KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen Extra Nommer. Het Spookhuis. Ho. 2833. Zaterdag 7 April 1900. 28sto Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 69. De groote Visschers-Vlootrevue VOOR H. M. do Koningin. Onderscheidene bladen hebben bjj grootore of kleinere berichten omtrent dit grootsche plan iets gezegd, doch het is steeds by hel maken van onderstellingen gebleven. Thans melden wjj uit officiéél e bron, dat H. M. de Koningin een Vlootrevue van visschersvaar- tnigen ia aangoboden door de Yisac hors- bef olking zelve. Hieronder zjjn ook begrepen onze Zeeuwen, want ook deze pro vincie telt reeds tal van afdeelingen der Nederlandsche Visecherjj-Vereeniging. Tot juist begrip van dit een en ander gevoelen we ons vorplicht in cene ruime beschouwing te treden. De Nederlandsche Visschery-Vereeniging, geconstitueerd in haro eerste algemeene ver gadering 21 en 22 December 11., mag, niet tegenstaande hare recente vorming, zich ver heugen reeds op een krachtig en machtig standpunt te staan en do kleine visscherman, zoowel als de groote handelaar, zal in haar een uitstekend vaklichaam vinden. Vooral de belangen van den kleinen tobber zullen door haar ter harte genomen worden. Onder do energieke leiding van haren jeugdigen Directeur, tevens de grondlegger van dezen machtigen bond, die gedurende ruim twee jaren met de meeste inspanning en rusteloozen jjver tot hare vorming heeft ge arbeid, kan het niet anders of deze vereeni- ging zal zeer zeker hare stem in de visscherjj- aangelcgenheden doen hooren, vooral daar haar kern uit vakmannen is samengesteld. Neerlands visseherij was eertijds een goud mijn en ons land putte in ruime mate daaruit. Niettegenstaande haar jaarlyksche omzet nog millioenen bedraagt en zjj nog steeds de derde tak van ons volksbestaan vormt, is haar de belangstelling grootendeels ontvallen en Re geering en belanghebbenden hebben haar den laatsten tijd stiefmoederlijk bedeeld. (Tot juist begrip hiervan leze men de brochure .Neerlands Goudbron', uitgever de heer M. L. C. Pool "te-Alkmaar.) De .Enkh. Ct.* schrijft hierover het vol gende «Dat moet anders worden en het kan zulks ook, als slechts allen belanghebben den en belangstellenden zich scharen onder de vaan der nieuwe Vereeniging. De heer J. Zwier Visser heeft een kloeke en manne lijke da*d verricht, door li aar met ontzaglijk veel moeite en kosten tot stand te brengen. Ofschoon nog jong heeft hij getoond een open oog te hebben voor de nooden en be hoeften der visschers. Hjj heeft gewerkt en gestreden met ongelooflijke kracht, maar hjj heeft tot dasver glansrijk overwonnen. Hjj js een man oit één stak, die weet, wat hjj wil, en rechtstreeks op zyn doel afgaat. En als na verloop van tjjden de visscherjj weer genoemd kan worden .Neerlands Goudmjjn*, dan zal hjj zich «en eerezuil gesticht hebben in het hart van iederen Nederlander, die be lang stelt in de welvaart van het Vaderland en zjjne bevolking. Zwaar en gewichtig is de taak, door den heer Zwier Visser vrjjwillig op de schouders genomen, maar schoon is de kroon, die hangt aan het einde der baan. Wjj wenschen hom nog lang lust en gezondheid en krachten toe om zich aan de moeielyke taak te wjjden, wij hopen, dat hij steeds steun moge vinden by de leden der «Nederlandsche Visschery-Vereeniging*. Wjj vinden het een edel pogen, dat de nienwe Vereeniging onmiddellijk de hand aan den ploeg geslagen heeft met de oprichting van een pensioen- en weduwen- en weezen- fonds. Wat toch is in onze dagen het lot van don visscherman Helaas immers, hoe menigeen wordt niet het offer der zee, hoe menig huisvader vindt niet zyn graf in de golvcD, worstelende tegen de elementen, zoekende voor vrouw en kind •en schamel stnkjo brood. Eenige oproepingen en roerende smeekbeden in de dag- en weekbladen, om hulpe voor de achtergelatenen, om te trachten het lot der troostelooze weduwe en arme weezen te ver zachten, is gowoonljjk het