KLEINE COURANT L J. STUVÉ, 't Vliegend Blaadje gerookte Paling. PALING. 0. DIJKSHOORN voor HelderTexel en Wieringen. Waarschuwing. J. STUVÉ. Pension billijk. FJLEÜS, Poolsch Koffiehuis, 49. Koiiöoilwarsstr. 49. Hn. 2962 Zaterdag 6 Juli 1901. 29ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Tslefoonn0. 59. Projectielen, scherven, banden, looden kogels, enz., welke gevonden worden op de zandplaat ONRUST, op de Texel- sche kust of uit zee worden opgevischt, zijn 's Rijks eigendomhij, die zich deze voorwerpen toeeigent, is derhalve strafbaar volgens de wet. Het oprapen en vervoeren van geladen niet gesprongen projectielen is levensgevaar lijk! ook voor de omgeving van hem, die zuks verricht. De KolonelCommandeerende Officier van het ie Regiment Vesting-Artillerie, J. J. DE GREVE. i Aan onze abonné's buiten de gemeente wordt beleefd ver zocht 't verschuldigde abonne mentsgeld Vliegend Blaadje en Zondags blad, 2de kwartaal 1901 te willen over maken per Postwissel of in postzegels, vóór 5 Juli, zullende anders daar over met 5 cents verhooging per post worden beschikt. Postwissels voor dat doel behoeven slechts met eeu zegel van 27a Ct. beplakt te worden. KALENDER DER WEEK. JULI, Hooimaand, 31 dagen. Opkomst der Zon 3 u. 48 m. Onderg. 8 u. 11 m. Zondag 7 Maandag Dinsdag Woensdag 10 Donderdag 11 Vrijdag 12 Zaterdag 13 Laatste Kwartier. IJlt het Buitenland. Hoe groot in onderscheidene steden van Europa de sympathie is voor de Boeren van Zuid-Afrika, en daarentegen de afkeer van de Engelschen we gaven in ons overzicht der buitenlandsche gebeurtenissen daarvan al meermalen treffende mededeelingen. Het vol gende bericht nit Oostenrijk's hoofdstad geeft van die antipathie jegens do Engelschen op nieuw weer een sterksprekend blyk De bur gemeester van Weenen had duzer dagen ver nomen, dat een kolonel van het Engelsche leger het plan had, een duizendtal paarden aantekoopen van de Weenache tramweg-maat- schappy, welke zich in hot vervolg van elec- trisohe beweegkracht wensoht to bedienen. Die Engelsche officier zou de paarden koopen, ten behoeve van het leger in Zuid-Afrika du» om de Boeren te bestrijden. De burge meester echter haastte zich op het vernemen daarvan, om de verklaring afteleggen, dat hy nog veel liever van al die trampaarden worst zou laten maken, dan ze aftestaan aan het Engelsche leger. De mededeeling van werkstakingen en van 'tgeen daarmede in betrekking staat behoort in onze dagen tot het gewone nieuws van den dag, en geeft den samensteller van een overzicht der gebeurtenissen in het buitenland vaak stof, om de aandacht der lezers van een nieuwsblad daarop te vestigen. In de Ver- eenigde Staten van Noord-Amerika hebben dezer dagen, dus wordt als een sterksprekend voorbeeld gemeld, de staalmakers een werk staking op touw gezet, en ofschoon de leiders dier beweging nog veel grooter medewerking verwachten, zijn nn reeds niet minder dan 85.000 arbeiders toegetreden. Ook zonder verdere nitbreiding der staking is het aantal deelnemers al fabelachtig groot, od zal on getwijfeld wel aanleiding geven tot grooto moeilijkheden voor de zeer belangrijke staal fabrieken in de Groote Republiek. Ook in België komen van tyd tot tyd, vooral in de Zuid-Oostelyke provinciën, werk stakingen voor, die dan van min of meer ernstige oproerige bewegingen vergezeld gaan. Dit gaf dezer dugen aanleiding tot een heftig tumult in do Kamer van Afgevaardigden te Brussel. Een der leden sprak op scherpen toon zyne verontwaardiging uit over een generaal der burgerwacht te Doornik, die zyno manschappen zou hebben opgewekt, in geval van opstand op het volk te vuren. De Minister van Binnenlandsche Zaken nam het voor den generaal op, en ontkende, dat deze zich op die wyze had uitgelaten. Dit belette evenwel niet, dat allerlei beleedigende uit drukkingen werden gebezigd, o. a. hoorde men den uitroep: «Moordenaars!