KLEINE COURANT
DE TIJD".
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen,
OE GEITENHOEDER.
Een delicatesse is
G. M- SMITS.
Mooie
gele Stalschelpen
Gezouten Groenten.
BLIKGROENTEN,
A. Pnstma, Spoorstaaf.
Pijlrog-Olie,
G. DE ROODE, Wagenstraat No. IS,
No. 2952
Zaterdag I iuni 1901.
29st« Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spooritraat.
Telefoons". 59.
ATDonnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877»Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
Afzonderlijke nommers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bur
Advortentlön
van 1 tot 5 regela25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Bewjjs-Exemplaren franco per post 27n Cent.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
KALENDER DER WEEK.
JUNI, Zunermaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 8 u. 45 m.
Oaderg. 8 u. 11 m.
Zondag 2 Volle Maan.
Maandag 3
Dinsdag 4
Woensdag 5
Donderdag 6 H. Sacramentsdag.
Vrijdag 7
Zaterdag 8
lilt het Buitenland.
Omtrent den tegenwoordigen toestand,
waarin de strijdende Boeren in Zuid-Afrika
zich bevinden, worden van Engelsche zijden
vaak allerlei onjuiste berichten medegedeeld.
By menigeen ontstaat daardoor de vrees, dat
de wakkere strijders voor hunne vryheid door
de ongunstige omstandigheden, waarin zy ge
raakt zyn, het weldra tegen de Eogelschen
zullen moeten opgeven, 't Is daarom van veel
belang to vernemen, wat dezer dagen door
een der geneesheeren van het /,Roode Kruis*
ten aanzien vanden huidigen toestand, waarin
de Boeren zich bevinden, word gezegd. De
voedselvoorraad is onuitputtelijk, mag men
zeggenhij bestaat uit mielies en vleesch,
maar daar kuuueu de Boeren lang op teren.
Zelfs met een leger van een millioen man
zon het onmogelyk zyn, alle oogsten te ver
nielen. De Engelsche colonnes vegen de streek
langs hun weg schoon, maar het is onmoge
lyk, het groote tusschenliggende gebied, door
versohillonde colonnes te doen verwoesten.
De kleeren raken echter opde Boeren nemen
nu en dan van de Engolschen schoenen af,
die al lang voor ben een groote weelde zijn.
Veel Boeren loopen gewoonlyk barrevoets, eu
trekken schoeren aan als zij gaan vechten.
Van zadels zyn zij ruimer voorzien dan vroeger.
Veel kleine commando's zyn geheel voorzien
van gloednieuwe Engelsche zadels. Do stem
ming der Boeren is beter dan ooit. De uit-
stooting van ongewensche elementen is vol
tooid, en het zedelijk peil daardoor veel
hooger geworden. Er kan geen twyfel zyn,
of de Boeren zullen volharden totdat heel
bijzondere omstandigheden of onoverwinnelijke
bezwaren den oorlog onmogelyk maken. Het
is daar nu nog verre vandaan. Do Engelsche
oorlogsberichten zyn absoluut leugenachtig.
Lord Kitchener zelf is wel rondborstig en
waarheidlievend, doch hij steunt steeds op
de rapporten zijner onderbevelhebbers. Geld
is er weinig meer by de Boeren, maar het
is ook overbodig. De krygatucht heeft het
algemeene peil der commando's veel verbeterd.
Het aantal vreemdelingen, dat meevecht, is
niet groot meer; er zyn echter nog verschei
dene Hollanders. Yoor sommige commando's
ziin de vreemdelingen een groote moreele kracht.
Nieuws krygen de Boeren geregeld uit cou
ranten en brieven van de overrompelde mails
en met gewone treinen-Couranten, waarop de
Eogelschen zeer verzot zyn, maar die ook
voor de Boeren een bolangryken inhoud heb
ben, worden door dezen van tyd tot tijd in
beslag genomen. Het is groote onzin, dat de
aanvoerders de commando-Boeren voorliegen
omtrent den waren toeBtand. De Boeren weten
zeer goed den toestand van Europa, uitbuit-
gemaakte couranten, door Engeland gunstig
voorgesteld natuurlijk, maar zij zien het kwaad
sedert lang flink onder de oogen. Flinke ver
bindingen bestaan tusschen verschillende com
mando's met den Vrystaat en generaal de la
Rey. De verbinding met westelyk Transvaal
was een tydlang gebrekkigdit is nu weêr
beter. Een uitmuntend korps rapportgangers
onderhoudt een geregelden dienst, Onbegry-
pelyfe is het, hoe snel het nieuws daar ver
spreid wordt. Yerhalon van omsingelen van
Buller en Frencli door Boeren, doch vrijlating
op hun eerewoord, zijn beslist onwaar, ondanks
de herhaalde verzekering van sommigen.
