KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder9 Texel en Wieringen
Het Spookhuis.
No. 2833.
Woensdag 11 April 1900.
28ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 59.
lilt het Buitenland.
In oen der Franscho bladen werd onlangs
de vraag gesteld Hoe zal het in den aan
staanden zomer te Parijs op de aldaar ter
gelegenheid der wereldtentoonstelling te honden
Congressen toegaan, als daar natnnrlijk ook
Engelschen in grooten getale zjjn te wachten
Zal het b. v. mogelijk zjjn, dat Hollandsche
en Engelsche afgevaardigden op zulk een
Congres als vredige en verstandige menschen,
gemoedelijk overleggend, eensgezind naar één
hetzelfde doel zullen streven? En dat terwijl
Engeland nit volle Bjmpathie, ook van de
Engelsche congresleden, zijn legers aanvoert
tegen de Boeren, met wie de Hollandsche
afgevaardigden zich één voelen één van
stam, van taal, van karakter 1 En dat de
Franschen, dio beider gastheeren zyn, den
oorlog in Znid-Afrika evenzeer verafschuwen,
en met de omzittende Dnitschers, Amerikanen,
Bussen en Portugeezen van harte hopen op
der Boeren zegen praal Daarop wordt ge
antwoord, dat wy zijn beschaafde negentiende
eenw8che menschen, die den Engelschman
niet persoonlyk verantwoordelijk stellen voor
de, overigens zeer afkeurenswaardige daden
der Ilegoering. Men heeft op zulk een Con
gres in den afgevaardigde van de overzijde
van hot Kanaal een lid der bijeenkomst te
zien niet den r o o i n e k. Men moet aan
nemen, dat een Engelschman en dan ook een
Engelsch afgevaardigde op zulk een Con
gres ieders achting verdient als braaf en
eerlyk man, al is hij het eens met zijne 'Re
geering, al acht hij de vernietiging der Boeren
republieken noodzakelijk, al keurt hjj goed,
wat daar in Zuid-Afrika geschiedt. En al
neemt men nu aan, dat bij dezen laaghartigcn
roofoorlog geen groot beginsel, zelfs niet 't
belang van 't Engelsche volk, ten grondslag
ligt, maar dat enkel de jacht van geldzuchtige
aandeelhouders naar de rijkdommen van de
goudmijnen en diamantvelden van Transvaal
dezen oorlog heeft veroorzaakt, toch zal men
by nader inzien moeten erkenneD, dat een
aantal Engelschen volkomen ter goeder trouw
zyn, en dat men hun de achting als mensch
niet mag ontzeggen.
Voorbeeld hiervan vinden wy in den En
gelschman John Ludlow, een der voornaamste
Christelijke socialisten, die, in vereeniging
met een aantal zijner vrienden, zijn leven
heeft gowyd aan de verbetering van maat
schappelijke misstanden, 's Mans leven en
zyn karakter laten zelfs de gedachte aan onop
rechtheid niet toehij verdient de achting en
den eerbied van ieder weldenkend mensch.
Deze man schreef dezer dagen .Ik verklaar,
dat, naar myn inzien, deze oorlog rechtvaardig,
noodzakelijk, heilig is dat de toekomst van
Zuid-Afrika afhangt van do volledige onder
werping der Boeren. Deze twee zoogenaamde
republieken zijn eenvoudig Staatjes, waarin
door een kleine groep blanken de groote maBsa
kleurlingen onderdrukt wordt door blanken,
die de sympathie mogen verdienen, welke men
aan moedige roovers toedraagt, maar ook niet
meer. Ik heb weinig sympathie voor do aan-
deelen-kooplui van Johannesburg. Ik heb vol
strekt geen persoonlyk belang by deze zaak,
en geen halve cent van 't weinigje, dat ik
bezit, is in Afrika geplaatst. De volgende week,
als ik 't beleven mag, treed ik myn 80ste
levensjaar in. Ik schrjjf dus in het aangezicht
van den dood".
