KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en WIerIngen
EGON's VROUW.
No. 2869.
Wuensdag 15 Augustus 1900.
28sts laargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 59.
ADoniiem ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87'/a Ct.
id. franco per post 75 id. fl.20.
id voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidotraat.
Advertentl&ii
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk
des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan
de
Bureaux bezorgd zijn.
Uit liet Buitenland.
Ia plaats dat de oorlog in Zuid-Afrika ten
einde loopt, en de vjjaudelijkheden eindelijk
gestaakt worden, schijnt de verbittering er toe
te nemen, en wordt de wreedheid der Eii-
gclschen steeds heviger, Reeds herhaaldelijk
is door Engclsche officieren de klacht geuit,
dat zy gebruikt worden, om roovers-en beulen
werk te doenzy betuigen hun innigen afkeer
daarvan. En toch zijn de Boeren, tegenwien
dit beulenwerk gericht wordt, indertyd door
do Engclsche regeering erkend als oorlogvoe
rende party. Met welk recht zoo raag men
inderdaad vragen worden dan do tot die
party bchoorendo mensclion door don braven"
Chamberlain en zijne handlangers behandeld
als f rebellen" Welk recht hebben zjj, om
een gebied, dat zij nog niet bobben betreden,
laat staan genomen, in eene proclamatie als
geannexeerd te verklaren, en de moedige
mannen, die hun land en hunne vrijheid ver
dedigen, als landverraders en opstandelingen
te beschouwen Waaraan ontleenen zy het
recht, om landbouwhoeven in brand te Bteken.
bezittingen der Boeren te plunderen, en om
als volslagen verwoesters te trokken door het
land, 't wolk zy veroverden Zjjn dat nu de
zegeningon van de beschaving onzer eeuw, die
zy willen opdringen aan het vrjje volk van
Zuid-Afrika? Herhaaldelijk worden, de be
schaafde wereld door, deze vragen gedaan.
Men vraagt met aandrang, waarom de En-
gelsche legerbevelhebbers zulke dingen doen,
onder hnnne oogen, en du3 met hunne toe
stemming, ja, op hun bovel, laten geschieden
Met uitvluchten wordt gotracht, deze vraag
te beantwoorden. Men hoeft gemeend, dat er
op de Engelsche troepen is geschoten van uit
een huis, waarop de witte vlag wapperde
men geeft op, dat er wapenen on ammunitie
zyn gevonden in of op het orf van het hnis
van een Boer, die ze daar verborgen heeft
men voort aan, dat, terwijl de vrouw van den
Boer alleen thuis was, do man zich in het
Boerenleger bevond, nadat hjj de belofte van
onzijdigheid had afgelegd.
Steeds was er een of andere reden te vin
den of te zoeken voor de uitoefening van het
roovers- en brandstichterswork. Van die uit
vluchten begint men echter zelfs in Engeland
genoeg te krijgen in brieven van Engelsche
officieren, die gepubliceerd worden, worden deze
snoode wandaden heftig afgt-kcurd. Er wordt
•rig»n geprotesteerd, en -uil'.g naan veler
open voor dit zoo laag, onmensclielyk
budrjjf. Doch dit schjjut maar weinig of niet
te helpen, om do Engelsche dagbladen tot
andere betere inzichten te brengen. Een dier
bladen schreef nog dezer dagen over die gru
welen daarginds: ,Doch oorlog is oorlog, en
vooral de guerilla, die thans door de Boeren
wordt gevoerd, kon slechts bestreden worden
door ruwer en snelle maatregolen, en wij kun
nen onS 'o niet over boklagen, als Lord Ro
berts beslist, dat eene zekere mate van ge
strengheid ten slotte de snelste en meest
afdoende oplossing brengt." Ieder zal echter
moeten toestemmen, dat ruwheid en gestreng
heid dat is in dit geval brandstichting,
moord en plnndcring zeker een snelle, maar
nooit eene humane oplossing kunnen be
vorderen. Doch van eene oplossing zyn we,
blykens de jongste berichten, nog verre ver-
verwyderd. Ondanks de grootspraak in de
Engelscha berichten, gaan de Boeren nog altijd
voort met hunne vijanden te bestoken, en hun
het rustig bezit van hot veroverde terrein
ernstig te betwisten.
De berichten uit China zyn nog verre van
overvloedig, en in zeer vele opzichten geheel
onvoldoende, om den werkelyken toestand te
beoordeelen. De regeeringen hebben nu tele
grammen van hunne gezanten te Peking, doch
de vrees bestaat, niet dat de zonen des He-
melschen Rijks die tydingen zullen hebben
samengesteld, doch wel, dat zij ze oud hebben
laten worden, om ze nu als versche berichten
aan de adressen te laten bezorgen, 't Is zeer
mogelyk, dat de Chineesche autoriteiten die
berichten hebben achtergehouden, ten einde
den schyn aan te nemon, dat de r vreemde
duivels" nog in leven zyn.