Nu komt de moeilijke tijd voor de Booren
ellende, moeilijkheden en ontberingen zullen
gedurende den winter ongetwijfeld verdriedub
beld worden, maar geen twyfel is byna raogelyk
of de Boeren zullen deze wel te hoven komen.
Het is een treurig feit, dat een aantal vrouwen
en kindoren door kleurlingen vermoord zyn,
men meent wel een vijftigtal. De Engelsche
bevelhebbers schijnen te mcenen, dat zij de
hulp der kleurlingen niet kunnen ontberen.
't Ts buiten quaestie, dat hot Engelsche leger
van den minsten soldaat tot den hoogsten officier
walgt van den oorlog. De verhalen over hun
slechte verpleging zyn erg overdrevende
hospitalen zya thans bijzonder goed ingericht,
't Is verbazingwekkend, welk groot aantal dap
pere kerels onder de nog vechtende commando's
zich bevindt. De verliezen zijn dan ook naar
evenredigheid groot. Da Engelsche opgaven
hebben eoliter weinig waarde. Een groo'e
zed-lyke steun voor do Boeren zijn de groote
onstoffelijke en stofielijke blijken van sympathie
over de geheele wereld. Zij weten, wat vooral
't Nodorlandsche volk voor hen en bun vrouwen
en kinderen doet, en gevoelen daarvoor zeer
diepe erkentelijkheid.
Ofschoon Rusland door den ijzeren vuist
van den alleenheerscher wordt bestuurd, ont
breekt het ook daar niet aan woelingen by
het volk, dat reikhalzend naar 't genot van
meerdere vrijheid uitziet, 't Blijkt zelfs, dat
de beweging om tot meerdere staatkundige
rechten en vrijheden te komen, goed georga
niseerd is, en zich niet, zooals men weieens
meent, uitsluitend tot de studenten bepaalt.
Ook in wijdere kringen vindt de beweging
voedsel. Dit wordt gestaafd door het feit,
dat behalve studenten, ook hoogleeraren,
boeren en burgera uit de middenklasse in
groote getale zyn gevangen gezet. De tegen
woordige beweging moet veel overeenkomst
vertoonen met die, welke plaats greep onder
Keizer Alexander II, toen de verwachtingen
by do hoeren opgewekt door de afschaffing
van de slavernij werden teleurgesteld, en het
duidelyk werd. dat de Keizer geen andere
hervormingen zou invoeren. Ook nu hadden
vele klassen van het Russische volk ban hoop
gevestigd op Keizer Nicolaas, en zij werden
tot dusver niet bevredigd. Onder de werk
lieden der Keizerlijke marine-werken te
Oboekhof naby Petersburg is dezer dagen
een oproer uitgebroken. Ofschoon aanvanke
lijk werd verzekerd, dat dit oproer heel wei
nig te beteekenen had, bljjkt het nu, dat deze
beweging een veel grootoren omvang heeft
gehad, dan de aanvankelijke berichten deden
vermoeden. De hospitalenv van de genoemde
plaats en in den omtrek zijn met gewonden
gevuld, maar de deuren dier gebouwen wor
den bewaakt door de politie, die de opdracht
heeft, de bezorgde familiebetrekkingen buiten
te honden.
In Spanje hebben vóór eenige dagen nieuwe
Kamer-verkiezingen plaats gehad. Ef heerschte
in de meeste districten groote beroering, woor
denstrijd, enz., en vele arrestantiën hebben
plaats gehad. Hier en daar werden de straten
door patrouilles doorkruist. Vele socialisten
waren met stokken gewapend. Omkoopery van
kiezers had in verscheidene steden plaats.
De gendarmes werden op straten en pleinen
met steenen geworpen, en vele personen
werden gewond. De uitslag van deze verre
van kalme verkiezing is geweest, dat de li
berale party heeft gezegevierd.
HICillWNTIJUnOËf.
HELDER, 31 Mei 1901.
