KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en WSeringen. DE GEITENHOEDER. No. 2926 Zaterdag 2 Maart 1901. 29ste Jaargang, Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn". 59. Abonnement p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 871/, Ct. id. franco per post 75 id. f 1.20. id.voor het Buitenland f 1.25,id. f2.00. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureami Spooratraat en Zuidstraat. Ad.vort©ntlên van 1 tot 5 regel*25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. «rivertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMOHGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. KALENDER DER WEEK. MAART, Lentemaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 6 n. 46 m. Onderg. 5 u. 40 m. Zondag 3 Maandag 4 Dinsdag 5 Volle Maan. Woensdag 6 Donderdag 7 Vrydag 8 Zaterdag 9 tilt het Buitenland. De berichten, of liever de geruchten, die jl. Zondag over de gebeurtenissen in den toestand in Zuid-Afrika in Engeland werden verspreid, gaven daar tot blijdschap over den gunstigen loop van zaken aanleiding, en verlevendigden de hoop op een Bpoedige be ëindiging van den oorlog door de onderwer ping der Boeren, dns in 't voordeel van Engeland. Deze mededeeling werd buiten Engeland met innig leedwezen vernomen, want al was die mededeeling slechts gedeel telik juist, dan getuigde die toch in ieder geval er van, dat de oorlogskans zich tegen de Boeren had gekeerd. Gewoon aan do overdryving, waaraan sommige Engelsche nieuwsbladen zich vaak schuldig maken, en gedachtig aan 't feit, dat in de dagen, wanneer 't Engelsche Parlement vergadert, de meest rooskleurige oorlogsberichten hoogst wensche- lyk zyn, ten einde de oppositie in het La gerhuis tot de meest mogelyke kalmte te brengen, werd buiten Engeland verlangend naar meer stellige berichten uitgezien. Wel werd door het Engelsche blad, hetwelk het opzienbarend nieuws mededeelde, verzekerd, dat het uit de beste bron zyn nieuws geput had, doch dit verhinderde niet to golooven, dat ook ditmaal de noodige misleiding in hot spel was. Tot heden toe is het sensatie- makende nieuwtje, dat de Boersn-macht ge slonken, hun toestand hopeloos geworden, en Botha geneigd is het hoofd in den schoot te leggen, niet officieel bevestigd, terwyl het toch voor de hand ligt, dat de Engelsche regeering zich wel haasten zou het medete- deelen, als zij er van wist. Do omstandig heid, dat de verspreider van het bedoelde gerucht den tyd daarvoor had gekozen, dat de Boeren voorheen den glorierijken Majoeba- dag vierden, maakt het zeer waarschynlyb, dat er van het geheele praatje heel weinig of gehtel niets waar is. De berichten van den laatsten tyd zyn ook niet van dien aard, dat zoo maar voetstoots het nieuwtje van de Engelsche courant voor waarheid mag worden aangenomen. Van de operatiën der Engel sche bevelhebbers is dagen lang zoo good als niets vernomen wèl is do klacht herhaald, dat mon tegen den Boeren-generaal Botha geen manschappen genoeg in het veld kon brengen. Wèl werd véér eenige dagen verzekerd, dat een deel van de troepenmacht der Boeren naar het noorden was gezonden, om het district, waar de zetel der Transvaalsche regeering is gevestigd, tegen een eventuëelen aanval van Britsche zyde te beschermen. Deze maatregel, nogal door generaal Botha bevolen, houdt al heel weinig verband met het bericht, dat die bevelhebber een mondgesprek bij Lord Kit- chener zou hebbeu aangevraagd met het oog merk, om de onderwerping der Boeren aan- tebieden, althans daaromtrent de noodige voorstellen te doen. Aandacht verdient boveD dien het bericht uit Loren<;o Marquez, dat de spoorweg-verbinding in de nabyheid van Pretoria verbroken is, eene werkzaamheid, waarmede de Boeren zich stellig wel zullen hebben belast. Maar dat is in elk geval geen arbeid, waarmede menschen zich bezig houden, die voornemens zyn, om vredes onderhande lingen, ook in hun naam, te doen voeren. En die vrede-handel zou geschieden, terwyl kort te voren de Boeren nog toonden te vol harden in het onbruikbaar makeu der