slot van deze zich steeds herhalende geschiedenis. Dat iahet lot der toekomst in de visschers- wereld 1 Welk (w lijdenskelk Na den hardnekkigen strjjd om het bestaan, moet voor zjjn achterblij venden gebedeld wor den, zullen zjj niet der bitterste armoede, zoo niet honger en gebrek zijn prijsgegeven. Als hjj niet eerder zijn graf in de golven gevonden heeft, dan breekt eerlang de tjjd aan dat hjj oud en stram geworden, zijn schuit in den steek laten en een landrob worden moet. Al is de zee zyn graf niet geworden, het is toch meermalen het slagveld geweest, waar bij invalide en voor de verdere uitoefening van zjjn beroep ongeschikt werd. Men zou haast vragen, wat ware beter geweest? Een vroegtijdige dood in de golven, ofeenhoogen ouderdom met veroordeeling tot den bedelstaf. Do zee was zijn element, daar won hjj zjja schamel stuk brood. Daar verdiende hjj te veel om te sterven en te weinig om te leven, althans veel te weinig om iets over te houden, teneinde zich een onbezorgden levens avond te kunnsn verzekeren. Overgelaten aan het medelijden zjjner mede- menschen dat vaak doof en blind is en tevergeefs wordt ingeroepen sleept hij een allerellendigst kommervol bestaan voortmen beschouwt hem als een lastpost voor de maat schappij en de zjjnen. Voor zulk een man is hst denkbeeld van een kalmen tevreden ouden dag, een ware bespotting. Tot aan het graf, waarin hjj levensmoede verzinkt, bljjft hjj een voorwerp der liefdadigheid, een bedeelde tot aan zjjn jongste uur. Een droevig eind nietwaar, van een zoo werkzaam, onvermoeid en vermoeiend leven. Terecht zegt de stichter van bovengenoemde fondsen in zjjne brochure dan ook Is dan, visschers, de zee niet een eervoller ljjkkleed dan het doodsbed, dat de openbare liefdadigheid U spreidt? O, zeker een pensioen-, weduwen- en wee- zenfonds is een der eer6te behoeften voor de jeugdige Vereeniging. En wie heeft geen medelij met de honder den weduwen en weezen, die treuren om het verlies van man en vader, die niet weten, hoe van den eenen dag op den anderen te komen en voor wie de openbare liefdadigheid ingeroepen moet worden Is het dan voor den grondlegger dezer zaak geen rjjke gedachte het fondament te hebben gelegd voor een heerlijk gebonw van men- schenliefde en hulpbetoon, waarin en waar door een groot aantal armen en behoeftigen, weduwen en weezen hnlp vinden on leniging van de pijnen en de wonden hun door de wreede golven der zee geslagen." Met kracht wordt door deze vereeniging elk middel aangewend om de visscherswereld uit haren dommel te wekken. Onze visschers wenschen Vorstin, Regeering en Volk een beeld te geven van de macht en belangrijkheid onzer visacherjj, zjj wen schen Koningin en Volk van hunne oprechte trouw en warme vaderlandsliefde te doen bljjkon. Zou er warmer bljjk van innige trouw aan ons Oranjo-stamhois gegeven kunnen worden dan door deze grootsche demonstratie Zou onzer Koningin waardiger hulde ge bracht kunnen worden dan door deze reus achtige vrodosvloot, vooral nu dit huldebetoon op particulier initiatief zoo heilig rust en het verzoek aan Hare Majesteit ontbloot is van eenigen dwang of pressie, geen reiner hulde, dan die uit de kern onzer gansche visschers- bevolking, uit den boezem van ons vrjje vis schers volk opstijgt. En wordt deze hulde nog niet zooveel warmer, door de schoone herinneringen uit onze geschiedenis, die ons trouw visacheravolk zoo nauw met Oranje binden Trotsch kan Ne derland dan ook op zjjne visscherszonen zjjn en hulde brengen wjj aan hen, die Kroon en Land zoo trouw zjjn, op hoogen prijs stellen wjj der visschersbevolking warme vaderlands liefde. Even trotsch als wjj Nederlanders op onze visscherszonen zijn even trotsch mag de grondlegger op zjjn werk nederzien en strekt het hem tot hooge eer, den standaard geplant te hebben voor dit grootsche volk. Ja trotsch mag hjj er op zjjn aan de spits te staan van zoovele honderden wakkere bonten, mannen nit liet edelst