Nu getuigt dit wel niet van Engeland's goed
recht bij 'tvoeren van dezen oorlog; de ge-
besigde argumenten en de zoogenoemde feiten
zjjn zeker onjuist of verbazead overdreven,
doch veilig mag men aannemen, dat zoo'n man
ter goeder trouw is, al begrypen wy niet, hoe
het mogelijk kan zijn, dat hij vóór dezen af-
sehuwelyken oorlog pleit. Ofschoon wy gevoe
len, dat zjjne vaderlandsliefde hem verblindt,
dwingen syn oprechtheid, zyn leven en zyn
karakter ons evenwel eerbied af voor zyn
persoon. En zóó zullen ar zoovele Engelschen
zyn! Reden, om in ons oordeel de noodige
bezadigdheid te betrachten. Dit neemt evenwel
volstrekt niet weg, dat w y ons innig overtuigd
houden van Engeland's schaudelyke huichel-
politiek.
Onder ontwikkelde personen in Engeland
menschen van stand circuleert op 'toogenblik
een protest tegen den oorlog met d e Boeren
republieken. 't Plan daartoe dateert reeds van
November jl., doch de uitvoering werd wegens
de herhaalde noderlagen der Britsche troepen
eenigen tjjd uitgesteld. Dit merkwaardig pro
test vangt volgenderwyze aan: .Het feit, dat
de oorlog wordt voortgezet, ontheft hen, die
meenen, dat hjj kan en moest worden vermeden,
niet van den plicht, dien aftekeuron, hetgeen
zjj doen, niet als leden eener politieke party,
maar als vrienden van den vrede, als menschen,
dio verlangen, dat de roep van hun land ver
heven zal zyn boven elke beschuldiging van
ondordnikking en geweldpleging". 't Pro
test is veel te uitvoerig, om het hier in zyn
geheel optenemen, doch de mededeeling van
het laatste der aangevoerde argumenten zal
wel genoegzaam doen zien van welk gehalte
dit protest is, dat zich door groote degelykheid
onderscheidt.
Het komt ons onderteekenaars voor,
dat do oorlog in lijnrechten strijd is met de
voorwaarden voor bet behoud van ons Rjjk
in Zuid-Afrika, daar hij zeker tengevolge zal
hebben, een herhaling buiten Transvaal, en
in 9cherperen vorm, van den ouden, maar nu
byna nitgebluschten rassenhaat tusschen do
Engelsche en Hollandsche bewoners van 't zui
den van Afrika. Om deze reden wenschen
wy eene spoedige beëindiging van den oorlog,
en daartoe, en ook om de vijandige gezindheid
te verminderen, welke de oorlog zal achter
laten, verzoeken wij der Regeering om te
handelen, eener groote mogendheid waardig,
door de eerste gelegenheid, dio zich voordoet,
aantegrypen, om bekend te maken, dat zy
bereid is, om zoodanige vredesvoorwaarden
aantebioden, als voor een volk dat zich even
dapper heeft getoond als nayverig op zjjno
onafhankelykheid, aannemelijk geacht mogen
worden." De onderteekenaars van dit
manifest zyn mannen en vrouwen, wier na
men ook buiten Engeland's grenzen bekend
zyn, mannen en vrouwen van wetenschap,
die door hunne werken zullen voortleven
onder hot nageslacht.
Amerika staat thans vooraan onder de vol
ken, die den Zuid-Afrikaanschon oorlog ver
afschuwen. Aanvankelijk by 't begin van
den oorlog waren de dagbladen in de
Vereenigdc Staten vrijwel alle op de hand
van Engeland. Een enkel blad slechts be
pleitte by den aanvang der verwikkelingen
de wenschelykheid van vredelievende schik
king der hangende en dreigende quaestie.
