KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringenm
No. 2918
Zaterdag 2 Februari 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 50,
Attoim omont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 871/i Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. voor het Buitenland f 1.25,id. f 2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BEBKHOUT Co., te Helder.
Bureau»; Spoorstraat en Zuidstraat.
Aavertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VKIJDAGSMOKGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK
FEBRUARI, Sprokkelmaand, 28 dagen.
Opkomst der Zon 7 u. 42 i
Onderg.
Zondag
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrydag
Zaterdag
4 n. 47 m.
Volle Maan.
tilt het Buitenland.
De dagbladpers in de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika hoeft in de laatstverloo-
pen dagen natunrlyk ook een woord mede
gesproken over don dood van Koningin Vic
toria van Engeland, en aan hare nagedachtenis
hulde gebracht. De bladen daar te lande heb
ben cich bovendien ingespannen, om den
nieuwopgetreden Koning goeden, wiizen, prac-
tischen raad te geven. Men vindt er den wensch
in uitgedrukt naar eene krachtige regeering,
en de hoop, dat Koning Eduard een groot
Koning, een machtig Vorst, een zelfstandig
regeerder zal zyn, dat hij do tradities van
zyne moeder zal voortzetten. Een der bladen
voegt aan de huldebetuiging jegens de over
ledene Vorstin den wensch omtrent haren op
volger toe, dat hy zyne kracht moge toonen
in daden, en dat hij spoedig ook een einde
doe komen aan den rampzaligen oorlog in
Zuid-Afrika. En een ander Amcrikaansch blad
beveelt den Koning aan, om eenvoudig weg
het geheele ministerie, met den grijzen Salis
bury aan het hoofd en Charaberlain als rad
draaier, naar huis te zenden, en den heer
Rosebery met de vorming van een nieuw
kabinet te belasten. Eindelijk is er nog een
van dio bladen, waarin de wensch wordt wït-
gesproken, dat Koning Eduard steeds rekening
moge houden met den wil en het verlangen
van het volk, daar toch het Parlement en de
Kroon de uitvoerders zyn van 'b volks wil.
Het verlangen der Chineesche Regeering,
om aan het Hof gelegenheid te geven, weder
naar de hoofdstad Peking terug te keeren, is
opnieuw door de beide vredesonderbandelaars
aan do gezanten der buitenlandscbo mogend
heden medegedeeld, Ontruiming door de
vreemde troepen van de .Verboden Stad"
wordt daartoe noodzakelijk geaebt. Nu heb
ben de gezanten over dien eisch de bevelheb
bers der verbondene troepen geraadpleegd, en,
naar men verzekert, is het antwoord niet gun
stig geweest. De generaals moeten het niet
noodig of niet wenschelijk achten, dat de be-
doeldo ontruiming zal plaats vinden vóór on
aleer de Chineesche Regeering besluit tot hot
inwilligen der door do mogendheden gestelde
voorwaarden zonder reserves. Eerst dan,
wanneer de Keizerlijke Regeering van China
inderdaad heeft getoond, dat zij er ernstig
naar streeft, die voorwaarden in haar gehce-
len omvang na tc komen, kan er, naar het
oordeel der generaals, werkclyk sprake van
z'jzt, om aan het gedaan verzoek gevolg te
geven.
Het denkbeeld, door de ervaring gesteund,
dat de opvoeding der jeugd een hoogst ge
wichtige taak der moeders ja, en naast veel
zelfverloochening een denkend hoofd en veel
ondervinding eischt, heeft, enkele jaren ge
leden. in doa Staat Michigan (Noord-Amerika)
aanleiding gegeven tot de stichting eener
Vereeniging van moeders. Eene dame, miss
Harriet A. Marscb, directrice eener school,
gaf de» eersten stoot tot do stichting dezer
nuttige Vereeniging. Eens per maand komen
de ledon, moeders en onderwijzeressen, bijeen
in een der schoollokalen, om gezamenlyk
alle vragen to behandelen, betreil'ende de
gezondheid en de opvoeding der kinderen.
Dit alle geschiedt volgens een bepaald plan.
