KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wleringen. Ter Stembus! No. 2955 Woensdag 12 Juni 1901. 29ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn0. 59. id. id. Abonnement binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87% Ct. franco per post 75 id. fl.20. voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00. Afzonderlijke nommers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat. Aaveirtentlön van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewys-Exemplaren franco per post 2% Cent. Ad verterit.]'en moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur afin de Bureaux bezorgd zijn. De dag is nabij, waarop uit de opge geven Caudidaten voor 't lidmaatschap van de Tweede Kamer der Staten Generaal een keuze moet worden gedaan, j, Vrijdag 14 dezer is de daarvoor aangewezen dag. We achten het pp onzen weg gelegen, om den kiesgerechtigden met allen aandrang aan te bevelen, om aan de stemming deel te nemen. Niemand, die geen zeer geldige reden heeft, blijve van de stembus weg, want zal onze Tweede Kamer een getrouwe afspiegelng zijn van de kiezers, dau moet iedereen zijn overtuiging uitspreken en door de invulling van zijn stembiljet te kennen te geven in welke richting hij wenscht, dat het land bestuurd wordt. Van sommige zjjden wordt beweerd, dat 't kiezerskorps niet uitgebreid genoeg is, welflu, laten dan zij, wien de eer te beurt valt tot deze bevoorrechte schaar te be- hooren, toonen, dat zij het kiesrecht als een kiesplicht beschouwen. Men bedenke, dat het verzuim, om ter stembus op te gaan, gevolgen kan hebben, die men later lichtelijk zou kunnen be treuren. 't Kan zijn de mogelijkheid bestaat dat één stem aan de vereischte meerderheid ontbreekt't is mogelijk, dat één stem die van een der wegblijvers een geheel ongewenschten toestand doet ontstaan. Daarom bevelen we met allen ernst den kiezers aan, wèl ter stembus te gaan, de plicht om een hunner burgerplich- te vervullen niet te verzuimen. De laatst- verloopen dagen is in geschriften en in rede voeringen herhaaldelijk het gewicht van deze stemming in 't licht gesteld, het streven der onderscheidene partyen duide- lyk gemaakt en onbekendheid met de can- didaten kan men nu niet voorwenden. Een en ander moet o. i. tot deelnemiug aan de stemming krachtig aansporen. Daarom Vrijdag a. s. mogen de kie zers in ons district algemeen toonen, dat zy het recht om mee te kiezen op prijs stellen. Moge onze goede verwachting van een trouwe opkomst der kiezers niet worden beschaamd Uit het Biiitessfiand. Een hoogleeraar in het internationale recht in Frankrjjk heelt dezer dagen in een der voornaamste Fransche dagbladen zijn oordcel uitgesproken over Engeland's houding in zake. den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Hjj merkt op, dat, daar de Znid-Afrikaanschc Republieken niet behoorden tot de onderteekenaars der Haagsche Conventie, Engeland strikt geno men niet genoodzaakt was, de door die Con ventie vastgestelde voorschriften in acht te nemen. Doch de geleerde schryver plaatst daartegenover de opmerkingen dat deze hou ding van Engeland zeer ontmoedigend is dat de Bóeren-Republieken door Engeland indertjjd van do Vredes-conlerentie in den Haag werden uitgeslotendat op de Confe rentie bepaald werd, dat hare voorschriften in eiken oorlog tusachen beschaafde volken zouden worden nageleefd en dat Engeland de Republieken niet als beschaafde volken wilde beschouwd hebbeD, omdat zy, altyd volgons Engeland's beweren, geen souvereine onafhankelijke Staten waren. De hoogleer aar komt er tegen op, dat Engeland zich misdragen heelt door tegenover de Republie ken een houding aan te nemen, alsof zij bar- baarsche of half barbaarscho Staten waren. De schryver grondt zijne ongunstige raeening over