KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen
So. 2836.
Woemdag 18 April 1900.
28»te Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 69.
NIEUnWIJDItGEV.
HELDER, 17 April 1S00.
Volgens mededeeling van den inspec
teur over het loodswezen, is in den Texel-
atroom een vlot verankerd, ten dienste van
schietoeleniugeu met snelvuurgeschut, op
de navolgende uierkentoren van Hoorn
(Texel) in de W.-bakens van de gemeten-
mijl, lichttoren Kykduin, in den Z.-toren
van het Meteorologisch Observatorium. Lig
ging ongeveer52° 59' 34" N b. en 0°
4' 13" W.1. Bjj niet te ongunstig weer zal
's nachts op het vlot een wit lantaarnlicht
worden getoond. (Zie Ned. krt. No. 201).
Bij de Marine iB thans de qualiteit
van stoker-majoor ingevoerd. De bevordering
als zoodanig geschiedt door den Minister
van Marine naar keuze en op grond van
het conduite-rapport.
Stokere-majoor behooren steeds tot het
vaste korps onderofficieren. De voorschriften
in de regeling van het personeel onder
officieren en mindere schepelingen betref
fende het vaste corps zjjn ook op hen van
toepassing. Het jaavljjksche traktement zal
bedragen f 300 (actief), f 150 (non-actief);
de activiteifcssoldy 's maands f 60 en de
verhoogde soldjj in Oost- en West-Indië
en tusschen de keerkringen 's maands f25.
Bij verpleging in de hospitalen en zie-
keninrichtingen zal dezelfde korting op de
soldjj worden toegepast en zullen dezelfde
hospitaaltoelagen genoten worden als voor
de machinisten 2de kl. is bepaald.
Luitenant Nix.
Het departement van Koloniën ontving
van lord Roberts uit Bloemfontein dd. 12
April 6.35 's avonds officieel bericht van
het overlijden van luitenant Nix, militair
attaché bij het Boerenleger, in het hospi
taal te Bloemfontein, aan de ernstige ver
wonding, bekomen bjj Sannaspost op 31
Maart. Hij is begraven met militaire eer.
De minister van Koloniën heeft terug
geseind, om te bedanken voor de vriende
lijke behandeling, het spoedig bericht en
de laatste eer, aan den overledene bewe
zen.
Schagen, 12 April. In de gisteren
hier gehouden algemeene vergadering der
Westfriesche Kanaal-Vereeniging bedroeg,
volgens verslag, het reeds toegezegd be
drag f 90,000. Besloten werd nogmaals
een adres aan de betrokken Gemeente- en
Polderbesturen in te .dienen om verhooging
van de toegezegde som met een gezamen
lijk bedrag van f 42,000, zjjnde 1/5 van
het benoodigd kapitaal. De Provincie en
het Rjjk zullen nog elk 2/5 van de totale
som moeten bijdragen.
Naar verluidt, schynt het Rijk bereid te
zjjn het gevraagde bedrag te verleenen,
indien ook de Provincie in dien geest be
sluit de Ged. Staten gevoelen veel voor
het kanaalplan Stolpe— Kolhorn. Om deze
beslissing echter te bespoedigen, zullen
eerstdaags eenige afgevaardigden der ver
gadering zich pensoonlijk wenden tot den
commissaris der Koningin in onze provincie,
ten einde hem nogmaals met het groote
plan in kennis te stellen.
Bewaar uw postwissels.
De hoofdcommissaris van politie te Rot
terdam vestigt de aandacht op een persoon,
tieh noemende A. van Geffen Azn., die
ondsr dien naam advertentien in verschei
den dagbladen plaatst, waarby hy toezen
ding aanbiedt van allerlei ongeregelde
artikelen, als muziekstukken, boekwerken,
haarwaters, odeurs, enz., tegen toezending
van postwissels. Veel postwissels zyn daarop
door A. van Geffen ontvangen, maar het
is .gebleken dat de toezending van goederen
wel eens, misschien wel steeds, achterwege
bleef.