Do onderwerpen van behandeling worden uit
een practisck oogpunt besproken. Ieder lid
ontvangt een vragenlijst, waarover zij in den
loop der maand kan nadenken. In de volgende
bijeenkomst tracht men dan de vragen to
beantwoorden, en do moeilijkboden nit den
weg te ruimen. Zóó opgevat, is de Moedors-
Club oen leerschool in het moederschap, en
tevens eene verwezenlijking, van het verbond
tuischon huis en school, tusschen ouders en
onderwijzers. Aanvankelijk telde deze nobele
Veroeaiging maar een klein getal leden
er waren slechts een 40 tal moeders te vinden,
die in 't begin wilden toetreden. Thans is
dat getal reeds tot ver over de 100 toegeno
men, met eene daaraan toegevoegde afdeoling
aan de liefdadigheid gewjjd, dio 's winters
optreedt om armen kinderen kleedingstukken
te verschaffen. En thaDS is men bezig ook
een naaischool te stichten. De Club heeft
reeds een eigen courant, en onlangs word
door haar een wèlgeslaagd Congres gehouden.
Op dat Congres word door de stichter der
Vereeniging eene rede gehouden. »Wy moe
ten het wel erkennen,» zeide zy o. a. .dat
de Amerikaaasche moeder van heden staat
tegeoover even belangrijke quacsties als de
voornaamste staatsman.
De ontdekkingen cn de uitvindingen, do
twee groote hulpmiddelen van vooruitgang
en ny verheid, hebben in don loop der XIXde
eeuw de voorwaarden van den stryd om het
bestaan geheel veranderd. De automobile,
de fiets, de telephoon, de dagbladen, alles
heeft onzen gezichtskring zoozeer verruimd
en verwijd, dat de opvoeding van vroeger,
hoe machtig ook als voorbereiding tot de
plichten des levens, niet meer toereikend is
voor do eischen van het heden en huis en
school, die nit don aard der zaak niet zoo
snel kunnen meegaan met do nieuwe toestan
den, kunnen nog niet voldoende het hoold
bieden aan hetgeen de omstandigheden van
hen vorderen.» Het kleine vuur zoo be-
«loot de spreekster dat op den haard ont
stoken is, bevat veel groen hout, en wordt
door ongeoefende bunden onderhouden. Maur
wanneer het gekraak cn geknap der losse
takken zal ophouden, en do eerste rookwol
ken zullen verwaaid zijn, dun hopen wy, dat
.jnettorfyd een machtige vlam zich zal ver
hefTen, en haar warmte geven aan de liefste
on beste van alle instellingen ter wereld
aan het huisgezin. Zeker dus
besluiten wy onze mededeeling zulke Vor-
eenigingen verdienen navolging. Wat zon de
school niet kunnen worden door zulk een
verbintenis Eene uitbreiding van hot gezin,
eene voortzetting der familie! Een heerlijke
samenwerking van ouders en onderwijzers tot
welzijn en tot waarachtig gelnk van het op
komend geslacht
Ingezonden.
Is stikstofbemesting bij gebruik
van stalmest doelmatig
De bemesting van eenig perceel bouw- of
grasland moet, wil zy doeltreffend zyn, op dit
beginsel bertisteD Men geve aan den grond
na eiken oogst minstens de voedingsstoffen
terug, dio er door hot oogsten aan onttrokken
zyn". Wordt bij do bemesting aan dit beginsel
niet vastgehouden, dan staat de landman bloot
aan allerlei teleurstellingen en dan zal het
voortbrengend vermogen van den grond ver
minderen, m. a. w. de landman heeft
geldel ij k nadeel.
Het behoeft geen betoog, dat zoowel bij de
teelt van hooi, als by het weiden van vetvoe
of melkvee, als bij de teelt van allerlei gewassen,
behalve phosphorzuur en kali, ook stikstof aan
den bodem wordt onttrokken. Do vraag is nu,
wordt er meer aan onttrokken, dan er door
stalmest wordt opgebracht.
Bij de beantwoording hiervan moeten we
vooraf opmerken, dat door het regenwater
stikstof naar den grond gevoerd wordt. By
elk onweder ontstaan stikstofverbindingen in
de lucht, die in het regenwater worden opge
lost. In gunstige omstandigheden ontvangt op
deze wyze 1 H.A. per jaar pl. m. 10 K.G.
stikstof.
Laat ons eens nagaan hoeveel stikstof er aan
den grond onttrokken wordt. By denverkoop
van vee mag men aannemen, dat volwassen
rnnderen op elke 1000 KG. gewicht 26,6 KG.
stikstof aan den grond hebben ontnomen, dus
een koe van b.v. 800 KG. 0,800 X 26,6
KG. 21,28 KG. Voor kalveren bedraagt
dit 25 KG. en voor varkens 20 per
1000 KG. gewiebt en*.
Bij den verbouw van granen wordt de
grond voor elke 1000 KG. graan verarmd
met 20,8 KG- stikstof, bij suikerbieten mot
1,8 KG. enz.
