Bijvoegsel, behoorende bij ,,'t Vliegend Blaadje"
van Zaterdag* 34 November ÏOOO.
EGON's VROUW.
Abonnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87VjCt.
id. franco per post 75 id. fl.20.
id voor bet Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder
Bureau* i Spoor,troa» en Zuidetraat.
Adverteutl&n
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote lettere worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aun de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
NOVEMBER, Slachtmaand, 30 dagen.
Opkoraat der Zon 7 n. 41 m.
Onderg. 3 53 m.
Zondag 25
Maandag 26
Dinsdag 27
Woensdag 28
Donderdag 29 Eerste Kwartier.
Vrjjdag 30
DECEMBER, Wintermaand, 31 dagen.
Zaterdag 1
lüt het Huttentand.
De vroeger zooveel gerucht makende Uit-
landers in Transvaal, wier beweerde aanspraak
op kiesrecht indertijd als voorwendol dienen
moest voor de grieven van Engeland tegen
de Regcering der Zuid- Afrikaansche Republiek,
zouden thans, nu, in naam althans, do ge
noemde Republiek bjj Engeland is ingelijfd,
naar de mjjnen, waarin zjj vroeger werkzaam
waren, willen terugkecren, ten einde door
toonenden arbeid aldaar te hervatten, doch
de tijd daarvoor is blijkbaar nog niet aange
broken. En er is zelfs nog geen uitzicht, dat
die werkzaamheid binnen ecitigon tijd kun
nen aanvangen, Lord Roberts heeft, ja, in
proclamaties de anmxatie van Oranje-Vrijstaat
en Transvaal afgekondigd, doch do oorlog
heeft daarmede nog vols'.rrkt niet opgcboud<
en zoolang die duurt, is aan de hervatting
van den mynarbeid niet te denken. Berichten
uit Zuid-Afrika verzekeren, dat die werk
zaamheden nog voor onbepaalden tijd moet
worden uitgesteld. Deze mededecling is als
ccne parodie op 'tgeun de Engelschen voor
zeker houden, dat de oorlog nu voor goed
uit is. En dat is dan ook volgens do laatste
tijdingen in 't gc-heel het geval niet. Op ver
schillende punten wordt nog alijjd hard ge
vochten, en nr.ar verzekerd wordt, heeft de
Boeren-generaal Botha in het noorden
Transvaal een nieuwe republiek gesticht
oen'teeken, dat men alle macht aanwendt, om
tegen; Engolarid's overmacht moedig stand te
houden. Daartegen tegen dat stand houden
namelijk schijnen de Engelschen nu een
nieuw middel te willen aanwenden. Het plun
deren en verbranden der landboeren blijkt
maar weinig of in I ct geheel niet te helpen
een ij veraar voor Engoland's zegepraal geeft
daarom het middel aan de hand, om lu t i our-
geatelde doel te bereiken door alle paarden
en muilezels- in dén woordalle trekdieren
aldaar tc dooden of althans wegtevoeren.
De verwachting wurd reeds horhaaldelijk
uitgesproken, dat, wanneer Lord Roberts eer
lang het oorlogstooneel in Zuid-Afrika gaat
verlaten, ten einde in het moederland het
opperbevel van Engeland's geheele strijdmacht
te aanvaarden,, zijn opvolger in do Boeren
republieken. zjjn zal Lord Kitcliener. Wat
men van dezen harteloozen man te verwach
ten heeft, blijkt uit tal van geruchten, die
omtrent zyn krijgsplannen in omloop zijn, cn
die doeu uitkomeD, dat men den nieuwe op
perbevelhebber zoo ongeveer tot alles in staat
acht. Men verhaalt, dat Kitchener's eerste
zorg zal zjjn, om-de bewoners uit ulle steden
van Transvaal to veijagen, omdat bjj bet
moeilijk oordeelt te strijden tegen vijanden,
als de bevolking het zoo heel lastig maakt.