De depêches zonden dan van gewyzigde
dagteekening zyn voorzien, en daarna ver
zonden. Deze telegrammen leveren een zeer
schrale troost, en zyn als een stroohalm, om
cr zich aan vast te klemmen. De Chineesche
autoriteiten schijnen er op te staan, dat de
gezanten zich van uit Peking onder Chineesch
geleide naar Tientsin zullen begeven, 't Blykt,
altyd volgens de berichten, dat men de ge
zanten heeft willen beduiden, dat de regee
ringen daarmede, en dus ook met het voorge
stelde geleide, genoegen zullen nemen. Een
der consuls uit Europa houdt zich evenwel
verzekerd, dat zulk eene reis de zekere dood
der vreemdelingen zou zyn. Onderweg zouden
zy ongetwyfcld den dood vinden vermoord
worden en de Chineesche regeering zou
zich met eene heel geschikte verontschuldiging
kunnen afmaken van hare medeplichtigheid.
De valstrik werd, naar men verzekert, daar
ginds dan ook doorzien, en eene besliste wei
gering was daarvan het govolg. Eerst wanneer
de gezanten een uitdrukkelijke machtiging
van hunno regeering zullen hebben ontvangen
zouden zy, doch dan nog in geen geval on
der het onbetrouwbaar Chineesch oscorte, uit
de hoofdstad van China verwyderen. Er wordt
nog bjj herinnerd, dat zich onder de hoede
en bescherming van de gezanten niet minder
dan 3000 inlandsche Christonen bevinden, die
in het Engelsche gezantschapsgebouw een
toevlucht hebben gezocht en gevonden, en die
men toch niet aan hun lot mag overlaten.
Volgens berichten, is thans een sterke Ja-
pansch-Russische colonne uit het Noorden
naar Peking op weg.
W fl I2U WSTIJ OIV G Ë.V
HELDER, 14 Augustus 1900.
Met ingang van 1 Sept. zyn be
vorderd tot opzichter van den Rijkswater
staat der 2de kl. A. Maas, thans opzichter
der 3de kl. en tot opzichter van den Rijks
waterstaat der 3de kl. M. F. Oortgijsen,
thans opzichter der 4de klasse.
Bij den strandvonder alhier zyn aan
gebracht door schipper J. Ras, H.D 76,
twee platen gemerkt Y F, en doorschip-
per J. Wezelman, H.D. 25, een plaat ge
merkt Y F. Aan het strand zyn aangespoeld
70 mynstutten en een wandelstok met
zilveren knop, met de letters F B.
De Onderofficiersvereeniging der zee
macht Van Speijk", te Amsterdam, be
gaan met het lot van de weduwen, wee
zen en verminkten, tengevolge van de ramp
die heeft plaats gehad te Helder, besloot,
op 20 Augustus a.8., in den Werkenden
Stand een liefdadigheidssoirée te geven.
Op Maandag 20 Augustus a.s. zal
in het Café Krasnapolsky", te Amsterdam,
een buitengewone algemeene vergadering
worden gehouden door de afdeeling Noord-
Holland van de vereeniging »Het Nederl.
Paarden-Stamboek".
Ongevallenwet.
Het verslag is dezer dagen openbaar ge
maakt van het in de afdeelingen der Tweede
Kamer gehouden onderzoek van dit ontwerp
van wet. Aan dit uitvoerig stuk ontleenen
wjj enkele beschouwingen en opmerkingen.
Met de houding, welke het Ministerie, naar
aanleiding van de verwerping van het vroe
ger ontwerp eener Ongevallenwet
door de Eerste Kamer hooft aangenomen,
kondon vele leden zich niet vereeuigen. Do
indiening van dit wetsontwerp is, naar men
meende, kwalijk overeen te brengen met de
houding, tot dusverre door de betrokken Mi
nisters aangenomen. Thans blykt de Minister
van Waterstaat, Handel en Njjverheid het
tot stand komen eener nieuwe wet binnen
korten tjjd alleszins raogoljjk te achten, en
vraagt men zich af, waarom de Minister van
Financiën zich verwonderde over de meening,
dat verwerping van het wetsontwerp geen
politieke beteekenis zou hebben. ThaDS wor
den voorstellen gedaan, waaraan naar de mee
ning der Regeering, meer nadeelen dan voor
dooien zyn verbonden. Consequent kan deze
wyze van handelen zeker niet genoemd worden.