Gebruikt men nu uitsluitend stalmest, dan
ligt hot voor de hand, dat er in don bodem
langzamerhand tekort aan stikstof moet ont
staan, daar er steeds meer wordt afgenomen,
dan aangevoerd. Immers een deel van de
stikstof, die het dier aan den grond heeft
ontnomen, bljjfc in hot lichaam van het
dier, of in den oogst en komt dus niet
weder op den akker. Hierbij komt nog, dat
in bouwstreken niet alle stalmest ton goede
komt aan het grasland, doch ook aan de
bouwlanden, waardoor het verlies nog grooter
wordt. Uit berekeningen heeft men aange
toond, dat in vele gevallen de bemesting met
stalmest ontoereikeud wa9 om den grond van
stikstof te voorzien. En als er te weinig
stikstof in den grond is, zullen de planten
ook minder phosphorzuur, kali en andere
voedingstoffen opnemen, dorhalve slecht te
velde staan. Nog dient opgemerkt te
worden, dat de stalmest vry sterk onderhevig
is aan bet verlies van stikstof. (De' scherpe
lncht in paardestallen en ook in koestallen
wyst hierop. Die scherpe lucht ontstaat door
het vervliegen van ammoniak, waarin stikstof
ïs.) Op allerlei wyzen kan dit verlies aan
stikstof plaats hebben en zelfs bij de beste
voorzorgsmaatregelen is het niet geheel te
voorkomen. Waar het dus vaststaat, dat
aan den grond meestal meer stikstof wordt
onttrokken, dan er door stalmest aan wordt toe
gevoegd, is overbemesting mot Chili-
salpeter nietalleen ge wetiigd, doch
vaaknoodzakelyk. De hoeveelheid te
gebruiken Cbilisalpeter hangt af van het te
telen gewas, en van den aard ea de hoeveel
heid stalmest p
G.
NIEUWSTIJDINGEN.
HELDER, 1 Februari 1901.
Socialistische kolonies.
Woensdagavond werd in f Ti voli" een open
bare vergadering gehouden, waar bovenstaand
onderwerp aan de orde was. Een 200-tal per
sonen, waaronder vele dames, was aanwezig.
Na de opening der vergadering door den heer
Ds. J. Keulen verkreeg de heer Dr. Fred.
Van Eedeu nit Bussum het woord. Deze zette
uiteen, dat de maatschappij zooals zij tegen
woordig in elkaar zit, niet deugt. Sommigen
hebben overdadige weelde en daarnaast vindt
men afgrijselijke armoede, ja, bekwame ar
beiders knnuen, wegens de zoogenaamde over
productie, geen werk vinden en moeten honger
lijden. De oorzaken daarvan zyn gelegen in
de gebrekkige organisatie der huidige maat
schappij en in de verkwisting van arbeid. Men
moot trachten een betere orde to verkrygen.
Spreker zette als nu in grove trekken uiteen,
hoe die tot stand kan komeu en ging daarbij
van de volgende stellingen uit
a. De raensch zoekt geen zinnelijke vreugde
als einddoel, maar zcdeljjke volmaking.
b. Tot zedelijke volmaking is noodig
gezond lichaam, behoorlijke arbeid en een
liefdevolle, reine omgeving.
c. De tegenwoordige maatschappij biedt door
gebrekkige regeling aan zeor weinigen geregolde
volmaking.
d. 't Is de wensch, gelegen in de natunr
van den menach, dat deze door ieder zou
worden beroikt.
e. Dit kan alleen verkregen worden door
een verstandig ingrypen in de bestaande re
geling der maatschappij.
Spreker ging vervolgens na, hoe de tegen
woordige maatschappij is geregeld en zeide,
dat deze uit 3 standen bestond, den hceren-
stand (bezitters), den lakeienstand (de midden
stand) en den slavenstaud (werklieden). Do
eerste, zooals do groot grondeigenaar, is de
minst nuttige en loeft in overvloed, de laatste
zooals de landbouwer, do meest nuttige, ljjdt
honger, terwijl do tusschonstand, waartoe ad
vocaten en officieren gerekend moeten worden,
deelt in de voorrechten der bezitters. Do soc.
dem. willen door vereeniging zich van de par
lementaire macht meester maken en alsdan de
maatschappij hervormen. Maar spreker acht
het een wyzer taktick door een zelfstandige
regeling een betere orde tot stand te brengen
on wel door oprichting van socialistisaho ko
lonies, want het oplappen en kalifateren van
den bestaandon toestand acht hij verkeerd.
