KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en Wieringen. DE BOOZE GEEST. Nn. 2958. Zaterdag 22 Juni 1901. 29sts Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 59. Atoonnom ent p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87'/j Ct. id. franco per post 75 id. f 1.20. id. toot bet Buitenland f 1.25, id. f2.00. Afzonderlijke nommers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat an Zuidstraat. AdLvortentlöii van 1 tot 5 regels25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters en Vignetten worden naar plaateruimte berekend. Bewjjs-Exemplaren franco per post 21/, Cent. Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 2de kwartaal 1901 te willen over maken per Postwissel of in postzegels, «óór* 5 Juli, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt te worden. KALENDER DER WEEK. JUNI, Zomermaand, 30 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 39 m. Onderg. 8 u. 24 m. Zondag 23 Eerste Kwartier. Maandag 24 Dinsdag 25 Woensdag 26 Donderdag 27 Vrjjdag 28 Zaterdag 29 IJlt het Buitenland. In het Engelsche Lagerhuis heeft de oppo sitie zich dezer dagen krachtig uitgesproken over de zeer laakbare wijze, waarop de vrou wen en kinderen der Boeren in de kampen in Zuid-Afrika worden behandeld. In ant woord- op verschillende vragen, werden van wege de Begeering de reeds bekende sterfte cijfers aldaar genoemd, en toen werd door een der leden voorgesteld, deze zaak later te besproken. De schandelijke toestand in de bedoelde kampen werd daarbij nog eens dui delijk uiteengezet, en gewezen op het reus achtige sterftecijfer van 120 per duizend, het gevolg van de slechte bescherming, het slechte voedsel, minder in hoeveelheid en slechter in hoedanigheid dan verstrekt wordt aan ver harde misdadigers, die tot dwangarbeid zijn veroordeeld. Al zjjn de Boeren te laken, dan mogen de vrouwen en kinderen niet lyden voor de zonden der mannon en vaders, en door den spreker werd een beroep gedaan op de menscblievendheid van het Lagerhuis, om den ongelukkigen betere ligging, beter an ge paster voedsel en voldoende klecding te ver schaffen. De minister van Oorlog weidde daarop breed nit over de slechtheid der Boeren, prees de menscblievendheid van Engeland, die, volgens hem, zelfs al te groot was, en verdiepte zioh daarbij de bekende Engel- sche leugens. De miniator voerde aan, dat Engeland de vrouwen en kinderen toch niet op de landhoeven kon laten verhongeren, dat velen zelf gevraagd hadden, om naar de kampen gebracht te worden, en dat de op sluiting om militaire redenen noodig was. Het eenig middel om aan de ellende der kampen te ontkomen, is, volgens den minister, door met den oorlog op te houdeu. Een der leden riep daarop door de zaal,dat hangt maar van u af!' Verder werd door de oppositie opgemerkt, dat de vrouwen en kinderen op hunne hoeven volstrekt niet aan hongersnood waren prijsgegeven. Zij waren ook niet vrij willig in de kampen, want zjj, die gevraagd hadden naar vrienden of bekenden te mogen gaan, of naar hunne woningen te mogen terugkeeren, hadden daartoe geen vergunning kunnen krjjgen. De toestand we^d hartver scheurend genoemd, en de wensch werd geuit, dat door de Regeering een korps pleegzusters en bekwame burgerdoctoren zou worden uit gezonden, om de vrouwen en kinderen te verzorgen en te verplegen. Dat is dus werd verder aangevoerd de weg, dien de menschlievendheid gebiedt, en dat is ook de eenige weg om deze vrouwen en kinderen te overtuigen, dat het Engelsche volk zich om hen bekommert, en niet goedkeurt, dat ze met onnoodige wreedheid worden behan deld. Ieder verlangt, dat er aan den oorlog een einde komt, maar de slechtste wijze, om tot dat doel te geraken, is te trachten de vrouwen in onze macht te