KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wleringen.
Ter Stembus!
No. 2955
Woensdag 12 Juni 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn0. 59.
id.
id.
Abonnement
binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87% Ct.
franco per post 75 id. fl.20.
voor het Buitenland f 1.25, id. f2.00.
Afzonderlijke nommers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Aaveirtentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Bewys-Exemplaren franco per post 2% Cent.
Ad verterit.]'en moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur afin de Bureaux bezorgd zijn.
De dag is nabij, waarop uit de opge
geven Caudidaten voor 't lidmaatschap van
de Tweede Kamer der Staten Generaal
een keuze moet worden gedaan, j, Vrijdag
14 dezer is de daarvoor aangewezen dag.
We achten het pp onzen weg gelegen, om
den kiesgerechtigden met allen aandrang
aan te bevelen, om aan de stemming deel
te nemen. Niemand, die geen zeer geldige
reden heeft, blijve van de stembus weg,
want zal onze Tweede Kamer een getrouwe
afspiegelng zijn van de kiezers, dau moet
iedereen zijn overtuiging uitspreken en
door de invulling van zijn stembiljet te
kennen te geven in welke richting hij
wenscht, dat het land bestuurd wordt.
Van sommige zjjden wordt beweerd, dat
't kiezerskorps niet uitgebreid genoeg is,
welflu, laten dan zij, wien de eer te beurt
valt tot deze bevoorrechte schaar te be-
hooren, toonen, dat zij het kiesrecht als een
kiesplicht beschouwen.
Men bedenke, dat het verzuim, om ter
stembus op te gaan, gevolgen kan hebben,
die men later lichtelijk zou kunnen be
treuren. 't Kan zijn de mogelijkheid
bestaat dat één stem aan de vereischte
meerderheid ontbreekt't is mogelijk, dat
één stem die van een der wegblijvers
een geheel ongewenschten toestand doet
ontstaan. Daarom bevelen we met allen
ernst den kiezers aan, wèl ter stembus te
gaan, de plicht om een hunner burgerplich-
te vervullen niet te verzuimen. De laatst-
verloopen dagen is in geschriften en in rede
voeringen herhaaldelijk het gewicht van
deze stemming in 't licht gesteld, het
streven der onderscheidene partyen duide-
lyk gemaakt en onbekendheid met de can-
didaten kan men nu niet voorwenden. Een
en ander moet o. i. tot deelnemiug aan
de stemming krachtig aansporen.
Daarom Vrijdag a. s. mogen de kie
zers in ons district algemeen toonen, dat
zy het recht om mee te kiezen op prijs
stellen.
Moge onze goede verwachting van een
trouwe opkomst der kiezers niet worden
beschaamd
Uit het Biiitessfiand.
Een hoogleeraar in het internationale recht
in Frankrjjk heelt dezer dagen in een der
voornaamste Fransche dagbladen zijn oordcel
uitgesproken over Engeland's houding in zake.
den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Hjj merkt op,
dat, daar de Znid-Afrikaanschc Republieken
niet behoorden tot de onderteekenaars der
Haagsche Conventie, Engeland strikt geno
men niet genoodzaakt was, de door die Con
ventie vastgestelde voorschriften in acht te
nemen. Doch de geleerde schryver plaatst
daartegenover de opmerkingen dat deze hou
ding van Engeland zeer ontmoedigend is
dat de Bóeren-Republieken door Engeland
indertjjd van do Vredes-conlerentie in den
Haag werden uitgeslotendat op de Confe
rentie bepaald werd, dat hare voorschriften
in eiken oorlog tusachen beschaafde volken
zouden worden nageleefd en dat Engeland
de Republieken niet als beschaafde volken
wilde beschouwd hebbeD, omdat zy, altyd
volgons Engeland's beweren, geen souvereine
onafhankelijke Staten waren. De hoogleer
aar komt er tegen op, dat Engeland zich
misdragen heelt door tegenover de Republie
ken een houding aan te nemen, alsof zij bar-
baarsche of half barbaarscho Staten waren.
De schryver grondt zijne ongunstige raeening
over Engeland's optreden tegenover de Boeren
niet slechts op losse verhalen en modedeelingen
in nieuwsbladen, maar op deofficieële rapporten
der Engelsche Rogeering of van de Engelsche
bevelhebbers in Zuid Afrika. Hij begint met
de inbreuk op bet volkenrecht, door hot ge
ëindigd verklaren van den oorlog, toen hot
Engelsche ministerie het wenschelijk achtte,
dat men aan het eindigen van den strjjd ge
loofde. Maar de schryver doet uitkomen dat
er, ondanks alles thans nog een regelmatig cn
wettelijk Bewind in do Republieken bestaat.
