KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor HelderTexel en Wieringen.
Waarschuwing.
Woensdag 21 Augustus 1901.
29ste Jaargang,
Bureau
Zuidstraat 72.
Bureau: Spoorstraat.
Telefoonn0. 50.
Abonnement
p, 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct.,m. Zondagsbl. 87 V, Gfc-
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. roor het Buitenland f 1.25» id. f 2.00.
Afzonderlijke nommera 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BERKHOUT Co., te Helder.
Bareauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Advertentlön
van 1 tot 5 regela25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
Artvertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VIU.IDAGSMORGENS vóór 10 unr aan de Bureaux bezorgd zijn.
Projectielen, scherven,
banden, iooden kogels,
enz., welke gevonden
worden op de zandplaat
ONRUST, op de Texel-
sohe kust of uit zee
worden opgevischt, zijn
's Rijks eigendom^mj,
die zich deze voorwerpen
toeeigent, is derhalve
strafbaar volgens de wet.
R'
Hét oprapen en vervoeren
tan geladen niet gesprongen
irojectielen is levensgevaar-
lijk9 ook voor de omgeving
van hem, die zulks verricht.
De KolonelCommandeerende Officier
van het ie Regiment Vesting-Artillerie,
J. J. DE GREVE.
tilt het Buitenland.
't Is niet te verwonderen, dat men buiten
Engeland algemeen sympathie koestert voor
de Boeren van Znid-Afrika, die zich, ook
zelfs op het oorlogsveld, door menBchlievend
hulpbetoon jegens gewonde vijanden onder
scheiden, en in de verste verte niet verdienen,
dat zo beschuldigd worden van daden van
ruw geweld jegens weerlooze menschen. Ge
durig staan z(j echter aan zulke schandelijke
beschuldigingen van de zijde der Engelschen
bloot. Eenigen tijd geleden werd door Engel
schen beweerd, dat de Boeren zich bij Vlak-
foatein aan grenzelooze wreedheid hadden
schuldig gemaakt door op weerlooze gewonde
vijanden te schieten, en dat de Bóeren-gene
raal de la Rey deze gruweldaad, al is zjj
soms by vergissing in de verwarring van eene
vijandelijke ontmoeting geschied, zóu hebben
goedgekeurd. In een dagblad, 't wolk in de
Kaapkolonie wordt uitgegeven, is dezer dagen
echter aangetoond, dat de genoemde generaal
zich stellig niet aan dit misdryf heeft schul
dig gemaakt, en een der Eugelsche nieuws
bladen heeft bedoeld artikel uit het Kaapsche
blad, geschreven door deu chef eener ambu
lance-dienst, in zyne kolommen welwillend
overgenomen. De schrijver vermeldt daarin,
hoe generaal de la Rey zyne gevangenen be
handelt, hoe hjj, toen hij drie Engelsche offi
cieren en 50 60 manschappen loBliet, zyne
ambnlance-wagen8 ter beschikking stelde, om
den gevangenen zooveel mogelijk loopen te
besparen, daar zjj geen middelen van vervoer
hadden, en zelfs aan de officieren de paarden
ternggaf, die by hem in het gevecht had ont-
uomen. Hy verhaalt hoe de la Rey zelf steeds
naging of wel alle mogeljjke zorg werd be
sleed aan de Engelsohe gewonden, die in
sjjne handen waren gevallen. Hy vroeg hun
persoonlijk of zy tevreden warenhy sprak
vriendelijk opbeurend tot hen, en deelde hnn
vanOtyn tabak meê. De soldaat die bij had
bezocht, was verbaasd, toen hy hoorde, dat
zyn bezoeker generaal de la Rey was. Hij
meende, dat de predikant aan zyn kribbe was
gekomen. Na een veldslag gaf de la Rey
den dokter last, de gesneuvelden te doen be
graven, omdat hy de eenige was, die iets
wist van den Engelschen lijkdienst. De dokter
antwoordde echterdat hy daarvan niet best