De uitslag der stemming, gehouden
op Dinsdag jl., door de stemgerechtigde
leden der Ned. Herv. kerk alhier, of de
eerstvolgende 10 jaren het beroepen van
een predikant en het benoemen van ouder
lingen en diakenen door den kerkeraad of
door een kiescollege zal geschieden, is als
volgt:
242 stemmen werden uitgebracht voor
kiescollege 120 voor den kerkeraad, zoodat
de eerstvolgende 10 jaren het beroepen
van predikanten door een kiescollege zal
geschieden.
Bij Kon. besluit is de heer' C. J. J.
H. van Kempen alhier, herbenoemd tot lid
van het College voor de Zeevisscherijen.
Kwartet »Zaisman".
Over de uitvoering te Zaandam schrijft
het Dagblad voor de Zaanstreek":
Met dit concert heeft het kwartet Zals-
man zich doen kennen als een stel ernstig
willende goed geschoolde kunstenaars,
ieder met goede stemiuiddelen begiftigd,
elk op zichzelf met genoeg muzikaliteit
begaafd om in de dikwijls zoo eenvoudige
muziek de juiste uitdrukking te leggen.
Vooral Mej. Böhm beschikt over een ui
terst liefelijk sopraangeluid, dat zich won
derwel paarde aan de niet minder-wel-
luidende stem der altiste. Ook de stem
van den heer Zalsman kwam in het kerk
gebouw uitstekend tot haar rechtmachtig
en klankrijk, ook in de fato-passages vol
en welluidend, vormd9 zij een en hechten
grond, waarop het, dunkt ons, voor de
overige uitvoerenden een genot moet zjjn
te steunen.
De afsluiting en droogmaking
der Zuiderzee.
De belangen van den landbouw.
In de laatste kwarteeuw is de belangstel
ling iu den landbouw in Nederland in zeer
hooge mate toegenomen. Verschillende om
standigheden hebben daartoe medegewerkt
zooals daar zijnde gevoelige daling in de
waarde van liet bouwland, do zware concur
rentie, ons door Amerika aangedaan, door
den steeds stijgenden invoer van voedings
middelen, in het hyzonder van de tarwe en
van bloem, de verbetering van het land- en
tuinbouw-onderwijs, de onvermoeide werk
zaamheid van bekwame landbouw-leeraars,
die op bevattelijke, verstaanbare wijze voor
don landbouwer, hom do voordeelen van don
meer intensieven bouw, dor voedings- en
meststoffen, om kort te gaan, alles wat op
't landbouwbedrijf betrekking heeft, hebben
aan het verstand gebracht, de grootere belang
stelling der bewoners van onze groote steden
in alles wat op de natuur en op den landbouw
betrekking heeft, zich uitende in bet steeds
drukker wordend bezoek aan de landbouw
tentoonstelling, waarby onze geëerbiedigde
Koningin in de toekomst vergezeld van
Haar Koninklijken Gemaal, Prins Hendrik
aan Haar volk zulk een navolgenswaardig
voorbeeld geeft.
Is het onder dergelyke omstandigheden
niet gewenscht een afzonderlijk dagbladartikel
te wijden aan de belangen van den landbouw
'ly de droogmaking der Zuiderzee?
Wy vermeenen van wel, vooral daar dit
grootsche werk in ons oog ook zal moeten me
dewerken tot verbooging van de volkswel
vaart in Nederland, vooral van de landeiyke
bevolking, dat gedeelte der natie, dat uitmunt
in zoovele goede eigenschappen, zooals daar
zyn werkzaamheid, lichamelijke kracht, hui
selijkheid, spaarzaamheid, kalme levenswyze,
wanneer zo ten minste maar behoorlyk te eten
hebben met ban vrouw en meestal talryk
kroost.
In de laatste jaren is er, vooral door de
groote werkzaamheid der democratische party
in ons vaderlaud, een aanmerkelijke verbe
tering ontstaan in de arbeiders-toestanden, in
het algemeen ook van de veld-arbeidersde
droogmaking van do Zuiderzee kan in niet
geringe mate bijdragen tot een voortgezette,
blyvende verbetering in do toekomst.
De bodem der Zuiderzee is alluvialle vor
ming waarvan bet bestaan niet ouder is dan
de geschiedenis van het menschelyk geslacht
hy ontleent zyn oorsprong aan de aanspoelingen
door liet regenwater voortgesleept het kiezel
zand en slib van beken, rivieren de bezinkselen
zoeten en zoutwatermeren en aan waddenvor
ming.
