KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor HelderTexel en Wieringen. Waarschuwing. Woensdag 21 Augustus 1901. 29ste Jaargang, Bureau Zuidstraat 72. Bureau: Spoorstraat. Telefoonn0. 50. Abonnement p, 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct.,m. Zondagsbl. 87 V, Gfc- id. franco per post 75 id. f 1.20. id. roor het Buitenland f 1.25» id. f 2.00. Afzonderlijke nommera 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder. Bareauxi Spoorstraat en Zuidstraat. Advertentlön van 1 tot 5 regela25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Artvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VIU.IDAGSMORGENS vóór 10 unr aan de Bureaux bezorgd zijn. Projectielen, scherven, banden, iooden kogels, enz., welke gevonden worden op de zandplaat ONRUST, op de Texel- sohe kust of uit zee worden opgevischt, zijn 's Rijks eigendom^mj, die zich deze voorwerpen toeeigent, is derhalve strafbaar volgens de wet. R' Hét oprapen en vervoeren tan geladen niet gesprongen irojectielen is levensgevaar- lijk9 ook voor de omgeving van hem, die zulks verricht. De KolonelCommandeerende Officier van het ie Regiment Vesting-Artillerie, J. J. DE GREVE. tilt het Buitenland. 't Is niet te verwonderen, dat men buiten Engeland algemeen sympathie koestert voor de Boeren van Znid-Afrika, die zich, ook zelfs op het oorlogsveld, door menBchlievend hulpbetoon jegens gewonde vijanden onder scheiden, en in de verste verte niet verdienen, dat zo beschuldigd worden van daden van ruw geweld jegens weerlooze menschen. Ge durig staan z(j echter aan zulke schandelijke beschuldigingen van de zijde der Engelschen bloot. Eenigen tijd geleden werd door Engel schen beweerd, dat de Boeren zich bij Vlak- foatein aan grenzelooze wreedheid hadden schuldig gemaakt door op weerlooze gewonde vijanden te schieten, en dat de Bóeren-gene raal de la Rey deze gruweldaad, al is zjj soms by vergissing in de verwarring van eene vijandelijke ontmoeting geschied, zóu hebben goedgekeurd. In een dagblad, 't wolk in de Kaapkolonie wordt uitgegeven, is dezer dagen echter aangetoond, dat de genoemde generaal zich stellig niet aan dit misdryf heeft schul dig gemaakt, en een der Eugelsche nieuws bladen heeft bedoeld artikel uit het Kaapsche blad, geschreven door deu chef eener ambu lance-dienst, in zyne kolommen welwillend overgenomen. De schrijver vermeldt daarin, hoe generaal de la Rey zyne gevangenen be handelt, hoe hjj, toen hij drie Engelsche offi cieren en 50 60 manschappen loBliet, zyne ambnlance-wagen8 ter beschikking stelde, om den gevangenen zooveel mogelijk loopen te besparen, daar zjj geen middelen van vervoer hadden, en zelfs aan de officieren de paarden ternggaf, die by hem in het gevecht had ont- uomen. Hy verhaalt hoe de la Rey zelf steeds naging of wel alle mogeljjke zorg werd be sleed aan de Engelsohe gewonden, die in sjjne handen waren gevallen. Hy vroeg hun persoonlijk of zy tevreden warenhy sprak vriendelijk opbeurend tot hen, en deelde hnn vanOtyn tabak meê. De soldaat die bij had bezocht, was verbaasd, toen hy hoorde, dat zyn bezoeker generaal de la Rey was. Hij meende, dat de predikant aan zyn kribbe was gekomen. Na een veldslag gaf de la Rey den dokter last, de gesneuvelden te doen be graven, omdat hy de eenige was, die iets wist van den Engelschen lijkdienst. De dokter antwoordde echterdat hy daarvan niet best op de hoogte was, waarop de la Rey hem teleurgesteld aanziende, opmerkte ,Dan moet go u Bcbamen Ik vertrouw echter, dat ge er wel zooveel van zult weten, óm een paar woorden te zéggen, die hun nabestaanden goed zonden doen als zy zo hoorden, on die bun voldoening zullen zyn als zjj ze later vernemen. Ook kunt gy den Hemelschen Va der wel bidden, om dezen holden hunne zón den té vergeven.» 