KLEINE COURANT
L
J. STUVÉ,
't Vliegend Blaadje
gerookte Paling.
PALING.
0. DIJKSHOORN
voor HelderTexel en Wieringen.
Waarschuwing.
J. STUVÉ.
Pension billijk.
FJLEÜS,
Poolsch Koffiehuis,
49. Koiiöoilwarsstr. 49.
Hn. 2962
Zaterdag 6 Juli 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Tslefoonn0. 59.
Projectielen, scherven,
banden, looden kogels,
enz., welke gevonden
worden op de zandplaat
ONRUST, op de Texel-
sche kust of uit zee
worden opgevischt, zijn
's Rijks eigendomhij,
die zich deze voorwerpen
toeeigent, is derhalve
strafbaar volgens de wet.
Het oprapen en vervoeren
van geladen niet gesprongen
projectielen is levensgevaar
lijk! ook voor de omgeving
van hem, die zuks verricht.
De KolonelCommandeerende Officier
van het ie Regiment Vesting-Artillerie,
J. J. DE GREVE.
i Aan onze abonné's buiten de
gemeente wordt beleefd ver
zocht 't verschuldigde abonne
mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags
blad, 2de kwartaal 1901 te willen over
maken per Postwissel of in postzegels,
vóór 5 Juli, zullende anders daar
over met 5 cents verhooging per post
worden beschikt.
Postwissels voor dat doel behoeven
slechts met eeu zegel van 27a Ct. beplakt
te worden.
KALENDER DER WEEK.
JULI, Hooimaand, 31 dagen.
Opkomst der Zon 3 u. 48 m.
Onderg. 8 u. 11 m.
Zondag 7
Maandag
Dinsdag
Woensdag 10
Donderdag 11
Vrijdag 12
Zaterdag 13
Laatste Kwartier.
IJlt het Buitenland.
Hoe groot in onderscheidene steden van
Europa de sympathie is voor de Boeren van
Zuid-Afrika, en daarentegen de afkeer van
de Engelschen we gaven in ons overzicht
der buitenlandsche gebeurtenissen daarvan al
meermalen treffende mededeelingen. Het vol
gende bericht nit Oostenrijk's hoofdstad geeft
van die antipathie jegens do Engelschen op
nieuw weer een sterksprekend blyk De bur
gemeester van Weenen had duzer dagen ver
nomen, dat een kolonel van het Engelsche
leger het plan had, een duizendtal paarden
aantekoopen van de Weenache tramweg-maat-
schappy, welke zich in hot vervolg van elec-
trisohe beweegkracht wensoht to bedienen.
Die Engelsche officier zou de paarden koopen,
ten behoeve van het leger in Zuid-Afrika
du» om de Boeren te bestrijden. De burge
meester echter haastte zich op het vernemen
daarvan, om de verklaring afteleggen, dat hy
nog veel liever van al die trampaarden worst
zou laten maken, dan ze aftestaan aan het
Engelsche leger.
De mededeeling van werkstakingen en van
'tgeen daarmede in betrekking staat behoort
in onze dagen tot het gewone nieuws van
den dag, en geeft den samensteller van een
overzicht der gebeurtenissen in het buitenland
vaak stof, om de aandacht der lezers van een
nieuwsblad daarop te vestigen. In de Ver-
eenigde Staten van Noord-Amerika hebben
dezer dagen, dus wordt als een sterksprekend
voorbeeld gemeld, de staalmakers een werk
staking op touw gezet, en ofschoon de leiders
dier beweging nog veel grooter medewerking
verwachten, zijn nn reeds niet minder dan
85.000 arbeiders toegetreden. Ook zonder
verdere nitbreiding der staking is het aantal
deelnemers al fabelachtig groot, od zal on
getwijfeld wel aanleiding geven tot grooto
moeilijkheden voor de zeer belangrijke staal
fabrieken in de Groote Republiek.
Ook in België komen van tyd tot tyd,
vooral in de Zuid-Oostelyke provinciën, werk
stakingen voor, die dan van min of meer
ernstige oproerige bewegingen vergezeld gaan.
