de schoone, ver hevene profecy, welke na 19 eeuwen ons door dit feest weer opnieuw als in de ooren klinkt: »Er zal vrede zijn op aarde!" In den loop der eeuwen hebben de grooten en goeden van ons geslacht hoopvol naar de vervulling dier voorspelling uitgezien doch, helaastwist, haat, wraakzucht en strijd bleven steeds heerscben op aarde, en op de vraag, zoo menigmaal gedaan Wachter, wat is er van den nacht?" klonk voortdurend het ontmoedigend ant woord Wellicht zal te eeniger tyd de dageraad gloren, doch het is nog duister, het is nog nacht Dat gloren van den dageraad van een beteren dag, 't werd in het haast-wegster vend jaar vermoed, toer. Keizer Nicolaas van Rusland de vertegenwoordigers der machthebbenden in den Ëaag deed tc zamen roepen, om te beraadslagen over ontwapening en bevordering van 't beslechten van diplo matieke geschillen door minnelijk# schik king. Menigeen vleide zich toen, dat die samenkomst het zoozeer gewenschte gevolg zon hebben, dat we eindelijk, ja eindelyk, gesteund door zulk een machtigen invloed, zonden geraken tot het in vervulling treden der aloude profecy>Er zal vrede zijn op aarde J" Wie zich daarmede heeft gevleid, is in den loop der maanden, die sedert zyn voorbijgegaan, bitter teleurgesteld. De be raadslagingen, op de Vredes-conferentie gevoerd, en de besluiten, daar genomen, deden reeds duidelyk blijken, dat er in de verte niet zou bereikt worden, dat de wensch naar vrede op de wereld tot vervulling werd gebracht Maar grooter, veel grooter werd de teleurstelling, toen weldra geschillen tusscben Engeland en de Zuid-Afrikaanscbe Republiek de vrees deden ontstaan, dat, ondanks de Vredes-conferentie, er een bloe dige krijg zoir uitbarsten. De Regeering van Engeland, ter conferentie vertegen woordigd, bleek bet er op toeteleggen, door het vasthouden aan onmogelijke en onrecht matige eischen, Transvaal te tarten, en tot een oorlog voor vrijheid en onafhankelijk heid uittedagen. En nauwelijks waren er drie maandeu sedert de sluiting der Haagsche Conferentie verloopen, of het zwaard werd getrokken, en met allerlei middelen, en met de felste moordtuigen gewapend, zijn de Engelschen bezig, om een klein een kalm en werkzaam volk, dat verknocht is aan zijne vrijheid, te bevechten. De Afri kaners, nakomelingen van het volk, dat vóór drie eeuwen tachtig jaren lang het toenmaals machtige Spanje weerstond, vol gen thans weer het voetspoor hunner kloeke, vrijheidslievende voorvaderen na en betwis ten gelukkig met uitnemend succès aan den brutalen aanrander bun dierbaren grond. De moed, de dapperheid en het beleid dier koene mannen, ze worden alom bewon derd, en in heel de beschaafde wereld is de wensch algemeenhet succès van der Boeren wapenen zy bestendigEngeland ondervindt reeds, en het ondervinde'nog meer, dat al zyn machtsontwikkeling niet is opgewassen tegen den kampstrijd van een volk, 't welk de overtuiging in zich om draagt, dat het oorlog voert voor de zaak van recht en gerechtigheid, en dat het in dien heiligen krjjg door eene Hoogere Macht wordt gesteund en geschraagd! 