op de hoogte was, waarop de la Rey hem
teleurgesteld aanziende, opmerkte ,Dan moet
go u Bcbamen Ik vertrouw echter, dat ge
er wel zooveel van zult weten, óm een paar
woorden te zéggen, die hun nabestaanden
goed zonden doen als zy zo hoorden, on die
bun voldoening zullen zyn als zjj ze later
vernemen. Ook kunt gy den Hemelschen Va
der wel bidden, om dezen holden hunne zón
den té vergeven.» 1
Op zekeren dag werd in de la Rey's tent
gesproken over de eer en de onderscheiding,
die Lord Roberts zich in den oorlog verwor
ven had. De generaal liet de menechen wat
praten, en zeide toen >Gy allen benijdt Lord
Roberts over wat hy gewonnen heeft. Maar
denkt gy wel aan hetgeen hy heeft verloren
Niemand nwer heeft een zoon in dezen oor
log moeten missen, maar hy en ik wel. Ik
kan met hem voelen. En ik verzeker u, dat
hy gaarne alle eerbewijzen, eiken stuiver van
zyn fortuin zou willen geven, dat by zon
willen terngkeeren tot de positie van een luite
nant, ja, van een gewoon Boldaat, als hij daar
door zijn zoon kon terugkrijgen. Zeker, hy
is veldmaarschalk, maar hy is óók vader. Ik
heb dezelfden bitteren beker moeten drinken
als hy, maar 't was voor hem bitterder, want
hy verloor zyn óónigen zoon, en ik heb nog
zoons over.. Gy ziet naar de teekeningen,
die zijn intocht te aanschouwen geven, en gy
denkt, dat het. prettig moet geweest zyn in
zyne plaats te zyn, maar ik zeg u, dat al
dien tjjd zijn hart bloedde, en dat hij steeds een
graf in dit land voor oogen had, en tot zich
zelf zeide: »Myn zoon, myn zoon, had God
mjj maar vóór u laten sterven!»
Aan. het slot van dit artikel vindt men
de vraagDenkt g|j, lezer, dat zulk een
man het doodschieten van gewónde vijanden
zou kunnen goedkeuren De Engel
sche courant, die het merkwaardige stuk
overnam, teekent daarbij aan: .En dat :is nu
het soort menschen, dat de Regeering uit
Zuid-Afrika wil verbannen, om ruimte te
maken voor geen vaderland kennende goud
delvers 1» Nader is uit offlciëole berichten
uit: Zuid-Afrika gebleken, dat het verhaal van
het schieten op gewonde- Engelsche militairen
geheel of grootendeelö verzonnen is geweest.
De karakterschets van den Bóeren-generaal
do la Rey behoudt evenwel hare waarde voor
allen, die zielenadel ook io den krijgsheld
ten hoogste waardceren
Als een groote bijzonderheid mag het waar
lijk wel golden, als de Boeren van Zuid-Afrika
door Engelschen worden geprezen, 't Gebeurt
een enkele maal. Veelvnldiger zyn de laster
praatjes, te hunnen nad. elejuitgestrooid,die vaak
een schande zyn voor het Engelsch gevoel
van rechtvaardigheid. De schrijver in een der
Engelsche tijdschriften Blackwood's Maga
zine erkent dat er ook by de Boeren vele
laaghartigen en onwaardigen zyn, ja meer
schryft by dan edelen en goeden. Maar
goede hemel 1 in welke myn ligt het goud in
tonnen en het erts in onsen Moed, kloekheid,
standvastigheid, het sterven voor bet vader
land zyn schoon. Hebben de Boeren niet dat
alles onmiskenbaar getoond te midden van ver
raad, domheid, ondeugd, het eenige, waar
voor veler onzer oog hadden. By het ver
meesteren eener landhoeve, vanwaar een com
mando van voorraden was voorzien, namen de
metgezellen van den schryver een vrouw gevan
gen op het oogenblik, dat zii verfrommeld papier
wegwierp. Hel werd opgeraapt en geopend, en
bleek een brief te zyn aan een Boeren-officier
van zyn vrouw. De brief luidde als volgt
.Lieve man, de Engelschen zyn in zicht,
en de bommen vallen reeds over ons huis.