Nederlandsche metaal gegoten. Spoedig hopen wjj H. M. besluit te kun- neu mededeelen, opdat bjj eventueel toestem men en Hoogstdczelver bewilliging aan der visschers eerbiedig verzoek, wjj de plannen en ontwerpen, der te houden vlootrevue kun nen mededeelen, dip in de respectievelijke af deelingen loor den Directeur reeds zjjn uit eengezet. Hjj is door het Hoofdbostuur en de de Algemeen© Vergadering dan ook benoemd tot leider dezer grootsche manoeuvre. Zeker kunnen we mededeelen dat bjj het tot stand komen der revue onze hoofdstad de eer zal genieten de vredesvloot nog dit voor jaar voor hare wallen te zien, want Pampus is aangewezen als revueplaats. Moge zjj vooral medewerken tot het welslagen dezer grootsche plannen. Hoordbcpallnacn der Leerplichtwet. (Zooals zij door de 2e Kamer is aangenomen). 1. De ouders zyn verplicht hun kin deren naar school te zenden of h u i s o n- d e r w ij s te geven. 2. Do Overheid heeft uit te maken of het schoolbezoek geregeld plaats vindt, zooals de wet voorschrijftindien een kind niet meer dan twee schooltijden gedurende twee achter eenvolgende maanden verzuimt, staan de ouders niet schuldig. 8. De 1 e e r t jj d wordt door deze wet voorgeschrevenzes jarenvan het 6e of 7e tot het 12e of 13e jaar. 4. Het huisonderwijs wordt aan re gelen onderworpen, zoodat de ouders daarom trent niet vrji zijn. Met gemoedsbezwaren houdt de Overheid rekening. Ouders, die tegen het on der wys op alle binnen den afstand van 4 kilometer van de woning gelegen lagere scholen overwegend bezwaar hebben, worden vrijgesteld van den schooldwang. Ook bezwaar tegen de vaceine ontheft van de verplichting. 6. Deze gemoedsbezwaren gelden evenwel niet, wanneer de ouders den burgemeester hunner woonplaats daarvan geen kennis hebben gegeven, terwjjl deze kennisgeving na verloop van 12 maanden opnieuw moet worden inge diend bovendien moet die kennisgeving ver gezeld gaan van een schriftelijke verklaring der ouders, dat zy lmn kinderen voorloopig liever van onderwjjs verstoken laten, dan ken aan een der scholen toe te vertrouwen, terwjjl die verklaring, om geldig te zjjn, ook de hand- teekening van den arrondissemenU-schoolop- ziener moet dragen. 7. Door den arr.-sehoolopziener kan buiten de vacantie aan kinderen een verlef van zes weken wordea gegeven voor veldarbeid, mits die kinderen 10 jaren oud zjjn en in de laatste zes weken de school geregeld hebben bezocht en derhalve niet zes schooltijden om niet gel dige redenen hebben verzuimd. De gemeenteraad bepaalt den tijd van verlof voor veldarbeid, zoo voor openbare als bjjzondere scholen. De ouders moeten dat verlof voor hunne kindoren bjj den schoolopziener aanvragen. 8. Hoofden van scholen kunnen aan kin deren verlof geven voor ten hoogste 10 schooltijden in 28 dagen, mits om geldige redenen. Op hen rust de verplichting a. na te gaan of een kind om geldige re denen van school blijftvan onwettig school verzuim moet het hoofd terstond kennis geven aan den arr.-schcolopziener b. vóór 22 Januari van elk jaar een in duplo alphabetische ljjst op te maken van de op den 15 Januari schoolgaande kinderen der openbare en bjjzondere scholen, met opgave, van leeftjjd enz. c. op die ljjst aanteekening te kouden van de toelating en de afschrijving van kinderen vorder van iederen verzuimden schoolljjd, met vermelding van redenen van verzuim. Overtreding van deze verplichting straft hot schoolhoofd van f 5 tot f 50 en f 100. d. een dezer lijsten zendt hjj in bjj den arr.-sehoolopziener vóór 1 Februari e. aan den arr.-sehoolopziener wordt ie dere w e e k de in de aigeloopen week ge maakte aanteekeningen gezonden, onderteekend ook door den klasse-onderwjjzer. 9. Alle gemeenteraden moeten steeds voor den tjjd van 9 maanden een of meer commis sies tot wering van schoolverzuim benoemen, waarin zitting moeten hebben ouders van schoolgaande kinderen, openbare en bijzondere onderwijzers en inwoners der gemeente. De arr.