Engeland's optreden tegenover de Boeren niet slechts op losse verhalen en modedeelingen in nieuwsbladen, maar op deofficieële rapporten der Engelsche Rogeering of van de Engelsche bevelhebbers in Zuid Afrika. Hij begint met de inbreuk op bet volkenrecht, door hot ge ëindigd verklaren van den oorlog, toen hot Engelsche ministerie het wenschelijk achtte, dat men aan het eindigen van den strjjd ge loofde. Maar de schryver doet uitkomen dat er, ondanks alles thans nog een regelmatig cn wettelijk Bewind in do Republieken bestaat. De Boeren zjjn gebleven gewone strijdende vyanden, geen struikroovers of rebellen, zooals de Engelsche Regeoring hot deed voorkomen hun tegenstand is volkomen gewettigd, en in het geheel niet in stryd mot de bepalingen der Haagsche Conventie. De slechte behan deling der gevangenen, van zieken en ge kwetsten, van vrouwen en kinderen zelfs, de vernieling van landhoeven, het gebruik van dum-dum-kogel8, het in dienst-nemen van kleurlingen (Kaffers) als hulptroepen tegen blanke vijanden dat alles was in strijd met de bepalingen der Haagsche Conventie, zelfs in strijd met de gewone regelen, roeds vóór dien tjjd door alle beschaafde volken nageleefd. De hoogleeraar merkt nog op, dat deze ernstige vergrjjpon tegen het volkenrecht zelfs erkend en afgekeurd worden door de Engel- schen, die niet door vooringenomenheid ver blind zijn- De schryver spoort vervolgens de oorzaken op van Engeland's afkeurenswaardig optreden, en wjjst er óp, dat daarin een waarschuwing opgesloten ligt voor andere volken. Hjj doet uitkomen, dat Engeland in jaren geen oorlog gevoerd heeft met eene beschaafde natie, niet anders dan met volk stammen in de overzeesche bezittingen, tegen over wie het meende, de hjj beschaafde natië'n gevolgde oorlogsgebruiken wel achter wege te kunnen laten. Vandaar de moeilijk heid voor de Engelschen, om met don tegen stander ook de wijze van oorlogvoeren te veranderen. Voor andere beschaafde volken, die ooit in botsing mochton komen met En- land, schuilt hierin een werkelijk gevaar. De schrijver drukt do hoop uit, dat Engeland tegenover de Boeren-Repnblieken vóór het te laat is zjjne fout zal inzien, en zjjne vijanden daarginds voortaan zal gaan behandelen als beschaafde oorlogvoerenden. De kaDP, dat dit werkelyk gebeuren zal, is echter niet groot. Do «Times", het voornaamste derregeerings-gozindo Engelsche nieuwsbladen, prees nog dezer dagen aan als middel om den Züid-Afrikaanschen oorlog spoedig ten einde te brengen, het - volgendeDaar de Boeren den strijd niet willen opgeven en Engeland den tegenstand niet kan breken, beveelt het blad aan de afkondigiog eencr proclamatie, waarin dc torrajjn van ódne maand wordt ge steld, om den oorlog te eindigen. Indien deze termijn verstreken is, moeten alle eigendommen van Boeren, die op commando zyn, worden verbeurd verklaard, en elke aanvoerder, die gevangen genomen wordt, tot levenslange de portatie worden veroordeeld. Het blad meent, dat zulk eene proclamatie een heilzamen in vloed hebben, en vele commandanten tot onder werping brengen zal. Een barbaarsch middel zal dus, volgens da .Timesaangewend moo- ten worden, om te bewerken, dat er vrede zal komen, een vrede, die Engelaud met tien voudige macht niet kan verkrijgen. Men zal zich, dit vernemende, wellicht herinneren, dat van Engelsche zjjdo indertjjd beweerd werd, dat het doel dier groote natie in Zuid-Afrika geen ander was, dan er «beschaving" brengen In onderscheidene landen en steden open baart zich, wanneer er maar eenige aanleiding toe is, eene groote mate van sympathie voor do Boeren van Zuid-Afrika. Dezer dagen kwa men te Boeda-Pesth, de hoofdstad van Hongarjje, twee mannen uit Zuid-Afrika aan Andreas de Wet en dr. Valentin die met eene ge weldige betooging werden ontvangen. Het