KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen, No. 2913. Woensdag 16 Januari 1901. 29ste Jaargang. Bureau Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 69. Atoon n om ent p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877jCt. id. franco per post 75 id. f 1.20. id. roor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat. Advertentlên Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. A dverteotiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Vit het Buitenland. Met overgrooto belangstelling wordt thans oreral door het publiek kennis genomen van de krygabedrijven der Boeren in de Kaap kolonie, waar zy in de laatstverloopen dagen orer de geheele linie aanvallend optraden. De Engelsche troepen worden zooveel op het grondgebied der beide Republieken, als in de Kaaplonie met groote beslistheid door hnnne vyanden aangevallen, en Lord Kitche- ner zoo ver is het alheen 1 is al zeer tevreden, wanneer zyno soldaten den vijand zonder al te zware verliezen kannen afweren. De toestand is ongetwijfeld voor de Engelschen nog veel ongunstiger dan de over Engeland komende oorlogsberichten doen blykcn, nu men toch buitonaf tot de overtuiging wordt gebracht, dat de Engelsche opperbevelhebber zich in het gebied, door zijne troepen bezet, niet meer kan handhaven. Met het doel, dat de Boeren niet alle convooien zullen weg nemen, moet hy zijne troepen uitsluitend be zigen, om de spoorwegen te bewaken. De Boeren-generaals hebben daardoor gelegenheid, om aan hunne vijanden de communicatie op verschillende punten onmogelijk te maken, want belangrijke gedeelten van Transvaal en VrijBtaat zyn daardoor thans van Engelsche troepen ontbloot. En daarbij komt nog de groote moeilijkheid, dat lord Kitchener door do zorg voor de bewaking der spoorwegen in de Republieken, verhinderd wordt troepen naar de Kaapkolonie af te zenden. De Boeren maken daarvan gebrnik, en de verschillende commando's, die zich in de Kolonie bevinden, kunnen er nn naar hartelust huishonden, want Engeland mist de noodige troepen, om hen in bedwang te houden, en de marschen oost en westwaarts, tot zelfs dicht by Kaap stad, te stuiten. Reeds heeft men in deze stad een aantal matrozen van de oorlogs schepen aan land gezet, om te helpen de lastige vijanden aftewerenen do Boeren krijgsgevangenen aldaar worden aan boord der schepen door van ziekten herstellende mili tairen bewaakt. Bewondert men in deze dagen, naar aan leiding van de laatstontvangen berichten uit Zuid-Afrika, het heldhaftig optreden der Boe ren aldaar het is dan niet onbolangrijk te vernemen, dat het plan, 'twelk door hen thans zoo uitmuntend wordt volvoerd, naar men verneemt, reeds vroeger door een vreemd officier werd ontworpen cn uitgewerkt, ten einde de gevolgen van geleden nederlagen weder uit te wisschen. Volgens dat plan, zouden de Boerentroepen in het gebied der Kaapkolonie vallen, waar men paarden, pro viand, fourages, ammunitie, enz. kan vinden, beter dan in den Oranje-Vrijstaat. Het be wuste plan bevat voorts ontwerpen voor het vernielen van den spoorweg op verschillende plaatsen dicht bij do kust, ten einde de pro viandeering der Engelsche troepen in de Kolonie en in de Republieken te bomoeielijken. Op den duur zuilen uit de Republieken troe pen naar de Kolonie moeten worden afgezon den, en dan zullen de Boeren-aanvoerders in Transvaal gelegenheid hebben om Pretoria te hernemen en om het geheele gebied benoorden de Vaal van Engelsche troepen te zuiveren. De beide bevelhebbers der Boeren Botha en de Wet moeten nu onlangs een samen komst hebben gehad, waarbij zy