BIJVOEGSEL, lEllGÉ lij ,,'T VLIEGEND BLAADJE" 11 ZÉÉ 50 M 1900.
Het Spookhuis.
Gemeenteraad van Helder.
ZITTING van Diosdag 26 Juni 11)00.
Voorzitter de heer Van Stégn, Burge
meester.
Tegenwoordig zjjn 15 leden; afwezig de
heoren Dilo, Stammes, Staalman en Vcrfaillc,
do beide eersten met kennisgeving van ver
hindering.
Nadat de Voorzitter do vergadering heeft
geopend, worden de notulen gelezen der zit
tingen van 15 Mei en 16 Juni 1.1. en onver
anderd goedgekeurd.
Hierna geschiedt mededeeling van de na
volgende Ingekomen stukken:
a. Dankbetuigingen van II. Van Ret-nen
voor het hem verleende pensioen, van de
weduwen J. VeenDuiukor en G. Jansen
Ticman voor de haar toegekende gratifica
tiën en van de secretarie-ambtenaren voor
de vaststelling der verordening, waarbjj hunne
jaarwedden zyn geregeld.
b. M ededeelingen, waarin gemeld wordt de
aanneming der benoeming van den hoer Dr.
J. C. J. C. Smit, als gemeente-geneesheer,
van don heer G. H. Stuart, als lid der
commissie van toezicht op het lager ondcr-
wys en de bedanking zjjner benoeming
als hooisteker van den heer A. J. Swaerts.
c. Missive van Ged. Staten, inhoudende
de goedkeuring van het primitief kohier der
hondenbelasting dienst 1900.
d. Procesverbaal van de op 14 Juni 1.1.
gehouden kasverificatie bjj den gemeente
ontvanger, waaruit blykt, dat er f 2478,15
in kas was en de boeken zich in volkomen
orde bevonden.
e. Aanvrage om ontslag van mej. W. E.
Hackstroh, onderwijzeres aan school 8.
Dit ontslag wordt met algemeene stemmen
tegen 1 Sept. a. s. op eervolle wyze ver
leend.
Voorstellen van B. en W. tot wyziging
van de algemeene politieverordening en van
een ontwerp, regelende de voorwaarden in
acht te nemen by overname van gronden
▼oor straten.
In een der volgende zittingen zullen deze
voorstellen behandeld worden.
g. Een adres van de afdeeling Helder
van don Bond van Ned. Onderwijzers, ver
zoekende voor de gewone lagere scholen te
willen bepalen, dat geen klasse meer dan 40
leerlingen mag tellen, en daarmee by de aan
staande verbouwing rekening te houden.
Verschillende adhaesie-adressen waren in
gezonden om dit verzoek te steunen en wel
van de afd. Helder II van 't Ned. Onder
wyzers Genootschap, van den Bond van
Korporaals en Mariniers, van de afd. Helder
der S. D. A. P., van de Onderofficiers-Ver-
eeniging „Prins Hendrik", van den Bond
van Marine-matrozen, van den Held. geheel
onthoudersbond, van de vorecniging voor Al
gemeen Kiesrecht alhier en van het perso
neel van 't Instituut en Hospitaal. B. en
W. zeggen in hun praeadvies, dat zy by de
voorgedragen plannen van scholenverbouw
rekening moesten houden met de bestaande
toestanden, doch, dat hun streven is geweest
lokalen bestemd voor veel kinderen te doen.
verdwenen. Zy wyzen er evenwel op, dat
wanneer het stelsel van niet meer dan 40
leerlingen in ééno klasse werd aangenomon,
het aantal onderwijzers dan met minstens 10
vermeerd moet worden en dit alleen reeds
een jaarlyksclio uitgaaf vnn pl. m. f 6000
zou vordertn. De scholentorbouw zou dan
geheel anders moeten geschieden en daardoor
de uitgaaf veel grooter worden. Deze be
draagt nu al f 108.000. B. en W. meenen,
dat do gemeente geen zwaardere financiëele
lasten opgelegd mogen worden, en zij dus
geen vryheid vinden een zoodanig voorstel te
doen, waarom zy den Raad voorstellen in
dien geest adressante te antwoorden en van
een en ander mededeeling te doen.
