KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
er
No. 2921.
Woensdag 13 Februari Ï90I.
29ste Jaargang.
Bureau
;omi Zuidatrsat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn". 50
T> Atoonnomont
lacap. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87Vs Ct.
lo. id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. voor bet Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bsatpcauxn Spoorstraat en Zuidrtraai
Ad.vert©ntlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
A dvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAG^- en VRIJDAGSMORGEJS8 vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
8JiC faefi Sfaaiteiifimid.
;me Sedert het overlijden van Koningin Victoria
j in het laast der vorige maand ia, ook in En-
geland, meer- en meer de aandacht gevestigd
™op de wenschelykheid, dat de veranderde om-
resil8tandigdheden aanleiding zullen geven tot eene
dlgpoedige beëindiging van den oorlog in Zuid-
8 «Afrika. Allereerst werd do gedachte daaraan
opgewekt door de algemeen verspreide mede-
deeling, dat de stervende Vorstin haar wensch
naar het ophouden der verschrikkingen van
„„„dien oorlog had geopenbaarden ook de tegen-
woordigheid van Keizer Wilhelm van Duitsch-
BMtlaud daar aan het rouwdragende Engelsche
!of deed de gedachte ryzen, dat deze mo-
|march de aangewezen bemiddelaar zou zyn,
an den voor Engeland zoo nadceligen
een einde te maken. Verre van alge-
is echter in Engeland het uitzicht op
spoedige verandering in de tot nu toe
staatkunde aldaar. Vele staatslieden
lande houden zich blijkbaar over-
dat de ernstige gebeurtenis het
erijjden der Koningin die onlangs plaats
d hoegenaamd geen invloed zal hebben
den loop der politiek. Zy meenen, dat
Eduard zal voortgaan, geheel en al
staatkunde te volgen, die door het kabinet-
en vooral door den Minister Chara-
IAI Uerlain wordt aangegeven. En al hoeft ook do
0gT heengegane Koningin in bare stervensure haar
.wensch om vrede te sluiten geopenbaard toch
scbynt men niet voornemens te zijn, om daarom
de staatkunde der regeering te wyzigen. Togen-
gesproken wordt zelfs van verschillende zijden,
"dat de Duitsche Keizer als vrede-aanbrenger
Zof bemiddelaar zou willen optreden, en dat
zich by zyn verkeer met de treurende
elpkoniDklijko familie zou hebben ingespannen,
g om eene bemiddelende schikking te bepleiten,
tf. Meer en meer blykfc het op die wyze, dat do
gebeurtenissen op het oorlogstonneel in Zuid-
Afrika over den loop der zaken zullen moe
iten beslissen, en dat de Engelsche Regoering
ihfpog tot geen ander besluit is gekomen, dan
3oi pm te trachten den oorlog tot een goed einde
eei te brengen door geen ander middel dan door
geweld van wapenen. Eene gewyzigde staat-
JJ, knnde is, zooals zich de zaken op het oogen-
j] blik laten aanzien, niet te verwachten.
P' Het ministerie beschouwt zich als de aan-
gewezen uitvoerder van den wil der parlo-
Seimentaire meerderheid des lands. Die moerder-
?et heid heeft, nu onkole maanden geleden, uit-
21 spraak gedaan bij de verkiezing vanlietPar-
10 lement, en heeft toen het programma der Re
it» geering goedgekeurd, 't welk de beide Repu-
blieken in Zuid-Afrika den beslissenden eisch
steldealgeheele, onvoorwaardelijke onder-
rec werping. Wel wordt in Engeland van lie-
mot meer instemming de vraag gesteld,
of er geen middel zou zyn te vinden, om aan
den noodlottigen oorlog een einde to maken,
In kringen, waarin de zeer behoudende staat-
5 kunde van het kabinet wordt gehuldigd, is
het thans zelfs niet vreemd, dat die vraag
ernstig wordt besproken. Een der Engelsche
L staatslieden van die kleur behandelde werkelyk
'dezer dagen in een kring van getrouwe geest-
verwanten dat onderwerp. De spreker uitte
mi daarby de meening, dat de bedoeldo oorlog
Je, niet alleen door hot zwaard, maar vooral door
>0, eene overeenkomst, door bemiddeling, tot een
eervol en bevredigend einde moest worden
gebracht. Den Boeren moesten dus beval
hjj met nadruk aan billyke en rechtvaar-
dige vredes-voorwaarden worden voorgelegd
onvoorwaardelijke onderwerping wil hy vol-
strekt niet geëischt hebben. Hy meent, dat
het alleszins eervol zal zijn, en dat het geen
bewys van zwakheid van de zyde van En-
5. geland zal verraden, wanneer aan de Boeren
5, de volgende voorwaarden zullen worden ge
it, steldonmiddellijk een volledige amnestie voor
allen, die in den tyd, dat de oorlog duurt,
aan de vyandelykheden tegen Engeland hebben
j' deelgenomen Verzekering van volkomen
gelykheid voor burgerlijke lasten en rechten
voor alle bewoners der beide Repnblieken in
Zuid-Afrikaverzekering aan beide Staten
van een bestuur op de grondslagen, waaraan
i, bet volk gewoon is, en die ook in de Engelsche
L, kolonieën in Zuid-Afrika geldig zyn; «en
bestendiging van plaatselijk zelfbestuur.