't Is bekend, dat in Engeland het Kerst feest steeds in alle kringen der samenleving als een eenig Christenfeest wordt gevierd. Boe zal dat nü geschieden Schier dagelijks komen voor Engeland hoogst ongunstige oorlogsberichten aan meer en meer wordt, ook daar te lande, ontevredenheid geopen baard over den roekeloos uitgelokten krijg tal van familiën hebben betrekkingen en vrienden daar aan Afrika's zuidpunt, waar de kogels der Boeren tal van vijanden weg maaien en, te midden van zulke vreeselijke omstandigheden, zullen straks de kerkklok ken weerklinken en het Kerstfeest aan kondigen, dat de eeuwenoude profecy weêr opnieuw in herinnering brengt: »Er zal vrede zyn op aardeHoe zullen velen daar te lande te moede zijn by de viering van dit Christenfeest En als de macht hebbenden in Engeland bij eenig nadenken zich de vraag stellen hadden wy dezen verschrikkelijken en noodlottigen krijg niet kunnen, niet moeten voorkomen dan zal hunne Kerstfeestvreugde, zoudenVy meenen, wel zeer getemperd worden. Er is nog geen vrede op aarde verre vandaar. Zou dan de oude profecy slechte bloot een hersenschim, een droombeeld zyn Wij gelooven dat niet Dat echter eene Vredes-conferentie, al wordt ze ook door een machtig potentaat uitgeschreven, er toe leiden zal, om de aloude voorspelling tot vervulling te brengen ook dat kunnen we niet aannemen. Eerst na een beel langen weg zal de verwezenlijking van dat grootsche denkbeeld moeten komen. En wy, ieder in onzen kring, zijn geroepen tot de bereiking van dat verheven ideaal medetewerken. Aan ieder onzer de taak, om althans eenig ma teriaal mede aantevoeren, waardoor het gebouw des vredea op aarde kan worden opgetrokken. Bevorderen wij, zooveel in ons vermogen ia, den vrede in onze omgeving, in onzen familie- en vriendenkring, en niet het minst den vrede in ons eigen hart Dan werken we inderdaad er toe meê, dat de voorspelling van den ouden dag van lieverlede tot vervulling zal komen »Eens zal er vrede zyn op aarde Uit liet IBuitenland. De indruk, die vóór eenige dagen le Lon den en in heel Engeland door do plaats ge had hebbende krijgsbedrijven werd te weeg gebracht, moet wel heel ernstig «ijn geweeBt, doch in groote mate is dat leed by het gros der bevolking weêr getemperd, door de nieuwe grootsche plannen der Regeering. Zoowel de mededeeling van den nieuwen aanvoer van troepen, als van de schitterende kwaliteiten van lord Roberts, den nieuwbenoemde opper bevelhebber, en het roemruchtig verleden van den nieuwen chef van den generalen staf, doet er het nood ige toe om de massa te biolo geeren, te verblinden, te benevelen, 't Schijnt dat de machtsontwikkeling van Engeland alle vrees voor nóg grooteren tegenslag in de toe komst heeft opgegeven. Men koestert nu weèr de verwachting, dat de Boeren zullen ver pletterd en geknecht worden, en dat door de aanstaande zegepralen Engcland's glorie, En- geland's majesteit ongerept voor het oog der gansche beschaafde wereld zullen uitblinken. Wel is de positie der leger-afdeelingen in Zuid-Afrika niet gunstig, wel ontveinst men zich niet den slechten staat van zaken in het noordelyk deel der Kaapkoloniedoch men rekent dit een en ander tot het verledene te behooren, en men houdt zich nu, met het oog op de reusachtige machtsontwikkeling der Regeering, uitsluitend bezig met de lichtende, glansrijke toekomst, die alles zal doen ver geten, wat tot nog toe is gebeurd, en die bet in Zuid-Afrika tot een algemeenen ommekeer moet doen komen. Benijdenswaard zou men de stemming der menigte na zoo gedachte onheilslagen in snelle opvolging, kunnen hee- ten, indien het gevaar voor wreede ontgoo chelingen niet zoo bijster groot was, indien er goen kans bestond op een wreed ontwaken uit die droomeryen van een vereenigd Zuid- Afrika onder Engelsch opperbestuur in het verschiet. De berichten omtront de volksstem ming in Engeland, zoowel in hoogere als lagere kringen doen zien, dat men daar er voor terugdeinst om de werkelijkheid onder de oogen te zien. Men zou zich door den feite- lijken toestand