Voor de meest .uitstekende" Engelsche
generaals uit den Zuid-Afrikaanscheu oorlog
moeten dus wordt vorzekerd de eer
volle belooningen to Londen reeds gereed
liggen. Lord Roberts, de hoofdaanvoerder
van dat lage bedrjjf, zal voor de onmensche-
Ijjke wjjze* waarop hy den Oranje-Vrijstaat
en Transvaal heeft doen verwoesten, met den
titel van hertog worden beloond. Generaal
Bulier zov wegens de door hem verrichte
"heldendaden*, worden aanbevolen"voor het
pairschap. Kitchencr, de man, dio de oor
zaak is geweest van zeer vele en groote el
lenden, door de Engelsehen soldaten, welko
hij verznimde van do noodige klceding en
voeding te voofzien, geleden, zou groot-com
mandeur der Bath-orde worden, van welke
orde generaal Baden Powell, de held van
Mnfeking, tot ridder zou worden benoemd.
Iutusschcn wordt van Engelsche zjjde gedurig
opnieuw het gerucht verspreid, dat dc oorlog
nu woldra geëindigd zal zijn, omdat de En
gelschen Bteeds meerdere triomfen behalen, tor-
wijl het den Boeron aan dc noodige midde
len tot volharden ontbreekt. Inderdaad is
de toestand echter geheel anders.
Telkons en telkens weer bljjkt het noodig»
dat Engeland's legermacht in Zuid-Afrika,
door ziekten en Bocreukogels gedund, moet
wonion versterkt, en wekelyks worden dan
ook te Kaapstad manschappen, paarden en
norlogsoiHtericel aangevoerd. Hot werven van
vrijwilligers in Engeland houdt tijdens het
voorspellen van het einde van don krjjg nog
steeds aan, om tc geraken tot de samenstel
ling van nieuwe koloniale regimenten, 't Blykt
dagelijks, dat Lord Roberls de koloniale troe
pen dringend noodig heeft, om de stoutmoe
dige en hardnekkige aanvallen der Boeren
to wederstaan.
Door, of vanwege den Keizer van China
is geantwoord op een telegram, indertjjd door
den Duitschen Keizer verzonden. De monarch
zegt een strenge straf toe nan do hoogwaar-
dighcid-bekloeder8, die aan den moord, ge
pleegd op den Dnitschen gezant, schuldig
zynspreekt do verwachting uit, dat
vreedzame betrekkingen weer spoedig hersteld
zullen zynen verzekert, dat, zoodra do
vredesonderhandelingen tot een goed einde
zullon voeren, hij naar Peking zal terngkee-
ren. Aan deze toezeggingen voegt de Keizer,
die nu U.rh bezig is beloften te geven, nog
toe, dat door de autoriteiten in China de
Christelijke zendelingen aldaar beschermd
zullen worden. Of al dezo verzekeringen
zonder verderen dwang tot vervulling zullen
komen, is nog wel een weinig twijfelachtig
In den Duitschen Rijksdag is dezer dagen
de crodiet-aanvraag der Regeering voor de
expeditie naar China hehandeld, on door den
Rijkskanselier Von Bülow toegelicht en ver
dedigd. De Kanselier sprak daarbij de ver
wachting uit, dat het doel, 't welk door do
mogendheden wordt nagestreefd het voor
komen voor 't vervolg van gebeurtenissen,
als die welke tegen de in Ciiina vertoeveude
vreemdelingen hebben plaats gehad wel
zal bereikt worden. De rede, door den Kan
selier gehouden, werd herhaaldelijk met be
tuigingen van bjjval begroet.
Mi:i n STIJïïlYGEA.
HELDER, 23 November 1900.
Het aangekondigde concert te geven
door de heeren Martinus Wolters en Gott-
fried Mann en uiej. Lida Jeltes had Woens
dagavond in »Tivoli" plaats. De zaal
was matig bezet, maar de opgekomenen
hebben een buitengewoon kunstgenot ge
smaakt.
De heer Wolters deed zich wederom ken
nen als een artist van den eersten rang.