De heer Frowein doet het leed, dat B. en
W. afwijzend op het adres willen antwoorden.
Hy acht het wenscheljjk, om het onderwijs
vruchtdragend te doen zyn, niet meer dan 40
leerlingen in ééno klasse te plaatsen. Hy wil
over de financiëele kwestie heenstappen, om
dat geene uitgaaf nuttiger kan gedaan worden
dan voor het onderwijs. Door B. en W. wordt
gezegd, dat het aantal onderwyzers alsdan
met 10 vermeerderd moet worden, hy bere
kent uit het aantal kinderen, dat 15 Jan. 1899
school ging, nl. 2792, er alsdan 70 onderwy
zers benoodigd zouden zyn. Op dien datum
waren er in de gemeente 63, zoodat de ver
meerdering slechts 7 zou bedragen. Aan het
andere bezwaar van B. en W., dat de indee
ling der lokalen dan anders zonden moeten
zyn, als in 't voorgestelde plan is aangegeven,
gelooft hy, dat met eenigen goeden wil daaraan
wel is te gemoet te komen. In plaats van b.v.
12 lokalen van 62 en 48 leerlingen, zooals in
scbool 8, kan men gevoegclyk 12 lokalen van
40 leerlingen maken. Geleidelyk kan men bij
de verschillende scholen daartoe overgaan,
zoodat de financiëele druk niet in eens ge
voeld wordt. Wenscheljjk acht spreker het,
dat aan het verzoek van adressanto worde
voldaan, want de vereischte uitgaaf is nood-
zakelyk en nuttig. De heer De Wit spreekt
in denzelfden geest en acht het zeer goed
mogelyk de klassen voor 40 leerlingen in te
richtenhet financiëele bezwaar is z. i. niet
overwegend, omdat er eenige jaren verloopen,
eer de toestand zoo eerst zal zijn. Ook wjjst
hy op het weinig vruchtdragende van het
onderwys in klassen van 50 a 60 leerlingen.
De heer Over do Linden bcstrydt do uit
gesproken zienswijze en zegt: al gaat men
geleidelijk tot dezen regel over men in de
toekomst toch een grooterc uitgaaf moet be
steden. Klasscil van 50 zyn volgens spreker
zoo groot niet, want de wet laat deze toe.
Do heer Kramer vindt do berekening van
don heer Frowein foutief'. Waren alle kinderen
onder ëén dak dan zou die berekening opgaan,
nu niet, want by elke school kan een gedeelte
van 40 over zijn, waarvoor weder een on
derwijzer benoodigd zou zyn. Ging men den weg
op, dien dc hr. Frowein wil, dan zouden waar
schijnlijk nog éét» of twee nieuwe scholen
gebouwd moeten worden. Do heer Korver
is voor degelyke en goede scholen, toch weet
hij, dat de onderwyzers tevreden zouden zyn,
wanneer zy klassen van 48 of 50 leerlingen
hadden. Worden de klassen voor 40 kinderen
ingericht, dan is het vcrbouwingsplan van
B. en W. niet mogelyk en de kosten zullen
groolor worden zonder dat de fondsen zyn
aangewezen, waaruit die meerdere kosten be
streden moeten worden. Nog wyst by er op,
dat het plan van B. en W. geen punt van
discussie heeft uitgemaakt, ook geen advies
bij deskundigen is ingewonnen en men niet
weet of het geleidelijk ui'gevoerd zal worden.
Do Voorzitter zegt, dat do scholen niet
geleidelyk, maar afdoend verbeterd zullen wor
den en wel in twee gedeelten. Verder be
weert hij, dat het plan wel degelyk met des
kundigen is besproken, de hoofden van scholen
zyn geraadpleegd, een lid van 't schooltoe
zicht heeft zyn medowerking verleend en de
schoolcommissie heeft haar ingenomenheid met
het plan betuigd. Nog geeft de Voorz. eenige
ophelderingen op welke wyze het verbou
wingsplan uitgevoerd zal worden. De heer
Frowein voert over de zaak nogmaals het
woord, verdedigt het stelsel van 40 kinderen
in ééno klasse nog eens, weerlegt de bezwaren
tegen het stelsel ingebracht en doet ten slotte
het voorstel, het adres te stellen in handen
van B. en W., die het advies van de com
missie van toezicht op het lager onderwys
inwinnen. Na nog eenige discussie, waarby
de Voorzitter wyst op de financieele bezwaren,
wordt het voorstelFrowein in stemming ge
bracht en verworpen met 11 tegen 3 stem
men. Behalve de voorsteller stemden de
hecren de Wit en Krynen voor; de heer
Korver hield zich buiten stemming. Daarna
wordt bet voorstel van B. en W. met 18
tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stem
den do hecren Frowein en Krynen.
h. Een adres van de afd. Helder der S.
D. A. P., verzoekende: 1. de nieuw te bouwen
school te bestemmen voor kosteloos onderwys;
en 2. in aansluiting daarmede in plaats van
school 8, een der alsdan verbouwde scholen
7a of 7b te bestemmen voor het onderwys
aan uitsluitend betalcnden. Aangezien dit
adres heden is ingekomen, wordt het niet
behandeld en in handen van B. en W. ge
steld om praeadvies.