spoorweg-station was zóó vol bjj hunDe aan komst, dat bet moest worden afgezet. Een on afzienbare menigte had zich langs deu weg van het station naar hot hötel geschaard. In opene, versierde rijtuigen, getooid met de kleuren der Repnblieken cn van Hongarije, werden de beide heeren afgehaald. Vóór het hötel stond een menigte van omstreeks 20.000 rnenschen geschaard, die de Boeren met gejuich begroette. Do paarden worden van het rjjtuig gespanuen, en dit in triomf door do menigte getrokken. In het Engelsche Lagerhuis heeft een der afgevaardigde eenige Engelsche officieren be schuldigd van knoeieryen bjj den aankoop in Hongarije van paarden voor Zuid-Afrika. Zjj zouden slechte paarden gekocht, en daarvoor een goeden prijs in rekening gebracht hebben, terwijl zij de op die manier gemaakte winst met de verkoopers deelden. Het lid, dat deze beschuldiging iubracht, bood der Regoering bewijzen aan voor zjjne bewering, als zjj een onderzoek wilde instellen. Verschillende spre kers bevestigden deze bewering, maar de mi nister van Oorlog antwoordde zeer vaag, zeg gende, dat de zaak wel kan onderzocht worden, en als er iets gevonden wordt, dat niet in den haak is, zal de Regeering dit niet onder ziok houden. Een bepaalde toezegging deed echter de minister niet. AlKIHIjSTIJÜllDIÜi. HELDER, 11 Juni 1901. Gemeenteraadsverkiezing. Door den Burgemeester wordt bekend geinaakt, dat op Dinsdag 25 Juni a s. de verkiezing zal plaats bebben van 8 leden van den Raad dezer gemeente en wel 2 leden in het ie kiesdistrict, 3 ,i 2e en 3 3e dat van des voormiddags 9 tot des namiddags 4 uur ten raadhuize opgaven van candi- daten kunnen ingeleverd worden en dat formulieren van zoodanige opgaven ter Se cretarie kosteloos verkrijgbaar zijn. VisscheriJ-tentoonsteiling. Door het comité, dat te Amsterdam eene Vissckery-Tentoonstelling in 1902 of 1903 organiseeren wil, is aan de Re geering te kennen gegeven, dat ecué ryksssubsidie van twee ton gouds daar voor noodig isalleen met zulk een krachtige steun, kan de zaak worden on dernomen. Leerplicht en visscherij. Nu te Hoorn verbazend veel ansjovis wordt aangevoerd, moeten vele leerlingen van de school voor kosteloos onderwijs helpen om de vischjes uit de netten te halen. Vandaar dat het schoolverzuim zeer groot is, hetwelk door de wet op den Leerplicht als onverschoonbaar wordt be schouwd, wijl daarvoor geen vrijstelling wordt verleend. Gevaarlijke kaas! Do gezondheidscommissie te Middelburg waarschuwt tegen het gebruik van sterk beschimmelde kaas, aldaar, zich onder scheidende door groene kleur, sterke lucht en sterke schimmelvorming in de vele scheuren en barsten. Reeds hebben zich daar gevallen van kaas vergiftiging voorgedaan. Te Zierikzee is eene koe gedrongen in den winkel van een confiseur en heeft daar alle roomtaartjes opgegeten. Met moeite wist men de snoepster te verwjj- deren. Tn de zitting van Donderdag der Engel sche commissie van schadevergoeding, sprak de president de hoop uit, dat de vreemde vertegenwoordigers het eens zouden worden, dat ten minste vier dagen per week zit tingen zouden worden gehouden. De vertegenwoordiger van Oostenrijk- Hongarije verklaarde, dat hij optrad voor 120 personen, uit Zuid-Afrika uitgewezen; hiervan waren slechts drie geneigd per soonlijk voor de commissie te verschijnen. De Russische vertegenwoordiger deelde mede, dat hij namens 27 personen optrad, waarvan geen binnen twee of drie weken zon kunnen overkomen. De commissie verdaagde daarop. In de Golf van Salonica is een Grieksch zeilschip aangevallen door zee- roovers, die den kapitein en de beman ning mishandelden en alles roofden, wat zij aan boord van hunne gading vonden. Te New-York heerscht wéér hevige hitte. Naar stroohoeden is veel vraag en voor de laatste Pamana's