wegen in de richting van Natal, waar zy, ofschoon later veijaagd, een posttrein vermeesterden, en de communicatie met den omtrek ver stoorden. Ongelooflyk en ondenkbaar dus, dat de moedige Botha onder zulke omstandigheden moedeloos worden, en er het byltje by neer leggen zou. Eenige Engelsche nieuwsbladen schetsen ook den toestand van de Wet als vrij hachcly k, ofschoon hunne berichten, die heel weinig omvangryk zyn, laten doorblinken, dat de Engelsche vervolgers van dien bewegelykon Boeren-bevelhebber vaak niet recht weten, waar deze zich bevindt, en op welk punt hy zich nu verder weer zal vertoonen. Totnogtoe is de Wet zoo gelukkig geweest, hoe moeilyk en lastig het hem ook gemaakt werd, zynen vervolgers te ontkomen. Laat ons hopen, dut zyno ondernemingen hem bestendig buiten hot hereik zyner vijanden zullen doen blyven. Meermalen hebben we reeds aanleiding ge vonden, om te wyzen op de voor Engeland te wachten gevolgen van den geweldig kost baren oorlog in Zuid-Afrika. De Engelsche Minister van Financiën deed dezer dagen in het Lagerhuis mededeeling, dat de gezamen lijke oorlogskosten tot dit oogenblik hot baga tel van 81.500.000 pd. at. (f978.000.000) hebben bedragen. Doch daarbij is nog niet geteld het ontbrekende, 't welk als het hin kende paard achteraan komtlater in- en loskomende rekeningen, schadeloosstellingen, enz. Deskundigen, die dat volgende bedrag niet uit hot oog verliezen, schatten daarom de gehaelo raming op niet minder dan 125.000.000 pd. st. of 1.500.000.000 gulden. Volgens deze laatBte berekening zou dan iedere Boer Engeland tot September van verleden jaar op ongeveer f 600.000 zyn komen tc staan. Later verminderden de oorlogskosten wol eenigszins, doch door den inval der Boe ren in de Kaapkolonie zijn we weer merk baar gestegen. Nadere berichten van het oorlogstooneel bevestigen canigermate het medegedeelde om trent de mislukking der plannen van de Wet, om in de «Kaapkolonie met goad gevolg te opereoren. Zulks is echter nog volstrekt geen huwys, dat do zaak dor Boeren geheel en al hopeloos staat. Meermalen hebbon sedert hot ontstaan van den oorlog de kansen zich ge keerd, terwijl later weer andere omstandig heden opdoken, die aan den toestand en aan de verhouding der strydende partijen een geheel ander aanzien gaven. Ia elk geval zijn de berichten van den Engelschen opperbevel hebber van dien aard, dat zij nog geen spoedig eindigen van don oorlog in uitzicht stellen, maar integendeel heenwyzen naar de verwach ting, dat do kryg nog lang zal duren. Gemeenteraad van Helder. Zitting van Dinsdag 26 Febr. 1901. Voorz. de heer Van Steyn, Burgemeester. Tegenwoordig zyn alle leden. Nadat de vergadering is geopend en de notulen van het behandelde in de vorige zitting zjjn gelezen en goedgekeurd, is aau de orde de boëediging van den heer G. de Ven. Na door den Secretaris in de zaal binnen geleid te zyn, legt genoemd raadslid de by de wet gevorderde eedeu afj wordt door den Voorzitter gefeliciteerd en neemt zitting. Daarna deelt de Voorzitter mede, dat door hem namens de ingezetenen bij gelegenheid van het huwelijk der Koningin een gelukwensch aan H. M. on Z. K. Hoogheid is verzonden, waarop hy een telegram, bevattende een dankbetuiging, heeft terugontvangen, hetwelk orgelezen wordt. Alsnu geschiedt mededeeling van de vol- nde Ingekomen stukken a. Aanvragen om ontslag als leden der Commissie van toezicht op 't middelbaar onder- wys, wegens vertrek naar elders, van de heeren Mr. W. H. Hoeufft en Mr. J. A. Schaaff. Wordt op eervolle wyze verleend. b. Een dankbetuiging van de Schildersver- eeniging Oefening kweekt kennis» voor do verleende subsidie. c. De rekening en verantwoording van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over het jaar 1900. d. Een adres van de afdeeliug Helder der S. D. A. P., waarin verzocht wordt een bedrag uit te trekken voor kindervoeding en kleedingnu by de wet op den Leerplicht de bevoegdheid der gemeenteraden is erkend voor bovengenoemd doel een som te bestem- Adressen van de vereeniging Algemeen