BIJVOEGSEL, lEllGÉ lij ,,'T VLIEGEND BLAADJE" 11 ZÉÉ 50 M 1900. Het Spookhuis. Gemeenteraad van Helder. ZITTING van Diosdag 26 Juni 11)00. Voorzitter de heer Van Stégn, Burge meester. Tegenwoordig zjjn 15 leden; afwezig de heoren Dilo, Stammes, Staalman en Vcrfaillc, do beide eersten met kennisgeving van ver hindering. Nadat de Voorzitter do vergadering heeft geopend, worden de notulen gelezen der zit tingen van 15 Mei en 16 Juni 1.1. en onver anderd goedgekeurd. Hierna geschiedt mededeeling van de na volgende Ingekomen stukken: a. Dankbetuigingen van II. Van Ret-nen voor het hem verleende pensioen, van de weduwen J. VeenDuiukor en G. Jansen Ticman voor de haar toegekende gratifica tiën en van de secretarie-ambtenaren voor de vaststelling der verordening, waarbjj hunne jaarwedden zyn geregeld. b. M ededeelingen, waarin gemeld wordt de aanneming der benoeming van den hoer Dr. J. C. J. C. Smit, als gemeente-geneesheer, van don heer G. H. Stuart, als lid der commissie van toezicht op het lager ondcr- wys en de bedanking zjjner benoeming als hooisteker van den heer A. J. Swaerts. c. Missive van Ged. Staten, inhoudende de goedkeuring van het primitief kohier der hondenbelasting dienst 1900. d. Procesverbaal van de op 14 Juni 1.1. gehouden kasverificatie bjj den gemeente ontvanger, waaruit blykt, dat er f 2478,15 in kas was en de boeken zich in volkomen orde bevonden. e. Aanvrage om ontslag van mej. W. E. Hackstroh, onderwijzeres aan school 8. Dit ontslag wordt met algemeene stemmen tegen 1 Sept. a. s. op eervolle wyze ver leend. Voorstellen van B. en W. tot wyziging van de algemeene politieverordening en van een ontwerp, regelende de voorwaarden in acht te nemen by overname van gronden ▼oor straten. In een der volgende zittingen zullen deze voorstellen behandeld worden. g. Een adres van de afdeeling Helder van don Bond van Ned. Onderwijzers, ver zoekende voor de gewone lagere scholen te willen bepalen, dat geen klasse meer dan 40 leerlingen mag tellen, en daarmee by de aan staande verbouwing rekening te houden. Verschillende adhaesie-adressen waren in gezonden om dit verzoek te steunen en wel van de afd. Helder II van 't Ned. Onder wyzers Genootschap, van den Bond van Korporaals en Mariniers, van de afd. Helder der S. D. A. P., van de Onderofficiers-Ver- eeniging „Prins Hendrik", van den Bond van Marine-matrozen, van den Held. geheel onthoudersbond, van de vorecniging voor Al gemeen Kiesrecht alhier en van het perso neel van 't Instituut en Hospitaal. B. en W. zeggen in hun praeadvies, dat zy by de voorgedragen plannen van scholenverbouw rekening moesten houden met de bestaande toestanden, doch, dat hun streven is geweest lokalen bestemd voor veel kinderen te doen. verdwenen. Zy wyzen er evenwel op, dat wanneer het stelsel van niet meer dan 40 leerlingen in ééno klasse werd aangenomon, het aantal onderwijzers dan met minstens 10 vermeerd moet worden en dit alleen reeds een jaarlyksclio uitgaaf vnn pl. m. f 6000 zou vordertn. De scholentorbouw zou dan geheel anders moeten geschieden en daardoor de uitgaaf veel grooter worden. Deze be draagt nu al f 108.000. B. en W. meenen, dat do gemeente geen zwaardere financiëele lasten opgelegd mogen worden, en zij dus geen vryheid vinden een zoodanig voorstel te doen, waarom zy den Raad voorstellen in dien geest adressante te antwoorden en van een en ander mededeeling te doen. De heer Frowein doet het leed, dat B. en W. afwijzend op het adres willen antwoorden. Hy acht het wenscheljjk, om het onderwijs vruchtdragend te doen zyn, niet meer dan 40 leerlingen in ééno klasse te plaatsen. Hy wil over de financiëele kwestie heenstappen, om dat geene uitgaaf nuttiger kan gedaan worden dan voor het onderwijs. Door B. en W. wordt gezegd, dat het aantal onderwyzers alsdan met 10 vermeerderd moet worden, hy bere kent uit