-sehoolopziener maant de ouders of voogden bjj het eerste willekeurig M:''oolverzuim hunner kinderen of pupillen, sciinttelyk aan, zoo spoedig mogelijk uuu do verplichting der wet te voldoen. Ieder tweede verzuim stelt hjj in handen van bovengenoemde commissie, die de onders voor haar laat komen. Bljjkt de invloed der commissie vruchteloos, dun treedt de arr.-sehoolopziener weder op en be paalt de wet gevangenisstraf of geldboeten van hoogstens f 15 tegen de wedorspannige ouders. 10. Verplicht zjjn alle gemeenteraden ge legenheid voor herhalingsonderwjjs te geven, doch de verplichting bestaat niet voor de ouders hun kinderen van dio ge legenheid te doen genietcD. De wet kent den gemeenteraden de be voegdheid toe, voeding en kleeding te verstrekken aan behoeftige schoolgaande kinderen, of subsidie te verleonon. ter bevor dering van het schoolbezoek een en ander te regelen bij algemeeno maatregelen van bestuur. SIËI UiTIJ IM ii E\ HELDER, 7 April 1900. Door de Directie der Marine alhier is gisteren aanbesteed Bestek No. 1. Het verrichten van on derhoudswerken aan gebouwen, spoor baan #n aanlegsteiger op Wieringen. Ingekomen 13 biljetton, als van de heerenC. Kroon, Wieringen, f5200; G. Timmerman, id.,f 4850 J. Hermans, id., f4610; C. Quak A. v. Pelt, Helder, f4600; M. J. Poel, Wieringen, f4590; G. Laagland Wiuder, Helder, f 4500L. Klein, id., f 4300 H. Wyker, id., f 4300 D. de Vries, id., f4236; A. Bos, id., f4148; W. de Jong, id., f4100; Gebrz. v. Pelt, id., f4089; C. Boon, id., f4025. Beztek No. 2. De voortzetting der werkzaamheden tot het vernieuwen van standvinken en zakgoten van de sloepenloodsen op 's Rijkswerf te Willemsoord en daarmede in verband staande werken. Ingekomen 15 biljetten, als van de heeren W. Lammere f 9527 G. Schel- linger f 9418 J. J. Schoeffelenberg f 9390 J. Spruit f9180; W. de Jong f9050; A. Krijnen f9010; H. Wjjker f8997; J. Duinker f8950; Gebre. v. Os f8950; Gebrs. v. Pelt f8914; J. F. Philips f8910; C. Quak en A. v. Pelt f8850; L. Klein f8850; G. Laagland Winder f8600; D. de Vries f8477. Het nog kort geleden opgericht# Mannenkoor Onderling Genoegen" gaf Donderdagavond een feestelijke bijeenkomst in 't Centrum", waar de talrijk opgekomen introducé's met dit gezelschap konden kennis maken. Die kennismaking is be paald een zeer aangename geweest. Nadat de President, de heer C. Wijn, de genoo- digden hartelijk welkom had geheeten en in korte trekken het ontstaan van Onder ling Genoegen" had geschetst, ging men over tot de uitvoering van het programma Het koor, hetwelk over verscheidene goede krachten beschikt, zong. onder leiding van den directeur, den heer W. Wernecke, een vijftal liederen, die (den korten studietijd in aanmerking genomen) goed voldeden en vrjj zniver met de noodige accentuatie werden voorgedragen. Ook de solo voor tenor was niet onverdienstelijk. Deze zangnummers werden aangevuld door instrumentale muziek, gegeven door de heeren J. Dol, J. D. Henning, Wernecke, Latenstijn en Van Roon. Niets dan lof over hetgeen zij ten beste gaven. De dood- sche stilte onder de uitvoering, het daverend applaus na afloop waren daarvan de duide lijkste bewijzen. Ter afwisseling hielden eenige heeren komische voordrachten, die iusgelijks zeer in den smaak vielen. Tot slot had een bal plaats. Blijft de geest in dit Mannenkoor, zooals die zich Donderdag avond openbaarde, dan gelooven wij met den Voorzitter, dat het een goede toe komst tegemoet gaat. Eerste Kamer. In de zitting der Kamer van gisteren is* met algemeene stemmen op 1 na, goed keuring gehecht aan het tractaat betreffende de instelling van een Hof van internatio nale arbitrage te 's Gravenhage. In deze zelfde zitting is de conclusie der commissie in zake den vischafslag te IJmuiden welke conclusie wjj gisteren hebben mede gedeeld zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. De Minister van Waterstaat ad zich bij de voorafgaande discussie er mede vereenigd. De aanslag