krijgen, omdat we met de mannen niet tot een goed resultaat konden komen. Het voorstel, om deze zaak nog nader te behandelen, werd verwor pen, doch de Regeering had vele zeer harde woorden te slikken gekregen. Een der Engelsche nieuwsbladen bevatte dezer dagen een interessante teekening over den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Op deze plaat ziet men President Kruger, aan zijne eene zyde John Buil (Eugcland), aan zyne andere zijde oen mijneigenaar uit Johannesburg. Zy klagen alle drie. President Kruger zegt„Ik heb mjjn land verloren John Buil klaagt Ik heb mijn kostelijk geld verloren!» En de myn-eigenaar jammert: „Ik zal een groot deel van myne winst verliezen By zulk oen voorstelling komt men als van zelve tot de vraagEn wie winnen er dan eigenlyk by dezen onzaligen oorlog? Denkelyk alleen de met de leverantie bevoorrechte leveranciers van proviand en verdere oorlogsbenoodigheden. Anders niemand. En verloor Engeland nog maar alleen geld, maar het verliest zoo wat alles. Een der Engelsehe staatslieden zeide onlangs Engeland heeft in de laatstverloopen jaren de voorzichtigheid en de rechtvaardig heid, het gezond verstand en de vastheid van karakter verloren. En men zou daarbij kun nen voegenHet heeft zyn invloed en zyn goeden naam tevens verloren, en het is ge worden tot een spot en eeno aanfluiting. En de onberekenbare Boeren gaan maar voort Engeland steeds nieuwe verliezen toetebren- gen. Een Engelsch blad zucht een weeklagt over het verlies, dat weer opnieuw door koloniale troepen werd geleden. Na alle voor spellingen van Engelsche zyde, dat de oorlog nu uit, of ten minste zoo goed als uit sou zijn, is dit dan ook alweer een gevoelige slag. Het blad zegt, dat de vrede nu eindelyk ko men moet. De Regeering moet, öf den Boe ren redelyke voorwaarden aanbieden, öf zy moet het leger zóó sterk maken, dat het do Boeren kan dwingen, zich onvoorwaardelijk overtegeven. Maar zegt het blad een einde moet er komen. Een Regeering, die geen vrede kan maken, en den oorlog niet krachtig kan of wil voeren en beëindigen, kan in geen eea enkel opzicht op vrienden rekenen. Jl. Zondag is te Berlyn het standbeeld ont huld, dat door het Duitsche volk gewyd is aan de roemruchtige nagedachtenis van Prins Bismarck, don grooten Rijkskanselier, den schepper van het vereenigde Duitsche Rijk. Zulks geschiedde in tegenwoordigheid van den Keizer en de Keizerin, die vergezeld waren van den eeoigen, nog levenden zoon Her- bert von Bismarck. Een ontzaglijke menigte, en daaronder de aanzienlijkste mannen des Ry'ks, woonden deze plechtigheid by. Het standbeeld is geplaatst .vóór hot gebouw, waarin de Ryksdag vergadert. By de onthulling voerde het woord de tegenwoordige Rijkskanselier, graaf von Bülow, die de buitengewoon groote verdiensten van zyn beroemden voorganger herdacht. Aan den inhoud dier rede wordt door de Duitsche dagbladpers in groote mate hulde en lof gebracht, vooral ook omdat door den spreker alles werd ter zijde gelaten, wat aan leiding kon geven tot de gedachte, dat de vereering van den grooten Staatsman in ver band stond tot de politieke partijen in het land. De spreker schetste uitsluitend den stichter van het Duitsche Rijk. en deed uitkomen, dat elk Duitscher, tot welke partygroep ook behoo- rende, een lauwerkrans aan den voet van dit standbeeld kan noderleggen. Graaf von Bülow deed nitkomen, dat, hetgeen waarnaar vó<5r hem werd verlangd en gestreefd één éénig, onverdeeld Dnitschland door Bismarcks energie was tot stand gebracht. Een der Duitsche bladen scbryfs,Dat een raadgever van den Duitschen Keizer ia diens byzyn voor het werken en streven van den grooten Staats man zulke woorden van lof heeft geuit, is een late, maar verblydende voldoening". Een