KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en Wieringen.
DE BOOZE GEEST.
Nn. 2958.
Zaterdag 22 Juni 1901.
29sts Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 59.
Atoonnom ent
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 87'/j Ct.
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. toot bet Buitenland f 1.25, id. f2.00.
Afzonderlijke nommers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat an Zuidstraat.
AdLvortentlöii
van 1 tot 5 regels25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters en Vignetten worden naar plaateruimte berekend.
Bewjjs-Exemplaren franco per post 21/, Cent.
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJDAGSMORGENS vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 2de kwartaal 1901 te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
«óór* 5 Juli, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met een zegel van 21/, Ct. beplakt
te worden.
KALENDER DER WEEK.
JUNI, Zomermaand, 30 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 39 m.
Onderg. 8 u. 24 m.
Zondag 23 Eerste Kwartier.
Maandag 24
Dinsdag 25
Woensdag 26
Donderdag 27
Vrjjdag 28
Zaterdag 29
IJlt het Buitenland.
In het Engelsche Lagerhuis heeft de oppo
sitie zich dezer dagen krachtig uitgesproken
over de zeer laakbare wijze, waarop de vrou
wen en kinderen der Boeren in de kampen
in Zuid-Afrika worden behandeld. In ant
woord- op verschillende vragen, werden van
wege de Begeering de reeds bekende sterfte
cijfers aldaar genoemd, en toen werd door
een der leden voorgesteld, deze zaak later te
besproken. De schandelijke toestand in de
bedoelde kampen werd daarbij nog eens dui
delijk uiteengezet, en gewezen op het reus
achtige sterftecijfer van 120 per duizend, het
gevolg van de slechte bescherming, het slechte
voedsel, minder in hoeveelheid en slechter in
hoedanigheid dan verstrekt wordt aan ver
harde misdadigers, die tot dwangarbeid zijn
veroordeeld. Al zjjn de Boeren te laken, dan
mogen de vrouwen en kinderen niet lyden
voor de zonden der mannon en vaders, en
door den spreker werd een beroep gedaan op
de menscblievendheid van het Lagerhuis, om
den ongelukkigen betere ligging, beter an ge
paster voedsel en voldoende klecding te ver
schaffen. De minister van Oorlog weidde
daarop breed nit over de slechtheid der Boeren,
prees de menscblievendheid van Engeland,
die, volgens hem, zelfs al te groot was, en
verdiepte zioh daarbij de bekende Engel-
sche leugens. De miniator voerde aan, dat
Engeland de vrouwen en kinderen toch niet
op de landhoeven kon laten verhongeren, dat
velen zelf gevraagd hadden, om naar de
kampen gebracht te worden, en dat de op
sluiting om militaire redenen noodig was. Het
eenig middel om aan de ellende der kampen
te ontkomen, is, volgens den minister, door
met den oorlog op te houdeu. Een der leden
riep daarop door de zaal,dat hangt maar
van u af!' Verder werd door de oppositie
opgemerkt, dat de vrouwen en kinderen op
hunne hoeven volstrekt niet aan hongersnood
waren prijsgegeven. Zij waren ook niet vrij
willig in de kampen, want zjj, die gevraagd
hadden naar vrienden of bekenden te mogen
gaan, of naar hunne woningen te mogen
terugkeeren, hadden daartoe geen vergunning
kunnen krjjgen. De toestand we^d hartver
scheurend genoemd, en de wensch werd geuit,
dat door de Regeering een korps pleegzusters
en bekwame burgerdoctoren zou worden uit
gezonden, om de vrouwen en kinderen te
verzorgen en te verplegen. Dat is dus
werd verder aangevoerd de weg, dien de
menschlievendheid gebiedt, en dat is ook de
eenige weg om deze vrouwen en kinderen
te overtuigen, dat het Engelsche volk zich
om hen bekommert, en niet goedkeurt, dat
ze met onnoodige wreedheid worden behan
deld. Ieder verlangt, dat er aan den oorlog
een einde komt, maar de slechtste wijze, om
tot dat doel te geraken, is te trachten de
vrouwen in onze macht te krijgen, omdat we
met de mannen niet tot een goed resultaat
konden komen. Het voorstel, om deze zaak
nog nader te behandelen, werd verwor
pen, doch de Regeering had vele zeer harde
woorden te slikken gekregen.