De equipage van het Noorweegsehe
schip sOthello", bestaande uit negen kop
pen, werd by stormweder op den 17en
Februari jl. gered door een deel der be
manning van het Sloepschip »Insulinde"
van de Maatschappy Hollandeche Zeevis-
scherij, directeur de heer Jan Schippers
te Vlaardingen. De Koning van Zweden
en Noorwegen heeft nu aan de personen,
die aan de reddiug deelnamen, de volgen
de belooningen toegekend, aan den gezag
voerder M. Poot een met zilver gemon-
teerden marinekijker met passend opschrift
den stuurman C. van Kempen de reddings
medaille 2e klassede matrozen Adr. van
der Steen, C. Sloot en L. Lekkerkerk elk
de reddingsmedaille 3e klasse.
Een vorstelijks gift.
De commissie voor de hulde aan wijlen
generaal Joubert schrijft het volgende
Terwijl zij met mej. Therèse Schwartze
was overeen gekomen het portret van wijlen
generaal Joubert, door mej. Therèse Schwart
ze geschilderd, te aanvaarden tot eenen
vooraf overeen gekomen prijs, vooropgesteld
dat uit de nationale giften de koopprys
zoude worden gedekt, is daarop voor het
zelfde schilderij aan mej. Schwartze van
elders een aanmerkelijk hooger bod gedaan.
De begaafde artiste heeft evenwel niet alleen
dit vaste bod geweigerd, om aan den voor-
waardelijken aankoop door de commissie als
nationale hulde aan wijlen generaal Joubert
de voorkeur te blijven geven, maar mej.
Schwartze is ih haar groot enthousiasme
voor de vryheidszaak der Boeren, verder
gegaan en zij heeft thans met het bewijs
in handen dat haar schildery eene aanzien
lijke waarde vertegenwoordigt, dit schildery
cadeau willen doen aan de Commissie, op
voorwaarde dat alle gelden, die bij de Com
missie inkomen, zullen dienen voor het ver
zachten van het lot der gevangenen, in
hoofdzaak zoo mogelijk aan de gevangenen
onder Cronjé.
Onze Commissie, die het heusche aanbod
van mej. Schwartze met de grootste erken
telijkheid aanvaardde, gevoelt tegenover den
opofferingszin der begaafde artiste de ver
plichting haar vorstelijk geschenk alleen te
aanvaarden indien spontaan, uit giften van
het geheele land, een bedragvan ettelijke
duizenden binnen hoogstens eene maand,
dus vóór 15 Mei a.s., bijeenkomt.
Voor het geval onverhoopt op 15 Mei
ettelijke duizenden guldens niet zyn bijeen
gebracht, acht de Commissie zich gehouden
mej. Therèse Schwartze van haar edelmoe
dig aanbod te ontslaan Derhalve herhaalt
zij met aandrang hare opwekking aan het
Nederlandsche volk, om te zorgen dat de
vorstelyke schenking door de Commissie
kan worden aanvaard en mej. Schwartze
harerzyds de ingekomen gelden kan besteden
voor het nobele doel door haar aangewezen.
Giften kunnen worden gestort bij de
leden der Commissie of bij den penning
meester mr. G. Vissering, Keizersgracht
160, Amsterdam.
Brand te Katwijk.