De ontwerper en voorsteller van deze
vredes-voorwaarden durft zich vleien, dat een
aanbod van dezon aard en van deze strek
king eene zeer spoedige onderwerping der
Boeren zou tengevolge hebben, en dat in de
aanvaarding der Engelsche souvereiniteit wer
kelijk door de bevolking der beide Republie
ken, thans grootendeels te velde tot verdedi
ging der vryheid, zou worden toegestemd.
Door de instelling van een burgerlyk en
militair gezag zonden dan de zaken, meent
do voorstellen, op goeden voet worden ge
bracht, en Engeland zou zich niet langer
ongerust behoeven te maken over bedreiging
zyner naburige koloniën. Hy voegt hieraan
nog toe de opmerking, dat, wanneer de En
gelsche Regeering zulke .nobele» vredes-voor-
stellon heeft gedaan, zich niet zal hebben te
verwijten, dat zy de oorzaak is van de noode-
looze voortzetting van dezen vreeselyken oor
log. Er zyn inderdaad onderscheidene En
gelsche dagbladen, die do door den bedoelden
Engelschen staatsman Aangegeven bemidde
lingsvoorstellen prachtig mooi en alleszins
uitvoerbaar achten. Een dier bladen ver
klaart zelfs de voorgestelde oplossing der
quaestie voor een verhoven blyk van staats-
manswijsheid Een ander noemt het een
welkom verschijnsel, to beschouwen als een
belangrijk teeken des tjjds De voorstan-
dors, die de geopperde plannen mogelijk ach
ten en toejuichen, vergoten echter, dat de
Boeren juist strydon, om te herkrygen alge
heele vrijheid en onafhankelijkheid, dat zij
niets willen weten van Engeland's opperbe
stuur, en zelfs indertijd het door Engeland
bezette gebied hebben verlaten, om op de
wildernis in Zuid-Afrika zich een eigen Rijk
te veroveren. Die vryheid en die onafhan
kelijkheid willen de Boeron nu heroveren, en
daarvoor' lijden en stryden zij, en de aange
geven vredes-voorwaarden zullen hun dus
wel niet kunnen bevredigen.
llKtHM'l'UUnUBV.
HELDER, 12 Februari 1901.
Bij Kon. besluit is aan A. F. de
Graaf eervol ontslag verleend als 1ste
luit. bij de d.d. artillerie-schutterij alhier.
Benoemd tot 1ste luit. de 2de luit H.
Koppen, tot 2de luit. D. Bakker, thans
schutter.
Ter aanvulling van ons bericht om
trent de feestelijkheden alhier ter gelegen
heid van het huwelijk der Koningin, moeten
wij nog vermelden, dat door de Commissie
voor Kindervoeding Dinsdag 100 kinderen
onthaald werden op aardappelen met spruit
jes en worst en Woensdag een 90-tal op
aardappelen met snijboonen en worst, ter
wijl de kleinen bovendien eenige versna
peringen ontvingen. Overheerlijk smulden
ze. en de Commissie kan met voldoening
op haar werk terugzien.
Ook door den heer en mevrouw Staal
man waren in i Casino" Vrijdagmiddag
ruim 300 kinderen op een gastmaal ge-
noodigd. 'tMenu bestond uit aardappelen,
snijboonen, rollade, tulband en pudding.
Met graagte werd het aangebodene ge
nuttigd en aan de vroolijke stemming kon
men merken, dat men dubbel tevreden was.
