I
KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
iiriiDD-.uumni
P. Puinbroek,
A
Poiireiliisiei
D. KOPPEN, ZUIDSTR. 73.
DE GEITENHOEDER.
voor Helder, Texel en Vlieringen.
A. BARNEVELD, Keizerstraat 93,
pi Molengracht 6
de nieuwe TUIN- en BLOEMZADEN,
GRAS- en KLAVERZADEN.
No. 2937
Woensdag 10 April 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 59.
Ationnomont
3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87%,Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. voor liet Buitenland f 1.25, id. f2.00.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder.
Bureaus i Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentlên
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5»
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Advertentiën moeten uiterlijk des D1.N8DAG8- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
11 Kuwrnmno ew.
HELDER, 9 April 1901.
Yan den heer A. Kwant alhier, die eenige
jaren in Transvaal doorbracht, daar gedu
rende 6 maanden op commando was en in
December 11. het land is uitgezet, ontvingen
we een geschrift betreffende de aankomst en
behandeling van de verdreven vrouwen en
kinderen, naar de zoogenaamde kampen, in
de omstreden van Johannesburg. Deze bij
zonderheden zijn hierin medegedeeld door
den heer P. van Trotsenburg te Johannes
burg, die er getuige van was en een werk
zaam aandeel nam aan de pogingen, om de
ongelukkigen hulp te verleenen. Deze
schrijft
Johannesburg, 20 December 1900.
Nog altijd zitten we hier ingesloten en
nog woedt de oorlog met al zijn verschrik
kingen, slechts bij schokken leven we. Nu
eens komen er geruchten, die ons met
blijde hoop en nieuwen moed vervullen, en
dan komen ons berichten ter oore, uit de
Zuid-Afrikaansche nieuwsbladen, die ons
ter neer slaan en allen moed doen bene
men. Sedert November zijn we een nieuwe
phase van dezen onzaligen krijg ingetreden.
De strgd tegen de vrouwen en kinderen reeds
begonnen, breidt zich uit. Wij vernemen, dat
uit alle plaatsen in de beide Republieken de
vrouwen en kinderen zullen uitgedreven
en in kampen bijeengebracht worden, ter
wijl de mannen als krijgsgevangenen naar
elders zullen worden vervoerd. Maar laat
ik het pleit niet vooruitloopen- Op het
einde van November kwam mijn buurvrouw
mij om hulp en bijstand verzoeken, voor
vrouwen en kinderen, die in vuile beesten
wagens waren aangekomen. Vijf dagen
hadden ze gereisd, honger en dorst geleden
en nat en 'ziek als ze waren, lagen ze
daar in armoede neder. Mjjn eerste vraag
was >wat zijn dat voor menschen »Wel
onze eigen boerenmenschen, die door de
Engelsche soldaten van hun plaatsen en
hoeven zjjn verdreven. Och, kom toch en
laat ons helpen, allen roepen om brood en
lijden dorst, terwijl kleeren en dekens hoog
noodig zijn. Met mjjne vrouw en eenige
anderen gingen we heen en kregen een
tooneel te aanschouwen waarbij het hardste
hart zou gebroken hebben. In eene stad,
waarin aan alles gebrek is, heeft men in
een uur tyds geen voedsel voor een paar
honderd menschen. Liefdadige mannen
en vrouwen waren er echter, die door de
ellende getroffen, samen alles in 't werk
stelden, om- te helpen. De predikanten
verleenden hierbjj hun machtigen steun.
Van alle kanten kwam hulp opdagen. Die
bracht een blikje melk, gene brood, deze
wat koffie, weer een ander dekens en klee
deren. Het was Vrijdag tegen den avond
en we vroegen ons af, zouden die opge;
propte wagens met hunne droeve lading
op deze plaats blijven en voor den nacht
invalt niet hunne bestemming verkrijgen?
Men ging naar den Engelschen officier,
die was opgedragen voor die arme schep
sels te zorgen. Deze bevond zich in het
North Western Hotel, waarvan ook al een
gedeelte vol was met uitgezette vrouwen.
»Zoo!" zegt de officier, »is er een trein
aangekomen Het is nu te laat, de muilen
zijn moe en de Kaffers weg, morgen vroeg
zal ik er voor zorgen." En dezen nacht
»Nu ja, laten ze het zich zoo gemakkelijk
mogelyk maken." Met deze hartelooze
woorden werden de mannen afgescheept.
