r
KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
A. P. STAALMAN.
DE B00ZE GEEST.
Noi 2957
Woensdag 19 Juni 1901.
29sts Jaargang,
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 59.
Ationnement
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 871/» Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. roor het Buitenland f 1.25, id. f 2.00.
Afzonderlgke nommers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bupeauxi Spoorstraat en Zuidotraat.
Advertentlön
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Bewjjs-Exemplaren franco per poat 2l/t Cent.
4dvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
UITSLAG DER VERKIEZING voor een Lid van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal op 14 Juni 1901.
STEMDISTRICT.
Aantal
kiezers.
Uitge
bracht.
Van
onwaarde. I
HUGEN-
H0LTZ.
1ARING.
STAAL
MAN.
Helder. 1
1178
961
10
45
467
439
II
1043
896
13
47
380
456
III
1202
1013
11
49
327
626
Texel. Den Burg
465
858
34
202
122
Eierland
78
72
7
32
33
Den Hoorn
108
101
18
83
Ooeterend
227
181
2
74
105
Oudeechild
130
100
11
66
23
Vlieland
126
94
40
21
33
Terschelling
565
384
1
76
150
157
Wieringen
494
269
1
6
99
163
Zijpe. 1
442
276
1
20
102
153
II
155
112
4
48
60
Anna Paulowna
475
836
2
18
119
199
Petten
84
33
18
5
10
Callantsoog
95
58
9
28
21
TOTAAL
6817
5244
37
386
2138 2683
Geldige stemmen 5207. Volstrekte meerderheid 2604.
Aizoo gekozen de Heer:
OVERZICHT van de cyfers bij de verkiezing en herstemming voor
de Tweede Kamer der Staten-Generaal in Juni 1897.
Bij de verkiezing op 18 Juni
1897.
Stemdistrict.
11
ia
Uit
gebracht.
Onwaarde.
Janssen.
KOBVER. 1
sN
36
e-
Xf>
pj
1
c
O
J
X
5
in
Helder. I
821
9
2
13
303
151
343
818
5
438
380
II
3014
841
12
1
17
277
145
389
835
10
415
420
III
871
19
1
16
219
122
494
874
14
325
549
Texel. Den Burg.
I
419
1
9
197
89
123
416
7
270
146
De Cocksdorp
104
1
27
16
60
99
34
65
t Den Hoorn.
III
1069
93
8
1
14
24
64
90
3
21
69
Oosterend.
IV j
167
1
53
12
101
193
1
80
113
Oudeschild.
v
166
1
75
18
22
112
78
34
Vlieland
137
112
5
88
1
IS
109
1
90
19
Terschelling
558
367
4
1
1
191
1
169
410
3
221
189
Wieringen
491
356
4
1
3
47
29
271
415
1
85
330
Zijpe. I
■i
563
400
2
137
89
170
366
3
153
213
II.
f
168
5
2
48
33
75
152
50
102
Anna Paulowna
475
376
7
6
12
122
39
190
381
2
159
222
Petten
57
35
1
8
2
24
31
1
7
24
Callantsoog
97
70
34
4
32
73
1
30
43
Totalen
6598
5318
73
16
77
1842
775
2535
5374
62
2456
2918
Bij de herstern-
ming op 20 Juni
1897.
DE UITSLAG
in da varschlllende districten van ons land
is als volgt
gekozen zijn 23 Katholieken,
in de districtenAlmelo, Bergen-op-Zoom,
Beverwijk, Breda, Druten, Eindhoven, Eist,
Grave, Gulpen, Helmond, 's-Hertogenbosch,
Maastricht, Nijmegen, Oosterhout, Rheden,
Boermond, Sittard, Tilburg, Veghel, Venloo,
Waalwjjk, Weert, Zevenbergen.
23 Anti-Revolutionairen,
in de districten Amersfoort, Amsterdam
VII, Apeldoorn, Delft, Doetichem, Dokkum,
Ede, Enkhuizen, Goes. Gorinchem, Den
Helder, Kampen, Leiden, Ommen, Ridder
kerk, 81iedrecht, Sneek, Steenwijk, Tietjerk-
ateradeel, Middelburg, Wijk-bij-Duurstede,
Ziarikzee, Zwolle.
