KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Vlieringen,
No. 2892
Zaterdag 3 November 1900.
26ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 59.
KALENDER DER WEEK.
NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 3 m.
Onderg. 4 u. 24 m.
Zondag 4
Maandag 5
Dinsdag 6 Volle Maan.
Woensdag 7 Eerste Kwartier.
Donderdag 8
Yrjjdag 9
Zaterdag 10
IJlt het Buitenland.
De verhouding van de gezanten der bui-
tenlandsche mogendheden tegenover de Chi-
neescbe vredes-onderhandelaars Li-Hoeng-
Tsjang en Prins Tsjang is zoodanig, dat er
waarljjk weinig uitzicht bestaat op het ver
kregen van een gewenscht resultaat. De ge
zanten der mogenheden hebben het dezer
dagen niet eens de moeite waard geacht, om
een nota der beide onderhandelaars te beant
woorden. Eerst willen de gezanten de noodige
zekerheid hebben, dat er onderhandelingen
worden gevoerd, die tot den vrede kannen
leiden dhn eischen zjj, dat er andere, meer
aannemelijke voorwaarden znllen gesteld wor
den en eindelijk dringen zjj er op aan, dat
er eene regeering zjj, waarmede men inder
daad zal kunnen onderhandelen. Wèl zijn de
mogendheden thans eenstemmig omtrent den
te volgen weg, ook in zake den eisch, die
de doodstraf vordert van de hoofdschuldigen
in de ongeregeldheden, die den moord op de
Christenen tengevolge hadden. Deze eisch
bljjkt nu hoe langs hoe meer te zwaar voor
de Keizerlyke familie, die o.a. den hoofd
schuldige Prins Toean bepaald wil
sparen. Een andere ryksgroote, die ook aan
de gepleegde gruwelen heeft medegedaan en
de Boksers in hun verfoeilijk bedrjjf onge
stoord heeft laten begaan, zou men wel wil
len opofferen. Maar met zulk eene schikking
zijn de gezanten niet tevreden. Nög een schul
dige, die zich mede sterk gecompromitteerd
heeft, moet zich dus wordt verzekerd
van kant gemaakt hebben. Doch zulks wordt
sterk betwyfeld, daar ontvluchtingen in zulke
gevallen in China niet zeldzaam zjjn, en dan
ook vaak door de hooge autoriteiten begun
stigd worden, mot verspreiding van het ge
rucht, dat de beschuldigde zelfmoord heeft
gepleegd.
Een der beide Chineesche onderhandelaars
Li Hoeng Tjsang moet zich onlangs
tegen een Europeeschen oorlogs-correspondent
over de tegenwoordige verwikkeling hebben
uitgelaten op eene wjjze, die deed uitkomen,
dat de plaats gehad hebbende, ernstige ge
beurtenissen hem ton zeerste leed hebben be
rokkend. Over de oproerigheid der Boksers
sprak hy zjjnc ernstige ontevredenheid uit,
met don wensch, dat ze spoedig beteugeld
zouden worden, waarop dan de vredesonder
handelingen tot oen bevredigend einde kon
den geraken. Hjj drukte zijn wensch uit, dat
de mogendheden er toe mochten besluiten
om hare troepon nit Poking te doen terug
trekken. Dat er ook veel schuld bestaat bjj
de Chineesche regeering, die indertijd te ee-
nenmale verzuimde, maatregelen te nomen
tegen do oproerige Boksers dit werd door
den Chinees niet te kennen gegeven.
Uitgezonderd de eerste maanden van den
Zuid-Afrikaanschen oorlog, is de guerilla, die
thans door de Boeren wordt gevoord, veel
voorspoediger dan de oorlog zelve gedurende
den laatston tijd is geweest. In den regel
behalen de Boeren bjj de herhaalde vydndo-
ljjke ontmoetingen de overwinning, terwijl de
Engelschen het telkons moeten atleggen. Aan
Engelsche zjjde vallen steeds tal van slacht
offers van dezen felleu krijg. Tengevolgo van
een en ander, zyn de Engelsche telegrammen,
die van het oorlogsterrein worden afgezonden,
den laatsten tjjd minder geflatteerdzelfs kan
men zoo tusschen de regels door de ongerust
heid lezen. De gemeenschap is hier en daar
soms verbroken, en de oorlogscorrespondenten
missen al vaak de gelegenheid, om hunne be
richten met bekwamen spoed te verzenden.
*t Heeft er wel wat van, dat, ondanks de
annexatie der republieken en de blufferige
afkondiging daarvan, de Boeren daar toch
baas zyn in dat land, en niet de Engelschen.