Des avonds was in hetzelfde lokaal
door den heer Staalman voor een groot
getal ouden van dagen een uitstekend
feestmaal bereid, waaraan ook de verpleeg
den uit de liefdadigheidsgestichten waren
genoodigd, die in rijtuigen afgehaald en
weder huiswaarts werden gebracht. De
oudjes hebben eveneens kosteljjk genoten
en hadden heel wat pret toen Helders
Harmoniekapel bij «Casino" eene ovatie
bracht en daar eenige muzieknummers
uitvoerde. Dit muziekkorps had eerst in
de Doksteeg bij de eerezuil van de Schil-
dersvereeniging «Oefening kweekt Kennis",
welke ook dien avond verlicht was, een
paar stukken ten beste gegeven en was
vervolgens met de schilders in optocht,
gevolgd door een groote massa menschen,
naar genoemd lokaal getrokken.
Het alhier aanwezige garnizoen had
Vrijdagavond ter eere van het huwelijk
van H. M. de Koningin in «Tivoli'1 een
Groot Militair Assaut" georganiseerd, dat
bijgewoond werd door militairen van alle
rangen en graden met hunne dames. De
zaal was dan ook overvol. De kolonel de
Greve, garnizoens-commandant, en de ma
joors Buitendijk en Sodenkamp, vereerden
dit assaut met hunne tegenwoordigheid.
Een zeer varieerend programma werd uit
gevoerd, dat buitengewoon in den smaak
viel. Na een openingswoord van den Voor
zitter der regelingscommissie, de sergeant
Landman, kreeg men een fraaie groep te
zien, waarin Hulde werd gebracht aan
H. M. de Koningin. Ook het slotnummer
van den avond, Hulde aan het Koninklijk
Echtpaar, was zeer fraai opgesteld. De
tableaus, waarbij Paul Kruger en de Boe
ren vereerd werden, ontlokten eveneens v«le
toejuichingen. Verder werden er gymnastiek-
en schermnummers uitgevoerd, luimige
voordrachten gehouden, zangstukken ge
zongen, een pantomime ten beste gegeven
en alles door de muziek van 't orkest der
artillerie, onder directie van den sergeant
majoor De Groot afgewisseld, opgeluisterd.
Het was voor de bezoekers van dit Assaut
een genotvolle avond.
Een Zilveren Jubilé.
Een algemeen geacht ingezetene alhier,
vierde dezer dagen een jubilé, 'twelk wel
opelijk'e vermelding verdient, 't Was na
melijk 25 jaren geleden, dat de heev M.
P. Polak zijne beide kerkelijke betrekkin
gen Secretaris der Israëlitische ge
meente en Secretaris-procuratiehouder van
het kerkelijk Begraaf-college alhier
aanvaardde. De Besturen van deze heide
instellingen lieten deze gedachtenis-viering
niet onopgemerkt. In een gecombineerde
vergadering werd door den Voorzitter van
den Israëlitischen Kerkeraad, den heer
Pk. Vrieslander, in warme woorden hulde
gebracht aan de vele verdiensten en aan
de bestendige toewijding van den werlc-
zamen jubilaris, wien hij onder algemeene
instemming, als blijk van erkenning van
't vele goede, door hem verricht, en als
hulde op zijnen feestdag, een voor een
Secretaris zeer passend geschenk een
sierlijk schrijfbureau aanbood.
Dat deze huldiging door den feestvie
rende met erkentelijkheid werd aanvaard,
en dat later ook de gemeente-leden en
andere plaatsgenooten van hunne belang
stelling in deze gedachtenis-viering deden
blijken, behoeft nauwelijks te worden ver
zekerd.
Wij deelen in don bij deze feestviering
geuiten wensch, dat de heer Polak nog
lang werkzaam moge zijn, in 't belang der
kerkelijke gemeente te dezer plaatse.
Nederland en Portugal.
Zooals men zich zal herinneren, heeft
Portugeescke regeering van hare be
voegdheid tot het intrekken van het
exequatur van den consul Pott te Lorentjo
Marquez, op een wyze gebruik gemaakt,
die de Nederlandsche regeering minder
hoffelijk achtte. De minister van bnitenl.
zaken heeft daarop onzen Minister resident
te Lissabon naar 's-Gravenhage doen over
komen, ten einde door hem meer nauw
keurig op de hoogte der zaak te worden
gesteld. Inmiddels had ook de graaf De
Selir, de Portugeesche gezant te 's Graven-
bage, zyn post verlaten. Deze diplomaat
is echter eenige dagen geleden teruggekeerd
en heeft zijne functie hervat.
