KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder9 Texel en Wieringen Het Spookhuis. No. 2833. Woensdag 11 April 1900. 28ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn". 59. lilt het Buitenland. In oen der Franscho bladen werd onlangs de vraag gesteld Hoe zal het in den aan staanden zomer te Parijs op de aldaar ter gelegenheid der wereldtentoonstelling te honden Congressen toegaan, als daar natnnrlijk ook Engelschen in grooten getale zjjn te wachten Zal het b. v. mogelijk zjjn, dat Hollandsche en Engelsche afgevaardigden op zulk een Congres als vredige en verstandige menschen, gemoedelijk overleggend, eensgezind naar één hetzelfde doel zullen streven? En dat terwijl Engeland nit volle Bjmpathie, ook van de Engelsche congresleden, zijn legers aanvoert tegen de Boeren, met wie de Hollandsche afgevaardigden zich één voelen één van stam, van taal, van karakter 1 En dat de Franschen, dio beider gastheeren zyn, den oorlog in Znid-Afrika evenzeer verafschuwen, en met de omzittende Dnitschers, Amerikanen, Bussen en Portugeezen van harte hopen op der Boeren zegen praal Daarop wordt ge antwoord, dat wy zijn beschaafde negentiende eenw8che menschen, die den Engelschman niet persoonlyk verantwoordelijk stellen voor de, overigens zeer afkeurenswaardige daden der Ilegoering. Men heeft op zulk een Con gres in den afgevaardigde van de overzijde van hot Kanaal een lid der bijeenkomst te zien niet den r o o i n e k. Men moet aan nemen, dat een Engelschman en dan ook een Engelsch afgevaardigde op zulk een Con gres ieders achting verdient als braaf en eerlyk man, al is hij het eens met zijne 'Re geering, al acht hij de vernietiging der Boeren republieken noodzakelijk, al keurt hjj goed, wat daar in Zuid-Afrika geschiedt. En al neemt men nu aan, dat bij dezen laaghartigcn roofoorlog geen groot beginsel, zelfs niet 't belang van 't Engelsche volk, ten grondslag ligt, maar dat enkel de jacht van geldzuchtige aandeelhouders naar de rijkdommen van de goudmijnen en diamantvelden van Transvaal dezen oorlog heeft veroorzaakt, toch zal men by nader inzien moeten erkenneD, dat een aantal Engelschen volkomen ter goeder trouw zyn, en dat men hun de achting als mensch niet mag ontzeggen. Voorbeeld hiervan vinden wy in den En gelschman John Ludlow, een der voornaamste Christelijke socialisten, die, in vereeniging met een aantal zijner vrienden, zijn leven heeft gowyd aan de verbetering van maat schappelijke misstanden, 's Mans leven en zyn karakter laten zelfs de gedachte aan onop rechtheid niet toehij verdient de achting en den eerbied van ieder weldenkend mensch. Deze man schreef dezer dagen .Ik verklaar, dat, naar myn inzien, deze oorlog rechtvaardig, noodzakelijk, heilig is dat de toekomst van Zuid-Afrika afhangt van do volledige onder werping der Boeren. Deze twee zoogenaamde republieken zijn eenvoudig Staatjes, waarin door een kleine groep blanken de groote maBsa kleurlingen onderdrukt wordt door blanken, die de sympathie mogen verdienen, welke men aan moedige roovers toedraagt, maar ook niet meer. Ik heb weinig sympathie voor do aan- deelen-kooplui van Johannesburg. Ik heb vol strekt geen persoonlyk belang by deze zaak, en geen halve cent van 't weinigje, dat ik bezit, is in Afrika geplaatst. De volgende week, als ik 't beleven mag, treed ik myn 80ste levensjaar in. Ik schrjjf dus in het aangezicht van den dood". Nu getuigt dit wel niet van Engeland's goed recht bij 'tvoeren van dezen oorlog; de ge- besigde argumenten en de zoogenoemde feiten zjjn zeker onjuist of verbazead overdreven, doch veilig mag men aannemen, dat zoo'n man ter goeder trouw is, al begrypen wy niet, hoe het mogelijk kan zijn, dat hij vóór dezen af- sehuwelyken oorlog pleit. Ofschoon wy gevoe len, dat zjjne vaderlandsliefde hem verblindt, dwingen syn oprechtheid, zyn leven en zyn karakter ons evenwel eerbied af voor zyn persoon. En zóó zullen ar zoovele Engelschen zyn! Reden, om in ons oordeel de noodige bezadigdheid te betrachten. Dit neemt evenwel volstrekt niet weg, dat w y ons innig overtuigd houden van Engeland's schaudelyke huichel- politiek. Onder ontwikkelde personen in Engeland menschen van stand circuleert op 'toogenblik een protest tegen den oorlog met d e Boeren republieken. 