Ineens is ook dezer dagen de begrooting van
Lord Roberts van het aantal manschappen,
waarover Botha en De Wet te beschikken
hebben, sterk aangegroeid. Nog onlangs werd
van Engelsche zjjde verzekerd, dat hot maar
«eer onbeteekende benden waren, die van tjjd
tot tjjd zoo eens opdoken thans echter
wordt geeproken van 13000 man, die, onder
verschillende aanvoerders, 't land onveilig en
't den Britten verbazend lastig makon. 't Aantal
bestrijders van Engeland bljjkt, ondanks den ge-
eischten onzijdigheidseed, sterk toetenemen. Uit
de berichten dor laatstverloopen dagen is 't op
te maken, dat de Boeren thans eerst recht in
hun clement zijn. In dezo soort van oorlog
de gnerilla zyn zy meesters, en bjj
volharding en bij genoegzamen voorraad van
ammunitie ligt het einde van den oorlog
nog lang niet in het verschiet. Vóór
dat dit einde daar is, en er eenmaal weêr
een vredestoestand intreedt, is het te voor
zien, dat, óók op de thans gevolgde wyze,
nog heel wat bloed zal moeten vloeien. Een
berichtgever, die verzekert er hartgrondig
naar te verlangen, het spoedig einde van den
stryd te zieD, wijst er op, dat de Eogelschen,
wanneer zy niet tot bemiddeling willen komen,
den oorlog moeten voortzetten tot de alge
heels uitvoering der Boeren, die zich aan de
óénige misdaad schuldig maken, dat zy hun
vaderland lief hebben. Anders zou het mo-
gelijk zjjo, zegt de correspondent, wanneer
de Engelschen, door tusschenkomst der be
vriende mogendheden, gelegenheid boden, om
de nog stand houdende Boeren te bevredigen.
Thans, in den tegenwoordigen toestand, is de
deur voor elke toenadering gesloten. 't Zou
zeker uitzicht geven op eene nog altjjd mo
gelijke minnelijke schikking, wanneer er eene
bespreking tusschen de boide bevelhebbers
Lord Roberts en Louis Botha* kon plaats
hebben. Zulk eene bespreking zou meent
de bedoelde correspondent aan hel on-
menschelijk bloedvergieten allicht een einde
kunnen maken.
vii;inf<riJiiui;i;v.
HELDER, 2 November 1900.
De Meeting in zake Drankwetsherziening,
die Woensdagavond 1.1. in «Casino" gehouden
werd, was door een talrjjke menigte bezocht.
De Voorzitter van 't Comitó, de heer J. Wil-
lemse, opende met een kort woord de ver
gadering en deelde mede, dat adhaesie-adres-
sen waren ingekomen van de navolgende
vereenigingen
Ned. Roomsch Kath. Volksbond, afd. Helder,
Ned. Werkl.Verb. «Patrimonium", afd. Helder.
Werkl.-Ver. Door Orde en Spaarz. t. Welvaart,
Soc.-dem. arbeidersparty, afd. Helder,
Algemeen Kies- en Stemrecht, afd. Heldor,
Kiesvereeniging «Nederland en Oranje",
Vrouwenvereenig. «Draagt elkanders lasten",
Vrouwenvereeniging «Bid en Work",
Bond van Korporaals en mariniers,
Bond van Ned. Marine matrozen,
Gereformeerde meisjesvereeniging „Lydia",
Onderoffvereeniging «Adm. do Ruyter",
Schippersvereeniging van VisscherÜeden,
Goref. jongel.ver. «Uw heil Komt",
Chr. jongel.ver. «Spreuken IX—Xa,
Bond van onderofficieren der mariniers,
Christel. Onthouders vereeniging «Emanuel",
Ver. van onderoffic. der landra. «Ons Belang",
Bond van Ned. Ondorwjjzers, afd. Heldor,
Ned. Onderw. Propaganda-club, afd. Helder,
Orde van do Goede Tempelieren,
Luth. Jongelingsver. «Een is uw meester",
Heldorscho geheel-onthouders bond en
Kruisverbond.
Nadat de vergadering op de wijze van het
Transvaalsche Volkslied oen onthoudingslied
had geïongen, verkregen achtereenvolgens 4
sprekers van verschillende richtingen het
woord.
De eerste spreker, de hoer A. P. Staalman,
schetste don sterken drank als een der gewel
digste machten, die het geluk onzer samen
leving vernietigt, wees op den stryd, die tegen
de alcohol gestreden wordt, wekte allen op
tot een krachtige volksbeweging ton gunste
van de ingediende drankwet en drong er op
aan dat van Helder een krachtige pogiüg
uitgaat, waaruit kan bljjken dat men niet
door hot kroegendom ovorheerscht wenscht te
worden.
- De tweede spreker, de heer Ch. L. van
der Bilt, spoorde zijn geloofsgenooten aan de
beweging deel te nemen en aan de hand van
voorname Katholieke geestelijken bewees hij
de wenscheljjkheid van onthouding. Hy wil
tot de regeering het verzoek richten een wet
in het leven te roepen, die dieper ingrjjpt
en het kind beschermt, zoodat do jeugd zon
der geleide geen cafó mag betreden en het
verboden is aan personen beneden 18 jaar
alcohol te verkoopen.