Naar we vernemen was op de nota die
de Nederlandsche regeering aan de Por
tugeesche had gericht, een antwoord inge
komen, waarbij de Portugeesche minister
van buitenl. zaken verklaarde nimmer de
bedoeling te hebben gehad om door de
intrekking van 't exequatur van den
consul te Lorengo Marquez op eenigerlei
wyze onaangenaam te zijn aan Nederland,
waarmede Portugal steeds de meest vriend
schappelijke betrekkingen wenschte te on
derhouden.
Toen de graaf De Selir zich na zijne
terugkomst bij den minister van buitenl.
zaken aanmeldde, heeft deze, naar ons
wordt gemeld, hem medegedeeld dat of
schoon de Minister zich niet in alle op
zichten kon vereenigen met datgene wat
door de Portugeesche regeering ter ver
dediging harer handelwijze was aangevoerd,
hy toch de goede gezindheid der Portu
geesche regeering tegenover Nederland
waardeerde en het belang eener vriend
schappelijke verhouding tusschen de beide
landen erkennende, bereid was de gedach-
tenwisseling niet verder voort te zetten en
het gerezen incident als geëindigd te ver
klaren. Hy verbond hieraan echter eene
uitdrukkelijke voorwaarde, dat namelijk de
heer Pott naar zijne woonplaats te Lorengo
Marquez zoude kunnen terugkeeren en hij
daar van de zyde der Portugeesche regee
ring ongestoord de volle bescherming zoude
genieten waarop een Nederlander in de
Portugeesche koloniën recht heeft. Deze
toezegging is daarop door de Portugeesche
regeering gegeven.
De Nederl. gezant, de heer Yan Weede,
vertrekt weder naar Lissabon.
Nederland en de Zuid-Afrik. Republieken!
De classicale vergadering van Amster
dam heeft met algemeene stemmen beslo
ten tot verzending van volgende drie
stukken
1. Een gemotiveerd en waardig protest
aan Zijne Majesteit Koning Eduard Vil,
tegen de wreedheden van de Engelschen
in Zuid-Afrika
2. een beknopte, maar zakelijke memo
rie van sprekende en geconstateerde feiten,
waaruit de noodzakelijkheid van het protest
duidelijk wordt;
3. een broederlijk schrijven aan alle
Herv, Kerken in Engeland, Schotland,
Ierland en de koloniën, waarin de over
tuiging wordt uitgesproken dat de kerk
van Christus niet ledig kon of mocht
blijven toezien, terwijl zulke menschen-
onteerende gruwelen werden gepleegd, met
het dringend verzoek dat die kerken hun
stem mogen verheffen in het belang van
de menschelijkheid en van het recht.
Deze stukken worden ook gezonden aan
de Herv. Kerken in Amerika met verzoek
om steun.
Tijdens de huwelijksfeesten op Don-
1.1. zyn te 's Hage 37 personen
door de ambulances opgenomen, die in
het gedrang een flauwte hadden gekregen.
Nationaal Huldeblijk.
De inzameling te Amsterdam bracht op
f 32,000 over het geheele land ongeveer
f 250,000. De aard van het geschenk blijft
een verrassing tot de Koningin het 7 of
Maart te Amsterdam zal ontvangen.
Voor oud-militairen I
De Kon. Yereeniging van gepension-
neerde onder-officieren en minderen van
het Nederl. leger, in 1879 opgericht met
het doel onderstand te verleenen aan be
hoeftige oud-militairen heneden den rang
van officier en gepensioneerd vóór de Wet
van 29 Mei 1S77 en hun weduwen zal,
daartoe in staat gesteld door een Rijks
subsidie en door bijdragen van HH. MM.
de Koninginnen, van de natie en het leger,
op 19 Febr. ter gedachtenis van den ge
boortedag van wijlen Koning Willem den
Derde, aan 420 hulpbehoevende leden en
weduwen van leden een totaal bedrag uit-
keeren van bijna f 11.000 makende met
de periodieke uitkeering in het begin van
de maand November jl. een bedrag van
ongeveer f21,000 over dit boekjaar of uodert
de oprichting der vereeniging ongeveer
f275.000.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
In het «Hbld.c, wordt de aandacht
gevestigd op het nummer vau de»Johan-
nesburg Gazette* van 7 November 1900,
waarin een kennisgeving in het Hollandsch
en Engelsch voorkomt1000 p.Bt. beloo
ning wordt uitgeloofd voor de opsporing
van een zekeren Van Schwieten, die onder
den naam Bell bij «Kitcheners Horse« ge
diend heeft.