De Boeren zjjn gebleven gewone strijdende
vyanden, geen struikroovers of rebellen, zooals
de Engelsche Regeoring hot deed voorkomen
hun tegenstand is volkomen gewettigd, en in
het geheel niet in stryd mot de bepalingen
der Haagsche Conventie. De slechte behan
deling der gevangenen, van zieken en ge
kwetsten, van vrouwen en kinderen zelfs, de
vernieling van landhoeven, het gebruik van
dum-dum-kogel8, het in dienst-nemen van
kleurlingen (Kaffers) als hulptroepen tegen
blanke vijanden dat alles was in strijd
met de bepalingen der Haagsche Conventie,
zelfs in strijd met de gewone regelen, roeds
vóór dien tjjd door alle beschaafde volken
nageleefd.
De hoogleeraar merkt nog op, dat deze
ernstige vergrjjpon tegen het volkenrecht zelfs
erkend en afgekeurd worden door de Engel-
schen, die niet door vooringenomenheid ver
blind zijn- De schryver spoort vervolgens de
oorzaken op van Engeland's afkeurenswaardig
optreden, en wjjst er óp, dat daarin een
waarschuwing opgesloten ligt voor andere
volken. Hjj doet uitkomen, dat Engeland in
jaren geen oorlog gevoerd heeft met eene
beschaafde natie, niet anders dan met volk
stammen in de overzeesche bezittingen, tegen
over wie het meende, de hjj beschaafde
natië'n gevolgde oorlogsgebruiken wel achter
wege te kunnen laten. Vandaar de moeilijk
heid voor de Engelschen, om met don tegen
stander ook de wijze van oorlogvoeren te
veranderen. Voor andere beschaafde volken,
die ooit in botsing mochton komen met En-
land, schuilt hierin een werkelijk gevaar. De
schrijver drukt do hoop uit, dat Engeland
tegenover de Boeren-Repnblieken vóór het te
laat is zjjne fout zal inzien, en zjjne vijanden
daarginds voortaan zal gaan behandelen als
beschaafde oorlogvoerenden.
De kaDP, dat dit werkelyk gebeuren zal, is
echter niet groot. Do «Times", het voornaamste
derregeerings-gozindo Engelsche nieuwsbladen,
prees nog dezer dagen aan als middel om den
Züid-Afrikaanschen oorlog spoedig ten einde
te brengen, het - volgendeDaar de Boeren
den strijd niet willen opgeven en Engeland
den tegenstand niet kan breken, beveelt het
blad aan de afkondigiog eencr proclamatie,
waarin dc torrajjn van ódne maand wordt ge
steld, om den oorlog te eindigen. Indien deze
termijn verstreken is, moeten alle eigendommen
van Boeren, die op commando zyn, worden
verbeurd verklaard, en elke aanvoerder, die
gevangen genomen wordt, tot levenslange de
portatie worden veroordeeld. Het blad meent,
dat zulk eene proclamatie een heilzamen in
vloed hebben, en vele commandanten tot onder
werping brengen zal. Een barbaarsch middel
zal dus, volgens da .Timesaangewend moo-
ten worden, om te bewerken, dat er vrede zal
komen, een vrede, die Engelaud met tien
voudige macht niet kan verkrijgen. Men zal
zich, dit vernemende, wellicht herinneren, dat
van Engelsche zjjdo indertjjd beweerd werd,
dat het doel dier groote natie in Zuid-Afrika
geen ander was, dan er «beschaving"
brengen
In onderscheidene landen en steden open
baart zich, wanneer er maar eenige aanleiding
toe is, eene groote mate van sympathie voor
do Boeren van Zuid-Afrika. Dezer dagen kwa
men te Boeda-Pesth, de hoofdstad van Hongarjje,
twee mannen uit Zuid-Afrika aan Andreas
de Wet en dr. Valentin die met eene ge
weldige betooging werden ontvangen. Het
spoorweg-station was zóó vol bjj hunDe aan
komst, dat bet moest worden afgezet. Een on
afzienbare menigte had zich langs deu weg
van het station naar hot hötel geschaard. In
opene, versierde rijtuigen, getooid met de
kleuren der Repnblieken cn van Hongarije,
werden de beide heeren afgehaald. Vóór het
hötel stond een menigte van omstreeks 20.000
rnenschen geschaard, die de Boeren met gejuich
begroette. Do paarden worden van het rjjtuig
gespanuen, en dit in triomf door do menigte
getrokken.