Kiesrecht alhier en van de afd. Helder van don Bond van Ned. Onderwyzers adhaesie betuigende aan bovengenoemd verzoek. De Voorzitter stelt voor adressanten te antwoorden, dat, wanneer uit de werking van de leerplichtwet blijkt de verstrekking van voeding on kleeding voor sommige school gaande kinderen noodzakelyk is, de Raad deze zaak in nadere overweging zal nemen. De hoer de Wit wil de adressen stellen in handen eener speciale commissie, die by de hier bestaande commissie voor kindervoeding wel gegevens kan bekomen. De benoemde commissie kan dan den Raad van advies dienen. De Voorz. meent, dat zulk een commissie overbodig is. Uit de statistiek, die opgemaakt wordt door de commissie tot wering van schoolverzuim, zal blykeu hoever de kwaal zich uitstrekt, waardoor kinderen door gebrek aan voedsel en kleeding verhinderd worden de school te bezoeken. De heer Verfaillo wil gaarne medewerken om aan behoeftige kinderen voedsel en kleeding te verstrekken, wanneer werkeljjk de noodzake lijkheid blijkt en hy verzekerd is, dat het goed wordt besteed. De heer Kramer kan zich met het gesprokene niet vereenigen. Als anti-revolutionair is by tegen het verstrekken van voedsel en kleeding aan de kinderen, want het kind behoort aau het huisgezin. Kan het door gebrek niet naar school dan moet men de ouders steunen. Het kind be hoort zich afhankelijk te gevoelen van zijn ouders, die van Gods wege boven hen ge steld zijn. Door de kinderen te verzorgen, wordt de band afgesneden en het gezag ondermyud. De diaconiën zyn verplicht de ouders te steunen en het ligt niet op den weg van den Raad voor bovengenoemd doel gelden uit te trekken. De Voorzitter meent, dat do beschouwing van den heer Kramer nog niet aan de orde is en zijn gronden kunnen eerst in aanmerking komen, als de Raad een beslissing neomt over het al of niet toestaan van gelden. De heer Korver doelt mede, dat hy als lid der schoolcommissie een onder zoek heeft iugcsteld naar het noodzakelijke van voeding en kleeding aan schoolkinderen, maar de hoofden van scholen verklaarden, dat het zelden of nooit voorkwam, dat armoede de oorzaak van schoolverzuim was. Doch een persoonlijk onderzoek heeft hem treurigo toe standen doen zien. Het anti-revolutionair beginsel kan men niet altjjd in toepassing brengen, wanneer de ouders geen lidmaten van eenig kerkgenootschap zyn. Hij steunt het voorstel van den Voorzitter om de rap porten van de commissie tot wering van schoolverzuim af te wachten en dan maat regelen te nemen, anders is het een groep in den blinde. De heer Staalman betuigt zyn instemming met het gesprokene van den heer Kramer. Alsnu wordt het voorstel van den heer de Wit in stemming gebracht eu verworpen met 18 stemmen. Hot voorstel van den Voorz. wordt daarop met algemeene stemmen aangenomen. e. Een adres van de afd. Helder der S. D. A. P. verzoekende1. wegens de betrek kelijke grootte der gemeente meer dan één commissie tot wering van schoolverzuim te benoemenen 2. deze commissiëa zoodanig samen te Btellen, dat daarin vertegenwoordigd worden de verschillende klassen der bevol king, zoowel wat economische omstandigheden, als wat politieke richting betreft. Een adhaesie-adres van de afd. Helder van den Bond van Ned. Onderwyzers. Op voorstel van den Voorzitter wordt met algemeene stemmen besloten aan adressanten te berichten, dat zooveel mogelyk op hun wensch zal gelet worden. f. Een schrijven van den heer Korver, waarin gewezen wordt, dat vroeger door den heer Spruit en" hem een plan is ingediend tot invoering van het tonnenstelsel. Doch dat dit geen gewenscht gevolg had, omdat B. W. een en ander te bezwarend vonden. Sedert is de primitieve manier van ophalen der faecaliën blijven voortgaan. Redenen waar om hy nogmaals een beroep op don Raad doet, om B. W. uit te noodigen een betere inzameling van faecale stoffen door een dege lijk tonnenstelsel voor te bereiden. Do Voorzitter zegt, dat B. W. overtuigd zijn, dat deze aangelegenheid niet is geregeld; zooals zy behoort te zyn, en hy stolt voor dit verzoek in hun