Had het Ministerie willen handelen geljjk het
deed, dan had het in de T weede Kamer eene
meer tegemoetkomende houding tegenover de
ingediende amendementen, of althans in de
Eerste Kamer minder beslist moeten optreden.
Nu erkende men wel aan het spoedig tot stand
komen eener Ongevallenwet groote
waarde te hechten, maar zelfs al mocht dit
gelukken, dan weegt dit voordeel toch niet
op tegen het bedenkelyke van het tegenover
do Eerste Kamer gestelde antecedent. Boven
dien is het nog de vraag, of het thans inge
diende ontwerp tot wet zal worden verheven.
Do mogelijkheid is zeker niet uitgesloten, dat
de Tweedo Kamer de lezing van het vroegere
ontwerp zal herstellen. Maar, al doet zy dit
niet, dan is het toch quaestieus, of het ont
werp in de Eerste Kamer zal worden aan
genomen.
In die Kamer verklaarde men wel tegen
wottclijke regeling der ongevallen-verzekering
in beginsel geen bezwaar te hebben, maar
toch werden vooral tegen de regeling van
het onderwerp ernstige bedenkingen geopperd.
Wordt nu het voorstel der Regcering door de
Eerste Kamer verworpen, dan zal het conflict
tusschen beide Kamers een zeer scherpen vorm
aannemen. Vele andere leden daarentegen
konden zich met de houding van het Ministe
rie wol voreenigen, en juichten do indiening
van het nudere ontwerp toe. Door hen werd
betoogd, dat de voorstelling, welko anderen
van do door de Regeering en de beide Ka
mers aangenomen houding gaven, niet vol
komen juist was. Men juichte het verder toe,
dat het ministerie, eenmaal aanblyvende, met
bekwamen spoed een nieuw ontwerp heeft
ingediend, waarin getracht is, door bepalingen
in don geest der vroegere amendementen do
meerderheid in beide Kamors te verkrijgen.
Het Kabinet toonde daarbjj het belang der
zaak te stellen boven het vasthouden aan
eigene meening. Eenigo leden verklaarden,
aan het thans ingediende wetsontwerp boven
het vorige de voorkeur te goven, omdat daarin
tegemoet gekomen is aan de bezwaren, die
by hen bestonden tegen do op de spits ge
dreven centralisatie, welke laatstgenoemd ont
werp kenmerkte.
Een opgebracht Nederlandsch schip.
De heer Ossedrijver Roelofs, reeders
van het onlangs opgebrachte schip Regina",
kapt. Streijl, ontvingen telegrafisch bericht
van den Nederl. concnl te Grimsby, dat
het vaartuig is vrijgelaten en Maandag
naar zee zal vertrekken.
Het ligt in de bedoeling van de reede-
ry een eisch tot schadevergoeding in te
stellen, voor het beslagleggen op een
Nederl. vaartuig, buiten de Engelsche
territoriale wateren.
Automobielendienst.
Een proefrit met een automobiel van
de heeren Remmers en Co., te Amsterdam,
is gehouden van het station Noordschar-
woude naar Winkel. Deze proef werd ge
daan met het oog op de opening van een
automobielendienst tusschen Winkel en
het station Noordscharwoude, met enkele
ritten naar Ondkarspel.
Nog vóór den aanvang van den proefrit
schrok het paard van den landbouwer H.,
die van de markt kwam hij geraakte bijna
met zyn rjjtuig in de sloot, waarbij hy
zich, hoewel niet ernstig, kwetste. De
landbouwers zien met angst de opening
van den dienst tegemoet.
Te Zes-Gehuchten (N.-B.) is dezer
dagen een persoon, die 's avonds huiswaarts
keerde, door een wielrijder zoo hevig in
den rug aangereden, dat hij ter aarde viel,
zonder zich te kunnen oprichten. Naar
zijne woning gebracht, bleek hij dusdanig
gekwetst, dat hy aan de gevolgen ia over
leden.
De »Limburger Koerier" schryft
Een tragisch-komisch avontuur viel een
onzer stadgenooten (een Maastrichtenaar)
ten deel. Deze week naar de tentoonstel
ling te Parys getogen, was onze vriend
nog geen 24 uren binnen Frankryk's hoofd
stad. ot hjj werd gearresteerd door een
geheim politieagent, welke hem zonder
plichtplegingen uitnoodigde, hem naar een
der bureau's te volgen, waaraan natuurlijk
voldaan werd. Hier geconfronteerd, met
een signalement van een anarchist, dat toe
vallig veel overeenkomst had, moest hjj
zijne identiteit bewijzen alvorens vrij ge
laten te worden.
