Bijvoegsel, behoorende bij ,,'t Vliegend Blaadje" van Zaterdag* 34 November ÏOOO. EGON's VROUW. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87VjCt. id. franco per post 75 id. fl.20. id voor bet Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder Bureau* i Spoor,troa» en Zuidetraat. Adverteutl&n van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aun de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen. Opkoraat der Zon 7 n. 41 m. Onderg. 3 53 m. Zondag 25 Maandag 26 Dinsdag 27 Woensdag 28 Donderdag 29 Eerste Kwartier. Vrjjdag 30 DECEMBER, Wintermaand, 31 dagen. Zaterdag 1 lüt het Huttentand. De vroeger zooveel gerucht makende Uit- landers in Transvaal, wier beweerde aanspraak op kiesrecht indertijd als voorwendol dienen moest voor de grieven van Engeland tegen de Regcering der Zuid- Afrikaansche Republiek, zouden thans, nu, in naam althans, do ge noemde Republiek bjj Engeland is ingelijfd, naar de mjjnen, waarin zjj vroeger werkzaam waren, willen terugkecren, ten einde door toonenden arbeid aldaar te hervatten, doch de tijd daarvoor is blijkbaar nog niet aange broken. En er is zelfs nog geen uitzicht, dat die werkzaamheid binnen ecitigon tijd kun nen aanvangen, Lord Roberts heeft, ja, in proclamaties de anmxatie van Oranje-Vrijstaat en Transvaal afgekondigd, doch do oorlog heeft daarmede nog vols'.rrkt niet opgcboud< en zoolang die duurt, is aan de hervatting van den mynarbeid niet te denken. Berichten uit Zuid-Afrika verzekeren, dat die werk zaamheden nog voor onbepaalden tijd moet worden uitgesteld. Deze mededecling is als ccne parodie op 'tgeun de Engelschen voor zeker houden, dat de oorlog nu voor goed uit is. En dat is dan ook volgens do laatste tijdingen in 't gc-heel het geval niet. Op ver schillende punten wordt nog alijjd hard ge vochten, en nr.ar verzekerd wordt, heeft de Boeren-generaal Botha in het noorden Transvaal een nieuwe republiek gesticht oen'teeken, dat men alle macht aanwendt, om tegen; Engolarid's overmacht moedig stand te houden. Daartegen tegen dat stand houden namelijk schijnen de Engelschen nu een nieuw middel te willen aanwenden. Het plun deren en verbranden der landboeren blijkt maar weinig of in I ct geheel niet te helpen een ij veraar voor Engoland's zegepraal geeft daarom het middel aan de hand, om lu t i our- geatelde doel te bereiken door alle paarden en muilezels- in dén woordalle trekdieren aldaar tc dooden of althans wegtevoeren. De verwachting wurd reeds horhaaldelijk uitgesproken, dat, wanneer Lord Roberts eer lang het oorlogstooneel in Zuid-Afrika gaat verlaten, ten einde in het moederland het opperbevel van Engeland's geheele strijdmacht te aanvaarden,, zijn opvolger in do Boeren republieken. zjjn zal Lord Kitcliener. Wat men van dezen harteloozen man te verwach ten heeft, blijkt uit tal van geruchten, die omtrent zyn krijgsplannen in omloop zijn, cn die doeu uitkomeD, dat men den nieuwe op perbevelhebber zoo ongeveer tot alles in staat acht. Men verhaalt, dat Kitchener's eerste zorg zal zjjn, om-de bewoners uit ulle steden van Transvaal to veijagen, omdat bjj bet moeilijk oordeelt te strijden tegen vijanden, als de bevolking het zoo heel lastig maakt. Voor de meest .uitstekende" Engelsche generaals uit den Zuid-Afrikaanscheu oorlog moeten dus wordt vorzekerd de eer volle belooningen to Londen reeds gereed liggen. Lord Roberts, de hoofdaanvoerder van dat lage bedrjjf, zal voor de onmensche- Ijjke wjjze* waarop hy den Oranje-Vrijstaat en Transvaal heeft doen verwoesten, met den titel van hertog worden beloond. Generaal Bulier zov wegens de door hem verrichte "heldendaden*, worden aanbevolen"voor het pairschap. Kitchencr, de man, dio de oor zaak is geweest van zeer vele en groote el lenden, door de Engelsehen soldaten, welko hij verznimde van do noodige klceding en voeding te voofzien, geleden, zou