De derde spreker, de heer Ds. J. Gispen
van Baarn, noemde de indiening van het
drankwet-ontwerp een daad van zedelijke bo-
teekenis, waarvoor den Minister Goeman
Borgesius lof verdient. Die zedeljjke daad
blijkt uit de verschillende bepalingen, die in
't wetsoDtworp voorkomen, zooals uit de ver
hooging van het vergunningsrecht, wanneer
men vóór 7 uur 's morgens en 's avonds na
10 uur en Zondags tappen wil; ook bljjkt
deze zedeljjke daad uit de bepalingen, dat
drankschulden niet invorderbaar zijn, dat ar-
beidsloonon in geen kroegen betaald mogon
worden en dat hot aan sluismecsters, sluis
wachters en stuwadoors verboden is een ver
gunning voor drankverkoop te hebben. Het
bezwaar om 8000 tappers broodeloos te maken,
acht hjj zeer gering, want z. i. doet me i een
zedelijke daad door een onzedelijk bedrjjf weg
te doen. Diop treurig noemt Bpreker het feit,
dat de groote dagbladen, ja zelfs de Christe
lijke pers zwijgt over de daad van den Mi
nister, daarom heeft dezen den zedeljjken
steun van het volk noodig.
De laatste spreker, de heer F. W. N. Hu-
genholtz van Haarlem, beweert, dat de regee
ring wat laat met de indiening van de drank
wet is gekomen, hjj verschilt met de vorige
sprekers in dit opzicht, dat het niet aangaat
8200 tappers uit hun bedrijf te ontslaan en
vertrouwt, dat de wet tot 1905 verschoven
wordt, om de rechtvaardigheid te betrachten.
Vervolgens keurt hjj het gebruik van ster
ken drank ten zeerste af, maar zeer uitvoe
rig betoogt hjj, dat zulks voor een zeer groot
deel de schuld is van de maatschappelijke
toestanden en men eerst dan een betere,
reinere menschenwereld zal verkrijgen, wan
neer do samenleving op andere grondslagen
rust on hot kapitalistisch stelsel verdwenen is.
Spreker meent dan ook, dat ieder socialist
onthouder moot zjjn en begrijpt zich niothoe
een onthouder geen socialist is.
Vervolgens werden 2 motie's aan de ver
gadering voorgelegdde eerste werd met
op éón na algemeene, de tweede met algemeene
stemmen aangenomen. Zij luiden aldus:
I. ,De vergadering van drankbestrijders,
vereeuigd op 31 Oct. 1900 in het gebouw
«Casino" te don Helder, overtuigd van de
groote belangrijkheid der voorgestelde drank
wet voor de bolougeling dor drankellende,
dringt ten krachtigste bjj de 2e Kamer aan
op aanneming van hot regeeringsontworp,
zooveel mogeljjk gewjjzigd in overeenstem
ming met do voorstellen der Commissie van
drankbestrijders Jansonius c. s.
II. Do vergadering spreekt de wensche
ljjkheid uit, dat wetteljjke bepalingen wor
den genomen tor bescherming der jeugd tegen
drankverleiding in den geest als door do
Ned. Onderw. Propaganda club (voor drank
bestrijding) aan de 2e Kamer is verzocht.
Na aanneming dezer motie's sloot de Voor
zitter mot do gewone plichtplegingen de ver
gadering.
Staatsloterij.
In de Dinsdag gehouden zitting der
Tweede Kamer is het ontwerp tot wijzi
ging en aanvulling van art. 12 tot rege
ling der Staatsloterij, volgens welk ont
werp de uitbetaling kan worden bevolen
van prjjzen of premiën gevallen op ver
nietigde of vermiste loten, wanneer die
uitbetaling gevraagd wordt vóór het in
treden der verjaring, aangenomen met 56
tegen 10 Btemmen.
Moord te IJmuiden.
Maandag zal de Haarlemsche rechtbank-
de zaak behandelen tegen den Belgischen
schipper Eduard Turnhout, beschuldigd in
den nacht van 7 op 8 October den vracht
rijder Gerrit Heilig te IJmuiden te heb
ben vermoord.
Turnhout bljjft ontkennen.
Uit Woudrichem wordt gemeld:
Een ernstig ongeluk had Dinsdagnacht
plaats op de rivier. Een drietal personen
uit deze gemeente, LJmert, Antonie, en
Bernardus de Joode, 23, 21 en 20 jaar
oud, zjjn, waarschijnlijk door het kante
len van de zwaar beladen roeiboot, waar
in zjj gezeten waren, te water geraakt en
verdronken. Eerstgenoemde was man en
vader, terwjjl de jongste eerst verleden
Zaterdag met groot verlof als zeemilicien
was thuisgekomen. Het lijk van den 2de
werd reeds opgevischt.