In het Engelsche Lagerhuis heeft een der
afgevaardigde eenige Engelsche officieren be
schuldigd van knoeieryen bjj den aankoop in
Hongarije van paarden voor Zuid-Afrika. Zjj
zouden slechte paarden gekocht, en daarvoor
een goeden prijs in rekening gebracht hebben,
terwijl zij de op die manier gemaakte winst
met de verkoopers deelden. Het lid, dat deze
beschuldiging iubracht, bood der Regoering
bewijzen aan voor zjjne bewering, als zjj een
onderzoek wilde instellen. Verschillende spre
kers bevestigden deze bewering, maar de mi
nister van Oorlog antwoordde zeer vaag, zeg
gende, dat de zaak wel kan onderzocht worden,
en als er iets gevonden wordt, dat niet in
den haak is, zal de Regeering dit niet onder
ziok houden. Een bepaalde toezegging deed
echter de minister niet.
AlKIHIjSTIJÜllDIÜi.
HELDER, 11 Juni 1901.
Gemeenteraadsverkiezing.
Door den Burgemeester wordt bekend
geinaakt, dat op Dinsdag 25 Juni a s. de
verkiezing zal plaats bebben van 8 leden
van den Raad dezer gemeente en wel
2 leden in het ie kiesdistrict,
3 ,i 2e en
3 3e
dat van des voormiddags 9 tot des namiddags
4 uur ten raadhuize opgaven van candi-
daten kunnen ingeleverd worden en dat
formulieren van zoodanige opgaven ter Se
cretarie kosteloos verkrijgbaar zijn.
VisscheriJ-tentoonsteiling.
Door het comité, dat te Amsterdam
eene Vissckery-Tentoonstelling in 1902
of 1903 organiseeren wil, is aan de Re
geering te kennen gegeven, dat ecué
ryksssubsidie van twee ton gouds daar
voor noodig isalleen met zulk een
krachtige steun, kan de zaak worden on
dernomen.
Leerplicht en visscherij.
Nu te Hoorn verbazend veel ansjovis
wordt aangevoerd, moeten vele leerlingen
van de school voor kosteloos onderwijs
helpen om de vischjes uit de netten te
halen. Vandaar dat het schoolverzuim zeer
groot is, hetwelk door de wet op den
Leerplicht als onverschoonbaar wordt be
schouwd, wijl daarvoor geen vrijstelling
wordt verleend.
Gevaarlijke kaas!
Do gezondheidscommissie te Middelburg
waarschuwt tegen het gebruik van sterk
beschimmelde kaas, aldaar, zich onder
scheidende door groene kleur, sterke lucht
en sterke schimmelvorming in de vele
scheuren en barsten.
Reeds hebben zich daar gevallen van
kaas vergiftiging voorgedaan.
Te Zierikzee is eene koe gedrongen
in den winkel van een confiseur en heeft
daar alle roomtaartjes opgegeten. Met
moeite wist men de snoepster te verwjj-
deren.
Tn de zitting van Donderdag der Engel
sche commissie van schadevergoeding, sprak
de president de hoop uit, dat de vreemde
vertegenwoordigers het eens zouden worden,
dat ten minste vier dagen per week zit
tingen zouden worden gehouden.
De vertegenwoordiger van Oostenrijk-
Hongarije verklaarde, dat hij optrad voor
120 personen, uit Zuid-Afrika uitgewezen;
hiervan waren slechts drie geneigd per
soonlijk voor de commissie te verschijnen.
De Russische vertegenwoordiger deelde
mede, dat hij namens 27 personen optrad,
waarvan geen binnen twee of drie weken
zon kunnen overkomen.
De commissie verdaagde daarop.
In de Golf van Salonica is een
Grieksch zeilschip aangevallen door zee-
roovers, die den kapitein en de beman
ning mishandelden en alles roofden, wat
zij aan boord van hunne gading vonden.
Te New-York heerscht wéér hevige
hitte. Naar stroohoeden is veel vraag en
voor de laatste Pamana's welke voorhan
den waren, werd tot 100 dollars (f 250)
en meer zelfs betaald.
In de Spaancche provincie La Man-
cha brengen zwermen sprinkhaan groote
schade toe aan den oogst. Door in groote
menigte op de spoorwegstaven neêr te
strijken, belemmeren zij ook het spoorweg
verkeer.