Niettegenstaande hevige protesten en
beweringen, dat zijn pas in zyn reisvalies
was, moest hy den nacht in de nor door
brengen, en eerst den volgenden dag, na
voldoende informatie en inzage van den
reispas, werd Th. op vrye voeten gesteld.
Eene waarschuwing dus aan allen, welke
de expositie bezoekenVoorziet u van een
pas.
Een torpedoboot vergaan.
PARUS, 12 Aug. Aan het depar
tement van Marine is hedennacht bericht
ontvangen, dat de torpedojager Framée",
die sinds kort deel uitmaakt van het es
kader, gisteren ter hoogte van kaap St.
Vincent is gezonk-n ten gevolge van een
aanvaring met de »Breunus". Slechts een
deel der bemanning is gered.
SKIËN, 9 Aug. Het in do Noordzee ver
gane, liier thuis behooronde stoomschip .Haa-
rik", 466 tons groot, was Vrijdagavond met
een lading telegraafpalen van hier naar Lon
den vertrokken. Zaterdag kwam een zware
storm opzetten en liep de zee zoor hoog. Den
volgenden nacht begon de lading over te gaan
en kreeg het schip eenige slagzijde, maar de
bemanning duchtte geen gevaar anders had
zij van den 13 voet boogen deklast over
boord kunnen werpen. Zondagmorgen even na
negenen sloeg een zware zee over het achter
einde van 't schip en vnlde hot machinernim
met water, zoodat het schip dadeljjk begon
te zinkeD. De aan de machine bezig zjjnde
2de machinist kon de naar liet rnim voeren
de trap niet moer bereiken en moest door het
vallicht op dek kruipen. Daar de zeeën nn
voortdurend over het steeds dieper liggende
schip heensloegen en er geen vooruitzicht be
stond het te redden, nam do uit 15 personen
bestaando bemanning haar toevlucht tot de
drie aan boord zijnde booten Terwjjl men
bezig was deze uit te zetten, nam een stortzee
een deel der verschansing weg en gelijktijdig
gingen beiden masten over boord. Eindelyk
gelukte het, twee booten to water brengen,
maar zjj werden tegen de zjjde van het schip
verbryzeld. Intusschen was het stoomschip
al zoo diep gezonken dat de derde boot op
het dek dreef en terstond nadat vier man er
ingesprongen waren, door een geweldige zee
opgenomen, overboord gezet on van 't schip
afgedreven werd. Den in 't bezaanswant han
genden kapitein gelukte het met een gewaag
den sprong, de afdrijvende boot te bereiken.
Toen het stoomschip met "t achtereinde onder
water lag vluchtten de nog aan boord zjjnde
naar 't voorschip, met uitzondering van een
jongen, die zich krampachtig aan de stoom
pijp had vastgeklemd en in deze houding ook
later met het schip in de diepte ging. Drie
personen werden by de poging om 't voorschip
te bereiken door stortzeeën overboord geslin
gerd en kwamen om, de andere vier bereik
ten de boegspriet en lieten zich van daar in
zee gljjden om eindelyk opgenomen te wor
den door de roddingboot van hot inmiddels ter
plaatse verschonen Noorscho stoomschip Va
le", dat de geredden, to zamon elf personen,
in Kopenhagen landde.
Krachtige stoommachines.
Welk een enorme arbeidskracht de groote
moderne transatlantische stoomers met hun
machines ontwikkelen, kan uit de volgende
berekening blyken. Gemiddeld hebben de
machines een vermogen van dertigduizend
paardekrachten. Deskundigen zyn echter
algemeen van oordeel, dat de krachtseen
heid voor stoommachines gelyk is met den
arbeid, welke zeven paarden ontwikkelen,
zoodat men voor een transatlantische stoom
boot niet minder dan 210.000 paarden zou
moeten spannen om met dezelfde snelheid
en onder dezelfde condities vooruit te ko
men. In Amerika heeft men locomotieven,
die 3250 ton zware treinen voortbewegen.
Men zou niet minder dan zestien van deze
locomotieven moeten zetten in het ruim
van een moderne stoomboot, om de schroef
te bewegen met dezelfde snelheid, als welke
met de eigen machines bereikt wordt. Acht
dezer locomotieven zouden zulk een stoom
schip, dat wel 26 millioen kilogram weegt,
op rails kunnen voortbewegen.
De paarden van keizerin Elisabeth.