het aantal kinderen, dat 15 Jan. 1899 school ging, nl. 2792, er alsdan 70 onderwy zers benoodigd zouden zyn. Op dien datum waren er in de gemeente 63, zoodat de ver meerdering slechts 7 zou bedragen. Aan het andere bezwaar van B. en W., dat de indee ling der lokalen dan anders zonden moeten zyn, als in 't voorgestelde plan is aangegeven, gelooft hy, dat met eenigen goeden wil daaraan wel is te gemoet te komen. In plaats van b.v. 12 lokalen van 62 en 48 leerlingen, zooals in scbool 8, kan men gevoegclyk 12 lokalen van 40 leerlingen maken. Geleidelyk kan men bij de verschillende scholen daartoe overgaan, zoodat de financiëele druk niet in eens ge voeld wordt. Wenscheljjk acht spreker het, dat aan het verzoek van adressanto worde voldaan, want de vereischte uitgaaf is nood- zakelyk en nuttig. De heer De Wit spreekt in denzelfden geest en acht het zeer goed mogelyk de klassen voor 40 leerlingen in te richtenhet financiëele bezwaar is z. i. niet overwegend, omdat er eenige jaren verloopen, eer de toestand zoo eerst zal zijn. Ook wjjst hy op het weinig vruchtdragende van het onderwys in klassen van 50 a 60 leerlingen. De heer Over do Linden bcstrydt do uit gesproken zienswijze en zegt: al gaat men geleidelijk tot dezen regel over men in de toekomst toch een grooterc uitgaaf moet be steden. Klasscil van 50 zyn volgens spreker zoo groot niet, want de wet laat deze toe. Do heer Kramer vindt do berekening van don heer Frowein foutief'. Waren alle kinderen onder ëén dak dan zou die berekening opgaan, nu niet, want by elke school kan een gedeelte van 40 over zijn, waarvoor weder een on derwijzer benoodigd zou zyn. Ging men den weg op, dien dc hr. Frowein wil, dan zouden waar schijnlijk nog éét» of twee nieuwe scholen gebouwd moeten worden. Do heer Korver is voor degelyke en goede scholen, toch weet hij, dat de onderwyzers tevreden zouden zyn, wanneer zy klassen van 48 of 50 leerlingen hadden. Worden de klassen voor 40 kinderen ingericht, dan is het vcrbouwingsplan van B. en W. niet mogelyk en de kosten zullen groolor worden zonder dat de fondsen zyn aangewezen, waaruit die meerdere kosten be streden moeten worden. Nog wyst by er op, dat het plan van B. en W. geen punt van discussie heeft uitgemaakt, ook geen advies bij deskundigen is ingewonnen en men niet weet of het geleidelijk ui'gevoerd zal worden. Do Voorzitter zegt, dat do scholen niet geleidelyk, maar afdoend verbeterd zullen wor den en wel in twee gedeelten. Verder be weert hij, dat het plan wel degelyk met des kundigen is besproken, de hoofden van scholen zyn geraadpleegd, een lid van 't schooltoe zicht heeft zyn medowerking verleend en de schoolcommissie heeft haar ingenomenheid met het plan betuigd. Nog geeft de Voorz. eenige ophelderingen op welke wyze het verbou wingsplan uitgevoerd zal worden. De heer Frowein voert over de zaak nogmaals het woord, verdedigt het stelsel van 40 kinderen in ééno klasse nog eens, weerlegt de bezwaren tegen het stelsel ingebracht en doet ten slotte het voorstel, het adres te stellen in handen van B. en W., die het advies van de com missie van toezicht op het lager onderwys inwinnen. Na nog eenige discussie, waarby de Voorzitter wyst op de financieele bezwaren, wordt het voorstelFrowein in stemming ge bracht en verworpen met 11 tegen 3 stem men. Behalve de voorsteller stemden de hecren de Wit en Krynen voor; de heer Korver hield zich buiten stemming. Daarna wordt bet voorstel van B. en W. met 18 tegen 2 stemmen aangenomen. Tegen stem den do hecren Frowein en Krynen. h. Een adres van de afd. Helder der S. D. A. P., verzoekende: 1. de nieuw te bouwen school te bestemmen voor kosteloos onderwys; en 2. in aansluiting daarmede in plaats van school 8, een der alsdan verbouwde scholen 7a of 7b te bestemmen voor het onderwys aan uitsluitend betalcnden. Aangezien dit adres