Een gevaarlijke dokter.
Eenige dagen geleden is een tragisch
incident voorgevallen in het stadje Grenna
nabij Stockholm.
Een ziekelijke weduwe, Augusta de Du-
ben, werd in een particulier ziekenhuis op
gepast door haar drie dochters. Terwijl de
geneesheer, dr. Nehrmann, der zieke een
bezoek bracht, kreeg hij plotseling een
aanval van krankzinnigheid. Een breed
mes, dat op tafel lag, grijpend, stortte hij
zich op de vrouwen. Een der meisjes werd
gedood, de beide andere en de moeder be
kwamen levensgevaarlijke verwondingen.
De krankzinnige rende, na het bedrjjven
van den viervoudigen moord, de straat op
en rende den ganschen nacht door het
stadje rond. Vijf voorbijgangers werden
door den woesteling getroffen de toestand
van drie hunner is hoogst zorgwekkend.
Eerst in den vroegen morgen kon de
krankzinnige gevangen worden.
Een buitenkansje.
De Zweedsche consul te Hamborg, die
sedert verscheidene jaren vruchtelooze po
gingen had aangewend, om een Zweed te
ontdekken, die in de nabijheid moest ver
toeven en aan wien verre bloedverwanten
een bedrag van ruim ö'/j millioen gulden
hadden nagelaten, heeft dien gelukkigen
sterveling ontdekt
Het is een arme drommel, een soort zwer
ver, die voor eenige stuivers dagloon op
boerderijen werkt. Toen men hem mede
deelde, dat hij millionnair was, scheen hij
niet te begrijpen, waarover men het had.
Een kind door mieren gedood.
In een dorp op Alsen legde een vrouw
haar jong kind op dennenstammen te slapen.
Later hoorde zij het wicht bitter schreien
en toen zij er bij kwam, bemerkte ze, dat
het kind vol mieren zat, die oogen, neus
en ooren waren binnengedrongen. Het kind
stierf, ondanks deskundige hulp, spoedig
daarna.
Een bruidschat van 35 millioen dollars
(87% millioen gulden) heeft een Ameri-
kaansehe miss Perkins haar heer en meester
Lars Anderson, te Boston ten huwelijk
meegebracht een record, zelfs voor het
land van den dollar. De opa van mevrouw
Anderson, William Weid, liet zijn kin
dertjes zoo ongeveer 140 millioen dollars
na. De jonge vrouw heeft een uitzet mee
gebracht ter waarde van 60.000 dollars.
Of dat nu een gelukkige verbintenis zal
blyken
Gestikt.
Men herinnert zich waarschijnlijk nog
den Duitselien kleermaker, die zich als
„colli" liet vervoeren. Minder gelukkig
dan hij het er telkens afbracht is het ge
gaan met een paar knapen in Silezië,
Lischke en Friedrich geheeten, die plot
seling uit hun geboorteplaats Polaun wa
ren verdwenen. Toen een kramer den 2n
Juni te Polaun ter gelegenheid van de
kermis kisten opende, waarmee hij naar
een feest te Dessendorf was geweest, vond
hij de lijken der knapen. Blijkbaar waren
dezen te Dessendorf in de kisten gekropen,
om gemakkelijk en goedkoop thuis te ko
men. De kisten werden echter te Polaun
in een gesloten kelder gebracht zoodat de
ongelukkige jongens den verstikkingsdood
stierven.
Vier vrouwen verbrand.
Bij een brand te Lintow (in Engeland)
zyn drie vrouwen in de vlammen omge
komen, terwijl een vierde, die gered werd,
slechts enkele uren meer leefde. De brand
ontstond in een hut en zeven huizen wer
den vernield.
De Parysche correspondent van de
Lancet deelt mede, hoe een bekend Parijsch
dokter het slachtoffer is geworden van een
behendige oplichterij. Op zijn spreekuur
nl. verscheen een uiterst net gekleed heer
met een naam uit de hoogste leringen, die
hem kwam consulteeren over zyn dochter,
die leed aan kleptomanie, waardoor de ge-
heele familie in de grootste droefheid ver
keerde. De dokter gaf alle hoop, dat hij
die neiging door suggestieve therapie zou
genezensteeds echter nam de patiënte
by het heengaan de eene of andere kleinig
heid mede, die dan echter den volgenden
dag met de noodige excuses door den vader
werd teruggezonden. Uit eerbied voor de
familie en uit medelijden met de jonge
dame had de dokter den bediende lastge
geven, er notitie van te nemen, indien de
dame iets wegnam. Volgens gewoonte
dwaalde deze, nadat de dokter haar had
behandeld, een kamer binnen en stak een
doos vol juweelen, die zy zag staan, by
zich. Den volgenden dag verscheen zij niet
op het spreekuur. De naam en woonplaats
waren valsch opgegeven. Niettegenstaande
alle nasporingen gelukte het niet den zorg-
vollen papa en de kleptomane dochter te
vinden.