't Plan daartoe dateert reeds van November jl., doch de uitvoering werd wegens de herhaalde noderlagen der Britsche troepen eenigen tjjd uitgesteld. Dit merkwaardig pro test vangt volgenderwyze aan: .Het feit, dat de oorlog wordt voortgezet, ontheft hen, die meenen, dat hjj kan en moest worden vermeden, niet van den plicht, dien aftekeuron, hetgeen zjj doen, niet als leden eener politieke party, maar als vrienden van den vrede, als menschen, dio verlangen, dat de roep van hun land ver heven zal zyn boven elke beschuldiging van ondordnikking en geweldpleging". 't Pro test is veel te uitvoerig, om het hier in zyn geheel optenemen, doch de mededeeling van het laatste der aangevoerde argumenten zal wel genoegzaam doen zien van welk gehalte dit protest is, dat zich door groote degelykheid onderscheidt. Het komt ons onderteekenaars voor, dat do oorlog in lijnrechten strijd is met de voorwaarden voor bet behoud van ons Rjjk in Zuid-Afrika, daar hij zeker tengevolge zal hebben, een herhaling buiten Transvaal, en in 9cherperen vorm, van den ouden, maar nu byna nitgebluschten rassenhaat tusschen do Engelsche en Hollandsche bewoners van 't zui den van Afrika. Om deze reden wenschen wy eene spoedige beëindiging van den oorlog, en daartoe, en ook om de vijandige gezindheid te verminderen, welke de oorlog zal achter laten, verzoeken wij der Regeering om te handelen, eener groote mogendheid waardig, door de eerste gelegenheid, dio zich voordoet, aantegrypen, om bekend te maken, dat zy bereid is, om zoodanige vredesvoorwaarden aantebioden, als voor een volk dat zich even dapper heeft getoond als nayverig op zjjno onafhankelykheid, aannemelijk geacht mogen worden." De onderteekenaars van dit manifest zyn mannen en vrouwen, wier na men ook buiten Engeland's grenzen bekend zyn, mannen en vrouwen van wetenschap, die door hunne werken zullen voortleven onder hot nageslacht. Amerika staat thans vooraan onder de vol ken, die den Zuid-Afrikaanschon oorlog ver afschuwen. Aanvankelijk by 't begin van den oorlog waren de dagbladen in de Vereenigdc Staten vrijwel alle op de hand van Engeland. Een enkel blad slechts be pleitte by den aanvang der verwikkelingen de wenschelykheid van vredelievende schik king der hangende en dreigende quaestie. Weldra werd echter eene andere gezindheid openbaar, vooral ook toen de menigte Ieren van afkomst zich in deze vierkant tegen het gehate Engeland verklaarden. De dagbladen werden bestormd met ingezonden artikelen van verontwaardigde lezers, die spoedig een welkome ontvangst vonden. De dagbladen begonnen van lieverlede ook te draaien, en er volgden betoogingen in 't land van aller lei aard duizenden stroomden naar volksver gaderingen, waar Engeland's ellendige staat kunde ten aanzien der Bóeren-republieken werd in het licht gesteld. De geestelyken kruidden hunne preeken met wat politiek, en clubs deden het hunne. Men rekent thans, dat 90 °/0 der bevolking op de hand dor Boeren is, en dat de opgewondenheid, dio er in het land heerscht, heel licht voor En geland oeno ongunstige wending kan nomen. President der Republiek was aanvankelijk zeer Engelschgezind, doch wil hy by de eerst volgende verkiezing weêr in aanmerking ko men, dan zal het noodig zijn, dat hy eene niet onbelangrijke zwenking maakt in de