de uitvoering van het plan in bijzonderheden hebben vast gesteld. Een der Engelsche nieuwsbladen, hieromtrent eenigo bijzonderheden mededee lend e, merkt op, dat de toestand in Zuid- Afrika voor de Engelschen veel erger is dan Lord Kitchener in zjjne oorlogsberichten aan de Regeering en aan het Engelsche publiek mededeelt erger zelfs, zegt het blad, dan hy zelf wel vermoedt. Een ander Engelsch blad durfde daarentegen dezer dagen nog spreken van de Boeren, die volstrekt niets meer te verliezen hebben, en slechts in het vooruitzicht leven, om zooveel mogelijk te rooven en te plunderen 1 'tls waarlijk niet te verwonderen, dat, nu de zaken in Zuid-Afrika zulk een loop hebben genomen, de gedachte aan het beëindigen van dezen onzaligen oorlog meer en meer op den voorgrond treedt, en dat het denkbeeld van het openen van daartoe leidende onderhan delingen in de jongstverloopen dagen druk werd besproken. Die onderhandelingen zouden, volgens de daaromtrent gedane verzekeringen, nu niet uitgaan van de regeering eener bui- tenlandsche mogendheid, maar van de Regeering dor Engelsch-Noord-Amerikaanscho kolonie Canada. De eerste Minister van dat land zou, altyd naar men verzekert, zich naar Zuid- Afrika begeven, daar den toestand opnemen, en aan de Regeering te Londen voorhouden, dat het niet in het belang van het Britsche wereldrijk zijn kan, zulk een uitgestrekt ge bied als dat van Zuid-Afrika van uit Enge- land's hoofdstad te doen besturen. Die Mi nister zou dan trachten te bewerken, dat er een overeenkomst tot stand komt op eene wjjze, dat Transvaal en Oranje-Vrijstaat we der hersteld worden, onder zekere door En geland te stellen voorwaarden. Bij de mede- deeling van een en ander wordt nog de ver zekering gevoegd, dat eene zoodanige oplos sing in Engeland by velen grooten bijval zou vinden daar de lange duur en de nadeelige gevolgen van den oorlog velen in de groote volkskriogen met reikhalzend verlangon naar het herstel des vredes doen uitzien. De vol harding in de oorlogsplannen van Minister Chamborlain begint in Engeland steeds min der aanhang te vinden. Omtrent de Chineesche verwikkelingen wordt thans gemeld, dat berichten uit Peking de verzekering inhouden omtrent de toestem ming van het Chineesche Hof, datdeeischen en voorwaarden, door de vertegenwoordigers der buitenland.sche mogendheden geteld, door de beide staatslieden met de vredesonderhan delingen belast, officieel kunnen worden on- dorteekend. Op die wjjze zouden de zaken dan eindelyk tot een goed einde kunnen gebracht worden. viDiHMiiJnivoev HELDER, 15 Januari 1901. Bij de gemeente-waterleiding alhier is aangesteld als stoker-machinedry ver J. J. Snel. De ijsclub Harmonie" gaf Vrijdag en Zondagavond een herhaling van haar welgeslaagd ijsfeest van Woensdag. Door 't ongunstige, mistige weer was het bezoek aan de ijsbaan Zondagavond minder talrijk dan de beide vorige malen. De thuisblijvers zullen natuurlijk later berouw hebben ge kregen, want in den loop van den avond klaarde het weer geheel op en werd het zoo, dat men 't waarlijk niet beter kon wenschen. De schaatsenrijders vermaakten zich dan ook kostelijk en de meesten bleven op de thans goed verlichte baan plakken tot 't klokje van tienen sloeg. Toen schaarde alles zich in gelid en met de muziek van »Winnubst" voorop trok men onder vroo- lijke marschen en opgewekt zingend langs Binnenhaven, Ankerpark en Buitenhaven en Ankerpark terug naar de Sociëteit Harmonie". Aan ieder der aan de Binnen- en Buitenhaven wonende bestuursleden der IJsclub werd een serenade gebracht, 't Was een recht vrooljjke tocht, die in dat deel der gemeente heel wat leven in de brou werij bracht. In Harmonie", waar »Winnnbst" het Wilhelmus en eenige vroolijke nummers ten beste gaf, werd door een der leden aan het bestuur der IJsclub hulde gebracht voor de kranige wijze, waarop het dezen winter voor den dag is gekomen. Andere speechen volgden, de muziek liet zich niet onbetuigd en zoo werd door de schaatsen rijders een gezellig half-uurtje gesleten. 