welke voorhan den waren, werd tot 100 dollars (f 250) en meer zelfs betaald. In de Spaancche provincie La Man- cha brengen zwermen sprinkhaan groote schade toe aan den oogst. Door in groote menigte op de spoorwegstaven neêr te strijken, belemmeren zij ook het spoorweg verkeer. Een gevaarlijke dokter. Eenige dagen geleden is een tragisch incident voorgevallen in het stadje Grenna nabij Stockholm. Een ziekelijke weduwe, Augusta de Du- ben, werd in een particulier ziekenhuis op gepast door haar drie dochters. Terwijl de geneesheer, dr. Nehrmann, der zieke een bezoek bracht, kreeg hij plotseling een aanval van krankzinnigheid. Een breed mes, dat op tafel lag, grijpend, stortte hij zich op de vrouwen. Een der meisjes werd gedood, de beide andere en de moeder be kwamen levensgevaarlijke verwondingen. De krankzinnige rende, na het bedrjjven van den viervoudigen moord, de straat op en rende den ganschen nacht door het stadje rond. Vijf voorbijgangers werden door den woesteling getroffen de toestand van drie hunner is hoogst zorgwekkend. Eerst in den vroegen morgen kon de krankzinnige gevangen worden. Een buitenkansje. De Zweedsche consul te Hamborg, die sedert verscheidene jaren vruchtelooze po gingen had aangewend, om een Zweed te ontdekken, die in de nabijheid moest ver toeven en aan wien verre bloedverwanten een bedrag van ruim ö'/j millioen gulden hadden nagelaten, heeft dien gelukkigen sterveling ontdekt Het is een arme drommel, een soort zwer ver, die voor eenige stuivers dagloon op boerderijen werkt. Toen men hem mede deelde, dat hij millionnair was, scheen hij niet te begrijpen, waarover men het had. Een kind door mieren gedood. In een dorp op Alsen legde een vrouw haar jong kind op dennenstammen te slapen. Later hoorde zij het wicht bitter schreien en toen zij er bij kwam, bemerkte ze, dat het kind vol mieren zat, die oogen, neus en ooren waren binnengedrongen. Het kind stierf, ondanks deskundige hulp, spoedig daarna. Een bruidschat van 35 millioen dollars (87% millioen gulden) heeft een Ameri- kaansehe miss Perkins haar heer en meester Lars Anderson, te Boston ten huwelijk meegebracht een record, zelfs voor het land van den dollar. De opa van mevrouw Anderson, William Weid, liet zijn kin dertjes zoo ongeveer 140 millioen dollars na. De jonge vrouw heeft een uitzet mee gebracht ter waarde van 60.000 dollars. Of dat nu een gelukkige verbintenis zal blyken Gestikt. Men herinnert zich waarschijnlijk nog den Duitselien kleermaker, die zich als „colli" liet vervoeren. Minder gelukkig dan hij het er telkens afbracht is het ge gaan met een paar knapen in Silezië, Lischke en Friedrich geheeten, die plot seling uit hun geboorteplaats Polaun wa ren verdwenen. Toen een kramer den 2n Juni te Polaun ter gelegenheid van de kermis kisten opende, waarmee hij naar een feest te Dessendorf was geweest, vond hij de lijken der knapen. Blijkbaar waren dezen te Dessendorf in de kisten gekropen, om gemakkelijk en goedkoop thuis te ko men. De kisten werden echter te Polaun in een gesloten kelder gebracht zoodat de ongelukkige jongens den verstikkingsdood stierven. Vier vrouwen verbrand. Bij een brand te Lintow (in Engeland) zyn drie vrouwen in de vlammen omge komen, terwijl een vierde, die gered werd, slechts enkele uren meer leefde. De brand ontstond in een hut en zeven huizen wer den vernield. De Parysche correspondent van de Lancet deelt mede, hoe een bekend Parijsch dokter het slachtoffer is geworden van een behendige oplichterij. Op zijn spreekuur nl. verscheen een uiterst net gekleed heer met een naam uit de hoogste leringen, die hem kwam consulteeren over zyn dochter, die leed aan kleptomanie, waardoor de ge- heele familie in de grootste droefheid ver keerde. De dokter gaf alle hoop, dat hij die neiging