Vervolgens wordt ter tafel gebracht een
voorstel van B. en W. tot het doen van
eenige af- en ovcrschryvingen op de
begrooting van 1899 tot een bedrag van
f 8686,82, dat met algemeene stemmen wordt
goedgekeurd. Evenzoo do post van on
voorziene uitgaven tot een bedrag van
f 2085,90*.
Alsnu is aan de orde de benoeming
van een lid voor de Commissie van toezicht
op 't lager onderwys, ter vervulling der
vacature ontstaan door het vertrek van den
heer Dr. H. Bitter. De ingediende voor
dracht bevat de namen van dc heeren P.
Visser J.Wz. en P. du Cclliée Muller. De
heer Visser verkrygt 7, de heer du Celliée
Muller 5 stemmen, terwijl op den heer A.
de Koe 1 stom wordt uitgebracht en 2 brief
jes blanco zyn. Alzoo is eerstgenoemde ge
kozen.
Hiermede is dc agenda afgehandeld en
verkrygt de heer Frowein het woord tot het
doen eener interpellatie. Hy brengt het
treurige feit van den moord op den politie
agent Cupido op klaarlichten dag gepleegd
in herinnering. Hij zegt, dat de Raad hulde
gebracht heeft aan hem, die als slachtoffer
vnn zyn plicht viel, voor de nagelaten weduwe
heeft gezorgd en de belangen van Sinjewel,
die bystand verleende, behartigde, maar daar
mede is men niet geheel van de zaak af.
Op den Raad rust ook de plicht, dat in de
toekomst dergelijke gevallen verhinderd wor
den. Ongerustheid heerscht in do gemeente
veroorzaakt door de handeling van een waan
zinnigen marinier, te meer omdat hy de mis
daad ploegde niet voormaar na zijn arrestatie,
nadat hy in veiligheid was gebracht.
Spreker vraagt den Voorzitter een gerust
stellende verzekering, want het wekt verba
zing boe het mogelyk is, dat de moordenaar
in 't arrestantenhok nog in 't bezit was van
een moordtuig, verbazing, dat hij zelf de deur
kon openen. Niet alle mogelyke ongevallen
kan men voorzien, in de zenuwachtige haast
is waarschynlyk de deur niet goed gesloten,
maar men moet op zulke zaken voorbereid
zyn, daarom vraagt spreker, of in de sluiting
van het arrestantenhok reeds verbetering is
aangebracht. Verder wenscht hy te weten
of de arrestanten niet gefouilleerd en gedwon
gen worden de wapenen af te leggen, wan
neer een dergelyk gcvaarlyk individu dio by
zich heeft. Ook wyst spreker er op, dat
op het oogenblik van den moord niemand op
het hoofdbureau aanwezig was dan de ver
slagen ugent. Vreemd is het, dat een onder
geschikt agent de functio van den hoofd
commissaris waarneemt.
Nog wordt beweerd, dat de woesteling van 't
schip ontsnapt was. Is de commissaris door den
commandant van 't schip hiervun in kennis ge
steld? Wanneer oen gewapend woesteling is
losgebroken, moet daarvan onmiddellyk tclc-
phonisch konnis worden gegeven. Naar aan
leiding van *t gebeurde stelt de heer Frowein
de volgende 4 vragen aan don Voorzitter:
1. Zyn er voor het geval van arrestatiuu
voorschriften gegeven tot ontwapening van
arrestanten?
2. Is er roeds verandering gebracht of zal
er verandering aangebracht worden in do af
sluiting der arrostantenlokalen?
3. Wie is by afwezigheid van den hoofd
commissaris verantwoordelijk voor den gang
van zaken aan hot hoofdbureau?
4. Is het gerucht waar, dat de misdadiger
zyn schip heeft verlaten tegen het verbod
van zyn commandant, en zoo ja, heeft de
commandant daarvan kennis gegeven aan de
politie
De Voorzitter kan zoo dadelijk al deze
vragen niet voldoende beantwoorden en daar
om zal hy in de volgende zitting do noodigo
ophelderingen geven.
Hierna niemand iets meer in 't midden
hebbende te brengen, wordt de openbare
vergadering gesloten en gaat de Raad orer
in geheime zitting tot behandeling van eenige
reclames tegen den aanslag in den hoofde-
ljjken omslag.
ten getale van zeven plaatseen 5tal
branden waren weinig belangryk. De kosten
der Politie waren in 1899 f 1808.97*, die
der Brandweer f 1210.59, en die der
Straatverlichting f 8011.25.
Schutter ij. Do werkoljjkc sterkte
der Schutterjj isactief 282 man, reserve 30;'
In het kader der officieren zyn onderscheidene
vacaturen, o. a. is er geen majoor-commandant
en zyn er geen kapiteins.