't Voornemen bestaat het avondfeest a.s. Woensdagavond jjs en weêr dienende nog eens te herhalen. Aan de diplomatieke en circulaire amb tenaren van Nederland in het buitenland is thans officieel kennis gegeven dat het huwelijk van H. M. de Koningin op 7 Febr. a. s. zal voltrokken worden. H. M. de Koningin heeft aan de Nederl. Gustaaf-Adolf-vereeniging f 1000 geschonken. President Kruger heeft van me vrouw Kruger uit Pretoria een telegram ontvangen in antwoord op den telegra- fischen gelukwensch des presidenten op nieuwjaarsdag. Uit bedoeld telegram blijkt dat mevrouw Kruger welvarende is. De >Zeemeeuw" gezonken. Donderdagmorgen vertrok de stoomtrans- portschoener ^Zeemeeuw", gezagvoerder de heer M. Pronk, uit Rotterdam, van Helle- voetsluis om in het Goereesche Gat gas- boeien en tonnen weg te nemen wegens den ijsgang. Op den terugweg naar Hel- levoetsluis met 2 gasboeien werd den ge zagvoerder tusschen 10 en 11 uur bericht, dat er water in de machinekamer drong. Onmiddellijk liet de kranige kapitein, wiens borst met de orde van den Nederlandschen Leeuw en met de Oranje-Nassau-Orde in goud versierd is, de pompen in werking stel len, maar het bleek onmogelijk het vaartuig drijvende te houden, hoewel de waterdichte schotten gesloten waren. Blijkbaar was de middelste ruimte, waarin het water door een lek binnendrong, te groot. De vuren doofden uit en het schip maakte zooveel water, dat de bemanning zich in alleryl in de jol begeven moest om niet te worden medegesleurd in de diepte. In 10 minuten was de »Zeemeeuw" in 20 voet water ge zonken, zoodat alleen de masten nog zicht baar waren. De inventaris en het goed van de bemanning konden natuurlijk in zulk een korten tijd niet geborgen worden. De bemanning, bestaande uit 8 man en 2 kweekelingen vau het loodswezen, had 5 uur noodig om van het Bokkegat, waar het ongeval plaats had, Hellevoetsluis te bereiken. De »Zeemeeuw liijpt niet hinderlijk voor de scheepvaart en zal" waarschijnlijk worden gelicht, evenals zes laar geleden, toen het schip in het Nieuwe^ Gat was lekgestooten en de kapitein zichJ verplicht gezien had het vaartuig bij Rockanje op het strand te zetten. Omtrent de oorzaak tast men in het duis ter. Dat het schip op een wrak gestooten heeft, is door niemand waargenomen, ter wijl het drijfys ook niet van dien aard was, dat in een goed geconserveerd vaartuig als de »Zeemeeuw" (gebouwd in 1873) een lek stooten kon. Uit Leeuwarden. Men moet het hebben gezien, om zich een denkbeeld te kunnen vormen van de drukte die Vrijdag, marktdag, in onze stad heerschte. Dat bet ijs, als gevolg van het voortdurend stroomen met alle zeesluizen, op meer dan één plaats niet of weinig betrouwbaar is, was niet te bemerken. Men kan zonder overdrijving spreken van duizen den en duizenden menschen, die per schaats waren overgekomen. Het was in de voor naamste gedeelten der stad inderdaad zwart van menschen, zoodat er vaak geen door komen was, en, als men eindelijk op een vrij plekje was gekomen, was het niet ge schied, zonder stooten of stompen te heb ben ondergaan. Het was een en alflanee- ren door de stad van mannen en vrouwen uit heel Friesland, jongen