ander blad laat zich aldus uit: tGraaf von Bülow behoeft zioh niet te schamen voor wat hy zeide voor het aangezicht des Keizers en voor het aangezicht van het Duitsche volk, en voor de geheele wereld. Zyn moedige redevoering ver eert den man, die haar hield. En wat hy sprak, zal in het hart van eiken Duitschor weerklank vinden 1" YIEUWSTIJDIYGEIV. HELDER, 21 Juni 1901. Gemeenteraadsverkiezing. Zooala wij reeds meldden heeft Dinsdag a.s. de verkiezing (candidaatstelling) plaats van 8 leden van den Raad dezer gemeente. Deze is noodig wegens de periodieke af treding van 6 leden en wegens de uitbrei ding vun het zielental der gemeente, waar door het aantal raadsleden met 2 moet vermeerderd worden. In het le district zjjn aan de beurt van aftreding de heeren W. J. van Neck en L. A. Hartsinck in het 2e district de heeren Th. Terra en G. de Ven en in het 3e district de heeren L. F. Over de Linden en C. Stammes, terwijl in het 2e en 3e district bovendien in elk 1 lid gekozen moet worden. De vacature in den Raad, ontstaan door het vertrek van den heer C. S. de Wit, blijft dan nog bestaan. Naar wij vernemen is de verbouwing en uitbreiding van het Casino-gebouw nog voor de aauataande kermis in zoo verre voltooid, dat de groote zaal met tooneel in gebruik kan worden genomen en de Gebrs. A. Van Lier van het Grand Theatre te Amsterdam er gedurende de kermis voorstellingen kannen geven. De groote zaal kan nu 750 personen bevatten en op de gaanderjj kunnen nog 120 plaats nemen, alzoo samen 900. Er ia een groot tooneel aangebracht met décors en machineriën naar de laatste eischen. Ruimschoots is er gezorgd voor licht en ventilatie, terwjjl rekening is gehouden met de noodige veiligheids maatregelen, alsnooddeuren, brandkranen, enz. In overleg met deskundigen is de noodige zorg besteed voor een goede acoustiekin 't kort we feliciteeren de gemeente met deze nieuwe inrichting, die in een lang gewenschte behoefte voorziet, daar we een dergelyk lokaal, hetwelk zoo'n groot aantal menschen kan bergen, niet bezaten en waarvan het gemis zoo menig maal is gebleken. Reeds Zondagavond vóór kermis opent Van Lier met »Kruimeldam in Parijs", waarvan zeker gretig zal worden geprofi teerd. De voorstellingen van Van Lier zullen worden opgeluisterd door groot or kest ouder leiding van den heer L. A. Schouten. Alle avonden na afloop van de voorstellingen zullen er bals plaats hebben met muziek vau het bekende Casino-orkest van den heer M. P. Polak. We wenschen den Directeur gaarne goed succes. Men schrijft uit Beverwijk aan de Tijd Aan het eiud van den stemmingsdag heeft zich hier een onaangenaam incident voorgedaan. Velen waren in het stadhuis vol span ning den uitslag der Kamerverkiezing wach tende, toen eindelyk de laatste bas was binnengekomen, die van Egmond aan Zee. De toen gehouden telling gaf aan den heer Van Loenen Martinet een kleine meerder heid, maar een meerderheid toch. Dade lijk werd luid gejuich aangeheven, en by den boekdrukker-uitgever Hoek werd deze uitslag op een groot bord den volke be kend gemaakt. Aan den heer Van Loe nen Martinet werd het belangrijke bericht onmiddellijk overgeseind met gelukwensch. Doch er had een vergissing plaats gehad. Van nog één onderdistrict moest de uit slag worden binnengebracht. Egmond heeft namelijk twee bussen. De werke lijk laatste bus, die van Egmond-Binnen, verscheen en zy gaf 117 stemmen aan den heer Pastoors en 24 aan diens tegen- candidaat. De schaal sloeg om. Het gejuich begon nu aan een anderen kant op te steken. Het bord by den uitgever werd wegge nomen en een ander werd er geplaatst. Dat alles was spoedig genoeg goed ge maakt, maar de telegrammen aan den heer Van Loenen Martinet waren niet meer te rug te nemen. Zy waren