Een der Engelsche nieuwsbladen bevatte
dezer dagen een interessante teekening over
den Zuid-Afrikaanschen oorlog. Op deze plaat
ziet men President Kruger, aan zijne eene
zyde John Buil (Eugcland), aan zyne andere
zijde oen mijneigenaar uit Johannesburg. Zy
klagen alle drie. President Kruger zegt„Ik
heb mjjn land verloren John Buil klaagt
Ik heb mijn kostelijk geld verloren!» En de
myn-eigenaar jammert: „Ik zal een groot deel
van myne winst verliezen By zulk oen
voorstelling komt men als van zelve tot de
vraagEn wie winnen er dan eigenlyk by
dezen onzaligen oorlog? Denkelyk alleen de
met de leverantie bevoorrechte leveranciers
van proviand en verdere oorlogsbenoodigheden.
Anders niemand. En verloor Engeland nog
maar alleen geld, maar het verliest zoo wat
alles. Een der Engelsehe staatslieden zeide
onlangs Engeland heeft in de laatstverloopen
jaren de voorzichtigheid en de rechtvaardig
heid, het gezond verstand en de vastheid van
karakter verloren. En men zou daarbij kun
nen voegenHet heeft zyn invloed en zyn
goeden naam tevens verloren, en het is ge
worden tot een spot en eeno aanfluiting. En
de onberekenbare Boeren gaan maar voort
Engeland steeds nieuwe verliezen toetebren-
gen. Een Engelsch blad zucht een weeklagt
over het verlies, dat weer opnieuw door
koloniale troepen werd geleden. Na alle voor
spellingen van Engelsche zyde, dat de oorlog
nu uit, of ten minste zoo goed als uit sou
zijn, is dit dan ook alweer een gevoelige slag.
Het blad zegt, dat de vrede nu eindelyk ko
men moet. De Regeering moet, öf den Boe
ren redelyke voorwaarden aanbieden, öf zy
moet het leger zóó sterk maken, dat het do
Boeren kan dwingen, zich onvoorwaardelijk
overtegeven. Maar zegt het blad een
einde moet er komen. Een Regeering, die
geen vrede kan maken, en den oorlog niet
krachtig kan of wil voeren en beëindigen,
kan in geen eea enkel opzicht op vrienden
rekenen.
Jl. Zondag is te Berlyn het standbeeld ont
huld, dat door het Duitsche volk gewyd is
aan de roemruchtige nagedachtenis van Prins
Bismarck, don grooten Rijkskanselier, den
schepper van het vereenigde Duitsche Rijk.
Zulks geschiedde in tegenwoordigheid van den
Keizer en de Keizerin, die vergezeld waren
van den eeoigen, nog levenden zoon Her-
bert von Bismarck. Een ontzaglijke menigte,
en daaronder de aanzienlijkste mannen des
Ry'ks, woonden deze plechtigheid by. Het
standbeeld is geplaatst .vóór hot gebouw, waarin
de Ryksdag vergadert. By de onthulling voerde
het woord de tegenwoordige Rijkskanselier,
graaf von Bülow, die de buitengewoon groote
verdiensten van zyn beroemden voorganger
herdacht. Aan den inhoud dier rede wordt door
de Duitsche dagbladpers in groote mate hulde
en lof gebracht, vooral ook omdat door den
spreker alles werd ter zijde gelaten, wat aan
leiding kon geven tot de gedachte, dat de
vereering van den grooten Staatsman in ver
band stond tot de politieke partijen in het land.
De spreker schetste uitsluitend den stichter
van het Duitsche Rijk. en deed uitkomen, dat
elk Duitscher, tot welke partygroep ook behoo-
rende, een lauwerkrans aan den voet van dit
standbeeld kan noderleggen. Graaf von Bülow
deed nitkomen, dat, hetgeen waarnaar vó<5r
hem werd verlangd en gestreefd één éénig,
onverdeeld Dnitschland door Bismarcks
energie was tot stand gebracht. Een der
Duitsche bladen scbryfs,Dat een raadgever
van den Duitschen Keizer ia diens byzyn voor
het werken en streven van den grooten Staats
man zulke woorden van lof heeft geuit, is een
late, maar verblydende voldoening". Een ander
blad laat zich aldus uit: tGraaf von Bülow
behoeft zioh niet te schamen voor wat hy zeide
voor het aangezicht des Keizers en voor het
aangezicht van het Duitsche volk, en voor de
geheele wereld. Zyn moedige redevoering ver
eert den man, die haar hield. En wat hy sprak,
zal in het hart van eiken Duitschor weerklank
vinden 1"
YIEUWSTIJDIYGEIV.