Welke heerlijke tonen wist hij aan ziju viool
te ontlokkenNu eens wegslepend, dan
weder forsch en krachtig, altijd liefelijk
was zijn spel. Overheerlijk schoon was zijn
•adagio" van L. Spohr, me sterlijk, ook
wat het technisch gedeelte betreft, zgn
vertolking der »Faust-fantasie van De
Sarasate.
De heer Maun, de beroemde pianist, be
speelde als altijd met virtuositeit het klavier.
Zoowel als accompagnist, als solist was hij
voortreffelijk. De sonate van Beethoven,
die hg met den heer Wolters uitvoerde,
was verrukkelijk schoon, maar ook een
vgftal solostukkeu von Chopin werden hoogst
verdienstelijk vertolkt.
Mejuffr Jeltes, die zich voor 't eerst hier
ter plaatse liet hooren, heeft zeker een
aangenamen indruk achtergelaten. Zij
beschikt over een fraaie altstem. Hoe wol
haar eerste nummer, een aria uit de opera
Samson et Dalila", ons niet buitengewoon
beviel, moeten we toch erkennen, dat zij
Berceuse de Jocelyn" van Godard met
gevoel en vrij zuiver zong. Ook de vijf
liederen worden goed voorgedragen, vooral
•Een Bloemkeu" van Nicolaï, »Der Tud
und dasMildchen" van Öchubert en >Slaud-
chen" van Strauss.
De drie artisten vormden te zamen een
degelijk muzikaal cusemblu zjj werden dan
ook door de bezoekers met aandacht aan
gehoord en herhaaldelijk met warmte toe
gejuicht.
Door de rechtbank te Middelburg
is, ter vervulling eener vacature van
rechter in dat college, opgemaakt de na
volgende alphabetische lijst van aanbe
velingjhr. mr. W. H. Hoeufft, kanton
rechter te den Heldermr. D. van Hou-
weninge, substituut griffier bij de recht
bank te Rotterdam mr. E. L. Umbgrove,
substituut-griffier bij den rechtbank te
Middelburg.
„Titan."
De raad deid nog. uitspraaak in de
navolgende zaak.
Door den assuradeur J. Ter Mculen was
een klacht ingediend naar aanleiding van
de handelwijze van den kapitein J. B.
Bakker, gezagvoerder van de sleepboot
•Titan". Deze boot sleepte het schip
•Parata", geassureerd bij voornoemden assu
radeur.
In strijd met de eerste beginselen van
zeemanschap had kapitein Bakker, van
Sint Vincent komende, niet teruggestoomd.
maar was met halve kracht verder gegaan,
waardoor de Parata" een ongeluk over
kwam. De raad verklaarde deze klacht
niet ontvankelijk, op grond hiervan, dat
zij niet kinnen drie weken na den datum
van het ongeval was ingediend.
Men schrijft uit deu Haag
De Gelderland" zal op haar terugreis
van Marseille naar Oost-Indië eenige da
gen ter reede van Algiers verblijven. De
voor de equipage bestemde brieven en
stukken zijn daarheen gezonden. Hieruit
is het gerucht te verklaren, dat het schip
voor Marseille nog Algiers zou aandoen.
De Apeldoornsche Ct. schrijft:
By liet vertrek van HH. MM de Konin
ginnen van het Loo, meenden wij op te
merken, dat H. M. de Koningin-Moeder ee-
nigermate was aangedaan. Te begrijpen is
dit volkomen, nu zij het Loo verliet om er
voortaan niet weder te keeren dan als gast
van Hare Dochter.
Veel moet er in Haar zijn omgegaan,
toen Zij het Paleis verliet, de plaats, waar
aan voor Haar de dierbaarste herinnerin
gen verbonden zijn, waar Zij als een trou
we en liefhebbende gade wijlen Z. M. Ko-
niug Willem Hf, in den avond van Zijn
leven, zoo liefderijk tot steun en kulpe
was.