richting van 's volks wenschen vóór de Boeren KIËilWSTlJDlAOEY. HELDER, 10 April 1900. De heeren J. de Waard alhier en C. Wissekerke te Koegras, leerlingen van den heer W. Bakker, hebben te 's Graven- hage met gunstig gevolg examen gedaan voor klerk der posterijen en telegraphie. Zaterdagavond LL gaf de Korporaals- Vereeniging der Artillerie, «Wihelmina" genaamd, in >Tivoli" voor hare donateurs, leden en geïntroduceerden een tooneeluit- voering. Nadat de President, de korporaal W. A. den Andel, een toepasselijk openings woord had gesproken, ging men over tot de opvoering van Baron Kolbielsky" of »de samenzwering tegen Napoleon I", drama in 7 bedrijven. Met aandacht en belangstelling werd het spel van dit ge schiedkundig stuk gevolgd en de vertooners hadden eer van hun werk. Er waren dan ook moeite noch kosten gespaard om de uitvoering te doen slagen. De costumes waren net, sommige zelfs fraai, de rollen goed gememoriseerd. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Naar het Vad. verneemt, is in Den llaag het bericht ontvangen, dat luit. Asselberg, militair attaché bij het Boerenleger, te Kaapstad is aangekomen. Hij vergezelde zyn gewonden collega, luit, Nix, daarheen. Bij de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche Vereeniging is tot heden ingekomen een bedrag van f1,135,759.41»/,. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Men schrijft uit Haarlem Volgens een van den minister van kolo niën, namens den minister van buitenland- sche zaken bij de familie ontvangen mede deeling, heeft onze consul-generaal te Pretoria gemeld, dat de luitenant Nix licht gewond is aan den schouder. Een ongelukje mst het rijtuig van HH. MM. Zondagmiddag stortten op 't asphalt in de Veenestraat, waardoor het Koninklijk rijtuig zelden rijdt, de paarden voor het rijtuig, waarin de Koningin en de Koningin- Moeder waren gezeten. De Vorstinnen stap ten uit en vertoefden tien minuten in het magazijn der firma Van Leeuwen, terwijl de paarden op de been geholpen werden. Daarop reden zij in het zelfde rijtuig terug naar 't paleis onder het gejuich van het publiek. De wachtmeester van het 2e reg. veldartillerie B. Vet, die bijstond om de paarden op te helpen, kreeg een slag tegen de knieschijf en is naar het militair hospi taal vervoerd. De Opperkamerheer en ^de Chef van het Militaire Huis van Hare Majesteit de Koningin maken bekend, dat Hare Ma jesteit de Koningin op Woensdag 25 April a.s. in het Paleis te Amsterdam gelegenheid zal geven bij Hoogstdezelve hunne opwach ting te maken des voormiddags te 10 uren aan militaire autoriteiten en des namiddags van dienzelfden dag te één uur aan civiele autoriteiten. Op Donderdag 26 April zal Hare Maje steit te 10 uren voormiddags aan commis- siën gelegenheid geveu hunne opwachting te maken, terwijl om 121/, uur door Hare Majesteit aan particulieren audiëntie zal worden verleend. Degenen, die-verlangen daartoe te worden toegelaten, worden uitgenoodigd zich in te schrijven op eene der lijsten, welke aan gezegd Paleis gereed zullen liggen, van heden af tot en met Zaterdag 14 April, des avonds te 8 uren, op welken tijd de 'en zullen worden gesloten. (Stct.) De Ongevallenwet, die onlangs, na eene belangrijke beraad slaging door de Tweede Kamer is aange nomen, zal eerlang bij de Eerste Kamer der Staten-Generaal in behandeling komen. Tegen de strekking dezer wet worden in den laatsten tyd tal van adressen, inhou dende overwegende bezwaren, bjj laatst genoemde Kamer ingediend. Van verschil lende zijden wordt dientengevolge het vermoeden uitgesproken, dat de bedoelde wetsvoordracht gevaar loopt, te zullen worden verworpen. Een 50-jarig jubilé! In een buitengewone vergadering van de «Onderlinge Brandwaarborg-Maatschap pij voor de gemeente Leeuwarden" is be sloten, om, ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan der Maatschappij op 1 Mei a s., aan de gemeente aan te bieden lo. Een bedrag van f25.000, om daar voor aan te schaffen een automobiel, elec- trische- of stooin-brandspuit van voldoende capaciteit, en de rente van het bedrag, dat na de aanschaffing mocht overblijven, te gebruiken tot onderhoud en beniening van die spuit. 