* Een der heiligste socialistische leden verzekerde open lijk «Indien er opstand uitbreekt, zal ik den generaal doodschieten Gelukkig bestaat de Belgische Kamer niet geheel of voor het grootste deel uit zulke heethoofden. Er kwam eenige kalmte, toen andere leden zich op den voorgrond plaatsten, het ministerie verdedigden en de goede burgers aanspoorden, zich goreed te houden, teneinde eeu opstand te voorko men, en te wederstaan. Een motie, strekkende, om aan de verklaringen des ministers goed keuring te schenken, werd aangenomen en het incident was daarmede afgeloopen. De kans van herhaling van zulke feiten is daar mede echter niet afgesneden. De liberale partij in Engeland doorleeft thans zeer moeielyke dagen, bedreigd als zy wordt door eene ernstige scheuring in de vroeger nauw aaneengesloten partygroep. Een van do voornaamste harer leden beeft onlangs aan een feestmaaltijd zyn staatkundige gevoelens gelucht en zyne persoonlyke overtuiging uit gesproken omtrent de aanleiding tot en het voeren van den oorlog in Zuid-Afrika. Hij deed dit op zoodanige wijze, dat daaraan zelfs lof en hulde werd toegezwaaid door zyn tegen- party in regecringsgezinde kringen, 't Ligt voor de hand, dat de getrouw gebleven leden der party zich over zulk een optreden hoogst gevoelig betoonen, en zich niet zonder reden bezorgd maken over 't geen daarnit kan voort vloeien. De eenheid der party, zoo hoog noodig om een krachtig optreden der oppo sitie in het Lagerhuis mogelyk te maken, wordt op znlk een manier te niet gedsan. Het is daarom te weoscben, dat het woord van aan sporing en opwekking van den hoofdleider der liberale party den heer Campbell— Bonnerman om de orde onder de leden der partijgroep te herstellen en te handhaven, gehoord en betracht moge worden. Deze aan sporing en opwekking is vermoedelijk gegeven met het cog op het niet ongegronde uitzicht, dat eerlang weer by een feestbanket de gele genheid zich zal voordoen, om eene politieke rede te hondeD. In België is de beweging in zake de sym pathie van het volk voor de Boeren in Zuid- Afrika zeer druk; scherp is daartegenover de afkeer van de door wreedheid zich kenmer kende Engolsoben. Dit laatste is zelfs zóó hevig, dat de Rpgeering zich er bezorgd over maakte, vooral nadat de heer de Wet, evenals te Brussel, ook te Gent eene voordracht had gehouden, die tot groote opgewondenheid by het zeer talrijk opgekomen publiek aanleiding gaf. De Regeering heeft daarop tot den heer de Wet het verzoek gericht, om zijne propa ganda voor do Boeren in België te staken, daar zy zich anders genoodzaakt zou zien, hem 't verblyf in 't land te ontzeggen. Zon der zich aan deze waarschuwing te storen, verzekerde de heer de Wet, dathy toch voor nemens was, zich naar Parijs te begeveD. Doch zoo heel kalm loopt deze zaak waar- scbynlyk nog niet af. Er moet eerlang in België een verkiezing van een Kamerlid plaats hebbeD, en een van de regeerings-leden, die dns alle kans zou gohad hebben gekozen te worden, zal nn, als blyk van den volksgeest, een be slist voorstander der Boeronzaak als candidaat tegenover zich krygen. KlEllVrriJI)l\GE.V HELDER, 5 Jnli 1901. De uitbarsting van de