Weldra werd echter eene andere gezindheid
openbaar, vooral ook toen de menigte Ieren
van afkomst zich in deze vierkant tegen het
gehate Engeland verklaarden. De dagbladen
werden bestormd met ingezonden artikelen
van verontwaardigde lezers, die spoedig een
welkome ontvangst vonden. De dagbladen
begonnen van lieverlede ook te draaien, en
er volgden betoogingen in 't land van aller
lei aard duizenden stroomden naar volksver
gaderingen, waar Engeland's ellendige staat
kunde ten aanzien der Bóeren-republieken
werd in het licht gesteld. De geestelyken
kruidden hunne preeken met wat politiek, en
clubs deden het hunne. Men rekent thans,
dat 90 °/0 der bevolking op de hand dor
Boeren is, en dat de opgewondenheid, dio
er in het land heerscht, heel licht voor En
geland oeno ongunstige wending kan nomen.
President der Republiek was aanvankelijk
zeer Engelschgezind, doch wil hy by de eerst
volgende verkiezing weêr in aanmerking ko
men, dan zal het noodig zijn, dat hy eene
niet onbelangrijke zwenking maakt in de
richting van 's volks wenschen vóór de
Boeren
KIËilWSTlJDlAOEY.
HELDER, 10 April 1900.
De heeren J. de Waard alhier en
C. Wissekerke te Koegras, leerlingen van
den heer W. Bakker, hebben te 's Graven-
hage met gunstig gevolg examen gedaan
voor klerk der posterijen en telegraphie.
Zaterdagavond LL gaf de Korporaals-
Vereeniging der Artillerie, «Wihelmina"
genaamd, in >Tivoli" voor hare donateurs,
leden en geïntroduceerden een tooneeluit-
voering. Nadat de President, de korporaal
W. A. den Andel, een toepasselijk openings
woord had gesproken, ging men over tot
de opvoering van Baron Kolbielsky" of
»de samenzwering tegen Napoleon I",
drama in 7 bedrijven. Met aandacht en
belangstelling werd het spel van dit ge
schiedkundig stuk gevolgd en de vertooners
hadden eer van hun werk. Er waren dan
ook moeite noch kosten gespaard om de
uitvoering te doen slagen. De costumes
waren net, sommige zelfs fraai, de rollen
goed gememoriseerd.
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
Naar het Vad. verneemt, is in Den llaag
het bericht ontvangen, dat luit. Asselberg,
militair attaché bij het Boerenleger, te
Kaapstad is aangekomen. Hij vergezelde
zyn gewonden collega, luit, Nix, daarheen.
Bij de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche
Vereeniging is tot heden ingekomen een
bedrag van f1,135,759.41»/,.
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
Men schrijft uit Haarlem
Volgens een van den minister van kolo
niën, namens den minister van buitenland-
sche zaken bij de familie ontvangen mede
deeling, heeft onze consul-generaal te
Pretoria gemeld, dat de luitenant Nix licht
gewond is aan den schouder.
Een ongelukje mst het rijtuig van HH. MM.
Zondagmiddag stortten op 't asphalt in
de Veenestraat, waardoor het Koninklijk
rijtuig zelden rijdt, de paarden voor het
rijtuig, waarin de Koningin en de Koningin-
Moeder waren gezeten. De Vorstinnen stap
ten uit en vertoefden tien minuten in het
magazijn der firma Van Leeuwen, terwijl
de paarden op de been geholpen werden.
Daarop reden zij in het zelfde rijtuig terug
naar 't paleis onder het gejuich van het
publiek. De wachtmeester van het 2e reg.
veldartillerie B. Vet, die bijstond om de
paarden op te helpen, kreeg een slag tegen
de knieschijf en is naar het militair hospi
taal vervoerd.
De Opperkamerheer en ^de Chef van
het Militaire Huis van Hare Majesteit
de Koningin maken bekend, dat Hare Ma
jesteit de Koningin op Woensdag 25 April
a.s. in het Paleis te Amsterdam gelegenheid
zal geven bij Hoogstdezelve hunne opwach
ting te maken des voormiddags te 10 uren
aan militaire autoriteiten en des namiddags
van dienzelfden dag te één uur aan civiele
autoriteiten.