Het werd donker, een koude mist stak
op en het uur was daar, dat we allen weg
moesten. Zij, die vrouwen en kinderen,
konden bljjven en waren in dien guren
nacht aan weer en wind blootgesteld Vroeg
in den morgen waren we weer op de plaats
der ellende en hadden nauwelijks gelegen
heid ora dien armen schepsels wat brood
uit te reiken, toen de trein naar de ren
baan, een uur buiten de stad, gevoerd werd,
waar ook reeds vele lotgenooten zich be
vonden. Een commissie werd gevormd van
predikanten, ouderlingen en notabelen. In
de Irenekerk kwam deze commissie den
zelfden morgen bijeen, en besloot alle
pogingen aan te wenden om verbetering
aan te brengen in het vervoeren van de
verdrevenen, zoodat zulks op een mensche
lijker wijze mocht geschieden. Voor een
bedrag van 200 p.st. werd terstond inge
schreven voor dadelijke hulp. Geld is voor
zeker goed, maar wat baat het-, als men er
geen voedsel voor koopen kan, als opnieuw
treinen met verdreven vrouwen aankomen
Toch wilde men gaarne helpenieder zou
eenig voedsel afstaan en in depót bezorgen
Mj mevrouw Calfijn, mevrouw Levi en bjj
my aan huis. Van alle zijden werd het
ons toegezonden, zoodat we voorbereid
waren, om die arme menschen bij aankomst
te voeden en te laven. Edoch, we hadden
niet gerekend op die aller-Christelijkste
natie, die ons belette de aankomende spoor
wagens te naderen. Bidden en smeeken
er voor hielp niet, maar moedige vrouwen
drongen door en hadden nog het geluk
dat liefdewerk te kunnen uitvoeren. De
commissie zou iedere week vergaderen,
maar de drang der omstandigheden was
zoo groot, dat men eiken dag moest hijeen-
komen.
Op één dezer bijeenkomsten was een
mejnffr. Botha, die het woord vroeg.
Zij begon met den dichter P. A. de Ge-
nestet en zeide
»Zoo u het hart tot spreken dringt,
Zoo spreek."
Zelden of liever nooit heb ik een vrouw
zoo hooren spreken, als dat eenvoudige
boerenmeisje.
Drie dagen en nachten was zij met hare
zusters in de renbaan geweest om de vrou
wen en kinderen te helpen, te troosten,
te verzorgen en te voeden. Thans was zij
uitgeput en ten einde raad. »Niet de
minste voorzorgen," zeide ze, »waren er
genomen, opdat die vrouwen konden slapen.
Geen beddegoed, geen water, geen kook-
gereedschap, niets voor reiniging en ver
warming. Onvoldoend en slecht voedsel,
het meliesmeel was stinkend en de zwarte
suiker bedorven. Was het niet God ge
klaagd Welk eene ramp voor onze men
schen Van de meeste vrouwen in de ren
baan was haar goed door de zorgeloosheid
van de Kaffers verloren gegaan, doordat
de kisten en pakken misschien in de andere
kampen waren terecht gekomen. Een vrou
wenkamp is te Rosettenvil, één aan de
Robinsondiep en een ander aan de Village
Mainreef.
Stel u den toestand voor, door mej.
Botha geschetst, die allertreurigst was,
waarin onze boerenvrouwen en familie
verkeeren Het was hartverscheurend om
aan te hoorenMen besloot een deputatie
naar den Militairen Gouverneur van Johan
nesburg te zenden, om hem te vragen onze
menschen niet meer als beesten te behan
delen. Ze werden heen en weer gestuurd en
verkregen op hun dringend verzoek het ant
woord, dat alles van hoogerhand en in overleg
met den geneeskuudige was vastgesteld.
Wijziging in den toestand had niet plaats,
alleen werd een soort winkeltje bij de kam
pen en laagers geopend, waarin melk
roastbeef te koop was. Ik eindig en hoop dat
mijn schrijven in Nederland aankomt en daar
liefdevolle harten zich zullen openen, om die
ongelukkige vrouwen en kinderen te troos
ten en te helpen en moge het meewerken om
het protest tegen den verschrikkeljjken krijg,
door het heerschzuchtig Engeland begon
nen, uit te breiden en te versterken.