Kloet. Aan een particulier schry ven, gedagteekend Kediri 22 Mei, ons welwillend afgestaan, ontleenen wy het voigeDde 's Nachts om drie uur werden wy uit den slaap gewekt door den eersten geëmployeerde, die de wacht had op 't bereidings-etablisse- ment, met de woorden: «de laharkomt'. We vlogen uit bed, maakten G. wakker; inmid dels vloog ik naar de logeerkamer, die bui tenshuis ligt, om onzen logó van dien nacht, lieor I., te wekken. Nauwelijks weder thnis of ons huis werd gebombardeerd door een regen van stcenen, dat een helsch lawaai maakte op het zinken dak en gepaard ging met een oorverdoovend ontzettend zwaar on- weder, terwijl een angstwekkond gerommol en gedrenn als een steeds naderende banjir zich liet hooreo. De achtergalerij bleek de beste toevlucht om beschut to zyn tegen den steenen regen. De halve bevolking was ook daar gevlucht en wij stonden gekleed om zoo noodig te vluchten. Buiten was het pikdonker, do lucht vol elcctriciteitangstwekkend woest scholen bliksomflitsen door 't luchtruim, terwijl do gloed van de kokende lava zich tegen don iel weerspiegelde. Na den steenenregon kwam er krikil-, daarna een modder- en toen een aschregen, die voortdurend aanhield. De lucht zat zoo vol asch, dat de zon eerst te half zeven 's morgens doorkwam. Zoo brachten wy in angstige spanning dien nacht door, niet wetende of wy 't volgende oogenblik niet door den kokenden lavastroom zouden verzwolgen worden. En boewei ik me erg klein vond tegenover dergelijke na tuurkrachten, moeBt ik me toch kalm houden, om geen paniechen schrik te veroorzaken, ten einde meer oogelukken te voorkomen. Midden in den nacht kwamen in een met steenen en asch overdekten wagen 3 dames en een heer aanrijden, half gekleed, licht vragen, daar zy onderweg waren omgevallen. Reeds was de weg bezaaid met duizenden vluchtelingen, allen Javanen, die op alle boven- perceelen voor don pluk in dienst waren. Ook waren er vele schurken, die de schrik er in brachten om dan van de gelegenheid te profiteeren en te stelen, wat er te stelen was. Eenige honderden vluchtten bij my op 't land over een kali, de brug bezweek en velen stortten naar beneden. De moesten kwamen echter met eene kneuzing vrij. Toen eindelijk de lang verwachte dag aan brak, vond ik hot raadzaam met vrouw od kind naar Kediri te gaan, ten einde op ver haal te komen. In een zwaren aschregen, afschuwelijk voor de oogon, reden wy naar Pani. Den geheelen weg vonden we zwart van vluchteÜDgeD, dragende hetgeen ze nog konden redden. Te Pani gekomen, konden we niet naar Kediri, want de chef van de tram, de con- trolcnr en s/i van de inwoners waren 's nachts to 3 uur naar Papar gevlucht, bevreesd voor 't water. De tramdienst was dus i i de war. Ik telephoneerde naar Kediri hoe het daar was. Antwoord: «alles vlucht; de vrouw van den' resident zit boven op de Goening Kottok.' Weer teruggaande naar 't station, zie ik een drom meDSchen vluchten. Op mijn vraag wat dit beduidt, krjjg ik tot antwoord: «het water staat reeds op de passar". Reeds vernomen hebbende, dat 't krater- meer zich ontlast had naar 't Blifarsche en bekend met de situatie, begreep ik, dat dit weer een schurkenstreek was, om een pani- schen schrik te verwekken, en zoodoende in de huizen der vluchtenden te kunnen stelen. Ik besloot dan ook dien dag kalm in bet hotel te Pani te blijven, doch ging even Daar 't land terug om goed te balen en orde op de zaken te stellen. 