nategaan, kunnen wapenen tegen hl te groote teleurstellingen, die voor de naaste toekomst volstrekt niet tot de on mogelijkheden behooren, integendeel van oogen blik tot oogenblik te duchten zyn. De getal len omtrent nieuwe versterkingen, die naar het oorlogstooneel worden gezonden ea lof uitingen met betrekking tot de nieuwe leiders van den kryg ziedaar voor 't oogenblik de middelen om op de volkstemming te werkeB, en de hoop op eene gewenschte uitslag te verlevendigen De Engclsche dagbladpers begint overigens in de laatstverloopen dagen eon geheel ande ren toon aan te slaan dan in de dagen, toen de Zuid-Afrikaansche oorlog eon aanvang nam. De herhaalde overwinningen der Booren laten niet na op dc schryvers en berichtgevers een zeer diepen indruk te maken, Aanvankelijk werd voorspeld, dat door de Engelsche troepen het Kerstfeest ongetwyfeld te Pretoria zou worden gevierd. Zij zouden als overwinnaars in triumi door Vrystaat en Transvaal henen- trekken, de Boerencommando's voor zich uit drijvende. Er was in die dagen oen Engelsch officier in Kaapstad, die schreef«Ik vind het denkbeeld volstrekt niet aangenaam, een militaire wandeling van Bloemfontein naar Pretoria te maken. Als men dan toch als soldaat in den oorlog gaat, wil men ook wel eens vechten.' Deze officier kan bepaald nog wel een poosje wachten, eer hy die militaire promenade zal kunnen ondernemen't Vechten wordt hem door de kranige Booron niet kwyt gescholdenEen Engelsch blad de Daily Mail beweerde in 't laatst van Sep tember jl., dat een Boerencommando op de vlucht slaat, als er twee maa gedood zijn. De schrijver van dien bluf is nü waarschijnlijk wel tot andere gedachten gekomen. Een andere dagbladschrijver in Engeland nog wel een militaire medewerker verzekerde in Octo- ber I-Iet is niet aan te nemen, dat de Boeren een aanval zullen doen op de Eneelsche ge regelde troepen in Natai.* Ook dezv journalist is nu vast wel bekeerd. Zijne verzekering, dat er, ja, tegenvallers zullen wezen, maar dat men er veilig op kon zijn, dat er voor Engeland's vlag geen rampen zouden voor komen, zal hy thans self wel bespottelijk vinden. Do Chamberlain-pers verkocht in die dagen steeds zulken bombast. Thans komt men echter van lieverlodc tot bezinning, en met do hevigste bladen gebeurt dit het eerst. Zjj voornamelijk klagen thans, dat de zaak aanvankelijk niet krachtig genoeg is aange- paktendat de Engelsche legerbevelhebbers hun ne taak hebben onderschat. Een dier bladen, sprekcade over de reusachtige nieuwe krijgs toerustingen, besluit die opmerkingen met de betuiging: -Wij begroeten met instemming deze toebereidselen als een bewjjs, dat dezo Regeering eindelijk overtnigd is van de kracht des vjjands.» En in het begin van dea oorlog had, volgens de Chamberlain-pers, het Boeren volk geen kracht, geen energie, en viel cr voor do Britsche helden niets te vreesen \ieuii«tijüi\gk;i. HELDER, 22 Dec. 1899. Door den kapitein, eerstaanwezend Ingenieur der Genie alhier werd Dinsdag jl. openhaar aanbesteed: 1. Het maken van gedekte opstellin gen voor de afstandmeting in openkunst- batterijen van de stelling van den Helder (2de gedeelte). Raming f14.690. Ingekomen waren 12 inschrijvingen, van de heeren: J. F. Philips, ad f17.490; C. Kroon, te Wieringen f 15.750; D. de Vries f 15.593; Gebrs. van Pelt f15.148; P. Korff f15.090; A. Krijnen f14.998; Jb. Wayer, Medemblik, f 14.914A. Bos f 14 890 J. Duinker f 14.670 J. Olden- burg. Petten, f 14 640; W. de Jong f 14.610en H. Wyker f 14.563. 2. Het doen van verbeteringen van ondergeschikt belang aan bet fort Kijk duin. Raming f 1500. 