handen te stellen. Zy zullen alsdan de zaak onderzoeken on een raming van kosten opmaken, om tot een be teren toestand te geraken. Aldus besluit men. g. Een adres van den Ned. Vrouwenbond tot verhooging van 't zedelyk bewustzijn, waar in gewezen wordt op de wyze van zieken verpleging in het Ziekenhuis alhier, die in 't geheel niet beantwoordt aan de eischen, die gewenscht zijnde oppassers kunnen zich niet geheel aan hnnne tnocielyke taak wijden, daarom wordt verzocht ervaren en geëxami neerde verplegers aan te stellen. Nadat de heer Korver er opgewezen heeft, dat ook het gebouw ongeschikt is en de school zeer hinderlijk voor de zieken is, wordt het adres in handen gesteld van de commissie van het Ziekenhuis, aan welke opgedragen wordt voorstellen te doen omtrent gebouw en verpleging. h. Een verzoek van de heeren Graaff en Wjjker, om een verkavelingsplan van bouw terreinen aan het einde der Breestraat en Middenstraat goed te keuren, wordt niet behandeld, omdat het eerst heden is ingeko men, maar toch wjjst de Voorzitter er op, dat in 't geheel daarbjj niet is voorzien in bestrating en rioleering. Hy acht hot wen- schelijk, dat adressanten daarop opmerkzaam worden gemaakt en dat zy nadere inlichtin gen geven, opdat de Raad dan beter oor dcelen kan. Met dit advies vereenigt mon zich. i. Een adres van J. Van der Leek, die het pontveer aan de Achterbinnenhaven ex ploiteert, verzoekende van gemeentewege een jaarlyksche subsidie. In het adres, dat door 40 anderen ondersteund wordt, wordt gewe zen op de groote behoefte, waarin deze pont voorziet, maar waarvan de opbrengst nog geen f3 's woeks bedraagt. De Voorzitter stelt voor het verzoek te wijzen van de hand, omdat dit veer niet belangrijk genoeg is, om een jaarlijksche subsidie te verloenen. Nadat de Voorz. op een vraag van den heer Staalman verklaard heeft een onderzoek in gesteld te hebben, wordt overeenkomstig hot voorstel besloten. j. Missives van Ged. Staten, bohelzende goedkeuring van de volgende raadsbesluiten de overdracht van gronden, hot 2e snppletoir kohier van den hoofd. omslag dienst 1900, de gemeenterekening over 1899, de gemcentebegrootiog dienst 1901, de heffing van den hoofdei, omslag on de heffing van plaatselijke accynsen op 't gedistilleerd. k. Kennisgevingen van de aanneming der door den Raad in de vorige zitting godanen benoemingen en wel van den heer J. Soven- huijsen als lid van de commissie voor de geraeentereinigingvan mej. A. W. Van Neck als onderwijzeres aan school 7avan don heer J. Dunselman als regent, van mevr. OortgijsenGeijselaar en mevr. BuijsKoorn als regentessen van 't Algemeen Weeshuis; en van de heeren Fred. Van Twisk, F. Boon Jr. en J. Duinker als loden van 't Burgerlijk Armbestuur. Procesverbaal van de op 27 Dec. 1. 1. gehouden kasverilicatie by den gemeente ontvanger, waaruit blijkt, dat de boeken en bescheiden in orde zyn bevonden en er f 13026,34 in kas was. m. Mededeeling van de vereeniging de Hoofdcursus, dat de heerea L. Bruyn en W. Visser tegen 1 Jan. als leeraren ontslag heb ben genomen en dat in plaats van eerstge noemde is benoemd de heer A. Kylstra en dat laatstgenoemde voorloopig de lessen blyft ge ven tot een ander in zyn plaats is benoemd. n. Mededeeling dat de commissie van 't Ziekenhuis niet langer als zoodanig wenscht op te treden. Dientengevolge wordt den leden ouder dankbetuiging eervol ontslag verleend. o. Praeadvies van B. W. op het adres van de onderwyzers-vereenigiug ,De Hoofd cursus» om de jaarlyksche subsidie van f 200 op f 300 te brengen, hetwelk tot inwilliging van het verzoek besluit, omdat de ingewon nen informatiëu zeer gunstig luiden on alle examenvakken onderwezen worden. De heer Staalman heeft hier tegen bezwaar, omdat hem uit een brief van den hoor Visser, die by de stukken lag, is gebleken, dat lessen in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig zyn en men zich in die vakken zonder leiding wel kan bekwamen. De Voorzitter brengt in herinnering, dat in don Raad meermalen den wensch is te kennen gegeven, dat alle vakken