Dit gaf dezer dugen aanleiding tot een heftig
tumult in do Kamer van Afgevaardigden te
Brussel. Een der leden sprak op scherpen
toon zyne verontwaardiging uit over een
generaal der burgerwacht te Doornik, die
zyno manschappen zou hebben opgewekt, in
geval van opstand op het volk te vuren. De
Minister van Binnenlandsche Zaken nam het
voor den generaal op, en ontkende, dat deze
zich op die wyze had uitgelaten. Dit belette
evenwel niet, dat allerlei beleedigende uit
drukkingen werden gebezigd, o. a. hoorde
men den uitroep: «Moordenaars!* Een der
heiligste socialistische leden verzekerde open
lijk «Indien er opstand uitbreekt, zal ik den
generaal doodschieten Gelukkig bestaat de
Belgische Kamer niet geheel of voor het
grootste deel uit zulke heethoofden. Er kwam
eenige kalmte, toen andere leden zich op den
voorgrond plaatsten, het ministerie verdedigden
en de goede burgers aanspoorden, zich goreed
te houden, teneinde eeu opstand te voorko
men, en te wederstaan. Een motie, strekkende,
om aan de verklaringen des ministers goed
keuring te schenken, werd aangenomen en
het incident was daarmede afgeloopen. De
kans van herhaling van zulke feiten is daar
mede echter niet afgesneden.
De liberale partij in Engeland doorleeft thans
zeer moeielyke dagen, bedreigd als zy wordt
door eene ernstige scheuring in de vroeger
nauw aaneengesloten partygroep. Een van do
voornaamste harer leden beeft onlangs aan
een feestmaaltijd zyn staatkundige gevoelens
gelucht en zyne persoonlyke overtuiging uit
gesproken omtrent de aanleiding tot en het
voeren van den oorlog in Zuid-Afrika. Hij
deed dit op zoodanige wijze, dat daaraan zelfs
lof en hulde werd toegezwaaid door zyn tegen-
party in regecringsgezinde kringen, 't Ligt
voor de hand, dat de getrouw gebleven leden
der party zich over zulk een optreden hoogst
gevoelig betoonen, en zich niet zonder reden
bezorgd maken over 't geen daarnit kan voort
vloeien. De eenheid der party, zoo hoog
noodig om een krachtig optreden der oppo
sitie in het Lagerhuis mogelyk te maken, wordt
op znlk een manier te niet gedsan. Het is
daarom te weoscben, dat het woord van aan
sporing en opwekking van den hoofdleider
der liberale party den heer Campbell—
Bonnerman om de orde onder de leden der
partijgroep te herstellen en te handhaven,
gehoord en betracht moge worden. Deze aan
sporing en opwekking is vermoedelijk gegeven
met het cog op het niet ongegronde uitzicht,
dat eerlang weer by een feestbanket de gele
genheid zich zal voordoen, om eene politieke
rede te hondeD.
In België is de beweging in zake de sym
pathie van het volk voor de Boeren in Zuid-
Afrika zeer druk; scherp is daartegenover de
afkeer van de door wreedheid zich kenmer
kende Engolsoben. Dit laatste is zelfs zóó
hevig, dat de Rpgeering zich er bezorgd over
maakte, vooral nadat de heer de Wet, evenals
te Brussel, ook te Gent eene voordracht had
gehouden, die tot groote opgewondenheid by
het zeer talrijk opgekomen publiek aanleiding
gaf. De Regeering heeft daarop tot den heer
de Wet het verzoek gericht, om zijne propa
ganda voor do Boeren in België te staken,
daar zy zich anders genoodzaakt zou zien,
hem 't verblyf in 't land te ontzeggen. Zon
der zich aan deze waarschuwing te storen,
verzekerde de heer de Wet, dathy toch voor
nemens was, zich naar Parijs te begeveD.
Doch zoo heel kalm loopt deze zaak waar-
scbynlyk nog niet af. Er moet eerlang in
België een verkiezing van een Kamerlid plaats
hebbeD, en een van de regeerings-leden, die dns
alle kans zou gohad hebben gekozen te worden,
zal nn, als blyk van den volksgeest, een be
slist voorstander der Boeronzaak als candidaat
tegenover zich krygen.
KlEllVrriJI)l\GE.V
HELDER, 5 Jnli 1901.
De uitbarsting van de Kloet.