P. v. T.
Aan andere bladen doe ik het beleefd
verzoek, het stuk over te nemen.
De Kamer van Koophandel en Fa
brieken in deze gemeente, zal vergaderen
op Vrijdag den 12 April a.s. des avonds
ten 7'/s ui»".
Stukken voor deze vergadering worden
ingewacht vóór genoemden datum bij den
voorzitter of een der leden.
1 In de Marnixstraat te Amsterdam is
een droevig ongeluk gebeurd.
Een kind van een jaar of acht liep daar
op de tramrails, toen er een wagen van
de electrische tram in volle vaart naderde.
Een werkman van de tram, die toevallig
vlak bij was, zag het gevaar waarin het
kind verkeerde en snelde toe om het weg
te rukken. De kloeke man, Visser genaamd,
duwde 't kind weg, maar werd 't slachtoffer
van zijn goede daad. Hij struikelde, raakte
onder den wagen, die niet snel genoeg kon
stilhouden en werd deerlijk gewond opgeno
men. Men bracht hem stervende naar het
Binnen-Gasthuis, maar onderweg bezweek
de man. Het knaapje, dat een niet ernstige
kwetsuur had gekregen, werd ter verbin
ding in het Gasthuis opgenomen.
De bestuurder van den electrischen wa
gen had aan het ernstig ongeluk geen schuld.
Alles gebeurde zóo snel en zóo plotseling, dat
er geen
meer was om te remmen.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Het meest merkwaardige bericht Vrij-
jl. uit Zuid-Afrika ontvangen is wel
dit, dat generaal French zjjn bevel neder-
legt om de bereden versterkingen uit En
geland te organiseeren. Men zal moeten
toegeven, dat de Britsche generaals een
tsd kiezen om hun taak over te dragen
op andere schouders. Generaal Bulier keerde
naar Engeland terug, toen hij naar he$
heette, de macht der Boeren in het oosten
'van Transvaal had gebroken, Pole Carew
en anderen behaalden groote successen en
gingen daarop op bun lauweren rusten,
lord Roberts maakte den oorlog uit op
papier althans en reorganiseert nu het
Britsche leger.
En nu verdwijnt French ook voor-
loojpig althans van het oorlogstoon'eel.
Ook hij heeft lauweren geoogst in Zuid-
Afrika, wel het meest, en ook wij erkennen
dit volmondig, door het ontzet van Kim-
berley. Maar ook in het vervolg van den
oorlog is hij steeds even gelukkig geweest
en gedurig was het French die op de
moeilykste ondernemingen werd uitge
zonden.
Zoo heeft lord Kitchener hem ook op
gedragen de Boeren in het zuidoosten van
Transvaal in een hoek te dry ven en hun
macht te vernietigen. Gedurig als de
regen het hem niet belette heeft hy
wagens, vee, munitie, kanonnen zelfs buit
gemaakt, en onderwierpen zich zooveel
Boeren aan hem, dat men nog maar een
honderdtal van deze krijgsgevangenen heeft
kunnen wegzenden, lord Kitchener werd
niet moede te verzekerén eiken dag weder,
dat nu toch de laatste uren der Boeren
in het zuidoosten van de Zuid-Afrikaan-
sche Republiek geteld waren en de dag
bladcorrespondenten zeiden het hem vol
mondig na.
Maar intusschen is de verwachte over
gave der Boeren uitgebleven; ze zijn nog
wel altijd erg iu het nauw, ze verliezen
nog steeds vee en kanonnen zelfs bun
laatste stuk en hebben niet eens meer
munitie maar de taak van generaal
French is niet voltooid. Zelfs vertelt een
correspondent van de Standard", dat de
operaties tegen de Boeren waarschijnlijk
wel weer belemmerd zullen worden dooi
den regen. En hy laat zich daarbij heel
naief ontglippen, dat een aantal Boeren,
die bij het begin van den tocht van French
ontsnapten, Erinelo. en Amersfoort weer
hebben bezet, terwijl anderen stellingen
hebben tegenover Paardekop, Zandspruit
en Stander ton.