Een treurig famielietooneel
is Zondag te Siddebuursterveen (gemeente
Slochteren) afgespeeld. De 20-jarige milicien
Eerko Prins, in garnizoen te Assen, kwam
Zaterdag zijne vrouw, de 27-jarige Harmke
Dontje, in de echtelijke woning opzoeken. De
verstandhouding scheen niets te weuschen
te laten, ook Zondag niet, totdat Prins
in den loop van den middiig zijne vrouw
voorstelde, met hem een bezoek te bren
gen aan zijne onders die te Noorbroek
wonen. Zij stemde toe en voldeed aan het
verzoek van haar man, om voor hun ver
trek het schaap binnen te halen en liet
konijn voedsel te geven. Doch toen zij de
schuurdeur weer binnen trad, kwam hij
haar te gemoet en schoot op haar De
vrouw meende, dat haar man uit »aardigheid"
met los kruit geschoten had en vermaande
hem, het niet weer te doen. Maar een
oogenblik later zeeg zij neer. Haar man
had 3 revolverkogels op haar afgeschoten,
waarvan een onder den slaap, de tweede
in de wang, de derde in de borst terecht
gekomen was. Doch dat was de milicien
nog niet voldoende. Hij nam haar op,
wierp haar op een hoop turf en bracht
haar nog eenige verwondingen toe met
een mes en een hooivork, onder een uit
roep waaruit bleek, dat hij haar van on
trouw verdacht. Daarop maakte hg zich
haastig uit de voeten, terwijl, de vrouw
zich naar een buurman sleepte, waar ge
neeskundige huid werd ingeroepen. Later
is zij op adviè3 van dr. Niemeijer, te
Noordbroek, in het academisch ziekenhuis
alhier opgenomen.
Aldus het verhaal der vrouw. De tijd zal
ïren, of het waar is.
Maandagmorgen in zjjn garnizoen te
Assen teruggekeerd, voerde Prins tot ver-
outschuldiging van zjjn te laat komen aan,
dat zijn' vrouw een poging tot zelfmoord
had gedaan. Hij werd daarop onmiddellgk
opnieuw in het verlof gesteld. Intusschen
is de man aangehouden en ter beschik
king van de justitie gesteld.
(N. Gr. Ct.)
Een werkman, die te Hallum eeni-
;e werkzaamheden aan de telefoougelei-
iug verrichtte, is door een telefoondraad
dien hij doorknipte gevaarlijk aan den
hals verwond; hevig bloedend viel hij van
de ladder. Ondanks spoedig verleende ge
neeskundige hulp is hij biuneu weinige
minuten overleden. De werkman woonde
te Leeuwarden en laat een weduwe met
5 kleine kinderen na. Hij was pas 35
jaar.
Schilderijendiefstal.
Men schrjjft uit den Haag:
De smid de Bruin, een der verdachten
in den bekenden schilderijen-diefstal, is
daarom uit de voorloopige hechtenis ont-
jen, omdat gebleken moet zijn dat hg
in de eigenlijke ontvreemding en verkoop
der schildergen geen enkele maal de hand
heeft gehad. Hij heeft zich, geljjk hjj vol
ledig bekend heeft, enkel schuldig gemaakt
aan het medenemen van tjjd tot tijd van
enkele kleiuigheden, die hg van geen groote
waarde achtte, omdat zij overal slingerden,
tot zelfs op den vloer vau de tuin-verandah.
Het waren eenige paneeltjes zonder lijst,
ouderwetsch pistool, eenige medaillons,
eenige porseleinen figuurtjes, die als het
ware voor den vinder lagen.
De Bruin, die negen dagen in preven
tieve hechtenis heeft doorgebracht, is, on
middellijk na zjjn ontslag, weder in dienst
genomen door zijn patroon.
Ramp te New-York.
Een ontzettend ongeluk veroorzaakt door
een ontploffing gevolgd door brand, heeft
in een groote drogerijen-zaak in de Green-
wichstraat te New-York plaats gehad.
De handel in chemicaliën, waar het on
geluk plaats had is gevestigd in een ge
bouw van vier verdiepingen. Het schjjnt
dat brand ontstond op de derde verdieping,
waar zestig meisjes en honderd jongens
aan de koffietafel zaten. Ontuiddelljjk.
volgde een zware ontploffing, veriuoedeljjk
van benzine of alcohol. De geheelo boven
verdieping werd omboog geslingerdde
gevel stortte op hot station van den lucht-
apoorweg. Een trein die juist daar stond,
werd verbrjjzeld en gedeeltelijk naar be
neden geworpen. Glasscherven, st°enen,
stukken hout en jjzer vielen in een dichten
regen in de straten en kwetsten de voorbij
gangers. Mannen en vrouwen gilden ver
schrikt en renden weg zoo ver moge
lijk van het ijselijke tooneel. Weldra
volgde een tweede ontploffing, niet min
der verschrikkelijk dan de eerste. Zelfs
de brandweermannen, die inmiddels waren
aangekomen, werden door den schrik aan
getast en niet zonder reden, want drie
stoomspuiten werden door het vallende
puin vernield en de geheele bediening
van een der spuiten werd buiten staat
gesteld om te werken. Een aantal spuit
gasten werden onder het vallende puin
bedolven. Een minuut later volgde een
geheele reeks van ontploffingen, gepaard
met zulk een sterken luchtdruk, dat op
een afstand menschen op den grond werden
geworpen. Glasruiten werden alom ver
brijzeld. De gebouwen over den drogist-
handel waren ook vernield en uit de puin-
hoopen schoten de vlammen hoog op
Overal liepen gekwetsten rond, smeekend
om hulp. Nabij gelegen buizen worden
als hospitalen gebruiktweldra waren de
ambulances en een aantal geneesheeren ter
plaatse om hulp te verleenen.