groot-com mandeur der Bath-orde worden, van welke orde generaal Baden Powell, de held van Mnfeking, tot ridder zou worden benoemd. Iutusschcn wordt van Engelsche zjjde gedurig opnieuw het gerucht verspreid, dat dc oorlog nu woldra geëindigd zal zijn, omdat de En gelschen Bteeds meerdere triomfen behalen, tor- wijl het den Boeron aan dc noodige midde len tot volharden ontbreekt. Inderdaad is de toestand echter geheel anders. Telkons en telkens weer bljjkt het noodig» dat Engeland's legermacht in Zuid-Afrika, door ziekten en Bocreukogels gedund, moet wonion versterkt, en wekelyks worden dan ook te Kaapstad manschappen, paarden en norlogsoiHtericel aangevoerd. Hot werven van vrijwilligers in Engeland houdt tijdens het voorspellen van het einde van don krjjg nog steeds aan, om tc geraken tot de samenstel ling van nieuwe koloniale regimenten, 't Blykt dagelijks, dat Lord Roberls de koloniale troe pen dringend noodig heeft, om de stoutmoe dige en hardnekkige aanvallen der Boeren to wederstaan. Door, of vanwege den Keizer van China is geantwoord op een telegram, indertjjd door den Duitschen Keizer verzonden. De monarch zegt een strenge straf toe nan do hoogwaar- dighcid-bekloeder8, die aan den moord, ge pleegd op den Dnitschen gezant, schuldig zynspreekt do verwachting uit, dat vreedzame betrekkingen weer spoedig hersteld zullen zynen verzekert, dat, zoodra do vredesonderhandelingen tot een goed einde zullon voeren, hij naar Peking zal terngkee- ren. Aan deze toezeggingen voegt de Keizer, die nu U.rh bezig is beloften te geven, nog toe, dat door de autoriteiten in China de Christelijke zendelingen aldaar beschermd zullen worden. Of al dezo verzekeringen zonder verderen dwang tot vervulling zullen komen, is nog wel een weinig twijfelachtig In den Duitschen Rijksdag is dezer dagen de crodiet-aanvraag der Regeering voor de expeditie naar China hehandeld, on door den Rijkskanselier Von Bülow toegelicht en ver dedigd. De Kanselier sprak daarbij de ver wachting uit, dat het doel, 't welk door do mogendheden wordt nagestreefd het voor komen voor 't vervolg van gebeurtenissen, als die welke tegen de in Ciiina vertoeveude vreemdelingen hebben plaats gehad wel zal bereikt worden. De rede, door den Kan selier gehouden, werd herhaaldelijk met be tuigingen van bjjval begroet. Mi:i n STIJïïlYGEA. HELDER, 23 November 1900. Het aangekondigde concert te geven door de heeren Martinus Wolters en Gott- fried Mann en uiej. Lida Jeltes had Woens dagavond in »Tivoli" plaats. De zaal was matig bezet, maar de opgekomenen hebben een buitengewoon kunstgenot ge smaakt. De heer Wolters deed zich wederom ken nen als een artist van den eersten rang. Welke heerlijke tonen wist hij aan ziju viool te ontlokkenNu eens wegslepend, dan weder forsch en krachtig, altijd liefelijk was zijn spel. Overheerlijk schoon was zijn •adagio" van L. Spohr, me sterlijk, ook wat het technisch gedeelte betreft, zgn vertolking der »Faust-fantasie van De Sarasate. De heer Maun, de beroemde pianist, be speelde als altijd met virtuositeit het klavier. Zoowel als accompagnist, als solist was hij voortreffelijk. De sonate van Beethoven, die hg met den heer Wolters uitvoerde, was verrukkelijk schoon, maar ook een vgftal solostukkeu von Chopin werden hoogst verdienstelijk vertolkt. Mejuffr Jeltes, die zich voor 't eerst hier ter plaatse liet hooren, heeft zeker een aangenamen indruk achtergelaten. Zij beschikt over een fraaie altstem. Hoe wol haar eerste nummer, een aria uit de opera Samson et Dalila", ons niet buitengewoon beviel, moeten we toch erkennen, dat zij Berceuse de Jocelyn" van Godard met gevoel en vrij zuiver zong. Ook de vijf liederen worden goed voorgedragen, vooral •Een Bloemkeu" van Nicolaï, »Der Tud und dasMildchen" van Öchubert en >Slaud- chen" van Strauss. De drie artisten vormden te zamen