Gp Korfu, waar de ongelukkige keizerin
van Oostenrjjk vele jaren achtereen eenige
maanden in de voor haar gebouwde villa
Achilleion doorbracht, wordt het volgende
verhaald. Sedert haar trouwdag droeg steeds
de keizerin een paarlensnoer, dat zy van den
keizer ten geschenke had gekregen. Na het
ongelukkig uiteinde van haar eenigen zoon
werd zij op Korfu zwaar ziek en toen zy
hersteld was, hadden de paarlen hun glans
verloren. Zy liet daarom een kistje maken
met doorboorde wanden en hing dit in zee
na de paarlen er in geborgen te hebben,
welke zy hoopte dat allengs door het zee
water weder hun vorigen glans zouden
erlangen. Of zy zieh oo t hierin heeft ver
gewist, weet men nietwel dat zy de
paarlen sedert niet heeft gedragen. Ook
wordt beweerd dat zij zelve niet juist
meer de plaats wist waar het kistje in zee
was neergelaten. Velen gelooven dat toen
zy kort voor haar dood het eiland ver
liet en alle kostbaarheden uit de villa mee
nam, het kistje heeft achtergelaten. De
visschers zoeken nu y verig naar dezen schat
en hopen de herleefde paarlen nog eens te
lichten.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Omtrent het nemen door de Vrijstater
Boeren van een trein met proviand enz.
voor de Engelschen onder Amerikaansche
vlag, geeft een correspondent van Daily
Mail" thans een uitvoerig verhaal, dat
voor zichzelf spreekt en voldoende getuigt
van het gepleegde onrecht. >Het zijn
maar Boeren", schijnt de Engelschman
wel te denken. Trouwens het gedrag van
den Amerikaanschen consul is ook aan
sterke bedenking onderhevig
Ziehier het verhaal van den corres
pondent
Toen een troep Boeren den trein ton Z.
van Geneva Siding ophielden, kleedde kolo
nel Stowc, de Amerikaansche consul te Kaap
stad, die in den. trein was, zich haastig aan.
Twee wagens waren omgevallen, waarby
tweo mannen waren gedood en vier gewond.
Scharp, een Amerikaan, die in kolonel Stowe's
wagen rood, werd door den voet geschoten.
De consul vroeg wie dc Boeren aanvoerde.
Kapitein Theron', zeido men hem. Deze
verscheen en betuigde zyn leedwezen, dat
hjj in ontwetendheid op des consuls wagen
had geschotenop 50 moter afstands was er
op geschoten, en 27 kogels waren door kolo
nel Stowe's compartiment gevlogen.
Theron zeide, dat hjj vermoedde, dut het
do volgende trein was, dieu hjj hebben moest,
maar hjj zon toch de goederenwagens en de
goederen, beslaande uit haver, meel, mielies,
legerbenoodigdheden en petroleum, verbran
den. De goederen werden met do olie over
goten en in brand gestoken. De brieven
zakken worden óók vernield.
Toen de Boeren met hun gevangenen af
trokken, bleef Theron nog praten. Hjj sprak
met groote bitterheid over de Engelschen cn
zeide: .Wjj zullen ons doodvochten." Kolo
nel Stowo zeide, dat do mannen, die gevan
gen waren gemaakt, ongewapend waren, on
daarom, meende hjj, moest Theron ze terug
zenden. De Boerenaanvoerder beloofde dat,
en den kolonel vaarwel zeggende, reed hjj
zijn manschappen achterop.
De gevangenen zond hij toen terug.
Alles ging nn aan het werk om den brand
te blusschen, en vele goederen werden nog
gered.
Vóór de Boeren weggingen, zetten zjj nog
don wagen van den consul in het spoor. Do
locomotief was door dynamiet licht bescha
digd. Dc weg was onderrajjnd en 45 onont-
plofto patronen worden onder de staven op
gedolven. Ook werden twee zakken dyna
miet gevonden, die de Boeren hadden ach
tergelaten.
Gedurende al dezen tijd waren or troepen
5 K.M. ten N. on 6 K.M. ton Z. van de
plek. Op het geluid van het hovig vuren
kwamen zjj onder de wapenen, maar nieta
werd gedaan voor het l;ehte dog was, toen
dc locomotief met kolo. jtowo's wagen
kwam aangereden.
De Boeren werden toen bij hot aanbreken
van den dag vervolgd door bereden infan
terie. Drie werden er gedood en acht ge
vangen genomen.
De offlciëole stnkken uit den trein werden
gered, maar allo bagage van de officieren
werd medegenomen.
De eigendommen van den consul en de
hospitaalbenoodigdheden, die in den trein
waren, worden echter niet aangeroerd,
e
Bljjkens een by het Departement van
Buitenlandsche Zaken ontvangen telegram
is dr. Bierens de Haan met zyn ambu
lance uit Pretoria naar de Boerenliniën
vertrokken.