Voor een juiste beoordeeling der economi
sche en der agrarische gevolgen *an de droog
legging der Zuiderzee is het noodzakelijk dat
men goed rekening houdt met de waarde dor
gronden uit een zuiver landbouwkundig oog
punt beschouwd.
Nu hebben reeds door de Zuiderzee-Vor-
eeniging op zulk een uitgebreide schaal on
derzoekingen plaats gehad naar den aard van
den Zuiderzee-bodem in het geheel 1409
grondboringen dat het der Staatscommissie
onnoodig is voorgekomen omtrent dit punt
nog meerdere gegevens te verzamelen.
In den regel heeft men geboord tot een diepte
van 2 h 3 M. tevens heeft men den onder
grond onderzocht. By die grondboringen had
men zich tot taak gesteld zóó diep te boren
totdat een afdoend oordcel kon worden ge
veld. Slechts daar waar de grond niet quaes-
tieus was en geon vijandige elementen wer
den waargenomen heeft men zich bij de bo
ringen tot een geringo diepte bepaald.
Het scheikundig onderzoek van don Zui
derzee-bodem is' geschied door de proffesoren
Van Beramelen en Adolph Mayer dezelf
den die het onderzoek van den bodem der
IJ-polders vóór de drooglegging met zulk een
meesterlyke nauwkeurigheid hebben geleid
beiden kwamen zonder iets van eikaars c
derzoekingen af te weten ongeveer tot de
zelfde uitkomsten.
De Staatscommissie spreekt omtrent de waar
de der droog te leggen gronden het navol
gend oordeel uit
«Dat de gronden, welke door de inpolde
ring van de Zuiderzee zullen worden verkregen
voor het grootste gedeelte van zulke uitste
kende qualiteiten zyn, dat wat de hoeda
nigheid betreft de droogmaking er vanals
gewettigd kan worden beschouwd.'
Uit een zuiver landbouwkundig oogpunt
beschouwd, moet dan ook alleen vruchtbaar
land worden ingep ilderd; wordt op sommige
plaatsen ook zand blootgesteld, dan moeten
daarvoor andere redenen bestaan. Zandgron
den opzettelyk bloot te loggen om ze later
in cultuur te brengen, b. v. door bevloeiïng
wordt niet raadzaam geacht. Omtrent den
invloed der drooglegging op de waarde van
den grond in Nederland, zegt de Slaatcommis-
sie als haar oordeel het navolgendo
Dat de drooggelegde Zuiderzee, door hot
openen van een ruim arbeidsveld, de waarde
der arbeidskrachten zal verbongen, en do
vraag is gewettigd, of ook niet in de waarde
van den bodem in het algemeen, en in die
der producten van landbouw, veeteelt en
landbouwindustrie in het byzonder, wyziging
is te verwachten.'
Deze uitspraak der Staatscommissie is ge
schreven geworden in oen der jaren van 1892
tot 1894, toe-1 de waardevermindering der
landeryen en der zuivel- en landbouwpro
ducten haar toppunt had bereikt, zachtjes aan
is in beide door verschillende omstandigheden
een blijvende verbetering iogetreden. Daarby
moet rekening worden gehonden met de waarde
der prodacton die de bodem voortbrengt.
Wanneer deze slechts een markt vinden, en
dit zal zeker het geval zijn met de producten
die oreral noodig zyn, vooral by de te ver
wachten vermeerdering der bevolking, dan
zal uit dien hoofde zeker geen vermindering
vau do waarde van den grond iutreden.
Maar ook de verdeeling en cultuur van den
grond komt in aanmerking.
Te groote splitsing en verdeeling van oud-
boevigen grond, werken in sommige deelen
van het land nadeelig op de opbrengst, en,
indien door het aanwinnen van veel nieuwen
grond, overdreven splitsing van den ouden
bodem wordt voorkomt, dan zal dit in plaats
van de rentabiliteit van den bodem te ver
minderen deze juist verhoogen.
[Rott. Nieuwsbl.]