heden is ingekomen, wordt het niet behandeld en in handen van B. en W. ge steld om praeadvies. Vervolgens wordt ter tafel gebracht een voorstel van B. en W. tot het doen van eenige af- en ovcrschryvingen op de begrooting van 1899 tot een bedrag van f 8686,82, dat met algemeene stemmen wordt goedgekeurd. Evenzoo do post van on voorziene uitgaven tot een bedrag van f 2085,90*. Alsnu is aan de orde de benoeming van een lid voor de Commissie van toezicht op 't lager onderwys, ter vervulling der vacature ontstaan door het vertrek van den heer Dr. H. Bitter. De ingediende voor dracht bevat de namen van dc heeren P. Visser J.Wz. en P. du Cclliée Muller. De heer Visser verkrygt 7, de heer du Celliée Muller 5 stemmen, terwijl op den heer A. de Koe 1 stom wordt uitgebracht en 2 brief jes blanco zyn. Alzoo is eerstgenoemde ge kozen. Hiermede is dc agenda afgehandeld en verkrygt de heer Frowein het woord tot het doen eener interpellatie. Hy brengt het treurige feit van den moord op den politie agent Cupido op klaarlichten dag gepleegd in herinnering. Hij zegt, dat de Raad hulde gebracht heeft aan hem, die als slachtoffer vnn zyn plicht viel, voor de nagelaten weduwe heeft gezorgd en de belangen van Sinjewel, die bystand verleende, behartigde, maar daar mede is men niet geheel van de zaak af. Op den Raad rust ook de plicht, dat in de toekomst dergelijke gevallen verhinderd wor den. Ongerustheid heerscht in do gemeente veroorzaakt door de handeling van een waan zinnigen marinier, te meer omdat hy de mis daad ploegde niet voormaar na zijn arrestatie, nadat hy in veiligheid was gebracht. Spreker vraagt den Voorzitter een gerust stellende verzekering, want het wekt verba zing boe het mogelyk is, dat de moordenaar in 't arrestantenhok nog in 't bezit was van een moordtuig, verbazing, dat hij zelf de deur kon openen. Niet alle mogelyke ongevallen kan men voorzien, in de zenuwachtige haast is waarschynlyk de deur niet goed gesloten, maar men moet op zulke zaken voorbereid zyn, daarom vraagt spreker, of in de sluiting van het arrestantenhok reeds verbetering is aangebracht. Verder wenscht hy te weten of de arrestanten niet gefouilleerd en gedwon gen worden de wapenen af te leggen, wan neer een dergelyk gcvaarlyk individu dio by zich heeft. Ook wyst spreker er op, dat op het oogenblik van den moord niemand op het hoofdbureau aanwezig was dan de ver slagen ugent. Vreemd is het, dat een onder geschikt agent de functio van den hoofd commissaris waarneemt. Nog wordt beweerd, dat de woesteling van 't schip ontsnapt was. Is de commissaris door den commandant van 't schip hiervun in kennis ge steld? Wanneer oen gewapend woesteling is losgebroken, moet daarvan onmiddellyk tclc- phonisch konnis worden gegeven. Naar aan leiding van *t gebeurde stelt de heer Frowein de volgende 4 vragen aan don Voorzitter: 1. Zyn er voor het geval van arrestatiuu voorschriften gegeven tot ontwapening van arrestanten? 2. Is er roeds verandering gebracht of zal er verandering aangebracht worden in do af sluiting der arrostantenlokalen? 3. Wie is by afwezigheid van den hoofd commissaris verantwoordelijk voor den gang van zaken aan hot hoofdbureau? 4. Is het gerucht waar, dat de misdadiger zyn schip heeft verlaten tegen het verbod van zyn commandant, en zoo ja, heeft de commandant daarvan kennis gegeven aan de politie De Voorzitter kan zoo dadelijk al deze vragen niet voldoende beantwoorden en daar om zal hy in de volgende zitting do noodigo ophelderingen geven. Hierna niemand iets meer in 't midden hebbende te brengen, wordt de openbare vergadering gesloten en gaat de Raad orer in geheime zitting tot behandeling van eenige reclames tegen den aanslag in den hoofde- ljjken omslag. ten getale van zeven plaatseen 5tal branden waren weinig belangryk. De kosten der Politie waren in 1899 f 1808.97*, die