op den Prins van Wales. Uit nadere bijzonderheden, die de Belgi sche bladen over den aanslag op het leven van den Prins van Wales bevatten, bljjkt, dat een student uit Leuven, die den stati on-chef te hnlp snelde, toen deze den jon gen Sipido trachtte te overmeesteren, in de worsteling een der kogels uit de revolver in de hand kreeg. Toen de jongen was weggeleid, was er een andere student, die de revolver van den grond wilde oprapen. Men zag hem voor den moordenaar aan en het publiek gaf hem een ongemakkelijk pak slaag. De prins zelf moet weinig geschrikt zyn. Volgens de »Ind. Beige" was hij te Leu ven, een half uur later, druk bezig met een van zijn secretarissen kaart te spelen. De prinses moet wel geschrikt zjjn. üe procureur-generaal te Brussel heeft dadelijk na den aanslag naar alle stations, waar de prins van Wales langs moest ko men, geseind, bijzondere voorzorgsmaatre gelen te nemen. Te Luik, waar de trein ruim een kwartier had stil te houden, stond een groep menschen, die op een afstand werden gehouden, en die herhaaldelijk Leve de Boeren Weg met Chamberlain riepen. Het bericht van den aanslag was toen te Luik nog niet bekend. De Parijsche Herald" weet mee te deeleu, dat reeds vele Brusselsche bladen van hun abonné's brieven ontvingen, waarin zy aan sprakelijk worden gesteld voorden aanslag wegens hun Bóeren-sympathieën en dat de bladen een aantal abonné's verloren De indruk, dien het nieuws van den aan slag in het buitenland maakte, moet, te oordeelen naar hetgeen wy daarvan in an dere bladen vinden, een van verontwaar diging zyn geweest, 's Avonds te acht nor vernam men het te Londen. Men riep Goddank, hij is gered 1" en andere uit roepen, waarnit bleek, dat de menschen overtuigd waren, dat de aanslag het gevolg was der anti-Engelsche agitatie derfiuro- peesche bladen. (Een vijftienjarige blikwer- ker, die Enropeesche bladen lee6tIn de schouwburgen zong men »God zegeneden prins van Wales". In Kopenhagen bracht de kroonprins zelf het bericht vau den aanslag aan koning Chris tiaan. De politie nam extra maat regelen voor de veiligheid van den prins van Wales; alle vreemdelingen werden scherp nagegaan. De Duitsche keizer, evenals de Czaar en de Czarina, zonden telegrammen aan den prins van Wales. BRUSSEL, 5 April. Een jongmensch, Meert genaamd, is in hechtenis genomen beschuldigd vau medeplichtigheid aan en aanstoken tot den aanslag op den prins van Wales. Meert heeft de revolver aan Sipido verkocht. Nog andere jonge men schen worden opgespoord. De prins zette Woensdag zyn reis verder zonder ongeval voort, maar te Aus en in Loik, waar de trein stilhield, riepen de menschen op het perronLeven de Boeren Weg met Chamberlain I" De Oorlog in Zuid-Afrika. Dot schijnt dat de Boeren inderdaad pogingen doen om lord Robert's leger te omsingelen. Het blijkt dat de Britsche bevelhebber aan drie zjjden, in het Westen, het Noorden «n het Oosten, sterke Boe- reuafdeelingen tegenover zich heeft en de >St.andard" meldt thans dat in het Zuid westen van Bloemfontein een Boeren-com- mando is gezien dat klaar bly kei ijk op den spoorweg naar Kaapstad aantrok. De Boe ren strjjd machten zyn versterkt door de Engelsche bladen erkennen dit zelf de meeste Yrystaters, die zich te voren aan lord Roberts hebben zonderworpen" en hun wapens hebben ingeleverd. De hoeven zjjn overgelaten aan de zorg van vrouwen en bedienden en de mannen en jongens hebben de achtergehouden Mausers opgenomen om den Engelschman te be vechten. Om Springfontein zjjn Boerenpatrouille» gezien en op officieele inlichtingen, dat de vijand uit het noordoosten een aanval op de stad zou doen, werd Maandagavond het garnizoen onder de wapens geroepen. Er gebeurde echter niets. Het nieuws van Mafeking is oudertos- schen goed. De laatste berichten van Ma feking waren van 27 Maart en toen sprak kolonel Baden Powell de vaste hoop uit dat zjj zeer spoedig ontzet zonden zyn, terwijl hy berichtte dat de belegeraars