Men schrijft ook daarbij, dat in Johan-
nesburg het volgende verhaal van zen
Van Schwieten liep.
By het Hollanderskorps in den slag bij
Elandslaagte bevond zich de bedoelde per
soon. Hij maakte zich daar meester van
de uniform van een gesneuvelden Engel
schen officier benevens van diens papieren
en voegde zich onder deze vermomming
bij het Engelsche leger. Aldus zou hij
geregeld den Boeren als spion hebben ge
diend, tot hy ten laatste met het Engel
sche leger te Johannesburg aankwam. Op
zekeren dag kwam Van Schwieten, alias
Bell, in vliegende vaart naar het fort van
Johannesburg ryden en vroeg den com
mandant om twee kanonnen met ammu-
nitiewagens waarom Kitchener gevraagd
zou hebben. De fortcommandant gal dade
lijk bevel de kanonnen mee te geven.
Doch sedert is nooit meer iets noch van
de kanonnen noch van Schwieten ge
hoord, behalve de schoten die.de Bn..en-
commando's in de Zwartkopjes er nme op
de Engelschen losten.
Het verhaal, hoe phantastisch ook, lijkt
ons volstrekt niet onmogelijk, vooral niet
in aanmerking genomen de aanzienlijke
premie op Van Schwieten's hoofd uitge
loofd.
Rapport van lord Roberts.
LONDEN, 8 Febr. Het officieele blad
(«London Gazette") bevat de oorlogsdé
pêches van lord Roberts, van 6 Febr. 1900
tot 15 Nov. 1900.
Lord Roberts zegt dat hij bij zijn komst
in Zuid-Afrika geen georganiseerden trans
portdienst vond. De eerste zorg van hem
en Kitchener was, den transportdienst te
organiseeren.
Bulier telegrafeerde hem op 6 Febru
ari, dat een oprukken naar Ladysmith 3000
man zou kosten en bet succes twijfelach
tig zou zijn. Roberts antwoordde dat hij
Ladysmith moest ontzetten, zelfs al zou
het zooveel soldaten kosten als hy vreesde.
Den 9n Februari seinde Buller dat de
operatie niet te doen was zonder ver.-ter-
kingen.
Met betrekking tot het gevangen nemen
van verspreide Engelsche troepenafde-din-
gen zegt lord Roberts, dat de mogelijk.heid
vau zulke rampen voorzien was, daar vóór
de inneming van Pretoria het bezet hou
den van den spoorweg met voldoende
strijdmacht onmogelijk was, zonder den
opmarsch van de hoofdmacht te verzwak-
De laatste dépêche zegt dat hoe groot
de gebezigde macht ook was, zij te zr.inen
nog te klein was voor het werk dat van
haar geëischt werd. Hy geeft dan cijfers
om de ontzaglijke uitgestrektheid van de
bezette oppervlakte aan te toonen. Het
verbreken van den eed door burgers, die zich
hadden overgegeven, schrijft Roberts toé aan
de afwezigheid van bescherming door de
Engelsche troepen, en aan pressie uil ge
oefend door de Boerencommaudanten.
FEUIIjIjElTOISr,
EGON's VROUW.
57)
»En wie zegt u, dat ik deze vryheid thans
nog begeer Ik wil ze niet meer, nimmer
meer. Weet ge wat dat beteekent De echt
scheiding is door mij reeds lang terug geno
men. Ik zelf heb geen enkelen stap gedaan
en zal er ook nimmer een doen. Wilt go nu
echter vrij zyn, dan moet gy dengdolyke
redenen bijbrengen, ik voor mijn persoon zal
echter al het mogelijke doen om u te houden.