Aan een particulier schry ven, gedagteekend
Kediri 22 Mei, ons welwillend afgestaan,
ontleenen wy het voigeDde
's Nachts om drie uur werden wy uit den
slaap gewekt door den eersten geëmployeerde,
die de wacht had op 't bereidings-etablisse-
ment, met de woorden: «de laharkomt'. We
vlogen uit bed, maakten G. wakker; inmid
dels vloog ik naar de logeerkamer, die bui
tenshuis ligt, om onzen logó van dien nacht,
lieor I., te wekken. Nauwelijks weder
thnis of ons huis werd gebombardeerd door
een regen van stcenen, dat een helsch lawaai
maakte op het zinken dak en gepaard ging
met een oorverdoovend ontzettend zwaar on-
weder, terwijl een angstwekkond gerommol
en gedrenn als een steeds naderende banjir
zich liet hooreo. De achtergalerij bleek de
beste toevlucht om beschut to zyn tegen den
steenen regen.
De halve bevolking was ook daar gevlucht
en wij stonden gekleed om zoo noodig te
vluchten. Buiten was het pikdonker, do lucht
vol elcctriciteitangstwekkend woest scholen
bliksomflitsen door 't luchtruim, terwijl do
gloed van de kokende lava zich tegen don
iel weerspiegelde. Na den steenenregon
kwam er krikil-, daarna een modder- en toen
een aschregen, die voortdurend aanhield. De
lucht zat zoo vol asch, dat de zon eerst te
half zeven 's morgens doorkwam.
Zoo brachten wy in angstige spanning dien
nacht door, niet wetende of wy 't volgende
oogenblik niet door den kokenden lavastroom
zouden verzwolgen worden. En boewei ik
me erg klein vond tegenover dergelijke na
tuurkrachten, moeBt ik me toch kalm houden,
om geen paniechen schrik te veroorzaken, ten
einde meer oogelukken te voorkomen.
Midden in den nacht kwamen in een met
steenen en asch overdekten wagen 3 dames
en een heer aanrijden, half gekleed, licht
vragen, daar zy onderweg waren omgevallen.
Reeds was de weg bezaaid met duizenden
vluchtelingen, allen Javanen, die op alle boven-
perceelen voor don pluk in dienst waren.
Ook waren er vele schurken, die de schrik
er in brachten om dan van de gelegenheid
te profiteeren en te stelen, wat er te stelen
was.
Eenige honderden vluchtten bij my op 't
land over een kali, de brug bezweek en velen
stortten naar beneden. De moesten kwamen
echter met eene kneuzing vrij.
Toen eindelijk de lang verwachte dag aan
brak, vond ik hot raadzaam met vrouw od
kind naar Kediri te gaan, ten einde op ver
haal te komen. In een zwaren aschregen,
afschuwelijk voor de oogon, reden wy naar
Pani. Den geheelen weg vonden we zwart
van vluchteÜDgeD, dragende hetgeen ze nog
konden redden.
Te Pani gekomen, konden we niet naar
Kediri, want de chef van de tram, de con-
trolcnr en s/i van de inwoners waren 's nachts
to 3 uur naar Papar gevlucht, bevreesd voor
't water. De tramdienst was dus i i de war.
Ik telephoneerde naar Kediri hoe het daar
was. Antwoord: «alles vlucht; de vrouw
van den' resident zit boven op de Goening
Kottok.'
Weer teruggaande naar 't station, zie ik
een drom meDSchen vluchten. Op mijn vraag
wat dit beduidt, krjjg ik tot antwoord: «het
water staat reeds op de passar".
Reeds vernomen hebbende, dat 't krater-
meer zich ontlast had naar 't Blifarsche en
bekend met de situatie, begreep ik, dat dit
weer een schurkenstreek was, om een pani-
schen schrik te verwekken, en zoodoende in
de huizen der vluchtenden te kunnen stelen.
Ik besloot dan ook dien dag kalm in bet
hotel te Pani te blijven, doch ging even Daar
't land terug om goed te balen en orde op
de zaken te stellen.
's Avonds barstte te Pani een zware regenbui
los. Het regende letterlijk modder in het
hotel, dat zoo lek was als een mandje, daar
men do neergevallen asch niet van de pannen
verwyderd had. Ik besloot toen den volgenden
morgen vronw en kind naar Kediri te zenden,
daar na ingewonnen berichten het gevaar
daar niet dreigde, en ging naar het land terng
om wat schoon schip te maken.