HELDER, 21 Juni 1901.
Gemeenteraadsverkiezing.
Zooala wij reeds meldden heeft Dinsdag
a.s. de verkiezing (candidaatstelling) plaats
van 8 leden van den Raad dezer gemeente.
Deze is noodig wegens de periodieke af
treding van 6 leden en wegens de uitbrei
ding vun het zielental der gemeente, waar
door het aantal raadsleden met 2 moet
vermeerderd worden. In het le district
zjjn aan de beurt van aftreding de heeren
W. J. van Neck en L. A. Hartsinck in
het 2e district de heeren Th. Terra en G.
de Ven en in het 3e district de heeren
L. F. Over de Linden en C. Stammes,
terwijl in het 2e en 3e district bovendien
in elk 1 lid gekozen moet worden. De
vacature in den Raad, ontstaan door het
vertrek van den heer C. S. de Wit, blijft
dan nog bestaan.
Naar wij vernemen is de verbouwing
en uitbreiding van het Casino-gebouw
nog voor de aauataande kermis in zoo
verre voltooid, dat de groote zaal met
tooneel in gebruik kan worden genomen
en de Gebrs. A. Van Lier van het Grand
Theatre te Amsterdam er gedurende de
kermis voorstellingen kannen geven.
De groote zaal kan nu 750 personen
bevatten en op de gaanderjj kunnen nog
120 plaats nemen, alzoo samen 900.
Er ia een groot tooneel aangebracht met
décors en machineriën naar de laatste
eischen. Ruimschoots is er gezorgd
voor licht en ventilatie, terwjjl rekening
is gehouden met de noodige veiligheids
maatregelen, alsnooddeuren, brandkranen,
enz. In overleg met deskundigen is de
noodige zorg besteed voor een goede
acoustiekin 't kort we feliciteeren de
gemeente met deze nieuwe inrichting, die
in een lang gewenschte behoefte voorziet,
daar we een dergelyk lokaal, hetwelk zoo'n
groot aantal menschen kan bergen, niet
bezaten en waarvan het gemis zoo menig
maal is gebleken.
Reeds Zondagavond vóór kermis opent
Van Lier met »Kruimeldam in Parijs",
waarvan zeker gretig zal worden geprofi
teerd. De voorstellingen van Van Lier
zullen worden opgeluisterd door groot or
kest ouder leiding van den heer L. A.
Schouten. Alle avonden na afloop van de
voorstellingen zullen er bals plaats hebben
met muziek vau het bekende Casino-orkest
van den heer M. P. Polak. We wenschen
den Directeur gaarne goed succes.
Men schrijft uit Beverwijk aan de
Tijd
Aan het eiud van den stemmingsdag
heeft zich hier een onaangenaam incident
voorgedaan.
Velen waren in het stadhuis vol span
ning den uitslag der Kamerverkiezing wach
tende, toen eindelyk de laatste bas was
binnengekomen, die van Egmond aan Zee.
De toen gehouden telling gaf aan den heer
Van Loenen Martinet een kleine meerder
heid, maar een meerderheid toch. Dade
lijk werd luid gejuich aangeheven, en by
den boekdrukker-uitgever Hoek werd deze
uitslag op een groot bord den volke be
kend gemaakt. Aan den heer Van Loe
nen Martinet werd het belangrijke bericht
onmiddellijk overgeseind met gelukwensch.
Doch er had een vergissing plaats gehad.
Van nog één onderdistrict moest de uit
slag worden binnengebracht. Egmond
heeft namelijk twee bussen. De werke
lijk laatste bus, die van Egmond-Binnen,
verscheen en zy gaf 117 stemmen aan
den heer Pastoors en 24 aan diens tegen-
candidaat.
De schaal sloeg om. Het gejuich begon
nu aan een anderen kant op te steken.
Het bord by den uitgever werd wegge
nomen en een ander werd er geplaatst.
Dat alles was spoedig genoeg goed ge
maakt, maar de telegrammen aan den heer
Van Loenen Martinet waren niet meer te
rug te nemen. Zy waren verzonden!
Ansjovis.