En nu moge do nieuwe regeling een enkele
maal mislukken, wanneer de proef herhaald
wordt zal zy eindelyk slagen. Er zyn voor
beelden van goed geslaagde proefnemingen,
maar deze zyn door do handhavers der be
staande orde te loor gegaan.
In do tegenwoordige maatschappij is het
zwaartepunt gelegen bij den minst nuttigen
stand. Die niets voortbrengen, renteniers,
landheeren, hypotheekhouders, hebben de zaken
in handen, terwjjl de arbeid altyd afgetapt
wordt. Hieruit blijkt, dat de boel lek is. En
toch de werkkracht is enorm, de overvloed
groot. Ook do groothandel is een belemme
ring en vereenigingen, zooals Eigen Hulp,
nemen wel eea font weg door don tusschen-
stand to doen verdwijnen, maar lossen de
kwestie niet geheel op. Vorvolgens zette
Spreker uiteen, wat door verschillende per
sonen gedaan was, om een verbeterden toe
stand te verkrygen. Na de Franacho revo
lutie werd met kracht op verbetering aan
gedrongen, maar eerst in den tjjd van 't op
komen der soc. democratie kwam men tot hui
besef, dat kapitaalbezit niet zoo noodzakelijk
was. Lussalle en Marx drongen aan op ver
overing dor staatsmacht en om door geweld
of door parlementaire werkzaamheden do maat
schappij een andere richting te geven. Henry
Gcorge meende in landnationalisatie het mid
del gevonden te hebben. Hertzka daarentegen
beval het stichten van koloniën aan.
Over hot stichten van socialistische kolo
nie» en over de inrichting daarvan, werd
door Spreker na de pauze gesproken. Hij
herinnerde er aan, dat Ilertzka, de schrijver
van Vryland, meende, dat men de koloniën
in een tropisch land moest stichten, omdat
daar ruirato en vruchtbaarheid was en de
bestaansvoorwaarden gering waren. Doch
het warmo klimaat hooft een verslappende o
invloed on men moet zedelijk hoog blijven
staan, om te ktianen slagen. Do kolonie, die
zich in Midden Amerika vestigde, is dan
ook mislukt. Oppenhcimer stond dan ook op
zuiverder bodem, die midden in het land, te
midden der bevolkte maatschappij deze wildo
stichten. Spreker meende eerst, dat hier voor
Staatshulp noodzakelijk was, door landhoeve's
te stichten en langzamerhand het aantal uit
te breiden, maar door studie en praktische
ervaring is hy tot de overtuiging gekomen,
dat dezo niet noodig, ja schadelik is, want
do Staat wil en kan niet het privaatbezit
opheffen, omdat hij hel beschermt. Ook kent
het geen politieke grenzeD.
Door eigen kracht en middelen moeten
deze tot stand komen, zonder do parlemen
taire actie geheel tc verwaarloozen, maar
men moet golydelijk tot den idealen toestand
komen. In deze socialistische kolonies leeft
de eene mensch niet ten koste van den nade
ren, de grond is gemeenschappelijk bezit cn
't gebruiksrecht is voor allen hetzelfde. Daar
door wordt de zelfstandigheid der personen
grooter, de regeling tusschen voortbrenging
en verbruik en verdeeling der goederen be
paald. Men wachtte zich evenwel voor over
haasting, want dat is evenals overdreven
zelfstandigheid een hoofdoorzaak van mis
lukking. Men heeft 2 soorten van kolonies
de anarchUtische-commuoistisclie on de collec-
tieve-coöporatieve. De eerste ?yn gesticht op
moreeleu, godsdienstigen grondslag. De kolo
nisten wonen in óón gebouw, werken zooveel
als zij lust hebben en nemen uit den voor
raad wat zy noodig hebben. Bij de tweode
soort heeft men een geregeld bestuur, die de
voorraad en de kas beheerd, do landerijen
worden verpacht, men heeft een gezamenlijke
rekening en ieder gezin een aparte woning,
terwijl er 1 hoofdgebouw is. De verdeeling
dor goederen geschiedt naar loon. Dezo laat
st» hebben de beste resultaten opgeleverd.
In deze kolonies geniet men veel persoon
lijke vrijheid, ieder werkt zonder dwang,
niet werken komt niet voor, onnoodig
gezag, waardoor veel kwaad geboren wordt,
bestaat niet, getwist wordt alleen, waar
men te veel wil, gewetensdwang moet
men vermijden. Dezo vestigingen moeten
vooruitgaan, omdat de voortbrenging grooter
is dan hot verbruik, want zooals in Amerika
is gebleken kunnen 5 man met bohulp van
goede machines zooveel voortbrengen als 1000
personae noodig hebben.