11 inschrij vingen, van de heerenC. Kroon, Wie- ringen f1900; P. Korff f 1750; Gebrs. van Os f1695; J Dienaar f 1545 Gebrs. van Pelt f 1538; J. Duinker f1520; A. Krjjnen f1497; K. Zeeman f1495; A. Bos f1485; W. de Jong f1410 en D. de Vries f1384. Officieren naar Zuid-Afrika. Naar wy vernemen zullea beide officieren, bestemd voor bet bijwonen der krijgsver richtingen in Zuid-Afrika, naar de Boeren gaan. Engeland weigerde. Ook zullen waar schijnlijk twee officieren van het Indische lager, thans bij de Hoogere Krijgsschool gedetacheerd, naar Zuid-Afrika worden gezonden. Uit Amsterdam meldt men ons: Onder het vuil op de stadbelt alhier zyn beden gevonden 8 bankbiljetten van f25 cu een biljet van f 60. Men vermoedt, dat een der logees van de beruchten Lam mert je Zondag" dit papier in de privaat heeft geworpen uit vrees voor ontdekking. Bijna iederen dag ziet men te Zie- riksee mannen en vrouwen met emmers vol oesters langs de huizen lenren, die dan verkocht worden voor den ongekend lagen prijs van 1 tot 2 cent bet stuk. Zou de stemming by de Britten al zoo gedrukt zijn, dat ze geen oesterpartytjee meer aanleggen Te Bolsward heeft een firma aan den burgemeester f25 ter baud gesteld met verzoek dat bedrag uit te keeren aan den- gene onder minvermogenden aldaar, die het eerst in 1900 bij den burgelyken stand de geboorte van een levend kind aangeeft. Indien de ouders kunnen besluiten dat kind, wanneer het een zoon is, den naam te geven van »Paul" of als het een dochter is, den naam van >Paulina" dan zal daarvoor nog f25 gegeven worden. Moordaanslag en zelfmoord. Dinsdagavond heeft de bierhuishouder R. P. O. Höfier uit de Pieter Jacobstraat te Amsterdam op zyn aebt-en-twintigjarige vrouw, D. Schippers, van wie hg geschei den leeft, in de St.-Jacobstraat te Rotter dam, drie schoten gelost, waarvan er twee in de schouderbladen troffen, en daarna twee schoten op zichzelf, waarby een kogel terechtkwam in den barbierswinkel van B. Lammere, zonder ongelukken te veroor zaken. De moordenaar overleed in het po litiebureau, de vrouw is zwaar gewond. Vooraf had Hófer gevraagd weêr samen te gaan wonen, zjj weigerde, waarna hy schoot. Als alle blijden dat eens deden I Naar aanleiding der gunstige berichten Zaterdag uit Zuid-Afrika ontvangen van de nederlaag der Engelscken, heeft een ingezetene van Kampen in groote vreugde, het burgerl. armbestuur in de gelegenheid gesteld, dien avond onder de armen van alle gezindten aldaar een ruime uitdeeling te doen houden van speken bruine boonen, in dit gure seizoen, voor menig arm gezin niet te onpas komende. Gemeenteraad van Wieringen. Vergadering van 18 December 1899. Voorzitter de Burgemeester. Afwezig de heeren V. Heyblok, J. Tjjsen en P. Tysen. Do Voorzitter opent de vergadering, de notulen worden na voorlezing vastgesteld. De gemeenterekening over 1898 en de auppletoire begrooting over 1899, zyn van Gedeputeerde Staten goedgekeurd terugont vangen. In de verordening op de bografenisrechten worden op verlangen van Gedeputeerde Sta ten eenige wijzigingen gebracht, zoo ook in de begrooting voor 1900. Do Raad besluit om een wegwerker aan te stellen, voor den tyd van één jaar, tegen eene belooning van 7 gulden per wook, waarvoor sollicitanten sullen worden opgeroepen. Na de gewone rondvraag sluit de Voor zitter de vergadering. KERSTMIS. Kerstmis, jublen duizend tonen door den donkren winternacht Kerstmis, flikkeren hoog de sterren, met verheven, stille pracht; Kerstmis, juichen menschenstemmen Kerstmis, feest van liefde en vree, En alom waar Christnen wonen, jublen het millioenen mee. Kerstmis, zucht vol bljjde ontroering, de oude zwerver ver van 't oord, Waar hy d'eerste klokketoneu op het Kerstfeest heeft gehoord. Eu de liefste herinneringen voeren hem naar 't ouderhuis, Waar hem enkel rozen bloeiden, onbekend met 's levens krnis. 