- Voor de zitting van den Hoogen Raad
van Dinsdag was de rivisie-aanvrage van
W. M. de Jong aangekondigd. De voor
zitter, de heer mr. Van Meerbeke, deelde
mede, dat twee dagen geleden by hem
was ingekomen een verzoek van De Jong
zelf, strekkende om de behandeling van
zyn aanvrage uit te stellen. Hij stelde
dit verzoek in handen van den procureur-
generaal. De beer jhr. mr. Rethaan Macaré,
adv.-generaal, verklaarde reeds van dit ver
zoek te zyn gesaisisseerd, daar hij Zater
dagnamiddag een schryven ontving van
de moeder van de Jong, overleggende een
telegram van dezen, met verzoek om uit
stel. Of in dezen stand van zaken nog
uitstel van behandeling kon worden verleend,
liet hy over aan het oordeel van den
Hoogen Raad. De voorzitter verklaarde
hierop, dat de zaak onbepaald werd uit
gesteld.
- Dienstboden hebben nogal eens de
onvoorzichtigheid, lampen en petroleum-
toestellen bij te vullen, terwijl deze nog
branden.
Welke vreeselijke gevolgen deze onvoor
zichtigheid kan hebben, blijkt uit het
volgende
De dienstbode van mej. v. d. Meulen,
lepenweg 16, 3 hoog, te Amsterdam, was
's avonds om halfelf bezig met stryken
en vulde het petroleumtoestel op genoemde
wijze bij. De gevolgen bleven niet uit
de vlam sloeg naar binnen, het toestel
sprong en de kleeren van de dienstbode
raakteu in brand. In radeloozen angst
snelde het meisje de trap af en de straat
op. Twee wakkere mannen, de heeren
W. C, A. Faber en de kruidenier A. A.
Phaff, snelden onmiddellijk toe, de laatste
met een deken.
Vreeselyk aan het onderlijf verbrand
werd de ongelukkige vrouw in deernis-
wekkenden toestand naar het L. Gast
huis gebracht, waar zij eenige oogenblikken
later onder smartelijke pijnen overleed.
Mijnramp in Zuid-Wales.
Een verschrikkelijke mynontploffiig heeft
te Engeland, in Zuid-Wales plaats gehad
Zaterdag, Zondag en Maandag zijn verschil
lende reddingsbrigades voortdurend bezig
geweest met het wegruimen der hinderpalen
in de Senghenyd mijn by Cardiff in de hoop
nog overlevenden van de ramp van Vrydag
te vinden, maar geen slachtoffer is levend te
voorachyn gehaald en men is langzamerhand
tot de overtuiging gekomen, dat de ramp
noodlottig is geweest voor allen, die op dat
oogenblik in de schacht werkzaam waren,
met uitzondering van den mynwerker, die
Vrydag zwaar gewond naar boven werd ge
bracht en dien men hoopt in het leven te
kunnen behouden. De verwoesting, die door
de ontploffing word teweeggebracht, is vree
selyk geweeBt. Zaterdag werd met het on
derzoek der lijken een aanvang gemaakt,
doch in den loop van den dag werd het weer
uitgesteld. Een telegram van den koning,
hetwelk aan zyn diepe droefheid over het
gebeurde zijn sympathie voor de in rouw
gedompelde weduwen en weezen en zyn be
wondering voor de moedige pogingen om de
slachtoffers te redden, uiting gaf werd Zater
dagmorgen te Cardiff ontvangen.
Gistermorgen om 1 uur bedroeg het totaal
der uit de mijn naar boven gebrachte lyken
diie-en-dertig. Ongeveer vyftig menschen
liggen derhalve nog onder puin en kool be
dolven. Zyn zy nog in leven Men weet bet
uiet, durit het nunwelyka hopen. Bovendien
zou hun, wanneer zy nog in leven waren,
oen nog vreeselyker dood, die door den hon
ger, wachten. Want de reddingsbrigades
vorderen, in weerwil van alle inspanning en
heldhaftigheid, slechts uiterst langzaam in het
opruimen der versperringen en men moet de
grootste voorzichtigheid in acht nemen, opdat
zich geon nieuwe slachtoffers voegen aan do
toch reeds ontzettend lange lijst. Do mynin-
specteur Dyer verklaarde, dat allen, die ty-
dens de ontploffing in de schacht waren,
moeten zyn omgekomen. Gisteren in den
vroegen ochtend werden nog vyf lyken aan
oppervlakte gebracht. Het schijnt, dat er
mijnwerkerslampen ontbreken.