verzonden! Ansjovis. Reeds in de laatste dagen van April wer den er naby Den Helder door haringtrekkers enkele duizendtallen ansjovis buitgemaakt en op 30 April werden voor het eerst in dit jaar 7 honderd tullen van deze vischjes te Enk- huizen aangebracht- In de eerste dagen van Mei begon men hier te Den Helder regelmatig en met voor deel op de binnentrekkende visclycs jacht te maken van 1012 Mei schynt het aanvoer- cyfèr hier het hoogst geweest te zyn, doch ook later in de maand leverde deze visachery bijna onafgebroken een voldoend resultaat op. Een groot deel van de bier aangebrachte vischjes werd niet hier, maar op andore plaatsen, in Enkhuizen, enz-, ingezouten. In de eigenlijke Zuiderzee verkreeg de vis- schery op ansjovis eerst op 3 of 4 Mei be- teekeniB ofschoon op enkele plaatsen reeds op den lsten en 2den Mei aanvoeren plaats vonden. Zooals gewoonlyk werd met afwis selend geluk gevischt en bad men nu eens hier en dan weer daar een door ry ken vangst uitmuntenden dag. Rekent men niet naar een enkelen dag, maar naar een periode van drie opvolgende dagen, dan geschiedde de grootste aanvoer in Durgerdam van 15—17 Mei p Edam p 2325 i Enkhuizen p 1820 p Harderwijk omstreeks 13 p Den Helder. van 10 12 p Hoorn. 2224 p Huizen 22—24 p Lemmer 23—25 p p Medemblik 1618 p p Monnikendam 1517 t t Spakenburg p 2224 r Urk 21—23 Volendam 13—15 Vollenhove omstreeks 18 waaruit men dus mag afleiden, dat derykste scholen eerst van 10 Mei af aan de zeegaten zyn binnengetrokken en eerst eenige dagen later tot werkelyk overvloedige vangsten in de Zuiderzee geleid hebben. Het bieronder opgenomen staatje geeft een overzicht van den aanvoer in 14 plaatsen. Vermoadelyk zyn nog in eenige andere plaat sen (Kolborn, Hindelopen, enz.) partyen ansjovis aangebracht en vertegenwoordigt het staatje dus slechts een deel zy het ook zeer belangryk deel -% van den aanvoer. Antjovls-aanvoer In Mal 1901 Aaavoer- pluttcn. Durgerdam Edam Enkbuiico Harderwijk Den Helder Hoorn Huizen Lemmer Medemblik Monnikendam. Spakenburg. Urk Volendam Vollenhove ■&-M 20,795 2.154 927,219 1,258 95,880 72,050 95,272 280 000 71,550 167,280 59,400 889,275 19,120 7,889 S-2 2 10,679 1,022 128,759.20 642.50 56, 06.10 86.271 50,813 126,255 40,848 88,246.80 30.916 126,988 80 9,245 8,949.50 0.51 0.50 0 56 0 50 0.50 0.50 0.58 0.65 0.55} 0.58 0.52 0.51 Totaal in 14 wnvoerpl. 1.808,619 711,891.90 0.54 (Overgonomen uit het Maandblad, onder redactie van Dr. P. P. C. Hoek.) - Te Utrecht beeft ook de 86-jarige Nicolaas Beets zyn staatsburgerlijken plicht vervuld. Steunend op den arm zijner doch ter heeft hij het Raadhuis betreden om aan de stemming deel te nemen. Aan de achterzijde van het Stadhuis had men een breede plank met kleeden belegd, aangebracht waardoor de overigens krasse grijsaard geen trappen behoefde te loopen en geleidelik de achterstoep kon beklimmen. Voor het gerechtshof te Amsterdam werd Dinsdag behandeld de zaak tegen M. S. P ex-klerk by de directie der Marine, echter slechts voor zooveel betrof de com petentie der rechtbank om van deze zaak kennis te nemen. De rechtbank heeft zich destijds onbevoegd verklaard op grond van art. 4 van het crimineel wetboek voor het krijgsvolk te water. De procureur-generaal baron Baud vroeg, nalat de heer v. d. Ven, griffier by de directie der Marine, de functie van den beklaagde nogmaals dui delyk had gemaakt, bevestiging van het vonnis der rechtbank. Omtrent den moord te Amersfoort meldt het U. blad. Het heeft den commissaris van politie te Amersfoort mogen gelukken in deze droevige zaak zooveel klaarheid te brengen dat de verdachte hedenmiddag naar de ge vangenis te Utrecht kon worden overge bracht. De verdachte, Gerrit Vial, blyft tegen over alle verklaringen en de vele