der Brandweer f 1210.59, en die der Straatverlichting f 8011.25. Schutter ij. Do werkoljjkc sterkte der Schutterjj isactief 282 man, reserve 30;' In het kader der officieren zyn onderscheidene vacaturen, o. a. is er geen majoor-commandant en zyn er geen kapiteins. Over liet jaar 1899. Hl. Medische Politie. Het ophalen van vuilnis en boer had in 1899 geregeld plaatsgegronde klachten kwamen niet voor. Er werden aangebracht 4680 karren vuilnis, 1798 karren beer, 1007 karren modder en 295 karren visebgroom, totaal 7775 karren. De lompen werdon by inschrijving verkocht, en wel een gedeelte aan don lieer E. Oud- kerk, voor f 478.14, en het overige gedeelte aan don hoer B. van Praag, voor f 895 totaal dus f 878.14. De meststoffen leverden op: 4061'/g M*. compost, 863 Ms. boer en 8ó'/j M'. paardenmest; ze werden verkocht aan land bouwers te Anna Paulowna, Zijpe, Enkhuizen, Koegras cn Helder. De ontvangsten van den dienst over 1899 bedroegen f 5901,64, de uitgaven f 13.793.09'. Heorschende ziekten. In 1899 kwamen in deze ge meente voor47 gevallen van mazelen, 52 van roodvon k, 35 van diphteritus en 8 van fobris-typhoidea. Be graafplaats. Op de algemeene begraaf plaats werden begraven 409 lyken, waaronder 399 hier en 3 elders overleden ingezetenen 13 hier en 7 elders overleden niet-ingezetenen lerwyl op de Israëlitische begraafplaats werd begraven 8 lijken van hier overleden ingeze tenen en 2 van elders overleden niet-ingezete nen. Elders werden begraven de lijken van 3 hier cn 14 elders overleden ingezetenen, benevens van 3 hier overleden niet-ingeze tenen. Gast- en Ziekenhuizen. In het Gemeente-ziekenhuis was in 1899 het aantal verpleegdagen der patiënten op een bjjna gelijk aantal hunner tamelijk grooter dan vorige jaren. Het aantal verpleegdagen toch was dit jaar 3599 met 83 patiéDten, en voor 1898 1995 dagen met 80 patiënten. Do aard der ziekten was zoodanig, dat een lunger verblyf in die inrichting noudzakelyk bleek. Het ge middeld getal verpleegdagen voor iederen zieke was 42.18, terwyl dit van het jaar te voren was 24.9. Het aantal overledenen was dit jaar 19, of' 7 minder dan het jaar te voren. Naar Meerenberg werden 3 mannelijke per sonen vervoerd. In het gebouw voor besmet telijke ziekten werden in den loop van 1899 verpleegd, te zamen met 195 verpleegdagen, 2 lijdende aan keelziekte met 63 verpleegdagen, 3 lyders aan roodvonk met 89 verpleegdagen, en 4 lijdende aan typhus met 48 verpleeg dagen. De laatste 4 zyn aan de gevolgen overledon, terwijl de overigen horstelden. De apotheek leverde dit jaar af 14510 re cepten in het jaar te voren werden 14161 recepten gereed gemaakt. Ieder recept kostte gemiddeld 22.84 cents. Op 1 Januari 1899 waren van het jaar 1898 in behandeling ge bleven 7 personen in don loop van 1899 werden opgenomen 76 personen in 't geheel zijn dus in het ziekenhuis verpleegd 83 per sonen. Van deze patiënten zyn 19 overleden, 3 naar Meerenberg vervoerd, 13 op verzoek ontslagen, 89 hersteld ontslagen en 9 ouder behandeling gebleven. Door den directeur der inrichting zyn in 1899 gedesinfecteerd 28 woningen, waarin besmettelijke ziekten had den geheerscht; de kosten bedroegen f47.52'. Het aantal verrichte vaccinatiën bedroeg 771. Gemeente-poli t ie. Het personeel bestond in 1899 uit1 commissaris, 1 inspec teur, 2 brigadiers en 19 dienaren van politie, waarvan 9 van de 1ste klasse. Brandweer. Er hadden in 1899 in deze gemeente branden van eenige beteekenis XIElWttTIJlHtfiiEV HELDER, 29 Juni 1000. Het Tweede-Kamerlid, dc heer Van Kol, is Zondag aan een groot gevaar ont snapt. Op den trein, waarmee liy zich naar het Socialisten-congres begaf, werd dicht bij Haarlem geschoten. De kogel ging door de coupé, waarin Van Kol zich bevond en passeerde hem zoo rakelings, dat hy, had hij rechtop gezeten, in het hoofd getroffen zou