1 Op zekeren dag werd in de la Rey's tent gesproken over de eer en de onderscheiding, die Lord Roberts zich in den oorlog verwor ven had. De generaal liet de menechen wat praten, en zeide toen >Gy allen benijdt Lord Roberts over wat hy gewonnen heeft. Maar denkt gy wel aan hetgeen hy heeft verloren Niemand nwer heeft een zoon in dezen oor log moeten missen, maar hy en ik wel. Ik kan met hem voelen. En ik verzeker u, dat hy gaarne alle eerbewijzen, eiken stuiver van zyn fortuin zou willen geven, dat by zon willen terngkeeren tot de positie van een luite nant, ja, van een gewoon Boldaat, als hij daar door zijn zoon kon terugkrijgen. Zeker, hy is veldmaarschalk, maar hy is óók vader. Ik heb dezelfden bitteren beker moeten drinken als hy, maar 't was voor hem bitterder, want hy verloor zyn óónigen zoon, en ik heb nog zoons over.. Gy ziet naar de teekeningen, die zijn intocht te aanschouwen geven, en gy denkt, dat het. prettig moet geweest zyn in zyne plaats te zyn, maar ik zeg u, dat al dien tjjd zijn hart bloedde, en dat hij steeds een graf in dit land voor oogen had, en tot zich zelf zeide: »Myn zoon, myn zoon, had God mjj maar vóór u laten sterven!» Aan. het slot van dit artikel vindt men de vraagDenkt g|j, lezer, dat zulk een man het doodschieten van gewónde vijanden zou kunnen goedkeuren De Engel sche courant, die het merkwaardige stuk overnam, teekent daarbij aan: .En dat :is nu het soort menschen, dat de Regeering uit Zuid-Afrika wil verbannen, om ruimte te maken voor geen vaderland kennende goud delvers 1» Nader is uit offlciëole berichten uit: Zuid-Afrika gebleken, dat het verhaal van het schieten op gewonde- Engelsche militairen geheel of grootendeelö verzonnen is geweest. De karakterschets van den Bóeren-generaal do la Rey behoudt evenwel hare waarde voor allen, die zielenadel ook io den krijgsheld ten hoogste waardceren Als een groote bijzonderheid mag het waar lijk wel golden, als de Boeren van Zuid-Afrika door Engelschen worden geprezen, 't Gebeurt een enkele maal. Veelvnldiger zyn de laster praatjes, te hunnen nad. elejuitgestrooid,die vaak een schande zyn voor het Engelsch gevoel van rechtvaardigheid. De schrijver in een der Engelsche tijdschriften Blackwood's Maga zine erkent dat er ook by de Boeren vele laaghartigen en onwaardigen zyn, ja meer schryft by dan edelen en goeden. Maar goede hemel 1 in welke myn ligt het goud in tonnen en het erts in onsen Moed, kloekheid, standvastigheid, het sterven voor bet vader land zyn schoon. Hebben de Boeren niet dat alles onmiskenbaar getoond te midden van ver raad, domheid, ondeugd, het eenige, waar voor veler onzer oog hadden. By het ver meesteren eener landhoeve, vanwaar een com mando van voorraden was voorzien, namen de metgezellen van den schryver een vrouw gevan gen op het oogenblik, dat zii verfrommeld papier wegwierp. Hel werd opgeraapt en geopend, en bleek een brief te zyn aan een Boeren-officier van zyn vrouw. De brief luidde als volgt .Lieve man, de Engelschen zyn in zicht, en de bommen vallen reeds over ons huis. Nu weet ik, evenals gy, wat het is, onder geschutsvuur te zyn. Indien ik gevangen genomen word, bekommer u dan niet om myvecht tot het uiterste, en God be hoede ui» Dergelijke treffende blyken van de held haftigheid der Boeren-vrouwen zyn er te over voorgekomen. Do Engelschen zouden daaruit kunnen opmakeb, dat er weinig kans bestaat om door het gevangen houden der vrouwen de mannen tot overgave te nopen. Uit het Yerslag ran den toestand der gemeente Helder over het jaar 1900. II- Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen. Lager Onderwijs. Op 't einde van 1900 bestonden in deze gemeente 9 openbare scholen het aantal leer lingen bedroeg op dien datum 3138 uit deze De bijdrage van het Ryk, overeenkomstig art. 45 der wet, bedroeg