De kolonie der kwakers is dan ook feitelijk
ten gronde gegaan door overvloed. Men werd
door do groote opbrengst vadsig en lui, het
land verkocht men en ging rentenieren.
De overwinst, die eou kolonie oplevert, moet
besteed worden voor zaken van algemeen
belang on tot voorschot tot stichting van
nieuwe koloniën. De corste pogingen zyn
het moeilijkst, men moet in den beginne
zooveel bedrijven vcrecnigen, als mogelijk is
en goedo werkers opnemen.
Een deel der opbrengst kan men op de
markt verkoopen. Wat de gevolgen zijn?
Alle leden nemen deel aan den arbeid, er is
geen werkeloosheid, geen overmatige arbeid,
geen schaduw van fabrieksarbeiders, ziekte
of ouderdom heeft geen invloed op de toelage,
niemand kan uitgezet worden zonder goed
vinden van allen, ieder heeft gelijk recht,
ieder een stom in 't kapittel, arboidsvurspilling
komt niet voor. In deze kolonies heeft do
volwassen vrouw evon veel recht als de man,
de 8-urige arbeidsdag, nachtarbeid en ver
zekering tegen ongelukken en ziekte zyn hier
geen kwesties meer. Allo zaken worden
met onderling overleg behandeld. Wat
zou de wereld er anders uitzien als do maat
schappy op dezen voet was ingericht. Er
zouden niet zyn, gevangenissen, rechters,
bureaucratie, belastingswezen, krijgswezen.
enz. Spreker eindigde zyn rede met den
wensch, dat hot door hem gesprokene aan
leiding moge gegeven tot diepere studie van
het onderwerp en dat de 20ste eeuw de her
vormingen te zien geve, waarover hij een
klein denkbeold heeft gegeven, (applaus.)
Van de gelegenheid tot dobat maakte nie
mand gebruik, zoodat de heer Keulen den
spreker dankte voor zyn scboone lezing, met
de opmerking, dat het socialisme door hem
verkondigd, geen haat, geen twist wil kwee
ken, maar vrede en kamoraadschappelykheid.
A T 1 E H.
Hek »Hbld." ontving van haren corres
pondent te Batavia het volgende telegram
«Kapitein Jansen trok van Teunoui naar
Wolja en Seunagan Hg verraste Pangli
ma Laoet, die gedood werd, en Panglima
Amat, die gevangen werd genomen. Veel
wapens en ammunitie werd buitgemaakt.
»Den 29en zullen alle troepen vereqnigd
zyn in het bivak aan de Olimrivier."
Het blad teekent daarbij aan
In het telegram, dat niet geheel duide-
lijk is, staat «Sainalangan". Aangezien
echter zoowel Teunora als Wolja op de
Westkust van Atjeh liggen, meenen wij
hier «Seunagan" te moeten lezen. Er werd,
ook volgens de pas ontvangen mail, in
die streken
De Ned. Zuid-Afrik, Vereeniging
ontving tot heden f 1.244.079.54
Met ingang van 1 Februari is iu de
positie van de conducteurs der brieven
malen een aanmerkelijke verbetering ge
bracht. Zij, die 15 jaren conducteur waren,
zijn alle bevorderd tot conducteur ie klas
se, terwijl zij die 10 jaren die betrekking
hebben vervuld, eeu salaris-verhooging
van f 100 ontvangen,
Het vergaan van de»Halland".
Voor zoover ons uit tot nog toe ont
vangen inlichtingen is gebleken, waren de
beide lichtopstanden op het Noorderhoofd
nog niet weggeslagen toen de «Holland'
den Waterweg wilde binnenstoomen. Den
gcheelen nacht hadden het bliksemlicht
op den kop van den pier en de gasboei,
niettegenstaande den horigen storm, door
gebrand, en dat het stoomschip uit den
koers geraakt is, zou geen andere oorztfek
hebben gehad dan den woedenden golfslag,
onmiddellijk aan het begin van de vaar
geul tusschen de beide pieren. In den nabij
heid van den lichtopstand werd de «Hol
land" door e£h hooge zee opgenomen, zóó
dat de schroef eenige oogenblikken in de
lucht maalde en het roer geheel uit het
water geheven werd. Een manoeuvre, die
de loods op dat oogenblik wilde beproeven,
mislukte natuurlijk Iu de volgende seconde
beukte een ontzettende zee tegen het roer
aan, waardoor de roerketting brak. Ouder
zulke omstandigheden waren noch de kapi
tein, noch de loods het vaartuig langer
meesterten prooi aan wind en golven
werd de «Holland" opgeheven en op het
volgend oogenblik neergesmakt, dwars op
de Noordpier tegen don lichtstand.