Op Donderdag 26 April zal Hare Maje
steit te 10 uren voormiddags aan commis-
siën gelegenheid geveu hunne opwachting
te maken, terwijl om 121/, uur door Hare
Majesteit aan particulieren audiëntie zal
worden verleend.
Degenen, die-verlangen daartoe te worden
toegelaten, worden uitgenoodigd zich in te
schrijven op eene der lijsten, welke aan
gezegd Paleis gereed zullen liggen, van
heden af tot en met Zaterdag 14 April,
des avonds te 8 uren, op welken tijd de
'en zullen worden gesloten. (Stct.)
De Ongevallenwet,
die onlangs, na eene belangrijke beraad
slaging door de Tweede Kamer is aange
nomen, zal eerlang bij de Eerste Kamer
der Staten-Generaal in behandeling komen.
Tegen de strekking dezer wet worden in
den laatsten tyd tal van adressen, inhou
dende overwegende bezwaren, bjj laatst
genoemde Kamer ingediend. Van verschil
lende zijden wordt dientengevolge het
vermoeden uitgesproken, dat de bedoelde
wetsvoordracht gevaar loopt, te zullen
worden verworpen.
Een 50-jarig jubilé!
In een buitengewone vergadering van
de «Onderlinge Brandwaarborg-Maatschap
pij voor de gemeente Leeuwarden" is be
sloten, om, ter gelegenheid van het 50-jarig
bestaan der Maatschappij op 1 Mei a s.,
aan de gemeente aan te bieden
lo. Een bedrag van f25.000, om daar
voor aan te schaffen een automobiel, elec-
trische- of stooin-brandspuit van voldoende
capaciteit, en de rente van het bedrag, dat
na de aanschaffing mocht overblijven, te
gebruiken tot onderhoud en beniening van
die spuit.
2o. Een bedrag tot een maximum van
f15.000, voor aanschaffing van een voldoend
getal nieuwe hand-brandspuiten van de
nieuwste constructie met bybehoorende
gummi-slangen en verder voor de brand
weer gewenschte inrichtingeneen en ander
zooals het college van brandmeesters in
overleg met den Raad zal wenscheljjk
achten.
Beter laat dan nooit!
De 74-jarige S. B. te Alumcrwoudo
(Friesl.), heeft dezen winter het lezen ge
leerd. Men zegt uit vrees voor den
leerdwang.
Hospitaalschip >De Hoop".
Naar wij met genoegen vernemen, heeft
H. M. de Koningin-Moeder wederom een
blijk van belangstelling gegeven in de «Ver
eeniging voor Zeelieden voor elke nationa
liteit", door f 300 te storten in de ka» voor
het Hospitaalschip.
Een man van 92, en eene vrouw
van 90 jaar, wonende in een der straten
van den Jordaan te Amsterdam, hebben
Zaterdag hun 70jarig huwelijksfeest ge
vierd.
De spoorwegramp te Capelle aan den IJsel.
Naar ons uit Utrecht gemeld wordt heeft
de heer L. J. Sauveur, tabakshandelaar te
Rotterdam, die bij de spoorwegramp te
Capelle aan den IJsel zwaar gekwetst werd
en vermoedelijk lichaamsgebreken voor zijn
leven zal behouden, eene vordering bjj de
Maats, tot Exploitatie van Staatsspoorwe
gen ingediend van 100.000 gulden.
De heer Wijnand Moonen, handelsreizi
ger te Rotterdam, heeft eene actie inge
steld van f 50.000.
Verschillende kleine vorderingen van f 10,
f 25, f 300 enz. zijn, naar gemeld wordt
reeds door de directie der Staatsspoor te
Utrecht ingewilligd.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Kolonel De Villebois-Mareuii.
Roberts meldt dat kolonel de Villebois-
Mareuil gesneuveld is in een gevecht bij
Boshof, waarbij een klompje Boeren door
Methuen werd verrast en gevangen genomen.