Nu weet ik, evenals gy, wat het is, onder
geschutsvuur te zyn. Indien ik gevangen
genomen word, bekommer u dan niet om
myvecht tot het uiterste, en God be
hoede ui»
Dergelijke treffende blyken van de held
haftigheid der Boeren-vrouwen zyn er te over
voorgekomen. Do Engelschen zouden daaruit
kunnen opmakeb, dat er weinig kans bestaat
om door het gevangen houden der vrouwen
de mannen tot overgave te nopen.
Uit het Yerslag ran den toestand der
gemeente Helder over het jaar 1900.
II-
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen.
Lager Onderwijs.
Op 't einde van 1900 bestonden in deze
gemeente 9 openbare scholen het aantal leer
lingen bedroeg op dien datum 3138 uit deze
De bijdrage van het Ryk, overeenkomstig
art. 45 der wet, bedroeg in 1900 f18.400.
De gemeente ontvangt bovendien van het Ryk
een subsidie van f50 roor bet onderwjjs, ge
geven aan de school in het Koegras, aan kin
deren van ouders, die werkzaam zyn aan het
Noordhollandsch kanaal. De kosten van
het openbaar lager onderwys bedroegen jaar
wedden onderwijzers f 60.622.055, vergoeding
aan hoofden van scholen voor gemis van vrije
woning f1200, hérbalings-onderwya f1159.666,
instandhouding van schoollokalen en onderwy
zers-woningen f2421,86, aanschaften en onder
honden sohoolmeubelen f976,736, schoolboeken,
leermiddelen, enz. f 4515,IS5, verlichting, ver
warming, schoonhouden schoollokalen f3239.276
schooltoezicht f 30.50, belooningen en eere-
bljjken f538,205, kosten voor bet inwinnen
van inlichtingen van onderwyzers f 14.88, totaal
f74.718,36.
De bijzondere Bcholen zyn 1. school met
den Bjjbel, mét 1 hoofd en 5 onderwyzers
2. Roomsch Katholieke school voor meisjes,
met 1 hoofd en 5 ondorwyzeressen. Deze
scholen genoten eene Rjjks subsidie respectie
velijk van f 1483,33 en f 1200.
Het aantal bewaar- en kleinkinderaoholen
bedroeg 7. Het aantal leerlingen was als volgt
School in de Middenstraat 66, op de Laan 199,
in dé Hoogstraat 189, in de Palmstraat 85,
op de Vischmarkt 343, in de Vijzelstraat 95,
in de Jonkerstraat 270. In den loop des jaars
is de bewaarschool van Patrimonium" inde
Wilhelminastraat opgeheven.
Er zyn twee herhalingsscholen, een in de
school no. 7a en een in de school no. 2 te
Huisduinen. Directeuren de heeren G. E.
Kloosterbuis en F. Sant. Dit onderwys wordt
gegeven van 1 Augaatus tot 1 Mei. Aan de
herhalingsschool in de Vlamingstraat waren op
het einde van 1900 werkzaam, 7 onderwyzers
en 2 onderwijzeressen (1 vacature). In de
eerstgenoemde inrichting werd onderwys ge
geven aan 84 jongens on 57 meisjes aan die
te Huisduinen aan 18 jongens en 15 meisjes.
Zondagsscholen.
Vanwege de Ned. Hervormde gemeente wordt
in 3 openbare scholen (nos. 3, 6 en 7a) gods
dienstonderwijs gegeven aan p.m. 950 leer
lingen; Er zyn aan dezo scholen 20 onderwij
zeressen en onderwyzers verbonden. De
Nederlandscho Zondagsschool-vereeniging heeft
alhier eene afdeeling, die Zondagsscholen doet
houden in de lokalen in de Palmstraat, in de
Middenstraat, te Huisduinen (in de openbare
school) en aan de Binnenhaven. In deze scholen
wordt aan ongeveer 600 kinderen onderwys
gegeven door 31 onderwijzeressen en onderwy
zers. la de Zondagsschool der Hersteld
Evang. Luthersche gemeente wordt, onder de
leiding van den predikant J. Bakker, door 2
ondorwyzeressen onderwys gegeven aan 70
kind-ren beneden de 12 jaar.
