KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen,
No. 2913.
Woensdag 16 Januari 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 69.
Atoon n om ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877jCt.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. roor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentlên
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
A dverteotiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Vit het Buitenland.
Met overgrooto belangstelling wordt thans
oreral door het publiek kennis genomen van
de krygabedrijven der Boeren in de Kaap
kolonie, waar zy in de laatstverloopen dagen
orer de geheele linie aanvallend optraden.
De Engelsche troepen worden zooveel op
het grondgebied der beide Republieken, als
in de Kaaplonie met groote beslistheid door
hnnne vyanden aangevallen, en Lord Kitche-
ner zoo ver is het alheen 1 is al zeer
tevreden, wanneer zyno soldaten den vijand
zonder al te zware verliezen kannen afweren.
De toestand is ongetwijfeld voor de Engelschen
nog veel ongunstiger dan de over Engeland
komende oorlogsberichten doen blykcn, nu
men toch buitonaf tot de overtuiging wordt
gebracht, dat de Engelsche opperbevelhebber
zich in het gebied, door zijne troepen bezet,
niet meer kan handhaven. Met het doel, dat
de Boeren niet alle convooien zullen weg
nemen, moet hy zijne troepen uitsluitend be
zigen, om de spoorwegen te bewaken. De
Boeren-generaals hebben daardoor gelegenheid,
om aan hunne vijanden de communicatie op
verschillende punten onmogelijk te maken,
want belangrijke gedeelten van Transvaal en
VrijBtaat zyn daardoor thans van Engelsche
troepen ontbloot. En daarbij komt nog de
groote moeilijkheid, dat lord Kitchener door
do zorg voor de bewaking der spoorwegen
in de Republieken, verhinderd wordt troepen
naar de Kaapkolonie af te zenden. De Boeren
maken daarvan gebrnik, en de verschillende
commando's, die zich in de Kolonie bevinden,
kunnen er nn naar hartelust huishonden,
want Engeland mist de noodige troepen, om
hen in bedwang te houden, en de marschen
oost en westwaarts, tot zelfs dicht by Kaap
stad, te stuiten. Reeds heeft men in deze
stad een aantal matrozen van de oorlogs
schepen aan land gezet, om te helpen de
lastige vijanden aftewerenen do Boeren
krijgsgevangenen aldaar worden aan boord der
schepen door van ziekten herstellende mili
tairen bewaakt.
Bewondert men in deze dagen, naar aan
leiding van de laatstontvangen berichten uit
Zuid-Afrika, het heldhaftig optreden der Boe
ren aldaar het is dan niet onbolangrijk
te vernemen, dat het plan, 'twelk door hen
thans zoo uitmuntend wordt volvoerd, naar
men verneemt, reeds vroeger door een vreemd
officier werd ontworpen cn uitgewerkt, ten
einde de gevolgen van geleden nederlagen
weder uit te wisschen. Volgens dat plan,
zouden de Boerentroepen in het gebied der
Kaapkolonie vallen, waar men paarden, pro
viand, fourages, ammunitie, enz. kan vinden,
beter dan in den Oranje-Vrijstaat. Het be
wuste plan bevat voorts ontwerpen voor het
vernielen van den spoorweg op verschillende
plaatsen dicht bij do kust, ten einde de pro
viandeering der Engelsche troepen in de
Kolonie en in de Republieken te bomoeielijken.
Op den duur zuilen uit de Republieken troe
pen naar de Kolonie moeten worden afgezon
den, en dan zullen de Boeren-aanvoerders in
Transvaal gelegenheid hebben om Pretoria te
hernemen en om het geheele gebied benoorden
de Vaal van Engelsche troepen te zuiveren.