2o. Een bedrag tot een maximum van f15.000, voor aanschaffing van een voldoend getal nieuwe hand-brandspuiten van de nieuwste constructie met bybehoorende gummi-slangen en verder voor de brand weer gewenschte inrichtingeneen en ander zooals het college van brandmeesters in overleg met den Raad zal wenscheljjk achten. Beter laat dan nooit! De 74-jarige S. B. te Alumcrwoudo (Friesl.), heeft dezen winter het lezen ge leerd. Men zegt uit vrees voor den leerdwang. Hospitaalschip >De Hoop". Naar wij met genoegen vernemen, heeft H. M. de Koningin-Moeder wederom een blijk van belangstelling gegeven in de «Ver eeniging voor Zeelieden voor elke nationa liteit", door f 300 te storten in de ka» voor het Hospitaalschip. Een man van 92, en eene vrouw van 90 jaar, wonende in een der straten van den Jordaan te Amsterdam, hebben Zaterdag hun 70jarig huwelijksfeest ge vierd. De spoorwegramp te Capelle aan den IJsel. Naar ons uit Utrecht gemeld wordt heeft de heer L. J. Sauveur, tabakshandelaar te Rotterdam, die bij de spoorwegramp te Capelle aan den IJsel zwaar gekwetst werd en vermoedelijk lichaamsgebreken voor zijn leven zal behouden, eene vordering bjj de Maats, tot Exploitatie van Staatsspoorwe gen ingediend van 100.000 gulden. De heer Wijnand Moonen, handelsreizi ger te Rotterdam, heeft eene actie inge steld van f 50.000. Verschillende kleine vorderingen van f 10, f 25, f 300 enz. zijn, naar gemeld wordt reeds door de directie der Staatsspoor te Utrecht ingewilligd. De Oorlog in Zuid-Afrika. Kolonel De Villebois-Mareuii. Roberts meldt dat kolonel de Villebois- Mareuil gesneuveld is in een gevecht bij Boshof, waarbij een klompje Boeren door Methuen werd verrast en gevangen genomen. De kolonel was, gelijk men weet, kort ge leden tot commandant van het vreemdenle gioen benoemd Het is te vreezen dat de dood van dezen dapperen man die zich, naar we wel gelezen hebben, nog al eens veel blootstelde, met een Fransche bravoure welke de Boeren gemeeuljjk vreemd is de republieken van een kundigen raadgever berooft. Hij ging door voor iemand, wiens raadgevingen door de aanvoerders der Boeren werden aangehoord, en wiens kennis van de moderne Europeesche tactiek voor de Boeren veel waard moest zijn, al was 't tuinder om hun te zeggen wat zij doen moesten dan om hen te wijzen op de waarschijnlijke plannen en bedoelingen van hun tegen standers. Villebois-Mareuii heeft, geljjk men weet, eerst een gedeelte van deu veldtocht in Natal meegemaakt en is tegenwoordig ge weest bij den slag van Colenso op 15 Dec: hij heeft daarna zijn bewondering voor de tactiek en de krijgsdeugden van de Boeren en hun aanvoerders luide uitgesproken. Vervolgens heeft hij zich naar Kimberley begeven, hij was met Léon toen deze gewond werd. Den aftocht van Cronjé naar Paar- deberg maakte hij niet mede, volgens een bericht vau de «Liberté" verleende hjj na het opbreken van het beleg van Kimberley zijn bijstand bij het voorbereiden der ver dediging van den Vrijstaat en de Vaal-linie. Hij schijnt dan toch niet in het hoofdkwar tier van generaal Botha gebleven te zyn. De krijgsgevangen Boeren. KAAPSTAD, 7 April. Er is reden om te gelooven dat behendig ontworpen plannen om te ontsnappen zjjn uitgewerkt door de krijgsgevangenen te Simonsstad met behulp naar men gelooft, van vrien den onder de Afrikaander bevolking. In sommige gevallen werden deze plannen