't Kerstmis predikt: .God zy de eere welbehagen in den monsch.» 't Kerstmis jubelt.Vrede op aarde!» de eeuwenoude vrome wensch. 't Kerstmis spreekt met duizend stemmen tot het menschelyk gemoed 't Kerstmis spelt ons al wat welluidt al wat waar is, rein en goed. Kerstmis, Kerstmis, heerlyk Kerstmis 1 Feest vol liefde en poëzie, Och, weez toch voor 't arme menschdom meer dan sehoone profetie. Kerstmis, plant de geest des vredea in ons hart ea aan den haard Stort die beil'ge goeat weer telkens mildelyk uit over de aard. W. M. Tz. Da Oarlog in Zuid-Afrika. BERLIJN, 19 December. Particuliere telegrammen uit Londen van de bladen berichten, dat Lord Methuen den 15en beproefd heeft zuidwaarts door te breken, nadat Cronjé den spoorweg naar het noor den vernield, en alle beheerechende pun ten aan den noordelijken oever der Mod- derrivier bezet had. Lord Methuen werd teruggeslagen en ie nu geheel ingesloten. LONDEN, 19 December. Het woord voerende te Aberdeen, heeft Sir Campbell Bannerman, hoewel den ernst van den toe stand erkennende, verklaard, dat de oorlog geen grond oplevert voor twyfej of ont moediging. Over het einde kan geen twyfel bestaan. De goede uitslag is zeker. Hij bezwoer zyn toehoorders toch geen oordeel te vellen over dappere generaals die in het veld zyn, en zei dat de veldtocht gevoerd moet worden met geeetkracht en ver trouwen. Aan de Westergrens. KAMP AAN DE MODDERR1VIER, 16 Dec. De Boeren houden hun oorspron kelijke posities by Maggerefontein bezet. Bovendien hebben zij belangryke Tereter- kingen aangelegd in de vlakte tusschen de brug over de rivier en een sterke stelling aan de drift. Bij een verkenning, die gisteren werd ondernomen, zagen de éclairenrs van het Britsche leger een groot aantal Boeren op een verwijderden heuvelrug in de richting van Jacobadal. Zij hadden een kanon by zieh. Het is waarschijnlijk dat de Boeren dc stad thans met een aanzienlijke macht hebben bezet. LONDEN, 20 Dec. Op een bjjeenkomst van de >City Corporation" onder voorzit terschap van den Lord Mayor, werd mede gedeeld dat tot een bedrag van 25000 pd. st. was ingeschreven voor de uitrusting van een Citykorps van duizend vrijwilligers, voor Zuid-Afrika. Lord Rothschild teekende voor 5000 pd.at. De opperbevelhebber, generaal Wolseley, heeft het aanbod der corporatie aangenomen. LONDEN, 20 Dec. De telegrammen over den slag by de Tugela zyn heden morgen minder verminkt door den censor dan gisteren. De Daily Telegraph" vermeldt, dat het front een uitgestrektheid had van zes mijlen. De Boeren hadden hun linie zeer uitge breid, rekening houdend met hun buiten gewone bewegelijkheid. Met groote be kwaamheid en ten koste van veel arbeid hadden de Boeren wallen aangelegd, en versterkingen gebouwd, en bovendien een aantal loopgraven gemaakt om den weg, zoodat iedere toegang tot Colenso bestreken werd. Het voorgelegen terrein is onbedekt met zachte golvingen, die op duinen gel jj ken zoodat de troepen zonder bedekking tot aan de Tugela moesten oprukken. De Daily News" meldt, dat de Boeren pas begonnen te schieten, toen de vyand op 800 yards afstand was toen begon bet vuren uit geweren en kanonnen. Van de heuvels kwam een waren regen van kogels en granaten, waardoor het terugtrekken