Normaallessen.
Aan deze lessen, die voorzien in de opleiding
voor de ondorwyzers-acte, is verbonden eene
voorbereidingsklasse. De lessen worden gege
ven in het schoolgebouw, Kolensteeg no. 5,
behalve die in gymnastiek en teekeneD. Direc
teur is de heer J. P. van Varik, onderwijzer
aan de voorbereidende klasse de heer G.
Tjalsma. Op het einde van den cnrsns
31 Maart 1901 namen aan de lessen deel
in de voorbereidingsklasse 6 jongens en 8
meisjes, in de eerste klasse 5 jongens en 10
meisjes, in de tweede klasse 2 jongens en 3
meisjeB, in de derde klasse 2 jongens en 7
meisjes, in de vierde klasse 2 jongens en 4
meisjes; totaal 17 jongens en 32 meisjes. By
den aanvang van den nieuwen cursus
1 April 1901 was bet totaal der leerlingen
18 jongens en 40 meisjes.
Cursus voor de hoofd-acte. Subsidie uit de
gemeentekas over 1900 f200. 1 Januari be
gon de cursus met 10 deelnemers, waaronder
3 onderwijzeressen, en 2 toehoorders by de
lessen in de natuurkunde 1 ouderwijzer en
1 onderwijzeres. In den loop des jaara werden
nog 3 onderwyzers toegelaten. De 8 onder
wijzeressen-deelneemsters bedankten tegen het
einde des jaars, wegens te drukke bezigheden.
Een onderwyzer-deelnemer bedankte, omdat
de cursus hem niet voldeed. Aangaande
de resultaten van den cursus kon het Bestuur
dezer instelling niets mededeelen, aangezien
de cnrsus tweejarig is, en om die reden nog
geen der deelnemers examen heeft afgelegd.
Echter geeft de ijver, zoowel van de zijde der
leeraren als die der deelnemers, grond voor
goede verwachtingen.
Middelbaar Onderwijs.
Op 81 December 1900 bestonden alhierde
Rijks Hoogere Burgerschool met 5jarigen cur
sus, de Industrieschool, de Plaatselijke Teekon-
school en de Zeevaartschool. Belangrijke bjj-
zonÜerheden omtrent deze inrichtingen van
onderwys worden in het eigenlijke Gemeente
verslag niot gegeven. Omtrent de Industrie
school wordt vermeld, dat de subsidie der
gemeente over 1900 f2100 heeft bodragen, en
ten aanzien van de Teekenschool, dat de leeraar
aan deze inrichting eene jaarwedde van f200
genoot. De Zeevaartschool, eene gemeentelijke
instelling, wordt door het Ryk 'b jaarlijks mot
f3000 gesubsidieerd.
siKUWSTMnnue»'.
HELDER, 20 Augustus 1901.
Dat het raadzaam is, op hoeken van
straten en pleinen voorzichtig te wezen,
ondervond alhier dezer dagen een fiets
rijder, die, met een vaart een hoek om
rijdende, onder een rijtuig geraakte, doch
gelukkig voor hem met de schrik, en
met een gebroken rjjwiel vrjj kwam.
Verzekering van visschers.
Naar men verneemt, wordt jjverig ge
werkt aan de samenstelling van een wets
ontwerp, tot verzekering van visschers
tegen ongevallen in het bedrijf. Onder
leiding van den heer mr. Versteeg, chef
der afdeeling Arbeid en Fabriekswezen"
aan het Departement van Waterstaat, ver
gaderen sinds geruimen tyd geregeld de
heerenCalkoen van Edam, Hoogenraad
vanScheveningen, Kikkert van Vlaardingen,
Slis van Middelharnis, Van Veen Valck
van Harderwijk. Een zeer nauwgezette
voorbereiding heeft plaats. De heer mr.
Byleveld neemt het secretariaat waar.