Een geheel blok huizen, begrensd door
de Washington-. Warren- Greeuwich- en,
Chambers-straten is vernield. Er is nog
slechts een puinhoop over eu daaronder
liggen de Ijjken van wie weet hoevele
ongelukkigen. Het opruimiugswerk kon
eerst tegen Maandagavond, misschien zelfs
niet voor Dinsdagmorgen met vrucht wor
den aangevangen eerst als dit is afge-
loopen ia het aantal der slachtoffers met
zekerheid op te geven. Thans moet men
zich bepalen tot ramingen, die afwisselen
tusschen 150 tot 250 dooden en gekwet
sten één der bladen houdt staande dat
er zeker honderd menschenlevens bjj de
ramp verloren zijn gegaan. De stoffelijke
schade wordt op één tot twee millioen
dollar geschat.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
De „laatste dagen" van Pretoria.
Aldus luidt bot opschrift van con artikel
in «Soribnor's Montlily» door don hoor R. II.
Davis, con Amerikaan, dio tydons zyn verbljjf
ondor do Booron, grooto verwondering voor
hen hooft opgewekt.
„Ik vorliot Pretoria tot mjjn groot verdriet,*
schrijft hjj. «Als vreemdeling was ik geko
men, maar ik had vrienden govondon onder
mannen, dio ik heb lief gekregen èn om hen-
zelvon, isn om hun zaak.
«Ik kwam mot oon vooroordeel togen hen,
in den waan, dat zij juist zoo waren als de
Engolscho pors on mijn Engelsche vrienden
hen hadden afgebeeld h&lf-barbaarsch, aan-
stootelyk, geldzuchtig, vorradorlyk in hot
oorlogvoeren.
„Ik vond hen eenvoudig, grootmoedig jegens
hunne vyandon, zelfstandig, goedhartig. Ik
had veel gehoord van de omkoopbaarheid
hunner ambtenaren en ik zag dagelijks hun
voornaamsten minister, op een tjjd, dat ieder
vreemd ingezetene te Pretoria een rjjtuig
gebruikte naar zijn bureau gaan in een
tram, terwjjl hun president woonde in een
klein buitonhuis on han generaals maanden
lang in den oorlog dienden zonder betaling
en zonder hoop op eerepenningen of titels.
«Hun onbekendheid mot de gebruiken en
zeden der grooto wereld buiten hunno borgen,
maakte hen tot een voorwerp van spot voor
de Engelschen. Maar zy deed niemand zoo
veel kwaad uIb hunzolven. Hadden zjj do
buitenwereld gekendwaren zjj instuut ge
weest hun wantrouwen van den vreemdeling
te overwinnen, en hadden zjj begrepen hoo
van hen gebruik te maken hoe do werold-
pore te kantoeren om ten hunnen bohoeve
oven knap do waarheid te verkondigen als
de Engelschen haar hadden gebruikt om die lo
verdraaien hadden zjj het verstaan, munt te
sliuin uit do sympathie van Franschon, Ame
rikanen en Duitschers en die ten eigen nutte
aan te wendenhadden zjj geweten, welke
mannen zij naar liet buitenland moesten zen
den om de waarheid te verkondigen, te pleiten
on te verklarenhadden zjj do vreemde
avonturiers weten te vinden, die blindelings
op het slagveld zouden gehoorzamenwaren
zjj mannen van de wereld geweest in plaats
van Boeren, die cr totaal onkundig van waren
dan zouden zjj interventie of een eervollen
vrede hebben verkregen.
«Do onworeldschheid van don Boer zelve,
zoo door den Ecgclschman bespot was het
grootendeels, dio aan Engeland grooto ver
nederingen, veclvuldigcr «tegenspoeden*, kost
baarder nederlagen bespaarde.*
De heer Davis vindt het jammer, dat in
den hacheljjksten tjjd van den oorlog niet de
generaals De Wet en Botha, maar de oude
Joubcrt en de stjjfhoofdige Cronjé het opper
bevel voerden. Thans ziet hjj de toekomst
zeer donker in. Hjj noemt do Boeren de
laatste kruisvaarders. Zjj reden uit om te
strjjden voor een zaak zoo ond als de dagen
Pliaraoh en de kinderen Israels tegen een
vjjand, tien malen zoo machtig als dio op
welken Washington do onafhankelijk beid be
vocht. Hjj ziet den oorlog als een Heiligen
Stryd en de beweegredenen der Boeren acht
hjj zoo grootsch als er ooit een kruisridder
bowoog in Palestina te sneuvelen.