zijn, Zeewezen-T entoonstel I ing. Op de aanstaande tentoonstelling van het Nederlandsche zeewezen wordt één ge deelte gewijd aan Michiel Adriaanszoon de Ruiter. Reeds zijn omstreeks negentig num mers hiervoor toegezegd Hier zullen bijeen komen 8 geschilderde en 14 gegraveerde portretten alle uit de 17e eeuwvoorts 13 gedenkpenningen op hem betrekkelijk. Een groote Vitrine zal gelijktijdig huisves ten zyn sabel, zyn bybel, zijn klok, den gouden ketting hem door de Staten aan geboden, zyn St. Michielsorde, zijn adel brieven, oorspronkelijke scheepsjournalen en tal van andere bijzonderheden, zooals zyn begrafenisbriefje, enz. Voortdurend komen nog toezeggingen in, laatstelijk van het stoeltje, waarop hjj aan boord zat, de kerkkroon door hem aan de kerk te Vlieland geschonken, zyn laat- sten brief aan zyn dochter enz. enz. De „Generaal Pel Het iSoer. Hbld meldt, dat de regee ring op advies van den resident van Ter- mate besloten beeft om de zaak van de gevangenneming van de officieren van de »Pel" maar te laten rusten. Er gaat geen expeditie heen. Omtrent het ongeval met den dollen hond aan boord van de Holland", schrijft men ons uit ladië. Eenige dagen geleden zyn aan boord van het pantserdekschip Holland" twee officieren en twaalf matrozen gebeten door een hond, die als dol over het dek rende. Wel werd het razende dier afgemaakt, maar de officier van gezondheid aan boord van de Holland" meende verschijnselen van dolheid te kunnen constateeren tot nader onderzoek is het cadaver naar den veearts gezonden en hiervan zal het afhangen of de gebeten personen naar Batavia zullen moeten gaan. Aan wien de hond behoorde of op welke wijze hij aan boord kwam, werd ons niet medegedeeld. Nader meldt men nit Batavia, Hospitaal Weltevreden, 29 Mei 1900. Gisterenavond zijn hier ter plaatse aan gekomen, om zich in het Instituut Pasteur te laten behandelen, de luitenant ter zee lste klasse J. H. van Leent, vjjf onder officieren en vijf en twintig minderen, die blijkens ons bovenstaand bericht, aan boord der Holland" door een dollen bond ge beten zijn. De knnr, die de gebeten man schappen moeten ondergaan zal drie weken duren. Zij worden tweemaal daags in het Instituut Pasteur geobserveerd. De Commandant der Zeemacht heeft bepaald dat geen hond of aap meer aan boord Hr. Ms. schepen in Oost-Indië mogen vertoeven. Transvaal en Oranje-Vrijstaat. Het Middelburgsch comité heeft tot nog toe ten behoeve van de krijgsgevangen Boeren ontvangen f3259.59. Een brief van Cronjé. In de «Midd. Ct." is opgenomen de volgende brief dd. St. Helena 30 Mei, door generaal Cronjé gericht aan het dames comité te Middelburg, dat ten doel stelt het lot der krijgsgevangen Boeren te ver zachten. Hooggeachte Mevrouw 1 Uw schryvou van den 28 Maart 11. heb ik eerst heden ontvangen en haast mjj u te antwoorden. Ik had reeds oen schrijven van Zjjne Ex cellentie don consul-generaal der Nederlanden te Kaapstad ODtvangen, waarby hy my gelden voor my, myno officieren en manschappen toezond, en ik heb ZEx. verzocht om mjjnen dank daarvoor aan de vriendinnen in Neder land over te brengen. Aangenaam was het my om by do vele bljjken van deelname, welke ik uit de Ne derlanden heb ontvangen, ook dit te krijgen. Ontvang daarvoor mynen hartcljjken dank, alsook van mjjne officieren en manschappen. Aangenaam zou liet mij zijn indien ii uw comité en leden zoudt willen danken voor het geen zy vonr ons gedaan hebben. Onze Hcuro Jezus Christus zegenc u en vergelde u naar uwe werken. Na hartelijke grocto hob ik de eer te zijn UEd. dw. en dankb. dienaar, P. A. CRONJti, Generaal W. G. Het comité heeft Zaterdag door tusschen- komst van de heeren De Vries Co., car gadoors te Amsterdam, goederen ter waarde van f500 voor de krijgsgevangenen nbar Kaapstad en St. Helena gezonden, en Vrijdag heeft het een wissel van f 600 voor