De kolonel was, gelijk men weet, kort ge
leden tot commandant van het vreemdenle
gioen benoemd Het is te vreezen dat de
dood van dezen dapperen man die zich,
naar we wel gelezen hebben, nog al eens
veel blootstelde, met een Fransche bravoure
welke de Boeren gemeeuljjk vreemd is
de republieken van een kundigen raadgever
berooft. Hij ging door voor iemand, wiens
raadgevingen door de aanvoerders der Boeren
werden aangehoord, en wiens kennis van de
moderne Europeesche tactiek voor de Boeren
veel waard moest zijn, al was 't tuinder om
hun te zeggen wat zij doen moesten dan
om hen te wijzen op de waarschijnlijke
plannen en bedoelingen van hun tegen
standers.
Villebois-Mareuii heeft, geljjk men weet,
eerst een gedeelte van deu veldtocht in
Natal meegemaakt en is tegenwoordig ge
weest bij den slag van Colenso op 15 Dec:
hij heeft daarna zijn bewondering voor de
tactiek en de krijgsdeugden van de Boeren
en hun aanvoerders luide uitgesproken.
Vervolgens heeft hij zich naar Kimberley
begeven, hij was met Léon toen deze gewond
werd. Den aftocht van Cronjé naar Paar-
deberg maakte hij niet mede, volgens een
bericht vau de «Liberté" verleende hjj na
het opbreken van het beleg van Kimberley
zijn bijstand bij het voorbereiden der ver
dediging van den Vrijstaat en de Vaal-linie.
Hij schijnt dan toch niet in het hoofdkwar
tier van generaal Botha gebleven te zyn.
De krijgsgevangen Boeren.
KAAPSTAD, 7 April. Er is reden
om te gelooven dat behendig ontworpen
plannen om te ontsnappen zjjn uitgewerkt
door de krijgsgevangenen te Simonsstad
met behulp naar men gelooft, van vrien
den onder de Afrikaander bevolking. In
sommige gevallen werden deze plannen
ontdekt, maar in de laatste twee dagen
zijn toch een dertigtal krijgsgevangenen
er in geslaagd te ontsnappen.
Wij ontleenen aan «Ons Land" de
volgende berichten
Naar St. Helena.
Generaal Cronjé met zijne manschappen,
die zich te Koedoesrand overgaven, zal
naar St. Helena getransporteerd worden.
De reden die daarvoor genoemd wordt is,
dat er in de geheele Kaapkolonie geen
plaats is waar ze met veiligheid gehouden
kunnen worden Het feit dat dat de na
men dezer krijgsgevangenen nog niet ge-
pnbliceerd zijn maakt deze trausportatie
nog veel zwaarder en bitterder daar de
familie-betrekkiDgen dier gevangenen in
het duister verkeeren omtrent hun toe
stand. Sedert hun aankomst in het wes
ten had niemand van het publiek de
gelegenheid ze te bezoeken of iets voor
hen te doen. Van verschillende kanten
hebben wij vernomen, dat velen van hen
kleederen en schoenen noodig hadden,
vooral onderkleederen, om zich te kunnen
verschoonen. De vrienden en betrekkin
gen dezer krijgsgevangenen zijn thans ver
stoken van het voorrecht hun lijden te
kunnen verzachten. Waarljjk indien de
imperiale regeering een plan wilde bera
men om 't gevoel der koloniale Afrikaan-
ders dieper te kwetsen dan door de ver
liezen van betrekkingen op het slagveld,
zij kon geen geschikter besluit hebben
genomen, dan om deze krijgsgevangenen
naar St. Helena te trausporteeren. Denk
aan de onzekerheid en angst van de eclit-
genooten en kinderen van vele dier man
nen, zonder in de gelegenheid te zijn uit
te vindeu hoe het met nun dierbaren gaat.
De zwaarste verliezen zijn in het ge
vecht bij Kroonspruit geleden door het
10de regiment huzaren, dat 22 vermisten,
heeft, de U-batterij met 144 vermisten, de
Q-batterij met 24 zwaar gewonden en 6
vermisten. Roberts' ruiterij mot 16 ge
wonden en 36 vermisten.