Hier, op het Loo, heeft II. M. de Konin-
ging-Moeder voorzeker tot heden de geluk
kigste dagen van Haar leven gesleten hier
toeh/.s Onze geliefde Koningin opgegroeid
en door de voorbeeldige opvoeding, onder
de persoonlijke leiding der Koningin-Moe
der, geworden, wat zij thaus is. »de alom
beminde Koningin" om Haar flink, dege-
ljjk karakter en Hare lieftalligheid van ie
der bewondering afdwingendevoorzeker
de schoonste voldoening eener moeder,
haar eenigst kind, haar oogappel, zóó be
mind te zien.
Zooals we zeiden, zal de Koningin-Moe
der voortaan niet meer als bewoonster van
het paleis Het Loo hier terugkeeren, doch
als gast vau H. M. de Koningin. Moge zulks
zeer dikwjjls geschieden en Apeldoorn daar
door de eer genieten van de Hoogo Vrou
we, aan wie geheel Nederland zooveel ver
plichting heeft, nog dikwijls in zgn mid
den te zien.
Een Utrechtenaar wil het nationaal
.huldeblijk aan H. M. de Koningin laten
'bestaan in een fliuk zeewaardig stoom
jacht, »Wilhelmina en Hendrik".
In Amsterdam oppert men het denk
beeld als huldeblijk aan H. M. een stand
beeld voor wijlen Z. M. Koning Willem
III in die gemeente op te richten.
In Friesland wordt het denkbeeld
geopped om te trachtten het landgoed
Oranjewoud" (bij Heerenveen), waaraan
voor het Huis voor Oranje-Nassau zoo
veel belangrijke herinneringen zijn ver
bonden, aan te koopen, ten einde het te
doen dienen voor H. M. de Koningin aan
te bieden nationaal geschenk.
De N. Z.-A. S.
Volgens een telegram uil Berlijn heeft
men daar vernomen, dat de Zaterdag jl.
te Amsterdam gehouden vergadering van
den raad van commissarissen der Ned. Z.-A.
Sp.-Mij. besloten moet hebben de Januari-
coupon der schuldbekentenissen niet te
verzilveren, omdat de Maatschappij wegens
de inbezitneming van de ljjn en hare uit
rusting in Zuid-Afrika door de Engelschen,
niet over gereed geld kan beschikken. De
maatregel zou echter slechts tijdelijke uit
stel van de betaling beduiden, omdat deze
geschieden zou zoodra het geld, dat aan
de Mij. behoort, teruggegeven, of de ljjn
overgenomen zal zijn door Engeland.
De jongeling Smelt, die onlangs te
Utrecht wegens zijn aanslag op mej. Brou
wer werd veroordeeld en wiens zaak
eerlang in hooger beroep komt wordt in
het testament vau zjjn slachtoffers vermeld
met een legaat van f 10.000.
Het paviljoen te Blaricum.
De vijfde kamer der rechtbank behan
delde Woensdag den aanslag der Huizer
boeren op het paviljoen te Blaricum, bij
welke gelegenheid de kastelein A. Reiu-
merde, uit noodweer een der boeren Dirk
Bakker, heeft doodgeschoten.
Beklaagden waren Klaas Baas, 27 jaar
oud, en Peter Baas, 20 jaar oud, beiden
yisschers. Bij dagvaarding is hierop ten
«aste gelegd, dat zij in den avond van 19
Augustus jl. in gezelschap van kameraden,
onder wie zich ook Dirk Bakker bevond,
het paviljoen gewelddadig zijn binnenge
drongen en voorts het huisraad en zoo
goed als alles wat zich in de geslagkamer
bevond hebben vernield, een en ander toe-
behoorende aan den kastelein Remmerde
ook dat zij opzettelijk de glasruiten van
het huis hebben verbrijzeld en de buiten
staande menigte hebben aangezet om deel
te nemen aan het geweld, roepende van
het balkon af: »Wat zgn jelui voor jon
gens help je ons niet
Elf getuigen werden in deze zaak ge
hoord. Klaas Baas ontkende zijne schuld,
maar zegt, dat hij eigenlijk te dronken is
geweest dan dat hg zich goed kan herin
neren, wat er gebeurd is. Peter Baas er
kent, wederrechtelijk te zgn binnenge
drongen.