's Avonds barstte te Pani een zware regenbui los. Het regende letterlijk modder in het hotel, dat zoo lek was als een mandje, daar men do neergevallen asch niet van de pannen verwyderd had. Ik besloot toen den volgenden morgen vronw en kind naar Kediri te zenden, daar na ingewonnen berichten het gevaar daar niet dreigde, en ging naar het land terng om wat schoon schip te maken. De aanplant ziet er uit, alsof het zwaar gesneeuwd heeft, doch met grauwe sneeuw de BChaduwboomen, alsof zy doorgeschoten zijn door den stoenenrogen. Gelukkig was de vaste bevolking, dank zy ons kalm optre- deo, gebleven, en kon er dien dag met plakken wederom begonnen worden, natuurlyk tegen verhoogde loonen, daar het werk zeer schadelijk is voor de oogen en de brnine Javanen als gepoederd nit de tuinen ver schijnen. Het was een ramp, die in hare gevolgen nog meer onheilen na zich zal sleepen. De aanplant van den kleinen man is geheel ver woest, alle levensmiddelen zullen stijgen, en als er niet spoedig regen komt, voorzie ik voor onze aanplantingen veel ellende, voor de menschen veel oogziekten door de alles doordringende fijne asch en voor alle planten- etende dieren een wissen dood, want alles is bedekt met eenige Eog. duimen dikke lava. Regen en wel spoedige regen is 't geen wy thans noodig hebben. Aan dozen kant van den berg zyn geen mensclicnievens te betreuren, maar aan den Blitarkaut, waar de kokende lava haar uit weg vond, hebben velen het met den ver- schrikkeljjksten dood, op hun vlucht door de kokende brei achterhaald, moeten bekoopen. Gelukkig is thans het gevaar geweken, maar nooit zullen wij dien nacht vergoten, waarin we niet wisten, welk lot ons ieder volgend oogenblik zou wachten. (HbL) Vlieland, 1 Juli. Tot burgemeester dezer gemeente is benoemd de heer J. Molenaar alhier, oud-gezagvoerder bij de civiele marine en ridder van de Orde van Oranje-Nassau. Men meldt uit 's-Gravenhage De Hogerhuiszaak, welke reeds dikwerf een onderwerp van bespreking uitmaakte voor vergaderingen, meetings enz., was ook Dinsdagavond weder het onderwerp van een Openbaar Gesprek in het Tous- saintbuis, dat werd ingeleid door den heer P. A. Pijnappel, jurdoet., van Amster dam, en mevrouw M. Mensing, van Kampen. Keimpe Hogerhuis was in de vergade ring aanwezig. Aan het slot der bijeenkomst betuigde hij zyn onschuld en die van zijn broeders aan de gepleegde inbraak en hy wekte alle Nederlanders op om mede te werken zyne broeders uit de gevangenis te verlossen. In zake den moord op den huzaar Seyffers, te Amersfoort, waarvoor de ver dachte G. V, nog in verzekerde bewaring is, heeft de rechtercommissaris te Utrecht onderscheidene personen als getuigen ge hoord. Naar gemeld wordt, heeft deze in structie voldoende gronden opgeleverd tot verwijzing van de zaak naar de openbare terechtzitting der rechtbank te Utrecht. Behalve de 14 reeds gehoorde personen zullen in den loop dezer week echter nog meer getuigen voor den rechtercommissa ris moeten verschynen. (U. D.). Men meldt uit den Haag. De zakkenrollers zijn in de laatste dagen in de treinen bezig hun slag te slaan. Bij de politie kwam een heer, tijdelijk verblyf houdende in een villa aan den Bad huisweg te Scheveningen, aangegeven, dat hem in den trein van Parijs naar Den Haag een portefeuille met frs. 1200 was ont rold. De heer N., wonende te Scheveningen, deed by de politie alhier aangifte dat hem in den trein van Rotterdam naar 's-Gra venhage 2 bankbiljetten elk van f 100, zyn ontfutseld. Met het doel zich van het leven te berooven, sprong Maandagmiddag de 25- jarige dochter van een bewoner van het Geertekerkhof te