Vrijdagmorgen ongeveer halfacht werd
brand ontdekt in een der gangen van het
Roomsch-Kath. Gymnasium te Katwijk a/d
Rijn. Hoewel in hat gebouw verschillende
bluschmiddelen voorhanden zyn en men in
het Gesticht ook 2 handspuiten heeft en
op sommige gebouwen waterreservoirs ge
plaatst zyn, wm de brand by da ontdek
king reeds te ver voortgewoekerd om hem
te kunnen beteugelen. De oorzaak is onbe
kend, daar het verbrande gedeelte niet be
woond werd men vermoedt echter dat het
vuur ontstaan is tusschen een plafond,
waarvan wellicht een dar balken aan een
schoorsteen grensde. De linkervleugel van
het oude gebouw, dat Troeger woonhuis
van de familie Wassenaar was, is geheel
uitgebrand. In eenige kamers, thans als
ontvangkamers gebruikt, bevond zich ge
schilderd behang, waarop portretten van
leden dezer familie, dat nog door uitsny-
ding, hoewel beschadigd, gered is kunnen
worden, evenzoo het goudleeren behang
van een daarnaast gelegen kamer.
In het verbrande gedeelte bevonden zich,
behalve bovengenoemde kamers, de linnen
kamers en Jiet z.g. Museum van Nat. His
torie, waarin o.a, een zeldzame collectie
schelpen, munten en voorwerpen uit onze
rrs uiLLBTOir.
«Nog niet, Clara!' riep Craven. We zyn
nog niet aan het einde. Ik wil u tot eiken
prys tet vrouw hebben.'
.Welk eene dwaze vermetelheid!' riep
CU™, .hoe zult ge my dwingen, u naar het
altaar te volgen. «Zoudt ge my het jawoord
afpersen?'
«Laat die zorg aan my en myn vader over,
lieve miss. Daarvoor zijn doeltreffende maat
regelen genomen. Dezen avond nog zal in
de boschkapel by Tip-Top ons huwelijk vol
trokken worden.'
«En al zoudt ge my met geweld in de kerk
sleepen, ge zoudt van my een driewerf neen
hporen.'
«Hm, lieve miss, heeft misschien de zon
derlinge Capitola Black u zulke fiere woorden
geleerd
«tJw voornemen om in 't beslissend oogen-
blik neen te zoggen, is heldhaftig, spotte
Craven, .doch ik voorspel u, dat ge niet
neen, maar vrywillig ja zult zeggen. Hoor
my aan,« ging Craven voort. .Ik bied u als
myne echtgenoote een eervollen stand in de
wereld aan myn vermogen, gevoegd by het
uwe, verzekert ons een prachtig, benijdens
waardig bestaan. Wy reizen naar Europa,
naar Parys, die stad van vermaak en genot,
het brandpunt van alles wat de wereld
schoons kan aanbieden. Ik omgeef u mee
weelde, zoeals een Amerikaansche Nabob dit
alleen vermag en gy zult in de eerste salons
der voorname wereld de voornaamste de
eerste zyn. Lacht u dat vooruitzicht niet
aan, lieve
.Ik veracht het," hernam Clara.
.Wel, dan geef ik u eene andere keus. Gy
weet, Clara, dat gij hier onder de bescher
ming myns vaders staat, en dat hy u dit stil,
afgelegen huis aanwees, opdat gy niet in aan
raking zoudt komen met de buitenwereld, met
andere woorden, dat ge in zyne en myne
macht ayt. Moet ik nog meer zeggen
Een zwakke kreet kwam over Clara's
lippen. Doodsbleek viel ze weer op haar
stoel neer.
Craven beschouwde haar met een duivel-
achtigen blik hy zag, dat hij de ongelukkige
overwonnen had en deze haar onmacht begreep.
.Ik zie in," zei hy, .dat u de keuze niet
moeielyk zal rallen. Om zes nur moet u ge
reed zyn, om mee naar de kerk te ryden,
waar pastoor Goodwin ons verwacht, om ons
te trouwen. Pastoor Goodwin meent, dat ons
huwelijk reeds voor den dood uws vaders
bepaald was en dat het nu in alle stilte ge
schiedt, wegens den diepen rouw. Alles is
dus in ordemyn vader heeft voor alles ge
zorgd, zonder dat gy liet wist; er bestaat
geen beletsel meer voor onze verbinding. Dus,"
voegde Craven er by, terwyl hy haar een
kushandje toewierp, «om zes uur wacht ons
het rytuig.'