onderwezen zouden worden. In stemming gebracht wordt do subsidie met 11 tegon 8 stemmen op f 300 bopaald. Tegen stomden de boeren Verfaille, Korver, Hart- sinck, Krijnen, Staalman, Sevenhuysen, Van Ede en Terra. p. Een adres van Johanna Unrbanns vor- zoekende de gewone gratificatie, die j&arljjks aan haar moeder werd uitgekeerd. Zy doet dit verzoek ingevolge de besprekingen het vorige jaar in den Raad gehouden. De Voorzitter vreest, dat door het verzoek in te willigen, men een gevaarlijk incident in 't leven roept. Hy acht het beter de gratificatie aan de moeder uit te keeren. De heer Korver is van een ander gevoelen, hij meent dat hier een buitengewoon geval is, en door sterfgeval of huwelyk blyft alsdan de dochter in 't genot der gratificatie. De heer Staalman wil ia waardeering voor de verdiensten van don heer Uurbanus niet onderdoen, maar betwist of er eenigen grond bestaat een toelage te verleencn, want weduwen van mindere beambten worden door don Raad afgewezen. Hy acht deze vrij gevigheid misplaatst, want do heer Uurbanus had een traktement van f2200 h f2300 en was verplicht geweest voor zyn weduwe en kinderen te zorgen. Voor zjjne tekortkoming mag men den Raad niet aansprakelijk stellen. De heeren Over de Linden cn de Wit pleiten in 't belang der adressanto en wijzen op de vele tegenspoeden, waarmede de heer Uur banus te kampen heeft gehad. Nadat nog do Voorzitter verzekerd heeft, dat de omstan digheden van dien aard zyn, dat de gratificatie uoodig is, wordt met 15 tegen 4 stommen besloten aan do weduwe f300 gratifioatio te verloenen. Tegen stemden de heeren Kra mer, Viejon, Staalman en Van Ede. Vervolgens wordt met algemeene stemmen Het Suppletoir Kohier der Hondenbelasting dienst 1900 tot een bedrag van f 333,75 vast gesteld. Vorder komt ter tafel Een schrijven van B. en W., waarin mede gedeeld wordt, dat by do Waterleiding zyn aangesteld als machinist G. Folmer, als stoker- macbinedry ver J. J. Snel, als werkman belast met de levering van wator aan de schepen J. Bruné en als klerk J. Stol. Aan deze me dedeeling verbinden B. en W. de volgende voorstellen: 1. het traktement van den machi nist te bepalen op f 1000 'sjaara met vrjje woning, vuur en licht en van den stoker-ma- chinedrijver op f 600 2. de volgende personen in het Pensioenfonds op te nemenA. J. Lafebcr en G. Folmer. De heer Staalman vraagt waarom alleen de directeur eu de machinist in het pensioenfonds worden opgenomen en do overige personen niet, waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit ambtenaren zijn en de anderen werklieden. De heer Staalman merkt op, dat de grens zeer willekeurig is getrokken en hy hot ver schil niet inziet en allen in het fonds opge nomen wenscht te zieD. Ook de heer de Wit acht het onbillijk de werklieden uit te sluiten, waarop de Voorzitter mededeelt, dat de stoker voor een jaar is aangesteld en B. W. bij het doen van dit voorstel overeen komstig de bestaande verordening hebben ge handeld. De heer Dito pleit er voor, dat in de nieuwe regeling ook de werklieden opgenomen wordeD. De heer De Wit wil om consequent te zyn, dan ook de opneming van don directeur en machinist iu liet pensioen fonds zoo lang uitstellen. Do heer Ver faille acht het ook onrechtvaardig de min deren nit te sluiten. De Voorzitter en de heer Over de Linden wyzen op de mo^jeljjk- heid, waarin men komt door deze werklieden op te nemen, want dan zullen de andere werklieden der gemeente hetzelfde verzoeken. Na nog een langdurige en heftige discussie, waarin de nieuwe pensioenregeling ter sprake komt, men van verschillende zjjden aandringt op spoed maakt de heer Staalman de opmer king, dat do minderen met een kluitje ia het FEUILLETON. Vrg bewerkt door AMO. 2) Jacques Beauchêue lachte weder op een onaangename spottende wyze. Dit lachen ging de jonge dame door merg en been. Zij vond het verschrikkelijk, dat een mensch, door welke oorzaak dan ook, tot znlk een staat van ellende en verdorvenheid vervallen kon. Deels met medelijden, deels met ontzetting vervuld, maar door