de krijgsgevangenen naar den Neder- landschen consul-generaal te Kaapstad ge zonden. - Te Parys is een comité gesticht voor de onafhankelijkheid der Boeren, dat met een welsprekend manifest to voorschijn is getreden. De gulzige veroveringspolitiek van Engeland wordt er Hink aan do kaak gesteld en twjj- fel wordt uitgesproken, dat Amerika onver schillig zal bly von, evenmin dat Rusland zulk een opvatting van de vredeaidee zal toelaten, dat Duitschland na do in 1896 door den Kei zer gesproken woorden zich onverschillig voor de zaak der beide republieken zai bly ven toonen, dat Engeland zelf het rechtvaardig heidsgevoel zoo ter zijde stelt. Hot oogenblik achynt niettemin gekomen zegt het mani fest in Frankryk een groot comité bjjecn te brengen, dat te zamen werkende met comités in Rusland, Duitschland Oostenrijk, de Ver. Staten, Holland en in Engeland zelf, zou arbeiden aan bet herstel van den vrede en zou beletten het vernietigen van twee kleine volken, welker heldenmoed de gcheele wereld met bewondering heeft ver vuld en welker dengden en adel een eer voor de menschheid zyn. Een oproep wordt gedaan tot het inzenden van betuigingen van instemming. Het mani fest is getookend door verschillende mannen van invloed, senatoren, afgevaardigden, oud- ministers, academciens en kunstenaars. Bij Atlanta, in den Amerikaanschen staat Georgia, is een trein neergestort in een bergstroom die de spoorbrug had weggerukt. Een paar lampen in de wagens ontploften en veroorzaakten brand in den wrakhoop. Vjjf en dertig menschen ver loren het leven. Te Depere, in Wisconsin, is een plei- ziertrein op een goederentrein ingereden. Daarbij verloren zeven menschen het leven werden veertig gekwetst. Ontleend aan de Statistiek. De sterfelijkheidskans is onder de ge huwde mannen niet zoo groot als onder de ongehuwde, terwyl bij vrouwen boven de 40 jaren dit mede het geval is. In Pruisen stierven in één jaar van de 1000 levenden mannen: op den leeftijd van 20—30 jaren ongehuwd 18.1. gehuwd 5.9; van 30—40 jaren ongehuwd 16.7, gehuwd 9,5; van 40—60 jaren ongehuwd 30 2, gehuwd 19.3van 6080 jaren ongehuwd 73.1, gehuwd 55.5 vrouwen: van 20—30 jaren, onge huwd 5.8, gehuwd 8.1; van 30—40 jaren ongehuwd 9.5, gehuwd 9.9; van 40 60 jaren ongehuwd 18.5, gehuwd 13.7 van 60—80 jaren ongehuwd 62.1, gehuwd 48 2. Uit deze opgaaf blykt zonneklaar, dat de heeren der schepping grooten kans hebben hun leven aanmerkelijk te verlengen, wan neer zy in het haweljjk treden. Wij be velen daarom alle jongelieden, die tot nog toe huiverig zijn geweest om den grooten stap te doen, ten zeerste aan, van dezen greep uit de sterfte-statistiek ter dege kennis te nemen. De Oorlog in Zuid-Afrika. In het Noordoosten van den Vrijstaat. Een correspondent van de .Daily News" seinde don 21en van den Klipdriftnck een beschouwing over do Vrystators in het noord oosten van hun land, waarin nu cindelyk van Engelschon kant dc waarheid erkent wordt. Hjj zegt: „Het bericht, onlangs verzonden, dat zich in dit district 1500 Boeren aan generaal Rundie of generaal Brabant hebben overge- goven, is zonder eenigen grond hoegenaamd. Ik heb het volledigsto onderzoek ingesteld en ben er zeker van, dat mjjn beweringen in allen deele juist zjjn. Ik heb onlangs een rit gedaan over een groot gedeelte van het door generaal Rundie veroverde land, en ik kan verklaren, dat de vjjand zeer in opschudding is door de proclamatie, onlangs uitgevaardigd, rETJILLHTON". „Ditmaal is de kapitein niet hier,* zei ik tot mjj zelf, „ik zal doen wat de oude Dorkey verlangt, totdat ik in de kamer der vreemde ben, dan werp ik mjjne sluier terug eo roep hare hulp in. Dit is alleen het middel tot redding,' dacht ik „zo zal, ze moet mij hooron. Dorkey zal mjj niet beletten, haar in 't kort mjjn droevig lot te verhalen en haren bjjstand te vragen.' Aarzelend, om