Over liet jaar 1899.
Hl.
Medische Politie. Het ophalen
van vuilnis en boer had in 1899 geregeld
plaatsgegronde klachten kwamen niet voor.
Er werden aangebracht 4680 karren vuilnis,
1798 karren beer, 1007 karren modder en
295 karren visebgroom, totaal 7775 karren.
De lompen werdon by inschrijving verkocht,
en wel een gedeelte aan don lieer E. Oud-
kerk, voor f 478.14, en het overige gedeelte
aan don hoer B. van Praag, voor f 895 totaal
dus f 878.14. De meststoffen leverden op:
4061'/g M*. compost, 863 Ms. boer en 8ó'/j M'.
paardenmest; ze werden verkocht aan land
bouwers te Anna Paulowna, Zijpe, Enkhuizen,
Koegras cn Helder. De ontvangsten van den
dienst over 1899 bedroegen f 5901,64, de
uitgaven f 13.793.09'. Heorschende
ziekten. In 1899 kwamen in deze ge
meente voor47 gevallen van mazelen,
52 van roodvon k, 35 van diphteritus
en 8 van fobris-typhoidea. Be
graafplaats. Op de algemeene begraaf
plaats werden begraven 409 lyken, waaronder
399 hier en 3 elders overleden ingezetenen
13 hier en 7 elders overleden niet-ingezetenen
lerwyl op de Israëlitische begraafplaats werd
begraven 8 lijken van hier overleden ingeze
tenen en 2 van elders overleden niet-ingezete
nen. Elders werden begraven de lijken van
3 hier cn 14 elders overleden ingezetenen,
benevens van 3 hier overleden niet-ingeze
tenen.
Gast- en Ziekenhuizen. In het
Gemeente-ziekenhuis was in 1899 het aantal
verpleegdagen der patiënten op een bjjna gelijk
aantal hunner tamelijk grooter dan vorige
jaren. Het aantal verpleegdagen toch was
dit jaar 3599 met 83 patiéDten, en voor 1898
1995 dagen met 80 patiënten. Do aard der
ziekten was zoodanig, dat een lunger verblyf
in die inrichting noudzakelyk bleek. Het ge
middeld getal verpleegdagen voor iederen zieke
was 42.18, terwyl dit van het jaar te voren
was 24.9. Het aantal overledenen was dit
jaar 19, of' 7 minder dan het jaar te voren.
Naar Meerenberg werden 3 mannelijke per
sonen vervoerd. In het gebouw voor besmet
telijke ziekten werden in den loop van 1899
verpleegd, te zamen met 195 verpleegdagen,
2 lijdende aan keelziekte met 63 verpleegdagen,
3 lyders aan roodvonk met 89 verpleegdagen,
en 4 lijdende aan typhus met 48 verpleeg
dagen. De laatste 4 zyn aan de gevolgen
overledon, terwijl de overigen horstelden. De
apotheek leverde dit jaar af 14510 re
cepten in het jaar te voren werden 14161
recepten gereed gemaakt. Ieder recept kostte
gemiddeld 22.84 cents. Op 1 Januari 1899
waren van het jaar 1898 in behandeling ge
bleven 7 personen in don loop van 1899
werden opgenomen 76 personen in 't geheel
zijn dus in het ziekenhuis verpleegd 83 per
sonen. Van deze patiënten zyn 19 overleden,
3 naar Meerenberg vervoerd, 13 op verzoek
ontslagen, 89 hersteld ontslagen en 9 ouder
behandeling gebleven. Door den directeur
der inrichting zyn in 1899 gedesinfecteerd 28
woningen, waarin besmettelijke ziekten had
den geheerscht; de kosten bedroegen f47.52'.
Het aantal verrichte vaccinatiën bedroeg 771.
Gemeente-poli t ie. Het personeel
bestond in 1899 uit1 commissaris, 1 inspec
teur, 2 brigadiers en 19 dienaren van politie,
waarvan 9 van de 1ste klasse.
Brandweer. Er hadden in 1899 in
deze gemeente branden van eenige beteekenis
XIElWttTIJlHtfiiEV
HELDER, 29 Juni 1000.
Het Tweede-Kamerlid, dc heer Van
Kol, is Zondag aan een groot gevaar ont
snapt. Op den trein, waarmee liy zich
naar het Socialisten-congres begaf, werd
dicht bij Haarlem geschoten. De kogel
ging door de coupé, waarin Van Kol zich
bevond en passeerde hem zoo rakelings,
dat hy, had hij rechtop gezeten, in het
hoofd getroffen zou zijn,
Zeewezen-T entoonstel I ing.