Maar ondanks zjjn zaak verliest de Boer;
het einde zal komen en bjj zal vallen. Maar
als dat gebeurt, valt hij niet alleen. Met
hem valt een groot beginseldat waarvoor
onze vaderen vochtenhot recht op zelfbe
stuur, het beginsel van onafhankelijkheid.'
VRIJBURG, 27 Oct. De Boeren wor
den stoutmoediger in dit district. Zjj
schijnen dichter op de stad aan te rukken.
Door de afwezigheid van politie zijn de
Boeren, die niet aan de verkeerslijn wonen
onbeschermd. Er zijn vier sterk verschan
ste Boerenlagers ontdekt te Marikanirand,
32 K.M. ten O. van den spoorweg. Do
spoorweg wordt niet beschadigd. De uit
voer van levensmiddelen uit de stad is
verboden. De burgerij mag 's avonds na
negenen niet meer op straat komen. Het
vee is in slechten toestand tengevolge van
het ongewoon droge weer.
BLOEMFONTEIN, 26 Oct, Alleman-
neljjke Boeren, boven de veertien jaar, die
huiten een kring van 16 K.M. om Bloem-
foutein wonen, worden in de stad gebracht
om hen te beletten zich bjj de comman
do's te voegen.
De uit Transvaal gezette Duitschera
hebben thans van de Duitsche regeering
bericht gekregen dat zij hun aanspraken
op schadeloosstelling moeten opgeven aan
den Duitschen gezant te Londen. De En
gelsche regeering is bereid hun rechtstreek-
sche verliezen van have en goed te ver
goeden, maar wil niet treden iu verder
strekkende eischen.
Het oorlogsuieuws wordt schaarscher,
maar daarom wordt het niet van minder
beteekenis. Behalve de insluiting van Vrij
burg, vinden we vermeld dut de Boeren
ten Zuiden van Eldenburg in den Vrijstaat
den spoorweg over tien mjjlen afstand heb
ben vernield verder dat generaal Macdo-
nald van Bloemfontein naar Philippolis is
vertrokken, toch zeker niet om te zien of
de troepen, die de Boeren uit dit stadje
verdreven hebben, daar rustig zitten. Mis
schien moet hjj wel aan het brandstichten,
geljjk een andere Engelsche bevelhebber
heeft gedaan, naar aanleiding van de aan
vallen der Boeren op den Natalschen
spoorweg, zoodat tusschen Dundee en Vrij
heid nu geen boerenwoning meer staat
lof geljjk geschied is met Bothaville, waar
ook geen Boerencommando is geweest en
nu nog slechts de kerk in stand is.
Wat baat na zulk een optreden nog het
besluit om alle mannelijke Boeren boven
veertien jaar, die buiten een kring van
10 mijlen van Bloemfontein wonen dus
FEUILLETON.
EGON's VROUW.
-•DoO-
29)
TWAALFDE HOOFDSTUK.
Op het slolterras, boven 't welk de honderd
jarige eiken een looverdak spanden, zat op
den heerljjksten zomerdag een klein, maar
uitgelezen gezelschap in de koele schaduw op
loasen, opgewekten toon over alle mogeljjke
onderwerpen te praten.
Gravin Stephanie in baar donker zjjdeu
kleed en met haar geelachtig kanten mutsje
°P> zag er inderdaad voornaam nit.
Wit spiegelglad damast bedekte de jjzeren
tuintafel, waarom de heeren en dames zateD,
echt Chineesch koffieservies prjjkte op het
blad en eenigszins zijwaarts aan een kleiner
tafeltje maakte Margaretha in haar «statie-
mnts* de koffie gereed, wier fijn aroma door
bet schaduwrjjke, prachtige park trok.
De eeredame van prinses Adèle zat naast
de gravin, den rug gekeerd naar de met
klimop begroeide balustrade, die het meer
omgrensde, en onderhield zich halfluid met
deze. Zjj was ongetwjjfcld een hoogst achtens
waardige dame, mevrouw von Eichradt, een
verre bloedverwante van de joDge vorstelijke
weduwe, die dezen post van vertrouwen bjj
haar óp zich bud genomen.
«Zooals ik dus zeide, waarde gravin, wan
neer graaf Leo nu wilde komen, niets dat
beter en jnister van pa» zon wezen dan dat.