en ouden, al tijd met de schaatsen bij zich, hetzij 'n de hand of onder den arm. hetzij aan elkan der gebonden en als een juk over de schou ders gehangen. Voor een paar photogra- fen was het schouwspel zóó aanlokkelijk, dat zij op sommige plaatsen er een op neming van deden, die misschien weldra als postprenten zullen worden verkrijgbaar gesteld. Bjj deze massa's kwamen nog de velen, die, zooals steeds op den marktdag, per spoor en tram te Leeuwarden komen. Voor de neringdoenden, koffiehuishouders en logementen was het, uit den aard der zake, een zeer winstgevende dag. Bjj meer dan één brood- en koekbakker was de ruime voorraad weldra geheel verkocht, zoodat de handen opnieuw aan het werk moesten worden geslagen, om de magen der schaatsenrijders te vullen of dezen teer kost mede te geven voor de terugreis. Het zeilen met jjsschuiten op het Brasemermeer is weder in vollen gang. Het is een prachtig gezicht, zoo'n 20-tal van die sierlijke vaartuigjes met hoogge topte zeilen, beschenen door een schitte rende winterzon, met duizelingwekkende snelheid in alle richtingen over de ijsvlakte Jammer, dat het meer dit jaar zooveel gevaarlijke punten aanbiedt. Door de ijverige bemoeiingen der IJsclub te Roelof Arendsveen werden al die punten echter met veraf te onderscheiden takken afgezet. En dat is uiterst noodzakelijkwant een ijssehuit, die zich Woensdagmorgen in het zoogenaamde Paddegat waagde, zeilde plotseling in een wak, waarover een laagje ijs van slechts 1 a 2 cM. dik lag. De drie inzittenden lagen allen weldra in het koude nat te spartelen, waarvan twee zich spoedig wisten te redden. De derde echter, een zoon van den veerman H. L., werd slechts met veel moeite door middel van ladders en haken gered, nadat hg een kwartier ongeveer zich had ingespannen om het hoofd boven te houden. Het vermiste meisje. De officier van justitie te Amsterdam heeft tot het publiek een oproep gericht, ten einde zoo rnogeljjk eenige inlichtingen te ontvangen omtrent het vermiste dienst meisje Krijuen, dat in den avond van 23 Dec. tweemaal, omstreeks half elf en om twaalf uur, in gezelschap is gezien van den kleermaker Willem Prenger, en sedert spoorloos is verdwenen. De justitie ver moedt dat de vermiste in de buurt van Amsterdam door verdrinking om het leven is gebracht. Bjj den oproep zjjn de por tretten van het meisje en den kleermaker afgedrukt. Bij een gezin te Haarlem is een geval van vergiftiging met gas voorgekomen, hoe wel in de woning geen gas wordt gebruikt. Door het springen van een buis vóór de woning, drong het gas naar binnen, met het gevolg, dat het geheele gezin daarvan des nachts de gevolgen ondervond. Twee kinderen waren reeds bedwelmd, doch door doeltreffende maatregelen en de hulp van een geneesheer werden verdere gevolgen voorkomen. De vrouw des huizes moest het bed houden. Gasontploffing. Omtrent de gasontploffing te Arnhem (zie ons vorig No.) vernemen we nog het volgende Donderdagmorgen halftien had in de bovenwoning van den heer Jac. Bouhuys, Rietgrachtstraat hoek Singelstraat te Arn hem een hevige gasontploffing plaats, door dat een bewoner de onvoorzichtigheid had met een lucifer naar een lek in de gaskroon te zoeken. De woning en de meubels zijn erg be schadigd, plafond en dak vernield, terwjjl ook de benedenwoning is vernield en wel zoodanig, dat de pui ervan dreigt in te storten, Wonderljjk genoeg ontkwam de onvoor zichtige bewoner aan den dood. Alleen zyn haren zyn verschroeid en aan hoofd en hals heeft hij zich wat gebrand. De politie zette terstond de straat af, daar het huis gevaar loopt in te storten