Craren ging en liet Clara half dood, half
levend alleen. Hot eerste kwartier kon zy niet
helder denken, de afschuwelijke woorden van
den ellendeling scheen zo nog altijd te hooren
en hadden op haren geest eene vordoovende,
verpletterende uitwerking.
Eerst langzaam ontwaakte ze uit haren
toestand en brak in tranen uit. Clara achtte
zich verloren. Nergens zag ze eene mogelijk
heid op redding.
Indien, geborgen waren, welk verlies, naar
een der geestelijken verzekerde, zeer be
treurd werd.
De achter de linkervleugel gelegen keu
ken is ook geheel uitgebrand. De hevige
Z.W. wind wakkerde de vlammen zeer aan,
maar heeft zeker ook veel bijgedragen tot
het behoud van de overige gebouwen. Was
hy uit den tegenovergestelden hoek ge
komen, dan was voor het uitgestrekte ge
sticht met zijn bibliotheek, waarin vele
zeldzame werken, en zyn prachtige kapel
het ergste te vreezen geweest, daar het
uitgebrande gedeelte door een luchtkoker
en eenige deuren met het gespaarde ge
deelte gemeenschap had. Te I uur was
men het vuur in zoover meester, dat ge
vaar voor uitbreiding geweken was.
De brand werd bestreden met 2 spuiten
uit Katwjjk a/d Rijn en het materieel van
het gesticht, benevens één spuit uit Kat
wjjk a/Zee en één uit Valkenburg.
De stoomspuit van Leiden, waarom ge
telegrafeerd was, kon niet gezonden wor
den, daar deze in reparatie was en men
de 2de niet durfde wegzenden.
Het naast het gesticht gelegen perceel,
bewoond door een bakker, heeft door water
schade veel geleden. Gebouwen achter het
verbrande gedeelte gelegen, heeft men
door brandzeilen en nathouden weten te
behouden, terwijl de brand door de ruime
binnenplaats aan alle kanten goed te be
reiken was
Peraoonljjke ongelukken zyn niet te be
treuren en de materieele schade wordt door
verzekering gedekt.
Een rijke Bedelaar.
Te Mjjnsheerenland is de in de Hoeksche-
waard bekende bedelaar Floor de Blauwsel
dood aan den weg gevonden. Op zijne
borst was verborgen een zakje, inhoudende
f 1400 in bankpapier.
Diefstal.
Men schrijft uit Haarlem
De diefstallen op de lijnen der H. IJ. S.
gaan nog steeds door. Thans weder is uit
een koffer van een dame, die uit Brussel
kwam, ontvreemd f7 en een gouden broche.
Curieus.
Een inwoner van Vlaardingen is in het
bezit van een papegaai, die behalve de ge
wone proefjes van spreekkunst zeer duideljjk
het Transvaalsche Volkslied
zingt.
Boete.
Men schryft uit Haarlem
De kleermaker Kuiper, die aannemer is
van de leverantie der schutterauniformen,
is, wegens te laat leveren, beboet voor f7100.
De man verzoekt nu den raad beleefd
van die boete te worden ontslagen.
Gezegend.
Te Woensdrecht deed iemand aangifte
van de geboorte van zyn 27ste kind.
Ongeluk.
Een treurig ongeval had Vrijdagmiddag
te 3 uren plaats op de tramlijn Katwijk
aan Zee—Katwyk-Binnen. De heer H. T.
Slot, candidaat in de medicijnen, stond op
de tram tusschen genoemde plaatsen, toen
hem zyn wandelstok ontvieL Dien wil
lende grijpen, sloeg hy voorover op den
weg met liet droevig gevolg, dat een der
wielen van het voertuig hem over den
rechtervoet reed en dit lichaamsdeel werd
afgesneden boven den enkel. De verminkte
werd ter verpleging overgebracht naar
het Hóspital Wafieur, te Leiden.