den moed lieten zakken en de schansen ver lieten. Er waren nog wel belegeraars out de stad, doch die schoten weinig en sinds het be; i van het beleg hadden zy het zoo gei.kkelyk niet gehad. Kolonel Plu- Ie van het Noorden. Nn is ko- imer genaderd en de aanval dien ag laatstleden ondernomen heeft, ;ware verliezen afgeslagen, terwjjl de kolonel vau Mafeking heeft kunnen be merken, dat zjjn belegeraars het beleg nog lang niet hebben opgegeven. Het ia echter te hopen, dat de Boeren Mafeking ten onder zullen kunnen brengen vóór de leger macht van sir Frederick Carrington op het terrein van den strjjd is aangekomen, Daartoe hebben zij nog 6 weken den tijd, daar het volgens de berekeningen der Engelschen nog miustens 6 weken zal duren voor generaal Carrington met zjjn 5000 man strjjdvaardig in Rhodesië staan. Handelsblad e Volgens den correspondent van de Daily News" te Pretoria liet Plumer in zyn laatste gevecht met de Boeren, slechts 10 kilometer van Mafeking, twintig dooden en negentien gewonden, waaronder ette lijke officiereu achter. De correspondent van de Daily Mail" te Bloemfontein meldt dat Clements' divisie zesduizend man sterk ten noorden van Bloemfontein kam peert na een marsch van vjjftien dagen. Laffan seint uit Bloemfontein dat er in den omtrek 20,000 Boeren liggen, die aanhoudend versterkingen ontvangen. Pa trouilles Boeren zyn gezien 16 kilometer ten westen van Bloemfontein. Een telegram van den 4den uit Wepe- ner aan de Times" meldt dat het er naar uitziet alsof de Boeren Wepener ingeslo ten hebben. Geblindoekte Boeren van buiten brachten de volgende sommatie over: »Ik ben hier met etteljjke duizen den Boeren en sommeer u om u onmid dellijk over te geven, teneinde noodeloos bloedvergieten te voorkomen. Generaal Banks." De Engelschen gaven de geblind- doekten de volgende boodschap me8: »Wjj hebben niets to antwoorden." In den Vrljsfaat. 1000 Engelschen gevangen. LONDEN, 6 April. (R.-0). Lord Roberts seintDrie conipag- niën infanterie en twee compagniën bereden infanterie zijn bjj Riddersburg ten oosten van het station Bethanie door de Boeren omsingeld, die sterker in aantal waren en 4 of 5 kanonnen bjj zich hadden. Zoodra Roberts van het gebeurde bericht had, zond hij generaal Gatacre uit Dwergfon tein naar Riddersbnrg en verder de Ca- meron hooglanders uit Bloemfontein naar Bethanie. Toen Gatacre op de plaats van het gevecht kwam, kon hjj geen inlich tingen krijgen omtrent de vermisten. Zon der twijfel is het detachement krijgsge vangen gemaakt. ZFJH UXXjXjETOlsr. U) Ga hoen, zeg ik u riep de onde dringend. «Ik blj)f,* hernam Capitola. .Hoe sou ik in zulk een hondenweer kunnen vertrekken? I» 't kuis dan voer mjj gevaarlijker dan de bliksem en do orkaan, die de hoornen neer- smakt als een riet. Ik kan niet gelooven, dat ik gevaar loop in de woning van een oid-miliuir. En was 't soo, ik trotseer elk gevaar I' .Welke stoutmoedigheid en welk een dolle moed fluisterde de oude Dorkey by sichzelf. «Juist hem, zjjn trouw evenbeeld, wat de wilskracht betreft!' En weer begon zy het meisje «te beschouwen. Capitola zag, dat Dorkey in gedaohien ver zonken was en vergat, dat ze nog in de kille buitenlucht stonden. Daarom herhaalde ze hare vraag om binnengelaten te worden. Ook voor Gyp vroeg ze oen stal, omdat 't arme dior rilde van 't nat en de koude. (Wilt ge dan absoluut hier bljjvenvroeg Dorkey nogmaals. .Goed, ik zal u binnen laten, ofschoon kapitein Lenoir er niet van houdt, dat vreemde personen in zjjn huis overnachten. Hjj is niet hier," voegde zjj er bjj, anders kon het toch niet gebeuren.* .Is de kapitein op reis?* hernam Capitola, zichtbaar teleurgesteld, .het ware mjj aaugc- naam geweest, hom te zien, want ik verlang reeds laag kennis te maken met mjjn bitter- sten vijand, dio mjj haat, zonder dat ik weet priurom. Maar vooruit au, Dorkey, laat mjj niet langer hier in de koode staan ge ziet, dat ik dooi nat ben. Breng mjj bjj uwe jonge meesteres, «Wjj hebben hier geene meesteres,* hernam de oude, .miss Clara is de pupil van den kapiteinzjj staat onder zjjn gezag en heef; ons niets te bevelen,* .Met je eeuwig gezwets!