Het totaal der Terliezen bedraagt 450.
Uit den Vrijstaat.
BETHANIE, 5 April. De vjjf compag
nieën werden verrast toen zij zich op marsch
bevonden door het land naar Smithfield,
langs den weg van de Wetsdorp. De troe
pen hadden geen kanonnen.
Reddersburg is weer bezet door de En
gelschen. De Boeren bedreigen onze ver
bindingslijn in het Zuiden.
BLOEMFONTEIN, 7 April. Men meldt,
dat een groote troepenmacht der Boeren
den spoorweg bedreigt, die intusschen goed
bewaakt wordt
Onze voorposten by Springfield, op acht
mijl van liier, werden heden aangevallen
door de Boeren, die oprukten van de wa
terwerken.
De spoorbrug bij Glen is hersteldmen
is thans bezig de rails te leggen.
De kanonnen van kolonel Broadwood.
PRETORIA, 7 April. De Engelschen
hebben bij het gevecht in de buurt van de
Waterwerken bij Bloemfontein elf kanonnen
en twee wagens ammunitie verloren.
De Boeren krijgsgevangenen.
SIMONSTOWN, 7 April. Minstens der
tig gevangenen ontsnapten in den afgeloo-
pen nacht. Daarvan werden weldra we
derom zes gearresteerd en drie iets later.
De autoriteiten ontdekten een nieuwen
tunnel, die gereed was tot op vjjf voet van
het strand. Verscheidene pogingen zijn ge
daan om de bewakers met groote sommen
geld om te koopen.
Het gebeurde bij Reddersburg
LONDEN, 7 April. Volgens een tele
gram van Lord Roberts uit Bloemfontein
van 6 dezer zyn de Britsche verliezen bij
Redderburg: 2 officieren gedood en. 2 ge
vaarlijk gewond, 8 man gedood en 33 ge
wond, 8 officieren en de overige manschap
pen gevangen genomen.
De «sterkte van den vjjand moet 3200
man zyn geweest met 5 kanonnen, die van
de Engelschen 167 man bereden infanterie
en 524 man onbereden.
□rs ctillhtost.
66)
Zij ontkleedde zich half, wendde zich van
't beeld af on knielde neer, om zich, zooals
ze eiken avond gewoon was, in Gods bescher
ming aan te bevelen. Haar gebed was dit
maal kort, het portret stoorde hare aandacht.
Om 't niet langer te zien, blies ze het licht
•Ui» en wierp zich op het bed.
Nog rolde do donder in de verte en suisde
de wind in de boomen, doch de storm was
voorbij. Capitola echter kon geen rust vinden
en wentelde zich nog lang in haar bed, eer
de slaap haar oogen sloot. Reeds na korten
tyd werd ze door een zacht gedruisch in hare
kamer uit een zwaren droom gewekt, die
baar beangstigde. Capitola keek op Wat
ze nu zag, deed haar 't bloed in de aderen
stollen
Omgeven door een blauwachtig licht, ont
dekte zy weer do witte gedaante, ditmaal
echter niet onbeweegljjkneen, ze bewoog
zich langzaam door de kamer. Aan de toilet
tafel bleef ze een oogenblik staan. Een voor
werp, dat er op lag, scheen hare opmerkzaam
heid te trekkenzonder te weten wat het
was, zag Capitola hoe de gedaante iets by
zich stak. Dan ging de gestalte weer even
zacht verder en nadorde tot Capitola's grooten
schrik het bed, waarvan ze de gordijnen terug
sloeg. Onbekwaam zich te bewegen of eenig
geluid te geven, lag Capitola daar als een
ljjk, terwjjl de witte gedaante zich langzaam
over haar boog en hare koude lippen op 't
voorhoofd van 't jonge meisje drukte. Be
wusteloos sloot ze de oogen. Als ze uit hare
bewusteloosheid ontwaakte, was het visioen
verdwenen. Alles om haar heen was stil en
donker als in een graf.