Als men zich de moeite geeft deze po
sities even op de kaai t na te gaan, zal
meii zien dat de Boeren, die ingesloten
moesten worden, thans in den rug van de
troepen van generaal French zitten. Of
dat voor zijn colonnes ernstig g.'vaar op
levert kunnen wij niet zeggen, daar alle
bijzonderheden over zijn operaties ons zorg
vuldig zijn onthouden, maar iedereen zal
moeten toegeven, dat generaal French zjjn
taak nog lang niet heeft voltooid.
En toch wordt deze uiterst bekwame
generaal vervangen door een die nog niet
zulke doorslaande bewijzen van bekwaam
heid heeft gegeven, om een werk te ver
richten, dat men gerust aan een minder
goeden legeraanvoerder had kunnen over
laten.
Dat geeft wel te denken.
De maand Maart heeft zich, naar luid
der Britsche berichten, gekenmerkt door
een aantal weinig beteekenende gevechten,
waarbij de Britsche verliezen steeds nihil of
althans zeer gering waren. Men zal daarom
met verbazing in het telegram hebben ge
zien, dat de geringheid of de afwezigheid
der verliezen heeft geleid tot een totaal van
3731, dat is ongeveer 125 man per dag.
Ze zijn als volgt verdeeld: gesneuveld
9 officieren en 103 man. aan bekomen ver
wondingen gestorven 5 officieren en 48 man
aan ziekte overleden 12 officieren en 446
man, vermist en gevangen 3 officieren en
36 man, naar Engeland teruggekeerd als
invaliede 129 officieren en 2940 man, totaal
158 officieren en 8573 man.
Het totaal der Britsche verliezen in den
oorlog is daardoor gestegen tot 60625, te
weten 2599 officieren en 58.026 man.
waaronder altjjd nog zijn 17 officieren en
758 man die vermist of krijgsgevangen zjjn.
Aan gesneuvelden, gewonden of zieken, die
zijn gestorven, invalieden, die voor altijd
ongeschikt zijn voor den dienst heeft het
Britsche leger verloren 17,662 man, waar
van 711 officieren.
LONDEN, 5 April. De officieele ver
liezenlyst van den oorlog over Maart be
loopt 3731 officieren en manschappen.
Central News" verneemt dat generaal
Hildyard het bevel van generaal French
zal overnemen. Deze gaat de bereden ver
sterkingen organiseeren die uit Engeland
komen.
LONDEN, 5 April. Een telegram van
lord Kitchener uit Pretoria van heden
meldt, dat kolonel Plumer Piet Potgieters-
rust zonder tegenstand bezette.
Generaal French maakte nog een pom-
pom buit, het laatste, voor zoover men weet,
dat de vijand in het zuidoosten bezit. Ver
der maakte hij een groot aantal wagens
en veel vee buit en nam vele Boeren ge
vangen.
Een deel der Boereotroepen in de Kaap
kolonie trok over de Oranjerivier den Vrij
staat binnen.
DUNDEE, 5 April. De generaals Dart-
nell en Alderson hebben den vijand belet
zich te Vryheid te vereenigen en naar het
noorden te vluchten. Zjj joegen hem naar
het zuiden en maakten honderd wagens en
duizenden stuks vee buit. De vyand was
zeer in het nauw gedreven en wierp een
pompom in een afgrond. Aan de grens
van Zoeloeland gaven zich een aantal Boe-
a over.
MADRID, 5 April Berichten uit Por
tugal melden, dat aan boord van de Por-
tugeesche transportschepen niets was gereed
gemaakt, om de 1200 Boeren te ontvangen,
ledurende de reis werden velen ziek, an
deren werden kraukzinnig De bevolking
zeer hulpvaardig voor hen.
ADVERTENTIE N.
KEIZERSTRAAT 93.
is steeds het BESTE en GOEDKOOPSTE
ADRES voor het Repareeren en
Bekleeden van Meubelen.
éA flinke JONGENS kunnen direct
geplaatst worden.
ZAADHANDEL,
bericht de ontvangst van:
Extra kwaliteit en concurreerende prijzen
Speciaal adres voor het
aanleggen, opknappen en
w r^ onderhouden van Tuinen.
VOORHANDEN:
collectie STAM- en
BLOEMHEESTERS,
KLIMPLANTEN, enz. enz.
Aanbevelend.
JLmJSLJ^N.
Ondergeteekende heeft voorhanden, een
ruime sorteering Groenblijvende en Blosl
ende Kamerplanten, tegen uitent lage prijzen.