in 1900 f18.400. De gemeente ontvangt bovendien van het Ryk een subsidie van f50 roor bet onderwjjs, ge geven aan de school in het Koegras, aan kin deren van ouders, die werkzaam zyn aan het Noordhollandsch kanaal. De kosten van het openbaar lager onderwys bedroegen jaar wedden onderwijzers f 60.622.055, vergoeding aan hoofden van scholen voor gemis van vrije woning f1200, hérbalings-onderwya f1159.666, instandhouding van schoollokalen en onderwy zers-woningen f2421,86, aanschaften en onder honden sohoolmeubelen f976,736, schoolboeken, leermiddelen, enz. f 4515,IS5, verlichting, ver warming, schoonhouden schoollokalen f3239.276 schooltoezicht f 30.50, belooningen en eere- bljjken f538,205, kosten voor bet inwinnen van inlichtingen van onderwyzers f 14.88, totaal f74.718,36. De bijzondere Bcholen zyn 1. school met den Bjjbel, mét 1 hoofd en 5 onderwyzers 2. Roomsch Katholieke school voor meisjes, met 1 hoofd en 5 ondorwyzeressen. Deze scholen genoten eene Rjjks subsidie respectie velijk van f 1483,33 en f 1200. Het aantal bewaar- en kleinkinderaoholen bedroeg 7. Het aantal leerlingen was als volgt School in de Middenstraat 66, op de Laan 199, in dé Hoogstraat 189, in de Palmstraat 85, op de Vischmarkt 343, in de Vijzelstraat 95, in de Jonkerstraat 270. In den loop des jaars is de bewaarschool van Patrimonium" inde Wilhelminastraat opgeheven. Er zyn twee herhalingsscholen, een in de school no. 7a en een in de school no. 2 te Huisduinen. Directeuren de heeren G. E. Kloosterbuis en F. Sant. Dit onderwys wordt gegeven van 1 Augaatus tot 1 Mei. Aan de herhalingsschool in de Vlamingstraat waren op het einde van 1900 werkzaam, 7 onderwyzers en 2 onderwijzeressen (1 vacature). In de eerstgenoemde inrichting werd onderwys ge geven aan 84 jongens on 57 meisjes aan die te Huisduinen aan 18 jongens en 15 meisjes. Zondagsscholen. Vanwege de Ned. Hervormde gemeente wordt in 3 openbare scholen (nos. 3, 6 en 7a) gods dienstonderwijs gegeven aan p.m. 950 leer lingen; Er zyn aan dezo scholen 20 onderwij zeressen en onderwyzers verbonden. De Nederlandscho Zondagsschool-vereeniging heeft alhier eene afdeeling, die Zondagsscholen doet houden in de lokalen in de Palmstraat, in de Middenstraat, te Huisduinen (in de openbare school) en aan de Binnenhaven. In deze scholen wordt aan ongeveer 600 kinderen onderwys gegeven door 31 onderwijzeressen en onderwy zers. la de Zondagsschool der Hersteld Evang. Luthersche gemeente wordt, onder de leiding van den predikant J. Bakker, door 2 ondorwyzeressen onderwys gegeven aan 70 kind-ren beneden de 12 jaar. Normaallessen. Aan deze lessen, die voorzien in de opleiding voor de ondorwyzers-acte, is verbonden eene voorbereidingsklasse. De lessen worden gege ven in het schoolgebouw, Kolensteeg no. 5, behalve die in gymnastiek en teekeneD. Direc teur is de heer J. P. van Varik, onderwijzer aan de voorbereidende klasse de heer G. Tjalsma. Op het einde van den cnrsns 31 Maart 1901 namen aan de lessen deel in de voorbereidingsklasse 6 jongens en 8 meisjes, in de eerste klasse 5 jongens en 10 meisjes, in de tweede klasse 2 jongens en 3 meisjeB, in de derde klasse 2 jongens en 7 meisjes, in de vierde klasse 2 jongens en 4 meisjes; totaal 17 jongens en 32 meisjes. By den aanvang van den nieuwen cursus 1 April 1901 was bet totaal der leerlingen 18 jongens en 40 meisjes. Cursus voor de hoofd-acte. Subsidie uit de gemeentekas over 1900 f200. 