Reeds in de laatste dagen van April wer
den er naby Den Helder door haringtrekkers
enkele duizendtallen ansjovis buitgemaakt en
op 30 April werden voor het eerst in dit jaar
7 honderd tullen van deze vischjes te Enk-
huizen aangebracht-
In de eerste dagen van Mei begon men
hier te Den Helder regelmatig en met voor
deel op de binnentrekkende visclycs jacht te
maken van 1012 Mei schynt het aanvoer-
cyfèr hier het hoogst geweest te zyn, doch
ook later in de maand leverde deze visachery
bijna onafgebroken een voldoend resultaat op.
Een groot deel van de bier aangebrachte
vischjes werd niet hier, maar op andore
plaatsen, in Enkhuizen, enz-, ingezouten.
In de eigenlijke Zuiderzee verkreeg de vis-
schery op ansjovis eerst op 3 of 4 Mei be-
teekeniB ofschoon op enkele plaatsen reeds
op den lsten en 2den Mei aanvoeren plaats
vonden. Zooals gewoonlyk werd met afwis
selend geluk gevischt en bad men nu eens
hier en dan weer daar een door ry ken vangst
uitmuntenden dag. Rekent men niet naar een
enkelen dag, maar naar een periode van drie
opvolgende dagen, dan geschiedde de grootste
aanvoer
in Durgerdam van 15—17 Mei
p Edam p 2325
i Enkhuizen p 1820 p
Harderwijk omstreeks 13 p
Den Helder. van 10 12 p
Hoorn. 2224
p Huizen 22—24 p
Lemmer 23—25 p
p Medemblik 1618 p
p Monnikendam 1517 t
t Spakenburg p 2224 r
Urk 21—23
Volendam 13—15
Vollenhove omstreeks 18
waaruit men dus mag afleiden, dat derykste
scholen eerst van 10 Mei af aan de zeegaten
zyn binnengetrokken en eerst eenige dagen
later tot werkelyk overvloedige vangsten in
de Zuiderzee geleid hebben.
Het bieronder opgenomen staatje geeft een
overzicht van den aanvoer in 14 plaatsen.
Vermoadelyk zyn nog in eenige andere plaat
sen (Kolborn, Hindelopen, enz.) partyen
ansjovis aangebracht en vertegenwoordigt het
staatje dus slechts een deel zy het ook
zeer belangryk deel -% van den aanvoer.
Antjovls-aanvoer In Mal 1901
Aaavoer-
pluttcn.
Durgerdam
Edam
Enkbuiico
Harderwijk
Den Helder
Hoorn
Huizen
Lemmer
Medemblik
Monnikendam.
Spakenburg.
Urk
Volendam
Vollenhove
■&-M
20,795
2.154
927,219
1,258
95,880
72,050
95,272
280 000
71,550
167,280
59,400
889,275
19,120
7,889
S-2 2
10,679
1,022
128,759.20
642.50
56, 06.10
86.271
50,813
126,255
40,848
88,246.80
30.916
126,988 80
9,245
8,949.50
0.51
0.50
0 56
0 50
0.50
0.50
0.58
0.65
0.55}
0.58
0.52
0.51
Totaal in 14 wnvoerpl. 1.808,619 711,891.90 0.54
(Overgonomen uit het Maandblad, onder
redactie van Dr. P. P. C. Hoek.)
- Te Utrecht beeft ook de 86-jarige
Nicolaas Beets zyn staatsburgerlijken plicht
vervuld. Steunend op den arm zijner doch
ter heeft hij het Raadhuis betreden om
aan de stemming deel te nemen.
Aan de achterzijde van het Stadhuis
had men een breede plank met kleeden
belegd, aangebracht waardoor de overigens
krasse grijsaard geen trappen behoefde te
loopen en geleidelik de achterstoep kon
beklimmen.
Voor het gerechtshof te Amsterdam
werd Dinsdag behandeld de zaak tegen
M. S. P ex-klerk by de directie der Marine,
echter slechts voor zooveel betrof de com
petentie der rechtbank om van deze zaak
kennis te nemen. De rechtbank heeft zich
destijds onbevoegd verklaard op grond van
art. 4 van het crimineel wetboek voor het
krijgsvolk te water. De procureur-generaal
baron Baud vroeg, nalat de heer v. d.
Ven, griffier by de directie der Marine, de
functie van den beklaagde nogmaals dui
delyk had gemaakt, bevestiging van het
vonnis der rechtbank.
Omtrent den moord te Amersfoort
meldt het U. blad.
Het heeft den commissaris van politie
te Amersfoort mogen gelukken in deze
droevige zaak zooveel klaarheid te brengen
dat de verdachte hedenmiddag naar de ge
vangenis te Utrecht kon worden overge
bracht.