De beide bevelhebbers der Boeren Botha
en de Wet moeten nu onlangs een samen
komst hebben gehad, waarbij zy de uitvoering
van het plan in bijzonderheden hebben vast
gesteld. Een der Engelsche nieuwsbladen,
hieromtrent eenigo bijzonderheden mededee
lend e, merkt op, dat de toestand in Zuid-
Afrika voor de Engelschen veel erger is dan
Lord Kitchener in zjjne oorlogsberichten aan
de Regeering en aan het Engelsche publiek
mededeelt erger zelfs, zegt het blad, dan
hy zelf wel vermoedt. Een ander Engelsch
blad durfde daarentegen dezer dagen nog
spreken van de Boeren, die volstrekt niets
meer te verliezen hebben, en slechts in het
vooruitzicht leven, om zooveel mogelijk te
rooven en te plunderen 1
'tls waarlijk niet te verwonderen, dat, nu
de zaken in Zuid-Afrika zulk een loop hebben
genomen, de gedachte aan het beëindigen van
dezen onzaligen oorlog meer en meer op den
voorgrond treedt, en dat het denkbeeld van
het openen van daartoe leidende onderhan
delingen in de jongstverloopen dagen druk
werd besproken. Die onderhandelingen zouden,
volgens de daaromtrent gedane verzekeringen,
nu niet uitgaan van de regeering eener bui-
tenlandsche mogendheid, maar van de Regeering
dor Engelsch-Noord-Amerikaanscho kolonie
Canada. De eerste Minister van dat land
zou, altyd naar men verzekert, zich naar Zuid-
Afrika begeven, daar den toestand opnemen,
en aan de Regeering te Londen voorhouden,
dat het niet in het belang van het Britsche
wereldrijk zijn kan, zulk een uitgestrekt ge
bied als dat van Zuid-Afrika van uit Enge-
land's hoofdstad te doen besturen. Die Mi
nister zou dan trachten te bewerken, dat er
een overeenkomst tot stand komt op eene
wjjze, dat Transvaal en Oranje-Vrijstaat we
der hersteld worden, onder zekere door En
geland te stellen voorwaarden. Bij de mede-
deeling van een en ander wordt nog de ver
zekering gevoegd, dat eene zoodanige oplos
sing in Engeland by velen grooten bijval zou
vinden daar de lange duur en de nadeelige
gevolgen van den oorlog velen in de groote
volkskriogen met reikhalzend verlangon naar
het herstel des vredes doen uitzien. De vol
harding in de oorlogsplannen van Minister
Chamborlain begint in Engeland steeds min
der aanhang te vinden.
Omtrent de Chineesche verwikkelingen
wordt thans gemeld, dat berichten uit Peking
de verzekering inhouden omtrent de toestem
ming van het Chineesche Hof, datdeeischen
en voorwaarden, door de vertegenwoordigers
der buitenland.sche mogendheden geteld, door
de beide staatslieden met de vredesonderhan
delingen belast, officieel kunnen worden on-
dorteekend. Op die wjjze zouden de zaken dan
eindelyk tot een goed einde kunnen gebracht
worden.
viDiHMiiJnivoev
HELDER, 15 Januari 1901.
Bij de gemeente-waterleiding alhier
is aangesteld als stoker-machinedry ver J.
J. Snel.
De ijsclub Harmonie" gaf Vrijdag
en Zondagavond een herhaling van haar
welgeslaagd ijsfeest van Woensdag. Door
't ongunstige, mistige weer was het bezoek
aan de ijsbaan Zondagavond minder talrijk
dan de beide vorige malen. De thuisblijvers
zullen natuurlijk later berouw hebben ge
kregen, want in den loop van den avond
klaarde het weer geheel op en werd het
zoo, dat men 't waarlijk niet beter kon
wenschen. De schaatsenrijders vermaakten
zich dan ook kostelijk en de meesten bleven
op de thans goed verlichte baan plakken
tot 't klokje van tienen sloeg. Toen schaarde
alles zich in gelid en met de muziek van
»Winnubst" voorop trok men onder vroo-
lijke marschen en opgewekt zingend langs
Binnenhaven, Ankerpark en Buitenhaven
en Ankerpark terug naar de Sociëteit
Harmonie". Aan ieder der aan de Binnen-
en Buitenhaven wonende bestuursleden der
IJsclub werd een serenade gebracht, 't Was
een recht vrooljjke tocht, die in dat deel
der gemeente heel wat leven in de brou
werij bracht.
In Harmonie", waar »Winnnbst" het
Wilhelmus en eenige vroolijke nummers
ten beste gaf, werd door een der leden
aan het bestuur der IJsclub hulde gebracht
voor de kranige wijze, waarop het dezen
winter voor den dag is gekomen. Andere
speechen volgden, de muziek liet zich niet
onbetuigd en zoo werd door de schaatsen
rijders een gezellig half-uurtje gesleten.