door suggestieve therapie zou genezensteeds echter nam de patiënte by het heengaan de eene of andere kleinig heid mede, die dan echter den volgenden dag met de noodige excuses door den vader werd teruggezonden. Uit eerbied voor de familie en uit medelijden met de jonge dame had de dokter den bediende lastge geven, er notitie van te nemen, indien de dame iets wegnam. Volgens gewoonte dwaalde deze, nadat de dokter haar had behandeld, een kamer binnen en stak een doos vol juweelen, die zy zag staan, by zich. Den volgenden dag verscheen zij niet op het spreekuur. De naam en woonplaats waren valsch opgegeven. Niettegenstaande alle nasporingen gelukte het niet den zorg- vollen papa en de kleptomane dochter te vinden. Naar aanleiding van twee gevallen van darmaandoening van kindereu, die voor gekomen zijn in de kliniek van dr. Horace bavory te Bedford, wijst de Lancet" op het voorkomen van gla9poeder op snoep goed, om dit een glinsterend voorkomen te geven. Ofschoon het nog niet veel voorkomt, acht het weekblad het nuttig, er nu reeds op te wijzen, eer het gaat als met de biervergiftiging, die toen ze bekend werd, reeds een grooten omvang had aan genomen en vele slachtoffers gemaakt. De Oorlog in Zuid-Afrika. Volgens een officieele opgave, die door het Eng. departement van oorlog verstrekt is. zijn tusschen 1 Augnstus 1899 en 31 Juli 1900 naar Zuid-Afrika gezonden of daar aangeworven 265,132 officieren en minderen, met inbegrip van 9940 officie ren en minderen, die voor het uitbreken der vijandelijkheden in Natal of de Kaap kolonie in garnizoen lagen. Van 1 Augustus 1900 tot 30 April 1901 zijn gezouden of aangeworven 83,529 of ficieren en minderen, in den oorlog tegen de beide Bóeren-republieken te velde zijn getrokken 347,661 hoofden bedraagt. Hiervan bevonden zich 31 Mei jl. in Zuid-Afrika 240,416 hoofden (met inbegrip van de officieren), waarvan 138,002 gere gelde troepen, 58,821 koloniale troepen, 23,104 yooinen, 9385 vrijwilligers (volun- teors) en 20,104 militie-troepen. Volgens een telegram uit Londen aan de »Magdb. Ztg"., schat Lord Kitchener het aantal Boeren dat nog te velde staat op ten minste 24,000 en heeft hij gemeld dat de inval in de Kaapkolonie door d e W e t in eigen persoon geleid wordt. De Daily Cronicle" is er achtergeko men dat er te Portland en Lewes v ij f officieren van de ongeregelde En gelsche troepen levenslang dwangarbeid ondergaan, omdat zij betrapt zyn op het begunstigen van de levering van wapens en schietvoorraad aan de Boeren. Eerst waren zij ter dood veroordeeld, maar Lord Roberts verzachtte hun vonnis, eensdeels omdat hy van meening was dat zij wellicht dupes waren, anderdeels omdat hy geloofde dat de werkelijke schuldigen zich in En geland zelf buiten schot hielden. Soldaten en onderofficieren die zich aan soortgelijke vergrijpen hebben schuldig gemaakt, zijn in de gevangenis gezet wegens het slapen op hun post en dergelijke overtredingen". LONDEN, 7 Juni. In. zijn tweede editie publiceert de Times"een telegram uit Pretoria, waarin wordt gezegd, dat de suc cessen der laatste twee maanden den mili tairen toestand optimistisch doen inzien, maar de Boeren zullen den strijd voort zetten, zoolang hun z. g. regeering vrij blyft. Luidens het verhaal van een Boer, die tegenwoordig was, heeft Botha verleden week op Spitskop, ten zuiden van Amster dam, zijn volgelingen toegesproken. Hjj herhaalde dat Engeland door Europeesche verwikkelingen in het nauw was gedreven en zeide, dat de vriendelijkheid aan de zich overgevende Boeren betoond, een teeken is, dat Engeland den tegenstand der Boeren niet kan breken. De >Times" teekent daarbij aan, dat een proclamatie, aankondigende dat over een tnaaud alle eigendommen van Boeren op commando verbeurd verklaard zouden wor den en de