Fruit in de Neder-Betuwe.
Omtrent de verwachtingen van het fruit
in de Neder-Betuwe wordt aan de »N. A.
Crt." gemeld
Sommige soorten van peren beloven een
goeden oogst; kersen en pruimen doen
mede het beste hopen appelen knoppen
foed, maar noten en Engelsche krozen
ebben verleden jaar te veel geleden, om
iets te kunnen geven.
Verloren
Het wordt nu als zeker beschouwd, dat
het sinds geruimen tjjd vermiste Fransche
stoomschip »Pauillac" op den Atlantischen
Oceaan is vergaan, met de 54 menschen,
die er aan boord warer..
Men heeft alle hoop opgegeven, ooit iets
van die vermisten ffe vernemen.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
UIT TRANSVAAL.
Uit een particulieren brief, dd. 8 Maart,
door ons uit Johannesburg ontvangen, bljjkt
dat de levenswyze er tegenwoordig nogal
duur is, en vele artikelen belangrijk zyn
verhoogd. De Ned. Zuid-Afr. Spoorw.-
Maatschappij heeft voor al hare gehuwde
ambtenaren, pl. m. een 180tal, leveusmid-
delen uit Europa aangevoerd, en deze
worden hun voor den kostenden prjjs ge
leverd, waardoor haar personeel zeer wordt
gebaat. Overigens is men ook daar nog
vol goeden moed, dat de Boeren ten slotte
zullen zegevieren.
Wij ontvingen Vrijdag jl. eenige bladen
uit Transvaal loopende tot 9 Maart, dus
na de overgave van Cronjé; aan de
•Volksstem" ontleenen we het volgende
van 2 Maart
Verre van ons publiek te verontrusten,
heeft het laatste oorlogsnieuws onze burgers
aangespoord tot krachtige voorbereidselen
voor een uiterst en ingespannen verzet tegen
elke schending van het Bepublikeinsche
grondgebied.
Onze vyanden hebben steeds beweerd dat
de Boeren opgetogen en moedig zyn zoolang
de oorlogskans in hnn voordeel isdoch dat
zy zich gemakkelijk laten terneerslaan en
tot wanhoop dryveo, wanneer de vyand tij
delijk de overhand mocht hebben erlangd.
Welnn, wij znllen toonen dat noch de over
gave van generaal Cronjé, noch de ontruiming
onzer stellingen om Ladysmith invloed zullen
hebben op de weerbaarheid onzer burgers.
Zoowel de Transvaalsche mannen als de
Transvaalsche vrouwen zien het ernstige der
situatie duideljjk, maar kalm indoch geen
mensch denkt er aan om thans de moed op
te geven. Algemeen zegt men dat nu eerst
de ware Boeren-oorlog een aanvang gaat
nemen. Elke strook van onze 'grond, waar
aan zoo dierbare herinneringen zyn verbon
den, zal met de meeste taaiheid en hardnek
kigheid worden verdedigd. We hebben ge
weren, ammunitie, kanonnen genoeg om, nu
hot erop aankomt het vaderland te behoudon,
nog duizenden, ja tiendnizenden Engelschen
te doen sneuvelen.
Geon vrye Afrikaner denkt er aan om
onze heilige en goddelijke zaak thans verlo
ren te achten, omdat we een paar steden
moesten loslaten die we nog niet eens had
den, of omdat we een generaal hebben ver
loren, die door vele anderen zal vervangen
kunnen worden. Het Opperwezen heeft tot
beden de wakkerste leiders onzer burgers
gespaard, na vyf maanden slrjjds. Duizen
den burgers zyn nog -keschikbaar en vol vuur
om de grenzen der Republieken te bewakon.