Benevens alle soorten Rozen, Heesters,
Klimplanten- en Tuinbenoodigdheden.
Aanleg, opknappen en onderhonden van
Tuinen.
Wegens plaatsgebrek voor spotprjjs een
party aardbeziën-Planten, Bessen-Boom
pjes, Frambozen-Struiken en 4 zware
grootvruchtige Lei-Pereboomen.
Aanbevelend
W J AGGENBACH Jr.
Ik orirleryeteeken-
de bericht, dat de
BARBIERSZAAK
in de lste VROOMST 11. Mo. 21,
op denzelfden voet door mijn
broeder zal worden voortgezet.
BC Hopende dat hij ook sich de gunst
waardig moge maken.
4» WIJTMIV
Bezichtig slechts de extra
rijke sorteering
LAAGSTE PRIJZEN.
De ondergeteekende bericht
de ontvangst van een groote
collectie elegante
Modelhoeden en
Nouveauté's
in alle prijzen, welke van af
heden te bezichtigen zijn.
Onder beleefde aanbeveling,
Uw dw. dienaresse
M. de Boer-
Kanaalweg 65.
Agentuur bij Mej. G. BERKHOUT,
Magazijn „De Witte Roos",
Zuidstraat 71, den Helder.
UlPPGIVOieUEK
Ochtendmeel voor hoenders bij de 5 p. 25 c.
Gerstetneel 5p. 20 c.
2 Gemengd Kippenv. No. 1, bjj de 5 k. 27l/i
■g No. 2, 5 k. 25 c.
No. 3, 5 k. 22'/,
cd Blanke dikke Haver, bjj de 5 kop 20 c.
q Gerst, bjj de 5 kop 23 c.
»o Chevelier bij de 5 kop 30 c.
Fijne kleine Maïs, bij de 5 kop 27'/»
Groote Maïs, bjj de 5 kop 25 c.
Grove Voertarwe, bij de 5 kop 24 c.
enz. - enz.
Verkrijgbaar bij A. G0VERS Rz.,
Klaas Duitstr. No. 24 en bij J. T. v. d.
KUIJL, Californiestraat No. 31.
De ondergeteekende gaat
steeds door met het vegen
van Schoorsteenen.
Adres: ie MOLENS 1 RAAT No. il%
J. NUK00P.
FEUILLETON.
Vrjj bewerkt door AMO.
13)
Danton overlegde een oogenblik. Toen vroeg
hjj: ,Gij weet, wat gisteren in de Conventie
gebeurd is?*
«Ik weet liet.
»Gjj woetalzoo ook, hoe mjjn tusschenkomst
in deze zaak als een misdaad gebrandmerkt
kan worden?»
Madeleine liet treurig het hoofd hangen.
»Ik weet het.»
«.Dat het levensgevaarljjk is?"
,Ja.'
//Gjj znlt niet zeggen, dat Danton een laf
aard ie, burgeres Madeleine. Wacht een
oogenblik."
Hjj zag zoekend in het salon ora.
//Burger Danjonl» riep hjj dan tot een
man, die dichtbij te midden van eenige joöge
dames stond. De geroepene kwam terstond
nader.
.Wat verlangt gjj, burgor Danton?"
•Ik heb gisteren, dadeljjk na de zitting der
Conventie, naar u gezonden oin de akten
over. de zaak Ettienne de Leuronsac. Waar
om heb ik ze nog niot ontvangen?'
.Men kon zo eerst niet vinden. Nu, tegen
den middag zjjn ze onder een berg andere
akten ontdekt en terstond naar het ministerie
gezonden. Ge zult ze allen morgen vroeg in
uw bureau vinden, burger Danton.»
iGoed, burger Lanjon. En waar bevindt
zich de gevangene thans?»
.Sinds drie weken is hjj in de Conciergerie.
Door de vele menschen, die daar opgesloten
zitten, is men er nog niet toe gekomen hem
te verhooren.*
.Goed. Ziet gjj deze dame hier burger
Lanjon
.Burgeres, het is mjj een eer, zeide de
man met een koffuljjke buiging.
«Zjj is burgeres Madeleine, een onzer
beste patriottiscben van geheel Parjjs. Zjj
moet in de zaak Leuronsac getuigenis afleggen
en ik wil haar daarom een verlof tot een be
zoek in de Conciergerie tor hand stellen.*
.Zeer goed, burgor Dunton.'