Was het een droom of had ze werkeljjk
het spook gezien Capitola kon zich daarvan
geeno rekenschap geven, doch toen ze by hot
aanbreken van den dag uit haar bed sprong
en zich aankleedde, ontdekte ze, dat een harer
ringen ontbrak, die ze 's avonds te voren op
tafel gelegd had. Het was een eenvoudige
ring, waarin de namen Capitola en Eugène
gograveerd waren. Granny Crewell, hare
vroegere baker, had haar den ring gegevon
en haar op 't hart gedrukt hem in eero te
houden, omdat hij van hare moeder was en
eens gewichtige ophelderingen kon bevestigeu.
Deze ring was nu weg en Capitola twjjlelde
niet meer of de nachtelijke rersehyuing was
werkelyk geweest, want de witte gedaante
had zeker den ring meegenomen.
Toch zocht Capitola nog zorgvuldig naar
het vermiste kleinood, toon de oude Dorkey
binnentrad.
rMi»s Black,* zei ze, «hier breng ik duw
rjjkleed, hot is droog en gestreken on ik raad
u zeer aan, zoodra mogeljjk te vertrekken,
daar wo don kapitein terugverwachten."
,Loop hoen met je zotte praat,' hernam
C'apitolu toornig, «indien mon 's nachts door
spoken geplaagd wordt, zooals mij hedennacht
gebeurde, is dit alleen reden genoeg, om te
vertrekken bijzonder wanneer dio geesten
de onaangename gewoonte hebbon, zich vreem
de ringen toe te eigenen.*
«Wat bedoelt u daarmee?* vroeg Dorkoy
verbaasd en eenigszins bevreesd. «Van wolk
spook spreekt u
»Van die witte gedaante, wier portret daar
hangt,' hernam Capitola. „Ze verscheen in
mjjnc kamer; door welke dour weet ik niet,
wunt deze had ik afgesloten doch om 't even,
zo was er, juist zooals ze op dit beeld staat,
in dien blauwachiigen lichtglans, zooals do
wenschen hier in de streek vertellen.*
O, gjj hebt gedroomd 1" riep Dorkey met
onzekere stem.
.In den beginne meende ik hot zelf, maar
myn ring waar is myn ring, dien ik
gisteren hier op deze tafel legde en die nu
weg is? Dit alleen is bewijs genoeg, dat ik
niet droomde, want ik zag dat de witte ge
daante hom nam. 't Is ook een bewys,' roeg.le
Capitola er spottend bij, „dat de spoken hier
in buis zonderlinge neigingen hebben.'
Wellicht zijn onze lezers verwonderd, Ca
pitola zoo te hooren spreken, nadat zo dóór
de nachtelijke verschjjning zoozeer ontzet on
do eerste indruk overweldigend was. Op 't
eerste oogenblik had ze ook aan eene boven
natuurlijke verschijning geloofd, doch nu do
ring weg was, kreeg de zaak voor haar eene
heel prozaïsche zjjde. Ze hield de heele ver
schyning voor een opzettelijk bedrog, voor
eene comedie, die de kapitein uitgedacht luid,
om zjjne woning den naam te geven, dat het
er spookte en zoodoende van vreemd bezoek
vorsohoond te blyven, opdat hjj dos te onge
stoorder zyne plannen kon ten uitvoer bren
gen. Was Clara Day, om zoo te zeggen, niet
zyno govangene? Beoogde hjj niet, haar
zooals Capitola van Clara zelve wist met
zjjn zoon Craven te doen huwen Daarom
was 't hem zeker gewenscht, zijne pupil van
alle verkeer met de buitenwereld af te zondo
ren, om haar geheel hulpeloos in zjjno macht
te hebben. En op welke wijze kon hjj dit
betor bereiken, dan door 't sprookje uit te
strooien, dat het in zjjn huis spookte, zoodat
de menschen liever een omweg maakten, dan
langs het «Spookhuis* te gaan Weliswaar
vertelde men roods van de witte vrouw, die
er rond zon dwalen, vóór de uunkomst van
miss Daydoch kon de kapitein vroeger ook
niet dergeljjke beweegredenen gehad hebben?