1 Januari be gon de cursus met 10 deelnemers, waaronder 3 onderwijzeressen, en 2 toehoorders by de lessen in de natuurkunde 1 ouderwijzer en 1 onderwijzeres. In den loop des jaara werden nog 3 onderwyzers toegelaten. De 8 onder wijzeressen-deelneemsters bedankten tegen het einde des jaars, wegens te drukke bezigheden. Een onderwyzer-deelnemer bedankte, omdat de cursus hem niet voldeed. Aangaande de resultaten van den cursus kon het Bestuur dezer instelling niets mededeelen, aangezien de cnrsus tweejarig is, en om die reden nog geen der deelnemers examen heeft afgelegd. Echter geeft de ijver, zoowel van de zijde der leeraren als die der deelnemers, grond voor goede verwachtingen. Middelbaar Onderwijs. Op 81 December 1900 bestonden alhierde Rijks Hoogere Burgerschool met 5jarigen cur sus, de Industrieschool, de Plaatselijke Teekon- school en de Zeevaartschool. Belangrijke bjj- zonÜerheden omtrent deze inrichtingen van onderwys worden in het eigenlijke Gemeente verslag niot gegeven. Omtrent de Industrie school wordt vermeld, dat de subsidie der gemeente over 1900 f2100 heeft bodragen, en ten aanzien van de Teekenschool, dat de leeraar aan deze inrichting eene jaarwedde van f200 genoot. De Zeevaartschool, eene gemeentelijke instelling, wordt door het Ryk 'b jaarlijks mot f3000 gesubsidieerd. siKUWSTMnnue»'. HELDER, 20 Augustus 1901. Dat het raadzaam is, op hoeken van straten en pleinen voorzichtig te wezen, ondervond alhier dezer dagen een fiets rijder, die, met een vaart een hoek om rijdende, onder een rijtuig geraakte, doch gelukkig voor hem met de schrik, en met een gebroken rjjwiel vrjj kwam. Verzekering van visschers. Naar men verneemt, wordt jjverig ge werkt aan de samenstelling van een wets ontwerp, tot verzekering van visschers tegen ongevallen in het bedrijf. Onder leiding van den heer mr. Versteeg, chef der afdeeling Arbeid en Fabriekswezen" aan het Departement van Waterstaat, ver gaderen sinds geruimen tyd geregeld de heerenCalkoen van Edam, Hoogenraad vanScheveningen, Kikkert van Vlaardingen, Slis van Middelharnis, Van Veen Valck van Harderwijk. Een zeer nauwgezette voorbereiding heeft plaats. De heer mr. Byleveld neemt het secretariaat waar. Aan den gezagvoerder van het recherchevaartuig «Spits", C. Maas, is de bijzondere tevredenheid van den civielen en militairen gouverneur vau Atjeh en onderhoorigheden betuigd, voor diens juist, snel en beslist optreden, met betrekking tot het op eigen initiatief requireeren van hulp van de bezetting van Meulaboh, toen hy in de maand April jl ter reede Soesoeh komende, aldaar het bericht ontving, dat het bivak te Blang-Pidië door een over- machtigen vjjand was ingesloten. Een splinter voor f 5. Een dokter te Amsterdam had een quaes- tie met zyne dienstbode, welke Donderdag voor het Kantongerecht is beëindigd. De maagd beweerde naar wij in het »N. v. d. D. lezen by het verlaten van den dienst nog 'f 5 te goed te hebben. De dok ter weersprak dat, op grond dat hem voor aun het meisje bewezen chirurgische dien- aten een even groot bedrag toekwam. Die chirurgische diensten bleken bestaaan te hebben in.het uittrekken van een splin ter uit den duim van den dienstbare. De kantonrechter overwoog primo dat f 5 voor het verwyderen van een splinter wel wat veel was, secundo, dat Kaatje den dokter geen opdracht had verstrekt om de meergenoemde «chirurgische" behandeling op haar toe te passen tertio, dat de dok ter, zulks doende, was opgetreden niet in zyn functie van heelmeester, maar als patroon, die de hand zyner onderhoorige weder in staat brengt om voor hem, pa troon, het van haar geëischte werk te doen, en wees mitsdien het meisje hare vordering toe. Uit Amsterdam meldt men Tegen twee jongens, ongeveer 16 jaar oud, is Vrydag voor de rechtbank gevan genisstraf voor den tyd van zes maanden geëischt wegens diefstal van twee paar pantoffels uit een winkel, dien zy binnen- geloopen waren om een stuk brood te bedelen. Uit de mededeelmgen der verdedigers vau deze twee jeugdige misdadigers bleek, dat beide knapen reeds op zeer jeugdigen leef tyd zonder ouder! jjke zorg alleen op de wereld stonden. De een is