ontdekt, maar in de laatste twee dagen zijn toch een dertigtal krijgsgevangenen er in geslaagd te ontsnappen. Wij ontleenen aan «Ons Land" de volgende berichten Naar St. Helena. Generaal Cronjé met zijne manschappen, die zich te Koedoesrand overgaven, zal naar St. Helena getransporteerd worden. De reden die daarvoor genoemd wordt is, dat er in de geheele Kaapkolonie geen plaats is waar ze met veiligheid gehouden kunnen worden Het feit dat dat de na men dezer krijgsgevangenen nog niet ge- pnbliceerd zijn maakt deze trausportatie nog veel zwaarder en bitterder daar de familie-betrekkiDgen dier gevangenen in het duister verkeeren omtrent hun toe stand. Sedert hun aankomst in het wes ten had niemand van het publiek de gelegenheid ze te bezoeken of iets voor hen te doen. Van verschillende kanten hebben wij vernomen, dat velen van hen kleederen en schoenen noodig hadden, vooral onderkleederen, om zich te kunnen verschoonen. De vrienden en betrekkin gen dezer krijgsgevangenen zijn thans ver stoken van het voorrecht hun lijden te kunnen verzachten. Waarljjk indien de imperiale regeering een plan wilde bera men om 't gevoel der koloniale Afrikaan- ders dieper te kwetsen dan door de ver liezen van betrekkingen op het slagveld, zij kon geen geschikter besluit hebben genomen, dan om deze krijgsgevangenen naar St. Helena te trausporteeren. Denk aan de onzekerheid en angst van de eclit- genooten en kinderen van vele dier man nen, zonder in de gelegenheid te zijn uit te vindeu hoe het met nun dierbaren gaat. De zwaarste verliezen zijn in het ge vecht bij Kroonspruit geleden door het 10de regiment huzaren, dat 22 vermisten, heeft, de U-batterij met 144 vermisten, de Q-batterij met 24 zwaar gewonden en 6 vermisten. Roberts' ruiterij mot 16 ge wonden en 36 vermisten. Het totaal der Terliezen bedraagt 450. Uit den Vrijstaat. BETHANIE, 5 April. De vjjf compag nieën werden verrast toen zij zich op marsch bevonden door het land naar Smithfield, langs den weg van de Wetsdorp. De troe pen hadden geen kanonnen. Reddersburg is weer bezet door de En gelschen. De Boeren bedreigen onze ver bindingslijn in het Zuiden. BLOEMFONTEIN, 7 April. Men meldt, dat een groote troepenmacht der Boeren den spoorweg bedreigt, die intusschen goed bewaakt wordt Onze voorposten by Springfield, op acht mijl van liier, werden heden aangevallen door de Boeren, die oprukten van de wa terwerken. De spoorbrug bij Glen is hersteldmen is thans bezig de rails te leggen. De kanonnen van kolonel Broadwood. PRETORIA, 7 April. De Engelschen hebben bij het gevecht in de buurt van de Waterwerken bij Bloemfontein elf kanonnen en twee wagens ammunitie verloren. De Boeren krijgsgevangenen. SIMONSTOWN, 7 April. Minstens der tig gevangenen ontsnapten in den afgeloo- pen nacht. Daarvan werden weldra we derom zes gearresteerd en drie iets later. De autoriteiten ontdekten een nieuwen tunnel, die gereed was tot op vjjf voet van het strand. Verscheidene pogingen zijn ge daan om de bewakers met groote sommen geld om te koopen. Het gebeurde bij Reddersburg LONDEN, 7 April. Volgens een tele gram van Lord Roberts uit Bloemfontein van 6 dezer zyn de Britsche verliezen bij Redderburg: 2 officieren gedood en. 2 ge vaarlijk gewond, 8 man gedood en 33 ge wond, 8 officieren en de overige manschap pen gevangen genomen. De «sterkte van den vjjand moet 3200 man zyn geweest met 5 kanonnen, die van de Engelschen 167 man bereden infanterie en 524 man onbereden. □rs ctillhtost. 