't Voornemen bestaat het avondfeest a.s.
Woensdagavond jjs en weêr dienende
nog eens te herhalen.
Aan de diplomatieke en circulaire amb
tenaren van Nederland in het buitenland
is thans officieel kennis gegeven dat het
huwelijk van H. M. de Koningin op 7
Febr. a. s. zal voltrokken worden.
H. M. de Koningin heeft aan de
Nederl. Gustaaf-Adolf-vereeniging f 1000
geschonken.
President Kruger heeft van me
vrouw Kruger uit Pretoria een telegram
ontvangen in antwoord op den telegra-
fischen gelukwensch des presidenten op
nieuwjaarsdag. Uit bedoeld telegram blijkt
dat mevrouw Kruger welvarende is.
De >Zeemeeuw" gezonken.
Donderdagmorgen vertrok de stoomtrans-
portschoener ^Zeemeeuw", gezagvoerder de
heer M. Pronk, uit Rotterdam, van Helle-
voetsluis om in het Goereesche Gat gas-
boeien en tonnen weg te nemen wegens
den ijsgang. Op den terugweg naar Hel-
levoetsluis met 2 gasboeien werd den ge
zagvoerder tusschen 10 en 11 uur bericht,
dat er water in de machinekamer drong.
Onmiddellijk liet de kranige kapitein, wiens
borst met de orde van den Nederlandschen
Leeuw en met de Oranje-Nassau-Orde in
goud versierd is, de pompen in werking stel
len, maar het bleek onmogelijk het vaartuig
drijvende te houden, hoewel de waterdichte
schotten gesloten waren. Blijkbaar was de
middelste ruimte, waarin het water door
een lek binnendrong, te groot. De vuren
doofden uit en het schip maakte zooveel
water, dat de bemanning zich in alleryl in
de jol begeven moest om niet te worden
medegesleurd in de diepte. In 10 minuten
was de »Zeemeeuw" in 20 voet water ge
zonken, zoodat alleen de masten nog zicht
baar waren. De inventaris en het goed van
de bemanning konden natuurlijk in zulk
een korten tijd niet geborgen worden.
De bemanning, bestaande uit 8 man en
2 kweekelingen vau het loodswezen, had
5 uur noodig om van het Bokkegat, waar
het ongeval plaats had, Hellevoetsluis te
bereiken.
De »Zeemeeuw liijpt niet hinderlijk voor
de scheepvaart en zal" waarschijnlijk worden
gelicht, evenals zes laar geleden, toen het
schip in het Nieuwe^ Gat was lekgestooten
en de kapitein zichJ verplicht gezien had
het vaartuig bij Rockanje op het strand
te zetten.
Omtrent de oorzaak tast men in het duis
ter. Dat het schip op een wrak gestooten
heeft, is door niemand waargenomen, ter
wijl het drijfys ook niet van dien aard was,
dat in een goed geconserveerd vaartuig als
de »Zeemeeuw" (gebouwd in 1873) een lek
stooten kon.
Uit Leeuwarden.
Men moet het hebben gezien, om zich
een denkbeeld te kunnen vormen van de
drukte die Vrijdag, marktdag, in onze stad
heerschte. Dat bet ijs, als gevolg van het
voortdurend stroomen met alle zeesluizen,
op meer dan één plaats niet of weinig
betrouwbaar is, was niet te bemerken. Men
kan zonder overdrijving spreken van duizen
den en duizenden menschen, die per schaats
waren overgekomen. Het was in de voor
naamste gedeelten der stad inderdaad zwart
van menschen, zoodat er vaak geen door
komen was, en, als men eindelijk op een
vrij plekje was gekomen, was het niet ge
schied, zonder stooten of stompen te heb
ben ondergaan. Het was een en alflanee-
ren door de stad van mannen en vrouwen
uit heel Friesland, jongen en ouden, al
tijd met de schaatsen bij zich, hetzij 'n de
hand of onder den arm. hetzij aan elkan
der gebonden en als een juk over de schou
ders gehangen. Voor een paar photogra-
fen was het schouwspel zóó aanlokkelijk,
dat zij op sommige plaatsen er een op
neming van deden, die misschien weldra
als postprenten zullen worden verkrijgbaar
gesteld. Bjj deze massa's kwamen nog de
velen, die, zooals steeds op den marktdag,
per spoor en tram te Leeuwarden komen.