Deaespcreert nietHondt moed 1 Blyft
op God vertrouwen I
Laat elke man naar de grens gaan om de
vyand ontzag in te boezemen en om Groot
Brittannie te toonen dat de Boeren dapper
waren buiten bun land, maar nog veel dap
perder znllen wesen bij de verdediging van
hun eigen geliefde grond.
Uit de .Volksstem'van 7 Maart
Een Commando van helden.
Beetje voor beetje dringt de waarheid om
trent het lot en de gedragingen van gene
raal Cronjé commando tot ons door. Die
waarheid overtreft de stoutste verwachtingen,
welke het pnbliek koesterde van Cronjé's
kouding in de ure van gevaar en tegenspoed.
Dat hy met zyn menschen tot het uiterste
weerstand zou bieden aan de overtalrijke
vyand welke hem op het lijf was gevallen,
dat zelfs een nederlaag van Cronjé's men-
Bchen een voor ons volk eorvolle gebeurtenis
zou wezen, dat alles stond boven elke twyfel
verheven. Doch dat de houding van Cronjé
zóó heldhaftig, zóó nobel, zóó bewonderens
waardig, zóó treffend zou wezen als nu bljjkt
uit de van Engelsche kant ons dezer dagen
toegekomen berichten, dat hadden zelfs zjj
die goed onze vechtgeneraal en diens com
mando kennen, nanwelyks durven hopen. Hoe
nadeelig ook de episode van Cronjé's omsin
geling en uit eindelyke overgave voor de
gefedereerde wapenen moge geweest zyn, we
kunnen niet de gedachte onderdrukken dat
ons volk noode deze schitterende episode nit
de worstelstrijd zou willen gemist hebben.
Elders ia deze uitgave publiceersn we de
inhond van een paar «Reuter» telegrammen,
welke Pretoria bereikt hebben en een glo
rieus licht werpen op de verdediging van
Cronjé's commando tegen een Engelsche macht,
welke bestond nit minstens twaalfmaal meer
manschappen en waarschyniyk vijftien-maal
meer kanonBen, welker kaliber bovendien
verre dat van ons geschut overtrof. Deze
berichten loopen slechts over de aanvang van
generaal Cronjé's heroiese weerstand, name-
lijk over hetgeen op Zaterdag 18 en Maan
dag 20 Februari plaats vond bet bljjkt dat
op eerstgenoemde dag aan de Engelschen een
herhaling werd toegebracht van de neder
laag die zy by Magersfontein leden, en dat
do verliezen van de vjjand zwaar zyn ge
weest zonder weder veol to hebben bijge
dragen tot de militaire roem van de nieuwe
Hritsche generaal, Kelly Kenny genaamd,
die zich voor het eerst mot do Boeren ge
meten heeft. De 20ste Februari heeft zich
gekenmerkt door een bombardoment van zóó
groote hevigheid dat zelfs de Engelschen
versteld stonden van do uitwerking welko zjj
er aan schijnen toegeschreven te hebben.
Intnsschen heeft de hardnekkige weerstand
van Cronjé's commando na 20 Februari nog
zes volle dagen geduurd! De determinatie
van Lord Roberts om Cronjé's tegenstand
eens voor altjjd te breken* heeft aan de
Engelschen, in weerwil van hnn 70.000 sol
daten en ontelbare kanonnen, zeven dagen
hard vechten genomen tegen een afgemat
handjevol Afrikaners, wier wagens waren in
brand geschoten, wier ammunitie was opge
raakt, wier gewonden geen verpleging had
den en die nog tot overmaat van zorg «en
aantal vrouwen en kinderen hadden te be
schermen, welke hun beweging bemoeilijkten.
Waarljjk, Cronjé en zyn dapperen strek
ken bun volk tot eer, zelfs door hun
eindelyke overgaaf. Hun nederlaag is «en
scdeljjke overwinning, grooter dan het groot
ste militaire voordeel door bon in de voor
afgegane - ".echten met de vjjand behaald.