11 Liberalen,
in de districten: Amsterdam IV, Assen,
Deventer, Emmen,'s-Gravenhage II, 's-Gra-
venhage III, Hoorn, Meppel, Oostburg,
Rotterdam III, Tiel.
(Hier zijn oud-liberalen en voornitstre-
venden samengeteld.)
0 Vrijz.-Democraten.
1 Christel.-Historische,
te Harlingen.
0 Socialisten.
In Herstemming komen:
11 Katholieken,
in de distrioten Amsterdam I, Breukelen,
Enschedé, Haarlem, Haarlemmermeer, Hil
versum, Hontenisse, Katwjjk, Loosduinen,
Rotterdam V, Utrecht II.
26 Anti-Revolutionairen,
in de districten: Alkmaar, Amsterdam VI,
Amsterdam VIII, Amsterdam IX, Appin-
gedam, Arnhem, Bodegraven. Breukelen,
Brielle, Dordrecht, Praneker, Gouda, 's-Gra
venhage I, Haarlemmermeer, Hilversum,
Hoogezand, Katwjjk, Loosduinen, Lochem,
Rotterdam n, Rotterdam IV, Schiedam,
Utrecht I, Weststelliugwerf, Zuidhoru.
3 Chr.-Histori8che,
in het districtAmsterdam II, Rotterdam I,
Schoterland.
27 Liberalen,
in de districten Amsterdam I, Amsterdam
II, Amsterdam III, Amsterdam V, Amster
dam VI, Amsterdam IX, Arnhem, Bode
graven, Brielle, Dordrecht, Praneker, Gouda,
's-Gravenhage I, Groningen, Haarlem, Hon
tenisse, Leeuwarden, Lochem, Rotterdam I,
Rotterdam II, Rotterdam IV, Utrecht I,
Utrecht II, Zaandam, Zuidhorn, Zutphen.
8 Vrijz.-democraten,
in de districten: Alkmaar, Amsterdam V,
Amsterdam VIII, Groningen, Hoogezand,
Rotterdam V, Veendam, Winschoten.
9 Socialisten,
in de districtenAmsterdam III, Appin-
gedam, Enschedé, Leeuwarden, Schoterland,
Veendam, Weststellingwerf, Winschoten,
Zaandam.
Negen districten zijn dus voor de liberalen
reeds verloren. Heldt werd te Amsterdam
niet herkozen, evenals de heer Kool te
Enkhuizen, Scbaafsma in Dokknm, Boutnan
in Harlingen, v. Gilse in Sneek, Meesters
in Steenwjjk, Hesselink van Suchtelen in
Deutichem, Schepel in Appingadam, terwjjl
de zetel van wijlen den lib. heer v. Kerk
wijk in Zierikzee aan een anti-revolutionair
is ten deel gevallen.
Van de socialisten is nog niemand her
kozen.
Het aantal herstemmingen bedraagt 42_
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 2de kwartaal 1901 te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 Juli, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 2l/j Ct. beplakt
te worden.
IJlt het Buitenland.
Omtrent den tegenwoordigen toestand op
het oorlogsterrein in Znid-Afrika werd dezer
dagen van wege het Engelsche Ministerie
o.a. 't volgende medegedeeld 't Aantal Boeren,
thans nog in het veld, is te schatten op onge
veer 17.000, wat jruim 2000 meer is dan het
aantal in Februari jl. geschat, en dat ondanks
de dooden, gewonden, gevangenen en degenen,
die de wapens neerlegden, waarvan de opper
bevelhebber in zjjne rapporten gedurig mel
ding maakt. Als eene verzachtende omstan
digheid doet de Regeering opmerken, dat de
Boeren te velde in kleine troepjes verspreid
zjin. Beoordeelaars, der zaken kundig, doen
echter uitkomen, dat dit voor de Engelschen
Diet zoo heel gunstig is, want het bemoeiljjkt
slechts de militaire zjjde van het vraagstuk.