Aan den gezagvoerder van het
recherchevaartuig «Spits", C. Maas, is de
bijzondere tevredenheid van den civielen
en militairen gouverneur vau Atjeh en
onderhoorigheden betuigd, voor diens juist,
snel en beslist optreden, met betrekking
tot het op eigen initiatief requireeren van
hulp van de bezetting van Meulaboh, toen
hy in de maand April jl ter reede Soesoeh
komende, aldaar het bericht ontving, dat
het bivak te Blang-Pidië door een over-
machtigen vjjand was ingesloten.
Een splinter voor f 5.
Een dokter te Amsterdam had een quaes-
tie met zyne dienstbode, welke Donderdag
voor het Kantongerecht is beëindigd. De
maagd beweerde naar wij in het »N.
v. d. D. lezen by het verlaten van den
dienst nog 'f 5 te goed te hebben. De dok
ter weersprak dat, op grond dat hem voor
aun het meisje bewezen chirurgische dien-
aten een even groot bedrag toekwam. Die
chirurgische diensten bleken bestaaan te
hebben in.het uittrekken van een splin
ter uit den duim van den dienstbare.
De kantonrechter overwoog primo dat
f 5 voor het verwyderen van een splinter
wel wat veel was, secundo, dat Kaatje den
dokter geen opdracht had verstrekt om de
meergenoemde «chirurgische" behandeling
op haar toe te passen tertio, dat de dok
ter, zulks doende, was opgetreden niet in
zyn functie van heelmeester, maar als
patroon, die de hand zyner onderhoorige
weder in staat brengt om voor hem, pa
troon, het van haar geëischte werk te
doen, en wees mitsdien het meisje hare
vordering toe.
Uit Amsterdam meldt men
Tegen twee jongens, ongeveer 16 jaar
oud, is Vrydag voor de rechtbank gevan
genisstraf voor den tyd van zes maanden
geëischt wegens diefstal van twee paar
pantoffels uit een winkel, dien zy binnen-
geloopen waren om een stuk brood te
bedelen.
Uit de mededeelmgen der verdedigers
vau deze twee jeugdige misdadigers bleek,
dat beide knapen reeds op zeer jeugdigen
leef tyd zonder ouder! jjke zorg alleen op
de wereld stonden. De een is de vrucht
van een huwelyk, dat de echtgenooten
slechts voor korten tyd te zamen hield.
Eerst trok de vader er van door, en op
een kwaden dag kwam de knaap, toen
nauw 14 jaar oud, tot de wetenschap, dat
oqk zyn moeder hem verlaten had. De
tweede beklaagde verloor zijne ouders door
den dood toen hy nog een kind was.
Beiden hebben ouderlijke zorg en liefde,
aansporing ten goede, voorbeeld en ver
maan gemist en geraakten, haveloos zwer
vend in de groote stad, geleidelijk op den
weg der criminaliteit. De beide advocaten
drongen op een zeer lichten straf aan,
wyzend op den noodlottigen invloed, wel
ken een lang verblijf in de cel^op jeugdige
personen kan hebben. Zy meenden, dat de
in preventieve hechtenis doorgebrachte tyd,
vier weken, straf genoeg was te achten
voor deze beide jongens. De knapen echter
schenen niet door de afzondering in de
cel sterk te zyn aangegrepen. Zy volgden
hun proces zonder merkbare gemoedsaan
doening en keerden naar de gevangenis
terug zooals zy gekomen waren, vrjj wel
onverschillig voor hetgeen er met hen
gebeurdezjj schenen wel twee voor goed
verlorenen
PETJILLEITOlNr.
DE BOOZE GEEST.
Vrjj bewerkt door AMO.
SLOT.
21)
Id het Westen lachte de fortuin my nogmaals
toe. Wat ik ondernam, gelukte. Eerst begon
ik eene landhoeve met de omliggende gronden
Ie behouwen, die ik later met winst verkocht.
Vervolgens begon ik in eene kleine stad een
handelstaak in huiden en dieren, die ik zelf
schoot, en maakte vooral met die van grauwe
beren goede zaken. Spoedig ging ik in wjjden
omtrek voor den besten berenjager door.