Op de aanstaande tentoonstelling van
het Nederlandsche zeewezen wordt één ge
deelte gewijd aan Michiel Adriaanszoon de
Ruiter. Reeds zijn omstreeks negentig num
mers hiervoor toegezegd Hier zullen bijeen
komen 8 geschilderde en 14 gegraveerde
portretten alle uit de 17e eeuwvoorts
13 gedenkpenningen op hem betrekkelijk.
Een groote Vitrine zal gelijktijdig huisves
ten zyn sabel, zyn bybel, zijn klok, den
gouden ketting hem door de Staten aan
geboden, zyn St. Michielsorde, zijn adel
brieven, oorspronkelijke scheepsjournalen
en tal van andere bijzonderheden, zooals
zyn begrafenisbriefje, enz.
Voortdurend komen nog toezeggingen in,
laatstelijk van het stoeltje, waarop hjj aan
boord zat, de kerkkroon door hem aan
de kerk te Vlieland geschonken, zyn laat-
sten brief aan zyn dochter enz. enz.
De „Generaal Pel
Het iSoer. Hbld meldt, dat de regee
ring op advies van den resident van Ter-
mate besloten beeft om de zaak van de
gevangenneming van de officieren van de
»Pel" maar te laten rusten. Er gaat geen
expeditie heen.
Omtrent het ongeval met den dollen
hond aan boord van de Holland", schrijft
men ons uit ladië.
Eenige dagen geleden zyn aan boord
van het pantserdekschip Holland" twee
officieren en twaalf matrozen gebeten door
een hond, die als dol over het dek rende.
Wel werd het razende dier afgemaakt, maar
de officier van gezondheid aan boord van
de Holland" meende verschijnselen van
dolheid te kunnen constateeren tot nader
onderzoek is het cadaver naar den veearts
gezonden en hiervan zal het afhangen of
de gebeten personen naar Batavia zullen
moeten gaan. Aan wien de hond behoorde
of op welke wijze hij aan boord kwam,
werd ons niet medegedeeld.
Nader meldt men nit Batavia, Hospitaal
Weltevreden, 29 Mei 1900.
Gisterenavond zijn hier ter plaatse aan
gekomen, om zich in het Instituut Pasteur
te laten behandelen, de luitenant ter zee
lste klasse J. H. van Leent, vjjf onder
officieren en vijf en twintig minderen, die
blijkens ons bovenstaand bericht, aan boord
der Holland" door een dollen bond ge
beten zijn. De knnr, die de gebeten man
schappen moeten ondergaan zal drie weken
duren. Zij worden tweemaal daags in het
Instituut Pasteur geobserveerd.
De Commandant der Zeemacht heeft
bepaald dat geen hond of aap meer aan
boord Hr. Ms. schepen in Oost-Indië mogen
vertoeven.
Transvaal en Oranje-Vrijstaat.
Het Middelburgsch comité heeft tot nog
toe ten behoeve van de krijgsgevangen
Boeren ontvangen f3259.59.
Een brief van Cronjé.
In de «Midd. Ct." is opgenomen de
volgende brief dd. St. Helena 30 Mei, door
generaal Cronjé gericht aan het dames
comité te Middelburg, dat ten doel stelt
het lot der krijgsgevangen Boeren te ver
zachten.
Hooggeachte Mevrouw 1
Uw schryvou van den 28 Maart 11. heb ik
eerst heden ontvangen en haast mjj u te
antwoorden.
Ik had reeds oen schrijven van Zjjne Ex
cellentie don consul-generaal der Nederlanden
te Kaapstad ODtvangen, waarby hy my gelden
voor my, myno officieren en manschappen
toezond, en ik heb ZEx. verzocht om mjjnen
dank daarvoor aan de vriendinnen in Neder
land over te brengen.
Aangenaam was het my om by do vele
bljjken van deelname, welke ik uit de Ne
derlanden heb ontvangen, ook dit te krijgen.
Ontvang daarvoor mynen hartcljjken dank,
alsook van mjjne officieren en manschappen.
Aangenaam zou liet mij zijn indien ii uw
comité en leden zoudt willen danken voor het
geen zy vonr ons gedaan hebben.
Onze Hcuro Jezus Christus zegenc u en
vergelde u naar uwe werken.
Na hartelijke grocto hob ik de eer te zijn
UEd. dw. en dankb. dienaar,
P. A. CRONJti,
Generaal W. G.
Het comité heeft Zaterdag door tusschen-
komst van de heeren De Vries Co., car
gadoors te Amsterdam, goederen ter waarde
van f500 voor de krijgsgevangenen nbar
Kaapstad en St. Helena gezonden, en
Vrijdag heeft het een wissel van f 600
voor de krijgsgevangenen naar den Neder-
landschen consul-generaal te Kaapstad ge
zonden.