en ook de aangrenzende gebouwen, die zeer beschadigd zyn, gevaar opleveren. Door den geweldigen slag zyn alle ruiten van de huizen in de buurt verbrijzeld, hier en daar zelfs binnenshuis. Op het dak van het huis is geen pau blyveu liggen. Ook ontstond er brand, maar die is spoedig gebluscht. Van gemeentewege is men bezig de voorzjjde van het bovenhuis af te breken. Alweer kolendamp. De beide dienstboden van den heer jhr. mr. B. te Ommen zjjn aan een groot ge vaar ontkomen. Om de slaapkamer met de strenge koude wat te verwarmen, hadden zjj daarin doorgebrande kolen geplaatst en de kamerdeur dichtgedaan. De huisgenooten, die des nachts door een gerommel wakker werden, vonden beide meisjes, door den kolendamp bewusteloos, op den vloer liggen. De geneeskundige, die spoedig bjj de hand was, wist echter de levensgeesten weer op te wekken. Aan het postkantoor te Scheveningen is een valsch bankbiljet van f 100 aange boden. De jonge Scheveninger, die het in zyn bezit had, beweerde het te Delft van een paardenkooper ontvangen te hebben. Het biljet werd in beslag genomen. De Influenza heerscht epidemisch in de Vereenigde Sta ten. Men schat het aantal aangetasten te New-York alleen op 200.000, te Chicago zjjn er ongeveer 100.000 personen aan ziek. De doctoren schryven de ziekte toe aan het buitengewoon zachte weder gedurende de laatste maand. De Oorlog in Zuid-Afrika. Het bericht dat Kitchener van plan zou zyn alle dorpen buiten de verbindings lijnen te ontruimen en al zjjn troepen op die lijnen samen te trekken, komt uit Kaapstad en kan wel voortgekomen zyn uit de zenuwachtige stemming waarin men daar op het oogenblik verkeert. Toch gelooven wij dat het plan van Kitchener kans heeft om binnenkort gedeeltelijk wer kelijkheid te worden; men bedenkedaarbjj echter wel dat de ontruiming van de dorpen buiten de verbindingslijnen dan niet zal gebeuren, omdat Kitchener een nieuwe taktiek wil beproeven, maar omdat de Boeren er hem hoe langer hoe meer toe dwingen zich uitsluitend aan zjjn ver bindingslijnen vast te klampen. Van En gelschen kant voert men natuurljjk aan dat de Boeren dan geen convooien met leeftocht voor de bezettingen buiten de verbindingslijnen meer kunnen vermeeste ren en zich niet meer kunnen provian deeren ten koste van de Engelschen maar daar staat tegenover dat in de ontruimde districten landbouw en veeteelt opnieuw kunnen uitgeoefend worden en de Boeren dan proviand kunnen krjjgen. Kitchener is waarlijk niet in Zuid-Afrika om verbindingslijnen te bewaken, maar om de republieken te veroveren. Anders wordt de toch al voorbarige inlijving van de twee republieken door Engeland heele- maal een bespotting. LONDEN, 11 Jan. De correspondent van Reuter" seint uit Paarl, dat een sterk middelpunt is van de Hollandsche bevolking, van 10 dezerMajoor Capper werd hedenmorgen op een groote meeting aan het publiek van Paarl voorgesteld als bevelhebber van het onder de krijgswet staande district. Hij hield een zeer kern achtige toespraak, verklarende, dat onzijdig blijven ondoenlijk wasdat ieder of vóór of tegen den vijand moest zyn, en dat stroopers en rebellen van het district ver wijderd moesten worden gehouden. Voorts dat men indachtig moest zyn, dat depro- FETJILLETOIST. EGON's VROUW. -©CiolO- 49) .Natuurlijk.' Eugenie's grijze duivenoogen schitterde allerzonderlingst, zjj grinnikte lnid. Met verlegen gezichten en een licht optrek ken van don neus traden de dames bescheiden terug. Zij konden freule Von Bietinghoff niet begrijpen, die den aanblik er van om zoo te zeggen bjj do haren bijsleepte. «Zullen wjj bij u, of