Voor de neringdoenden, koffiehuishouders
en logementen was het, uit den aard der
zake, een zeer winstgevende dag. Bjj meer
dan één brood- en koekbakker was de
ruime voorraad weldra geheel verkocht,
zoodat de handen opnieuw aan het werk
moesten worden geslagen, om de magen
der schaatsenrijders te vullen of dezen teer
kost mede te geven voor de terugreis.
Het zeilen met jjsschuiten op het
Brasemermeer is weder in vollen gang.
Het is een prachtig gezicht, zoo'n 20-tal
van die sierlijke vaartuigjes met hoogge
topte zeilen, beschenen door een schitte
rende winterzon, met duizelingwekkende
snelheid in alle richtingen over de ijsvlakte
Jammer, dat het meer dit jaar zooveel
gevaarlijke punten aanbiedt.
Door de ijverige bemoeiingen der IJsclub
te Roelof Arendsveen werden al die punten
echter met veraf te onderscheiden takken
afgezet.
En dat is uiterst noodzakelijkwant
een ijssehuit, die zich Woensdagmorgen
in het zoogenaamde Paddegat waagde,
zeilde plotseling in een wak, waarover een
laagje ijs van slechts 1 a 2 cM. dik lag.
De drie inzittenden lagen allen weldra in
het koude nat te spartelen, waarvan twee
zich spoedig wisten te redden. De derde
echter, een zoon van den veerman H. L.,
werd slechts met veel moeite door middel
van ladders en haken gered, nadat hg een
kwartier ongeveer zich had ingespannen
om het hoofd boven te houden.
Het vermiste meisje.
De officier van justitie te Amsterdam
heeft tot het publiek een oproep gericht,
ten einde zoo rnogeljjk eenige inlichtingen
te ontvangen omtrent het vermiste dienst
meisje Krijuen, dat in den avond van 23
Dec. tweemaal, omstreeks half elf en om
twaalf uur, in gezelschap is gezien van
den kleermaker Willem Prenger, en sedert
spoorloos is verdwenen. De justitie ver
moedt dat de vermiste in de buurt van
Amsterdam door verdrinking om het leven
is gebracht. Bjj den oproep zjjn de por
tretten van het meisje en den kleermaker
afgedrukt.
Bij een gezin te Haarlem is een geval
van vergiftiging met gas voorgekomen, hoe
wel in de woning geen gas wordt gebruikt.
Door het springen van een buis vóór de
woning, drong het gas naar binnen, met
het gevolg, dat het geheele gezin daarvan
des nachts de gevolgen ondervond.
Twee kinderen waren reeds bedwelmd,
doch door doeltreffende maatregelen en de
hulp van een geneesheer werden verdere
gevolgen voorkomen.
De vrouw des huizes moest het bed
houden.
Gasontploffing.
Omtrent de gasontploffing te Arnhem
(zie ons vorig No.) vernemen we nog het
volgende
Donderdagmorgen halftien had in de
bovenwoning van den heer Jac. Bouhuys,
Rietgrachtstraat hoek Singelstraat te Arn
hem een hevige gasontploffing plaats, door
dat een bewoner de onvoorzichtigheid had
met een lucifer naar een lek in de gaskroon
te zoeken.
De woning en de meubels zijn erg be
schadigd, plafond en dak vernield, terwjjl
ook de benedenwoning is vernield en wel
zoodanig, dat de pui ervan dreigt in te
storten,
Wonderljjk genoeg ontkwam de onvoor
zichtige bewoner aan den dood. Alleen
zyn haren zyn verschroeid en aan hoofd
en hals heeft hij zich wat gebrand.
De politie zette terstond de straat af,
daar het huis gevaar loopt in te storten
en ook de aangrenzende gebouwen, die zeer
beschadigd zyn, gevaar opleveren.
Door den geweldigen slag zyn alle ruiten
van de huizen in de buurt verbrijzeld,
hier en daar zelfs binnenshuis. Op het dak
van het huis is geen pau blyveu liggen.
Ook ontstond er brand, maar die is spoedig
gebluscht. Van gemeentewege is men bezig
de voorzjjde van het bovenhuis af te
breken.