geen verdonkiug op te wek ken, gaf ik eindelijk mjjne toestemming om middernacht weer het spook te spelen. Dorkey kwam mij halen. Ik ging door de verborgen deur binnen en naderde langzaam het bed, toen mjjn blik op een ring viel, die op de toilettafel lag en zeker door de vreemde daar neergelegd was. Een eigenaardig onverklaar baar verlangen naar den ring maakte zich van mjj meester. O, dokter, ik kan u mjjne verbazing niet bcschrjjvingIk herkende den ring, van binnen stonden de letters E. C. L., denzelfden ring, dien ik de min gegeven had, toen zij met mjjn kind heenging. Kortom het was mjjn eigen trouwring! Hoe kwam deze ring in 't bezit der vreemde? O, ik wist het: bet joDgp meisje, dat daar in 't bed zoo rustig cn vreedzaam sliep geljjk een engelhet was mjjn kind, mjjne Capitola 1 Nauwelijks in staat mjj overeind to houden, wankelde ik naar het bed cn sloeg de gordjjnen terug. Er was geen twjjfcl meer. Dio gelijkenis met mjj zelf, hare lange zwarte haren, hare ge laatstrekken, ja, hare zachte ademhaling, alles, alles zei mjjhet is nw kind, uw lang ver mist, reeds dood gewaand kind Capitola zoo moest mjjne dochter heeten, indien Granny Crewell mjjn wensch vervulde Capitola sloeg de oogen op en zonk o, ik ougelukkige, die vergat, welke een akeligen indruk mjjne spookachtige gestalte op haar maken moest zonk met een zachteu kreet in haar kussen neer, waaruit ze zich opge richt had. Ik boog mij over haar en drukte een kus op hare lippen, terwyl ik haar met liefko zingen uit hare onmacht zocht op te wekken daar wierp zich Dorkey op mjj en sleepte mij met ruw geweld, ondanks mjjn weerstand, mijn worstelen en mjjn gillen, moe. Zoo was mjjne onderneming mislukt en mjjn waagstuk kostte mjj bjjna het leven. Toen de kapitciu thuis kwam, vertelde Dorkey hem het ge beurde vau den afgeloopen nacht. Don vol genden nacht kwam Dorkey op mjjne kamer, ik moest mij vlug aankleeden, waarna ook hjj roet zijn zoon verscheen dienzelfden nacht moest ik nog het .Spookhuis' verlaten. Ik verzetto mjj er tegon, ik wilde weten, waar heen men mij brengen wou ik smeekte, ik weonde, ik bad om hulp, totdat du jonge Leuoir mij een zoo hevigen slag toebracht, dat ik bewusteloos neerstortte. Toen ik weer bjjkwam, zat ik in een rjjtuig naast don kolo nel. De koets reed door een bosch, voer zoo verre ik in de duisternis kon onderscheiden en hield stil voor een deftig huis, waar ik werd opgesloteu en onder toezicht van oen ouden kuorrigen neger werd geplaatst, die zjjn loven er voor moest verpanden, dat hjj mjj niet ontsnappen liet. Lang bleef ik daar niet, want op zekeren dag ontwaakte ik in dit gesticht, zonder dat ik wist, hoe ik hier heen gebracht was. Een slaapdrank, mjj toe gediend, had zoo goed gewerkt, dat ik niet het geringste bemerkte van de reis, die toch noodzakelijk met mjj moest gemaakt worden om mjj hierheen te voeren. Reeds meer dan twee jaron ben ik nu hier, go kunt u zeker voorstellen, dokter Rocke, wat ik sedert ge leden heb. Alleen do gedachte, dat mjjn kind nog leeft, de hoop van haar weer te zien, schonk mjj de kracht zulk eene kwelling te verdragen. God zal mijn dageljjksch gebed verhooren en mjj het geluk laten beleven, weer met mjjn kind vereenigd te worden.' „Ja, dat zal gebeuren,' riep Traverse met geestdrift," zoozeer had het verhaal der on gelukkige weduwe hem aangegrepen. „Ja, mevrouw, gjj zult weer de vrijheid erlangen en mot Capitola vereenigd worden. O, hoe wonderljjk zjjn toch do wogen des Hecren Gjj weet nog niet, mylady, hoe nauw ons beider lot samen verbonden is 1 Deze twee Lenoirs waren ook mijne vjjanden, zjj waren hetwant Craven Lenoir is dood en Gabriël Lenoir lag op sterven, toen ik hem verliot. Het jonge meisje, dat evenals gjj, in zjja huis werd gevangen gehouden, is Clara Day, mijne bruid 1 Doch wat vertel ik u van al deze personen, in