de vrucht van een huwelyk, dat de echtgenooten slechts voor korten tyd te zamen hield. Eerst trok de vader er van door, en op een kwaden dag kwam de knaap, toen nauw 14 jaar oud, tot de wetenschap, dat oqk zyn moeder hem verlaten had. De tweede beklaagde verloor zijne ouders door den dood toen hy nog een kind was. Beiden hebben ouderlijke zorg en liefde, aansporing ten goede, voorbeeld en ver maan gemist en geraakten, haveloos zwer vend in de groote stad, geleidelijk op den weg der criminaliteit. De beide advocaten drongen op een zeer lichten straf aan, wyzend op den noodlottigen invloed, wel ken een lang verblijf in de cel^op jeugdige personen kan hebben. Zy meenden, dat de in preventieve hechtenis doorgebrachte tyd, vier weken, straf genoeg was te achten voor deze beide jongens. De knapen echter schenen niet door de afzondering in de cel sterk te zyn aangegrepen. Zy volgden hun proces zonder merkbare gemoedsaan doening en keerden naar de gevangenis terug zooals zy gekomen waren, vrjj wel onverschillig voor hetgeen er met hen gebeurdezjj schenen wel twee voor goed verlorenen PETJILLEITOlNr. DE BOOZE GEEST. Vrjj bewerkt door AMO. SLOT. 21) Id het Westen lachte de fortuin my nogmaals toe. Wat ik ondernam, gelukte. Eerst begon ik eene landhoeve met de omliggende gronden Ie behouwen, die ik later met winst verkocht. Vervolgens begon ik in eene kleine stad een handelstaak in huiden en dieren, die ik zelf schoot, en maakte vooral met die van grauwe beren goede zaken. Spoedig ging ik in wjjden omtrek voor den besten berenjager door. Mijne jagerstochten vereischten natuurlijk, dat ik dikwjjls weken lang afwezig was en myn vrouw zag my steeds met zekere ongerustheid vertrekken. Als een blik semstraal nit een onbewolkte lucht trof my het noodlot. Op een mjjner tochten kwam ik in aanraking met vier Choctaws, die onder aanvoering van hun opperhoofd .de Panter* het Bpoor van een beer volgden, dat ik het eerst ontdekt had. Ik liet myn recht gelden en het kwam na een heftige woorden wisseling tot daden. Ik verwondde twee Indi anen, het opperhoofd on de anderen ontvlucht ten, zjj zwoeren mjj bloedige wraak. In den eersten tyd was ik werkelijk ongerust, doch spoedig verdween my n vrees, daar ik op mjjn reusachtige lichaamskracht vertrouwde en bevendien den voorzorgsmaatregel nam, slechts door andere jagers vergezeld, afgelegen streken i zékeren avond, toen ik welgemoed thuis n, ontving mijne vrouw mjj met doods- i gelaat en deelde mjj met bevende stem Ie, dat onze zoon sedert den morgen verdwe nen. Men had dien morgen Indianen in de stad gezien Een vreeseljjk vermoeden kwam bjj mjj opMaar neen zulk een wraakneming was toch niet denkbaar zulke onmenschou bestonden er niet. Ik zocht mjjn kiud dagen achtereen mot waanzinnige haast mot een hloqdend hurt, in do wildernisEindeljjk vond ik mjjn jongen... dood, vermoord, mot een mes in hut jonge, onschuldige hurt. Dat t&eii was van het kenteeken van den Panter' voorzien. Ik bracht het lijk bjj mjjne vrouw wjj begroeven onze lieveling. Zij sprak geen woord... ook liep ik rond, alsof ik droomen- de was. Langzamerhand begon mjjne Char- lotte er slecht uit te ziende vroeger zoo gezonde en levenslustige vrouw verviel als sneeuw voor de zon. Een jaar daarna, op den sterfdag van mjjn jongen, stond ik aan haar bed,,. Bjj haar ljjk vond ik mjjne tranen, mjjn moed, mjjn vastberadenheid terug. Ik deed eon vreeseljjken eed dat ik haar en mjjn kind zou wreken. Nu stelde ik mjjn dochtertje on der de hoede van een mjjner buren en begaf mjj op weg om den ^Panter" op te zoeken. Men deelde mjj mede, dat hjj met zjjn gè- heele stam vertrokken was om zich in de oosteljjk gelegen streken te vestigen. Ik volg de hem; Ninette vergezelde mjjik bonwde eon blokhuis in de nabjjheid van Libreville. 