.Burger Lanjon*, voer deze tot Madeleine
voort, is intendant der Conciergerie. Gij wilt
hem, indien het noodig mocht zjjn, u herin-
neron, burgeres en zal het hem een eer zjjn
u van dienst te wezen.»
Men boog van weerszijden, was zeer hof-
foljjk en vriendeljjk tegen elkander, en toen
burgeres Rialmont terugkwam, werd men
werkeljjk vrooljjk en oagedwongen, alsof
men een praatje over het weer gehouden en
do nieuwste geostigheid verteld had. Do
salons van burgeres Lucretia maakten een
volkomen onschuldigen indruk j slechts dan
klonk er een scherp woord, wanneer weer
hot terrein der politiek betreden werd.
In een nis, half door een gordjjn verbor
gen, stond de schoone burgeres Tallien, de
vurige Spaanschc, de meesteres in intrïgeeren
met eene oude vrouw, de waarzegster Thèot.
Deze vronwgenoot in de toenmalige Parjjsche
gezelschappen een merkwaardig aanzien
Het is een oude ervaring, dat in woelige
tjjden het bijgeloof s:ork op den voorgrond
treedt, en derhalve behoeft hetgeen verwon
dering te baren, dat burgeres Théot; als be
kende waarzegster, in die kringen een rol
speelde, waarvan men had mogen aannemen
dat ze boren zulke bjjgeloovige knusten ver
heven waren.
Och, lieve Théot,» lachte de schoone
Spaansche luid en overmoedig, .dat is niet
te gclooven. Gjj wilt mjj foppen."
//BurgereB», sprak de waarzegster, geloof,
wat gjj wilt; ik zog u, wat ik weet.»
Rohespiere zou bijgeloovig zijn?"
.Zoo is het. Maar geljjk bjj na alle menschen
gelooft hjj slechts aan die voorspellingen,
welke in zijn kraam te pas komen. Wanneer
ik hem morgen profeteer, dut hjj binnen vier
weken gehangen zal worden, zal hjj datver-
mofdeljjk niet geloovon.
Zeg ik hem echter, dat hjj binnen tien
jaar keizer wordt, wie weet, of hjj daaraan
geen geloof hecht
Burgeres Thé >t was een nauwkeurige op
merkster en daardoor ook een groote menschen-
kenster. Zoodoende trof zo in vele gevallen
met verrassende zekerheid haar doel.
De schoone madame Tallien had met ge
spannen belangstelling hare mededeelingen
aangehoord.
,Gij wilt mjj bedriegen, burgeres Théot',
zoi zij thans.
»U bedriegen? U? Dat is mjj onmogeljjk.
Als hot op bedriegen aankomt, mag ik wel
bjj u ter school gaan.»
»Eo komt hjj workeljjk nu en dan in nwe
woning?»
.Vroeger kwam hjj vaker. Thans is hjj
sinds een jaar niot bjj mjj geweest.*
.Wat wilde hjj?»
Do waarzegster haalde do schouders op;
toen zei ze afwerend: .Gjj vraagt zooveel,
burgeres Tallien.*
.Al moest ik de woorden met duizend
frankstukken nit uw mond trekken,, fluisterde
de Spaansche in groote opgewondenheid,"
gij moet mjj antwoord, geven, burgeres Thé
ot."
Daarop scheen de andere slechts gewacht
te hebben.
Ha', zei zjj nu langzaam en zacht», gjj
zjjt or nieuwsgierig naar?»
//Hier, neem aan, burgeres Théot. Maar
ik wil de geheele waarheid weten. Verstaat
gjj Alles, alles
Met deze woorden reikte zij haar onge
merkt een handvol geld over, wat de oude
vrouw meesmuilend aqnnam.
.Vraag nu, burgeres.»
.Wat wilde Eobespierro bjj u
Hjj wildo van mjj het lot des koning weten.»
«Nu?»
.Ik zei het hem. Hot was op het oogen
blik toen hjj het mjj vroeg ook niet moeiljjk
meer te radon.»
.En verder
.Verder wou hjj zjjn eigen lot vernemen,»
.Zoo en wat zeidet gjj tot hem?»