het naderen van de lie den nit het slot moediger geworden, antwoord de zy ,Ik dank u, Jacques Beauchêne, voor uwe waarschuwing, hoewel ik hoop, dat de omtrek van het kasteel Leuronsac niet zoo onveilig is als gij meent. Ik ben u echter dankbaar en wil elke gelegenheid aangrypen om u van dienst te zijn. Wanneer gij dus een wensch hebt dion ik vervullen kan, reken ik er op, dat gy mij dien zult mededeelen." .Goed, burgeres. Ik weet, dat gy het op recht meent. Gy zyt niet als dat andere gebroed, dat ons steeds beleedigt on plaagt en den boer beschouwt als de matras, waarop hy ligt. Daarom wil ik u iets verzoeken, wat gy my wel kunt toestaan. Sedert twee jaar bnrgeres, in storm en koude, ia zomer en winter, overnacht ik hier in dezeu toren ik heb geen andere verblijfplaats. Nu zal men my hier met u aantreffen eu men zal zich haasten, den omtrek van het slot te zui veren mon zal mij verjagen. Ook dezen el- lendigen bouwval, waaruit ik, door den nood gedwongeD, hagedissen en ander ongedier te verdreven heb, zal men mij misgunnen »Dat zal men niet. En wanneer ik niets anders voor u doen kan, Jaques, dan zult ge hier ongestoord blyven.' Madeleine had snel, als onder onmiddelly- ken aandrang gesproken. Nu schoot er een listig loerende blik uit de oogeu vau den jongen boer. Het scheen, dat hem met dezo gunst een grootere dienst bewezen werd, dan wellicht iemand gelooven zou, dat eeu by- zondere voorliefde hem verbond aan een verblyf zoo dicht mogelyk bij het slot ge legen. „Burgeres," antwoordde Jacques, niet zonder eenigen spot, «gy zyt een toonbeeld van edel moedigheid en goedheid. Ik dank u. Van dit oogenblik af kunt ge steeds ovor my be schikken, en wanneer ge in uw leven in eon toestand komt, dat go de diensten van Jan Jacques Beauchêne mocht noodig hebben, dan dan weet gy, waar gy mij kunt vinden.' Eenige ruiters, die thans zeer dicht gena derd waren, doch op den harden rotsweg slechts langzaam mot hunne padden konden vorderen, riepen van verre Madeleine toe. Nog iets, burgeres! Wauneer go my hier zoekt, is een kort gefluit, zooals ge het zeker dikwijls hy storm van do meeuw gehoord hebt, voldoende om my te voorschijn te brengen. Verstaat gy Het is duidelijk, dat ik hier niet voor iedereen uit het slot te spreken ben daartoe is my mjjn huid te lief. Eu nu, vaarwel! Ik heb geen lust om met uw ruiters in gesprek to komen." Blijkbaar met het doel in de nabijgelegen boöchje8 beneden don toren te verdwynen, verwyderde Jacques Beauchêne zich thans een weinig, daarbij echter de naderonde rui ters scherp in het oog houdende. Vooraan bemerkte de jonge boer een heer in ryke, voorname dracht. Zijden kousen, schoenen met zilveren gespen en een sterk gladsond vest verrieden den edelman. Plotseling bleef Jacques, van oogmerk ver anderende, weder staan en verdubbelde de opmerkzaamheid, waarmoe hy de naderko- menden bespiedde ja, om ze beter te kunnen zien, ging hjj ze zelfs eenige schreden te gemoet. De voorste ruiter had slechts de burggravin in het oog, die hij reeds van verre toeriep en eindelijk, toen hij nabjj genoeg was, zeide,wat hebt gy ons ongerust ge maakt! Weet gy niet, dat de tyden er niet naar zyn om zulke zorgelooze wandelingen alleen te ondernemen Uw vader is buiten zich zelf van angstwij allen waren het. God zy dank, gij zyt wedorgevonden en ge heel ongedeerd.' .Waarom zou ik het niet zijn, Charles?' Waarom? Maar, mijn hemel, ziet gjj dan niet in, dat thans, nu er allerlei verdacht volk in het land rondsluipt, eene jonge dame niet zonder geleide zulke uitstapjes kan makeu 1 Wie is gindsche vagebond Hé, Renaud, Lorrain, neemt dien kerel gevangenHy schyot niet bijzonder te vertrouwen te zyn." „Laat hem gaan, Charles riep Madeleine snel. ,Ik wensch niet, dat hem om mijnent wil iets geschiedt.» De beide bereden dienaren, die Jacques reeds wilden gevangen nemen, kwamen weder terug. De jonge man, die Madeleine bij zyn voornaam Charles had geuoemd het was graaf Charles de Miraye was van zijn paard gesprongen en bood zyn nicht hoffelijk den arm, zeggende .wat ben ik bly u gezond en wel voor my te zien, MadeleineGy ondeugd Ons zoo to verschrikken Madeleine nam onbeschroomd zyn arm, maar zag hem eenigszins schalks on plagend Zoo?» vroeg zij lachend, .waart gy wer- keljjk zoo ongerust?' „Twyfelt gy daaraan, Madeleine?" vroeg hy op een toon vol verwijt. „Och neen, maar er bestond geen roden tot bezorgdheid.» Hoe, menschen van dat soort ziet gy voor onsohuldig aan Zonder twyfeL Het is een vroegere lyf- eigene van vader.» Des te erger Een kort en hoonend gelach klonk van den kant waar Jacques Beauchêne stond en ter wyl de graaf de Miraye en z'jn nicht, lang zaam en voorzichtig den rotsweg afklimmende, zich verwijderden, bromde de boer voor zich „Wie van ons beiden het winnen zal, graaf Do Miraye, zal nog moeten blyken." IL De ruiters mot burggravin Madeleine waren reeds vertrokken en by don toren was alles stil geworden. Jacqnes Beauchêne was in de schaduw gaan liggen eu staarde half droomend en halfluid zingend naar den blauwen hemel. Plotseling zweeg hy en hief lnistcrend het hoofd op, alsof oen verdacht geruisch hem gestoord had. Een kort, schel geffnit deed zich hooren, waarop Jacques Beauchêne opsprong on op dezelfde wyze antwoordde. Toen werd alles weder een korte poos stil, tot het van bene den klonk: .Jacques!» „Hier!» antwoordde Jacques. Nu werd ook het geluid van krakende tak ken en het kort afgebroken blazen en hygeu van iemand vernomen, die zich blykbaar met groote moeite omhoog werkte. Eindolyk dook onder de hoornen een boer op, die op Jacques toetrad. Zyt gij het, Pierre Donard Wie zou het anders zyn? Ontvangt gy hierboven op uw bespiederspost meermalen zulk gezelschap antwoordde de aange komene. Ik verwachtte u heden niet.» „Waarom niet? Gy weet, Jacques, de dienst voor het vaderland is gebonden aan dag noch uur. Wat voor nieuws?' Hierop bood de jongeling hem de hand tot welkomstgroet. Het was een merkwaardig fijne hand, waaraan men terstond bemerkte, dat zy nooit'ploeg of houweel gehanteerd had. Ook zag do omgeslagen kiel van Pierre Do nard er in het oog vallend frisch en nieuw uit, zoodat een opmerker wol spoedig op de gedachte moest komen, dat het geheele boer schap van hem vau zeer jongen datum moest zyn en zich alleen tot de klooding bepaalde. Van voren was de kiel op eigenaardige wyze opgevuld, en wanneer de man zich omwendde, vertoonden zich duidelijk de omtrekken van twee pistolen, die hy onder den kiel in den gordel droeg. .Hoe zullen de nieuwstijdingen in deze wildernissen doordringen, Pierre Donard? Ver tel gy my liever, wat daarbuiten in de wereld omgaat,» zeide Jacques Beauchêne. Het is alles dolheid en verraad, on de ergste schelmen-zyn de edelen, Jacques. Wees op uw hoede zeg ik n, want het vaderland is in gevaar.' Alweder (Wordt vervolgd.) riet gestuurd worden en mon hen mot een wissel op de toekomst tovreden tracht te stellen. Dit laatste lokt een protest van don heer Over de Linden uit. Do heer Do Wit verzet zich ook mot kracht tegen het voorge stelde en de Voorzitter tracht nogmaals dui delijk te maken, dat het geheel inden geest van de figeeronde verordening is. Nu worden de 2 voorstellen in stemming gebracht. Het lste, waarbij do jaarwoddo vau Folmer op f 1000 en van Snel op i 600 is bepaald, wordt aangenomen met algemeene stemmen. Het 2de, waarby de directeur en do machi nist ia het pensioenfonds worden opgenomen, wordt aaDgenomen met 15 tegon 4 stemmen. Tegen stemden de heeren de Wit, Staalman, Van Ede en Viejou. Na deze beslissing doet do heer Korver h«t voorstel Bruné onder de ambtenaren op to nemen. De Voorzitter geeft de verzekering spoedig voorstellen tot vorbetoring dor be staande verordoning in to dienen, waarop do heer Korver zyn voorstel intrekt, dat «ven wel door den beer Staalman overgenomen, maar met 14 tegen 4 stemmen vorworpon wordt. Véór stemden de heeren de Wit, Staal man, Van Ede en Viejou, terwijl de heer Hartsinck buiten stemming bleef. Verder doet de Voorzitter het voorstel, wegens verbouwing van hot tegenwoordige kantoor voor de gemeentebelastingen