overtui gingstukken die inmiddels worden opge spoord, alles ontkennen, zooals hij dan ook gewoonlyk pleegt te doen. De met hem aaugehouden Cornelia Janzen, meer bekend als kleine Kee, zyn byzit, en een timmerman uit Arnhem die sedert kort te Amersfoort werkzaam is en buiten echt leeft met de zuster vau den verdachte, heb ben echter zeer bezwarende getuigenissen tegen hem ingebracht. Toen de commissa ris hen hiertoe gekregen had, volgden al- zoo die van buren en voorbijgangers. Ieder was huiverachtig het eerst te spreken, want de verdachte is zeer gevreesd. De justitie uit Utrecht, die gisteren eerst tegen den avond kon komen, vond dan ook de zaak geheel in 't reine en gaf daarover haar tevredenheid te kennen. Het snel handelen der politie, dat ten gevolge had dat er geen ruggespraak kon gehouden worden, heeft verrassende zaken aan 't licht gebrachtzoo vond zy een 25-tal ledige portemonnaies in het hnis van den verdachte, een waar roofhoL Het lyk van den verslagene den 22-ja- rigen huzaar Jan Seiters, is mede heden naar Utrecht overgebracht om te worden geschouwd. Twee Russische pantserschepen, in aanbonw op de werven aan de Newa, zyn een prooi der vlammen geworden. De romp van het eene Bchip is totaal ver brand, die van het andere werd zwaar beschadigd. De brand moet ontstaan zyn door het onvoorzichtig wegwerpen van een brandende sigaret. De schade wordt op negen millioen roebel geschat. De Oorlog in Zuid-Afrika. MOLTENO, 17 Juni. Uit de laatste berichten blijkt, dat de Kaapkolonie 1800 Boeren onder de wapens zyn, verdeeld over acht commando's van 60 tot 300 man elk in de centrale districten en bovendien 300 man iji het geheel in de Westelyke pro vinciën. Kritzinger en Fouché plakken thans overal in het land een proclamatie aan, waarin krachtens de 20 maanden geleden afgekondigde uitbreiding van het gezag van den Yrystuat over de Noordelyke districten van de Kaapkolonie, alle personen die in lichtingen geven omtrent de verblijfplaats of de bewegingen der commando's worden gestraft met 50 pond sterling boete sub- sidair drie maanden te voet met de com mando's mede te trekken. In militaire kringen heerscht de meening, dat de invoer van paarden niet verminderd moet worden, daar de stapel in de Kolonie snel afneemt. De vijand wint nog eenige recruten, maar in onbeteekenende getale. LONDEN, 18 Juni De officieele ver- liezenlyst vermeldt 19 gesneuvelden en 41 gewonden bjj de verrassing der Australiërs bij Witmansrust; verder twee man gesneu veld, twee gewond en twee officieren gevan gen genomen bij Middelkraal in Calvin* op 10 Juni; een officier en 3 man ge sneuveld, zeven man gewond by Braklaagte op 4 Juni, een man gesneuveld en 6 gewond by Vrede op 3 Juni. Gemeenteraad van Wieringen. Vergadering van 17 Juni 1901. Voorzitter de Burgemeester. De heer P. Koorn is afwezig met kennis- gaving. Da Voorzitter opond de Vergadering, de Notulen worden na voorlezing vastgesteld. Van den Rijksontvanger is bericht ingekomen dat een bedrag van f 137.96 in de Gemeen tekas is gestort. Van Heeren Gedeputeerde Staten is bet besluit tot benoeming eener onderwijzeres goedgekeurd terugontvangen. Van de weduwe C. Bakker is ingekomen eene klacht over het afsluiten van een ge meentepad door een particulier. De Raad besluit om den dader uit te noo- digon om dit pad niet te belemmeren. Op verzoek wordt om verschillende redenen afschrijving van hondenbelasting of gemeen te belasting verleend aan P. de Haan Sr., C. Bakker S. Rz., J. Reimeriog, E. Tyson Ms. en de weduwe J. Wigbont, terwyl bet verzoek van den heer C. J. van Kelckhoven wordt aangebonden. Van J. Metselaar is ingekomen een verzoek om vergunning tot verkoop van sterken drank in het klein. Hy wordt verwezen naar het Dagelyks