aanvoerders als ze gevangen genomeu worden, levenslang zullen gede porteerd worden, een heilzame uitwerking zal hebben, daar verschillende commandan ten over onderwerping praten. PRETORIA, 8 Juni. Een ernstig spoor wegongeluk had gistermorgen plaats in d« nabij beid van Pretoria op de lijn naar Pieters burg. Een trein vol troepen liep op een trein die van de tegenovergestelde richting kwam. Negen soldaten werden gedood, en velen gewond. KAAPSTAD, 8 Juni. Gisterenavond ver raste kolonel Scobell een Boerenlaager ten Noordwesten van Barkly East; hy nam 20 Boeren gevaugen en maakte 166 paar den, een hoeveelheid ammunitie, voorraden en kleedingstukken buit. Kolonel Wyndham verraste een andere afdeeling Boeren bij Steijnsburg en maakte er 22 gevangen. Mevrouw Botha. LONDEN, 8 Juni Mevrouw Louis Botha is hedenmorgen aan boord van de „Dun- vegan Castle" te Southampton aangekomen. Zy weigerde zich te laten interviewen. De heer Fiseher de zoon van den vroe- geren Staatssecretaris vanden Oranje Vrjj- staat, deelde aan Iieuter's agent mede, dat mevrouw Botha reebt door naar Londen gaat, en van daar naar Holland en België zal vertrekken, doch dat de datum van dit vertrek naar het vasteland nog niet is vastgesteld. FEUILLETON. DE BOOZE GEEST. Vrjj bewerkt door AMO. 1) In de uitgestrekte wildernissen, die zich westelyk van de Missisaippi, door de Veree- nigdo Staten van Noord-Amerika uitstrekken is aan de rechterzijde van den Arkansas, eene door Franschen gegrondveste kolonie gelegen, Libreville genaamd. Door hooge sterke palis saden omringd maakt Libreville op don bezoe ker don indruk van een fort. De groote toe gangspoort aan de noordzijde, wordt slechts voor de bewoners der kolonie geopend eene voorzorg die geenszins overdreven te noemen is. De kolonie toch lag onmiddellijk aan de grenzen van het grondgebied dor Indianen, en in de naburige wouden hadden de strijdlus tige stammen der Apaches en der Choctams, die elkander voortdurend beoorloogden, hunne wigwams opgeslagen. Al waren er in langen tjjd geen twisten tusschen de kolonisten en de Roodhuiden ontstaan toch verzuimden cerst- genoemden geenzins de noodige voor zorg- maatregelen te nemen daar ze wisten welk lot hun te wachten stond als een dier Btammcn zich, vroeger of later, sterk genoeg zou ach ten, om de kolonie te overvallen. De prairie voor de kolonie strekt zich in het oosten en noorden uit als een onmetelijk groen tapijt. Daar, waar den jjvere kolonist de byl iu eeuwen oude woudreuzen geslagen had, ziet men na welige velden. De bewoners van Libreville waren dan ook binueu weinige jaren welge stelde lieden geworden. Do kleine bevolking bestond hoofdzakelijk uit Franschen doch langzamerhand hadden er zich ook lieden van andere nationaliteit gevestigd, zondor dat zulks afbreuk deed aan de heerschende eendracht. Die eendracht nu was het fondament van de door blanken en roodhuiden geëerbiedigde macht der kolonie. Op zekeren laten namiddag zat de poort wachter Pierre Arval naar gewoonte zyn pjjp te rooken voor het kleine blokhuis door hem en zjjne familie bewoond. Pierre Arval was een oude knaap, die zoowat overal in de we reld geweest was cn zelfs boweerde verschei dene veldslagen meogemaakt te hebbcu, wat echter niemand geloofde. Dit belette echter niet, dat bij onverpoosd goweldigde verhalen van veldslagen ten beste gaf en steeds een dankbaar volkje in de jeugd van Libreville vond. Ook nu wedor zat hjj over zyn inge beelde heldendaden na te denken toen een luid kloppen tegen de poort hem aan zjjn plicht herrinnerde. Volgens gewoonte keek hjj eerst even door eene kleine opening in de palissaden, doch in plaats van de poort te openen, bekeek hij den persoon die toegang wensehte, met onbeschaam de nieuwsgierighsid aan. Voor hem stond een Indiaan