Dat haar 't portret zoo bekend voorkwam,
verklaarde zij zich ook op natuurlijke wijze.
Komen niet overal gelykenissen voor? Was
't niet mogelijk, dat zjj in haar bewogen leven
in New-York als kind ergens eene dame ge
zien had, die toevallig op 't portret geleek.
Al deze vermoedens waren onze jonge vriendin
door *t hoofd gegaan, sedert zij haren ring
miste. Hare zenuwen waren weer tot bedaren
gekomen en ze had hare gewone koelbloedig
heid teruggekregen, als ze tot de oude Dorkoy
sprak, die zij ali een medeplichtige van den
kapitein beschouwde.
Deze protesteerde wel tegen znlk eene aan-
ijjging, doch 't hielp haar niets.
Miss,* hernam zs, «beschuldig niet zoo
lichtvaardig de bew nera van dit huis, eer ge
overtuigd zijt, dat de ring niet verlegd is. Ik
zal de heele kamer laten doorweken en de
ring zal voor den dag komen, verlaat u
daarop.*
•En wat zegt go van het spook, beste
vrouw vroeg Capitola even bedaard.
«Dut ge n vergist, miss," heruam Dorkoy
met vaste stem. «Dat beeld daar heeft uw
zinnen begoocheld, wjjl buiton mjj en miss
Day geen vrouwoljjk wezen in dit huis woont.*
„Dat is nog een vraag,' hernam Capitola,
«want wat ik met rnjjn eigen oogen zag,laat
ik mjj niet uit het hoofd pralen.'
Bah, het was zinsbedrog,' zei do onde.
„Of zjjt ge ook nog zoo zwak aan spoken te
gelooven Al die geruchten, dat 't hier
spookt, zijn praatjes van domme lieden. Toch,'
voegde zjj er bjj, verzoek ik u er miss Day
niets van te zeggen. Het arme kind zou bang
worden en dit zou haar verbljjf in deze een
zaamheid nog onaangenamer maken. Spreek
er dus niet over.*
rGoed, ik zal zwjjgcn ten minsto nn," be
loofde Capitola.
Zjj volgde de onde naar de eetzaal, waar
miss Clara haar reeds aan 't ontbijt wachtte.
Op Clara's vraag of ze goed geslapen had,
antwoordde Capitola bevestigend, ofschoon
hare oogen het tegendeel verrieden. Nu het
ontbjjt vergezelde Capitola hare vriendin tot
op de binnenplaats, waar Capitola op haar
ponnv sprong en vertrok mot do belofte,
spoedig tcrog t« komen.
Craven was onzichtbaar gebleven, hetgeen
de twee vriendinnen zeer aangenaam was,
daar ze de laatste minuten ongehinderd had
den kunnen praten.
,Tot een spoedig weerzien riep Clara
hare vriendin na.
tMoge ze nooit weer terugkomenbromde
de onde Dorkey.
DERTIGSTE HOOFDSTUK.
Denzelfden dag, twee of drio unr nadat
Capitola het rSpookhuis' verlaten had, kwam
kapitein Lenoir van Washington terug.
Dorkey was do eerste, dio hom verhaalde,
dat Capitola Black van Warfioldhouse er ge
weest was on overnacht had.
«Het was vorgeofscho moeite haar te willen
afwjjzen,* ging ze voort. «Het is een zeer
koppig en eigenzinnig meisje. Zjj wilde met
alle geweld miss Day bezoeken en ik kon het
haar niet beletten.*
Gabricl Lenoir word woedend. Hjj stamp
voette on braakte vreeselijko vorwenschingen
ut; het meest was hij woelend op zichzelf
en op 't toeval, dat hjj jnist afwezig moest
zjjn. (Wordt vervolgd).