PRETORIA, 9 Aug. Een aantal dorpe
lingen, in verbinding staande met de Boeren,
hadden afgesproken om 11. Dinsdagavond
alle Engelsche officieren in het dorp ot"..
hals te brengen en Lord Roberts naar het
naaste commando weg te voeren. Het
kornplot werd eerst op het laatste oogen-
blik ontdekt. Tien samenzweerders zyn in
hechtenis genomen. Het plan zou uitgevoerd
worden in de verwarring, ontstaan door
branden, die men zou aansteken.
PRETORIA, 9 Aug. De samenzweerders,
die vijftien in getal zyn, zijn ingezetenen...
van Pretoria. Het plan was twee groote
huizen heel in het westen van het dorp in
brand te steken, in de hoop datde y,,cF^tur»
daar dan samengetrokken zouden wL,
om de vlammen te dooven. In de verwarrf. jj'
zouden de eedgeuooten de woningen der*'
officieren, die zorgvuldig gemerkt waren,
binnendringen om ze te vermoorden. In
tusschen zouden alle pro-Boers van het
komplot op de hoogte worden gebracht en
de samenzweerders hoopten dat honderden
zich by hen zouden aansluiten. Eenigen
van het komplot waren aangewezen om
zich meester te maken van Lord Roberts
en met hem naar het naaste commando te
jjlen, waartoe er buiten de stad ver*che
paarden gereed werden gehouden. Alle
deelhebbers aan het komplot hubbeu <W
eed van onzijdigheid afgelegd, en hadden
daarom algeheele vrijheid van beweging.
De verontwaardiging in het heerleger ia
groot. Men meent, dat de lankmoedigheid,
waarmede de Boeren behandeld zyn, hen
aangemoedigd heeft om het komplot te
smeden. Men hoopt, dat de krachtigste
maatregelen zullen genomen worden om
een zoo Bchromeljjk misbruik van vertrou
wen te straffen.
Uit Engeland zijn nog 600 garde-soldaten,
175 Hooglanders en honderd man cavallerie
met 400 paarden naar Z.-Afrika vertrokken.
De laatste opgaaf van het departement
van oorlog stelt het totaal der Britache
verliezen op 37,775, waaronder niet minder
dan 145 officieren en 4937 man als over
leden aan ziekte voorkomen en 1105 officieren
en 25049 man als invalide.
Deze opgaaf loopt slechts tot 4 Augustus.
In den loop van deze week werden de vol-
FBUILLETON.
«£>oO-
6)
Stephanio Hallwey gelukte eigenljjk alle»
wat zjj wilde, zjj was eon energieke vrouw
met ongewone geestesgaven en een voortreffe-
Ijjk scherp verstand voor hare schrandere
konde oogen kon zich geen geheim verbergen,
zjj vorschten on verbiddel jjk, totdat zjj de zaak
hadden doorgrond.
Na een vijftienjarige scheiding van zjjne
echtgenoote, stierf graaf Nicolaus, die nog
eenmaal, kort vóór zjjn afsterven het bezit
terugkreeg van zjjn geestelijke krachten. Wat
hjj toen echter gezegd had, dat wist niemand
m"< zekerheid, want buiten Stephanie en de
oude Dietrich, die al van zjjn jeugd uf in
dienst van de Halwey's gestaan had, was er
niemand bjj den zieke gekomen.
Na den dood van graaf Nicolaus aanvaard
den de zonen zijns broeders, Egon en Leo,
onder voogdij hunner moeder de erfenis. Ge-
Ijjk wjj reeds zeiden, had zjj alles met de
grootste omzichtigheid beheerd. Onder per
soonlijke ontberingen had zjj het mogeljjk
gemaakt, om haar zoons eon opvoeding over
eenkomstig hun stand te geven cn ze later
als officieren van hetzelfde wapen in een der
voornaamste regimenten in dienst te doen
treden, waar beiden zich op dat oogenblik
nog bevonden. Egon lag als eerste luitenant
in de vorsteljjke residentiestad D., Leo daar
entegen bad zich naar ccn provinciest d, die
het dichtst bjj bet slot Hallwey lag laten
ovcrpla*»®-- hjj rjjkeljjk gele.' aheid
vond, zjjn hartstocht voor do sport dien
hjj van zjjn vader bad overgeërfd in alle
mogelijke opzichten te bevredigen.
Van gravin Elisabeth had men nooit meer
eenige tijding gekregen. Gravin Stephanie
sprak zelden over haar, doch ook dan nog
steeds met denzelfden haat vervnld als in
vroeger dagen. Zij kon het maar niet vergeten,
dat die «/zwarte Else* graaf Nicolaus betoo-
verd had, zoodat deze aan de burgerlyke advo-
catendochter boven haar, de volbloed edel-
vronw de voorkeur had gegeven.