Naar aanleiding van twee gevallen
van darmaandoening van kindereu, die voor
gekomen zijn in de kliniek van dr. Horace
bavory te Bedford, wijst de Lancet" op
het voorkomen van gla9poeder op snoep
goed, om dit een glinsterend voorkomen
te geven. Ofschoon het nog niet veel
voorkomt, acht het weekblad het nuttig,
er nu reeds op te wijzen, eer het gaat als
met de biervergiftiging, die toen ze bekend
werd, reeds een grooten omvang had aan
genomen en vele slachtoffers gemaakt.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Volgens een officieele opgave, die door
het Eng. departement van oorlog verstrekt
is. zijn tusschen 1 Augnstus 1899 en 31
Juli 1900 naar Zuid-Afrika gezonden of
daar aangeworven 265,132 officieren en
minderen, met inbegrip van 9940 officie
ren en minderen, die voor het uitbreken
der vijandelijkheden in Natal of de Kaap
kolonie in garnizoen lagen.
Van 1 Augustus 1900 tot 30 April 1901
zijn gezouden of aangeworven 83,529 of
ficieren en minderen, in den oorlog tegen
de beide Bóeren-republieken te velde zijn
getrokken 347,661 hoofden bedraagt.
Hiervan bevonden zich 31 Mei jl. in
Zuid-Afrika 240,416 hoofden (met inbegrip
van de officieren), waarvan 138,002 gere
gelde troepen, 58,821 koloniale troepen,
23,104 yooinen, 9385 vrijwilligers (volun-
teors) en 20,104 militie-troepen.
Volgens een telegram uit Londen aan
de »Magdb. Ztg"., schat Lord Kitchener
het aantal Boeren dat nog te velde staat
op ten minste 24,000 en heeft hij gemeld
dat de inval in de Kaapkolonie door d e
W e t in eigen persoon geleid wordt.
De Daily Cronicle" is er achtergeko
men dat er te Portland en Lewes v ij f
officieren van de ongeregelde En
gelsche troepen levenslang dwangarbeid
ondergaan, omdat zij betrapt zyn op het
begunstigen van de levering van wapens
en schietvoorraad aan de Boeren. Eerst
waren zij ter dood veroordeeld, maar Lord
Roberts verzachtte hun vonnis, eensdeels
omdat hy van meening was dat zij wellicht
dupes waren, anderdeels omdat hy geloofde
dat de werkelijke schuldigen zich in En
geland zelf buiten schot hielden. Soldaten
en onderofficieren die zich aan soortgelijke
vergrijpen hebben schuldig gemaakt, zijn
in de gevangenis gezet wegens het slapen
op hun post en dergelijke overtredingen".
LONDEN, 7 Juni. In. zijn tweede editie
publiceert de Times"een telegram uit
Pretoria, waarin wordt gezegd, dat de suc
cessen der laatste twee maanden den mili
tairen toestand optimistisch doen inzien,
maar de Boeren zullen den strijd voort
zetten, zoolang hun z. g. regeering vrij blyft.
Luidens het verhaal van een Boer, die
tegenwoordig was, heeft Botha verleden
week op Spitskop, ten zuiden van Amster
dam, zijn volgelingen toegesproken. Hjj
herhaalde dat Engeland door Europeesche
verwikkelingen in het nauw was gedreven
en zeide, dat de vriendelijkheid aan de
zich overgevende Boeren betoond, een
teeken is, dat Engeland den tegenstand
der Boeren niet kan breken.
De >Times" teekent daarbij aan, dat een
proclamatie, aankondigende dat over een
tnaaud alle eigendommen van Boeren op
commando verbeurd verklaard zouden wor
den en de aanvoerders als ze gevangen
genomeu worden, levenslang zullen gede
porteerd worden, een heilzame uitwerking
zal hebben, daar verschillende commandan
ten over onderwerping praten.