'Ik heb mjjn eed gehouden. Mijnnachteljjke tochten waren bestemd om mjjn wraak te voldoen. Mjjn eerste slachtoffer was de (Pan ter." Sedert dien tjjd heeft men mijn gevreesd kenteeken, de gekruiste vederen, bjj vele In- dianenljjken gevonden. Het door mjj zelf met veel moeite vèrvaardigdo doodshoofd boezomde den bjjgeloovigen Indianen eon grenzeuloozon schrik in, doch mjjn wrekende hand treft slechts misdadigers, onverschillig of zjj tot den stam der Choctaws of'tot dien der Apaches behooren. Het eerste opperhoofd der Choctaws is tegen woordig de Zittende Stier, zoon van den «Pan ter". Hjj was nog een knaap, toon zjjn vader als mjjn eerste sluchtofter viel, doch sedert jaren volgt hjj mjjh spoor om den dood zjjns vaders te wreken. Ik ga hem zooveel mogeljjk uit den weg. De Zittende Stier is het tegen deel van wa» zjjn vader was en hjj heeft nog nimmer eon gruweldaad begaan. Eens koujc echter, vroeg of laat, den dag, waarop het Choctaw-opperhoofd tegen mjj zal staan en (fan ben ik wel gedwongen op leven en dood met hem, te strjjden. Slechts van ons beiden zal lovend uit dien strjjd te voorschijn treden. Als ik aan het verledene terugdenk, is er in mjjn hart geen gevoel van haat tegen hot noodlot dat mjj trof, of tegen mjjne mëde- menschen. Ik heb mjj vele vrienden verworven, doch ze kennen mjj slechts als ,de Booze Geest.» Deze letteren zijn voor mjjne dochter be stemd. Wie ze vindon moge overhandigen ze aan den heer Charles Larnon, hoofd der kolonie Libreville, die er, naar ik verwacht, zorg voor zal dragen, dat dezo letteren, het pakje banknoten, enz., in bandon mjjner dochter komen. Do heer Larnon heeft er recht op van den inhoud van dit schrjjven in kennis gesteld te worden, want ik was eens op' het punt hem met mjjn geheim bekend te maken, toen ik voornemens was met mjjn masker vóór het blokhuis te verlaten, daar door de Roodhuiden schrik aan te jagon en hulp uit de kolonie te halen. Bovendien heb ik den heer Larnon op zekeren nacht in de prairie, door een welgericht schot het léven gered. Ik heb geëindigd. Nu ik dit op het papier gezet heb, ga ik met een gevoel van gerust heid den gevaarljjken tocht naar het fort Vermont ondernemen. AU ik in dezen Indianen oorlog mocht komen te vallen, dan kan ik de eeuwigheid ingaan met het bowustzjjn, dat deze letteren alles bevatten, wat mjj het liefdevol aandenken mjjner dochter en de vriendschappeljjke herinnering der bewoners van Libreville kan verzekeren. Een Bomber voorgevoel zegt mjj, dat mjjne dagen geteld zijn. Godo zjj ons allon genadig! Jean Hondance." BESLUIT. Ons verbaal is geëindigd. Met de gebeur- teui68on, die wjj beschreven, begon de In dianen-oorlog, die met grnweljjke verbittering van beide zijden gevoerd werd. Er werden bloedigo gevechten geleverd bjj Kneeback, do Porcupioekreek. bjj Gordon, enz., en zooals Jacques Leroy indertjjd beweerde, zoo ge- 'jcbiedde het ook. Vrouw noch kidd werd door het moordend lood der Amcrikaansche troepen .gespaard. Eerst iu de lento van 1891 kwam er eindeljjk verandering, do vrede word ge sloten. De Roodhuiden haddon nagenoeg niets bereikt. Er werd hun vool beloofd, maar geen dier belofte gehoudon, en op den huidigen dag worden ze, nog even als vroeger, door geweteulooze regeeringsageuten uitgezogen en onderdrukt. De winterstormen waren lang voorbij. Bosch en prairie prjjkten in hun schoonste lontedos. Kapitein Green met zjjn detache ment was reeds geruimen tjjd goleden naar het fort Vormont teruggekeerd en de laatste sporen van den strjjd waren verdwenen. Charles Larnon met zijn jonge vrouw maak ten aanstalten om naar Frankrjjk terug te keoren. Eon onbedwingbaar verlungen naar het onde vaderland noopte hem daartoe en het vermogen door Juan Hondance nagela ten, stelde hem in de gelegenheid