Alweer kolendamp.
De beide dienstboden van den heer jhr.
mr. B. te Ommen zjjn aan een groot ge
vaar ontkomen. Om de slaapkamer met de
strenge koude wat te verwarmen, hadden zjj
daarin doorgebrande kolen geplaatst en de
kamerdeur dichtgedaan. De huisgenooten,
die des nachts door een gerommel wakker
werden, vonden beide meisjes, door den
kolendamp bewusteloos, op den vloer liggen.
De geneeskundige, die spoedig bjj de hand
was, wist echter de levensgeesten weer op
te wekken.
Aan het postkantoor te Scheveningen
is een valsch bankbiljet van f 100 aange
boden. De jonge Scheveninger, die het in
zyn bezit had, beweerde het te Delft van
een paardenkooper ontvangen te hebben.
Het biljet werd in beslag genomen.
De Influenza
heerscht epidemisch in de Vereenigde Sta
ten. Men schat het aantal aangetasten te
New-York alleen op 200.000, te Chicago
zjjn er ongeveer 100.000 personen aan ziek.
De doctoren schryven de ziekte toe aan
het buitengewoon zachte weder gedurende
de laatste maand.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Het bericht dat Kitchener van plan zou
zyn alle dorpen buiten de verbindings
lijnen te ontruimen en al zjjn troepen op
die lijnen samen te trekken, komt uit
Kaapstad en kan wel voortgekomen zyn
uit de zenuwachtige stemming waarin men
daar op het oogenblik verkeert. Toch
gelooven wij dat het plan van Kitchener
kans heeft om binnenkort gedeeltelijk wer
kelijkheid te worden; men bedenkedaarbjj
echter wel dat de ontruiming van de
dorpen buiten de verbindingslijnen dan
niet zal gebeuren, omdat Kitchener een
nieuwe taktiek wil beproeven, maar omdat
de Boeren er hem hoe langer hoe meer
toe dwingen zich uitsluitend aan zjjn ver
bindingslijnen vast te klampen. Van En
gelschen kant voert men natuurljjk aan
dat de Boeren dan geen convooien met
leeftocht voor de bezettingen buiten de
verbindingslijnen meer kunnen vermeeste
ren en zich niet meer kunnen provian
deeren ten koste van de Engelschen maar
daar staat tegenover dat in de ontruimde
districten landbouw en veeteelt opnieuw
kunnen uitgeoefend worden en de Boeren
dan proviand kunnen krjjgen.
Kitchener is waarlijk niet in Zuid-Afrika
om verbindingslijnen te bewaken, maar
om de republieken te veroveren. Anders
wordt de toch al voorbarige inlijving van
de twee republieken door Engeland heele-
maal een bespotting.
LONDEN, 11 Jan. De correspondent
van Reuter" seint uit Paarl, dat een
sterk middelpunt is van de Hollandsche
bevolking, van 10 dezerMajoor Capper
werd hedenmorgen op een groote meeting
aan het publiek van Paarl voorgesteld als
bevelhebber van het onder de krijgswet
staande district. Hij hield een zeer kern
achtige toespraak, verklarende, dat onzijdig
blijven ondoenlijk wasdat ieder of vóór
of tegen den vijand moest zyn, en dat
stroopers en rebellen van het district ver
wijderd moesten worden gehouden. Voorts
dat men indachtig moest zyn, dat depro-
FETJILLETOIST.
EGON's VROUW.
-©CiolO-
49)
.Natuurlijk.' Eugenie's grijze duivenoogen
schitterde allerzonderlingst, zjj grinnikte lnid.
Met verlegen gezichten en een licht optrek
ken van don neus traden de dames bescheiden
terug. Zij konden freule Von Bietinghoff niet
begrijpen, die den aanblik er van om zoo te
zeggen bjj do haren bijsleepte.
«Zullen wjj bij u, of wilt gy bij ons
komen," riep baron Schlichting, dio graaf
Hallwey over do eerste verlegenheid heen
wilde helpen.
Met een veelbeteokenendon blik keek graaf
Egon naar omboog. »Als ge zoo goed wilt
zyn, komt gij dan hierheen, myne echtge-
noote is door dit kleine ongeval zoodanig
verschrikt, dat zy die inspanning niet durft
te wagen.'