Mijne jagerstochten vereischten natuurlijk,
dat ik dikwjjls weken lang afwezig was en
myn vrouw zag my steeds met zekere
ongerustheid vertrekken. Als een blik
semstraal nit een onbewolkte lucht trof my
het noodlot. Op een mjjner tochten kwam ik
in aanraking met vier Choctaws, die onder
aanvoering van hun opperhoofd .de Panter*
het Bpoor van een beer volgden, dat ik
het eerst ontdekt had. Ik liet myn recht
gelden en het kwam na een heftige woorden
wisseling tot daden. Ik verwondde twee Indi
anen, het opperhoofd on de anderen ontvlucht
ten, zjj zwoeren mjj bloedige wraak. In den
eersten tyd was ik werkelijk ongerust, doch
spoedig verdween my n vrees, daar ik op mjjn
reusachtige lichaamskracht vertrouwde en
bevendien den voorzorgsmaatregel nam, slechts
door andere jagers vergezeld, afgelegen streken
i zékeren avond, toen ik welgemoed thuis
n, ontving mijne vrouw mjj met doods-
i gelaat en deelde mjj met bevende stem
Ie, dat onze zoon sedert den morgen verdwe
nen. Men had dien morgen Indianen in de stad
gezien Een vreeseljjk vermoeden kwam bjj
mjj opMaar neen zulk een wraakneming
was toch niet denkbaar zulke onmenschou
bestonden er niet. Ik zocht mjjn kiud dagen
achtereen mot waanzinnige haast mot een
hloqdend hurt, in do wildernisEindeljjk
vond ik mjjn jongen... dood, vermoord, mot
een mes in hut jonge, onschuldige hurt. Dat
t&eii was van het kenteeken van den Panter'
voorzien. Ik bracht het lijk bjj mjjne vrouw
wjj begroeven onze lieveling. Zij sprak geen
woord... ook liep ik rond, alsof ik droomen-
de was. Langzamerhand begon mjjne Char-
lotte er slecht uit te ziende vroeger zoo
gezonde en levenslustige vrouw verviel als
sneeuw voor de zon. Een jaar daarna, op den
sterfdag van mjjn jongen, stond ik aan haar
bed,,. Bjj haar ljjk vond ik mjjne tranen, mjjn
moed, mjjn vastberadenheid terug. Ik deed eon
vreeseljjken eed dat ik haar en mjjn kind zou
wreken. Nu stelde ik mjjn dochtertje on
der de hoede van een mjjner buren en begaf
mjj op weg om den ^Panter" op te zoeken.
Men deelde mjj mede, dat hjj met zjjn gè-
heele stam vertrokken was om zich in de
oosteljjk gelegen streken te vestigen. Ik volg
de hem; Ninette vergezelde mjjik bonwde
eon blokhuis in de nabjjheid van Libreville.
'Ik heb mjjn eed gehouden. Mijnnachteljjke
tochten waren bestemd om mjjn wraak te
voldoen. Mjjn eerste slachtoffer was de (Pan
ter." Sedert dien tjjd heeft men mijn gevreesd
kenteeken, de gekruiste vederen, bjj vele In-
dianenljjken gevonden. Het door mjj zelf met
veel moeite vèrvaardigdo doodshoofd boezomde
den bjjgeloovigen Indianen eon grenzeuloozon
schrik in, doch mjjn wrekende hand treft slechts
misdadigers, onverschillig of zjj tot den stam
der Choctaws of'tot dien der Apaches behooren.
Het eerste opperhoofd der Choctaws is tegen
woordig de Zittende Stier, zoon van den «Pan
ter". Hjj was nog een knaap, toon zjjn vader
als mjjn eerste sluchtofter viel, doch sedert
jaren volgt hjj mjjh spoor om den dood zjjns
vaders te wreken. Ik ga hem zooveel mogeljjk
uit den weg. De Zittende Stier is het tegen
deel van wa» zjjn vader was en hjj heeft nog
nimmer eon gruweldaad begaan. Eens koujc
echter, vroeg of laat, den dag, waarop het
Choctaw-opperhoofd tegen mjj zal staan en (fan
ben ik wel gedwongen op leven en dood met hem,
te strjjden. Slechts van ons beiden zal
lovend uit dien strjjd te voorschijn treden.