van de Engelsche troepen de eenig mogeljjke oplossing werd. De veldartillerie van deze brigade ge raakte erg in de knel. In het centrum rukte Hildyard's brigade vooruit, met de opdracht Colenso te bezet ten. Deze taak was zeer moeilijk, doch hg slaagde er in. De 66e battery, die ter hulp kwam, geraakte onder het vuur van de Nordenfelders der Boeren,] die verbazend nauwkeurig waren gericht. De artillerie moest kanonnen en ammunitiewagens in den steek laten en onder moorddadig vuur terugtrekken. De brigade van Bartou slaagde er even min in lllangwane te nemen. L a f f a n's Bureau meldt van de Toe- gela, dat Buller de grootste energie en moed betoonde. Waar de granaten het dichtst vielen daar was Buller met zjjn staf en Clery met de zynen. Zij doorleefden hache lijke oogenblikken. De heer Hughes, chirur gijn van de staf, werd gedood het paard van kapitein Boyce, van Clery's staf, werd onder hem doodgeschotenhet paard van majoor Ellison, eveneens van Clery's staf, kraeg een schot door de achterbeenen, maar bleef niettemin goed loopen; Clery's adju dant Mc. Nomara, kreeg een schot door zijn helmhoed en had een paard onder hem doodgeschoten. De aard van de Boerenstelling en het aantal van hun manschappen, maakten hen te sterk om in 't front te worden aange vallen. Aan de Daily Mail" wordt van de Toegela geseind De vyandelyke stelling was inderdaad onneembaar. Doordien er voortdurend aan werd gewerkt, werden de loopgraven steede uitgebreider. Ook de talrijke rotaachtige kopjes waren bezet. De sterkte van den vijand kon niet worden IFIH TTIIjIJZETOIN". 86) Clara verdubbelde nu hare opmerkzaamheid tegenover den jongen man, om de eensgezind heid van voorheen, die zy verbroken achtte, tusschen hen beiden te herstellen. Daar haar dit niet gelukte, besloot zy in de eenvoudig heid beurs harten, met hem te spreken ten einde het misverstand op te helderen. .Traverse.' zeide zy tot hem, toen zy den jongen man alleen in een vensternis zag zit ten. ,gy schynt niet meer, zooals vroeger, myn vriend te willen zyn. Heb ik je op de eene of andere wyze belcedigd Is dit soms het geval, o, geloof mjj, dat het zonder boose be doeling geschiedde en het my van ganscher harte spijt. Ik hoop, dat je nu niet langer boos op my zult zyn.' ,Gy, gy miss Day Gjj zoudt in staat zyn iemand iets onaangenaams aan te doen of te zeggen? Neen, dit is eenvoudig ondenkbaar I IIoo zoudt gy op eenige wyze misnoegen kunnen veroorzaken?» riep dc jonge man met bovendo Btem en hoogroode kleur. .Wanneer ik u dan op geenerlci wyze kreukte, waarom noemt gy my dan miss Day en niet, zoeals eerlyds, eenvoudig Clara?" .Omdat ik moet. U is de eenige dochter en erfgenaam van dokter Day van Willow- Heights, terwyl ik... ik...' »Zyn vriend ryt,' onderbrak Clara hem. •Terwyl ik de zoon van zyn huishoudster ben,» verbeterde Traverse en verwijderde zich. Clara zag hem een oohenblik verbluft na, toen ging zy hoofdschuddend aan heor werk, zonder het antwoord van haar jongen vriend recht te hebben begrepen. Na dit gesprek werd Traverse nog terug houdender dan to voren, daarentegen klom zyn hartstocht onder den dwang, dien by zyn hart oplegde, des te meer. Het stond te vreezen, dat zyn gezondheid daaronder zou lijden, wanneer er niet een verandering in zyn toestand kwam gelukkig werd die door Clara's vader zelf aan de hand gedaan. Traverse, sprak dokter Day op zekeren keer, toen hij met een dagblad in de hand de bibliotheek binnentrad, ik lees daar zoo even, dat binnen kort de medicinische cursus aan de universiteit te Washington