En bovendien leverden de oorlogsberichten
van den laatsten tijd de mededeelingen en
berichten, dat de Boeren soms zooals bij
Vlakfontein in grootere afdeelingen ver-
eenigd zijn generaal de la Rey voerde daar
niet minder dan 1200 man aan. De meening
van een lid der Engelsche Regeoring, dat de
oorlog niet langer is een strjjd tusschon ge
organiseerde militaire troepen-afdeelingen, is
wel zeer opmerkeljjk. Sommigen meenen
hierin te zien oen vingerwjjziDg, dat de Re
geering weldra een stap verder zal gaan, en
de Boeren-strjjders in het veld zal verklaren
voor rebellen en strnikroovers. De regeerings-
gezinde Engelsche dagbladen zonden zulk een
verklaring beel goed en nnttig achten, doch
do positie van Engeland tegenover de mogend
heden en de openbare meening in Europa
zouden er zeker niet beter op worden.
Van de regeeringstafel in het Engelsche
Lagerhuis, werd dezer dagen verzekerd, dat
de geruchten over vredesonderhandelingen,
hier en ginds verspreid, geheel onjnist zjjn.
Door deze officiëele mededeoling wordt een
einde gemaakt aan alle sensatieberichten van
Engelsche correspondenten afkomstig over de
aanstaande onderwerping der Boerenleiders,
en over de zending van mevrouw Botha uaar
Europa. Die berichten, vau waar ook afge
zonden, zjjn alle dus even ongeloofwaardig.
De Boerenleiders zjjn nog bjj lange na niet
tot het uiterste gebracht. Zij zei ten den strijd
voort, want zjj weten, dat Engeland op den
duur een oorlog en eene militaire bezetting
van geheel Znid-Afrika toch niet kan uit
houden.
Zij zjjn overtuigd, dat eiken dag de toe
stand voor Engeland moeiljjker, onmogeljjker
wordt. Anderhalf millioen ponden sterling
per week, zonder eenige kans om die ooit
terug te krjjgen, begint zelfs voor den meest
oorlogsgezinden Engelschman op den duur veel
te veel te worden. En de Engelsche Regee
ring heeft onlangs een zeer bekwamen finan
cier naar Znid-Afrika afgezonden voor het ter
plaatse instellen van een ondersoek, of er van
de beide Republieken daarginds in de eerst
volgende jaren ook iets te halen valt. Het
rapport van dien deskundige luidde beslist
ongunstig. Er ontbreekt dan alleen nog maar
aan, dat Engeland eindeljjk begint intezien
de noodzakelijkheid van de erkenning der
onafhankelijkheid van Transvaal en Vrijstaat,
om aan den langdnrigen en veel te kostba
ren oorlog een einde te maken, 't Zou niet
de eerste maal zjjn, dat het trotache Enge
land op zulk een wjjze het hoofd ia den schoot
moest leggen. De geschiedenis immers deelt
mede, dat bet in de tweede helft der XVIIIde
eenw in den jare 1771 de onafhanke
lijkheid heeft moeten erkennen van de uit
gestrekte Amerikaansche koloniën, de tegen
woordige Vereenigde Staten van Noord-Arae-
rika. Dkt is de ééoige oplossing
De financieele specialiteit, die, omtrent den
toekomstigen toestand van Zuid-Afrika heeft
geadviseerd, heeft door zjjn rapport aanlei
ding gegeven, dat thans ook in Engeland aan
onderscheidene zjjden kalm, bezadigd en on-
partjjdig over de Zuid-Afrikaansche quaeslie
wordt nagedacht, 't Valt ook daar te lande
menigeen op, wat het rapport aan het licht
brengt, dat de beide Republieken nog jaren
lang een blok aan het been van Engeland
zullen bljjven, indien het er al in slaagt, ze
te onderwerpen.
De koeten van den oorlog knnnen nog in
lange jaren niet op de Republieken worden
verhaald, zoomin als die der militaire maat
regelen, noodig om bet Engelsche gezag er
duurzaam U> vestigen. Tot herstel dor aange
brachte verwoestingen zal terstond na het in
treden van den vredestoestand een leening van
niet minder dan 5 millioen pd. sterl. noodig
zjjn, ook om aan Natal en de Kaapkolonie
schadeloosstelling te verleenen voor hetgeen
zjj door den oorlog geleden hebben. En er is
volstrekt geen kaDS, om ook maar een deel
van hetgeen noodig is te dekken door eene
verhoogde belasting op landbouw en veeteelt.