* riep Capitola, met de voeten stampende, .wil je mjj eindo- ljjk bjj miss Clara brongen ,Hoo barsch en hoe opvliegend,* bromde Dorkey, terwjjl ze belde, waarop een neger verscheen, die dea ponny wegvoerde. Zjj leidde nu Capitola een breeden steenen trap op naar de eerste verdieping en daarna door een lange gang tot aan een deur, waar voor ze staan bleef. «Miss Clara Day noemt men het meisje vroeg Capitola. .Ja, zoo heet ze ga maar binnen Dit zeggende opende zjj de deur en riep Miss Capitola Black van Warfieldshouse, die u bezoeken wil, miss Day.' Ze sloot achter Cap de deur en liet beide meisjes alleen. Capitola kreeg een gevoel van modeljjden, als ze do toere jonge dame zag, jn wier schoone gelaatstrekken de bitterste droefheid te lezen was. Ook het vertrek maukte een droefgcestigen indruk de zware donkere meubels, de vaste gordjjnen, hot zwarte vloer- bed, alles scheen er op berekend, om de be woonster nog treuriger te stemmen. «Miss Day," zei Capitola, die voor de eersto keer »»n h*ir leven een weinig weifelend in hnnr optreden wnn, .ik vreee re«r onbescheiden te «jjn, door onaangemeld b(j n te .ereebijnen en u wellicht lastig te vallen.' .Toch niet, miss Capitola," hernam Clara met hare liefelyke, welluidende stem. ,Gjj zjjt welkom en ik dank n, dat ge mjj in mjjne eenzaamheid komt bezoeken. Maar, o Hemel wat zie ik Gjj zjjt doornatde storm heeft n zeker verrast. Kom mee in mjjne kamer, daar kunt ge droge kleeron aantrekken we zjjn zoowat even groot." Capitola nam het vriendeljjk aanbod met grootcn dank aan en volgde Clara. Weldra droeg Capitola een hemelsblunw kleed, dat haar paste als ware het voor haar gemaakt en zeer afstak bjj de rouwkleeren van Clara. »U schjjnt een smartelijk verlies geleden te hebben, lieve miss vroeg ze medeljjdend, waarna haar Clara mededeelde, dat ze 't on geluk had gehad haar vader te verliezen. Het gesprek werd ongedwongen en weldra voelden de twee meisjes zich tot elkander aangetrokken door hun verschillend karakter. Capitola bewonderde het echt vrouwelijk karakter van Clara, en deze benjjddo bijna de nicht van majoor Warfield, om haren levenslust en vastberadenheid. Het onderhoud werd gaandeweg vertrouwe- ljjker, zooals dit onder meisjes van geljjken leeftjjd meestal plaats heeft, eu geen uur waren ze bjj elkaar of de vriendschapsband was reeds nauw toegehaald en zjj zwoeren elkonr houw cn trouw jegens hun gemeen- schappcljjken vijand. .Ik zal u recht dikwijls bezoeken, lieve Clara,* zei Capitola, terwjjl ze do hand harer nionwe vriendin innig drukte. .Gjj moet mjj dun alles vertellen, wat u drukt, ik zal ook geen geheim voor u hebben. Wij willon elkaar als zusters beminnen, want ik ben blij u gevonden te hebbennn ben ik niet meer alleen.' Clara verzekerde haar eene warme vriend schap, toen ze door een nieuw bezoek ge stoord werden. Een slank gebouwd heer met een bleek gelaat, ongeveer vjjf-en-dertig jaar ond, trad binnen. Weelderig zwart haar en een volle baard van dezelfde kleur omljjsltea de niet |eeljjke gelaatstrekken van den man, in wien Capitola op 't eerste gezicht den ruiter her kende, dien zjj eens op een wandelrit ontmoet en die haar naar huis vergezeld had. Mjjn neef, de heer Cru ven Lenoir, stelde miss Day hem voor, .miss Capitola Black.* .O, we zijn reeds oude bekenden,* hernam hjj met een hoffelijke buiging voor Capitola. .Of zou miss Black zich die ontmoeting in het bosch niet meer herinneren, die mjj 't gonoegen verschafte, haar naar huis te ver gezellen «Wel zeker, mijnheer,* zei Capitola, ,e«n riddcrlykeu dienst vergeet men niet licht, bjj- zonder wanneer hjj, die hem bewees, vertrok zonder zyn naam te noemon.