weder geopend wordt. Ik geloof, dat je genoegzaam voor- loopige kennis hebt verworven om hem te kunnen meemaken. Wat denk je er van O, sir, het zon mij natuurljjk oneindig gelakkig maken, als dit mogeljjk sou zyn, maar.... Tuterletuut, ik heb je maar's niet noodig. Ik heb het nu eenmaal in mijn hoofd gezet, een flinken dokter uit je te maken en dat moet ook gebeuren. Geen woord meer dus Wat ik voor je doe is in zekeren zin slechts eene leening en ik zou niet weten, hoe ik myn kapitaal beter zou kunnen uitzetten. Later zult ge bcgrjjpen, hoe ik dut bedoel voor 't tegenwoordige moet je alles voor je vertrek gereed maken je reist nog deze week naar Washington af.» En zoo geschiedde het ook. Drie dagen later nam Traverso afscheid van zyne moeder en van Clara. Dokter Day liet hem in zyn eigen rijtuig naar Staunton brengen, waarheen hy hem zelf vergezelde. Hier scheidden zy en Traverse vervolgde zyn eerste reis alleen. Mistres* Rocke had zich middelerwijl op haar kamer teruggetrokken, om de traueD te verbergen, welke deze smartelijks scheiding haar kostte. Toen zy met beschreide oogen voor haar venster het vertrekkende rytuig nastaarde, werd de deur zuchtjes geopend, een lichte voetstap gleed zonder gerucht to maken over het tapyt en mistress Rocke gevoelde zich door twee armen liefderyk omstrengeld. Het was miss Day. Het meisje drukte weenend haar gelaat aan de borst der moederlijke vriendin. Dsze knelde Clara aau haar hart en erkonde niet zonder schrik, dat het arme kind do liefde van haren zoon met wederliefde beantwoordde. ZESTIENDE HOOFDSTUK. Onze lezers herinneren zich ongetwyfeld nog dien stormachtigen Decemberavond, waarin majoor Wartield door pastoor Goed win in zijn nachtelyke rust gestoord en ia een aan de heksenkloof gelegen hut, de zoogenaamde heksenkeuken van den ouden Hat, werd geleid, waar eene stervendo hem wenschte te spreken. Naar dese hut willen wij ons nu begeven, wanneer onze lezers niet van schrik terug deinzen voor het afschnwelyke manwijf, dal op dit oogenblik voor de deur staat eu met spiedenden blik het smalle pad langs tuurt naar do gasten, die, zooals huur was aange kondigd, hedennacht in do heksenkenken zouden samenkomen. Het is Hat zelf, die van ongeduld over het lange vcrgeefsche wachten, reeds begint te vreezen, dat tot haar groot nadeel de afge sproken bijeenkomst niet zal plaats hebben, toen zy, tol hare geruststelling een man naar hare hut zag komen, dien zy reeds van verre als een der verwacht wordende mannen herkent Hat keert terug naar bionen, waar een enkel vertrek bet gehecle inwendige van de hut uitmaakt. Deze hollo kamer is op het oogenblik bezet met banken en tafels, waaraan ongeveer vijftien tot twintig perso nen plaats kunnen vinden. Een groot vuur in den haard onder een reusachtigen ketel, waaruit een heerljjke geur van een krachtige soep wasemt, vervolgens en vierde van oen koe aan het spit, dat door een negerjongen van tien of twaalf jaar langzuam wordt rond gedraaid; eiudelyk op oen tafel ter zyde eon groote stapel tinnen borden ou ettelijke scho tels van hetzelfde metaal, bewezen, dat by de oude Hat niet slechts enkele reizigers, zoouls deslyds de stervende Granny Crewell, hier herberg konden vinden, maar dat hij haar, niettegenstaande hare woning afgelegen was, groote gastmalen konden worden gehouden, zooals heden het geral was. Zy komen toch,» mompelde Hat, terwyl zy in de hut heen tn weer drentelde, ernaar alleen veel later dan bepaald is. Nu, royuent- wegenDes te grooter znllen honger en dorst zyn en diensvolgens ook myn