De verdachte, Gerrit Vial, blyft tegen
over alle verklaringen en de vele overtui
gingstukken die inmiddels worden opge
spoord, alles ontkennen, zooals hij dan
ook gewoonlyk pleegt te doen. De met
hem aaugehouden Cornelia Janzen, meer
bekend als kleine Kee, zyn byzit, en een
timmerman uit Arnhem die sedert kort
te Amersfoort werkzaam is en buiten echt
leeft met de zuster vau den verdachte, heb
ben echter zeer bezwarende getuigenissen
tegen hem ingebracht. Toen de commissa
ris hen hiertoe gekregen had, volgden al-
zoo die van buren en voorbijgangers. Ieder
was huiverachtig het eerst te spreken,
want de verdachte is zeer gevreesd.
De justitie uit Utrecht, die gisteren eerst
tegen den avond kon komen, vond dan ook
de zaak geheel in 't reine en gaf daarover
haar tevredenheid te kennen.
Het snel handelen der politie, dat ten
gevolge had dat er geen ruggespraak kon
gehouden worden, heeft verrassende zaken
aan 't licht gebrachtzoo vond zy een
25-tal ledige portemonnaies in het hnis
van den verdachte, een waar roofhoL
Het lyk van den verslagene den 22-ja-
rigen huzaar Jan Seiters, is mede heden
naar Utrecht overgebracht om te worden
geschouwd.
Twee Russische pantserschepen, in
aanbonw op de werven aan de Newa, zyn
een prooi der vlammen geworden. De
romp van het eene Bchip is totaal ver
brand, die van het andere werd zwaar
beschadigd. De brand moet ontstaan zyn
door het onvoorzichtig wegwerpen van
een brandende sigaret. De schade wordt
op negen millioen roebel geschat.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
MOLTENO, 17 Juni. Uit de laatste
berichten blijkt, dat de Kaapkolonie 1800
Boeren onder de wapens zyn, verdeeld over
acht commando's van 60 tot 300 man elk
in de centrale districten en bovendien 300
man iji het geheel in de Westelyke pro
vinciën.
Kritzinger en Fouché plakken thans
overal in het land een proclamatie aan,
waarin krachtens de 20 maanden geleden
afgekondigde uitbreiding van het gezag van
den Yrystuat over de Noordelyke districten
van de Kaapkolonie, alle personen die in
lichtingen geven omtrent de verblijfplaats
of de bewegingen der commando's worden
gestraft met 50 pond sterling boete sub-
sidair drie maanden te voet met de com
mando's mede te trekken.
In militaire kringen heerscht de meening,
dat de invoer van paarden niet verminderd
moet worden, daar de stapel in de Kolonie
snel afneemt. De vijand wint nog eenige
recruten, maar in onbeteekenende getale.
LONDEN, 18 Juni De officieele ver-
liezenlyst vermeldt 19 gesneuvelden en 41
gewonden bjj de verrassing der Australiërs
bij Witmansrust; verder twee man gesneu
veld, twee gewond en twee officieren gevan
gen genomen bij Middelkraal in Calvin*
op 10 Juni; een officier en 3 man ge
sneuveld, zeven man gewond by Braklaagte
op 4 Juni, een man gesneuveld en 6 gewond
by Vrede op 3 Juni.
Gemeenteraad van Wieringen.
Vergadering van 17 Juni 1901.
Voorzitter de Burgemeester.
De heer P. Koorn is afwezig met kennis-
gaving.
Da Voorzitter opond de Vergadering, de
Notulen worden na voorlezing vastgesteld.
Van den Rijksontvanger is bericht ingekomen
dat een bedrag van f 137.96 in de Gemeen
tekas is gestort.
Van Heeren Gedeputeerde Staten is bet
besluit tot benoeming eener onderwijzeres
goedgekeurd terugontvangen.
Van de weduwe C. Bakker is ingekomen
eene klacht over het afsluiten van een ge
meentepad door een particulier.
De Raad besluit om den dader uit te noo-
digon om dit pad niet te belemmeren.
Op verzoek wordt om verschillende redenen
afschrijving van hondenbelasting of gemeen
te belasting verleend aan P. de Haan Sr.,
C. Bakker S. Rz., J. Reimeriog, E. Tyson Ms.
en de weduwe J. Wigbont, terwyl bet verzoek
van den heer C. J. van Kelckhoven wordt
aangebonden.
