KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen So. 2836. Woemdag 18 April 1900. 28»te Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn". 69. NIEUnWIJDItGEV. HELDER, 17 April 1S00. Volgens mededeeling van den inspec teur over het loodswezen, is in den Texel- atroom een vlot verankerd, ten dienste van schietoeleniugeu met snelvuurgeschut, op de navolgende uierkentoren van Hoorn (Texel) in de W.-bakens van de gemeten- mijl, lichttoren Kykduin, in den Z.-toren van het Meteorologisch Observatorium. Lig ging ongeveer52° 59' 34" N b. en 0° 4' 13" W.1. Bjj niet te ongunstig weer zal 's nachts op het vlot een wit lantaarnlicht worden getoond. (Zie Ned. krt. No. 201). Bij de Marine iB thans de qualiteit van stoker-majoor ingevoerd. De bevordering als zoodanig geschiedt door den Minister van Marine naar keuze en op grond van het conduite-rapport. Stokere-majoor behooren steeds tot het vaste korps onderofficieren. De voorschriften in de regeling van het personeel onder officieren en mindere schepelingen betref fende het vaste corps zjjn ook op hen van toepassing. Het jaavljjksche traktement zal bedragen f 300 (actief), f 150 (non-actief); de activiteifcssoldy 's maands f 60 en de verhoogde soldjj in Oost- en West-Indië en tusschen de keerkringen 's maands f25. Bij verpleging in de hospitalen en zie- keninrichtingen zal dezelfde korting op de soldjj worden toegepast en zullen dezelfde hospitaaltoelagen genoten worden als voor de machinisten 2de kl. is bepaald. Luitenant Nix. Het departement van Koloniën ontving van lord Roberts uit Bloemfontein dd. 12 April 6.35 's avonds officieel bericht van het overlijden van luitenant Nix, militair attaché bij het Boerenleger, in het hospi taal te Bloemfontein, aan de ernstige ver wonding, bekomen bjj Sannaspost op 31 Maart. Hij is begraven met militaire eer. De minister van Koloniën heeft terug geseind, om te bedanken voor de vriende lijke behandeling, het spoedig bericht en de laatste eer, aan den overledene bewe zen. Schagen, 12 April. In de gisteren hier gehouden algemeene vergadering der Westfriesche Kanaal-Vereeniging bedroeg, volgens verslag, het reeds toegezegd be drag f 90,000. Besloten werd nogmaals een adres aan de betrokken Gemeente- en Polderbesturen in te .dienen om verhooging van de toegezegde som met een gezamen lijk bedrag van f 42,000, zjjnde 1/5 van het benoodigd kapitaal. De Provincie en het Rjjk zullen nog elk 2/5 van de totale som moeten bijdragen. Naar verluidt, schynt het Rijk bereid te zjjn het gevraagde bedrag te verleenen, indien ook de Provincie in dien geest be sluit de Ged. Staten gevoelen veel voor het kanaalplan Stolpe— Kolhorn. Om deze beslissing echter te bespoedigen, zullen eerstdaags eenige afgevaardigden der ver gadering zich pensoonlijk wenden tot den commissaris der Koningin in onze provincie, ten einde hem nogmaals met het groote plan in kennis te stellen. Bewaar uw postwissels. De hoofdcommissaris van politie te Rot terdam vestigt de aandacht op een persoon, tieh noemende A. van Geffen Azn., die ondsr dien naam advertentien in verschei den dagbladen plaatst, waarby hy toezen ding aanbiedt van allerlei ongeregelde artikelen, als muziekstukken, boekwerken, haarwaters, odeurs, enz., tegen toezending van postwissels. Veel postwissels zyn daarop door A. van Geffen ontvangen, maar het is .gebleken dat de toezending van goederen wel eens, misschien wel steeds, achterwege bleef. De equipage van het Noorweegsehe schip sOthello", bestaande uit negen kop pen, werd by stormweder op den 17en Februari jl. gered door een deel der be manning van het Sloepschip »Insulinde" van de Maatschappy Hollandeche