PRETORIA, 8 Juni. Een ernstig spoor
wegongeluk had gistermorgen plaats in d«
nabij beid van Pretoria op de lijn naar Pieters
burg. Een trein vol troepen liep op een
trein die van de tegenovergestelde richting
kwam. Negen soldaten werden gedood, en
velen gewond.
KAAPSTAD, 8 Juni. Gisterenavond ver
raste kolonel Scobell een Boerenlaager ten
Noordwesten van Barkly East; hy nam
20 Boeren gevaugen en maakte 166 paar
den, een hoeveelheid ammunitie, voorraden
en kleedingstukken buit.
Kolonel Wyndham verraste een andere
afdeeling Boeren bij Steijnsburg en maakte
er 22 gevangen.
Mevrouw Botha.
LONDEN, 8 Juni Mevrouw Louis Botha
is hedenmorgen aan boord van de „Dun-
vegan Castle" te Southampton aangekomen.
Zy weigerde zich te laten interviewen.
De heer Fiseher de zoon van den vroe-
geren Staatssecretaris vanden Oranje Vrjj-
staat, deelde aan Iieuter's agent mede, dat
mevrouw Botha reebt door naar Londen
gaat, en van daar naar Holland en België
zal vertrekken, doch dat de datum van dit
vertrek naar het vasteland nog niet is
vastgesteld.
FEUILLETON.
DE BOOZE GEEST.
Vrjj bewerkt door AMO.
1)
In de uitgestrekte wildernissen, die zich
westelyk van de Missisaippi, door de Veree-
nigdo Staten van Noord-Amerika uitstrekken
is aan de rechterzijde van den Arkansas, eene
door Franschen gegrondveste kolonie gelegen,
Libreville genaamd. Door hooge sterke palis
saden omringd maakt Libreville op don bezoe
ker don indruk van een fort. De groote toe
gangspoort aan de noordzijde, wordt slechts
voor de bewoners der kolonie geopend eene
voorzorg die geenszins overdreven te noemen
is. De kolonie toch lag onmiddellijk aan de
grenzen van het grondgebied dor Indianen, en
in de naburige wouden hadden de strijdlus
tige stammen der Apaches en der Choctams,
die elkander voortdurend beoorloogden, hunne
wigwams opgeslagen. Al waren er in langen
tjjd geen twisten tusschen de kolonisten en de
Roodhuiden ontstaan toch verzuimden cerst-
genoemden geenzins de noodige voor zorg-
maatregelen te nemen daar ze wisten welk
lot hun te wachten stond als een dier Btammcn
zich, vroeger of later, sterk genoeg zou ach
ten, om de kolonie te overvallen. De prairie
voor de kolonie strekt zich in het oosten en
noorden uit als een onmetelijk groen tapijt.
Daar, waar den jjvere kolonist de byl iu eeuwen
oude woudreuzen geslagen had, ziet men na
welige velden. De bewoners van Libreville
waren dan ook binueu weinige jaren welge
stelde lieden geworden. Do kleine bevolking
bestond hoofdzakelijk uit Franschen doch
langzamerhand hadden er zich ook lieden van
andere nationaliteit gevestigd, zondor dat zulks
afbreuk deed aan de heerschende eendracht.
Die eendracht nu was het fondament van de
door blanken en roodhuiden geëerbiedigde
macht der kolonie.
Op zekeren laten namiddag zat de poort
wachter Pierre Arval naar gewoonte zyn pjjp
te rooken voor het kleine blokhuis door hem
en zjjne familie bewoond. Pierre Arval was
een oude knaap, die zoowat overal in de we
reld geweest was cn zelfs boweerde verschei
dene veldslagen meogemaakt te hebbcu, wat
echter niemand geloofde. Dit belette echter
niet, dat bij onverpoosd goweldigde verhalen
van veldslagen ten beste gaf en steeds een
dankbaar volkje in de jeugd van Libreville
vond. Ook nu wedor zat hjj over zyn inge
beelde heldendaden na te denken toen een
luid kloppen tegen de poort hem aan zjjn plicht
herrinnerde.
Volgens gewoonte keek hjj eerst even door
eene kleine opening in de palissaden, doch in
plaats van de poort te openen, bekeek hij den
persoon die toegang wensehte, met onbeschaam
de nieuwsgierighsid aan. Voor hem stond een
Indiaan van zeldzaam geëvonredigden lichaams
bouw en mannelijk schoone gelaatstrekken.