De scène rondom den ingang der schacht
is aangrijpend,niet minder dan vyftig
lijkkisten wachten daar op een inhoud, waar
uit op te maken valt, dat men er op re
kent, slechts dooden terug te vinden. Tel
kenmale, wanneer de kooi van de eerste on-
deraardsche galerij aan de oppervlakte komt,
snellen vrouwen, wier gelaat haar doodelyken
angst weerspiegelt, toe, maar gewoonlyk zyn
het slechts vormlooze vleeschklompen, die
niemand herkennen kan.
De ellende, waaraan een groot gedeelte
der in rouw gedompelde bevolking binnen
kort ten prooi zal zyn, dreigt vreeselyk to
worden. Ondersteuning in geld en levens
middelen stroomt van alle zjjden toe.
Marine en Leger.
Blijkens bij het Departement van Marine
ontvangen bericht is Hr. Ms. pantserdekschip
wNoord-B-abantonder bevel van den kapt.
ter zee I. van den B isoh, 28 dezer van Albauy
(King Goitrge Sound) vertrokken.
FE U J LLETO N.
Vrg bewerkt door AMO.
'Maar waarom den duivel der heorschzucht
dje in hem steekt, aangemoedigd, in plaats
van bom met koene, krachtige hand te ver
nietigen
Dat zou een moord zyn.*
«Nu, wat zon dat?'
Een moord dient nergens toe. Ik wil hem
vonnissen. Zie, Thórèse, ik ken hem. Maar
de anderen kennen hem niet en daarvoor
geef ik mij moeite. Begrijpt ge mij
tik vrees ja', antwoordde zijn vrouw, zacht
rillend.
Ik moet Robespierro op dat standpunt
plaatsen, dat ik tot de Conventie kan zeggen
Hier staat de man, die het eind der revolu
tie is; de man die Frankryk heeft doen lij
den, die ons recht verstoord, ens bloed aan
zyn waanzin opgeofferd heeft. Als ik zoover
ben, dan zal de tijd komen, dat Robespier
ro zyn vonnis krygt.»
«En gy hoopt, dat die tyd spoedig zal
aanbreken?'
•Zeker!'
Ik vrees, Tallien, dat hy u voorkomen
«al. Hebt gy vergeten, wat hy op het feest
van het Hoogste Wezen zeide? //Heden»,
sprak hy, willen we ons verheugen in het
geen verkregen is, om morgen weder de mis
daad en den laster in hun schuilhoeken te
TOitoren,* //Weet ge, wat dat inRohespierre's
mond betoekent.
Ik weet het. Men spreekt van een nieuwe
zuivering der Conventie, op de wijze der Gi-
rondisten, Dantonisten en anderen."
•Ja, maar met dit onderscheid, dat boven
aan op de lyst do naam Tallien staat."
Tallien werd bleek; niet uit angst voor
den dood, maar van spyt, dat Robespierre
zyn spel doorzien had.
„Ilobt ge iets vernomen, Thórèse?» vroeg
hy haastig.
,Ja, Burgeres Rialmont is in het bezit
dier lyst gekomon en zy heeft my laten waar
schuwen.»
»Z i Hoe komt ze aan de lyst?"
Door een toeval. St. Just heeft die by
haar verloren.*
Tallien liep eenige malen in heftige ge
moedsbeweging de kamer op en neer.
•Tfiórése", zei by daarna opgewonden,
verschaft mij de lijst.»
•Ik heb de burgeres daarover natnurlyk
reeds gesproken. Zij verbindt een voorwaarde
aan het overgeven er van.*
Welke?'
Mon moet haar sckriftelyk do vrijlating
van burger Charles de Miruye, die in de
Luxemburg-gevangenis zit, waarborgen.
Zy raag, wat my bolreft, al de gevange
nen van de Luxemburg-gevangenis en die der
Conciergerie er by, als ik Blechts in het bezit
der lyst kom
Madame Tallien dacht even na. Wij moeten
vlug zyn, vlugger dan hy, of we zyn verloren,'
mompelde zij,
Verschaf my de lyst, Thórése, on in drie
dagen is alles afgeloopen!*
•Goed. Wy zullen samen handelen Tallien
Kom!«
Dit onderhoud vond in den namiddag van
den 25eu Juli 1794 plaats.