Deze bronnen van volksbestaan zullen jaren
noodig hebben, om zich te herstollen van de
vernietigende slagen, hun door den langdnrigen
oorlog toegebracht. De goud- en diamantmjjn-
maatschappjjen zullen er in de toekomst aan
moeten gelooven, om de oorlogskosteu en het
geen er verder te betalen valt optebrengen.
Maar dat was in het geheel de bedoeling van
den oorlog niet. Daarvoor om die kans te
beloopen werden de Republieken niet aan
verwoesting en ondergang prjjs gegeven. Wor
den de mjjn-eigenaren daarvan zij het ook
ten deele ontheven, dan zal de Engelsche
belasting-betaler de kosten moeten dragen van
een oorlog, die ten behoeve der mjjn-eigenaren
werd gevoerd, en die kosten znllen langdurig
en zeer zwaar op de bevolking van Engeland
drukkken. Ja, er zjjn nog onder de Engelschen,
die, in goed vertrouwen meenen, dat alles uit
de nog onontgonnen schatten van Transvaal
zal worden terugbetaald de financieele rap
porteur stelt echter daartegenover in bet licht,
dat dit is eene speculatie op de onbekende
toekomst. Hjj meent, dat de eigenaars der
mjjnen ook op den duur groot nadoel zullen
Ijjden, en dat de voordeeieD, die er in 't ver
volg zullon zijn te behalen, ton deel zullen
vallen aan de avonturiers, die daarop zullen
azen. De Engelsche natie zal intusschen in de
benrs moeten tasten, om de schade, die de
oorlog aan 'sRjjks schatkist te weeg bracht,
te vergoeden.
Inzezonden.
18 JUNI 1815 - „WATERL00".
De tjjd dijt.
Toen ik nog een kind was, werd den
Waterloodag feeateljjk herdacht, er was geen
school en in de kerken werden dankdiensten
gehouden, daarna was het parade voor het
garnizoen en werd iedereen door klokkengelui
er aan herinnerd, dat deze dag de gewich
tigste nationale feestdag des jaars was.
Evenals met de II. gehouden kroningsfeesten
werd den 18 Juni 1865 door het geheele volk
een opgewekt feest gevierd, ter herdenking
van het 50-jarig bestaan van Nêorlands
onafhankelijkheid.
De vrijheid, welke uit Frankrjjk was over
gewaaid, had onze onafhankelijkheid in boeien
geslagen, de geljjkheid onze zonen wegge
voerd en de broederschap zonder de erkenning
van het vaderschap Gods had ons lichtzinnig
heid aangebracht. De vrjjheidsboom bracht
ons een vrachtNapoleon, een held zonder
hart, een verbazend talent zonder naasten
liefde, een schrikwekkend geweldenaar.
't Was den 18 Juni 1815; de Engelsche
opperbevelhebber had zjjn hoofdkwartier ge
kozen in bet dorp Waterloo, en telde onder
zjjn bevelen 50.000 Engelschen en 17000
Nederlanders met 200 stnks geschut. Napo
leons leger was nagenoeg even sterk met 240
vuurmonden.
Te tien ure trokken de Fransche troepen
met volle muziek op en schaarde zich in
slagorde.
Toon reed de trotache Keizer, gevolgd door
een talrjjken stoet langs de gelederen, en het
gejubel zijner troepen was zóó sterk, dat de
troepen der bondgenooten het konden hooren.
Deze parade verknoeide bjjna twee vollen
aren tjjds, welke de Prnisen zich ten nutte
maakte om de plaats te bereiken. Te 12 uur
viel het eerste schot en de strjjd dunrde tot
's avonds half zeven en nog was niets beslist.
De Engelsch-Nederlandsche troepen waren
bjjna uitgeput. Nu zond Napoleon zjjne garde
(veteranen), die hjj tot dit beslissend moment
had gespaard, reeds vlucht de Engelsche garde
in verwarring. Juist in dit hachelijk oogen-
blik komen de Pruisen, en generaal Chassé
zond eenige afdeelingen voetvolk, dit brengt
de Engelsche garde weer tot Btaan en nu
gelast Wellington een algemeene beweging
.Voorwaarts'. Weldra ontstaat eene ver
woede strjjdde Franschen slaan op de
vlucht onder hen de Keizer.