plaats van do eene, waarin gjj belang stolt, van Capitola, die nu bjj haar oom, den majoor Warfleld is en de bruid is van mjjn besten vriend, den kolonel Herbort Greyson Traverse deelde nu do verhougde moeder van Capitola mee, wat hjj in den laatsten brief van haar ve-noinou had. Hot geluk der arme dame, die nu weer nieuwe hoop koeslcrdo weldra voor altjjd mot haar kind vereenigd en uit haar lijden verlost to worden, was niet te beschrjjven. Traverse beloofde dadelijk met don heer do St. Mery te spreken. Wildo deze aan zjjn voorstel geen gehoor geven, dan zou hjj zich onverwyld naar New-Orleans begeven en voor mistres» Eogèoe Lenoir de hulp der justitie inroepen. ,In elk geval zal ik niet rusten," riep hjj, .voordat het mjj gelukt is u te bevrjjdon. Heb dus goeden mood, mevrouw. Gjj hebt ia mjj uw vriend govouden, die met alle kracht voor u zal optreden. Uw lot is aan het keerpunt gekomen. Na vele jaren van droefheid zullen nog meerdere van geluk en vreugde volgen. Daar bljjf ik u met mjjn leven borg voor.' Toen Traverse op 't punt was, mistress Lenoir te verlaten, hoorde hjj op de trap eene hem bekende stem. De jonge dokter luisterde en oen oogenblik later snelde hjj de trappen af. De stem, die hjj gehoord had was van zijn vriond Herbort Greyson weldra lag hjj in zjjne armen. TWEE-EN-VEERTIGSTE HOOFDSTUK. Nadat de eerste opwelling van 't bly de weerzien bedaard was, deelde kapitein Her- bert zjjn verbaasden vriend mee, dat hy na den veldtocht Mexico had verlaten kolonel Lenoir had in zjjne armen den geest gegeven. ,Uit uwe brieven vernam ik, dat ge hier waart en kennis gemaakt hebt met eene hoogst interessante dame, daarom besloot ik,« ging Herbcrt voort, je hier te bezoeken, niet zoozeer om jou te zien, als wel de dame, van welke ik reeds zooveel of misschien meer weet, dan ge denkt.' .Hoe," riep Traverse verwonderd, .weet g .Dat zjj do moeder van Capitola is,» viel de kolonel den jongen dokter in de rede, .die Lenoir meer dan achttien jaar in het .Spook huis' en hier in 't oenzame gesticht van den heer de St. Mery gevangen hield, daar men baar als een krankzinnige deed doorgaan en haar de rol van een spook deed spelen. Breng mjj op uwe kamer, Traverse daar zal ik je alles vertellen.' .Je schjjnt inderdaad alles te weton,» her nam de dokter, terwijl hy zijn vriend den arm aanbood en hem naar zjjne kamer voerde. .Hoe hebt ge alles vernomen?' .Door do papieren, die mij kapitein Lenoir in uw bjjzjjn gaf en die ook voor jou gewich tige zaken bevatten. Heb maar geduld, binnen een kwartier zoll je ze gelezen hebben.' Toen beide vrienden op do kamer van den dokter op do sofa zaten, haalde Herbcrt het gewichtig pak te voorschjjn, dat de bekente nissen van Gabriël Lenoir bevatte. Traverse opende bet met bevende handen. Het eerst wat hem in 't oog viel, was zjjn eigen naam als opschrift van een hoofdstuk, waarin hjj het hemeltergend onrecht bekende, dat hjj Martha Rocke, de vrouw van majoor Warfield, had aangedaan, en moeder en zoon om vergiffenis bad. Hjj vertelde hoe vinnig hjj den majoor haatte en hoe hij uit wraak jegens hem oorzaak was, dat Warfield zjjne onschuldige vrouw verstiet. Hjj noemde zich zelf een eorlooze cn klaagde zich voor God on de menschen aan hjj erkende nu, hoo laag bjj gehandeld had, doch hoopte, dat majoor Warfield aan do moeder van zjjn zoon volle gerechtigheid zou laten wedervaren en beiden de plaats in zjjn hart en zjjn huis zon laten innemen, die hun toekwam. Traverse las deze bekentenis, die twee bladzjjden besloeg, met klimmende spanning. Men zag welk een geweldigen indruk dozo onthullingen op hem maakten, want soms ver ried hjj door een luiden kroot wat er in zjjne ziel omging. ,0, Herbort... Uerbert!' riep hjj, terwjjl bjj zjjne handon met de papieren van den

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 5