66) Zij ontkleedde zich half, wendde zich van 't beeld af on knielde neer, om zich, zooals ze eiken avond gewoon was, in Gods bescher ming aan te bevelen. Haar gebed was dit maal kort, het portret stoorde hare aandacht. Om 't niet langer te zien, blies ze het licht •Ui» en wierp zich op het bed. Nog rolde do donder in de verte en suisde de wind in de boomen, doch de storm was voorbij. Capitola echter kon geen rust vinden en wentelde zich nog lang in haar bed, eer de slaap haar oogen sloot. Reeds na korten tyd werd ze door een zacht gedruisch in hare kamer uit een zwaren droom gewekt, die baar beangstigde. Capitola keek op Wat ze nu zag, deed haar 't bloed in de aderen stollen Omgeven door een blauwachtig licht, ont dekte zy weer do witte gedaante, ditmaal echter niet onbeweegljjkneen, ze bewoog zich langzaam door de kamer. Aan de toilet tafel bleef ze een oogenblik staan. Een voor werp, dat er op lag, scheen hare opmerkzaam heid te trekkenzonder te weten wat het was, zag Capitola hoe de gedaante iets by zich stak. Dan ging de gestalte weer even zacht verder en nadorde tot Capitola's grooten schrik het bed, waarvan ze de gordijnen terug sloeg. Onbekwaam zich te bewegen of eenig geluid te geven, lag Capitola daar als een ljjk, terwjjl de witte gedaante zich langzaam over haar boog en hare koude lippen op 't voorhoofd van 't jonge meisje drukte. Be wusteloos sloot ze de oogen. Als ze uit hare bewusteloosheid ontwaakte, was het visioen verdwenen. Alles om haar heen was stil en donker als in een graf. Was het een droom of had ze werkeljjk het spook gezien Capitola kon zich daarvan geeno rekenschap geven, doch toen ze by hot aanbreken van den dag uit haar bed sprong en zich aankleedde, ontdekte ze, dat een harer ringen ontbrak, die ze 's avonds te voren op tafel gelegd had. Het was een eenvoudige ring, waarin de namen Capitola en Eugène gograveerd waren. Granny Crewell, hare vroegere baker, had haar den ring gegevon en haar op 't hart gedrukt hem in eero te houden, omdat hij van hare moeder was en eens gewichtige ophelderingen kon bevestigeu. Deze ring was nu weg en Capitola twjjlelde niet meer of de nachtelijke rersehyuing was werkelyk geweest, want de witte gedaante had zeker den ring meegenomen. Toch zocht Capitola nog zorgvuldig naar het vermiste kleinood, toon de oude Dorkey binnentrad. rMi»s Black,* zei ze, «hier breng ik duw rjjkleed, hot is droog en gestreken on ik raad u zeer aan, zoodra mogeljjk te vertrekken, daar wo don kapitein terugverwachten." ,Loop hoen met je zotte praat,' hernam C'apitolu toornig, «indien mon 's nachts door spoken geplaagd wordt, zooals mij hedennacht gebeurde, is dit alleen reden genoeg, om te vertrekken bijzonder wanneer dio geesten de onaangename gewoonte hebbon, zich vreem de ringen toe te eigenen.* «Wat bedoelt u daarmee?* vroeg Dorkoy verbaasd en eenigszins bevreesd. «Van wolk spook spreekt u »Van die witte gedaante, wier portret daar hangt,' hernam Capitola. „Ze verscheen in mjjnc kamer; door welke dour weet ik niet, wunt deze had ik afgesloten doch om 't even, zo was er, juist zooals ze op dit beeld staat, in dien blauwachiigen lichtglans, zooals do wenschen hier in de streek vertellen.* O, gjj hebt gedroomd 1" riep Dorkey met onzekere stem. .In den beginne meende ik hot zelf, maar myn ring waar is myn ring, dien ik gisteren hier op deze tafel legde en die nu weg is? Dit alleen is bewijs genoeg, dat ik niet droomde, want ik zag dat de witte ge daante hom nam. 't Is ook een bewys,' roeg.le Capitola er spottend bij, „dat de spoken hier in buis zonderlinge neigingen hebben.' Wellicht zijn onze lezers verwonderd, Ca pitola zoo te hooren spreken, nadat zo dóór de nachtelijke verschjjning zoozeer ontzet on do eerste indruk overweldigend was. Op 't eerste oogenblik had ze ook aan eene boven natuurlijke verschijning geloofd, doch nu do ring weg was, kreeg de zaak voor haar eene heel prozaïsche zjjde. Ze hield de heele ver schyning voor een opzettelijk bedrog, voor eene comedie, die de kapitein uitgedacht luid, om zjjne woning den naam te