Bij het verhoor van den kastelein is
met geen enkel woord van den manslag
gesproken. Hem werd alleen, evenals een
der eigenaren van het paviljoen, den heer
Nieuwenhuyzen, inlichting gevraagd nopens
de vernieling en de waarde van het be
schadigde.
Onder getuigen was ook dc wethouder
van Blaricum, de heer Klaas Borsen, die
op den bewusten avond als locoburge-
raeester fungeerde. Een der rechters, mr.
Schollen, maakte tegenover deze getuige
de opmerking dat, zoo in alle dorpen in
den omtrek van Huizen de kroegen Zon
dags gesloten werden, evenals te Huizen
zelf, Huizer boeren niet des Zondags zoo
zwaar beschonken en baldadig konden wor
den. De rechter vroeg den getuige, daar
over thuis als wethouder eens na te den
ken.
De beklaagden zeiden bij het eindver-
hoor het paviljoen te zjjn binnengedrongen
om naar den man te zoeken, die hun vriend
Bakker had doodgeschoten. Mr. Wentholt,
waarn. officier van bet O. M., deed echter
uitkomen dat de beklaagden zich bij het
lijk van Bakker verre van eerbiedig of be
droefd getoond, en dat zij dus niet wer
den gedreven door een zuiver gevoel van
wraak, maar door vernielzucht. Geëiscbt
werd tegen elk der beide beklaagden eene
gevangenisstraf voor den tjjd van 18 maan
den.
- -Vooc. eenigen tijd heeft een zekere
M. L.f werkzaam bij den heer Kessels te
Tilburg, zjjn woning verlaten, vrouw en
kinderen onvejgiorgd achterlatend. Hij heeft
den volgenden brief aan zjjne vrouw ge
richt
Vaarwel vrouw en kinderen, tot weer
ziens in de andere wereld." Zijn kleeren,
die hjj meegenomen heeft, heeft hij ver
pand te V Hertogen bosch.
Aangifte is er gedaan bg de gemeente
politie te Tilburg. (T. Ct.)
De leeuwen bij Carré
Het hoofdnummer van het specialiteiten-
programma van Frits van Haarlem bjj
Carré, 'te Amsterdam, ia ditmaal »mademoi-
selle Marguérite en haar zeven leeuwen."
Met haar verlakte kaplaarsjes huppelt
zij met gracieuze stapjes over de Koningen
der Woestijn heen, haar aardig kopje van
lang niet onknappe Fran^aise steekt zij
onvervaard in den muil van den leeuw en
zij stoeit en regeert en gebiedt en coquet-
teert met haar ljjfwacht, alsof het een
houden- en apenspel was.
Bij haar effectnumiuer wordt niad. Mar
guérite met levendig applaus begroet. Dan
FEUILLETON.
-og>o<3o-
35)
De. uron van den nacht kropen loodzwaar
voorbjjj goon geluid van buiten stoorde de
stilte des grafs, zelfs het ruischen van het
water was hier beneden niet waarneembaar,
alleen het likken van den houtworm in de
kist van de zwarte Jutta klonk spookachtig
golijk een doodklok in de ontstelde ooron
van Engcirie. Tegen den morgen eerst gaf
zjj aao hare ovorspannen zenuwen toe, legde
zich in het zand en viel weldra in een
rustigen slaap, die tot laat in den morgen
aanhield.
Door het gat in don muur sloop do eerste
morgenstraal binnen. Daarbuiten moest bet
een overheerlijke dag zijn.
Lindis rees op uit don hoek, waarin zjj ge
zeten had, en stiet zachtjes de deur open van
het-nevenvertrek.
Graaf Egon schreed langzaam daarin op en
en neer, hot schoone hoold in diep gepeins
op de borst gebogen.
Graaf Hallwcy.» Relindis riop het zoor
zacht.
Hij: wendde het hoofd om. Wat is er
van uw verlangen?' Het was wederom zjjn
koud, ernstig gelaat, dat hjj haar alijjd
toonde.
rik had u willen verzoeken, om over de
zaak* haar hand wees naar de kist van den
kleinen Jobst, «nog niet te spreken!»