Van do vroegere bedienden was alleen
nog maar de oude Dietrich in het slot, die
ondanks zjjn zestig jaar nog steeds op zijne
van ouds gewone wjjze zjjnon dienst ver
richtte.
Do oude huishoudster Margarete, die met
een jonge dienstbode voor de kenken zorgde,
was destjjds ook al op bet kasteel geweest,
doch had zich nooit veel van dat vrooljjke
levon aangetrokken. Dietrich en Margarete
waren do oude vertrouwden der gravin. De
groote pachthoeve van hot slot was door graaf
Nicolaus aan een fliuken landbouwer, Gutheim
geheeten, voor een menscbenleeftjjd onopzeg-
baar verpacht geworden deze lag ongeveor
een kwartier aan gene zjjdo van de parkgrons,
aan den rjjweg naar P. en vormde met hare,
om het kwartaal te bepalen pachtgelden een
gewichtige factor in het leven der slotvrouw,
wjjl zjj daarvan de aanzienljjke intresten der
hypotheken, die op de landerjjen rustten, be
talen moest. Het bnisgezin der Gutheim's
was maar zeer klein, de dood was dc ouders
reeds lang komen balen on van do bloeiende
kinderschaar waren alleen een zoon en een
dochter overgebleven, die met onvermoeide
vljjt en wijze spaarzaamheid zich een nieton-
aanzienljjk kapitaal verworven hadden, waartoe
de reeds overleden ouders de grondsteen hadden
gelegd. Frans en Franciska Gutheim waren
tweelingen, doch zeker wol nooit was deze
benaming in een geesteljjk opzicht zóó toe-
passeljjk geweest als bij deze beiden. Geljjke
karakters, gelijke zienswijze, gelijke inborst
en dezelfde deugden, ja, bijna dezelfde ge
laatstrekken, verbonden die beiden op het
innigst. Egon en Leo Hallwey hadden in
hun jeugd druk omgegaan mot deze tweelin
gen, die van geljjken leeftjjd waren als zij.
Leo, als de jongste, werd door allen vertroe
teld on verwendhjj was een lieve jongen
met ondengende, vrooljjke kjjkcrs, maar toch
zoo teoder als een appelbloesem. Gravin Ste
phanio zag daarom van haren jongsten me
nige fout door de vingers on vervulde zjju
kleine eigenzinnige grillen met de meeste
bereidwilligheid. Door allen bemind en ver
wend, vloog hij zjjn kinderjaren door, nu
eens hier, dan weder daar zjjn overmoed den
vrjjen teugel gevend. Hjj bezat een zorgeloos,
opgeruimd karakter on genoot met groote be
daardheid en met volle teugen ul datgoen, wat
zich aan hem aanbood.
VIERDE HOOFDSTUK.
De zomer was voorbjj en hier en daar ver
toonde zich reeds een geel blad in do donker
groene loverkronen der boomen. Dit belette
niet, dat het kleino badplaatsje M. nog met
badgasten gevuld was, die thans langer ble
ven dan gewoonlijk wjjl tengevolge van 't
aangename weder 't najaarseizoen schitterend
verliep.
Do regeerende hertogin, een oude, ziekelijke
dame, die echter toch gaarne spel en scherts
in hare omgeving duldde, vertoefde sinds
eenige weken met hare hofdames en eenige
kamerheeren in M., dut door do aanwozigheid
van Hare Hoogheid een groote vlucht nam.
De kleine ondergeschikte badplaats was
vóór deze nog nooit door den hoogen adel
bezocht geworden, daarentegen waren kooplui,
industrieelen en staatsambtenaren met beschei
den middelen steeds vertegenwoordigd ge
weest, om van de geneeskrachtige baden ge
bruik te maken. De aanwezigheid van de
hertogin en hare hofhouding bracht eon aan-
zienljjko verandering in het burgorljjk gezel
schap, niet alleen nam de omgeving deel aan
de dageljjkschc knrconcerten, maar ook de
hofadel vertoonde zich daar vaak. In de
lommerrjjko priëelen der wandellanen, Had-
derden witte kleedjes en bonte sjerpen op;
met bloemen beladen stroohoeduu hingen aan
do oude boomstammen, die verwonderd op
keken over dezen kinderljjkcn tooieen zil-
verheldero lach on kinderljjke stem men, weer
galmden van de bergen af, het dal in en
wedjjvcrdon met de harmonische geluiden
der schelletjes aan de nekken der zwartge
vlekte koeien, die in de malsche weiden
graasden.