Bestuur waar die zaken thnis behooren. Achtereenvolgens worden goedgekeurd eene suppletoirs begrooting over bet dienstjaar 1900, een besluit tot vaststelling der posten vaa onvoorziene uitgaaf en een besluit tot af- en overschrijving betreffende dat dienstjaarook wordt goedgekeurd een suppletoire begrooting voor den loopenden dienst. Omtrent du vyfjarige herziening der straf verordeningen wordt besloten om de bestaan de verordeningen te behonden. Op een verzoek om subsidie voor de voor- loopige kosten van een tram van Anna-Pau- lowna naar Schagen wordt met algemeen# stemmen afwijzend beschikt, evenals op een verzoek om subsidie van de Vereeniging tot getronw schoolbezoek. De stemming van twee leden van den Gemeenteraad bepaald zynde op 4 Juli aan staande en de herstemming zoo noodig op 16 Juli aanstaande, wordt voor hot geval van verhindering van den Burgemeester tot Voorzitter van het Stembureau benoemd het oudste lid in dienstjaren de heer Obreen. Aangeboden wordt een voordracht tot be- Doeming van eene onderwijzeres van de school op Hippoiytushoef. Op die voordracht staan alpbabetisoh de dames: A. Dekker te Schageu, O. H. Klejj te Oldenbroek en M. Leverland te Bolaward. Eerstgenoemde wordt met algemeeno stem men benoemd. Na de gewone rondvraag sluit de Voorzit ter de Vergadering. Marine en Leger. De groot model torpedoboot „Rindjani* wordt eerstdaags nit Engeland verwacht en zal dan in dienst gesteld worden, om, na te Willemsoord hare torpedo's te hebben inge- Bchoten, met de .Ophir* en «Pangrango* deel te nemen aan de zomeroefoningen. FBTJILLEITOIV. Vry bewerkt door AMO. W Dreigend met hunne wapens zwaaiend, na derden zij de beide vrienden. Deze hadden intnsschen niet stil gezeten. Terstond Da den dood der twee Apaches maakten zy rechts omkeert teneinde het woud te bereiken. Gelukte hun dat, dan konden ze zich als gered beschouwen. Zjj waren er echter nauwelijks tien schreden van verwijderd, toen de roode duivels van twee kanten kwamen opdagen om hun den terugtocht af te sneden. Nu werd het een strijd op leven en dood. De eerste Apache die naderbij kwam, werd door den Zittenden Stier met een houw van zyn tomahawk geveld. De anderen weken on willekeurig terug, en onze vrienden wonnen wedor eenig terrein. Een op luiden, toornigen toon uitgesproken bevel van het opperhoofd der Apaches spoorde zyne krijgers opnieuw aan. Ze lieten den Franschman voor een oogenblik ongemoeiden wierpen zich allen als commando op het Choc taw opperhoofd die daardoor in een uiterst kritieken toestand geraakte. Hiervan maakte de dokter gebruik om het woud te bereiken. Hy sprong achter eenig struikgewas en schoot de lading van zyn buks naar de plek, waar de vyanden het dichtBt opeen gepakt stonden. IV De smartkreten der gewonden smolten sa- men met bet woedende gebrul der anderen. Een half dozyn der krygers wierp zich op den buik in het lange gras en kroop naar de plaats waar de Franschman stond. Dit zou hun ongetwijfeld gelukt zyn als het gras hooger geweest ware doch het was tengevolge van een prairiebrand slechts een halven moter hootr, zoodat Charles een oog kon houden op hunne reusachtige bewegingen. Hy zocht een geschikt mikpunt en schoot de tweede lading een der Roodhuiden door het hoofd. De smart kreet, dien hy uitte, was het sein voor de vijf anderen om naar de prairie terog te keeren, daar ze inzagen, dat ze een zekeren dood te gemoet gingen, als ze hunne door de maan beschenen lichamen aan de kogels blootstel den van den in het bosch verscholen blanke. Het Clioctaw-opperhoofd verdedigde zich intasschcn als een held. Zyn tomahawk be schreef bliksemde kringen in de lucht en hiold de vyanden nog steeds in bedwang. Met voor- beeldelooze onverschrokkenheid sloeg hy