De aanplant ziet er uit, alsof het zwaar
gesneeuwd heeft, doch met grauwe sneeuw
de BChaduwboomen, alsof zy doorgeschoten
zijn door den stoenenrogen. Gelukkig was
de vaste bevolking, dank zy ons kalm optre-
deo, gebleven, en kon er dien dag met
plakken wederom begonnen worden, natuurlyk
tegen verhoogde loonen, daar het werk zeer
schadelijk is voor de oogen en de brnine
Javanen als gepoederd nit de tuinen ver
schijnen.
Het was een ramp, die in hare gevolgen
nog meer onheilen na zich zal sleepen. De
aanplant van den kleinen man is geheel ver
woest, alle levensmiddelen zullen stijgen, en
als er niet spoedig regen komt, voorzie ik
voor onze aanplantingen veel ellende, voor
de menschen veel oogziekten door de alles
doordringende fijne asch en voor alle planten-
etende dieren een wissen dood, want alles is
bedekt met eenige Eog. duimen dikke lava.
Regen en wel spoedige regen is 't geen wy
thans noodig hebben.
Aan dozen kant van den berg zyn geen
mensclicnievens te betreuren, maar aan den
Blitarkaut, waar de kokende lava haar uit
weg vond, hebben velen het met den ver-
schrikkeljjksten dood, op hun vlucht door de
kokende brei achterhaald, moeten bekoopen.
Gelukkig is thans het gevaar geweken, maar
nooit zullen wij dien nacht vergoten, waarin
we niet wisten, welk lot ons ieder volgend
oogenblik zou wachten. (HbL)
Vlieland, 1 Juli. Tot burgemeester
dezer gemeente is benoemd de heer J.
Molenaar alhier, oud-gezagvoerder bij de
civiele marine en ridder van de Orde van
Oranje-Nassau.
Men meldt uit 's-Gravenhage
De Hogerhuiszaak, welke reeds dikwerf
een onderwerp van bespreking uitmaakte
voor vergaderingen, meetings enz., was
ook Dinsdagavond weder het onderwerp
van een Openbaar Gesprek in het Tous-
saintbuis, dat werd ingeleid door den heer
P. A. Pijnappel, jurdoet., van Amster
dam, en mevrouw M. Mensing, van Kampen.
Keimpe Hogerhuis was in de vergade
ring aanwezig.
Aan het slot der bijeenkomst betuigde
hij zyn onschuld en die van zijn broeders
aan de gepleegde inbraak en hy wekte alle
Nederlanders op om mede te werken zyne
broeders uit de gevangenis te verlossen.
In zake den moord op den huzaar
Seyffers, te Amersfoort, waarvoor de ver
dachte G. V, nog in verzekerde bewaring
is, heeft de rechtercommissaris te Utrecht
onderscheidene personen als getuigen ge
hoord. Naar gemeld wordt, heeft deze in
structie voldoende gronden opgeleverd tot
verwijzing van de zaak naar de openbare
terechtzitting der rechtbank te Utrecht.
Behalve de 14 reeds gehoorde personen
zullen in den loop dezer week echter nog
meer getuigen voor den rechtercommissa
ris moeten verschynen. (U. D.).
Men meldt uit den Haag.
De zakkenrollers zijn in de laatste dagen
in de treinen bezig hun slag te slaan.
Bij de politie kwam een heer, tijdelijk
verblyf houdende in een villa aan den Bad
huisweg te Scheveningen, aangegeven, dat
hem in den trein van Parijs naar Den Haag
een portefeuille met frs. 1200 was ont
rold.
De heer N., wonende te Scheveningen,
deed by de politie alhier aangifte dat hem
in den trein van Rotterdam naar 's-Gra
venhage 2 bankbiljetten elk van f 100,
zyn ontfutseld.
Met het doel zich van het leven te
berooven, sprong Maandagmiddag de 25-
jarige dochter van een bewoner van het
Geertekerkhof te Utrecht, W. genaamd,
nabij de Zilversteeg, aldaar in den Singel.