Utrecht, W. genaamd, nabij de Zilversteeg, aldaar in den Singel. Tot die wanhopige daad had aanleiding gegeven een twist, die het meisje met haar vader had gehad. Deze was zelf by het tragische voorval aanwezig in plaats ech ter van hulp te bieden, was hy integen deel hard weggeloopen met den uitroep zVerdrink maar 1" Jongens die daar ter plaatse stonden te visBchen, schreeuwden luidkeels om hulp. In een ommezien was een massa volk op de beenniemand waagde het echter zich ter redding van de hevig spartelende te water te begeven. Een heer (professor N.), eindelyk, ging daartoe over. Geheel gekleed sprong by in de Singel, en het gelukte hem de drenkelinge te grypen en aan wal te bren gen. Spoedig waren de levensgeesten we der opgewekt. (Utr. Dbl.) Diefstal. Twee personen kwamen eenige dagen ge leden in een klein hotel te Parys aan met een zoo groot aantal koffers en kisten twee volbeladen wagens dat de hotel houder argwaan kreeg en de politie waar schuwde. Deze stelde een onderzoek in en vond een hoeveelheid goederen van allerlei aard, lakens, manB- en vrouwenkleederen, lappen zyde en katoen, horloges, instru menten, revolvers, pendules enz. De perso nen gaven op, die in bewaring te hebben van „onbekende". Zy worden in verzeker de bewaring genomen en men spoort nu naar de herkomst dier goederen. Weervoorspelling. De Zwitsersche hoogleeraar Jules Crapé voorspelt voor het eind der eerste week van Juli stormweder uit het westen over West Europa, vooral op deu Ce, met veel regen Op 7 en 8 Juli volgt mooi warm weder, maar dan komen weder depressies die van 1013 Juli regenen wind brengen. Dan klaart de lucht op; van 14 tot 17 Juli heerlijk zomerweder, gevolgd van 1721 door groote hitte in het westen. In de vierde week lage barometerstand met gure regendagen, bepaaldelijk op 24 en 25. Een zeer lagen stand bereikt de barometer op 28 en 29 Jnli. De beide laatste dagen der maand zyn weder mooi, met hoogen druk over Weat-Eiropa. De hitte, die in de laatste dagen te New-York reeds bijna ondragelijk is geweest, werd Maandag bepaald onhoudbaar. De thermometer steeg tot boven 100 graden Fahrenheit in de schaduw. Een honderd tal menschen werden door de warmte be vangen, waaronder 35 zóó ernstig, dat zy aan de gevolgen bezweken. In verschillende kerken te New-York zyn gebeden opgezonden om koeler weêr. ADVERTENTIEN. Kermisrijmen. Kermis komt maar eens in 't jaar. Zeker vrienden, dat is waar. Voor wie meer neemt dan zijn deel, Is ze ook eenmaal reeds te veel. 'k Weet voor u, kloeke knapen, Een beste kermismeid. Zy zal u niet mishagen. Haar naam is: matigheid. Er is een wilde kermisgast. Hij baarde al heel wat leed en last. Daarom terdege opgepast Houdt hem toch in de fiesschen vast. Weest op uw hoede," roept het stormsein Den zeeman toe langs Neerland'a kust. Weest op uw hoede ook met kermis, Geniet eerst dan naar hartelust. Het draaien met de caroussel, Staat 'tlustig volkje vry. Maar verder in het leven schuw Men liefst steeds draaiery. Het kermishouden, kameraad, In deugd en eer, kan vast geen kwaad; Maar gaat ge er niet heen, beste man Dan wordt ge er ook niet minder van. W. M. Tx. De Oorlog in Zuid-Afrika. Terwijl eenige Engelsche officieren by Klerksdorp bezig waren met polo-spel, vuurden de Boeren op grooten afstand en het regende kogels tusschen hun paarden. De officieren trokken af en de Engelsche kanonnen opende het vuur om de Boeren te verdrjjven. Het telegram, dat dit pikante nieuwtje mededeelt, is gedagteekend van 18 Juni. De verbinding met