Op het kritieke oogenblik stonden op de
commandobrug de loods Posthumus, de
kapitein Van der Poll. de roerganger L.
Hans en de matroos Van Buuren. De ge
redden kunnen zich nauwelijks rekenschap
geven van de ware toedracht van het
ongeluk. De mee^t algemeene lezing is
deze
Tegelijkertijd, dat de «Holland" met ont
zettend gekraak op de pier beukte en den
lichtopstand vernielde, sloeg een stortzee
de brug af. De loods kwam daarbij te
recht op het dek en brak beide beenen.
Hij zoowel als de kapitein sloegen vervol
gens over boord. De stuurman Gorlach
en de matroos Van Buuren sprongen op
den lichtopstand, maar toen deze, door de
«Holland" medegesleurd, in zee zonk,
trachtte Van Buuren met inspanning van
alle krachten op het voorschip terug te
komen, wat hem ten slotte, hoewel hij
reeds ernstige kneuzingen bekomen had,
gelukte. De stuurman Gorlach verdween
evenwel met den lichtopstand in de diepte.
De «Holland" brak op de pier midden
door het voorschip kwam aan de binnen
zijde van de pier, dus in den Waterweg,
te liggen, terwijl het achtergedeelte, waarin
zich het machinekamerpersoneel bevond,
aan de buitenzijde zonk. Diegenen, die
zich op dat gedeelte van het schip bevon
den hebben, hadden niet den tijd in den
mast te klimmen, daar het stuk ia minder
dan geen tijd gezonken was.
Iets langzamerhand zonk evenwel het
voorschip, waarop zich verzameld hadden
de kapitein Van der Poll, de machinist
Drucker, drie 1ste klasse-passagiers, een
heer en een dame met hun zoontje en een
2de klasse-passagier, verder de kok Wit-
bergen, de tweede hofmeester Dekker, de
matrozen Visser, Van Buuren en Hans en
de scheepsjongen Visser. De zes laatstge
noemden zochten eeu schuilplaats in den
voormast waaruit zjj later werden gered.
Van Buuren, die weer van den lichtop
stand op het schip teruggesprongen was,
bleef drie kwartier tusschen twee staal-
trosscu hangen.
De loods, de gezagvoerder, de machinist
en de passagiers werden voor de oogen
van de zes geredden uit den mast in zee
Dat kapitein Van der Poll er levend ia
afgekomen, dankt hg voornamelijk aan het
feit, dat hij zich geruimen tijd, ondanks
de branding en het ijskoude water, zwem
mende drijvend kon houden.
Na een unr rond gedreven te hebben
wist hij een ijzeren waterketel te grijpen,
die van het dek was afgespoeld, maar ver
scheidene keeren kantelde de ketel door de
golfslag en ten slotte zonk het gzeren ding.
Gelukkig kreeg hg nu een deur van een
kajuit te pakken, maar ook hiervan werd
hij tweemaal afgeslagen en ten slotte wist
hy zich vast te klemmen aan een stuk van
het gangboord. Twee uur dreef hij hier
op rond. Wat er verder met hem gebeurd
is, weet hij niet, want door overspanning
verloor hij het bewustzijn en toen bij weer
bijkwam, lag hg in bet hotel Bijsterveld
aun den Hoek van Holland- Zijn eerste
vraag gold zijn jonge vrouw, die met zijn
kind van drie maanden te Rotterdam mis
schien nog onkundig was van wat er had
plaats gegrepen. Weldra kwam mevrouw
Vau der Poll evenwel aan en welk een
ontmoeting het tusschen beide echtgenoo-
ten was, laat zich denken. Hg had alles,
wat hg bij zich had gehad, nog in den
zakzgn portefeuille, portemonnaie en
horloge.
De schipbreukelingen in den fokkemast
werden eerst toen de dag was aangebroken
opgemerkt, want nocli van noodseinen,
noch van het wegslaan der lichtopstanden,
had men aan de kustwacht wat bemerkt.