Gjj kunt volkomen over uw eigendom be
schikken."
Zjju koude lach ontging haar niet, en met
een sidderend hart trok zij zich terug. Euge-
nie ontwaakte en mot haar het weeklagen
over het troosteloozo van deu ganschen toe
stand. Voorloopig was het nog wel het onge
duld, doch toen de uren van den dag even
eens verstreken, zonder een tot l.ulp bereid
menscbelyk wezen in do nabjjhcid te breDgen,
barstte zjj in biltere verwijten tegen Lindis
uit, dio deze zwjjgend aanhoorde.
Ten twcoilen male brak de nacht aan en
een folterende honger had zich van Eugenio
meester gemaakt. Als een razende liep zij in
den keldor rond, oui eindelijk half bewusteloos
op den grond neer te zinken.
Graaf Egon had over dag al zjjn best ge-
.an, om aan de deur zooveel mogeljjk gc-
druisch to maken, dat van buiten tot op
verren afstand moest gehoord worden, maar
of er kwam niemand in de nabjjheid van den
kelder, of wel men had in het slot nog maar
steeds niet geducht aun de mogelijkheid van
een ongeluk. Niemand daagde ter redding op
uit den hacheljjken toestand. Graaf Egon gaf
voor dien dag alle hoop op, om uit dun toren
te komen.
Eugenie beefde van do koorts. Zij kermde
om water on ofschoon daar buiten millioenou
droppels voorbij rolden, zoo kwam er toch
geen eukelc op hare brandende lippen.
,Wij zullen moeten sterven, ongezien op
deze vcrschrikkoljjko plaats. Egon, red mjj,"
jammerde zjj.
Hjj sprak haar moed en troost in. Helaas,
hjj had geen zeer geduldig karakter en dat
aauhoudendo gejammer verbitterde hem, doch
hjj sprak ter harer geruststelling op den vroc-
geren, teedoren toon en met veel bezorgdheid.
«Hoor jo Julia's hoonlach wel? Je moeder
had wel geljjk, de Hallwey's zijn niet geluk
kig met zwarte vrouwen.'
Met vriendelijke woorden trachtte hij haar
te overtuigen, dat zjj het zich maar in-
beolddc.
Egon, heden behoorou wjj elkander toe.
In het aangezicht van den dood mogen wjj
alle wetten trotsccrcn, wij zyn elkander trouw
gebleven, ja, trouw, houdt mjjntegen je hart.'
Eugeriie's klagen klonk hartverscheurend.
,Moed, Eugenie, moed, tot morgen nog,
dan moeten wjj iels doen ter onzer redding,
onverschillig of het gelukt of niet, langer
mogen wij niot wachien, wijl onze krachten
uitgeput raken. Ik geef de hoop nog niet op,
dat onze vrienden eiudelyk ons spoor zullen
vinden. Wjj zullen thans bedaard zjju cn
trachten te slapen, opdat wij morgen nieuw©
krachten hebben.
Hij liet het van koorts gloeiende lichaam
van het jonge meisje in zjjn armen rusten om
haai- troost en bjjstand te verlecucu en waar
achtig, zjj had beiden dan ook wel noodig,
want een vreesoljjkev nacht iiud wol geen vau
beiden beleefd.
Een ontzettend onweder barstte los, de
bliksem schoot kruisgowjjze door de*groeve
en de donder rolde drennend over het meer.
De golven bruisehteu en beukten hoogschui-
inond tegen de steenblokken als wildon zjj
don toren in bot meer slingeren.
Do nabjjheid der beide dooden in hunne
kisten was huiveringwekkoud. Vreesachtig als
con vogeltje verborg Eugenie hot schooue
hoofd tegen Egou's borst.
«Wanneer wjj ons maar redden konden,*
smcckto zjj jammerend.
,Bij het aanbreken van deu dag zullon wij
bet beproeven.'
tOp welke wijl», Egon?«
«Dat venster is do eenige weg. De muren
en de deur kunnen wjj niet doeu springen,
daartoe ontbroken ons do werktuigen."