Zeevis- scherij, directeur de heer Jan Schippers te Vlaardingen. De Koning van Zweden en Noorwegen heeft nu aan de personen, die aan de reddiug deelnamen, de volgen de belooningen toegekend, aan den gezag voerder M. Poot een met zilver gemon- teerden marinekijker met passend opschrift den stuurman C. van Kempen de reddings medaille 2e klassede matrozen Adr. van der Steen, C. Sloot en L. Lekkerkerk elk de reddingsmedaille 3e klasse. Een vorstelijks gift. De commissie voor de hulde aan wijlen generaal Joubert schrijft het volgende Terwijl zij met mej. Therèse Schwartze was overeen gekomen het portret van wijlen generaal Joubert, door mej. Therèse Schwart ze geschilderd, te aanvaarden tot eenen vooraf overeen gekomen prijs, vooropgesteld dat uit de nationale giften de koopprys zoude worden gedekt, is daarop voor het zelfde schilderij aan mej. Schwartze van elders een aanmerkelijk hooger bod gedaan. De begaafde artiste heeft evenwel niet alleen dit vaste bod geweigerd, om aan den voor- waardelijken aankoop door de commissie als nationale hulde aan wijlen generaal Joubert de voorkeur te blijven geven, maar mej. Schwartze is ih haar groot enthousiasme voor de vryheidszaak der Boeren, verder gegaan en zij heeft thans met het bewijs in handen dat haar schildery eene aanzien lijke waarde vertegenwoordigt, dit schildery cadeau willen doen aan de Commissie, op voorwaarde dat alle gelden, die bij de Com missie inkomen, zullen dienen voor het ver zachten van het lot der gevangenen, in hoofdzaak zoo mogelijk aan de gevangenen onder Cronjé. Onze Commissie, die het heusche aanbod van mej. Schwartze met de grootste erken telijkheid aanvaardde, gevoelt tegenover den opofferingszin der begaafde artiste de ver plichting haar vorstelijk geschenk alleen te aanvaarden indien spontaan, uit giften van het geheele land, een bedragvan ettelijke duizenden binnen hoogstens eene maand, dus vóór 15 Mei a.s., bijeenkomt. Voor het geval onverhoopt op 15 Mei ettelijke duizenden guldens niet zyn bijeen gebracht, acht de Commissie zich gehouden mej. Therèse Schwartze van haar edelmoe dig aanbod te ontslaan Derhalve herhaalt zij met aandrang hare opwekking aan het Nederlandsche volk, om te zorgen dat de vorstelyke schenking door de Commissie kan worden aanvaard en mej. Schwartze harerzyds de ingekomen gelden kan besteden voor het nobele doel door haar aangewezen. Giften kunnen worden gestort bij de leden der Commissie of bij den penning meester mr. G. Vissering, Keizersgracht 160, Amsterdam. Brand te Katwijk. Vrijdagmorgen ongeveer halfacht werd brand ontdekt in een der gangen van het Roomsch-Kath. Gymnasium te Katwijk a/d Rijn. Hoewel in hat gebouw verschillende bluschmiddelen voorhanden zyn en men in het Gesticht ook 2 handspuiten heeft en op sommige gebouwen waterreservoirs ge plaatst zyn, wm de brand by da ontdek king reeds te ver voortgewoekerd om hem te kunnen beteugelen. De oorzaak is onbe kend, daar het verbrande gedeelte niet be woond werd men vermoedt echter dat het vuur ontstaan is tusschen een plafond, waarvan wellicht een dar balken aan een schoorsteen grensde. De linkervleugel van het oude gebouw, dat Troeger woonhuis van de familie Wassenaar was, is geheel uitgebrand. In eenige kamers, thans als ontvangkamers gebruikt, bevond zich ge schilderd behang, waarop portretten van leden dezer familie, dat nog door uitsny- ding, hoewel beschadigd, gered is kunnen worden, evenzoo het goudleeren behang van een daarnaast gelegen kamer. In het verbrande gedeelte bevonden zich, behalve bovengenoemde kamers, de linnen kamers en Jiet z.g. Museum van Nat. His torie, waarin o.a, een zeldzame collectie schelpen, munten en voorwerpen