Adèlo is rjjk> onafhankelijk, de onbeperkte
gebiedster over haar persoon zoowel als over
hare kapitalen, en wat een aardig vermogen
Eberstein zaliger haar nagelaten heeft
•Ik heb daarvan geboord.* Gravin Hall-
wey wierp een ODgeduldigen blik naar Mar-
garetha heen, die ongewoon lang met de koffie
treuzelde. «De partij zou thans nog beter
zjjn dan vroeger en hot doet mo genoegen,
dat ge me van de vriendeljjke gezindheid der
prinses verzekerd hebt, zoodoende komen wij
elkander te gemoet. Mjjn Leo komt binnen
kort hier, wjj kunnen alsdan de zaak arran-
geeren. Mijn eenige zorg zou dan nog maar
zijn mjjn Egon, mjjn arme zoon.'
De „arme zoon* zat inmiddels vrjj onrustig
op zjjn stoel, die hjj met zjjn lichaamsgewicht
heen en weer liet ballanceoren on zjjn hand
speelde achteloos mot het zilveren koffiolopeltjo
op de tafel en verstrooid luisterde hjj naar
baron Schlichting, die den onden jagermeester
von Stettin de dolste jachtanecdotes verhaalde,
welke deze met het geloovigsto gezicht ter
wereld voor goede munt opnam.
Op de houten treden van de watertrap,
die naar het meer voordo, 't welk slechts
eenige voeten lager spiegelde, stond prinses
Adèle naast Egonie von Bietinghoff in cha-
moinzjjde gebuid, die haar slanke gestalte als
een rooskleurige wolk omgaf, Zjj speelde
met de kleine voeljes tegen den kant van de
gondel, die beneden aan do trap door middel
van een ketting vast lag. Hot goudkleurige
haar hing lang en zwaar over bare schouders
en was met diamanten getooid.
Het zou moeielijk, te zeggen zjjn geweest,
wie de schoonste van beiden was. Eugenie's
etherische gestalte in wit zilvergaas en het
prachtig blonde haar of hare vorstoljjke buur
vrouw 1 Adèle was zichzclve bewust van de
onovertrelïeljjkhcid van haar kostbaar toilet
en droeg het met voorname nonchalance.
Eugenie huichelde echter slochts onverschillig
heid, steeds weder gleed haar oog monsterend
langs do Parjjsche robo af en vergeleek zjj
haar eigen goedkoop japonnetje met de kost
bare zjjden stof en do modetoon der anderen.
Een zonderlinge ontstemdheid maakte zich
van haar meester. Arm, altjjd ara te zjjn.
Het brood dor genade te eten ec op den ver
loren bruidegom te wachten, het was een
ontzettend lot. Bjj de gravin miste zij alle
genoegens des levens. Sparen en kruimelen,
ten «einde Egon los te koopen uit de slaven
keten, dit was liet dagelijksch parool op Hall-
wey. Do spaarzaamheid was ten laatste in
gierigheid ontaard en Eugenie schikte zich
nog slechts met moeite onder het strenge
bestuur dor oude gravin. Een grimmig onge
duld maakte zich nu en dan van haar bart
meestor en alleen wanneer zjj Egon weerzag,
kwam haar hart tot kalmte en werd zjj de
hooggaande golven der verbittering meester.
«Hoe allerbekoorlijkst ligt mjjn kasteeltje
daar ginds toch, niet waar? Grondbezit is
toch een beerljjk iets, ik gevoel mjj thans
eerst recht meestoros.*
«Zeer zeker, wanneer men tot dusver in
bekrompen omstandigheden geleefd heeft, dan
zwelgt men later met dubbbel genot in de
levensvreugde.» Eugenie wierp het schoone
hoofd een weinig impertinent in den hals.
De steek werk gevoeld. Zij was immers een
langjarige kennis van Adèle Rendewitz ge
weest, die thans, nadat zjj tot hoogen rang
gekomen was, niet genoeg met baar rjjkdom
pronken kon. Ach, Eugenie lachte bitter.
Hoe dom was zjj zelve geweest. Prins Eber
stein had eors' haar het hof gemaakt, het zou
haar slechts éón woord gekost hebben en zij
Uad in Adèlo's plaats gestaan. Indien zjj bud
kannen vermoeden, dat den prins een vroeg-
tjjdigo dood beschoren was, dan zou hot zeer
zeker thans vrjj wat beter met haar gesteld
zjjn. De schulden waren alsdan aan den
woekeraar betaald, zjjn spruit ware naar hnis
gestuurd geworden. Zooals de zaken nu ston
den moest de kerk bet huwelijk wel ont
binden. Adèle was slimmer geweest, zij had
hare liefde voor Leo over boord geworpen,
den bejaarden prins getronwd, en thans
kon zij welgemoed den eersten geliefde af
wachten, een hnweljjk stond niets in den
weg.
«Zouden de dames zoo goed willen zijn,
om aan de koffietafel te verschijnen sprak
baron Schlichting met een diepe buiging.
«Die onde ginds roert al een heele poos in
den drank wat wij toch wel drinken znllen
cicboreiwater brrr! Frculo von Bie
tinghoff, de schoone dageu van AraRguez zjjn
voorbij, is 't niet?*
«Ze zijn voorbjj,' bevestigde deze, het hoofd
buigend.