Alleen had men voorgaats een toplicht
waargenomen, dat echter weer spoedig uit
het oog verdwenen was. Eerst toen zij
drie uren lang in den fokkemast hadden
doorgebracht, kwam de stoomreddingboot
«President van Heel", onder bevel van den
kapitein Jansen, ter plaatse. Allereerst werd
een lijn uitgeworpen, die door Visser ge
grepen werd. Twee mannen lieten zich
daarlangs op de boot glijden toen de derde
dit wilde beproeven brak de lijn, maar de
man hield zich stevig aan het touw vast
eu werd zoodoende aan boord getrokken.
Do overige drie lieten zich langs den mast
neer op de reddingboot Het laatste werd
gered de 15-jarige Dekker, die meer dood
dau levend was tengevolge van de door
gestane koude en vermoeienissen.
Alle geredden werden in voornoemd hotel
ondergebracht en zorgvuldig verpleegd.
Het was een aandoenljjk tafereel, toen zij
elkander weerzagen.
De vrouw van den loods Posthumus was
op de tijding van het vergaan naar den
Hoek gekomen en moest daar ervaren, dat
de kostwinner van haar gezin, bestaande
uit 10 kinderen, verdronken was. Het was
een ontzettend oogenblik voor de arme
weduwe en in menig oog der omstanders
blonk een traan
Eenige bijzonderheden
De loods Posthumes had twee jaar ge
leden op dezelfde plaats schipbreuk geleden.
De hofmeester Antoniette voer eerst
sedert korten tijd op de booten der Nederl.
Stoombootmaatschappij.
Door een toevallige omstandigheid was
de bootsman van deze reis achteraebleveu.
De verdronken machinist Drukker was
de zoon van den machinist van den water
toren aan de Oude Plantage. Zgn ouders
zijn door dit verlies dubbel zwaar getroffen,
omdat vier jaar geleden hun oudste zoon
insgelijks verdronk bij de schipbreuk van
de «Amstel" in de Noordzee, ter hoogte
van de monding der Eeuis.
Naar wij met genoegen vernemen is de
kapitein van de «Holland", de heer Yan
der Poll, nagenoeg geheel hersteld van de
doorgestane vermoeienissen en uitputting.
Een van het zevental gelukkigen, dat
ontkwam aan een wisseu dood in de golven
bij het vergaan van de «Holland", is de
14-jarige messjongen Cornelis Dekker,
■wonende Schiedamschedgk No. 147 Van de
-wijze, waarop het gebeurde in zijn werk
is gegaan, weet hij zich echter weinig te
herinneren. Maandag in den vroegen och
tend werd hg uit zgn kooi gehaald en is
hg onmiddellijk naar het dek gesneld. Maar
vau hetgeen daarna gebeurde, wist hij niets
mede te deelen. Hg kan zich blijkbaar
nog geen rekenschap geven van de reeks
gevaren, waaraan hij is blootgesteld ge
weest en is voor het oogenblik te dankbaar
voor zgn redding, om zgn geest in te
spannen en te trachten zicb eenig vast
denkbeeld te vormen omtrent het gebótxrde.
In den loop der worsteling met de woe
dende baren, verloor Dekker het bewust
zijn, dat blijkbaar eerst langzaam terug
keert.
Omtrent de vier passagiers vernemen wij
•nog, dat één hunner een jeugdige Duitscbe
fotograaf was, Schulze genaamd, terwijl de
drie anderen artisten waren en vroeger deel
uitmaakten van den troep Meladzjes ge
naamd. Het waren man, vrouw en een
kind, een alleraardigste krullenbol. In de
ligging van de twee gedeelten vau het
acWp is geen verandering gekomen. Er zgn
nog geen lijken aangespoeld.
Storm op de Noordzee.
Het stoomschip «Olaf Kyrre" op terug
reis van Bergen naar Rotterdam, trof in
de Noordzee een heftigen storm. Terwijl
Zaterdag bij het afgaan vau Stavanger het
weer zich nogal goed deed aanzien, brak
de storm met hevigheid door in den nacht
van Zondag op Maandag. Oorverdoovend
was het geraas aan het dekalle hens
waren in de weer. Beneden in de kajuit
vlogen de koffers van de ééne zij naar de
andere der hutslechts met de grootste
moeite gelukte het ons niet uit de kooi
geslingerd te worden.
Op ééns een geweldig geraas aan dek
n der zeilen kwam met donderend ge
weld naar beneden 't was een spiksplin-
ter achterzeil en 't was verloren «zonder
retour" zooals de kapitein zei.
Ter hoogte van Terschelling lag een
vaartuig aan lager wal met signalen op,
maar niet te ontcijferen, waut de signalen
waren met de re?t over boord gegaan.