zjjn.studiën te voleindon. Hjj besloot daarom het roman tische, doch gevaarljjke leven in de Ameri- kaansche wildernissen tegen het kalme ver- bljjf in een Fransche stad te verwisselen,, waar men dés nachts niet opgeschrikt wordt door het krjjgsgescbreenw der Apaches, doch waar de menschen een vredig bestaan vin den. Ninette: deelde dezen wensch van haar geliefden man. Jacques Leroy volgde Charles Larnon als bestuurder der kolonie op. Aanvankelijk bad hjj er voel op tegen dien eerepost op zich te nemen, daar hjj beweerde achter de pali saden geen vrjje lucht genoeg te kunnen in ademen. Een jong meisje deed hom er einde ljjk toe besluiten deu post aan te nemen. Hjj was namelijk verliefd geworden op de seboono dochter van den vermoorden poortwachter Pierre. Antoinette, zoo was baar naam, ver klaarde dat ze bereid was hem naar hot einde der wereld te volgen doch niet buiten de palisaden van Libreville. De bont- handelaar vermocht niet de kracht haror redeneering te weerstaan; hjj hing zjjn ja-- gerspak aan den kapstok en werd een ge lukkig huisvader on geërbiedigd hoofd der kolonie Librovijle. Charles Larnon zag het Choctaw-opper hoofd, de Zittende Stier, nimmer weder. Het stuitte hem tegen de, borat denmoordenaar zjjns schoonvaders vriondscbappeljjk tegemoet te treden cn de Zittende Stier was fijnge voelig genoegzulks te begrijpen, daar hjj elke ontmoeting vermeed. Het voornemen van Charles om te vertrekken scheen het opperhoofd op een of andere wijze ter. oorc gokomea te, zjjn en op den dag voor de af- reize verscheen Berenklauw met vier Choc taws iade kolonie. Iu eenvoudige woorden brachten zo deu afscheidsgroet van hun op perhoofd over, beuevens een kostbare pels als geschenk voor Ninette. Hjj liet de squaw van het blanke opperhoofd smeeken, dat de dood haors vaders niet als een donkere wolk tusscben haar echtgenoot en de Choctaws mocht bljjven zweven. Hot Choctaw-opperhoofd liet door Beren klauw weten, dat hjj zich niet waardig achtte voor het aangezicht zjjns blanken broeders te verschjjnen, doch dat deze in zjjn hart zou voortleven, en dat hjj eens in de eeuwige j&chtgronden zijner vaderen zoolang naar hem zoeken zou, dat hjj -hem gevonden had. troften door deze woorden, liet Charles Lar non het opperhoofd iu een vloed van woor den zjjn afscheidsgroeten overbrengen en zond hem als aandenken zjjn kruithoorn. Ten hoogste verheugd keerde Berenklauw met zjjno volgelingen naar hunne wigwams terug. Voor dat do Fransohman met zjjne vrouw afscheid nam, maakte hjj het geheim van den pelsjager den kolonisten bekend. Men kan zich voorstellen met welke verbazing zjj ver namen, dat Jean Hondance on do Booze Geest een on dezelfde persoon waren ge weest. Ook onder do Indianen was zulks bekend geworden en do naam van de Zit tende Stier, do naam van den man, die dezen geesob zjjns volks verslagen had, word bjj vriend en vjjand in groote eero gehoudon, natuurljjk echter alleen onder do Roodhuiden. Charles bewoont tegenwoordig mot zjjne vrouw oene groote stad in Noord-Frankrjjk en verheugt zich in eon drukke practjjk als geneesheer. AIb het jonge paar op stille zomeravonden op het balcon hunner woning hand in hand naast elkaar zit, staren ze zwjjgend naar bniton. Ze weten wedorkee- rig dot hunne gedachten in die oogenblikken ver over den Ooeaan vorwjjlon in de heer- ljjke wouden en prairiën der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, op een stille plek in het oenzame woud, waar een ver moeide wandelaar op den *eg dos levens, rust in den1 dóód gevonden bad'bjj een edel, fier en machtig volk, dat oons onbeperkte heerschappij voerde in die schoone wilder nissen en nu door de dragers der hoogont wikkelde beschaving teruggedrongen en ver nietigd wordt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1