zich door de hem omringende Apaches heen en liep de prarie een eind in, door hen als een troep bonden achtervolgd. Do snelheid zyner voeten zon hem zonder twyfel gered hebben, doch hy was te fier om van dien uitweg ge bruik te maken. Het was hem sleohts te doen geweest om vrye baan te maken en zich van den drom Apaches te ontslaan. Dit was hem nn gelukt en hy zwaaide uitdagend zyn be bloede tomahawk boven het hoofd. Het was belachelijk te zien boe de Apaches, ondaoks hun dreigend gebral, den moed misten dien alleenstaanden man te anderen. Zo omsingel den hem en wierpen met hunne bylen naar hem die hy echter bfefrendig wist te ontwy- ken, of bom slechts onbeduidende wonden toebrachten. Meer dan twintig krijgslieden vreesden dien enkeion man en toch zou een algemeene aanval zijn verderf geweest zyn. Op eens klonk er een luide kreet uit het bosch ,Zittende Stier, ik wacht u.' Het Choctaw opperhoofd wierp het hoofd in dea nek, liet zyn blikken over zyne vyanden waren en liep een rechthoek beschrijvende naar het bosch toe. Weder hoorde men een woedend gebrul en de Apaches stormden den hoofdman na. Nu greep de Franschman zyn revolver, sprong in de prairie en vuurde de zes schoten ach tereen op de Apaches los. Dat was een laffon Apaches te kras. Ze wierpen zich op den grond en bic ven bewe gingloos liggen. Slechts drie hunner zetten de vervolging van het Choctaw opperhoofd voort. Een hunner was .de Gier*, het hoofd der bende. Toen de drio vervolgers nog slechts op tien pas afstand waren, had do Zittende Stier de plaats bereikt, waar de Franschman stond. Toen de Gier bemerkte dat de beide mannen op bet pnnt waren te ontsnappen, maakte een dolle woede zich van hem mees ter, hy greep zijn tomahawk en deed een welberekende worp. Het wapen doorsneed snisend de lacht en vloog langs den schou der van het opperhoofd. De Gier uitte een kreet van inachtelooze woede. Op het hoo- ren van dien kreet keerde de Zittende Stier zich om en zag het Apache-opperhoofd met tweo zyner krijgslieden achter zich; hy kon de lust niet weerstaan om het tegen die drie op te nemen, ten einde de scalp van het vij andelijke opperhoofd buit te maken. De vermanende woorden van den Fransch man stuitten af op de trotschbeid van het Choclaw-opperhoofd, dat met de eene hand zijn tomahawk en met de andere zyn jacht mes greep en op de drie vervolgers losstorm de. Deze aanval was zoo onverwacht, dat ze eerst tot bewustzijn geraakten, toen het mes van den Choctaw een hunner geveld bad. Met eene gebiedende beweging gaf de Gier na aan den tweeden krygsman te kennen dat hy de Zittende Stier alleen voor zyne rekening wenschte te nemen. Een oogenblik maten de beide hoofdlieden elkander met dreigende blik ken en vielen elkander toen woedend met den tomahawk aan. Charles Larnon stond radeloos aan den zoom van het woud en was het met zichzelf oneens of hy vluchten zou en den hoofdman aan zyn lot overlaten. Hy vervloekte die eerzucht, om het gevaar, dat ze reeds ontloopen waren, op nieuw in den mond te loopen. De toestand werd boe langer boe gevaarlijker. Toen de Apaches bemerkten, dat de lieide dappere hoofdlieden slaags waren kwamen, ze met stormpas nader om hnn aanvoerder by te staan. Een hnnner naderde den radeloozon Franschman, die gezwind zyn revolver wilde afschieten maar hy hoorde sh-chts een ge- kets de zes schoten waren afgevuurd. Met een gillenden triomfkreet pakte de Indiaan, een kerel als oen boom den Franschman om bet lyf. Een andere kreet nit den mond van het Choccaw-opperhoofd, liet zich nu hooren. Na een korten stryd had hy do Gier neer geveld oii van zijn scalp beroofd. Hy vertoonde het van bloed drnipende haar aan de naderende Apaches onder het uitroepon van den oorlogs kreet der Cboetaws. De