Klerksdorp schynt dus niet al te best te zijn Lord Roberts en de Z. A S. M. LONDEN, 3 Juli. Lord Roberts is he den gehoord door de Commissie voor de Schadevergoedingen. Het hoofdmoment in zyn verhoor was zyn verklaring, dat hij al de beambten van de Nederlandsche Zuidafri- kaansche Spoorwegmaatschappij als oorlog voerenden had beschouwd, omdat de maat schappij zelve oorlogvoerende was. Lord Roberts was van meening, dat hy bygevolg al die beambten als krijgsgevangenen had kannen behandelen en dat hy zeer lank moedig handelde door hen alleen het land uit te zetten. FEUILLETON, DE BOOZE GEEST. Vry bewerkt door AMO. VII De lezers zullen zeker nieuwsgierig zyn, om eindelyk iets naders omtrent den Boozen Geest te vernemen. De loop van myn verhaal is echter nog niet ver genoeg gevorderd om den geheimzinnigen sluier reeds op to lichten. De Booze Geest maakte sedert ongeveer vijftien jaren de bosschen onveilig dat wil zeggen, alleen voor de Roodhuiden, want b\j was daarentegen de verklaarde bescherm geest der blanken. Velen der laatsten had by nit doodsgevaar gered en menige schurken streek der Indianen door zyn tusscbenkomst verydeld en zulks hulde hem natnurlijk in «en bovennatuurlyken stralenkrans. De Rood huiden boschouwden hem als een godheid dor blanken, die op aarde rondwandelde, om hare bleeke kinderen tegen de listen der In dianen te beschermen. Zelden had in de laat ste jaren een Roodhnid ongestraft een blanke leed gedaan, vroeg of laat trof hem de straf fende hand van den Boozen Geest. Men vond •den misdadiger meestal kort na de gepleeg de euveldaad, vermoord in de wildernis lig gen met twee gekruiste vederen op of naast het lyk, als kenteeken wiens machtige hand •de daad gepleegd bad. Dit droeg er weinig -toe bij, om den aangeboren moordlust der Roodhuiden in toom te houden want zoowel Apaches als Chostaws vreesden den Boozen Geest daar ze hem als onoverwinlijk en on kwetsbaar beschouwden. De Trappers en ja gers van het Westen daarentegen vereerden hem als een bondgenoot zonder er zich het hoofd over te breken wie en wat het geheim zinnige wezen was en er bestond by hen eene onderlinge overeenkomst om zulks niet na te vorschen; als ze hem toevallig ontmoetten gin gen ze hem eenvoudig nit den weg. Men verhaalde zelfs dat de Booze Geest op zekeren avond by een bivakvnnr der ja gers verschenen was en met gebaren een stuk vleesch verzocht bad dat hem bereid willig gegeven werd, waarna hij ijlings ver dween zonder dat het oen der Trappers in viel hom tegen te honden of te ondervra gen. Charles Lamon had steeds met een onge- loovigen glimlach de schouders opgehaald als men hem het sprookje van den man met het doodshoofd verhaalde en hy geloofde dat dit wezen slechts in de verbeelding van India nen bestond die een slecht geweten hadden. Nu echter was hy tengevolge van eigen on dervinding tot andere gedachten gekomen daar hy zijn levensbehoud aan hot geheimzinnige wezen te danken had. Overigens wist de jon ge Fransohman er even veel van als de rest. Hij stond hier voor oen raadsel dat hy on danks alle scherpzinnig nadenken niet kon oplossen. Slechts enkele dappere Indiaansche opperhoofden, de Zittende Slier in de eerste plaat9, koesterden geen vrees voor den Boo zen Geest, ja, 't Choctaw-opperhoofd smacht te naar het oogenblik, waarop hy dien gee- sel zyns volks de scherpte van zyn tomahawk kon doen voelen. Hy maakte daarvan geen geheim tegenover Charles Larnon die by de ze gelegenheid te weten kwam wat de oor zaak van den haat van het opperhoofd