Tot die wanhopige daad had aanleiding
gegeven een twist, die het meisje met haar
vader had gehad. Deze was zelf by het
tragische voorval aanwezig in plaats ech
ter van hulp te bieden, was hy integen
deel hard weggeloopen met den uitroep
zVerdrink maar 1"
Jongens die daar ter plaatse stonden
te visBchen, schreeuwden luidkeels om hulp.
In een ommezien was een massa volk op
de beenniemand waagde het echter zich
ter redding van de hevig spartelende te
water te begeven.
Een heer (professor N.), eindelyk, ging
daartoe over. Geheel gekleed sprong by
in de Singel, en het gelukte hem de
drenkelinge te grypen en aan wal te bren
gen. Spoedig waren de levensgeesten we
der opgewekt. (Utr. Dbl.)
Diefstal.
Twee personen kwamen eenige dagen ge
leden in een klein hotel te Parys aan met
een zoo groot aantal koffers en kisten
twee volbeladen wagens dat de hotel
houder argwaan kreeg en de politie waar
schuwde. Deze stelde een onderzoek in en
vond een hoeveelheid goederen van allerlei
aard, lakens, manB- en vrouwenkleederen,
lappen zyde en katoen, horloges, instru
menten, revolvers, pendules enz. De perso
nen gaven op, die in bewaring te hebben
van „onbekende". Zy worden in verzeker
de bewaring genomen en men spoort nu
naar de herkomst dier goederen.
Weervoorspelling.
De Zwitsersche hoogleeraar Jules Crapé
voorspelt voor het eind der eerste week
van Juli stormweder uit het westen over
West Europa, vooral op deu Ce, met veel
regen Op 7 en 8 Juli volgt mooi warm
weder, maar dan komen weder depressies
die van 1013 Juli regenen wind brengen.
Dan klaart de lucht op; van 14 tot 17
Juli heerlijk zomerweder, gevolgd van
1721 door groote hitte in het westen.
In de vierde week lage barometerstand
met gure regendagen, bepaaldelijk op 24
en 25. Een zeer lagen stand bereikt de
barometer op 28 en 29 Jnli. De beide
laatste dagen der maand zyn weder mooi,
met hoogen druk over Weat-Eiropa.
De hitte, die in de laatste dagen te
New-York reeds bijna ondragelijk is geweest,
werd Maandag bepaald onhoudbaar. De
thermometer steeg tot boven 100 graden
Fahrenheit in de schaduw. Een honderd
tal menschen werden door de warmte be
vangen, waaronder 35 zóó ernstig, dat zy
aan de gevolgen bezweken.
In verschillende kerken te New-York
zyn gebeden opgezonden om koeler weêr.
ADVERTENTIEN.
Kermisrijmen.
Kermis komt maar eens in 't jaar.
Zeker vrienden, dat is waar.
Voor wie meer neemt dan zijn deel,
Is ze ook eenmaal reeds te veel.
'k Weet voor u, kloeke knapen,
Een beste kermismeid.
Zy zal u niet mishagen.
Haar naam is: matigheid.
Er is een wilde kermisgast.
Hij baarde al heel wat leed en last.
Daarom terdege opgepast
Houdt hem toch in de fiesschen vast.
Weest op uw hoede," roept het stormsein
Den zeeman toe langs Neerland'a kust.
Weest op uw hoede ook met kermis,
Geniet eerst dan naar hartelust.
Het draaien met de caroussel,
Staat 'tlustig volkje vry.
Maar verder in het leven schuw
Men liefst steeds draaiery.
Het kermishouden, kameraad,
In deugd en eer, kan vast geen kwaad;
Maar gaat ge er niet heen, beste man
Dan wordt ge er ook niet minder van.
W. M. Tx.
De Oorlog in Zuid-Afrika.
Terwijl eenige Engelsche officieren by
Klerksdorp bezig waren met polo-spel,
vuurden de Boeren op grooten afstand en
het regende kogels tusschen hun paarden.
De officieren trokken af en de Engelsche
kanonnen opende het vuur om de Boeren
te verdrjjven.
Het telegram, dat dit pikante nieuwtje
mededeelt, is gedagteekend van 18 Juni.
De verbinding met Klerksdorp schynt dus
niet al te best te zijn
Lord Roberts en de Z. A S. M.