Vele schepen waren reeds gepasseerd,
maar onze kapitein ging er op afhet
bleek een geheel ontredderd gzeren vis-
schersvaartuig, .geheel nieuw, thuis be-
hoorende iu Parilis. Alles was wegge
slagen de zee had het geheele vaartuig
onderstboven gekeerd, maar als door eeu
wonder was de geheele bemanning met de
boot weer bovengekomen. Ze hadden aan
lager wal hun anker uitgeworpen en juist
toen de «Olaf Kyrre" voorbjj stoomde,
brak hun ankertouw en waren ze redde
loos verloren.
Niettegenstaande de vertraging en de
bemoeilijking om met zoo hooge zee eeu
zwaar vaartuig mee te slepen aarzelde
onze wakkere kapitein geen oogenblik het
te ondernemen.
Een tros werd uitgeworpen en aan da
boot bevestigd, doch na een korten tjjd
zeilens brak de armsdikke tros af, als was
het een draad. Na vele pogingen (we
stoomden om het schip heen) gelukte het
eindelijk het wegdrijvende schip weer aan
een tros te bevestigen ditmaal werd het
touw dubbel zoo lang uitgelegd om de
draagkracht te verminderen. Eeu zeil
werd ook op den visschersman uitgezet
en langzaam stoomden we weer vooruit.
Met wat angst zullen de verkleumde vis-
schers den tros hebben gadegeslagen. Toen
de stuurman 's ochtends, toen de wind zich
gelegd had, het schip bezocht, vond hy
er o. a. vier kinderen aan boord, verkleumd
en doornat en zonder levensmiddelen. Doch
het gelukte den kapitein, den heer Leffert,
het vaartuig met de 10 a 12 opvarenden
behouden te Penis binnen te brengen,
waarvoor hem een woord van warmen lof
toekomt.
Eenige uren later stoomde de «Olaf
Kyrre" de haven te Rotterdam binnen.
Men meldt uit IJmuiden van 29 dezer
De gevolgen van den vreeselgken storm
komen met het uur meer en meer aan
den dageen groote visschersvloot van
hier en omliggende plaatsen aan zee is
door den storm overvallen. Een groot
gedeelte er van keert thans in de haven
terug. Bijna alle schepen hebben averij,
sommige zelfs zware schade. Vele zgn
zonder of met weinig vangat.
De IJmuider kotter «Paul Eniger" is
op Texel gestrand2 man verdronken.
Twee anderen waren over boord geslagen,
doch werden door een golf weder op het
schip gespoeld.
Verscheidene vaartuigen zjjn nog buiten
en over het lot van deze maakt men zich
zeer ongerust. Telkens als een schip bin
nenkomt, stroomt de menigte naar de haven
om nadere tijdingen te vernemen.
De Oorlog in Zuid-Afrlka.
De Kaapsche correspondent van de «Stan
dard" heeft door betrouwbaar correspon
dent te Uiteuhage van een Kaapsch Parle
mentslid vernomen, dat agenten uit Trans
vaal en den Vrijstaat in den laatsten tjjd
in de Eaapkolonie zeer actief zjjn opge
treden. In alle districten zgn geheime
bjjeenkomsten gehouden van Boerenvrien-
den, er zijn plannen besproken om de
binnengevallen Boeren te helpen. Het
schijnt dat de Boeren meer uanhang hebben
gekregen dan vermoed werd. Te Aber-
deen alleen sloten zich 67 Kapenaars by
Kruitzinger's commando aan.
m
In den nacht van 23 Januari opende
het garnizoen van Ventersburg Road-
statiou het vuur op een troep van 500
Boeren, die tusschen Ventersburg en Hol-
fontein (tusschen Smaldeel on Kroonstad,
in den Vrijstaat) den spoorweg overstaken.
Een gepantserde trein had 25 man in hin
derlaag gelegd, door wier vuur 5 Boeren
sneuvelden.
Men zegt dat de Boeren stonden onder
bevel van De Wet en Paterson. Den
volgenden dag ontspoorde bij de plaats van
het gevecht een locomotief. De Engel-
schen ontdekten 10 mijnen, waarvan slechts
drie waren ontploft.
CARNARVON, 29 Jan. Men bevestigt
dat de Boeren Brandvlei hebben bezet. Het
hoofdlager van de Boeren is te Rondelbosch-
hoeve, dat beschouwd wordt als graan
schuur van Fraserburg, Calvinia eu (Ken-
hardt. De Boeren hebben daar overvloed
van voorraden en krijgen uit de omlig
gende districten goede remonte-paarden.
Men zegt dat de Boeren zich verschanst
hebben te Calvinia.