Misleid u zelve niet, geliefde. Je zult daar
niet bij en niet door het venster kunnen
komen.»
Ik wil het beproeven. Gaat het niet,
welnu, dan is de beurt aan u.'
ik Egon
.Je kunt voortreffeljjk zwemmen. Hoe vaak
heb ik niet jo vaardigheid bewonderd
.Maar hoe kom ik van het venster in zoe
Door een sprong. Voor jou toch ib die
niet gevaarljjk.»
Iloe licht kan ik mjj hot hoofd te pletter
vallen op een van de rotsklippen, voor 't
geval ik niet ver genoeg naar beneden gljjd.
Hoe weinig moet je mjj liefhebben om mij
daartoe aun te sporen.»
.Vergeef me, ik dacht minder aan mjjzelven
dun aan jou. Wanneer drie levens in ge
vaar zweven, moet er éen opgeofferd worden.
Wie niet waagt, dio niot wint, wjj zullen
anders van kracht3uitputting sterven, wanneer
God het wil, dat wjj niet bijtjjds ontdekt
worden.»
Dan sterven wij to zamen, Egon, de dood
aan je hart moet zoet zjjn, ik storf gaarne
met jou.»
Het was een schoon woord, even schoon
als destijds, toon zjj hom zjjno vrijheid terug
gaf Voor de eersto maal sinds langen tjjd
drnkte Egon do eenmaal zóó vurig geliefde
aan zjjn borst. En ook de verschrikkeljjko
nacht ging voorbjj, de storm en regenachtige
morgen brak aan en verlichtte de zonder
linge groep iu een onzeker halflicht.
«Komaan, thans niet langer gedraald."
Graaf Egon sprong van de kist der zwarte
Jutta op, wiiarop hjj gezoten had, en trok
haar tegen den muur tot onder de venster
opening.
Engenie gaf een gil van schrik en trachtte
hem hierin te verhinderen.
Hij plaatste de kist overeind tegen den
mnur en klom er op. De oude planken
kraakten in hare voegen, doch braken niet.
Graaf Egon zette vervolgens zjjn zakmes
tusschen de voegen van hot muurwerk cn
plaatste er den voet op, het stevige lemmet
hield en zich met kracht opgevende, werkte
hij zich omhoog en zjjne handen klemden
zich vast in de muuropening. Hjj nad haar
bereikt en trok nu zjju lichaam langzaam op.
Maar o wee, welk eeu vlugge turner hjj ook
was, zjjn schouders waren te breed, en on
danks alle krachtsinspanning kon hjj er zijn
lichaam niet doorwerken. Hjj ontdeed zich
nu met on vergel jjkolijke behendigheid van
zijn jas, lie hjj aan don jjzeron haak hing,
waarmede vroeger vermoedeljjk het venster
vastgehouden werd, en die hem thans een
voortrcffeljjk houvast aanbood. Al zjjn po
gingen waren echter vergeefs, zjjn bovenlichaam
was te breed, zjjn krachten raakten uitgeput,
eindelijk dan ook gaf hij zjjn pogingen op,
met behulp van zjjn jas liet hjj zich naar
beneden glijden en stond vorder weder iu do
groeve, waar de dames zjjno bewegingen in
angstige spanning volgden.
Hjj baalde diep adem en heftig zwoegde
zjjn borst door do vruehtelooze inspanning.
Groote zweetdroppels stonden op zijn voor
hoofd. Hjj trad achteruit en vatte Eugenie
bij de schouders, deze zwijgend met de spau
zjjner hand metende, geljjk hij het venster
had gedaan.
.Het zal wel gaan, kom, heb moed, Euge
nie. Aan jou is bet beschoren om ons te
redden. In bet slot zal wel geen mensoh aan
den watertoren gedacht hebben. De golven
zullen de boot al zeker lang hebben wegge
rukt komaan, wees dapper, bet geldt hier
ons lev;en,«
«lk zou daar bovenop moeten en wan-