Ik wil om u dienen als Jacob om Raohel,
maar nog langer, twintig, dertig jaarzoo-
laDg mijn leven duurt. Voor mii bestaat er
geen scheiding meer, nimmer. Ik zal geen
gewold gebruiken, totdat je vrijwillig by my
wilt blyven. Ge kunt me niet dwingen om
een andere aan myne zyde te roepen. Lindis,
zio eens naar omlaag, ziet ge daar in de open
plek van hot park, dien gryzen, norschen
klant, den watertoren wel In hem stierf'
de liefde voor een andore, die ik vóór n had
gekend. Doch wanneer de liefde voor myn
wettige vronw een aanvang genomen heeft,
ik kan het niet zeggen, ik geloof, dat zij altyd
bestaan heeft, oven groot en sterk. Lindis,
uwe hand beeft, ik verlang nog niets dan
geloof van u, maar dat moogt ge me dan ook
niet weigeren. Ik weet, waarom Leo heen
gegaan is, zonder óón enkel woord van af
scheid, ja ik weet het. Een enkel ondoor
dacht woord heeft het mij verraden, hoezeer
hy' ook zyn best deed om het te verbergen.
En ook gy weet het, gij zoudt anders geen
vrouw moeten zijn. Het was alweder het
noodlot der Hallwey's, dat ons beiden tot het
ware, tot het echte wezen aantrok, 't welk
ooit in onze nabijheid was gekomen. Gij zijt
zóó rein, zóó ongerept door de wereld, dat
Wij, als bedwelmd door het zoete wonder,
stilstonden en het voor ons verwerven wilden.
Wilt ge mij veroordoelen, wyl ik niet ter
stond het waarachtige in u ontdekt heb O,
denk dan toch om het onaangename van den
gedwongen toestand en aan nog veel meer,
maar ik ben eorlyk geweest, myn hartstoch
telijke natuur vierde ik bot, den onstuimigen
man zult ge veel ten goede moeten houden,
maar voortdurend wil ik eerlyk zyn jegens
ons beiden. Men heeft uw onervaren hart
aan my geketend, zonder u naar uwe neiging
te vragen. Ik geloof, dat ik op dit oogen-
blik meer uw vader dan uw echtgenoot ben.
Leo is met mij iu het strijdperk getreden,
zonder mijne rechten op u to kennen, en byua
zou ik de vraag willen doen welke rechten
bezit ik eigenlijk Lindis, wond u niet van
mij af, zie mij aan, ik kijk zoo gaarne in d«
zwarte, kalme oogen, beken mij openhartig,
beantwoordt gy de neiging myns broeders?»
,/Wie heeft u daarvan gesproken?*
„Margaretha moest wel door do mand
vallen, nadat Leo zich zolven had ver
raden."
Lindis sloeg schuchter den blik op, om hem
ook weder verschrikt neer to slaan, toen zij
in het gelaat van don graaf zag, dat in on
beschrijfelijke spanning somber gloeide.
.Graaf Leo is een goed mensch, ik mag
hem gaarne lijdeD,» beleed zy onder een hevig
hartkloppen.
.En ik?'
»U haat ik onbeschryfelyk, ach, vraag
me niet verder, ik weet het immers zelf
In een wilde vlucht stormde zij weg, haar
gelaat was als in vuur gedompeld, en de
zwarte lokken bezaaid met paarscho bloem
pjes. Zij liep het smalle, met ruikende nacht
violieren omzoomde tuinpad af naar het stille
Clematispriëol, Ciska's lievelingsplekje, liet
zich op den tuinstoel neervallen, waarop Ciska
ginter nog goeeiea had, en legde het hoofd
op beido armen.
„Gisteren nog door de luimen van anderen,
heden door de eigen gevoelens rondgeslin
gerd. Ciska, o trouw hart, waar toeft gy
fluisterde zij zachtjes en bevend vau opwin
ding voor zich uit.
Plotseling legde zich een arm om hare ge
stalte, zóó vast, als wilde hy haar nimmer
meer loslaton, en een hand streek behoed
zaam, zeer zachtjes over baar hoofd, als stelde
zy een bevend vogeltje gerust.
Willeloos zonk het onder een zachto man
nenhand togen oen luidkloppend hart en twee
heeto lippen kusten haar voorhoofd. „Mijn
vrouw, myn eeuwig geliefde vrouw, je edel,
kuiscli hart behoort mij toe.' Graaf Egon's
oog schitterde van innerlijk geluk, en de in
sombere onzekerheid dreigende wolk ver
dween van zijn voorhoofd. Hy kusto herhaal
delijk, onafgebroken, de zoete lippen van zyn
jonge vrouw, evenals kon liy er zich niet ge
noeg aan verzadigen.