- Te Parys is een comité gesticht voor de
onafhankelijkheid der Boeren, dat met een
welsprekend manifest to voorschijn is getreden.
De gulzige veroveringspolitiek van Engeland
wordt er Hink aan do kaak gesteld en twjj-
fel wordt uitgesproken, dat Amerika onver
schillig zal bly von, evenmin dat Rusland zulk
een opvatting van de vredeaidee zal toelaten,
dat Duitschland na do in 1896 door den Kei
zer gesproken woorden zich onverschillig
voor de zaak der beide republieken zai bly ven
toonen, dat Engeland zelf het rechtvaardig
heidsgevoel zoo ter zijde stelt. Hot oogenblik
achynt niettemin gekomen zegt het mani
fest in Frankryk een groot comité bjjecn
te brengen, dat te zamen werkende met
comités in Rusland, Duitschland Oostenrijk,
de Ver. Staten, Holland en in Engeland zelf,
zou arbeiden aan bet herstel van den
vrede en zou beletten het vernietigen van
twee kleine volken, welker heldenmoed de
gcheele wereld met bewondering heeft ver
vuld en welker dengden en adel een eer voor
de menschheid zyn.
Een oproep wordt gedaan tot het inzenden
van betuigingen van instemming. Het mani
fest is getookend door verschillende mannen
van invloed, senatoren, afgevaardigden, oud-
ministers, academciens en kunstenaars.
Bij Atlanta, in den Amerikaanschen
staat Georgia, is een trein neergestort in
een bergstroom die de spoorbrug had
weggerukt. Een paar lampen in de wagens
ontploften en veroorzaakten brand in den
wrakhoop. Vjjf en dertig menschen ver
loren het leven.
Te Depere, in Wisconsin, is een plei-
ziertrein op een goederentrein ingereden.
Daarbij verloren zeven menschen het leven
werden veertig gekwetst.
Ontleend aan de Statistiek.
De sterfelijkheidskans is onder de ge
huwde mannen niet zoo groot als onder
de ongehuwde, terwyl bij vrouwen boven
de 40 jaren dit mede het geval is. In
Pruisen stierven in één jaar van de 1000
levenden
mannen: op den leeftijd van 20—30
jaren ongehuwd 18.1. gehuwd 5.9; van
30—40 jaren ongehuwd 16.7, gehuwd 9,5;
van 40—60 jaren ongehuwd 30 2, gehuwd
19.3van 6080 jaren ongehuwd 73.1,
gehuwd 55.5
vrouwen: van 20—30 jaren, onge
huwd 5.8, gehuwd 8.1; van 30—40 jaren
ongehuwd 9.5, gehuwd 9.9; van 40 60
jaren ongehuwd 18.5, gehuwd 13.7 van
60—80 jaren ongehuwd 62.1, gehuwd 48 2.
Uit deze opgaaf blykt zonneklaar, dat de
heeren der schepping grooten kans hebben
hun leven aanmerkelijk te verlengen, wan
neer zy in het haweljjk treden. Wij be
velen daarom alle jongelieden, die tot nog
toe huiverig zijn geweest om den grooten
stap te doen, ten zeerste aan, van dezen
greep uit de sterfte-statistiek ter dege
kennis te nemen.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
In het Noordoosten van den Vrijstaat.
Een correspondent van de .Daily News"
seinde don 21en van den Klipdriftnck een
beschouwing over do Vrystators in het noord
oosten van hun land, waarin nu cindelyk
van Engelschon kant dc waarheid erkent
wordt. Hjj zegt:
„Het bericht, onlangs verzonden, dat zich
in dit district 1500 Boeren aan generaal
Rundie of generaal Brabant hebben overge-
goven, is zonder eenigen grond hoegenaamd.
Ik heb het volledigsto onderzoek ingesteld en
ben er zeker van, dat mjjn beweringen in
allen deele juist zjjn. Ik heb onlangs een rit
gedaan over een groot gedeelte van het door
generaal Rundie veroverde land, en ik kan
verklaren, dat de vjjand zeer in opschudding
is door de proclamatie, onlangs uitgevaardigd,
rETJILLHTON".
„Ditmaal is de kapitein niet hier,* zei ik
tot mjj zelf, „ik zal doen wat de oude Dorkey
verlangt, totdat ik in de kamer der vreemde
ben, dan werp ik mjjne sluier terug eo roep
hare hulp in. Dit is alleen het middel tot
redding,' dacht ik „zo zal, ze moet mij
hooron. Dorkey zal mjj niet beletten, haar in
't kort mjjn droevig lot te verhalen en haren
bjjstand te vragen.'