Zy kwamen allen, baron Schlichting aan
het hoofd. Ondor het naar omlaag gaan
drong hy naar Eugenie too en haar arm
heftig aanrakend, (luisterde hy haar schielijk
too: (Doe nu toch geen verdere bötises. Ge
bruik uw gezond verstand.*
De waarschuwing viel in goeden grond.
Eugenie behartigde haar, zij beet zich op de
lip, zoo heftig, dat er zich een bloeddroppehji
vertoonde, maar zy zweeg.
(Ik had met de voorstelling van myn vrouw
tot een latere gelegenheid willen wachten,
doch wijl het toeval goedgunstig genoeg is
om reeds heden de ontdekking te laten doen,
zoo maak ik cr thans gaarne gebruik van,
om het verzuimde in te halen,'-' zeide graaf
Egon beleefd maar op ernstigen toon.
Schlichting ging mot grooten tact te werk,
hy matigde zich het recht toe van een oude
kennis te zijn en stapte er met lichte scherts
over heen.
Wel waren er tamelyk verblufte gezichten,
wier verlegenheid Diet zoo Bpoodig verdween,
maar Schlichting hielp ook hier, doordien hij
met echten humor aanspoorde om op tc bre
ken, wijl zij, die in het bosch achtergebleven
waren, inmiddels ongeduldig moesten gewor
den zyn.
Met een halfluide stem stelde Eugenie de
oude gravin Hallwey met het gebeurde in
kennis.
.Om 's hemels wil, wat hebt ge dwaas
gehandeld. Neem me niet kwalyk, kindlief,
maar ge hebt Egon als 't ware tot de ver
klaring genoopt."
„Maar ik zweer u, gravin Hallwey, dat ik
beiden in een teeder tèto-a-tête vond.*
Een bleek schynsel vloog over het gelaat
der gravin, maar zij antwoordde terstond
(Welnn, wat zou dat, is zy niet Egon's wet
tige vrouw? Hy kon haar toch niet verloo
chenen, om zichzelven bloot te stellen. Neen,
gij hebt zeer onverstandig gehandeld, machère,
ik kan u dan ook niet helpen.* Een half
schouderophalen gaf te konnen, dat de gravin
het gesprek geëindigd wilde zien en Eugenie
keerde mismoedig en slecht geluimd in het
gezelschap terug.
(Hebt ge heden niet weer den spotvogel
hooren schreeuwen, freule Yon Bietinghoff?'
vroeg baron Schlichting op den terugweg.
«Zeer duidelijk, waarde baron, ik leer lang
zamerhand deze tonen verstaan, en trek er
een leering uit. Wat bctcekonen heden ten
dage liefde en trouw nog? 't Is niots dan
onzin, louter onzin.*
Volkomen waar, freule, en daarom doet
het me altyd genoegen, wanneer ik ze in een
echt waarneem. Niets gaat er boven de aan
het altaar beloofde trouw. Zy is een zekere
haven in alle afdwalingen des levens, en hoe
sterk is zulk een verbond. Recht en gevoel
staan aan deze zyde, het geeft een zedolyken
steun wy moeten bescheiden zijwaarts treden,
waar wy zulk een echtverbond zien en ons
begeerlijk hart bedwingen, bedwingen tot
iederen prys, verstaat ge mc goed, freule Von
Bietinghoff. Ik zeg, tot iederen prys.»
(Hoho! Wat bcteekent zulk een dwang-
huwelijk, waar man en vrouw elkander als
't ware verafschuwen, ja, waar andere rechten,
aanwezig zijn?*
(Tegenover het huwelyk bestaan er geen
rechten, geene. Hoevele huwelyken worden
helaas, zender neiging gesloten. Bijgevolg
zouden deze allen ongeldig zijn. Van het
standpunt der zedeleer schijnen zy afschrik
kend laag en afschuwelijk, maar wie wil
daaruit de ongeldigheid bewyzen Waar twee
met nadenken begaafde personen voor het
altaar treden en een huwelyk aangaan, onver
schillig wat hen daartoe motiveert, is deze
echt ook geldig. Wat is het vandaag weer
warm, freule Von Bietinghoff, en luister eons
daar schreeuwt waarachtig die loozo vogel
weor aan den overkant.*
Schlichting nam deu lichten strooien hoed
af en wreef zich met den zakdoek over het
verhitte voorhoofd.