LONDEN, 3 Juli. Lord Roberts is he
den gehoord door de Commissie voor de
Schadevergoedingen. Het hoofdmoment in
zyn verhoor was zyn verklaring, dat hij al
de beambten van de Nederlandsche Zuidafri-
kaansche Spoorwegmaatschappij als oorlog
voerenden had beschouwd, omdat de maat
schappij zelve oorlogvoerende was. Lord
Roberts was van meening, dat hy bygevolg
al die beambten als krijgsgevangenen had
kannen behandelen en dat hy zeer lank
moedig handelde door hen alleen het land
uit te zetten.
FEUILLETON,
DE BOOZE GEEST.
Vry bewerkt door AMO.
VII
De lezers zullen zeker nieuwsgierig zyn,
om eindelyk iets naders omtrent den Boozen
Geest te vernemen. De loop van myn verhaal
is echter nog niet ver genoeg gevorderd om
den geheimzinnigen sluier reeds op to lichten.
De Booze Geest maakte sedert ongeveer
vijftien jaren de bosschen onveilig dat
wil zeggen, alleen voor de Roodhuiden, want
b\j was daarentegen de verklaarde bescherm
geest der blanken. Velen der laatsten had by
nit doodsgevaar gered en menige schurken
streek der Indianen door zyn tusscbenkomst
verydeld en zulks hulde hem natnurlijk in
«en bovennatuurlyken stralenkrans. De Rood
huiden boschouwden hem als een godheid
dor blanken, die op aarde rondwandelde, om
hare bleeke kinderen tegen de listen der In
dianen te beschermen. Zelden had in de laat
ste jaren een Roodhnid ongestraft een blanke
leed gedaan, vroeg of laat trof hem de straf
fende hand van den Boozen Geest. Men vond
•den misdadiger meestal kort na de gepleeg
de euveldaad, vermoord in de wildernis lig
gen met twee gekruiste vederen op of naast
het lyk, als kenteeken wiens machtige hand
•de daad gepleegd bad. Dit droeg er weinig
-toe bij, om den aangeboren moordlust der
Roodhuiden in toom te houden want zoowel
Apaches als Chostaws vreesden den Boozen
Geest daar ze hem als onoverwinlijk en on
kwetsbaar beschouwden. De Trappers en ja
gers van het Westen daarentegen vereerden
hem als een bondgenoot zonder er zich het
hoofd over te breken wie en wat het geheim
zinnige wezen was en er bestond by hen eene
onderlinge overeenkomst om zulks niet na te
vorschen; als ze hem toevallig ontmoetten gin
gen ze hem eenvoudig nit den weg.
Men verhaalde zelfs dat de Booze Geest
op zekeren avond by een bivakvnnr der ja
gers verschenen was en met gebaren een
stuk vleesch verzocht bad dat hem bereid
willig gegeven werd, waarna hij ijlings ver
dween zonder dat het oen der Trappers in
viel hom tegen te honden of te ondervra
gen.
Charles Lamon had steeds met een onge-
loovigen glimlach de schouders opgehaald als
men hem het sprookje van den man met het
doodshoofd verhaalde en hy geloofde dat dit
wezen slechts in de verbeelding van India
nen bestond die een slecht geweten hadden.
Nu echter was hy tengevolge van eigen on
dervinding tot andere gedachten gekomen daar
hy zijn levensbehoud aan hot geheimzinnige
wezen te danken had. Overigens wist de jon
ge Fransohman er even veel van als de rest.
Hij stond hier voor oen raadsel dat hy on
danks alle scherpzinnig nadenken niet kon
oplossen. Slechts enkele dappere Indiaansche
opperhoofden, de Zittende Slier in de eerste
plaat9, koesterden geen vrees voor den Boo
zen Geest, ja, 't Choctaw-opperhoofd smacht
te naar het oogenblik, waarop hy dien gee-
sel zyns volks de scherpte van zyn tomahawk
kon doen voelen. Hy maakte daarvan geen
geheim tegenover Charles Larnon die by de
ze gelegenheid te weten kwam wat de oor
zaak van den haat van het opperhoofd was;
de man met het doodshoofd had namelyk ook
diens vader om het leven gebracht.