Als ik aan het verledene terugdenk, is er in
mjjn hart geen gevoel van haat tegen hot
noodlot dat mjj trof, of tegen mjjne mëde-
menschen.
Ik heb mjj vele vrienden verworven, doch
ze kennen mjj slechts als ,de Booze Geest.»
Deze letteren zijn voor mjjne dochter be
stemd. Wie ze vindon moge overhandigen
ze aan den heer Charles Larnon, hoofd der
kolonie Libreville, die er, naar ik verwacht,
zorg voor zal dragen, dat dezo letteren, het
pakje banknoten, enz., in bandon mjjner
dochter komen. Do heer Larnon heeft er
recht op van den inhoud van dit schrjjven in
kennis gesteld te worden, want ik was eens
op' het punt hem met mjjn geheim bekend te
maken, toen ik voornemens was met mjjn
masker vóór het blokhuis te verlaten, daar
door de Roodhuiden schrik aan te jagon en
hulp uit de kolonie te halen. Bovendien heb
ik den heer Larnon op zekeren nacht in de
prairie, door een welgericht schot het léven
gered.
Ik heb geëindigd. Nu ik dit op het papier
gezet heb, ga ik met een gevoel van gerust
heid den gevaarljjken tocht naar het fort
Vermont ondernemen. AU ik in dezen Indianen
oorlog mocht komen te vallen, dan kan ik
de eeuwigheid ingaan met het bowustzjjn,
dat deze letteren alles bevatten, wat mjj het
liefdevol aandenken mjjner dochter en de
vriendschappeljjke herinnering der bewoners
van Libreville kan verzekeren. Een Bomber
voorgevoel zegt mjj, dat mjjne dagen geteld
zijn. Godo zjj ons allon genadig!
Jean Hondance."
BESLUIT.
Ons verbaal is geëindigd. Met de gebeur-
teui68on, die wjj beschreven, begon de In
dianen-oorlog, die met grnweljjke verbittering
van beide zijden gevoerd werd. Er werden
bloedigo gevechten geleverd bjj Kneeback, do
Porcupioekreek. bjj Gordon, enz., en zooals
Jacques Leroy indertjjd beweerde, zoo ge-
'jcbiedde het ook. Vrouw noch kidd werd door
het moordend lood der Amcrikaansche troepen
.gespaard. Eerst iu de lento van 1891 kwam
er eindeljjk verandering, do vrede word ge
sloten. De Roodhuiden haddon nagenoeg niets
bereikt. Er werd hun vool beloofd, maar geen
dier belofte gehoudon, en op den huidigen
dag worden ze, nog even als vroeger, door
geweteulooze regeeringsageuten uitgezogen en
onderdrukt.
De winterstormen waren lang voorbij.
Bosch en prairie prjjkten in hun schoonste
lontedos. Kapitein Green met zjjn detache
ment was reeds geruimen tjjd goleden naar
het fort Vormont teruggekeerd en de laatste
sporen van den strjjd waren verdwenen.
Charles Larnon met zijn jonge vrouw maak
ten aanstalten om naar Frankrjjk terug te
keoren. Eon onbedwingbaar verlungen naar
het onde vaderland noopte hem daartoe en
het vermogen door Juan Hondance nagela
ten, stelde hem in de gelegenheid zjjn.studiën
te voleindon. Hjj besloot daarom het roman
tische, doch gevaarljjke leven in de Ameri-
kaansche wildernissen tegen het kalme ver-
bljjf in een Fransche stad te verwisselen,,
waar men dés nachts niet opgeschrikt wordt
door het krjjgsgescbreenw der Apaches, doch
waar de menschen een vredig bestaan vin
den. Ninette: deelde dezen wensch van haar
geliefden man.