Van J. Metselaar is ingekomen een verzoek
om vergunning tot verkoop van sterken drank
in het klein.
Hy wordt verwezen naar het Dagelyks
Bestuur waar die zaken thnis behooren.
Achtereenvolgens worden goedgekeurd eene
suppletoirs begrooting over bet dienstjaar 1900,
een besluit tot vaststelling der posten vaa
onvoorziene uitgaaf en een besluit tot af- en
overschrijving betreffende dat dienstjaarook
wordt goedgekeurd een suppletoire begrooting
voor den loopenden dienst.
Omtrent du vyfjarige herziening der straf
verordeningen wordt besloten om de bestaan
de verordeningen te behonden.
Op een verzoek om subsidie voor de voor-
loopige kosten van een tram van Anna-Pau-
lowna naar Schagen wordt met algemeen#
stemmen afwijzend beschikt, evenals op een
verzoek om subsidie van de Vereeniging tot
getronw schoolbezoek.
De stemming van twee leden van den
Gemeenteraad bepaald zynde op 4 Juli aan
staande en de herstemming zoo noodig op
16 Juli aanstaande, wordt voor hot geval
van verhindering van den Burgemeester tot
Voorzitter van het Stembureau benoemd het
oudste lid in dienstjaren de heer Obreen.
Aangeboden wordt een voordracht tot be-
Doeming van eene onderwijzeres van de school
op Hippoiytushoef.
Op die voordracht staan alpbabetisoh de
dames: A. Dekker te Schageu, O. H. Klejj
te Oldenbroek en M. Leverland te Bolaward.
Eerstgenoemde wordt met algemeeno stem
men benoemd.
Na de gewone rondvraag sluit de Voorzit
ter de Vergadering.
Marine en Leger.
De groot model torpedoboot „Rindjani*
wordt eerstdaags nit Engeland verwacht en
zal dan in dienst gesteld worden, om, na te
Willemsoord hare torpedo's te hebben inge-
Bchoten, met de .Ophir* en «Pangrango* deel
te nemen aan de zomeroefoningen.
FBTJILLEITOIV.
Vry bewerkt door AMO.
W
Dreigend met hunne wapens zwaaiend, na
derden zij de beide vrienden.
Deze hadden intnsschen niet stil gezeten.
Terstond Da den dood der twee Apaches
maakten zy rechts omkeert teneinde het woud
te bereiken. Gelukte hun dat, dan konden ze
zich als gered beschouwen. Zjj waren er echter
nauwelijks tien schreden van verwijderd, toen
de roode duivels van twee kanten kwamen
opdagen om hun den terugtocht af te sneden.
Nu werd het een strijd op leven en dood.
De eerste Apache die naderbij kwam, werd
door den Zittenden Stier met een houw van
zyn tomahawk geveld. De anderen weken on
willekeurig terug, en onze vrienden wonnen
wedor eenig terrein.
Een op luiden, toornigen toon uitgesproken
bevel van het opperhoofd der Apaches spoorde
zyne krijgers opnieuw aan. Ze lieten den
Franschman voor een oogenblik ongemoeiden
wierpen zich allen als commando op het Choc
taw opperhoofd die daardoor in een uiterst
kritieken toestand geraakte. Hiervan maakte
de dokter gebruik om het woud te bereiken.
Hy sprong achter eenig struikgewas en schoot
de lading van zyn buks naar de plek, waar
de vyanden het dichtBt opeen gepakt stonden.
IV
De smartkreten der gewonden smolten sa-
men met bet woedende gebrul der anderen.
Een half dozyn der krygers wierp zich op den
buik in het lange gras en kroop naar de
plaats waar de Franschman stond. Dit zou hun
ongetwijfeld gelukt zyn als het gras hooger
geweest ware doch het was tengevolge van
een prairiebrand slechts een halven moter
hootr, zoodat Charles een oog kon houden op
hunne reusachtige bewegingen. Hy zocht een
geschikt mikpunt en schoot de tweede lading
een der Roodhuiden door het hoofd. De smart
kreet, dien hy uitte, was het sein voor de vijf
anderen om naar de prairie terog te keeren,
daar ze inzagen, dat ze een zekeren dood te
gemoet gingen, als ze hunne door de maan
beschenen lichamen aan de kogels blootstel
den van den in het bosch verscholen blanke.