wilt gy bij ons komen," riep baron Schlichting, dio graaf Hallwey over do eerste verlegenheid heen wilde helpen. Met een veelbeteokenendon blik keek graaf Egon naar omboog. »Als ge zoo goed wilt zyn, komt gij dan hierheen, myne echtge- noote is door dit kleine ongeval zoodanig verschrikt, dat zy die inspanning niet durft te wagen.' Zy kwamen allen, baron Schlichting aan het hoofd. Ondor het naar omlaag gaan drong hy naar Eugenie too en haar arm heftig aanrakend, (luisterde hy haar schielijk too: (Doe nu toch geen verdere bötises. Ge bruik uw gezond verstand.* De waarschuwing viel in goeden grond. Eugenie behartigde haar, zij beet zich op de lip, zoo heftig, dat er zich een bloeddroppehji vertoonde, maar zy zweeg. (Ik had met de voorstelling van myn vrouw tot een latere gelegenheid willen wachten, doch wijl het toeval goedgunstig genoeg is om reeds heden de ontdekking te laten doen, zoo maak ik cr thans gaarne gebruik van, om het verzuimde in te halen,'-' zeide graaf Egon beleefd maar op ernstigen toon. Schlichting ging mot grooten tact te werk, hy matigde zich het recht toe van een oude kennis te zijn en stapte er met lichte scherts over heen. Wel waren er tamelyk verblufte gezichten, wier verlegenheid Diet zoo Bpoodig verdween, maar Schlichting hielp ook hier, doordien hij met echten humor aanspoorde om op tc bre ken, wijl zij, die in het bosch achtergebleven waren, inmiddels ongeduldig moesten gewor den zyn. Met een halfluide stem stelde Eugenie de oude gravin Hallwey met het gebeurde in kennis. .Om 's hemels wil, wat hebt ge dwaas gehandeld. Neem me niet kwalyk, kindlief, maar ge hebt Egon als 't ware tot de ver klaring genoopt." „Maar ik zweer u, gravin Hallwey, dat ik beiden in een teeder tèto-a-tête vond.* Een bleek schynsel vloog over het gelaat der gravin, maar zij antwoordde terstond (Welnn, wat zou dat, is zy niet Egon's wet tige vrouw? Hy kon haar toch niet verloo chenen, om zichzelven bloot te stellen. Neen, gij hebt zeer onverstandig gehandeld, machère, ik kan u dan ook niet helpen.* Een half schouderophalen gaf te konnen, dat de gravin het gesprek geëindigd wilde zien en Eugenie keerde mismoedig en slecht geluimd in het gezelschap terug. (Hebt ge heden niet weer den spotvogel hooren schreeuwen, freule Yon Bietinghoff?' vroeg baron Schlichting op den terugweg. «Zeer duidelijk, waarde baron, ik leer lang zamerhand deze tonen verstaan, en trek er een leering uit. Wat bctcekonen heden ten dage liefde en trouw nog? 't Is niots dan onzin, louter onzin.* Volkomen waar, freule, en daarom doet het me altyd genoegen, wanneer ik ze in een echt waarneem. Niets gaat er boven de aan het altaar beloofde trouw. Zy is een zekere haven in alle afdwalingen des levens, en hoe sterk is zulk een verbond. Recht en gevoel staan aan deze zyde, het geeft een zedolyken steun wy moeten bescheiden zijwaarts treden, waar wy zulk een echtverbond zien en ons begeerlijk hart bedwingen, bedwingen tot iederen prys, verstaat ge mc goed, freule Von Bietinghoff. Ik zeg, tot iederen prys.» (Hoho! Wat bcteekent zulk een dwang- huwelijk, waar man en vrouw elkander als 't ware verafschuwen, ja, waar andere rechten, aanwezig zijn?* (Tegenover het huwelyk bestaan er geen rechten, geene. Hoevele huwelyken worden helaas, zender neiging gesloten. Bijgevolg zouden deze allen ongeldig zijn. Van het standpunt der zedeleer schijnen zy afschrik kend laag en afschuwelijk, maar wie wil daaruit de ongeldigheid bewyzen Waar twee met nadenken begaafde personen voor het altaar treden en een huwelyk aangaan, onver schillig wat hen daartoe motiveert, is deze echt ook geldig. Wat is het vandaag weer warm, freule Von Bietinghoff, en luister eons daar schreeuwt waarachtig die loozo vogel weor aan den overkant.