Jacques Leroy volgde Charles Larnon als
bestuurder der kolonie op. Aanvankelijk bad
hjj er voel op tegen dien eerepost op zich
te nemen, daar hjj beweerde achter de pali
saden geen vrjje lucht genoeg te kunnen in
ademen. Een jong meisje deed hom er einde
ljjk toe besluiten deu post aan te nemen. Hjj
was namelijk verliefd geworden op de seboono
dochter van den vermoorden poortwachter
Pierre. Antoinette, zoo was baar naam, ver
klaarde dat ze bereid was hem naar hot
einde der wereld te volgen doch niet
buiten de palisaden van Libreville. De bont-
handelaar vermocht niet de kracht haror
redeneering te weerstaan; hjj hing zjjn ja--
gerspak aan den kapstok en werd een ge
lukkig huisvader on geërbiedigd hoofd der
kolonie Librovijle.
Charles Larnon zag het Choctaw-opper
hoofd, de Zittende Stier, nimmer weder. Het
stuitte hem tegen de, borat denmoordenaar
zjjns schoonvaders vriondscbappeljjk tegemoet
te treden cn de Zittende Stier was fijnge
voelig genoegzulks te begrijpen, daar hjj
elke ontmoeting vermeed. Het voornemen
van Charles om te vertrekken scheen het
opperhoofd op een of andere wijze ter. oorc
gokomea te, zjjn en op den dag voor de af-
reize verscheen Berenklauw met vier Choc
taws iade kolonie. Iu eenvoudige woorden
brachten zo deu afscheidsgroet van hun op
perhoofd over, beuevens een kostbare pels
als geschenk voor Ninette. Hjj liet de squaw
van het blanke opperhoofd smeeken, dat de
dood haors vaders niet als een donkere wolk
tusscben haar echtgenoot en de Choctaws
mocht bljjven zweven.
Hot Choctaw-opperhoofd liet door Beren
klauw weten, dat hjj zich niet waardig achtte
voor het aangezicht zjjns blanken broeders
te verschjjnen, doch dat deze in zjjn hart
zou voortleven, en dat hjj eens in de eeuwige
j&chtgronden zijner vaderen zoolang naar hem
zoeken zou, dat hjj -hem gevonden had.
troften door deze woorden, liet Charles Lar
non het opperhoofd iu een vloed van woor
den zjjn afscheidsgroeten overbrengen en
zond hem als aandenken zjjn kruithoorn.
Ten hoogste verheugd keerde Berenklauw
met zjjno volgelingen naar hunne wigwams
terug.
Voor dat do Fransohman met zjjne vrouw
afscheid nam, maakte hjj het geheim van den
pelsjager den kolonisten bekend. Men kan
zich voorstellen met welke verbazing zjj ver
namen, dat Jean Hondance on do Booze
Geest een on dezelfde persoon waren ge
weest. Ook onder do Indianen was zulks
bekend geworden en do naam van de Zit
tende Stier, do naam van den man, die dezen
geesob zjjns volks verslagen had, word bjj
vriend en vjjand in groote eero gehoudon,
natuurljjk echter alleen onder do Roodhuiden.
Charles bewoont tegenwoordig mot zjjne
vrouw oene groote stad in Noord-Frankrjjk
en verheugt zich in eon drukke practjjk als
geneesheer. AIb het jonge paar op stille
zomeravonden op het balcon hunner woning
hand in hand naast elkaar zit, staren ze
zwjjgend naar bniton. Ze weten wedorkee-
rig dot hunne gedachten in die oogenblikken
ver over den Ooeaan vorwjjlon in de heer-
ljjke wouden en prairiën der Vereenigde
Staten van Noord-Amerika, op een stille
plek in het oenzame woud, waar een ver
moeide wandelaar op den *eg dos levens,
rust in den1 dóód gevonden bad'bjj een edel,
fier en machtig volk, dat oons onbeperkte
heerschappij voerde in die schoone wilder
nissen en nu door de dragers der hoogont
wikkelde beschaving teruggedrongen en ver
nietigd wordt.