een degelijk muzikaal cusemblu zjj werden dan ook door de bezoekers met aandacht aan gehoord en herhaaldelijk met warmte toe gejuicht. Door de rechtbank te Middelburg is, ter vervulling eener vacature van rechter in dat college, opgemaakt de na volgende alphabetische lijst van aanbe velingjhr. mr. W. H. Hoeufft, kanton rechter te den Heldermr. D. van Hou- weninge, substituut griffier bij de recht bank te Rotterdam mr. E. L. Umbgrove, substituut-griffier bij den rechtbank te Middelburg. „Titan." De raad deid nog. uitspraaak in de navolgende zaak. Door den assuradeur J. Ter Mculen was een klacht ingediend naar aanleiding van de handelwijze van den kapitein J. B. Bakker, gezagvoerder van de sleepboot •Titan". Deze boot sleepte het schip •Parata", geassureerd bij voornoemden assu radeur. In strijd met de eerste beginselen van zeemanschap had kapitein Bakker, van Sint Vincent komende, niet teruggestoomd. maar was met halve kracht verder gegaan, waardoor de Parata" een ongeluk over kwam. De raad verklaarde deze klacht niet ontvankelijk, op grond hiervan, dat zij niet kinnen drie weken na den datum van het ongeval was ingediend. Men schrijft uit deu Haag De Gelderland" zal op haar terugreis van Marseille naar Oost-Indië eenige da gen ter reede van Algiers verblijven. De voor de equipage bestemde brieven en stukken zijn daarheen gezonden. Hieruit is het gerucht te verklaren, dat het schip voor Marseille nog Algiers zou aandoen. De Apeldoornsche Ct. schrijft: By liet vertrek van HH. MM de Konin ginnen van het Loo, meenden wij op te merken, dat H. M. de Koningin-Moeder ee- nigermate was aangedaan. Te begrijpen is dit volkomen, nu zij het Loo verliet om er voortaan niet weder te keeren dan als gast van Hare Dochter. Veel moet er in Haar zijn omgegaan, toen Zij het Paleis verliet, de plaats, waar aan voor Haar de dierbaarste herinnerin gen verbonden zijn, waar Zij als een trou we en liefhebbende gade wijlen Z. M. Ko- niug Willem Hf, in den avond van Zijn leven, zoo liefderijk tot steun en kulpe was. Hier, op het Loo, heeft II. M. de Konin- ging-Moeder voorzeker tot heden de geluk kigste dagen van Haar leven gesleten hier toeh/.s Onze geliefde Koningin opgegroeid en door de voorbeeldige opvoeding, onder de persoonlijke leiding der Koningin-Moe der, geworden, wat zij thaus is. »de alom beminde Koningin" om Haar flink, dege- ljjk karakter en Hare lieftalligheid van ie der bewondering afdwingendevoorzeker de schoonste voldoening eener moeder, haar eenigst kind, haar oogappel, zóó be mind te zien. Zooals we zeiden, zal de Koningin-Moe der voortaan niet meer als bewoonster van het paleis Het Loo hier terugkeeren, doch als gast vau H. M. de Koningin. Moge zulks zeer dikwjjls geschieden en Apeldoorn daar door de eer genieten van de Hoogo Vrou we, aan wie geheel Nederland zooveel ver plichting heeft, nog dikwijls in zgn mid den te zien. Een Utrechtenaar wil het nationaal .huldeblijk aan H. M. de Koningin laten 'bestaan in een fliuk zeewaardig stoom jacht, »Wilhelmina en Hendrik". In Amsterdam oppert men het denk beeld als huldeblijk aan H. M. een stand beeld voor wijlen Z. M. Koning Willem III in die gemeente op te richten. In Friesland wordt het denkbeeld geopped om te trachtten het landgoed Oranjewoud" (bij Heerenveen), waaraan voor het Huis voor Oranje-Nassau zoo veel belangrijke herinneringen zijn ver bonden, aan te koopen, ten einde het te doen dienen voor H. M. de Koningin aan te bieden nationaal geschenk. De N. Z.-A. S. Volgens een telegram uil Berlijn heeft men daar vernomen, dat de Zaterdag jl. te Amsterdam gehouden vergadering van den raad van commissarissen der Ned. Z.-A. Sp.