Het Clioctaw-opperhoofd verdedigde zich
intasschcn als een held. Zyn tomahawk be
schreef bliksemde kringen in de lucht en hiold
de vyanden nog steeds in bedwang. Met voor-
beeldelooze onverschrokkenheid sloeg hy zich
door de hem omringende Apaches heen en
liep de prarie een eind in, door hen als een
troep bonden achtervolgd. Do snelheid zyner
voeten zon hem zonder twyfel gered hebben,
doch hy was te fier om van dien uitweg ge
bruik te maken. Het was hem sleohts te doen
geweest om vrye baan te maken en zich van
den drom Apaches te ontslaan. Dit was hem
nn gelukt en hy zwaaide uitdagend zyn be
bloede tomahawk boven het hoofd. Het was
belachelijk te zien boe de Apaches, ondaoks
hun dreigend gebral, den moed misten dien
alleenstaanden man te anderen. Zo omsingel
den hem en wierpen met hunne bylen naar
hem die hy echter bfefrendig wist te ontwy-
ken, of bom slechts onbeduidende wonden
toebrachten. Meer dan twintig krijgslieden
vreesden dien enkeion man en toch zou een
algemeene aanval zijn verderf geweest zyn.
Op eens klonk er een luide kreet uit het bosch
,Zittende Stier, ik wacht u.' Het Choctaw
opperhoofd wierp het hoofd in dea nek, liet
zyn blikken over zyne vyanden waren en liep
een rechthoek beschrijvende naar het bosch
toe. Weder hoorde men een woedend gebrul
en de Apaches stormden den hoofdman na.
Nu greep de Franschman zyn revolver, sprong
in de prairie en vuurde de zes schoten ach
tereen op de Apaches los.
Dat was een laffon Apaches te kras. Ze
wierpen zich op den grond en bic ven bewe
gingloos liggen. Slechts drie hunner zetten de
vervolging van het Choctaw opperhoofd voort.
Een hunner was .de Gier*, het hoofd der
bende. Toen de drio vervolgers nog slechts
op tien pas afstand waren, had do Zittende
Stier de plaats bereikt, waar de Franschman
stond. Toen de Gier bemerkte dat de beide
mannen op bet pnnt waren te ontsnappen,
maakte een dolle woede zich van hem mees
ter, hy greep zijn tomahawk en deed een
welberekende worp. Het wapen doorsneed
snisend de lacht en vloog langs den schou
der van het opperhoofd. De Gier uitte een
kreet van inachtelooze woede. Op het hoo-
ren van dien kreet keerde de Zittende Stier
zich om en zag het Apache-opperhoofd met
tweo zyner krijgslieden achter zich; hy kon
de lust niet weerstaan om het tegen die drie
op te nemen, ten einde de scalp van het vij
andelijke opperhoofd buit te maken.
De vermanende woorden van den Fransch
man stuitten af op de trotschbeid van het
Choclaw-opperhoofd, dat met de eene hand
zijn tomahawk en met de andere zyn jacht
mes greep en op de drie vervolgers losstorm
de. Deze aanval was zoo onverwacht, dat ze
eerst tot bewustzijn geraakten, toen het mes
van den Choctaw een hunner geveld bad.
Met eene gebiedende beweging gaf de Gier
na aan den tweeden krygsman te kennen dat
hy de Zittende Stier alleen voor zyne rekening
wenschte te nemen. Een oogenblik maten de
beide hoofdlieden elkander met dreigende blik
ken en vielen elkander toen woedend met den
tomahawk aan.
Charles Larnon stond radeloos aan den zoom
van het woud en was het met zichzelf oneens
of hy vluchten zou en den hoofdman aan zyn
lot overlaten. Hy vervloekte die eerzucht, om
het gevaar, dat ze reeds ontloopen waren, op
nieuw in den mond te loopen. De toestand
werd boe langer boe gevaarlijker. Toen de
Apaches bemerkten, dat de lieide dappere
hoofdlieden slaags waren kwamen, ze met
stormpas nader om hnn aanvoerder by te
staan. Een hnnner naderde den radeloozon
Franschman, die gezwind zyn revolver wilde
afschieten maar hy hoorde sh-chts een ge-
kets de zes schoten waren afgevuurd. Met
een gillenden triomfkreet pakte de Indiaan,
een kerel als oen boom den Franschman om
bet lyf. Een andere kreet nit den mond van
het Choccaw-opperhoofd, liet zich nu hooren.