De eerste stralen der maan ('t is circa 9
nur) verspreiden een flauwen glans over het
reusachtig slagveld duizenden mannen liggen
kreunend, rochelend en vloekend t« sterven.
't Was een duren prjjs maar de dwingeland
was gevallen.
De slag van Waterloo had zjjn lot beslist
18 Juni 1901.
In de Kleine Courant ,'t Vliegend Blaadje*,
van Zaterdag 6 Augustus 1898 komt het
volgende bericht voor
.Den 18 Juni 1898 werd alhier opgericht
een Loge der Indepedeot Order of Good Tem
peliers", Waterloo No. 8.
Deze orde is de grootste geheel-onthouders-
vereeniging der wereld, zjj bevat meer dan
600.000 leden, in verschillende landenAme-,
rika, Engeland, Dnilschland, Zwitserland,
Zweden en Noorwegen, enz., enz., in 18 talen
versDreidt zjj hare lectuur.
Tot leden worden aangenomen mannen en
vrouwen van onbesproken levenswandel, van
eiken godsdienst, rang en stand, die zie
geheel onthouden van alle dranken, welke
alcohol bevatten.
De orde bestaat dan ook nit Handwerks
lieden en Professors, Militairen van alle
rangen, zoowel als Geesteljjken, Dokters en
Advocaten, Onderwjjzers en Vrouwen vau
talent, enz., enz.
Zjj voldoet aan de dringende behoefte, ge
legenheid tot samenwerking voor do geheel
onthouding, terwjjl ieders bjjzondere overtui
ging wordt geëerbiedigd, en elkeen vrjjgelaten
ook in eigen kring te bljjven arbeiden.
Hnn motto is geloof, hoop en liefde.
Ia den laatsten tjjd is bet gebleken, dat
er nog vele geheel-oothouderz zjjn, die op
zich zelf bljjven.
De orde zegt .Eendracht maakt macht'.
Als de strjjd u ernst is, als nwe oogen ge
opend zjjn voor den verder fel jj ken invloed
van den sterken drank, van de duizenden
die ten gronde gaan, vereenigt n. Het sucoes
moedigt aan.
Welnu, wat is na drie jaren arbeid het
resultaat
Dat de loge .Waterloo' mag wjjzen op
eenige schoone vruchten van hun arbeid, en
nu reeds de uitgebreidste geheel-onthondera-
vereeniging is te dezer plaatse.
Dit succes heeft zjj in hoofdzaak te danken
aan hare edele bedoelingen, de order strjjdt
niet tegen personen, zjj draagt den herbergier
en den brander evengoed een zusterljjk hart
toe, als een ieder ander menschde order
twist niet over godsdienstverschillen, zjj strjjdt
uitsluitend tegen al wat bedwelmen kan.
De naam van onze loge is .Waterloo»
omdat zjj werd opgericht den 18 Juni 1851;
heden zullen de Good Templars feest vieren,
om nog een tweede belangrjjke reden, en wel
dat de order 50 jaren oud is. In Juni 1851
werd in de staat New-York (Amerika) do
eerste loge gesticht, en dank zjj Gods Zegen
heeft zjj niet alleen duizenden droikaardn
weer op den rechten weg geholpen, maar nog
veel meer dnizenden voor struikelen bewaard
en beschermd, en ontzagwekkend is hare voort
gang. Zjj gelooft volkomen in de mogelijkheid
van een algeheele omzetting van de pu
blieke opinie, niet door kracht of geweld,
maar door eene gezonde overtuiging.
Zjj brengt een ware vrjjheid over ons denk
vermogen, eene geljjkheid ten opzichte van
ons aller verantwoordelijkheid voor het ver
bieden van wat den meusch kan schaden,
en de ware broederschap door de erkenning
van het Vaderschap Gods.
De orde beschouwt den mensch als ge
schapen naar het beeld des Allerhoogste» en
rekent het als een misdaad zich te benevelen,
al is deze verstandaberooving ook nog zoo
gering. En daarom vergelijken wjj ons bjj
de bondgenooten van Waterloo, dio den Tiran
moeten laten vallen, den oneindig afschuwe
lijker Tiran dan Napoleon.