«Maar ze keeren terug,* wierp Adèlo or
met voorname meerderheid tusschen.
«Ondanks de bekende spaarzaamheid der
gravin wordt er toch op Hallwey voortreffe
lijk gegeten en gedronken, spot er dus niet
mede, baron Schlichting, het ongeluk legt
overal een zekere remketting auo, ik hoop
maar
«Geen plannen maken, freule, ik hoor daar
juist weer den spotvogel schreeuwen in 't
prinseljjke bosch. Afschuwelijk gevogelte,
kon men dat toch maar eens uitroeien. Doch,
komaan, dames, de koffie wordt anders koud.
In vertrouwen gevraagd, barones Bietinghoff,
waar zit de jonge gravin, toch soms niot bij
rajjoheer haar papa in P.
Eugenie haalde de schouders op.
«AIzoo dadelijk gescheiden na het huwelijk.
Ik kan mij zoo den toorn van den graaf
voorstellen. De geschiedenis wordt overigens
vrjj interessant. Leo komt naar huis, bjj
brengt het geld mede, benoodigd om do schuld
af te betalen, het is hem in Californiö naar
den vleezo gegaan. En nu volgt natuurljjk
de echtscheiding, maar of dat wel zonder
spectakel gebeuren zal
Adèle lachte boosaardig. Hoe voornaam
was zjj toch geworden, en wat had het lot 't
goed beschikt, zjj was thans vrjj.
Margaretha had ccn gezicht zoo rood als
een kalkoenschc haan. Tweemaal reeds had
de gravin geroepen en er was niemand om
te bedienen. Dietrich had zich de hand go-
brand, toen hjj het kokendo water buiten
bracht en wua ook, als 'I ware om do maat
vol to maken, gevallen cn had daarbjj een
met bloed beloopon oog opgedaan. Zjj had dat
alles aan do gravin toegefluisterd, achter hare
voor den mond gehouden hand. 'Deze had
onverschillig het hoofd geschud en eenvoudig
bevolen: «Dan moet juffrouw Werner de
koffie maar ronddienen.*
Margaretha had dit bevel overgebracht,
doch de toorn knaagde aan haar onderlip,
die zij heftig beet.
En nu kwam juist Lindis om de tuxuslicg
vu hot slot, zjj gehoorzaamde uan het bevel.
Uit het eenvoudige zwarte kleed zou men
niot anders hebben kunnen opmaken, dan dat
zjj een kamermeisje was, zjj droeg ook geen
enkel sieraad, op het sombere gezichtje stond
het verdriet te lezen, on een smartelijke trek
er om hure mondhoeken. Bereidwillig
uum zjj hot presenteerblad uit Margaretha's
hand cn luisterde niet neergeslagen oogen
naar de zacht gefluisterde aanwjjzingen der
oude vrouw.
«Juffrouw Werner, brengt ge na cindeljjk
de koffie," beval de gravin met scherpe «tem.
Margaretha nam het filter uil de kan en
schonk water op de koffie, hare hand beefde
van opwinding. Zjj wierp ccn schuwen blik
naar den graaf heen, dio rustig op zjjn stoel
zat. Slechts in zjjn oogen flikkerde hot donker
gloeiend op, geljjk zjj het zoo vaak bjj den
overleden graaf Nicolaus had gezien, die als
een opvliegend man bekend stond hjj bezat
op dit oogenblik een schrikwekkende gelijke
nis met hem. Margaretha liet bijna den porse
leinen trechter nit de hand vallen, zoo hevig
ontstelde zjj.
Juffrouw Werner, wees toch niet zoo on
beholpen, houd het blad wat steviger vast,
het zal u anders nog uit do banden vallen,'
berispte «Ie gravin, terwjjl zjj er haar kopje
afnam. Met een enkelen ruk wierp graaf
Egon den stoel achter zich, zóó heftig en
onstuimig, dat deze een eind ver vloog en
op den grond viel. Mot een paar schreden
stond hy naast de jonge vrouw.
«Wie heeft er verlangd, dat go bedienen
zoudt?* vroeg hjj.
Do kopjes kletterden tegen elkander, hun
inhoud viel over het zilveren presenteerblad
en bevochtigde het verblindend witte tafel
laken.
Een verschrikkoljjk mensch ze zou iemand
buiten zich zelve doen geraken,' riep de
gravin. «De jjzeren plaat geeft roestvlekken
on het is het niouwstc tafelgoed. Maak dat
go weg komt, dat heeft men er nu van,
wanneer men znlke onervaren personen laat
bedienen, al is het dan ook maar voor tjjde-
ljjk.' De gravin-mooder hield het zware
koffieblad in hoogst deszelfs eigen banden, zjj
was zeer slim en hoopte een onvermjjdeljjko
scene door haar behendig tosschenbeiden ko
men voorkomen te hebben. Zjj riep nu Mar
garetha, wie zij het blad overgaf.
(Wordt vervolgd.)