uit onze rrs uiLLBTOir. «Nog niet, Clara!' riep Craven. We zyn nog niet aan het einde. Ik wil u tot eiken prys tet vrouw hebben.' .Welk eene dwaze vermetelheid!' riep CU™, .hoe zult ge my dwingen, u naar het altaar te volgen. «Zoudt ge my het jawoord afpersen?' «Laat die zorg aan my en myn vader over, lieve miss. Daarvoor zijn doeltreffende maat regelen genomen. Dezen avond nog zal in de boschkapel by Tip-Top ons huwelijk vol trokken worden.' «En al zoudt ge my met geweld in de kerk sleepen, ge zoudt van my een driewerf neen hporen.' «Hm, lieve miss, heeft misschien de zon derlinge Capitola Black u zulke fiere woorden geleerd «tJw voornemen om in 't beslissend oogen- blik neen te zoggen, is heldhaftig, spotte Craven, .doch ik voorspel u, dat ge niet neen, maar vrywillig ja zult zeggen. Hoor my aan,« ging Craven voort. .Ik bied u als myne echtgenoote een eervollen stand in de wereld aan myn vermogen, gevoegd by het uwe, verzekert ons een prachtig, benijdens waardig bestaan. Wy reizen naar Europa, naar Parys, die stad van vermaak en genot, het brandpunt van alles wat de wereld schoons kan aanbieden. Ik omgeef u mee weelde, zoeals een Amerikaansche Nabob dit alleen vermag en gy zult in de eerste salons der voorname wereld de voornaamste de eerste zyn. Lacht u dat vooruitzicht niet aan, lieve .Ik veracht het," hernam Clara. .Wel, dan geef ik u eene andere keus. Gy weet, Clara, dat gij hier onder de bescher ming myns vaders staat, en dat hy u dit stil, afgelegen huis aanwees, opdat gy niet in aan raking zoudt komen met de buitenwereld, met andere woorden, dat ge in zyne en myne macht ayt. Moet ik nog meer zeggen Een zwakke kreet kwam over Clara's lippen. Doodsbleek viel ze weer op haar stoel neer. Craven beschouwde haar met een duivel- achtigen blik hy zag, dat hij de ongelukkige overwonnen had en deze haar onmacht begreep. .Ik zie in," zei hy, .dat u de keuze niet moeielyk zal rallen. Om zes nur moet u ge reed zyn, om mee naar de kerk te ryden, waar pastoor Goodwin ons verwacht, om ons te trouwen. Pastoor Goodwin meent, dat ons huwelijk reeds voor den dood uws vaders bepaald was en dat het nu in alle stilte ge schiedt, wegens den diepen rouw. Alles is dus in ordemyn vader heeft voor alles ge zorgd, zonder dat gy liet wist; er bestaat geen beletsel meer voor onze verbinding. Dus," voegde Craven er by, terwyl hy haar een kushandje toewierp, «om zes uur wacht ons het rytuig.' Craren ging en liet Clara half dood, half levend alleen. Hot eerste kwartier kon zy niet helder denken, de afschuwelijke woorden van den ellendeling scheen zo nog altijd te hooren en hadden op haren geest eene vordoovende, verpletterende uitwerking. Eerst langzaam ontwaakte ze uit haren toestand en brak in tranen uit. Clara achtte zich verloren. Nergens zag ze eene mogelijk heid op redding. Indien, geborgen waren, welk verlies, naar een der geestelijken verzekerde, zeer be treurd werd. De achter de linkervleugel gelegen keu ken is ook geheel uitgebrand. De hevige Z.W. wind wakkerde de vlammen zeer aan, maar heeft zeker ook veel bijgedragen tot het behoud van de overige gebouwen. Was hy uit den tegenovergestelden hoek ge komen, dan was voor het uitgestrekte ge sticht met zijn bibliotheek, waarin vele zeldzame werken, en zyn prachtige kapel het ergste te vreezen geweest, daar het uitgebrande gedeelte door een luchtkoker en eenige deuren met het gespaarde ge deelte gemeenschap had. Te I uur was men het vuur in zoover meester, dat ge vaar voor uitbreiding geweken was. De brand werd bestreden met 2 spuiten uit Katwjjk a/d Rijn en het materieel van het gesticht, benevens één spuit uit Kat wjjk a/Zee en één uit