Onze dag van Waterloo is nog in haar
ochtendstond.
Vorst Alcohol gaat nog de rjjon zjjner ge
trouwen langs, en waar hu verschjjnt hooren
wjj nog het gejubel zjjner troepen, de rauwe
kreten van baat en ellende, het aDgstgescbrei
zjjner slachtoffers, maar ook wjj zullen over
winnen, ook die dwingeland moet vallen,
te wapenoorlog aan dien vjjand der
menschen. Weg met den sterken drank.
Honderd mannen kannen grooter stormram
torschen dan tien. Gjj zjjt uws broeders
hoeder.
Secretaris Loge Waterloo I. O. G. T.,
J. d. H.
Den Helder.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
De reis van mevrouw Botha.
BRUSSEL, 14 Juni. Een telegram uit
Londen aan het blad »Le Soir" meldt dat
mevrouw Botha geen week in Den Haag
zal xjjn of een merkwaardige gebeurtenis
zal plaats hebben.
Na het bezoek van mevrouw Botha zal
president Krnger een verklaring afleggen,
die een beslissende stap zal zjjn naar den
▼rede.
PBUILLE1TON.
Vrij bewerkt door AMO.
■10—
3)
•Daartoe is geen groote mate van scherp
zinnigheid noodig. Als men zich niet met de
menschen inlaat, haten ze n, maar dat is mij
totaal onverschillig: van oudsher ben ik er
aan gewend zóó te leven als rajj goeddunkt
en aan het geklets van anderen stoor ik mjj
niet, zoolang men mjj niet te na komt.'
Met atjjgende verbazing boorde Charles Lar-
non den pelsjager aan. Diens manier van spre
ken was zoo origineel dat Charles betreurde
niet vroeger kennis met hem gemaakt te heb
ben doch diens zelfbewuste optreden hinder
de den jongen Fransohman en hjj besloot dat
een weinig te matigen. .Eene zaak schjjnt
u echter onbekend te zjjn, rojjn beste leeuwen-
dooder, of hoe geheeten moogt.'
«En die is?*
«Dat men u, wegens uwe menschenschuwe
manieren voor een misdadiger hondt, voor een
ontvluchtende tuchthuisboef, of zoo iets.»
Ziedaar in ieder geval iets dat ik nog niet
wist, merkte de jager zonder een spier van
zjjn gelaat te vertrekken, op. Dit maakte den
jongen Franschman verlegen, om op een an
der onderwerp te komen, begon bjj over het
bert te praten.
«Juist,* zeide Houdance, ,wjj zouden het
voornaamste vergeten, het hert is natuur-
Hik
•Uw eigendom,* viel de dokter hem in de
Wde,'
fToch niet. De wind bracht het dier mjjn
kant op, en ik was volstrekt niet van plan
het te schieten het komt u rechtmatig
toe.»
Bij deze woorden verd ween het laatste spoor
van wantrouwen, dat Charles tegen den pels
jager had opgevat.
Ik dank u van ganscher harte voor dit
geschenk, mjjnheer Houdance, ik moet u rond
uit bekennen, dat het mjj veel genoegen doet
kennis met u te maken, en als iemand in mjjne
tegenwoordigheid het waagt u te belasteren,
zal bjj met mjj te doen hebben.'
Ditmaal antwoorde Houdance niets, doch
de dokter bemerkte duideljjk, dat deze woor
den hem genoegen deden.
Hoe krjjg ik echter het wild naar de kolo
nie?' vroeg Lurnon den pelsjager.
.Maak u daar niet bezwaard over," ant
woorde deze, .ik draag het er op mjjn schou
ders heen. Bjj uwe terugkomst in de kolonie
zult ge het daar vinden.De pelsjager sneed
nu behendig het dier aan stukken, en reikte
er Charles een van over. «Daarmede kunt gjj
en de Roodhuid uw honger stillen,* zeide hjj.
•Gjj schjjnt dien snniter veel vertrouwen te
schenken, daar ge u in zjjn gezelschap in het
woud waagt.»
Ik heb hem eens een grooten dienst bewe
zen antwoordde de dokter, .en sedertdien tjjd
is hjj mjj getrouw.*
.Dan hebt ge zeker niets van hem te vreezen
want het is nog nooit voorgekomen dat een
Indiaan deu plicht der dankbaarheid ver
gat.'