Ietwat zjjwaarta van al deze drukte was
op een boschweide een vrooijjk gezelschap
om eon op den grond uitgespreid tafellaken
gelegerd, waarop een teer eenvoudig ontbijt
stond. Helder klonken de glazen en de jeug
dig frisache kelen zongen een jubelend lied
in de hecrljjke natuur. Hoe vreedzaam en
eensgezind het gezelschap ook onder elkaar
was in hon natuurlijke ongedwongenheid, zoo
spon toch de afgnn3t hare draden van den
een naar den ander.
Wat zullen die plebejers bersten van
kwaadheid, dat wjj ben volkomen ignogcercnl*
fluisterde mevrouw von Eichrodt baron
Sobliohting toe, een boer, die het grootste
gedeelte van zjjn veertig levensjaren in hof
kringen had doorgebracht.
Natuurljjk, die burgers beschouwen het
als een inbreuk op hnn rechten, dat wjj om
zoo te zeggen beslag hebben gelegd op het
seizoen. En wat voor bont gezelschap is
daar niet bjjeen, bijvoorbeeld do beruchte
woekeradvocaat uit P. en zjjn spruitfoei,
wat volk I*
>Ik krjjg kippenvel vun afschuwdoch
mjjn waarde heer, van dien Kcmpor gespro-
kon, moeten wjj eigenljjk Hare Hoogheid daar
niet eens attent op maken Het zou toch
een misgreep zjjn.*
Denk daar niet aan, genadigo vrouw. Ge
loof me, wcea geen apelbreukster, we zjjn hier
veel to ongestoord. De landeljjkhoid is een
hcorljjk iets, hier kent men ceremonieel noch
etiquette, zelfs Hare Hoogheid gevoelt zich
hier vrjjor en ongedwongener. Die lastige
hofdwang. Wezenljjk, genadige vrouw, laat
dien armen woekeraar maar stilletjes aan
zjjn lot over, hjj wordt door zjjn eigen atand-
genooten gemeden. Waar zjj hem inaar zien,
ontwjjken zjj hem, aan de table d'hote is hjj
volkomon geïsoleerd, met al zjjn inillioonen is
die man nog allesbohalvo te benjjden. Dat
kleino zwarte meisje van hem is schuw als
een vogel, het wordt door onze hoopvolle jeugd
den ganschcn dag door beschimpt en achter
volgd. Onze jongelui zitten het achterna als
roovers.*
De dames grinnikten en de spreker draaide
met de grootste voldoening aan zjjn snor
baard.
.Een benjjdenswaardige erfdochter, die
kleine Zigonnerin met hare gouden stralen
krans om het wilde kopje, nietwaar
Wederom l'oonlachten do dames.
«Baron S .ichting, go moet ons den man
toch eens .nwjjzen, doet ge dat?*
»Hjj zal er wel voor oppassen, genadige
vrouw, hjj laat zich niet opmerkzaam maken.
Sapperloot, daar komt de bekoorlijke Bioling-
hoffl* Mot eon enkele sprong stond do baron
overeind en snelde de jonge hofdame tege
moet, die om hare schoonheid algemeen be
wonderd werd.
In een engslnitend crème kleed, dat melk
wit hare slanke gestalte omsloot, met lang-
golvende, prachtig blonde haren, kwam zjj,
op haar parasol gesteund, langzaam aange
trippeld.
.Wat een alTrcus hobbelige weg,* klaagde
zy met zachte, weeke stem. «Gjj hebt het
uitstapje te ver uitgestrekt, ik werd zoo laat.
eerst door do hertogin ontslagen.' tr
En de froule heeft dezen weg zoo geheel
alleen afgelogd vroeg baron Schlichting met
zulk een ongeveinsde ontsteltenis in toon en
blik, als ware het bosch met monsters van
allerlei soort bevolkt.
«Zeker heb ik datik hoopte n op Georgca-
hühc te vinden, een wegwjjzer gaf mjj einde
lyk de richting aan, waarin ik u zou kunnen
vinden, on nu moest ik maar klimmen en
klauteren, om mjj zelve een omweg te bespa
ren ach, ach, mijn arme voeten.'
De zeldzame schoone hofdame weea op hare
sierljjke in goudkleurige laarsjes stekende
loopwerktnigen.
.Ik zou de voetstappen wel willen kussen,'
fluisterde Schlichting galant. .Wilt gjj op
dezen geïraproviseerden zetel plaats nomen, bjj
bestaat uit mjjn oveijas?*
Tien handen reikten haar vcrverschingen
toe cn de meest belangstellende vragen be
reikten de ooren der hofdame, die met een
onnavolgbare gratie op do aangeboden zit
plaats neergezonken was.
(Wordt vervolgd.)