Valkenburg. De stoomspuit van Leiden, waarom ge telegrafeerd was, kon niet gezonden wor den, daar deze in reparatie was en men de 2de niet durfde wegzenden. Het naast het gesticht gelegen perceel, bewoond door een bakker, heeft door water schade veel geleden. Gebouwen achter het verbrande gedeelte gelegen, heeft men door brandzeilen en nathouden weten te behouden, terwijl de brand door de ruime binnenplaats aan alle kanten goed te be reiken was Peraoonljjke ongelukken zyn niet te be treuren en de materieele schade wordt door verzekering gedekt. Een rijke Bedelaar. Te Mjjnsheerenland is de in de Hoeksche- waard bekende bedelaar Floor de Blauwsel dood aan den weg gevonden. Op zijne borst was verborgen een zakje, inhoudende f 1400 in bankpapier. Diefstal. Men schrijft uit Haarlem De diefstallen op de lijnen der H. IJ. S. gaan nog steeds door. Thans weder is uit een koffer van een dame, die uit Brussel kwam, ontvreemd f7 en een gouden broche. Curieus. Een inwoner van Vlaardingen is in het bezit van een papegaai, die behalve de ge wone proefjes van spreekkunst zeer duideljjk het Transvaalsche Volkslied zingt. Boete. Men schryft uit Haarlem De kleermaker Kuiper, die aannemer is van de leverantie der schutterauniformen, is, wegens te laat leveren, beboet voor f7100. De man verzoekt nu den raad beleefd van die boete te worden ontslagen. Gezegend. Te Woensdrecht deed iemand aangifte van de geboorte van zyn 27ste kind. Ongeluk. Een treurig ongeval had Vrijdagmiddag te 3 uren plaats op de tramlijn Katwijk aan Zee—Katwyk-Binnen. De heer H. T. Slot, candidaat in de medicijnen, stond op de tram tusschen genoemde plaatsen, toen hem zyn wandelstok ontvieL Dien wil lende grijpen, sloeg hy voorover op den weg met liet droevig gevolg, dat een der wielen van het voertuig hem over den rechtervoet reed en dit lichaamsdeel werd afgesneden boven den enkel. De verminkte werd ter verpleging overgebracht naar het Hóspital Wafieur, te Leiden. Fruit in de Neder-Betuwe. Omtrent de verwachtingen van het fruit in de Neder-Betuwe wordt aan de »N. A. Crt." gemeld Sommige soorten van peren beloven een goeden oogst; kersen en pruimen doen mede het beste hopen appelen knoppen foed, maar noten en Engelsche krozen ebben verleden jaar te veel geleden, om iets te kunnen geven. Verloren Het wordt nu als zeker beschouwd, dat het sinds geruimen tjjd vermiste Fransche stoomschip »Pauillac" op den Atlantischen Oceaan is vergaan, met de 54 menschen, die er aan boord warer.. Men heeft alle hoop opgegeven, ooit iets van die vermisten ffe vernemen. De Oorlog in Zuid-Afrika. UIT TRANSVAAL. Uit een particulieren brief, dd. 8 Maart, door ons uit Johannesburg ontvangen, bljjkt dat de levenswyze er tegenwoordig nogal duur is, en vele artikelen belangrijk zyn verhoogd. De Ned. Zuid-Afr. Spoorw.- Maatschappij heeft voor al hare gehuwde ambtenaren, pl. m. een 180tal, leveusmid- delen uit Europa aangevoerd, en deze worden hun voor den kostenden prjjs ge leverd, waardoor haar personeel zeer wordt gebaat. Overigens is men ook daar nog vol goeden moed, dat de Boeren ten slotte zullen zegevieren. Wij ontvingen Vrijdag jl. eenige bladen uit Transvaal loopende tot 9 Maart, dus na de overgave van Cronjé; aan de •Volksstem" ontleenen we het volgende van 2 Maart Verre van ons publiek te verontrusten, heeft het laatste oorlogsnieuws onze burgers aangespoord tot krachtige voorbereidselen voor een uiterst en ingespannen verzet tegen elke schending van het Bepublikeinsche grondgebied. Onze vyanden hebben steeds beweerd dat de Boeren opgetogen en moedig zyn zoolang de oorlogskans in hnn voordeel isdoch dat zy zich gemakkelijk laten terneerslaan en tot