* Deed ik dat?» lachte Oaven, in een leunstoel plaats nemend. Hjj zette het gesprok voort op dien gemakkeljjken toon, eigen aan mannen, die de wereld kennen. Nu eens richtte hjj 't woord tct Capitola en dan tot Clara. Op de eerste trachtte hij een gunstigen indruk te maken Clara bowecs hjj een eerbiedige en tevens teedoro opmerk zaamheid. Als scherpe opmerkster had Capitola dade- ljjk gezien, dat hjj zich om den gunst dor jonge miss bemoeide, doch zonder vcol succès naar 't scheen. Op Capitola maakte Lenoir een onverschil ligen indruk. Zy vond, dat hjj goed kon praten en nette manieren had, zooals men dat van een man van zjjn stand kon verwachten. Het gesprek liep over alledaagsche zaken, voornameljjk over het weer, waartoe de storm eene gepaste gelegenheid aanbood, die nu met een helsch geweld woedde. Aan terugkeeren naar Warfieldshouse kon Capitola niet den ken; ze nam daarom ook de uitnoodiging van Clara aac,_om te overnachten, ofschoon haar arme oom zeker in angst en ongerustheid zou zitten. Na het souper, waarop Craven Lenoir hen uitgenoodigd had, begaven zich de twee meisjes weer naar Clara's kamer, om nog een paar aartjes ongestoord te kunnen pralen. De tjjd vloog om on 't sloeg elf uur, toen Clara de nicht van den majoor naar hare kamer bracht. Capitola was niet zeer slaperig. Zjj ge voelde eene soort bjjgeloovige vrees, die zjj niet kon overwinnen. Ze dacht weer aan de zonderlinge verachjjning, dio zich bjj haro aankomst aan 't raam der bovenste verdieping vertoond had en, o wonderhoo meer zjj er aan dacht, hoe levendiger zjj zich ver beeldde, die witte gedaante nog ergens gezien te hebben. Zjj meende die bleeko trekken, die pjjnlijke uitdrukking van dat schoon gelaat, die golvende zwarte haren reeds te kennen doch wie was die persoon Waarvan deze waan Hoe dat gezichtsbedrog te verklaren Want dat het niets anders was, stond bjj haar vast, ofschoon zo had durven zweren, dat de verschijning haar niet vreemd was. Om zich niet langer met deze gedachten te kwellen en er een andere richting aan te geven, begon Capitola hare kamer eens goed rond te zien. Voor alles keek zo eerst onder haar bed, want sodert den nacht, dat ze er drie bandieteD onder ontdekt had, hield ze olken avond die kleine inspectie. Haar tweede blik gold de wanden der kamer, doch wie beschrijft hare ontzetting, toen ze wederom die witte gedaante ontdekte, waaraan ze nog zoo pas gedacht had. Bjj al hare kloekmoedigheid, die Capitola reeds in menig geval op de proef gesteld had, beefde ze over tiaar gehcele lichaam en moest ze de leaoing van een stoel grijpen, om niet te vallen. Zo was op 't punt van bewuste loos te worden, doch met bowonderenswaar- digen wilskracht overwon zjj hare zwakheid en beschouwde opnieuw de witte gedaante, die onbeweegljjk dicht voor den muur stond. Capitola bemerkte nu eerzt, dat het een beeld was: het levensgroot portret oener jonge vrouw, dezelfde, die Capitola aan het raam gezien en in de omstreken als het spook van het Spookhuis" bekend was. Het beeld was in levensgrootte voorgesteld en kon dus ge makkelijk het zinsbedrog te weeg brengen, te meer daar 't vertrek slechts karig verlicht werd door ccne kaars. Capitola ging naderbjj, om het portret beter te beschouwen. Weder om had zo het gevoel iets bekends te zien in die bleeke trekken, dio melancholische uit drukking van dat schoon gelaat en den wee- moedigen glimlach om den fijnen mond. Het doek moest geschilderd zjjn, toen hot origineel nauwelijks zeventien jaar oud was. Doch welk een zonderlinge gedachte van den kynstenaar, om aan het portret znlk een spookachtig uitzicht tc goven. Waartoe dat lang golvend kleed, dat als een ljjkkleed van do schouders hing Waarom die loshangende zwarte haren en dio blauwachtige tint om de gestalte Capitola kon dit raadsel niet oplossen. Ze bleef lang in gedachten voor het doek staan, totdat de slagen eoner klok haar deden op schrikken. Het was middernacht. ,Ha, het uur dor spoken I* fluisterde zo onwillekeurig bevond. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1