«Waar zou hjj nu zitten?' vroeg Larnon,
terwjjl hjj overal rondkeek.'
.Ergens hier in de buurt, waar hjj ons
bespiedt. Hjj bljjft mjj liever uit den weg, daar
hjj weet, dat ik niet op hom en zjjne stam-
genooten gesteld ben. Als ik echter twist met
u kreeg, zou hjj u onmiddellijk ter hulp snel
len en trachten mjj met zjjn tomahawk den
schedel te verpletteren.*
Haat ge den Indiaan?'
•Zoo innig, dat ik er geen gewetensbezwaar
van maken zou, zo allen één voor één met dun
kolf van mjjn buks naar do eeuwige jacht-
gronden hunner vaderen te zenden.'
De stem van den jager klonk, bjj het uit
spreken dezer woorden, ruw en dreigend, doch
bjj scheen zich liever niet verder over dit
onderwerp te willen uitlaten.
Charles Larnon nam nu afscheid van zjjn
nieuwen bekende. Reeds na enkele schreden
afgelegd te hebboo, kon hjj de verzoeking niet
weerataad nog even om te kijken. De pels
jager stond nog op dezelfde plaats in gedachten
verzonken op zjjn lange buks te leunen. Toen
hjj zag dat Larnon omkeek nam hjj zjjn hoed
af, en knikte hem vriendelyk toe.
Het Choctaw opperhoofd kwam nu ook we
der te voorschjj o en de beide wandelaars zet
ten hun tocht voort. Na een half uur loopons
bereikten zjj den zoom van het woud eu maak
ten een vuur aan, om het hertenvleesch te
braden.
Met de aan dio landen eigene Bnelheid
volgde na een korte schemering opeens de
stikdonkere nacht. De Zittende Stier had het
noodige hont gehaald om het vuur gedurende
den nacht aan te houden als weermiddel tegen
roofdieren. Charles Larnon strekte zich in het
gras uit om te gaan slapen, terwjjl 't Choc
taw opperhoofd de wacht hield.
III
Middernacht was lang voorbjj, toen de jon
ge Franschman ontwaakte. Door den slaap
versterkt sprong bjj op en spoorde het opper
hoofd aan, zich ook eenige uren rust te gun
nen, terwjjl bjj wacht zou houden. Zonder
woord te spreken trok de Zittende Stier
den deken over bet ljjf en verzonk weldra in
een diepe slaap. De vollen maan stond helder
aan den nachteljjken hemel en in het vale,
onzekere licht, dat maan en sterren versprei-
seheen de onafzienbare prairie eene ver
zamelplaats van spoken. De nachtlacht was
gevoelig koud, huiverend wierp de Franschman
een blok hout op het vaar en trachtte zich door
heen en weer te loopen te verwannen. Het
was doodstil en slechts bjj onregelmatige tus-
scheopoozen hoorde men in do verte het kla
gende lang gerekto gejank van een hongeri-
gen prairie wolf. Do heuvels der prairie, die
in zekero mate als voorloopers beschouwd
konden worden van het gebergte, dat zich
noordeijjk uitstrekte, wierpen spitse schadu
wen van reusachtige afmetingen op de prairie
en ook jnist op het vunr der beide mannen.
De heuvel die deze schaduw veroorzaakte, lag
op ongeveer dertig schreden afstand.
De Franschman zat in het vnur te staren
en het kwam hem voor als of die schaduw
sedert eenige minuten in voortdurende schok-
kendo beweging was. Van seconde tot seconde
werd de schaduw grooter en .bedekte den ge-
heelen omtrek van het vuur. Larnon keek bjj
afwisseling naar kot vunr en naar den hemel.
Hoe kou het mogeljjk zjjn dat die schaduw
in beweging was. Dat was toch in tegenspraak
met alle natuurwetten. De dokter spitste zjjo
ooren en keek argwanend naar den henveL
Hoort wat was dat? Het klonk als een
krassend geluid van dan heuvel en hot was
of het schaduwbeeld van een reusachtig dier
zich op de door de maan verlichte prairie af
spiegelde.