profijt.» Wanneer men de ruwe basstem hoorde, waarmede deze alleenspraak geschiedde, dau zon men Hat des te eerder voor een man kunnen houden, daar ook hare kleeding aan dit vermoeden voedsel guvon. Een mannen- kiel van donkerblauwe kleur, waaraan echter do tand des tjjds tameljjk verwoestend had geknaagd, een nauwsluitende wollen rok, die even goed voor een flodderbroek kon door gaan, een roode doek, die om den leeiykBten negerkop was gebonden, welke ooit op een dunnen hals tusschen twee hoekige schouders zat, eindelijk een paar zware klompen, waarin hare bloote voeten staken, vormden de alles behalve aantrekkelijke verschijning van de oade vrouw aan de heksenkloof, die nu den even te voren door haar opgemerkten man ontviag, welke inmiddels de hut had bereikt en binnentrad. Het was een woest uitziende kerel van middelbare grootte, met rood haar en een schuwen, steeds ronddwalenden blik. Men noemdo hem Bill, den negendoodcr, waaruit onze lezers kunnen opmaken, dat het geen uitgelezen gezelschap is, waarin wy hen moeten brengen, om met personen bekend te worden, die in ons verhaal een zekere rol hubbon te vervullen. Wel, oude tooverkoll» riep Bill, toen hy binnenkwam, «heb je goed wat voor ons op geschept? Je weet het, de kapitein lust zoo iets en wordt vreeselyk boos, als men zyn smaak niet weet te streelen.» •Boos of niet,' antwoordde de negerin, ,de oude Hat is niet bang voor den levenden satan en dus ook niet voor Mac Donald, ofschoou hy voor zyn persoon tegen tiendui zend duivels opweegt.' Ha, ha, ha lachte Bill, «zoo gevaarlijk zal het wel niet worden. Maar waar mag by bljjven Ik dacht de laatste te zyn en zie dat ik de eerste ben.* Een luid kattengeschreeuw, dat op dit oogen blik werd vernomen, verhinderde Ilat te ant woorden. fAha!' riep Bill, «dat is Steven, de grauwe kater. Ik kea zyn manier om zich aan te kondigen.* Inderdaad trad op 't volgende oogeeblik, miauwend als een kat en even zoo sluipend een aieuwo ^asl binnen. tAl had hy schelletjes aan zjja voeten, dan zou men hem nog niet hooren,* voegde Bill •r by. En deze aanmerking was waar, want de grauwe kater, zooals men hem noemde, gleed in weerwil van zyn plomp schoeizel zoo zacht en zonder geruisch te maken over den vloer, dat men gevoegelijk hem voor zyn eigen schaduw zoude kunnen honden. Bill was ia lichamelijke betrekking het tegendeel van zyn kameraad Steven. Bezat eerstgenoemde een brutaal, stoutmoedig voor komen een gedrongen, gezette gestalte en somber rollende oogen, met uitdrukking van eene wreede, bloeddorstige ziel, in het gelaat van den grauwen kater lag daarentegen een gluiperige, valsche geslepenheid, een loerend afwachten, een stille vastberadenheid, die zonder gedruisch en op omwegen het beoogde doel trachtte nader te komen, dat Bill, den negendoodcr, met een niets ontziend ruw geweld langs den kortsten weg poogde te be reiken. Steven wenschte met zoetsappige, halfluide stem zyn kameraad en de kasteleines «goe den avond» en was, eer men er erg in had en het kon voorzien, bjj den haard, waar hy zich van een stuk vleesch, dat door de vrouw nit den ketel genomen was, meester maakte en met den eetlust van een uitge- hongerden wolf verslond. Hy beantwoordde het razen en tieren van de oade negerin met een grynzenden lach, alsof de vloed van vloekeu eu verwenscliingen, die zy over zyn hoofd uitgoot, hem niet aanging. Dit maakte de oude Hat hoe langer hoe prikkel baarder en zy begon al heftiger te worden totdat Bill or tusschen kwam. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1899 | | pagina 1