Hoe heftiger en dringender madame Tallien
vroeg, Koe achterhoudender de oudo vrouw
word. Thans haalde zjj weer outwjjkend de^
schouders op en mompelde:
z/Zjjn lot zei ik hem."
De vorige Spaanscho stampte ongeduldig
met don voet op den grond.
.Ik heb niets meer bjj mjj, Théot, maar
maar morgen kom ik bjj u. Dan zult ge
spreken, niot waar?*
Misschien burgeres. Ik zal moeten op
passen, dat ik mjj op dozo wjjze niet in mjjn
klandizie benadeel.
Onzin, Théot I Ik verzeker u veeleer het
tegendeel. Gjj weet toch, dat ik beter be
taal dan de teringachtige Robespierre. Wan-
neer gij mij dus invloed op hem kunt ver
schaffen, is mjj geen som te hoog."
Théot n
Burgeres
merkte aan de opgewon
denheid en warmte waarmee madame Tallien
iprak, dal deze het moonde. Evenwel vro«g
zij nog aarzelend en voorzichtig: 'Ik weet
niet, burgeres hoe ik u invloed kan verschaf-
op den machtigsten man van geheel
Frankrjjk.'
Eenvoudig door hom te voorspellen wat
ik u zeg.»
Burgeres, bedenk wel, dat hot een man
betreft, die ons beiden met één penneslreek
onder de guillotine kan brengen.»
Wat «doet dat er toe Gjj weet toch bur
geres Théot, dat, hoe machtiger oen man is,
des te gemakkeljjker men hom zjjn wensch
kan voorspellen."
Do oudo vrouw schoen thans mot hare
lastgeefster tevreden to zijn. Zjj knikte meer
malen en zei eindeljjk: .Kom morgen burge
res Tallien, ik zal u wachten en wjj zullen
het zeker eens worden."
Daarbij scheidden zjj en tradon uit de nis
in de salon.
Het kon zoowat tweo uur 's nachts zjjn.
Het was een schoone, zachte nacht en in de
salons van burgeres Lucrotia had men wegens
de hitte de ramen opengrzet, zoodat de koele
lucht binnenstroomde.
Plotseling ontstond er een geheimzinnige
stilte.
Toen vernam mon eenig schril geroep, en
eindelijk hoorde men, hoe de stormklokken
vreeselijk dreigend door de stad klonken en
de slapcnden wekten. Vragend zag men elkaar
aan, maar men durfde niet spreken. Velen
werden bleak en kaddeu zich gaarne stilletjes
verwijderd. Toen roffelden de alarmtrommen
door do straten. De nationale gardes en sans
culottes snelden schreeuwend naar hun ver-
zamelingsposten, ruiters draafden in vollen
galop de straten door.
Men kende in dien t jjd het alarmgelui zeer
goed. Hot was gowoouljjk de inleiding tot
bloedige botsingen en straatgevechten. Na
eonigen tjjd hoorde men voortdurend aan
groeiende bondon door de straten trokken.
Toon vernam men ook don bruisenden rovo-
lutiezang der woeligo menigte de Marsellaise.
Dat klonk geheel anders dan zoo straks
het gezang van burgeres Rialmont. Het
bruiste als do golven eener omketende zee,
als do orkaan van raenschelijke hartstochten.
Ofschoon de toenmaligo Parjjsche gezelschap
pen aan dorgeljjko verschrikkingen gewoon
waren, las men toch vrees op de aangezichten
van hen, die in het salon van burgeres Lu
cretia bjjeen waron. Wat was er geboord
Wat zou er gebeuren Het raadselachtige
vergrootte nog aller schrik en spanning.
Van al de aanwezigen bewaarde slechts
één zjjn kalmte dat was Danton. Hjj was
bljjkbaar met de zaak op de hoogte. Met
een tevreden lach zag hij, hoe de klsine,
teere burgeres Madeleine zich doodsbleek op
een sofa had laten vallen. Zelfs de altjjd
slagvaardige burgeres Rialmont verloor voor
eenigen tijd haar kalmte.
Vrees niet, dames,' zei Danton eindeljjk
lachend tot haar, .hot is slechts oen kleino
machtsvertooning van de majesteits des volks
tegenover de Conventie. Wanneer gjj echter
een schoon verheven schouwspel wilt zien,
verzuim dan niet morgen voormiddag op da
tribune in de Conventie aanwezig te zjjn."
(Wordt vervolgd.)