Charles Larnon dacht er over om het op
perhoofd te wekken eo hem het resultaat zjj
ner waarnemingen mede te dealen. Doch neen
Waarom zou hjj den vermoeiden man in zjjn
slaap storen. Het was aan te nomen, dat dit
merkwaardige zich bewegende schaduwbeeld
een natnnrljjk, hoewel hem onbekend verscbjjn-
sel was. De wildernis bevat zooveel geheim
zinnigs Hjj besloot dus do zaak te laten zoo
als ze was, keek een anderen kant op, doch
hjj kon de gedachte er aan niet van zich af
zetten nam eindeljjk zjjn buks in de hand en
kroop door het lange gras voorzichtig naar
den heuvel toe. Het kon immers mogeljjk zjjn
dat hongerige prairie wolven zich aan den
voet van den heuvel in het gras verschoten
hadden, aangelokt door het schjjnsel van vuur.
Het lossen van een gewéerBehot zou in dat
geval voldoende zjjn om de lafhartige dieren
te verjagen.
Toen Larnon zoo voorzichtig mogeljjk de
helft ran den weg afgelegd had, drong bet
krassend geluid opnieuw in zjjn ooren, maar
nu duideljjker, alsof zich een levend wezen
door bet gras voortbewoog. Nu kwam voor
het eerst de gedachte bjj hem op, dat er men
schen, misschien vjjanden, in het gras ver
scholen waren. Een plotseling gevoel van
vrees greep hem aan, het zou hem veel waard
zijn, als hjj zich weder bjj het vuur bevonden
had en hij verwenschte zjjne onbezonnenheid
die hem misschien in eene gevaarljjke positie
gebracht had. Zonder dat zjjn argwaan meer
voedsel kreeg, bereikte hjj het vunr weder.
Hjj herademde gerustgesteld en richtte zjjne
blikken naar de plaats waar het Choctaw op
perhoofd zooeven nog lag te slapen die
plaats was ledig de Indiaan was spoor
loos verdwenen! Een ontzettende angst maak
te zich van den jongen man meester bjj bet
bewustzjjn dat hjj tegenover een hem onbe
kend, vreeseljjk gevaar stond. Hjj beheerachte
echter spoedig dat gevoel en plotseling be-
1 sloot hjj met uitdagende vastbeslotenheid dat
onbekende gevaar onder de oogen te zien; hjj
sprong op en riep met luider stemme den naam
van het opperhoofd.
Nu begon er beweging te komen en nit het
gras traden twee mannel jjke gestalten te voor
schijn die zich bliksemsnel op hem wierpen.
Met een enkelen blik bemerkte hjj, dat het
Indianen waren. De aanwezigheid van het
gevaar gaf hem zjjn vollen persoonlijken moed
terug. Drie schreden terugwijkend en zjjn buks
bjj den loop te vatten was het werk van een
oogenblik. Met reuzenkracht gezwaaid, ver
pletterde de zware, met ijzer beslagen kolf den
Bchodel van den eersten aanvailer. Zondor
een kreet te nitcn viel bjj neder. Bjjua ge-
ljjktjjdig dat de Fransohman den doodeljjken
slag toebracht, sprong een derde gestalte van
den grond op, wierp zich op den tweeden
aanvaller en stak dien zjjn jachtmes in de
keel, zoodat hjj rochelend ter aarde stortte.
Na herkende de Franschman zjjn redder in
den nood het was het Choctaw opperhoofd
met het bebloede mes in de hand stiet hjj
den oorlogskreet der Choctaws uit die luide
over de prairie weerklonk.
Dit was het sein tot een werkeljjk hohch
tafereel. Aan den voet van den heuvel Werd
het woelig, en alsof se uit den grond opdo
ken, vertoonden zich een aantal donkere ge
stalten, die den oorlogskreet der Choctaws
met dien der Apaches beantwoorden. Het was
duideljjk dat zjj beproefd had Jeu in de scha
duw van den heuvel onbemerkt het vuur te
bereiken en den slapende verradeljjk te over
vallen. De beiden kondschappers was dit ech
ter slecht bekomeD. Aan den oorlogskreet van
het opperhoofd bemerkten de Apaches, dat zjj
met den machtigen en dapperen Zittende 8tier
te doen hadden.
(Wordt vervolgd).