Nog vóór middernacht van dienzellden dag
bevonden zich in een achterkamer in de
Vaugiardstrattt, waar burgeres Rialmont een
mutaunwinkel hield, een aantal leden der
Conventie. Zy waren onopgemerkt, èèn voor
èèn, als samenzweerders binnengeslopen en
troffen daar burggraaf Etienne de Lenron-
sac on burgeres Rialmont aan. De mede-
deeling, die zij ontvingen, scheen hen te ont
roeren.
Een blad papier ging onder hen van hand
tot hand, waarop Robespierre eigenhandig
twee-eu-twintig namen geschreven bad.
Bovenaan Tallien, dan Duval, Legendre,
Lacointre, Rovere, Cambon, Monastier, enz.
Allen uitten zich in heftige smaadredenen
tegen Robespierre eu onderrtekendeu ten
slotte een papier, dat burgeres Rialmont tot
zich nam, en waarop de lijst aan den afge
vaardigde Tallien werd overiiandigd, die haar
zorgvuldig in zijn borstzak verborg. In twee
uren tijds was alles geschied en in alle stilte
gelyk zij gekomen waren, verwyderden de
afgevaardigden zich weder.
Den volgenden dag, don 2Gen Juli, sprak
Robespierre in de Conventie. Zyn rede was
goed voorbereid. Hij beklaagde zich over de
onregelmatigheden die bij het Comité van
Openbaar Welzyn waren voorgekomen en
die het aanzien der Couventie dreigden te
ondermijnen. Het was zyn oude sluwe manier
om eigen zaken tot die van de Conventie to
maken. Ieder proefde uit deze redevoering,
dat er weder een groote actie te wachten
was; oogenschynlyk wist echter niemand
nog, tegen wie deze nieuwe, vreeselijke was
gericht.
«Namen noemen, namen noemen//, riep men
hem toe.
Ik zal ze noemen, wanneer het tyd is«,
antwoordde hy.
Nu wisten Tallien en zyn makkers, dat
do dag der gaoote afrekening, aanbrak, en
voor ieder van hen gold het thans: hy of
ik. Een parlementaire wedloop om het leven
dat was de toostand der Conventie in de
J uitdagen.
De stryd was ongelyk. Robespierre was
de onbeperkte meester in de Conventie en in
bet Comité van Openbaar Welzijn en de
gewapende macht van Parys stond steeds tot
zyn dienst, terwyl zyn tegenstanders geen
ander hulpmiddel hadden dan bun eigeu be
kwaamheid. En Robespierre had reeds meer
dan eens bewezen, dat hy het hein ten dienste
staande geweld goed wist te gebruiken. Zoo
kwam de 27e Juli zooals men zeide t de
9de 1'hermidor de dag, waarop de Con
ventie hare merkwaardige zitting hield, waar
in het lot van Frankryk een keer nam. Ge
heel Parijs wist reeds voor den aanvang
der zitting dat er weer iets grootsch op t>l
was. Opgewonden groepen bevolkten reeds
iu den vroegen morgen de straten en pleinen.
Ook do vergaderzaal dor Conventie iu de
Tuilerieën had een ongewoon levendig aan
zien. De tribunes waren overvol; men vocht
letterlyk om de plaatsen; de afgevaardigden
gingen yverig tusschen bun zitplaatsen heen
en weer en onderhielden zich met elkander.
Tallien vooral was reeds langen tijd voor
het begin der zitting aunwezig en verwel
komde persoonlyk itderen afgevaardigde. Dik-
wjjls stiet hy hierby op een hem vriendelyke
gezindheid, maar ook dikwyls op medelyden-
de, de schouders ophalende hoffclykheid.
Vast aaneengesloten stonden eigenlyk al
leen de twee-en-twintig verdachten, die voor
hun leven vochten; de overigen waren on-
versobillig of stondon geheel onder den
invloed van Robespierre.
Gy moet allen het woord vragen*, zii
Tallien nog voor het begin der zitting, //al
komt ge ook niet aan de beurt. Wy moeten
op deze wyze verhinderen, dat onze tegen
standers bet woord verkrygen. Wij moeten
hen voor zyn, onze kracht ligt in den aanval
als de verdediger, die verrichtte, zonden wy
verloren zyn.'