Aarzelend, om geen verdonkiug op te wek
ken, gaf ik eindelijk mjjne toestemming om
middernacht weer het spook te spelen. Dorkey
kwam mij halen. Ik ging door de verborgen
deur binnen en naderde langzaam het bed,
toen mjjn blik op een ring viel, die op de
toilettafel lag en zeker door de vreemde daar
neergelegd was. Een eigenaardig onverklaar
baar verlangen naar den ring maakte zich
van mjj meester. O, dokter, ik kan u mjjne
verbazing niet bcschrjjvingIk herkende den
ring, van binnen stonden de letters E. C. L.,
denzelfden ring, dien ik de min gegeven had,
toen zij met mjjn kind heenging. Kortom het
was mjjn eigen trouwring! Hoe kwam deze
ring in 't bezit der vreemde? O, ik wist het:
bet joDgp meisje, dat daar in 't bed zoo rustig
cn vreedzaam sliep geljjk een engelhet
was mjjn kind, mjjne Capitola 1 Nauwelijks
in staat mjj overeind to houden, wankelde ik
naar het bed cn sloeg de gordjjnen terug. Er
was geen twjjfcl meer. Dio gelijkenis met
mjj zelf, hare lange zwarte haren, hare ge
laatstrekken, ja, hare zachte ademhaling, alles,
alles zei mjjhet is nw kind, uw lang ver
mist, reeds dood gewaand kind Capitola
zoo moest mjjne dochter heeten, indien
Granny Crewell mjjn wensch vervulde
Capitola sloeg de oogen op en zonk o, ik
ougelukkige, die vergat, welke een akeligen
indruk mjjne spookachtige gestalte op haar
maken moest zonk met een zachteu kreet
in haar kussen neer, waaruit ze zich opge
richt had.
Ik boog mij over haar en drukte een kus
op hare lippen, terwyl ik haar met liefko
zingen uit hare onmacht zocht op te wekken
daar wierp zich Dorkey op mjj en sleepte
mij met ruw geweld, ondanks mjjn weerstand,
mijn worstelen en mjjn gillen, moe. Zoo was
mjjne onderneming mislukt en mjjn waagstuk
kostte mjj bjjna het leven. Toen de kapitciu
thuis kwam, vertelde Dorkey hem het ge
beurde vau den afgeloopen nacht. Don vol
genden nacht kwam Dorkey op mjjne kamer,
ik moest mij vlug aankleeden, waarna ook
hjj roet zijn zoon verscheen dienzelfden nacht
moest ik nog het .Spookhuis' verlaten. Ik
verzetto mjj er tegon, ik wilde weten, waar
heen men mij brengen wou ik smeekte, ik
weonde, ik bad om hulp, totdat du jonge
Leuoir mij een zoo hevigen slag toebracht,
dat ik bewusteloos neerstortte. Toen ik weer
bjjkwam, zat ik in een rjjtuig naast don kolo
nel. De koets reed door een bosch, voer zoo
verre ik in de duisternis kon onderscheiden
en hield stil voor een deftig huis, waar ik
werd opgesloteu en onder toezicht van oen
ouden kuorrigen neger werd geplaatst, die
zjjn loven er voor moest verpanden, dat hjj
mjj niet ontsnappen liet. Lang bleef ik daar
niet, want op zekeren dag ontwaakte ik in
dit gesticht, zonder dat ik wist, hoe ik hier
heen gebracht was. Een slaapdrank, mjj toe
gediend, had zoo goed gewerkt, dat ik niet
het geringste bemerkte van de reis, die toch
noodzakelijk met mjj moest gemaakt worden
om mjj hierheen te voeren. Reeds meer dan
twee jaron ben ik nu hier, go kunt u zeker
voorstellen, dokter Rocke, wat ik sedert ge
leden heb. Alleen do gedachte, dat mjjn kind
nog leeft, de hoop van haar weer te zien,
schonk mjj de kracht zulk eene kwelling te
verdragen. God zal mijn dageljjksch gebed
verhooren en mjj het geluk laten beleven, weer
met mjjn kind vereenigd te worden.'
„Ja, dat zal gebeuren,' riep Traverse met
geestdrift," zoozeer had het verhaal der on
gelukkige weduwe hem aangegrepen. „Ja,
mevrouw, gjj zult weer de vrijheid erlangen
en mot Capitola vereenigd worden. O, hoe
wonderljjk zjjn toch do wogen des Hecren
Gjj weet nog niet, mylady, hoe nauw ons
beider lot samen verbonden is 1 Deze twee
Lenoirs waren ook mijne vjjanden, zjj waren
hetwant Craven Lenoir is dood en Gabriël
Lenoir lag op sterven, toen ik hem verliot.