-Mij. besloten moet hebben de Januari- coupon der schuldbekentenissen niet te verzilveren, omdat de Maatschappij wegens de inbezitneming van de ljjn en hare uit rusting in Zuid-Afrika door de Engelschen, niet over gereed geld kan beschikken. De maatregel zou echter slechts tijdelijke uit stel van de betaling beduiden, omdat deze geschieden zou zoodra het geld, dat aan de Mij. behoort, teruggegeven, of de ljjn overgenomen zal zijn door Engeland. De jongeling Smelt, die onlangs te Utrecht wegens zijn aanslag op mej. Brou wer werd veroordeeld en wiens zaak eerlang in hooger beroep komt wordt in het testament vau zjjn slachtoffers vermeld met een legaat van f 10.000. Het paviljoen te Blaricum. De vijfde kamer der rechtbank behan delde Woensdag den aanslag der Huizer boeren op het paviljoen te Blaricum, bij welke gelegenheid de kastelein A. Reiu- merde, uit noodweer een der boeren Dirk Bakker, heeft doodgeschoten. Beklaagden waren Klaas Baas, 27 jaar oud, en Peter Baas, 20 jaar oud, beiden yisschers. Bij dagvaarding is hierop ten «aste gelegd, dat zij in den avond van 19 Augustus jl. in gezelschap van kameraden, onder wie zich ook Dirk Bakker bevond, het paviljoen gewelddadig zijn binnenge drongen en voorts het huisraad en zoo goed als alles wat zich in de geslagkamer bevond hebben vernield, een en ander toe- behoorende aan den kastelein Remmerde ook dat zij opzettelijk de glasruiten van het huis hebben verbrijzeld en de buiten staande menigte hebben aangezet om deel te nemen aan het geweld, roepende van het balkon af: »Wat zgn jelui voor jon gens help je ons niet Elf getuigen werden in deze zaak ge hoord. Klaas Baas ontkende zijne schuld, maar zegt, dat hij eigenlijk te dronken is geweest dan dat hg zich goed kan herin neren, wat er gebeurd is. Peter Baas er kent, wederrechtelijk te zgn binnenge drongen. Bij het verhoor van den kastelein is met geen enkel woord van den manslag gesproken. Hem werd alleen, evenals een der eigenaren van het paviljoen, den heer Nieuwenhuyzen, inlichting gevraagd nopens de vernieling en de waarde van het be schadigde. Onder getuigen was ook dc wethouder van Blaricum, de heer Klaas Borsen, die op den bewusten avond als locoburge- raeester fungeerde. Een der rechters, mr. Schollen, maakte tegenover deze getuige de opmerking dat, zoo in alle dorpen in den omtrek van Huizen de kroegen Zon dags gesloten werden, evenals te Huizen zelf, Huizer boeren niet des Zondags zoo zwaar beschonken en baldadig konden wor den. De rechter vroeg den getuige, daar over thuis als wethouder eens na te den ken. De beklaagden zeiden bij het eindver- hoor het paviljoen te zjjn binnengedrongen om naar den man te zoeken, die hun vriend Bakker had doodgeschoten. Mr. Wentholt, waarn. officier van bet O. M., deed echter uitkomen dat de beklaagden zich bij het lijk van Bakker verre van eerbiedig of be droefd getoond, en dat zij dus niet wer den gedreven door een zuiver gevoel van wraak, maar door vernielzucht. Geëiscbt werd tegen elk der beide beklaagden eene gevangenisstraf voor den tjjd van 18 maan den. - -Vooc. eenigen tijd heeft een zekere M. L.f werkzaam bij den heer Kessels te Tilburg, zjjn woning verlaten, vrouw en kinderen onvejgiorgd achterlatend. Hij heeft den volgenden brief aan zjjne vrouw ge richt Vaarwel vrouw en kinderen, tot weer ziens in de andere wereld." Zijn kleeren, die hjj meegenomen heeft, heeft hij ver pand te V Hertogen bosch. Aangifte is er gedaan bg de gemeente politie te Tilburg. (T. Ct.) De leeuwen bij Carré Het hoofdnummer van het specialiteiten- programma van Frits van Haarlem bjj Carré, 'te Amsterdam, ia ditmaal »mademoi- selle Marguérite en haar zeven leeuwen." Met haar verlakte kaplaarsjes huppelt zij met gracieuze stapjes over de Koningen der Woestijn heen, haar aardig kopje van lang niet onknappe Fran^aise steekt zij onvervaard in den muil van den leeuw en zij stoeit en regeert en gebiedt en coquet- teert met haar ljjfwacht, alsof het een houden- en apenspel was. Bij haar effectnumiuer wordt niad. Mar