«Ja, en hoe naby moot de spotvogel wel
zyn,* spotte Eugenie met een boosaardige
uitdrukking.
Over het in nachtelyke duisternis gehulde
meer gloed als in een tooversprookje prinses
Adèle's witte zwanongondel voort, de schelle
I fakkels verlichtten met een rood schynsel de
lichte vrouwengestalte, die daarin achterover
geleund lagen en goten een vollen lichtstroom
over graaf Leo's hoofd, die het roer bestuurde.
Hij had zoo even alleen met Relindis en
Eugenie op het slotterras gestaan. Onder
de overhangende struikwilgen was prinses
Adèlo in haar vaartuig daar langs gekomen
en had het drietal uitgenoodigd om in te
stappen. De slotvrouw stuurde zelve, over
hare lippen vloden bekoorlijke geeBtige woor
den, en aanvallig zag de schoone vrouwen
gestalte er uit, dio zich gracieus naar rechts
en links boog en met schuchtere blikken het
sombere gelaat van den graaf zocht. Welk
een gelijkenis had hij toch met zijn broeder,
wanneer hy daar zoo ernstig en zwygond
zat, gelijk thans, het schoone hoofd een weinig
afgewend, zoodat zyn profiel alleen zicht
baar bleef. Lindis dacht hierover en bloosde,
toen zy in Eugenie's blikken dezelfde waar
neming zag doen.
Het gedrag van laatstgenoemde was nog
koeler, nog trotscher geworden, sinds graaf
Egon naar de residentie was teruggekeerd.
Waar het maar eenigszins ging, ignoreerde
zij de jonge vrouw en verwaardigde haar
evenmin als gravin Stephanie met een enkel
woord. Doch Lindis bleef gelyk altijd op
haar plaats verschijnen en liet zich door
niets verjagenzij wist immers, dat graaf
Egon maar eenige dagen zou wegblijven,
slechts zóó lang als noodig was om zijn ont
slag te kunnen nemen.
«Het is wanhopig eenzaam op het kasteel
tje, sinds de logé's vertrokken zyn," klaagde
Adèlo. ,Hot was in den laatsten tyd zoo
prettig, ik wenschte, dat die dagen maar
weer spoedig terugkeerden.'
«Zoudt ge voor de afwisseling niet eens op
reis willen gaan?' vroeg Eugènie mot een
snellen zydelingschen blik op graaf Leo.
•Op reis gaan Zijne Hoogheid hoeft zyn
bezoek tegen de eerstvolgendo dagen aange
kondigd. Ik ben maar bang, dat hy, even
als een dief, midden in den nacht komt, en
my geheel onvoorbereid vindtik mag eerst
aan reizen denken, wanneer de hertog hier
geweest is."
«Maar dan ook gordt go u zeker de len
denen en trekt uit?*
.Wellicht, het .waarheen* zweeft m\j echter
nog onmiddellijk voor de ziel. Het liefst zou
ik zoo ver rnogeljjk willen trokkenbjj myn
overleden echtgenoot heb ik byna geen voet
over den drompol der ziekenkamer gezet en
de wereld is voor my eigenlijk nog een ge
sloten boek. Misschien dat ik naar Amerika
gain den laatsten tijd is het immors mode
geworden, dat zelfs dames het nieuwe wereld
deel bezoeken. Ik zou ook graag de streken
eens willen leeren kennen, waar gy een
tweede vaderland hebt gevonden, graaf Hall
wey."
Hij knikte vry koel met het hoofd. .No,
ge zult daar zeer zeker veel nieuws zien,*
antwoordde hy onverschillig.
«Misschien dat ik ook wel eons naar Cali-
fornië ga.«
,Doe dat niet, prinses, ge zoudt er u zeer
teleurgesteld zien.*
Adèle's oogen schoten vlammen. .Dat kan
ik haast niet gelooven. Ik zal myn rei» zóó
ver uitstrekken, dat ik ook de Duitsche neder
zetting bezoek, waar ge uwe vesting hebt
opgericht. Waarom zou ik ook Californië
niet bezoeken
(Wordt vervolgd.)