van zeldzaam geëvonredigden lichaams bouw en mannelijk schoone gelaatstrekken. Het eenvoudige katoenen jachthemd werd door een rjjk versierde lederen gordel omvat, waarin een tomahawk en een scalpeermes hingen. An dere wapens droeg hjj niet. Het lange, raven zwarte haar hing I09 over zjjn naakte schou ders en de beenen waren in donkere moca- sins gehuld. De Roodhuid liet zich een oogen- blik het onderzoekend aanstaren van de oude welgevallen, doch eindeljjk bogon het hem to vervelen op bijna bevelende toon zeide hjj in 't Fransch: «Het bleekgezicht opene de poort.4 Denk je dat ik mal ben," autwoordede oude poortwachter njjdig, «daar komt mo zoo'n myn- heor Roodhuid op eens uit de lucht vallen en wil zich zoo maar zonder complimenten bjj fatsoenlijke Chriatenmenschon indringen. Eerst moet ik weten, vriendjo wat jo hier komt doen. Nu, heb jo je tong verloron, roode spitsboef, geef jo geen antwoord, ook goed, dan kan je tot den jongsteu dag buiten bljjven staan, wannoor de duivel jou en jou stamgenooten zal komen halen, zoo zeker als ik Pierre Ar val boet. Begrepen?' Op al deze scheldwoorden gaf do Indiaan geen antwoord doch er kwam een medelijdende trok op zjjn gelaat. Toen de oude zjjn be- groetingsredo uitgesproken had trok hjj het hoofd met het vaste voornemen de Roodhuid, wiens groote kalmte hem uit zjjn humeur bracht stilletjes buiten te laten staan. Dit scheen den Indiaan echter niet naar genoegen te zjjn, daar hjj met zijn tomahawk krachtig op do poort begon te bonzeu. Sprakeloos van woede, schoof nu de poort wachter de zware dwarsbalken ter zjjde en zonder veel complimenten wrong do Indiaan zich door dc opening, duwde do oude poort wachter op zijde en snelde de vrjj breede straat tusschen de blokhuizen in. Nu sloeg Pierre zicb voor het voorhoofd. ,Wcl verdui veld,» mompelde hjj, «daar heb ik weer een domme streek uilgehaald, want het is een tamme Roodhuid, de Cfioctan-hoofdman, «do Zittende Stier,» die waarschynljjk een bezoek bij onzen dokter wil brengen. Heidaar mjjn- heer do Zittende Slier, wacht een oogeoblik, ik heb u niet herkend Hjj hoort mij niet meer, ik zal hem later wel eens zeggen, dat ik 't zoo kwaad uiet meende.' TVrwjjl de poortwachter zich deze zelfverwjjteu maakte, liep de Zittende Stier, met grooten spoed, naar het midden der kolonio en trad een een voudig maar stevig gebouwd blokhuis bin nen. In een kleine kamer, waar niets ontbrak wat de Europeaan onontbeerlijk is, zat oen jonge man aan een tafel te schrijven. Hjj scheen van ongeveer vijf-en-twintigjarigenleof- tyd, slank, doch krachtig van lichaamsbouw, en maakte, ondanks zjjn eenvoudige kleeding den indruk een man van beschaafde opvoe ding te zijn en van een ander gehalte, dan de meeste, min of moer ruwe kolonisten. Wjj zien Charles Larnon voor ons, die door den poort wachter «onze hoer dokter» genoemd werd. Deze betiteling vond haar oorsprong in het feit, dat Charles Larnon in de kolonie als geneesheer werkzaam was niet alleen, doch de kolonisten wilden daardoor aan het gevoel van eerbied en hoogachting lucht geven, voor een man, die niet slechts hunne kranken genas, maar tevens hun leidsman en opperhoofd, hun energieko vertegenwoordiger tegenover de re geering was. Charles Larnon had in Frankrjjk in do medicij nen gestudeerd. Met voorbeeldigen jjver had hij bjj„. zijn studiën voleindigd, toen zjjne beide ouders plotseling kwamen te sterven, zonder iets noemenswaard DS' te laten. Geheel onbemiddeld, doch to fier om de hulp van an deren aan te nemen, die hem van verschil lende kanten onbekrompen aangeboden werd, moest de jeugdige student de academie vaar wel zeggen. Zonder dralen vertrok hy, met dc weinige contanten, die uit de onderljjke nalatenschap overbloven naar dc Niouwo We reld. Ook daar gelukte het