„Maar ik blyf niet liier, hot is alles zoo
vreemd.' Zy lichtte zich op en onttrok zich
zachtjes aan hem.
Hy streek haar do lokken uit het bruin
getuide voorhoofd en glimlachte. „Ik zal
geen geweld gebruiken, totdat je vrywillig
tot my komt en tegen my zegt„Ik wil by
je blijven." En al ware dit eerst na tien,
na twintig jaren, toch wil ik geduld oefenen.
Je liefde is to kostbaar, dan dat ik ze zou
kunnen
„Nu, dat is me ook een fraaie geschiedenis,
is de pachthoeve dan totaal uitgestorven en
geen levende ziel in den omtrekklonk
plotseling baron Schlichtings stem van uit
den ingang van het huis. Hy scheen niet
bijzonder in zijn humeur en geen wonder
ook, daar hy reeds eeu kwartier alle kamers
had door geloopen, zonder iemand te ont-
Nanwelyks waren zyne misnoegde woorden
weggestorven, toen Jette, Ciska's trouwe
dienstmeid den hoek van het huis omgedraafd
kwam en een diepe .dienares" maakte.
.Neemt het me niet kwalyk, genadige heer,
maar ik was in do keuken. Mijnheer de graaf
was zoo even hier in den tuin, en nn meende
ik, dat hij u ontvangen had.»
„De graaf en waar zyn de Guttheims
dan
.0, die zijn al een nur weg.» Jette pinkte
inderhaast een traan van hare wimpers.
.Dus ben ik dan toch te laat gekomen,
hm. Maar waar hangt de graaf nu in 'a He
melsnaam uit. Hallo, Hallwey 1 Waar heb je
je verstopt?»
„Kom maar nadorby, baron Schlichting.
Mijn vrouw heeft er my toe verleid, om in
dit vochtige, ongezonde prieel te gaan zitten.
Het is een echte pruilhoek, ik hoop, dat ge
haar die liefhebbery eens uit het hoofd zult
praten.»
Hoe gelukkig en trotsch zag graaf Egon
er uit. Hy trok do tot over de ooren blo
zende joDge vrouw uit het Cletaesis-pritel te
voorschyu, en „sapristi,» ontsnapte het
Schlichting van verrassing. Zyn verbluft ge
zicht was werkelyk verraakelyk om aan te
zien. De baron was echter een volmaakt
man van de wereld. Met fijnen tact ontweek
by de vormlooze voorstelling, gelyk hij dit
vroeger op de boschwoido reeds eenmaal had
gedaan. „Dus is het al zóó v«r gekomon,*
kon hy niet nalaten te mompelen, doch wenddo
zich onmiddellyk daarop in een hoffelijke hou
ding tot Lindis.
„Mevrouw de gravin heeft zeker van do
gelegenheid geprofiteerd om de nieuwe meu
bels eens in oogenschouw te nemen, allerliefst,
dat moet ik zeggen. Een woning, als gescha
pen voor een hecht geluk. Ik, arme stumper,
heb geloopen wat ik kon, om nog tijdig by
het afscheid te zyn, maar ik ben mijn leven
lang een ongeluksvogel geweest. U zult me
op de koffie moeten uitnoodigen, mevrouw do
gravin, want ik heb een ontzettenden dorst
en ben er nog al op gesteld om om reeks
dezen tyd een kop koffie te" drinken. Uren
lang heb ik ginds aan 't meer zitten hengelen,
maar ze wildon maar niet aanbijten, en half
woedend bon ik ten slotte weggerend.'
.Zet u gerust by ons, Schlichting, maar
niet hier, gy zoudt ons licht melancholiek
knnnen doen worden, op de zonnige wa ;.nda
is het vry wat aangenamer. Lindis, zou jo
u onzer willen ontfermen Want oj> mijn
woord, ik begin ook dorst te bespeuren. Jette,
ge znlt mevrouw do gravin zeker wol een
handje helpen
Jette stond verstomd en hield de beido
punten van haar schort in de hand. Dut was
dus do vrouw van den graaf. Dat tengere,
zigeunerachtige bruine kopje had hem dus
betooverd, hem, den bceldschoonon man.
(Wordt vervolgd.)