wanhoop dryveo, wanneer de vyand tij delijk de overhand mocht hebben erlangd. Welnn, wij znllen toonen dat noch de over gave van generaal Cronjé, noch de ontruiming onzer stellingen om Ladysmith invloed zullen hebben op de weerbaarheid onzer burgers. Zoowel de Transvaalsche mannen als de Transvaalsche vrouwen zien het ernstige der situatie duideljjk, maar kalm indoch geen mensch denkt er aan om thans de moed op te geven. Algemeen zegt men dat nu eerst de ware Boeren-oorlog een aanvang gaat nemen. Elke strook van onze 'grond, waar aan zoo dierbare herinneringen zyn verbon den, zal met de meeste taaiheid en hardnek kigheid worden verdedigd. We hebben ge weren, ammunitie, kanonnen genoeg om, nu hot erop aankomt het vaderland te behoudon, nog duizenden, ja tiendnizenden Engelschen te doen sneuvelen. Geon vrye Afrikaner denkt er aan om onze heilige en goddelijke zaak thans verlo ren te achten, omdat we een paar steden moesten loslaten die we nog niet eens had den, of omdat we een generaal hebben ver loren, die door vele anderen zal vervangen kunnen worden. Het Opperwezen heeft tot beden de wakkerste leiders onzer burgers gespaard, na vyf maanden slrjjds. Duizen den burgers zyn nog -keschikbaar en vol vuur om de grenzen der Republieken te bewakon. Deaespcreert nietHondt moed 1 Blyft op God vertrouwen I Laat elke man naar de grens gaan om de vyand ontzag in te boezemen en om Groot Brittannie te toonen dat de Boeren dapper waren buiten bun land, maar nog veel dap perder znllen wesen bij de verdediging van hun eigen geliefde grond. Uit de .Volksstem'van 7 Maart Een Commando van helden. Beetje voor beetje dringt de waarheid om trent het lot en de gedragingen van gene raal Cronjé commando tot ons door. Die waarheid overtreft de stoutste verwachtingen, welke het pnbliek koesterde van Cronjé's kouding in de ure van gevaar en tegenspoed. Dat hy met zyn menschen tot het uiterste weerstand zou bieden aan de overtalrijke vyand welke hem op het lijf was gevallen, dat zelfs een nederlaag van Cronjé's men- Bchen een voor ons volk eorvolle gebeurtenis zou wezen, dat alles stond boven elke twyfel verheven. Doch dat de houding van Cronjé zóó heldhaftig, zóó nobel, zóó bewonderens waardig, zóó treffend zou wezen als nu bljjkt uit de van Engelsche kant ons dezer dagen toegekomen berichten, dat hadden zelfs zjj die goed onze vechtgeneraal en diens com mando kennen, nanwelyks durven hopen. Hoe nadeelig ook de episode van Cronjé's omsin geling en uit eindelyke overgave voor de gefedereerde wapenen moge geweest zyn, we kunnen niet de gedachte onderdrukken dat ons volk noode deze schitterende episode nit de worstelstrijd zou willen gemist hebben. Elders ia deze uitgave publiceersn we de inhond van een paar «Reuter» telegrammen, welke Pretoria bereikt hebben en een glo rieus licht werpen op de verdediging van Cronjé's commando tegen een Engelsche macht, welke bestond nit minstens twaalfmaal meer manschappen en waarschyniyk vijftien-maal meer kanonBen, welker kaliber bovendien verre dat van ons geschut overtrof. Deze berichten loopen slechts over de aanvang van generaal Cronjé's heroiese weerstand, name- lijk over hetgeen op Zaterdag 18 en Maan dag 20 Februari plaats vond bet bljjkt dat op eerstgenoemde dag aan de Engelschen een herhaling werd toegebracht van de neder laag die zy by Magersfontein leden, en dat do verliezen van de vjjand zwaar zyn ge weest zonder weder veol to hebben bijge dragen tot de militaire roem van de nieuwe Hritsche generaal, Kelly Kenny genaamd, die zich voor het eerst mot do Boeren ge meten heeft. De 20ste Februari heeft zich gekenmerkt door een bombardoment van zóó groote hevigheid