geven, dat het er spookte en zoodoende van vreemd bezoek vorsohoond te blyven, opdat hjj dos te onge stoorder zyne plannen kon ten uitvoer bren gen. Was Clara Day, om zoo te zeggen, niet zyno govangene? Beoogde hjj niet, haar zooals Capitola van Clara zelve wist met zjjn zoon Craven te doen huwen Daarom was 't hem zeker gewenscht, zijne pupil van alle verkeer met de buitenwereld af te zondo ren, om haar geheel hulpeloos in zjjno macht te hebben. En op welke wijze kon hjj dit betor bereiken, dan door 't sprookje uit te strooien, dat het in zjjn huis spookte, zoodat de menschen liever een omweg maakten, dan langs het «Spookhuis* te gaan Weliswaar vertelde men roods van de witte vrouw, die er rond zon dwalen, vóór de uunkomst van miss Daydoch kon de kapitein vroeger ook niet dergeljjke beweegredenen gehad hebben? Dat haar 't portret zoo bekend voorkwam, verklaarde zij zich ook op natuurlijke wijze. Komen niet overal gelykenissen voor? Was 't niet mogelijk, dat zjj in haar bewogen leven in New-York als kind ergens eene dame ge zien had, die toevallig op 't portret geleek. Al deze vermoedens waren onze jonge vriendin door *t hoofd gegaan, sedert zij haren ring miste. Hare zenuwen waren weer tot bedaren gekomen en ze had hare gewone koelbloedig heid teruggekregen, als ze tot de oude Dorkoy sprak, die zij ali een medeplichtige van den kapitein beschouwde. Deze protesteerde wel tegen znlk eene aan- ijjging, doch 't hielp haar niets. Miss,* hernam zs, «beschuldig niet zoo lichtvaardig de bew nera van dit huis, eer ge overtuigd zijt, dat de ring niet verlegd is. Ik zal de heele kamer laten doorweken en de ring zal voor den dag komen, verlaat u daarop.* •En wat zegt go van het spook, beste vrouw vroeg Capitola even bedaard. «Dut ge n vergist, miss," heruam Dorkoy met vaste stem. «Dat beeld daar heeft uw zinnen begoocheld, wjjl buiton mjj en miss Day geen vrouwoljjk wezen in dit huis woont.* „Dat is nog een vraag,' hernam Capitola, «want wat ik met rnjjn eigen oogen zag,laat ik mjj niet uit het hoofd pralen.' Bah, het was zinsbedrog,' zei do onde. „Of zjjt ge ook nog zoo zwak aan spoken te gelooven Al die geruchten, dat 't hier spookt, zijn praatjes van domme lieden. Toch,' voegde zjj er bjj, verzoek ik u er miss Day niets van te zeggen. Het arme kind zou bang worden en dit zou haar verbljjf in deze een zaamheid nog onaangenamer maken. Spreek er dus niet over.* rGoed, ik zal zwjjgcn ten minsto nn," be loofde Capitola. Zjj volgde de onde naar de eetzaal, waar miss Clara haar reeds aan 't ontbijt wachtte. Op Clara's vraag of ze goed geslapen had, antwoordde Capitola bevestigend, ofschoon hare oogen het tegendeel verrieden. Nu het ontbjjt vergezelde Capitola hare vriendin tot op de binnenplaats, waar Capitola op haar ponnv sprong en vertrok mot do belofte, spoedig tcrog t« komen. Craven was onzichtbaar gebleven, hetgeen de twee vriendinnen zeer aangenaam was, daar ze de laatste minuten ongehinderd had den kunnen praten. ,Tot een spoedig weerzien riep Clara hare vriendin na. tMoge ze nooit weer terugkomenbromde de onde Dorkey. DERTIGSTE HOOFDSTUK. Denzelfden dag, twee of drio unr nadat Capitola het rSpookhuis' verlaten had, kwam kapitein Lenoir van Washington terug. Dorkey was do eerste, dio hom verhaalde, dat Capitola Black van Warfioldhouse er ge weest was on overnacht had. «Het was vorgeofscho moeite haar te willen afwjjzen,* ging ze voort. «Het is een zeer koppig en eigenzinnig meisje. Zjj wilde met alle geweld miss Day bezoeken en ik kon het haar niet beletten.* Gabricl Lenoir word woedend. Hjj stamp voette on braakte vreeselijko vorwenschingen ut; het meest was hij woelend op zichzelf en op 't toeval, dat hjj jnist afwezig moest zjjn. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1