Ook hét feit dat Cronjé's commando onder
de om«tandi«heden als beschreven in de
Heutè'r- ituegram bovengenoemd, zoo vele
dagen heeft kunnen uithouden tegen de Brit-
scho overmacht en met betrekkelijk geringe
verliesen te voorschyn is getreden uit het
Gods-oordeel waaraan de strjjdvoerende par
tyen onderworpen zyn geworden, dat feit be
hoort elk onzer burgers rast moed en ver
trouwen en geestdrift voor hun heilige zaak
van recht en Vrjjheid te vervullen. In plaats
dus dat Cionjé's val als con nationale ramp,
als een onherstelbaar ongeluk moet betreurd
worden doordat de verdere loop van de wor
stelstrijd ongunstig zou worden ten nadeele
der gefedereerde wapenen, is de groote ze
delijke zegepraal van Cronjé voor zjjn mede
strijders een bron van jnbel, een opwekking
om zjjn voorbeeld te betrachten en na te
volgen.
Als we elk onzer handel i als de mannen
van Cronjé, dan zal noch de Z. A. Republiek
noch de Vrijstaat behoeven te vreezen voor
ondergang, zelfs al zonden alle Britten even
«gedetermineerd" wezen als Lord Roberts ons
onze «tegenstand te breken*. Als een bewys
wat van de Boeren verwacht kan worden,
wanneer Engeland tot hun algcheele onder
gang mocht zyn besloten, staat de episode
by Paardeberg toren-hoog boven onze beste
succes tot dusver op het Engelsehe leger be-
De Ladysmith-statistiek is nu versche
nen en die is gruwelyk. Den 2den Nov.,
dus na Nicholson's Nek, had White nog
13,500 officieren en manschappen, vier
maanden later had hy er nog 10,000,
waarvan 2800 in 't hospitaal, dus 7200
die dienst konden doen of heetten te kun
nen doenze zyn nog steeds aan 't her
stellen.
Menschen, paarden, muilezels en ossen
zyn in die vier maanden met massa's ver
minderd 10,688 man hebben achtereen-
EEN-EN-DERTIGSTE HOOFDSTUK.
.Moge ze nooit meer terugkomen!* had de
oude Dorkey gefluisterd, toen ze Capitola na
haar bezoek bjj miss Day zag wegrijden, doch
haar wonsch zou niet vervold worden. In
weerwil van 't vreeseljjk tooneel, dat na den
terugkeer van Capitola in 't .Onweersnest'
voorviel, ondanks het dreigen, vermanen en
smeeken van den kant van den majoor, om
toch haar bezoek in het 'Drakcnhol" niet
meer te herhalen, kon Capitola niet nalaten,
haar lieve vriendin Clara weer te be
zoeken.
Het eenige verschil was, dat ze ditmaal
niet alleen kwam, maar in geselschap van
Wool, die van den majoor, onder bedreiging
van hem de haren te laten uitrukken, 't
strengste bevel gekregen had, Capitola op den
voet te volgen, opdat se niet zonder hulp
Mon kan zich voorstellen met welk een
angst de arme neger de bevelen van zjjn
meester nakwam, wien 't wel eens ernst kon
worden met zijne bedreigingen, want majoor
Warfield had bewezen, dat Capitola xjjn oog
appel was, en dat vrees voor haar hem tot
razernjj kon voeren.
Wool was in een hacheljjken toestand jegens
zyne jengdigo gebiedster, want deze vond
zijn gezelschap uiterst lastig. Als ze den vol
genden morgen haren Gyp besteeg en zag,
dat Wool ook te paard klom, om haar op een
passendon afstand na te ryden, keek zo den
neger verbaasd aan en vroeg hem, wat dit
te beduiden had. Wool verklaarde haar de
zaak en yertolde, wat hem te wachten stond,
indien hy haar niet volgde.