guérite met levendig applaus begroet. Dan FEUILLETON. -og>o<3o- 35) De. uron van den nacht kropen loodzwaar voorbjjj goon geluid van buiten stoorde de stilte des grafs, zelfs het ruischen van het water was hier beneden niet waarneembaar, alleen het likken van den houtworm in de kist van de zwarte Jutta klonk spookachtig golijk een doodklok in de ontstelde ooron van Engcirie. Tegen den morgen eerst gaf zjj aao hare ovorspannen zenuwen toe, legde zich in het zand en viel weldra in een rustigen slaap, die tot laat in den morgen aanhield. Door het gat in don muur sloop do eerste morgenstraal binnen. Daarbuiten moest bet een overheerlijke dag zijn. Lindis rees op uit don hoek, waarin zjj ge zeten had, en stiet zachtjes de deur open van het-nevenvertrek. Graaf Egon schreed langzaam daarin op en en neer, hot schoone hoold in diep gepeins op de borst gebogen. Graaf Hallwcy.» Relindis riop het zoor zacht. Hij: wendde het hoofd om. Wat is er van uw verlangen?' Het was wederom zjjn koud, ernstig gelaat, dat hjj haar alijjd toonde. rik had u willen verzoeken, om over de zaak* haar hand wees naar de kist van den kleinen Jobst, «nog niet te spreken!» Gjj kunt volkomen over uw eigendom be schikken." Zjju koude lach ontging haar niet, en met een sidderend hart trok zij zich terug. Euge- nie ontwaakte en mot haar het weeklagen over het troosteloozo van deu ganschen toe stand. Voorloopig was het nog wel het onge duld, doch toen de uren van den dag even eens verstreken, zonder een tot l.ulp bereid menscbelyk wezen in do nabjjhcid te breDgen, barstte zjj in biltere verwijten tegen Lindis uit, dio deze zwjjgend aanhoorde. Ten twcoilen male brak de nacht aan en een folterende honger had zich van Eugenio meester gemaakt. Als een razende liep zij in den keldor rond, oui eindelijk half bewusteloos op den grond neer te zinken. Graaf Egon had over dag al zjjn best ge- .an, om aan de deur zooveel mogeljjk gc- druisch to maken, dat van buiten tot op verren afstand moest gehoord worden, maar of er kwam niemand in de nabjjheid van den kelder, of wel men had in het slot nog maar steeds niet geducht aun de mogelijkheid van een ongeluk. Niemand daagde ter redding op uit den hacheljjken toestand. Graaf Egon gaf voor dien dag alle hoop op, om uit dun toren te komen. Eugenie beefde van do koorts. Zij kermde om water on ofschoon daar buiten millioenou droppels voorbij rolden, zoo kwam er toch geen eukelc op hare brandende lippen. ,Wij zullen moeten sterven, ongezien op deze vcrschrikkoljjko plaats. Egon, red mjj," jammerde zjj. Hjj sprak haar moed en troost in. Helaas, hjj had geen zeer geduldig karakter en dat aauhoudendo gejammer verbitterde hem, doch hjj sprak ter harer geruststelling op den vroc- geren, teedoren toon en met veel bezorgdheid. «Hoor jo Julia's hoonlach wel? Je moeder had wel geljjk, de Hallwey's zijn niet geluk kig met zwarte vrouwen.' Met vriendelijke woorden trachtte hij haar te overtuigen, dat zjj het zich maar in- beolddc. Egon, heden behoorou wjj elkander toe. In het aangezicht van den dood mogen wjj alle wetten trotsccrcn, wij zyn elkander trouw gebleven, ja, trouw, houdt mjjntegen je hart.' Eugeriie's klagen klonk hartverscheurend. ,Moed, Eugenie, moed, tot morgen nog, dan moeten wjj iels doen ter onzer redding, onverschillig of het gelukt of niet, langer mogen wij niot wachien, wijl onze krachten uitgeput raken. Ik geef de hoop nog niet op, dat onze vrienden eiudelyk ons spoor zullen vinden. Wjj zullen thans bedaard zjju cn trachten te slapen, opdat wij morgen nieuw© krachten hebben. Hij liet het van koorts gloeiende lichaam van het jonge meisje in zjjn armen rusten om haai- troost en bjjstand te verlecucu en waar achtig, zjj had beiden dan ook wel noodig, want een vreesoljjkev nacht iiud wol geen vau beiden beleefd. Een ontzettend onweder barstte los, de bliksem schoot kruisgowjjze door de*groeve en de donder rolde drennend over het meer. De golven bruisehteu en beukten hoogschui- inond tegen de steenblokken als wildon zjj don toren in bot meer slingeren. Do nabjjheid der beide dooden in hunne kisten was huiveringwekkoud. Vreesachtig als con vogeltje verborg Eugenie hot schooue hoofd tegen Egou's borst. «Wanneer wjj ons maar redden konden,* smcckto zjj jammerend. ,Bij het aanbreken van deu dag zullon wij bet beproeven.' tOp welke wijl», Egon?