* Schlichting nam deu lichten strooien hoed af en wreef zich met den zakdoek over het verhitte voorhoofd. «Ja, en hoe naby moot de spotvogel wel zyn,* spotte Eugenie met een boosaardige uitdrukking. Over het in nachtelyke duisternis gehulde meer gloed als in een tooversprookje prinses Adèle's witte zwanongondel voort, de schelle I fakkels verlichtten met een rood schynsel de lichte vrouwengestalte, die daarin achterover geleund lagen en goten een vollen lichtstroom over graaf Leo's hoofd, die het roer bestuurde. Hij had zoo even alleen met Relindis en Eugenie op het slotterras gestaan. Onder de overhangende struikwilgen was prinses Adèlo in haar vaartuig daar langs gekomen en had het drietal uitgenoodigd om in te stappen. De slotvrouw stuurde zelve, over hare lippen vloden bekoorlijke geeBtige woor den, en aanvallig zag de schoone vrouwen gestalte er uit, dio zich gracieus naar rechts en links boog en met schuchtere blikken het sombere gelaat van den graaf zocht. Welk een gelijkenis had hij toch met zijn broeder, wanneer hy daar zoo ernstig en zwygond zat, gelijk thans, het schoone hoofd een weinig afgewend, zoodat zyn profiel alleen zicht baar bleef. Lindis dacht hierover en bloosde, toen zy in Eugenie's blikken dezelfde waar neming zag doen. Het gedrag van laatstgenoemde was nog koeler, nog trotscher geworden, sinds graaf Egon naar de residentie was teruggekeerd. Waar het maar eenigszins ging, ignoreerde zij de jonge vrouw en verwaardigde haar evenmin als gravin Stephanie met een enkel woord. Doch Lindis bleef gelyk altijd op haar plaats verschijnen en liet zich door niets verjagenzij wist immers, dat graaf Egon maar eenige dagen zou wegblijven, slechts zóó lang als noodig was om zijn ont slag te kunnen nemen. «Het is wanhopig eenzaam op het kasteel tje, sinds de logé's vertrokken zyn," klaagde Adèlo. ,Hot was in den laatsten tyd zoo prettig, ik wenschte, dat die dagen maar weer spoedig terugkeerden.' «Zoudt ge voor de afwisseling niet eens op reis willen gaan?' vroeg Eugènie mot een snellen zydelingschen blik op graaf Leo. •Op reis gaan Zijne Hoogheid hoeft zyn bezoek tegen de eerstvolgendo dagen aange kondigd. Ik ben maar bang, dat hy, even als een dief, midden in den nacht komt, en my geheel onvoorbereid vindtik mag eerst aan reizen denken, wanneer de hertog hier geweest is." «Maar dan ook gordt go u zeker de len denen en trekt uit?* .Wellicht, het .waarheen* zweeft m\j echter nog onmiddellijk voor de ziel. Het liefst zou ik zoo ver rnogeljjk willen trokkenbjj myn overleden echtgenoot heb ik byna geen voet over den drompol der ziekenkamer gezet en de wereld is voor my eigenlijk nog een ge sloten boek. Misschien dat ik naar Amerika gain den laatsten tijd is het immors mode geworden, dat zelfs dames het nieuwe wereld deel bezoeken. Ik zou ook graag de streken eens willen leeren kennen, waar gy een tweede vaderland hebt gevonden, graaf Hall wey." Hij knikte vry koel met het hoofd. .No, ge zult daar zeer zeker veel nieuws zien,* antwoordde hy onverschillig. «Misschien dat ik ook wel eons naar Cali- fornië ga.« ,Doe dat niet, prinses, ge zoudt er u zeer teleurgesteld zien.* Adèle's oogen schoten vlammen. .Dat kan ik haast niet gelooven. Ik zal myn rei» zóó ver uitstrekken, dat ik ook de Duitsche neder zetting bezoek, waar ge uwe vesting hebt opgericht. Waarom zou ik ook Californië niet bezoeken (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1