was; de man met het doodshoofd had namelyk ook diens vader om het leven gebracht. Eenige dagen nadat de gebeurtenissen, die wy in de vorige hoofdstukken verhaalden, plaats hadden, bevond Charles Larnon zich woder in do kolonie waar zyne tegenwoor digheid dreigend noodzakelijk was. De kolo nisten zetten groote oogen op toen bjj hun verhaalde dat er een Indianen-oorlog dreigde uit te breken, waarvan de omvang vooreerst nog niet te voorzien was. Hy vreesde en met reden dat de Apaches in do eerste plaats be proeven zoude Libreville in hunne macht te krygen. üiakowa koesterde een byzondoren wrok tegen hem daar hij de oorzaak was dut de Choctaws geen deel aan oen opslaud na men. Bovendien lag Libreville vlak aan de grenzen van het gebied dor IndianeD, ver scheidene dagreizen van hot naastbijgolegen garnizoen verwyderd. Do dokter verzweeg zyne medeburgers het gevaarlijke van den toestand niet en er werd besloten alle mogelijke vcorzorgmaatregslen te nomen om zoo noodig een aanval te kun nen weerstaan. De verdedigingswerken wer den versterkt eu des nachts werden er wach ten uitgezet. Ammunitie eu voorraad van spjjs was er genoegzaam voorhanden en eene pomp in hot midden der kolonie zou in het uoodi- ge drinkwater voorzien. De laatste veldvruch ten werden binnen gehaald en in de schuren geborgen. Men zag dus betrekkelijk kalm de dingen, die komen zouden, tegemoet. Do dagen verliepeo en geen Indiaan liet zich zien, ook niet als vriend zooals dat se dert jaren geschiedde. De kolonisten vorflauw- den echter niet in hnnne waakzaamheid daar ze zeer goed wisten dat de Roodhuiden nim mer te vertrouwen waren. Charles Larnon deed ook zijn best om de gewapende macht van Libreville te vermeerderen, en hy sloeg den Trappers, die in de kolonie hnn ammu nitie kochteo, voor gedurende deze onrustige dagen binnen Libreville te bljjvon. De mees ten namen dit voorstel aan onder anderen ze kere Jacques Leroy, houthandelaar van be roep, die wist te verhalen, dat do Indianen- opstand een voldongen feit was. Hy zelfwas ter nauwernood aan de Apaches ontkomen, die reeds enkele afgelegen landhoeven overvallen en de bewoners vermoord hadden. Deze me dedeeling was een trenrige tijding voor de kolonisten. Men zal zich herinneren dat we Trapper Jean Houdance den Franschman beloofd had het gevelde hert naar de kolonie te brengen. Hy had die belofte vervuld en Charles Lar non vond het wildbraad by zijne terugkomst in zyn blokhuis. Om hem daarvoor te bedan ken en ook nit belanstelling in den belang- wekkenden man wilde Charles hem voorstel len zoolang de Indianen-opstand duurde zyne eenzame woniDg te verlaten en in de kolonie verblyf te hondeD. Charles Larnon begaf zich daarom op zekeren namiddag naar het blok huis van den trapper. Na een wundeling van omstreeks twintig minuten door het woud, kwam hy by een ronde open plek, waar in het midden het eonvoudige doch zeer stevig gebouwde blokhuis lag. De smalle vensters waren onder het d»k aangebracht overal iu de muren gaten geboord. De dokter klopte aan de deur, doch kreeg geen antwoord. Hjj wilde de klink van de deur opliohten, dooh die was gesloten. Houdance was dus niet thuis en reeds wilde de bezoeker zioh verwijderen om zyn bezoek later te verhalen, toen hy hoorde dat de grendels van binnen wegge schoven werden. De deur werd geopend en op den drempel stond een jongmeisje. Ze scheen omstreeks achtten of negentien jaren te tel len was slank van gestalte en ongemeen be koorlijk. Een eenvoudige donker kleedje om sloot haar