Het jonge meisje, dat evenals gjj, in zjja huis
werd gevangen gehouden, is Clara Day, mijne
bruid 1 Doch wat vertel ik u van al deze
personen, in plaats van do eene, waarin gjj
belang stolt, van Capitola, die nu bjj haar
oom, den majoor Warfleld is en de bruid is
van mjjn besten vriend, den kolonel Herbort
Greyson
Traverse deelde nu do verhougde moeder
van Capitola mee, wat hjj in den laatsten
brief van haar ve-noinou had. Hot geluk der
arme dame, die nu weer nieuwe hoop koeslcrdo
weldra voor altjjd mot haar kind vereenigd
en uit haar lijden verlost to worden, was
niet te beschrjjven.
Traverse beloofde dadelijk met don heer do
St. Mery te spreken. Wildo deze aan zjjn
voorstel geen gehoor geven, dan zou hjj zich
onverwyld naar New-Orleans begeven en voor
mistres» Eogèoe Lenoir de hulp der justitie
inroepen.
,In elk geval zal ik niet rusten," riep hjj,
.voordat het mjj gelukt is u te bevrjjdon.
Heb dus goeden mood, mevrouw. Gjj hebt
ia mjj uw vriend govouden, die met alle
kracht voor u zal optreden. Uw lot is aan
het keerpunt gekomen. Na vele jaren van
droefheid zullen nog meerdere van geluk en
vreugde volgen. Daar bljjf ik u met mjjn
leven borg voor.'
Toen Traverse op 't punt was, mistress
Lenoir te verlaten, hoorde hjj op de trap
eene hem bekende stem. De jonge dokter
luisterde en oen oogenblik later snelde hjj de
trappen af. De stem, die hjj gehoord had was
van zijn vriond Herbort Greyson weldra lag
hjj in zjjne armen.
TWEE-EN-VEERTIGSTE HOOFDSTUK.
Nadat de eerste opwelling van 't bly de
weerzien bedaard was, deelde kapitein Her-
bert zjjn verbaasden vriend mee, dat hy na
den veldtocht Mexico had verlaten kolonel
Lenoir had in zjjne armen den geest gegeven.
,Uit uwe brieven vernam ik, dat ge hier
waart en kennis gemaakt hebt met eene
hoogst interessante dame, daarom besloot ik,«
ging Herbcrt voort, je hier te bezoeken, niet
zoozeer om jou te zien, als wel de dame, van
welke ik reeds zooveel of misschien meer
weet, dan ge denkt.'
.Hoe," riep Traverse verwonderd, .weet
g
.Dat zjj do moeder van Capitola is,» viel
de kolonel den jongen dokter in de rede, .die
Lenoir meer dan achttien jaar in het .Spook
huis' en hier in 't oenzame gesticht van den
heer de St. Mery gevangen hield, daar men
baar als een krankzinnige deed doorgaan en
haar de rol van een spook deed spelen.
Breng mjj op uwe kamer, Traverse daar zal
ik je alles vertellen.'
.Je schjjnt inderdaad alles te weton,» her
nam de dokter, terwijl hy zijn vriend den
arm aanbood en hem naar zjjne kamer voerde.
.Hoe hebt ge alles vernomen?'
.Door do papieren, die mij kapitein Lenoir
in uw bjjzjjn gaf en die ook voor jou gewich
tige zaken bevatten. Heb maar geduld, binnen
een kwartier zoll je ze gelezen hebben.'
Toen beide vrienden op do kamer van den
dokter op do sofa zaten, haalde Herbcrt het
gewichtig pak te voorschjjn, dat de bekente
nissen van Gabriël Lenoir bevatte.
Traverse opende bet met bevende handen.
Het eerst wat hem in 't oog viel, was zjjn
eigen naam als opschrift van een hoofdstuk,
waarin hjj het hemeltergend onrecht bekende,
dat hjj Martha Rocke, de vrouw van majoor
Warfield, had aangedaan, en moeder en zoon
om vergiffenis bad. Hjj vertelde hoe vinnig
hjj den majoor haatte en hoe hij uit wraak
jegens hem oorzaak was, dat Warfield zjjne
onschuldige vrouw verstiet. Hjj noemde zich
zelf een eorlooze cn klaagde zich voor God
on de menschen aan hjj erkende nu, hoo
laag bjj gehandeld had, doch hoopte, dat
majoor Warfield aan do moeder van zjjn zoon
volle gerechtigheid zou laten wedervaren en
beiden de plaats in zjjn hart en zjjn huis zon
laten innemen, die hun toekwam.
Traverse las deze bekentenis, die twee
bladzjjden besloeg, met klimmende spanning.
Men zag welk een geweldigen indruk dozo
onthullingen op hem maakten, want soms ver
ried hjj door een luiden kroot wat er in zjjne
ziel omging.
,0, Herbort... Uerbert!' riep hjj, terwjjl
bjj zjjne handon met de papieren van den