dat zelfs de Engelschen versteld stonden van do uitwerking welko zjj er aan schijnen toegeschreven te hebben. Intnsschen heeft de hardnekkige weerstand van Cronjé's commando na 20 Februari nog zes volle dagen geduurd! De determinatie van Lord Roberts om Cronjé's tegenstand eens voor altjjd te breken* heeft aan de Engelschen, in weerwil van hnn 70.000 sol daten en ontelbare kanonnen, zeven dagen hard vechten genomen tegen een afgemat handjevol Afrikaners, wier wagens waren in brand geschoten, wier ammunitie was opge raakt, wier gewonden geen verpleging had den en die nog tot overmaat van zorg «en aantal vrouwen en kinderen hadden te be schermen, welke hun beweging bemoeilijkten. Waarljjk, Cronjé en zyn dapperen strek ken bun volk tot eer, zelfs door hun eindelyke overgaaf. Hun nederlaag is «en scdeljjke overwinning, grooter dan het groot ste militaire voordeel door bon in de voor afgegane - ".echten met de vjjand behaald. Ook hét feit dat Cronjé's commando onder de om«tandi«heden als beschreven in de Heutè'r- ituegram bovengenoemd, zoo vele dagen heeft kunnen uithouden tegen de Brit- scho overmacht en met betrekkelijk geringe verliesen te voorschyn is getreden uit het Gods-oordeel waaraan de strjjdvoerende par tyen onderworpen zyn geworden, dat feit be hoort elk onzer burgers rast moed en ver trouwen en geestdrift voor hun heilige zaak van recht en Vrjjheid te vervullen. In plaats dus dat Cionjé's val als con nationale ramp, als een onherstelbaar ongeluk moet betreurd worden doordat de verdere loop van de wor stelstrijd ongunstig zou worden ten nadeele der gefedereerde wapenen, is de groote ze delijke zegepraal van Cronjé voor zjjn mede strijders een bron van jnbel, een opwekking om zjjn voorbeeld te betrachten en na te volgen. Als we elk onzer handel i als de mannen van Cronjé, dan zal noch de Z. A. Republiek noch de Vrijstaat behoeven te vreezen voor ondergang, zelfs al zonden alle Britten even «gedetermineerd" wezen als Lord Roberts ons onze «tegenstand te breken*. Als een bewys wat van de Boeren verwacht kan worden, wanneer Engeland tot hun algcheele onder gang mocht zyn besloten, staat de episode by Paardeberg toren-hoog boven onze beste succes tot dusver op het Engelsehe leger be- De Ladysmith-statistiek is nu versche nen en die is gruwelyk. Den 2den Nov., dus na Nicholson's Nek, had White nog 13,500 officieren en manschappen, vier maanden later had hy er nog 10,000, waarvan 2800 in 't hospitaal, dus 7200 die dienst konden doen of heetten te kun nen doenze zyn nog steeds aan 't her stellen. Menschen, paarden, muilezels en ossen zyn in die vier maanden met massa's ver minderd 10,688 man hebben achtereen- EEN-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK. .Moge ze nooit meer terugkomen!* had de oude Dorkey gefluisterd, toen ze Capitola na haar bezoek bjj miss Day zag wegrijden, doch haar wonsch zou niet vervold worden. In weerwil van 't vreeseljjk tooneel, dat na den terugkeer van Capitola in 't .Onweersnest' voorviel, ondanks het dreigen, vermanen en smeeken van den kant van den majoor, om toch haar bezoek in het 'Drakcnhol" niet meer te herhalen, kon Capitola niet nalaten, haar lieve vriendin Clara weer te be zoeken. Het eenige verschil was, dat ze ditmaal niet alleen kwam, maar in geselschap van Wool, die van den majoor, onder bedreiging van hem de haren te laten uitrukken, 't strengste bevel gekregen had, Capitola op den voet te volgen, opdat se niet zonder hulp Mon kan zich voorstellen met welk een angst de arme neger de bevelen van zjjn meester nakwam, wien 't wel eens ernst kon worden met zijne bedreigingen, want majoor Warfield had bewezen, dat Capitola xjjn