by het Havenhoofd dit te verplaatsen naar een huis op de hoek van do Paleissteeg en genoemd gebouw te huren van 1 Maart tot 1 Jnli tegen f 2,10 per week. Niemand vorklaart zich hier tegen. Nog wordt een crediet verzocht van f 150 tot hot plaatsen van een tochtpui in de ves tibule van het raadhuis on het doen vau eenig schilder- en behangwork. Met alge meene stemmen wordt dit crediet verleend. Vervolgens gaat men over tot het benoemen van leden van de commissie belast met de opneming der stemming van leden voor de Kamer van Arbeid. Benoemd worden tot Voorz. de heer Kramer, tot leden do heeren Terra en Kuiper en tot plaatsvervangende leden de heeren Hartsinck, de Ven en Van Twisk. Alsnu komt ter tafel een huishoudelijk reglement van de commissie tot wering van schoolverzuim. Do voornaamsto bepalingen daarin voor komende zyn Er is 1 commissie, bostaunde uit 9 leden, dio om de 3 jaar aftreden, maar weder benoembaar zijn. De Voorz. en de Secretaris treden elk jaar af. Omtrent de toelage der leden en de bezoldiging van Voorzitter en Secretaris is nog niets bepaald, daaromtrent kan later, wanneer do werkzaam heden der commissie meer bekend zyn, een beslissing genomen worden. Overgaande tot do benoeming der leden, nadat vooraf do heer de Wit de wensche- lijkhoid heeft uitgesproken, om te voldoen aan het verzoek vau de afd. Helder dor S. D. A. P. om ook een socialist te kiezen, worden gekozen de lieeren J. Brouwer, W. C. van Breda, J. K. Lahout, P. Keuning, Th. Terra, K. de Vries, J. H. Corporaal, G. Marinus en A. A. Hes. De Voorzitter stelt aan do orde. wegens het vertrek van den lieer Frowein, de be noeming van een lid der Commissie voor de overname der Gasfabriek. Do lioer Stammes merkt aan, dat de Com missie haar taak heeft voleindigd en zy dus ontbonden kan worden. Ily wil de verdere regeling dezer zaak aan B. W. opdragen. Aldus wordt besloten. Tot leden voor do commissie van het Ziekenhuis worden benoemd de heeren C. G. van dor Lee, G. de Ven en S. Krynon. Op voorstel van den heer Korver wordt wegens het late uur de behandeling van het voorstel tot wyzigiDg van de Algemeene Politieverordening, dat nu aun de orde is, uitgesteld tot een volgende vergadering. By de nu volgende Rondvraag informeert de hoer de Wit naar de nieuwe regeling der diensturen der politieagenten en naar de vrije dagen dier ambtonaren. In een volgende vergadering zal do Voorz. de gegevens overleggen. Ook wijst do hoer do Wit er op, dat liet wenschclijk is, dat in de niouwo politiever ordening overeenkomstig de leerplichtwet, be palingen worden opgenomen, welke ambtonaren van politie gerechtigd zijn, een kind, dat ge durende den sohooltjjd op don openbaren weg is, naar bet hoofd der school te brengen. Do Voorzitter zal daaraan zyn aandacht schenken. Hierna wordt de vergadering gesloten. Ingezonden HET «WITTE KRUIS.» Met aandacht heb ik kennis genomen van het jaarverslag van de afdceliftg Heldor der Noordhollandsche Vereeniging .Het Witte Kruis» on tot mijn genoegen bleek my, dat de afdeoling in bloei toegenomen en het leden tal met 100 vermeerderd is. 't Is echter met my dankbaar maar niet voldaan. Ik betreur, hot goede doel dor afdeeling op den voorgrond plaatsende (verschaffing van materieel voor zieken) het ledental nog zoo gering is en hoop het den secretaris, den heer G. de Ven gegeven mege zijn, het volgend jaar te kunnon constateerun dat het ledental verbazend is gestegen. Plicht is het, mijns inziens, dat ieder dio daartoe financieol in staat is, lid wordt en mon in dagen van gezoudheid zorgt voor tyden van ziekte. Door toetreding steunt men de afdeeling en stolt haar in de gelegenheid ook min- on on vermogenden van dat materieel te laten profiteeren d i t toch moet in do eerste plaats aanleiding zijn tot toetreding en eerst dan om, zoo nooclig, daarop persoonlyk aanspraak te kunnon maken. Ilct dacht my goed het voorstel van de Commissie, dat mon 3 maanden lid zal moeten zijn om aanspraak te kunnon maken op d£

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1