Tegen den middag trad Robespierre de
vergadering binnen met een aantal afgevaar
digden van den Berg. Van alle zijden werd
hij levendig begroet. Terstond daarop nam
de president Collot d'Hcrbois zijn zetel in
en opende do vergadering met eenige inede-
deelingen, waarnaar byna niemand luisterde
Door de ganscho zaal ging een zenuwachtige
rumoerigheid, die van minuut tot minuut
toenam.
Burger Tallien beeft het woord", klonk
plotseling de scherpe stom van Collot d'Her-
bois. Het werd terstond zeer stil en met
vasten tred schreed Tallien naar do rede
naarstribune.
//Medeburgers!' begon hy met zijn heldere
krachtige stem, «gy hebt gisteren gewenscht
de namen te weten van ben, die door Robe
spierre verdacht worden. Hij echter heeft ge
weigerd de personen te noemen, die hy aan
klaagt. Daarom zal ik ze u noemen. Hier
is de lyst van de twee-en-twintig personen,
wier hoofden hjj heden van u vragen zal.
Zie hem goed aan, den burger Robespierre
zoonis hy daar zit, gekapt en uitgedost, als
ging hy naar een feest. Zoo is hy gi komen,
om twee-en-twintig hoofden zijner medebur
gers, zyner collega's te vorderen, menschen,
die, niets vermoedend, sinds jaar en dag
met hem hebben gearbeid voor het welzyn des
vaderlands. Tot dank daarvoor verlangt hjj
heden onze hoofden.' (Wordt vervolgd.)
ADVERTENTIE N.
Eigenaren of Beheerders
van huizen,
liggende aan gedeelte Sluis—
dijkstra at, Parallelweg', brand
stee^ J onkersf raa t tot Fabrieks-
graclit, van Berkstraat en P.
Quantstraat, die uitloozing
wensehen, kunnen dagelijks in-
formeeren omtrent directe aan
leg* aan de te maken rioleeringf
tegen concurreerenden prijs,
bij den
A annemer SPR 171T,
AJ
iaai
P. J. A. CHRISPIJN's vermaarde
Bessenwijn, Appelwijn, Kruisbessen-
wijn, Boschbessenwijn en Lemon-
quash, zijn verkrijgbaar te Den
Helder bij den Heer
A. VAN TWI5X,
't Centrum - Molenstraat.
19
18. Schagenstraat 18.
Ruim gesorteerd in
Vitrages-, Franjes Kwasten-, Gordijnkatoe-
uen-, afgepaste Gordjjaen-, Karpetten-,
Kleedjes-, Loopergoed-, Matjes-, enz., enz.
Gewaste Bed-, Peluwen-, Kussentgken-,
Loostijk-, Beddenbont-, Matraslinnen
Gemaakte en Tricotondergoederen, uit
sluitend prima kwaliteit.
Zwarte en gekleurde Japonstoffen, Calicots-,
Katoentjes- en Drile.
(Diverse witte goederen ruime voorraad).
Fronts-, Boorden-, Manchetten-, Strikken^,
Cola-, Heerendassen-, Sporthemden-, wittè
Heeren-Overhemden-, enz., enz.
Fantasie-, Keuken- en Huisboudschorten,
Corsetten-, Handschoenen-, Kousen-, Lijf
jes-, Coraetlgfjes-, Dames-Nachthemden,
enz.
Bijzonder wordt de aandacht gevestigd,
op de gemaakte, bruine, witte en gedruk
te Bevertienbroeken. voor den werkman,
alsmede op de blauwe Keperbroeken
Jassen enz. Concurreerende prijzen.
Aanbevelend,
Attentie s.v.p.I
Ondergeteekende maakt het geachte
publiek bebnd, dat zijn van oude be
kende Scheersalon dagelijks is geopend
van 's morgens 7 uur tot 's avonds 10
uuruitgezonderd Zon- en Feestdagen
tot 2 uur 's namiddags.
C. G. LANDMETER,
Coiffeur.
KRUISWEG No. 1. -
zijn weder voorhanden
aan de STEENKOOPERIJ van:
W. F. STOEL ZOON,
ts Alkmaar.
OpruiminK
van alle soorten
van
Fijne Snijboontjes 10 ets. het pond
Gebroken Spersieboontjes 6 ets. het pond
Gele Andijvie 4 ets. het pond
3 pond a 10 cent.
Zuurkool4 ets. het pond
3 pond 10 ets.
Nog ruim voorzien van alle soorten
per blik en uitgewogen.
eerste Ijl walltelt,
Per halve en heele fv