.Denk eens aan, miss,' klaagde hy, «dat
de mayoor mij de haren zon laten uitrukken
Na zult gjj toch medelyden met my hebben
en my achter n dulden?» voegde hy er smee-
kend bij.
Capitola moest om 't beteuterd gezicht van
den neger onwillekeurig IacheD, en daar wy
weten, dat zjj aan haar koppigheid toch een
goed hart paarde, moeten we ons niet ver
wonderen, dat ze zich, tot groote bljjdschap
van Wool, diens gezelschap liet welgevallen.
«Wat mij betreft,» zei ze, .je kunt meerjj-
den, maar je moogt my niet hinderen. Blyf
maar ver genoeg achter my."
Wool bleef nu dertig schreden terng, zoo
doende meende hy 't best aan de bevelen van
zjjn heer en die der jonge miss te voldoen.
Zonder zich dezen keer bjj de oude Hat
op te houden, vervolgde Capitola den haar
nu bekenden weg naar het «Spookhuis',
waar sjj om elf uur, das ongeveer twee unr
nm het onderhoud van Craven met Clara,
aankwam.
Zij wenkte Wool nader te komen, en gaf
hem 't paard met 't bevel, het dier wat rond
te leiden, daar 't bezoek kort zon wezen.
De oude Dorkey opende weer de poort,
doch wilde haar den ingang nog hardnekki
ger dan de eerste maal weigeren. Doch 't
baatte niet. Capitola maakte korte metten en
zonder zich om 't brommen der oude te be
kommeren, snelde ze de trap op.
Capitola vond Clara in tranoD. Mot wan
kelende schreden was ze naar hare kamer
gegaan en had er zioh opgesloten, om den
vryen loop aan hare wanhopige gedachten te
kunnen laten. Toen zy Capitola's stem hoorde,
opende zy de deur en vloog haar met uitgo-
strekte armen tegemoet.
,0, myn vriendin, myn dierbare Capitola
riep ze, ,dc Hemel sendt my u. Eu ik,
ongelukkige, wilde twyfelen aan de Voorzie
nigheid. O, redt mijGod ontfermde zich
myner, toen Hy n naar my zond.'
Onze heldin verschrok, toen se Clara zoo
opgewonden zag.
Maar, beste Clara, wat is er dan gebeurd
Wat heeft men n gedaan vroeg ze mede-
lydend, terwyl ze haar weenende vriendin
naar de sofa leidde en naast haar plaats nam.
Snikkend vertelde miss Day 't tooneel tus
schen haar en Craven nog liever wilde se
het wanhopigste beproeven, dan zich aan dien
ellendeling overleveren.
.Doch tot znlkc besluiten zal het nu niet
meer komen, want gy zult my redden, Capi
tola
.Ja, lieve Clara, vertrouw op my, ik wil
en zal je redden,' verzekerde Capitola, die
haar moed en wilskracht voelde verdobbelen
by het vernemen van die gruwelijke plannen.
«O, die lage kerelriep ze verontwaardigd,
zoo met u te spreken en u te dreigen, tor-
wijl gij niet in staat sytu te verdedigen. Hoe
zullen wy 't aanleggen, om n nit zijne klau
wen te verlossen, laat ons eens zien.'
,Ach, lieve Capitola, ik weet geen rand,'
jammerde Clara. «Vluchten is onmogeljjk,
do oude Dorkey en de andere dienstboden
bewaken my. Ik hoorde zelfs, dat hy bevel
gaf, my geen voet buiten myno kamer t«
laten zotten."
«En toch is de vlucht uw eonig redmiddel,"
zuchtte Capitola, die inderdaad goen anderen
weg wist. «Wy moeten de waakzaamheid der
oude Dorkey misleiden, maar hoe Zou ik
daar geen middel op weten
Capitola dacht na, terwyl Clara opnieuw
begon te weenen.
«Alleen door den dood, kan ik my aan de
schande ontrukken snikte zy.
(Wordt vervolgd.)