Eenige dagen nadat de gebeurtenissen, die
wy in de vorige hoofdstukken verhaalden,
plaats hadden, bevond Charles Larnon zich
woder in do kolonie waar zyne tegenwoor
digheid dreigend noodzakelijk was. De kolo
nisten zetten groote oogen op toen bjj hun
verhaalde dat er een Indianen-oorlog dreigde
uit te breken, waarvan de omvang vooreerst
nog niet te voorzien was. Hy vreesde en met
reden dat de Apaches in do eerste plaats be
proeven zoude Libreville in hunne macht te
krygen. üiakowa koesterde een byzondoren
wrok tegen hem daar hij de oorzaak was dut
de Choctaws geen deel aan oen opslaud na
men. Bovendien lag Libreville vlak aan de
grenzen van het gebied dor IndianeD, ver
scheidene dagreizen van hot naastbijgolegen
garnizoen verwyderd.
Do dokter verzweeg zyne medeburgers het
gevaarlijke van den toestand niet en er werd
besloten alle mogelijke vcorzorgmaatregslen
te nomen om zoo noodig een aanval te kun
nen weerstaan. De verdedigingswerken wer
den versterkt eu des nachts werden er wach
ten uitgezet. Ammunitie eu voorraad van spjjs
was er genoegzaam voorhanden en eene pomp
in hot midden der kolonie zou in het uoodi-
ge drinkwater voorzien. De laatste veldvruch
ten werden binnen gehaald en in de schuren
geborgen. Men zag dus betrekkelijk kalm de
dingen, die komen zouden, tegemoet.
Do dagen verliepeo en geen Indiaan liet
zich zien, ook niet als vriend zooals dat se
dert jaren geschiedde. De kolonisten vorflauw-
den echter niet in hnnne waakzaamheid daar
ze zeer goed wisten dat de Roodhuiden nim
mer te vertrouwen waren. Charles Larnon
deed ook zijn best om de gewapende macht
van Libreville te vermeerderen, en hy sloeg
den Trappers, die in de kolonie hnn ammu
nitie kochteo, voor gedurende deze onrustige
dagen binnen Libreville te bljjvon. De mees
ten namen dit voorstel aan onder anderen ze
kere Jacques Leroy, houthandelaar van be
roep, die wist te verhalen, dat do Indianen-
opstand een voldongen feit was. Hy zelfwas
ter nauwernood aan de Apaches ontkomen, die
reeds enkele afgelegen landhoeven overvallen
en de bewoners vermoord hadden. Deze me
dedeeling was een trenrige tijding voor de
kolonisten.
Men zal zich herinneren dat we Trapper
Jean Houdance den Franschman beloofd had
het gevelde hert naar de kolonie te brengen.
Hy had die belofte vervuld en Charles Lar
non vond het wildbraad by zijne terugkomst
in zyn blokhuis. Om hem daarvoor te bedan
ken en ook nit belanstelling in den belang-
wekkenden man wilde Charles hem voorstel
len zoolang de Indianen-opstand duurde zyne
eenzame woniDg te verlaten en in de kolonie
verblyf te hondeD. Charles Larnon begaf zich
daarom op zekeren namiddag naar het blok
huis van den trapper. Na een wundeling van
omstreeks twintig minuten door het woud,
kwam hy by een ronde open plek, waar in
het midden het eonvoudige doch zeer stevig
gebouwde blokhuis lag. De smalle vensters
waren onder het d»k aangebracht overal iu
de muren gaten geboord. De dokter klopte
aan de deur, doch kreeg geen antwoord. Hjj
wilde de klink van de deur opliohten, dooh
die was gesloten. Houdance was dus niet thuis
en reeds wilde de bezoeker zioh verwijderen
om zyn bezoek later te verhalen, toen hy
hoorde dat de grendels van binnen wegge
schoven werden. De deur werd geopend en
op den drempel stond een jongmeisje. Ze scheen
omstreeks achtten of negentien jaren te tel
len was slank van gestalte en ongemeen be
koorlijk. Een eenvoudige donker kleedje om
sloot haar gestaltehaar goudblond haar, met
een blauw lint saamgebonden hing in losse
vlechten over haar schouders. By den aanblik
van den jongen man kleurde oen maagdelijke
blos haar wangen. Charles Larnon stond spra
keloos van verbazing voor haar. Zulk een
schat was dus in het blokhuis van den zon
derling verborgenDe jonge dokter was geens
zins onverschillig voor vrouwelijke schoon
heid en in Frankrijk had hy hy de dames
een eerste rol gespeeld. In de Nieuwe Wereld
echter was de stryd om het bestaan niet dien
stig geweeBt om hem met dames in aanraking
te brengen en ook later toen zijne omstandig
heden verbeterd waren, ontbrak hem daartoe
te Libbreville de gelegenheid. De meisjes in
de kolonie hadden weinig opvoeding genoten
en geen enkele had eeoigen indruk op hem
gemaakt. De jonge dame echter, die nu voor
hem stond, scheen hem toe nit een andere
slof gegoten te zyn ze maakte een zeer gunstigea
indruk op hem. Het pjjoljjke stilzwijgen werd
het eerst door het meisje verbroken, terwijl
ze min of meer verlegen vroeg: «Wat verlangt
n, mynheer Larnon?»