Het eenvoudige katoenen jachthemd werd door
een rjjk versierde lederen gordel omvat, waarin
een tomahawk en een scalpeermes hingen. An
dere wapens droeg hjj niet. Het lange, raven
zwarte haar hing I09 over zjjn naakte schou
ders en de beenen waren in donkere moca-
sins gehuld. De Roodhuid liet zich een oogen-
blik het onderzoekend aanstaren van de oude
welgevallen, doch eindeljjk bogon het hem to
vervelen op bijna bevelende toon zeide hjj in 't
Fransch: «Het bleekgezicht opene de poort.4
Denk je dat ik mal ben," autwoordede oude
poortwachter njjdig, «daar komt mo zoo'n myn-
heor Roodhuid op eens uit de lucht vallen en
wil zich zoo maar zonder complimenten bjj
fatsoenlijke Chriatenmenschon indringen. Eerst
moet ik weten, vriendjo wat jo hier komt doen.
Nu, heb jo je tong verloron, roode spitsboef,
geef jo geen antwoord, ook goed, dan kan je
tot den jongsteu dag buiten bljjven staan,
wannoor de duivel jou en jou stamgenooten
zal komen halen, zoo zeker als ik Pierre Ar
val boet. Begrepen?'
Op al deze scheldwoorden gaf do Indiaan
geen antwoord doch er kwam een medelijdende
trok op zjjn gelaat. Toen de oude zjjn be-
groetingsredo uitgesproken had trok hjj het
hoofd met het vaste voornemen de Roodhuid,
wiens groote kalmte hem uit zjjn humeur bracht
stilletjes buiten te laten staan. Dit scheen den
Indiaan echter niet naar genoegen te zjjn, daar
hjj met zijn tomahawk krachtig op do poort
begon te bonzeu.
Sprakeloos van woede, schoof nu de poort
wachter de zware dwarsbalken ter zjjde en
zonder veel complimenten wrong do Indiaan
zich door dc opening, duwde do oude poort
wachter op zijde en snelde de vrjj breede
straat tusschen de blokhuizen in. Nu sloeg
Pierre zicb voor het voorhoofd. ,Wcl verdui
veld,» mompelde hjj, «daar heb ik weer een
domme streek uilgehaald, want het is een
tamme Roodhuid, de Cfioctan-hoofdman, «do
Zittende Stier,» die waarschynljjk een bezoek
bij onzen dokter wil brengen. Heidaar mjjn-
heer do Zittende Slier, wacht een oogeoblik,
ik heb u niet herkend Hjj hoort mij
niet meer, ik zal hem later wel eens zeggen,
dat ik 't zoo kwaad uiet meende.' TVrwjjl de
poortwachter zich deze zelfverwjjteu maakte,
liep de Zittende Stier, met grooten spoed,
naar het midden der kolonio en trad een een
voudig maar stevig gebouwd blokhuis bin
nen.
In een kleine kamer, waar niets ontbrak
wat de Europeaan onontbeerlijk is, zat oen
jonge man aan een tafel te schrijven. Hjj
scheen van ongeveer vijf-en-twintigjarigenleof-
tyd, slank, doch krachtig van lichaamsbouw,
en maakte, ondanks zjjn eenvoudige kleeding
den indruk een man van beschaafde opvoe
ding te zijn en van een ander gehalte, dan de
meeste, min of moer ruwe kolonisten. Wjj zien
Charles Larnon voor ons, die door den poort
wachter «onze hoer dokter» genoemd werd.
Deze betiteling vond haar oorsprong in het
feit, dat Charles Larnon in de kolonie als
geneesheer werkzaam was niet alleen, doch de
kolonisten wilden daardoor aan het gevoel van
eerbied en hoogachting lucht geven, voor een
man, die niet slechts hunne kranken genas,
maar tevens hun leidsman en opperhoofd, hun
energieko vertegenwoordiger tegenover de re
geering was.
Charles Larnon had in Frankrjjk in do medicij
nen gestudeerd. Met voorbeeldigen jjver had
hij bjj„. zijn studiën voleindigd, toen zjjne
beide ouders plotseling kwamen te sterven,
zonder iets noemenswaard DS' te laten. Geheel
onbemiddeld, doch to fier om de hulp van an
deren aan te nemen, die hem van verschil
lende kanten onbekrompen aangeboden werd,
moest de jeugdige student de academie vaar
wel zeggen. Zonder dralen vertrok hy, met
dc weinige contanten, die uit de onderljjke
nalatenschap overbloven naar dc Niouwo We
reld. Ook daar gelukte het hem in den aan
vang niet, zich een toereikend bestaan te ver
schaffen. Op zekeren dag landde hij in gezel
schap van eenige pelsjagers op een tocht door
do wildernis, in de kolonie Libriville aan. Na
een verbljjf van acht dagen verzochten de ko
lonisten bêm bjj hen te bljjven. Charles dacht
over do zaak na, en bleef. Het heerljjke woud
bood hem ruimschoots de gelegenheid om zjjn
jachtlust to bevredigen en het wilde avon
tuurlijke leven had oen groote aantrekkelijk
heid voor hem.