gestaltehaar goudblond haar, met een blauw lint saamgebonden hing in losse vlechten over haar schouders. By den aanblik van den jongen man kleurde oen maagdelijke blos haar wangen. Charles Larnon stond spra keloos van verbazing voor haar. Zulk een schat was dus in het blokhuis van den zon derling verborgenDe jonge dokter was geens zins onverschillig voor vrouwelijke schoon heid en in Frankrijk had hy hy de dames een eerste rol gespeeld. In de Nieuwe Wereld echter was de stryd om het bestaan niet dien stig geweeBt om hem met dames in aanraking te brengen en ook later toen zijne omstandig heden verbeterd waren, ontbrak hem daartoe te Libbreville de gelegenheid. De meisjes in de kolonie hadden weinig opvoeding genoten en geen enkele had eeoigen indruk op hem gemaakt. De jonge dame echter, die nu voor hem stond, scheen hem toe nit een andere slof gegoten te zyn ze maakte een zeer gunstigea indruk op hem. Het pjjoljjke stilzwijgen werd het eerst door het meisje verbroken, terwijl ze min of meer verlegen vroeg: «Wat verlangt n, mynheer Larnon?» ,De Franschman ontblootte het hoofd maakte eene onberispelijke buiging en untwaordde: «Wel, kent ge my mejuffrouw mejuf frouw «Ninette Houdance,* vulde zy met een al- lerliefaten glimlach aan. «Dus de dochter van mijnheer Houdan ce?' «Zoo is het, ik ken n reeds sedert u in de de kolonie woont, maar ge zyt meestal zoo diep in gedachten verzonken dat ge niet op gewone stervelingen acht geeft.' (Wordt vervolgd.) De ondergeteekenden berichten au de Ingezetenen van den Helder en omstreken, dat zy met de KERMIS raiiu zyn voorzien (evenals vorige jaren) van Spaarndammer Hopende bet vertrouwen, dat zy overal zoo ruim genieten, zich weder waardig te maken door nette bediening en billijke prijzen. UEd. dw. dnr., H. BALM ZONEN. Standplaat* KANAALWEG, tegenover Grand Café Central". Bo fletierancier de uitvinder van de echte Noogat, Gouden Medaille Tentoonstelling Parijs 1889, bericht het geëerde publiek van Nieawediep, Helder en Omstreken, dat hij weer is ge arriveerd en ruim voorzien is van fijne Vanilla-Nougat, andere soorten Minzaam aanbevelend. Standplaats Kanaalweg, tegenover de Melksalon. AdresNieuwmarkt no. 16, fabriek Botersloot no. 18, Rotterdam. i) ii B Onds-Hotol. Beveelt zich aan. Koele Zaal. Lommerrijke Tuin. Ruime Kamers- Pruprlëtire. De ondergeteekende maakt bet geacht publiek bekend, dat zy even als vorigs jaren weder gearriveerd en ruim is voor zien van beBte Spaarndammer gerookte Standplaats tegenover Café P. GROOT,' (vroeger Café GERRITSEN) Wed. J. K PRUIS. Hoofdgracht No. 12. Gedurende de Kermis is bovengenoemd Café zeer net ingericht en zyn all* ververschingen van lste kwaliteit verkrijg» baar. Belovende een nette en prompte be diening, beveelt hg zich minzaam by het geachte publiek aan. J. DE GR.V4E. Ten kantore van 0S$M. A. GRUNWALD k ZOON, Kanaalweg 67—68, naast de Israëlitische Kerk, waar in verschillende vorige loteryen kapi tale pryzen zyn gevallen, is in de 366ste Staatsloterij alweer op No. 11371 gevalle» de kapitale prijs van f1000 met de premie van f30.000, waar, zoolang de voorraad strekt, voor de 3G7ste Staatsloterij hsete en gedeelten van loten zyn te bekomen. Trekking lste klasse 22 JULI. Depot in Koffie en Thee van da Firma S. 6. VAN BALEN, ta Franeker StoomkofflabrandarlJ. Koffie la kwaliteit 40 ct per poad. Thee la kwaliteit 18 ct. per one. PALMSTRAAT Mo. 10, Wkd. R. SCHENKEL-VISSER is het beste adres voor alle soorten Groenten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1