,De Franschman ontblootte het hoofd maakte
eene onberispelijke buiging en untwaordde:
«Wel, kent ge my mejuffrouw mejuf
frouw
«Ninette Houdance,* vulde zy met een al-
lerliefaten glimlach aan.
«Dus de dochter van mijnheer Houdan
ce?'
«Zoo is het, ik ken n reeds sedert u in de
de kolonie woont, maar ge zyt meestal zoo
diep in gedachten verzonken dat ge niet op
gewone stervelingen acht geeft.'
(Wordt vervolgd.)
De ondergeteekenden berichten au
de Ingezetenen van den Helder en
omstreken, dat zy met de KERMIS
raiiu zyn voorzien (evenals vorige
jaren) van
Spaarndammer
Hopende bet vertrouwen, dat zy
overal zoo ruim genieten, zich weder
waardig te maken door nette bediening
en billijke prijzen.
UEd. dw. dnr.,
H. BALM ZONEN.
Standplaat* KANAALWEG, tegenover
Grand Café Central".
Bo fletierancier
de uitvinder van de echte Noogat,
Gouden Medaille Tentoonstelling
Parijs 1889,
bericht het geëerde publiek van Nieawediep,
Helder en Omstreken, dat hij weer is ge
arriveerd en ruim voorzien is van
fijne Vanilla-Nougat,
andere soorten
Minzaam aanbevelend.
Standplaats
Kanaalweg, tegenover de Melksalon.
AdresNieuwmarkt no.
16, fabriek Botersloot no.
18, Rotterdam.
i)
ii
B Onds-Hotol.
Beveelt zich aan.
Koele Zaal.
Lommerrijke Tuin.
Ruime Kamers-
Pruprlëtire.
De ondergeteekende maakt bet geacht
publiek bekend, dat zy even als vorigs
jaren weder gearriveerd en ruim is voor
zien van beBte
Spaarndammer gerookte
Standplaats tegenover Café P. GROOT,'
(vroeger Café GERRITSEN)
Wed. J. K PRUIS.
Hoofdgracht No. 12.
Gedurende de Kermis
is bovengenoemd Café zeer
net ingericht en zyn all*
ververschingen van lste kwaliteit verkrijg»
baar. Belovende een nette en prompte be
diening, beveelt hg zich minzaam by het
geachte publiek aan.
J. DE GR.V4E.
Ten kantore van
0S$M. A. GRUNWALD k ZOON,
Kanaalweg 67—68,
naast de Israëlitische Kerk,
waar in verschillende vorige loteryen kapi
tale pryzen zyn gevallen, is in de 366ste
Staatsloterij alweer op No. 11371 gevalle»
de kapitale prijs van f1000 met de premie
van f30.000, waar, zoolang de voorraad
strekt, voor de 3G7ste Staatsloterij hsete
en gedeelten van loten zyn te bekomen.
Trekking lste klasse 22 JULI.
Depot in Koffie en Thee
van da Firma S. 6. VAN BALEN,
ta Franeker StoomkofflabrandarlJ.
Koffie la kwaliteit 40 ct per poad.
Thee la kwaliteit 18 ct. per one.
PALMSTRAAT Mo. 10,
Wkd. R. SCHENKEL-VISSER
is het beste adres voor alle
soorten Groenten.