oog appel was, en dat vrees voor haar hem tot razernjj kon voeren. Wool was in een hacheljjken toestand jegens zyne jengdigo gebiedster, want deze vond zijn gezelschap uiterst lastig. Als ze den vol genden morgen haren Gyp besteeg en zag, dat Wool ook te paard klom, om haar op een passendon afstand na te ryden, keek zo den neger verbaasd aan en vroeg hem, wat dit te beduiden had. Wool verklaarde haar de zaak en yertolde, wat hem te wachten stond, indien hy haar niet volgde. .Denk eens aan, miss,' klaagde hy, «dat de mayoor mij de haren zon laten uitrukken Na zult gjj toch medelyden met my hebben en my achter n dulden?» voegde hy er smee- kend bij. Capitola moest om 't beteuterd gezicht van den neger onwillekeurig IacheD, en daar wy weten, dat zjj aan haar koppigheid toch een goed hart paarde, moeten we ons niet ver wonderen, dat ze zich, tot groote bljjdschap van Wool, diens gezelschap liet welgevallen. «Wat mij betreft,» zei ze, .je kunt meerjj- den, maar je moogt my niet hinderen. Blyf maar ver genoeg achter my." Wool bleef nu dertig schreden terng, zoo doende meende hy 't best aan de bevelen van zjjn heer en die der jonge miss te voldoen. Zonder zich dezen keer bjj de oude Hat op te houden, vervolgde Capitola den haar nu bekenden weg naar het «Spookhuis', waar sjj om elf uur, das ongeveer twee unr nm het onderhoud van Craven met Clara, aankwam. Zij wenkte Wool nader te komen, en gaf hem 't paard met 't bevel, het dier wat rond te leiden, daar 't bezoek kort zon wezen. De oude Dorkey opende weer de poort, doch wilde haar den ingang nog hardnekki ger dan de eerste maal weigeren. Doch 't baatte niet. Capitola maakte korte metten en zonder zich om 't brommen der oude te be kommeren, snelde ze de trap op. Capitola vond Clara in tranoD. Mot wan kelende schreden was ze naar hare kamer gegaan en had er zioh opgesloten, om den vryen loop aan hare wanhopige gedachten te kunnen laten. Toen zy Capitola's stem hoorde, opende zy de deur en vloog haar met uitgo- strekte armen tegemoet. ,0, myn vriendin, myn dierbare Capitola riep ze, ,dc Hemel sendt my u. Eu ik, ongelukkige, wilde twyfelen aan de Voorzie nigheid. O, redt mijGod ontfermde zich myner, toen Hy n naar my zond.' Onze heldin verschrok, toen se Clara zoo opgewonden zag. Maar, beste Clara, wat is er dan gebeurd Wat heeft men n gedaan vroeg ze mede- lydend, terwyl ze haar weenende vriendin naar de sofa leidde en naast haar plaats nam. Snikkend vertelde miss Day 't tooneel tus schen haar en Craven nog liever wilde se het wanhopigste beproeven, dan zich aan dien ellendeling overleveren. .Doch tot znlkc besluiten zal het nu niet meer komen, want gy zult my redden, Capi tola .Ja, lieve Clara, vertrouw op my, ik wil en zal je redden,' verzekerde Capitola, die haar moed en wilskracht voelde verdobbelen by het vernemen van die gruwelijke plannen. «O, die lage kerelriep ze verontwaardigd, zoo met u te spreken en u te dreigen, tor- wijl gij niet in staat sytu te verdedigen. Hoe zullen wy 't aanleggen, om n nit zijne klau wen te verlossen, laat ons eens zien.' ,Ach, lieve Capitola, ik weet geen rand,' jammerde Clara. «Vluchten is onmogeljjk, do oude Dorkey en de andere dienstboden bewaken my. Ik hoorde zelfs, dat hy bevel gaf, my geen voet buiten myno kamer t« laten zotten." «En toch is de vlucht uw eonig redmiddel," zuchtte Capitola, die inderdaad goen anderen weg wist. «Wy moeten de waakzaamheid der oude Dorkey misleiden, maar hoe Zou ik daar geen middel op weten Capitola dacht na, terwyl Clara opnieuw begon te weenen. «Alleen door den dood, kan ik my aan de schande ontrukken snikte zy. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 1