« «Dat venster is do eenige weg. De muren en de deur kunnen wjj niet doeu springen, daartoe ontbroken ons do werktuigen." Misleid u zelve niet, geliefde. Je zult daar niet bij en niet door het venster kunnen komen.» Ik wil het beproeven. Gaat het niet, welnu, dan is de beurt aan u.' ik Egon .Je kunt voortreffeljjk zwemmen. Hoe vaak heb ik niet jo vaardigheid bewonderd .Maar hoe kom ik van het venster in zoe Door een sprong. Voor jou toch ib die niet gevaarljjk.» Iloe licht kan ik mjj hot hoofd te pletter vallen op een van de rotsklippen, voor 't geval ik niet ver genoeg naar beneden gljjd. Hoe weinig moet je mjj liefhebben om mij daartoe aun te sporen.» .Vergeef me, ik dacht minder aan mjjzelven dun aan jou. Wanneer drie levens in ge vaar zweven, moet er éen opgeofferd worden. Wie niet waagt, dio niot wint, wjj zullen anders van kracht3uitputting sterven, wanneer God het wil, dat wjj niet bijtjjds ontdekt worden.» Dan sterven wij to zamen, Egon, de dood aan je hart moet zoet zjjn, ik storf gaarne met jou.» Het was een schoon woord, even schoon als destijds, toon zjj hom zjjno vrijheid terug gaf Voor de eersto maal sinds langen tjjd drnkte Egon do eenmaal zóó vurig geliefde aan zjjn borst. En ook de verschrikkeljjko nacht ging voorbjj, de storm en regenachtige morgen brak aan en verlichtte de zonder linge groep iu een onzeker halflicht. «Komaan, thans niet langer gedraald." Graaf Egon sprong van de kist der zwarte Jutta op, wiiarop hjj gezoten had, en trok haar tegen den muur tot onder de venster opening. Engenie gaf een gil van schrik en trachtte hem hierin te verhinderen. Hij plaatste de kist overeind tegen den mnur en klom er op. De oude planken kraakten in hare voegen, doch braken niet. Graaf Egon zette vervolgens zjjn zakmes tusschen de voegen van hot muurwerk cn plaatste er den voet op, het stevige lemmet hield en zich met kracht opgevende, werkte hij zich omhoog en zjjne handen klemden zich vast in de muuropening. Hjj nad haar bereikt en trok nu zjju lichaam langzaam op. Maar o wee, welk eeu vlugge turner hjj ook was, zjjn schouders waren te breed, en on danks alle krachtsinspanning kon hjj er zijn lichaam niet doorwerken. Hjj ontdeed zich nu met on vergel jjkolijke behendigheid van zijn jas, lie hjj aan don jjzeron haak hing, waarmede vroeger vermoedeljjk het venster vastgehouden werd, en die hem thans een voortrcffeljjk houvast aanbood. Al zjjn po gingen waren echter vergeefs, zjjn bovenlichaam was te breed, zjjn krachten raakten uitgeput, eindelijk dan ook gaf hij zjjn pogingen op, met behulp van zjjn jas liet hjj zich naar beneden glijden en stond vorder weder iu do groeve, waar de dames zjjno bewegingen in angstige spanning volgden. Hjj baalde diep adem en heftig zwoegde zjjn borst door do vruehtelooze inspanning. Groote zweetdroppels stonden op zijn voor hoofd. Hjj trad achteruit en vatte Eugenie bij de schouders, deze zwijgend met de spau zjjner hand metende, geljjk hij het venster had gedaan. .Het zal wel gaan, kom, heb moed, Euge nie. Aan jou is bet beschoren om ons te redden. In bet slot zal wel geen mensoh aan den watertoren gedacht hebben. De golven zullen de boot al zeker lang hebben wegge rukt komaan, wees dapper, bet geldt hier ons lev;en,« «lk zou daar bovenop moeten en wan-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1900 | | pagina 5