Na een korten stryd had hy do Gier neer
geveld oii van zijn scalp beroofd. Hy vertoonde
het van bloed drnipende haar aan de naderende
Apaches onder het uitroepon van den oorlogs
kreet der Cboetaws.
De dood van hun opperhoofd bracht do over
geblevene krijgslieden tot razernij. De onmo
gelijkheid inziende om den Choctaw man te
gen man meester te worden, wierpen zy allen
tegelyk hunne tomahawks naar hem. Slechts
door zich languit op den grond te laten val
len ontweek de Zittende Slier de scherpe wa
pens doch toen hy wedor opsprong was hy
door zyn vyanden omringd. Plotseling bereik
te een angstig hulpgeroep zyn oor en met
bovenmensclielijke krachtinspanning trachtte
de Zittende Stier zyne belagers van zich al te
werpen.
De krijgsman, die den dokter beet had,
trachtte zyn rechterhand nit diens greep te
bevryden om hem zyn jachtmes in de borst
te kunnen stooten, dooh Charles Larnon hield
den arm met de kracht der vertwijfeling om
klemd. Hy was echter tegen den reusachtigen
kerel niet opgewassen, die zich met een ge
weldigen ruk los wrong en met een duivel-
schen lach zyn mes op de borst des Fransch
man richtte; voor hy den doodelyken stoot zon
toebrengen verlustigde by zich een oogenblik
in den doodangst van zyn slachtoffer. Dit
oogenblik zou noodlottig voor hem worden.
Op dit oogenblik toch kreeg de dokter een
even onverwachte als onverklaarbare linlp.
De knal van een geweerschot liet zich hooren
de Apache liet het mes nit de hund vallen
en zonk doodelyk getroffen neder. Dit schot
redde ook Choctaw-opperhoofd het leven. Meer
dan tien Apaches hingen hem op het lyf,
zoodat by byoa weerloos was. Het onverwachte
schot deed de Apaches schrikken zoodat de
Zittende Stier de band die de tomahawk om
vat hield vry kreeg. Met eenige krachtige
houwen bevrijdde hy zich en met een paar
kloeke sprongen schaarde hy zich aan de zy
de van den Franschman. Geen der Apaches
maakte aanstalten de beide maonon opnieuw
aan te vallen allen staarden sprakeloos
naar den kant vanwaar het Bchot gevallen
was. In de blikken der Apaches was gren-
zenlooze angst te lezen, doch in die van het
Choctaw-opperhoofd onteugelbare haat. De
Franschman meende zyn oogen niet te kun
nen vertrouwen by den aanblik van
Op den vlakken top van dm naburigen
heuvel stond eene mannelijke gestalte
neen eene spookachtige gedaante. In do
hand hield de onbekende de nog rookende
buks. Hy moest van buitengewone lengte zyn,
in het maanlicht scheen dat ten minste zoo.
In zijne klooding was niets buitengewoons,
maar in zyn gelaat zocht men tevergeefs naar
een spoor van menschelyke trekken. Het was
een bleek grynzend doodshoofd, waarnit een
paar vurige oogen schitterden.
De onbekende legde zyn geweer op schou
der en verdween toen stil aan de andere
zyde van den henvel. Hier en daar hieven
enkele Apaches het hoofd op eo ten slotte
sprongen ze allen op doch men hoorde niets
anders dan den byna gefluisterden kreet.de
Booze Geest! de Booze Geest!*
Eeuige der dappersten liepen eindelyk naar
den heuvel toe en Da korte beraadslaging be
klommen zy dien doch er was goen spoor
van hot zonderlinge wezen te ontdekken. Spra
keloos keken de zonen der wildernis elkan
der aan en weder klonk hot zacht en betee-
kenisvol, met schuwen eerbied van hunne
lippen: ,de Booze Geest! de Booze Geest!»
Een lnid geschreeuw riep hen by hnnn#
overige stamgenooten, die, nu het geheimzin
nige wezen verdwenen was, zich opnieuw op
hunne tegenstanders wilden werpen, die met
groote dapperheid een tienvoudige meerder
heid weerstaan hadden. Hot Chootaw-opper-
hoofd en de Franschman echter hadden van
hot gunstige oogenblik gebrnik gemaakt en
waren in de diepe duisternis van het wond
verdwenen.
Het was des avonds zeer drnk in het In
dianendorp waarvan de Zittende Stier opper
hoofd was. Des namiddags was hy in gezel
schap van .den blanken hoofdman" aangeko
men en met gejuich ontvangen.
(Wordt vtrvoigdj