hem in den aan vang niet, zich een toereikend bestaan te ver schaffen. Op zekeren dag landde hij in gezel schap van eenige pelsjagers op een tocht door do wildernis, in de kolonie Libriville aan. Na een verbljjf van acht dagen verzochten de ko lonisten bêm bjj hen te bljjven. Charles dacht over do zaak na, en bleef. Het heerljjke woud bood hem ruimschoots de gelegenheid om zjjn jachtlust to bevredigen en het wilde avon tuurlijke leven had oen groote aantrekkelijk heid voor hem. Nu eindeljjk werd tevens oen zjjnor lieve- lingswenschen vervuld, namelijk om met do oorspronkelijke bewoners van dit gezegende laud, de Indianen, in aanraking to komen. Het ongeluk was den jongen man gunstig, op een zijner tochten kwam hjj bjj toeval in een Choctawdoro. De squaws (vrouwen) van twee hoofdlieden, aldaar, dio van het opperhoofd de Zittende Stier en van den tweeden hoofd man Berenklauw, lagen gevaarlijk'ziek, en de bezweringen der Indiaausche toovonaars bleken machteloos, om de booze geesten te verdrij ven, die, naar hun oordeel, in de vrouwen ge varen waren. Door doelmatige behandeling der ziekten gelukte het Charles Larnon ze te gcnezeD. Dit vooral verzokerde hem niet al leen de vriendschap van do Zittende Stieren de Berenklauw maar ook van den geheolen Choctawstam en spoedigwerd in verscheidene dorpen, zelfs in die der Apaches de mare verbreid van de tooverkracht des blank en hoofd mans. Laten wjj, na deze korte afdwaling, den draad van ons verhaal weder opvatten. Toen Charles Larnon hot Clioctawhoofd plotseling voor zich zag staan, sprong hjj ver rast van zjjn stoel op een toon, waaruit blijde verwondering sprak: Welkom hier, hoofd man wat voert u tot rnjj Is or iemand ziek in uw dorp?» Manitoe, de godheid der Roodhuiden is genadig voor zjjne roode kinderen,4 antwoord de de Indiaan, terwjjl hjj de Franschman met een blik, waaruit innige vriendschap blonk, aankeek; «geen booze geest is in de lichamen mijner stamgenooten gevaren.» .Bespottelijk bjjgeloof,» mompelde Charles bjj zich zeiven, en voegde er hardop bjj," dus olies gezond en wel dat verheugt rnjj, maar nog moer, dat go mjj oen bezoek brengt. Hoe lang is het geleden, sedert wjj elkandor hot laatst ontmoetten Driemaal is de maan vol geweest, nadat de blanke hoofdman do wigwams der Choe- taws bezocht.» «Juist zoo, juist zoo,» hernam de dokter glimlachend. ,en ik verlang er weer naar, om met u en uwe krijgslieden door hot fris- 8chc groeno woud te zwerven en naar harte lust te jagon.4 «Sedert drio maanden zochten do oogen van mjjn volk den blanken hoofdman to ver geefs; hij kwam niet en dat bedroefde hen.4 «Go weet, Choctaw, dat ik ook plichten te genover de kolonisten te vervullen heb en niet altjjd voor mjjn pleizior door do bosschon kan zwerven.» gaf Charles op ernstigon toon ton antwoord. «Do Zittende Stier weet zulks,* hernam het opperhoofd, ,maar de roode mannen hob- bon meer vriendschap voor u dan do valsch© bleekgezichten.» Dat zullen we op hot oogenblik maar niet bespreken,» zeide Charles Larnon lachend, «maar wo vergeton, onder het praten, ton ecnenmale het dool van uw bezoek.» Er heorschto eene langdurige stilte, die hot eerst door den Franschman verbroken word, wien het nog to rechtertjjd inviel, dat de In- diaansche beleefdheidsbegrippen vereischten, dat men eerst het woord nam, als men daar toe aangezocht werd. Dat de Zittende Stier met zijn bezoek een bepaald doel beoogde, was boveu allen twjjfel verheven, want het afleggen van oen vriendschappelijk bezoek, zonder eene dergeljjke aanleiding, werd door iedor Indiaan als onwaardig beschouwd. Om er nu achter to komen wolk dat doel was, richtte Charles Larnon eindeljjk eenige direote vragen tot hot opperhoofd. (Wordt vervolgd.}

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1