Nu eindeljjk werd tevens oen zjjnor lieve-
lingswenschen vervuld, namelijk om met do
oorspronkelijke bewoners van dit gezegende
laud, de Indianen, in aanraking to komen.
Het ongeluk was den jongen man gunstig, op
een zijner tochten kwam hjj bjj toeval in een
Choctawdoro. De squaws (vrouwen) van twee
hoofdlieden, aldaar, dio van het opperhoofd
de Zittende Stier en van den tweeden hoofd
man Berenklauw, lagen gevaarlijk'ziek, en de
bezweringen der Indiaausche toovonaars bleken
machteloos, om de booze geesten te verdrij
ven, die, naar hun oordeel, in de vrouwen ge
varen waren. Door doelmatige behandeling
der ziekten gelukte het Charles Larnon ze te
gcnezeD. Dit vooral verzokerde hem niet al
leen de vriendschap van do Zittende Stieren
de Berenklauw maar ook van den geheolen
Choctawstam en spoedigwerd in verscheidene
dorpen, zelfs in die der Apaches de mare verbreid
van de tooverkracht des blank en hoofd mans.
Laten wjj, na deze korte afdwaling, den
draad van ons verhaal weder opvatten.
Toen Charles Larnon hot Clioctawhoofd
plotseling voor zich zag staan, sprong hjj ver
rast van zjjn stoel op een toon, waaruit blijde
verwondering sprak: Welkom hier, hoofd
man wat voert u tot rnjj Is or iemand ziek
in uw dorp?»
Manitoe, de godheid der Roodhuiden is
genadig voor zjjne roode kinderen,4 antwoord
de de Indiaan, terwjjl hjj de Franschman met
een blik, waaruit innige vriendschap blonk,
aankeek; «geen booze geest is in de lichamen
mijner stamgenooten gevaren.»
.Bespottelijk bjjgeloof,» mompelde Charles
bjj zich zeiven, en voegde er hardop bjj," dus
olies gezond en wel dat verheugt rnjj, maar
nog moer, dat go mjj oen bezoek brengt. Hoe
lang is het geleden, sedert wjj elkandor hot
laatst ontmoetten
Driemaal is de maan vol geweest, nadat
de blanke hoofdman do wigwams der Choe-
taws bezocht.»
«Juist zoo, juist zoo,» hernam de dokter
glimlachend. ,en ik verlang er weer naar,
om met u en uwe krijgslieden door hot fris-
8chc groeno woud te zwerven en naar harte
lust te jagon.4
«Sedert drio maanden zochten do oogen
van mjjn volk den blanken hoofdman to ver
geefs; hij kwam niet en dat bedroefde hen.4
«Go weet, Choctaw, dat ik ook plichten te
genover de kolonisten te vervullen heb en niet
altjjd voor mjjn pleizior door do bosschon kan
zwerven.» gaf Charles op ernstigon toon ton
antwoord.
«Do Zittende Stier weet zulks,* hernam
het opperhoofd, ,maar de roode mannen hob-
bon meer vriendschap voor u dan do valsch©
bleekgezichten.»
Dat zullen we op hot oogenblik maar niet
bespreken,» zeide Charles Larnon lachend,
«maar wo vergeton, onder het praten, ton
ecnenmale het dool van uw bezoek.»
Er heorschto eene langdurige stilte, die hot
eerst door den Franschman verbroken word,
wien het nog to rechtertjjd inviel, dat de In-
diaansche beleefdheidsbegrippen vereischten,
dat men eerst het woord nam, als men daar
toe aangezocht werd. Dat de Zittende Stier
met zijn bezoek een bepaald doel beoogde,
was boveu allen twjjfel verheven, want het
afleggen van oen vriendschappelijk bezoek,
zonder eene dergeljjke aanleiding, werd door
iedor Indiaan als onwaardig beschouwd. Om
er nu achter to komen wolk dat doel was,
richtte Charles Larnon eindeljjk eenige direote
vragen tot hot opperhoofd. (Wordt vervolgd.}