dood van hun opperhoofd bracht do over geblevene krijgslieden tot razernij. De onmo gelijkheid inziende om den Choctaw man te gen man meester te worden, wierpen zy allen tegelyk hunne tomahawks naar hem. Slechts door zich languit op den grond te laten val len ontweek de Zittende Slier de scherpe wa pens doch toen hy wedor opsprong was hy door zyn vyanden omringd. Plotseling bereik te een angstig hulpgeroep zyn oor en met bovenmensclielijke krachtinspanning trachtte de Zittende Stier zyne belagers van zich al te werpen. De krijgsman, die den dokter beet had, trachtte zyn rechterhand nit diens greep te bevryden om hem zyn jachtmes in de borst te kunnen stooten, dooh Charles Larnon hield den arm met de kracht der vertwijfeling om klemd. Hy was echter tegen den reusachtigen kerel niet opgewassen, die zich met een ge weldigen ruk los wrong en met een duivel- schen lach zyn mes op de borst des Fransch man richtte; voor hy den doodelyken stoot zon toebrengen verlustigde by zich een oogenblik in den doodangst van zyn slachtoffer. Dit oogenblik zou noodlottig voor hem worden. Op dit oogenblik toch kreeg de dokter een even onverwachte als onverklaarbare linlp. De knal van een geweerschot liet zich hooren de Apache liet het mes nit de hund vallen en zonk doodelyk getroffen neder. Dit schot redde ook Choctaw-opperhoofd het leven. Meer dan tien Apaches hingen hem op het lyf, zoodat by byoa weerloos was. Het onverwachte schot deed de Apaches schrikken zoodat de Zittende Stier de band die de tomahawk om vat hield vry kreeg. Met eenige krachtige houwen bevrijdde hy zich en met een paar kloeke sprongen schaarde hy zich aan de zy de van den Franschman. Geen der Apaches maakte aanstalten de beide maonon opnieuw aan te vallen allen staarden sprakeloos naar den kant vanwaar het Bchot gevallen was. In de blikken der Apaches was gren- zenlooze angst te lezen, doch in die van het Choctaw-opperhoofd onteugelbare haat. De Franschman meende zyn oogen niet te kun nen vertrouwen by den aanblik van Op den vlakken top van dm naburigen heuvel stond eene mannelijke gestalte neen eene spookachtige gedaante. In do hand hield de onbekende de nog rookende buks. Hy moest van buitengewone lengte zyn, in het maanlicht scheen dat ten minste zoo. In zijne klooding was niets buitengewoons, maar in zyn gelaat zocht men tevergeefs naar een spoor van menschelyke trekken. Het was een bleek grynzend doodshoofd, waarnit een paar vurige oogen schitterden. De onbekende legde zyn geweer op schou der en verdween toen stil aan de andere zyde van den henvel. Hier en daar hieven enkele Apaches het hoofd op eo ten slotte sprongen ze allen op doch men hoorde niets anders dan den byna gefluisterden kreet.de Booze Geest! de Booze Geest!* Eeuige der dappersten liepen eindelyk naar den heuvel toe en Da korte beraadslaging be klommen zy dien doch er was goen spoor van hot zonderlinge wezen te ontdekken. Spra keloos keken de zonen der wildernis elkan der aan en weder klonk hot zacht en betee- kenisvol, met schuwen eerbied van hunne lippen: ,de Booze Geest! de Booze Geest!» Een lnid geschreeuw riep hen by hnnn# overige stamgenooten, die, nu het geheimzin nige wezen verdwenen was, zich opnieuw op hunne tegenstanders wilden werpen, die met groote dapperheid een tienvoudige meerder heid weerstaan hadden. Hot Chootaw-opper- hoofd en de Franschman echter hadden van hot gunstige oogenblik gebrnik gemaakt en waren in de diepe duisternis van het wond verdwenen. Het was des avonds zeer drnk in het In dianendorp waarvan de Zittende Stier opper hoofd was. Des namiddags was hy in gezel schap van .den blanken hoofdman" aangeko men en met gejuich ontvangen. (Wordt vtrvoigdj

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1