KLEINE COURANT
't Vliegend Blaadje
voor Helder, Texel en WIerIngen»
Slim tegen slim.
No. 2989
Woensdag 9 October 1901.
29ste Jaargang.
Bureau
Zuidstraat 72.
BureauSpoorstraat.
Telefoonn". 59.
Atoonnomont
p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877i Ct-
id. franco per post 75 id. f 1.20.
id. Toor bet Buitenland fl.25, id. f2.00.
Afzonderlgke nommers 2 Cent.
VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG.
Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder.
Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat.
Ad.v©rt©ntlên
van 1 tot 5 regels 25 Cent.
Elke regel meer5
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend.
luiinnuio u vcuif. i
Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJOAGSMOKGEN.S vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn.
De Engelschen in 1777 en in 1901.
(Eene vergelijking)
Meer dan eons hebbon wij gowezen op de
treffende overeenkomst tusschen don tegen-
woordigen oorlog in Zuid-Afrika en don oorlog
dien Engeland, meer dan honderd jaar ge
leden, vruchteloos gevoerd heeft om zijn
Noord-Amerikaansche koloniën tot onderwer
ping te brengen. In weerwil van allen tegen
slag bleet men ook toen hoogmoedig spreken
van de eindelyka overwinning, die niet nit
kon bljjven, tot hot uiterste oogenblik, toen
de deb&cle onvermijdelijk en het verlies van
de groote kolonies bezegeld wastoen ein
delijk begon men een toontje lager te zingen
en te luisteren naar do waarschuwende stom
van mannen met helder inzicht, die het on
vermijdelijke zagen aankomen. In dien tyd
(1777) hield de oude Williaro Pitt, Engeland's
grootste staatsman sedert Olivier Cromwcll,
naar aanleiding van een dergelijke proclamatie
alB Kitchener in Augustus heeft uitgevaardigd,
in het Hoogerhuis de volgende indrukwek
kende redevoering:
«Nog gisteren kon Engeland met open
voorhoofd de geheele wereld tegemoet treden,
en vandaag is niemand zoo arm, dat hij het
nog achting zon willen bewijzen Het is een
smadelijke waarheid, dat niet alleen de macht
en de sterkte van dit land verdwijnen, maar
dat ook zijn welverdiende roem, zijn waar
achtige eer en waardigheid opgeofferd worden.
Mylords, de wanhopige toestand van onze
wapenen daarginds is ten deele bekend. Nie
mand denkt hooger dan ik over hun eerik
heb de Engolsche troepen lief en bewonder
ze, ik ken hun uitnemende eigenschappen en
hun dapperheid ik weet, dat zjj alles kunnen
docD, behalve onmogelijke dingen, en ik weet
dat de verovering van Araorika een onmoge
lijkheid is. Mylords, gij kunt Amerika niet
verovereo. Hoe staat het toch daarginds
Wjj weten waarschijnlijk het ergste nog niet,
maar zoovoel weten wy, dat wy in drie veld
tochten niets bereikt en veel geleden hebben.
Onze pogingen «ijn voor altjjd gedoemd ijdcl
en vruchteloos te blyven. Hoe kan men onze
tegenstanders in het veld uitleveren aan de
veile huurlingen, aan de zonen van roof en
plundering, door hen en hun have aan de
roofzucht en wreedheid van huurlingen prys
te geven Als ik een Amorikaan was, zoo
als ik een Engelschman ben, zou ik nooit
do wapens neerleggen, nooit, nooit, nooit I
iEn wie, Mylords, is de man, die tot
schande van ons leger verordonneerd of slechts
toegestaan heeft, dat met onze wapenen de
tomahawk en het scalpoormos van wilden
vereenigen Wie durft ons bondgenootschap
met de wilde en onmenschelyke Roodhuiden
verantwoorden Hoe kan men de verdedi
ging van betwistbare rechten aan de rneedoo-
gelooze Indianen toevertrouwon en de ver
schrikking van zulk een barbaarsche oorlog
voering tegen onze christelyke broeders
loslaten Mylords, deze ongehoorde dingen
schreeuwen naar herroeping en bestraffing.
Als zy niet dadelyk geheel en al uit de
wereld geholpen worden, zullen zy oen schand
vlek op ons nationaal karakter zijn. Het is
niet het geringste van onze ongelukken, dat
de houding van het leger door dit alles be
dorven wordt. Aangestoken door don lagen
geest van roof en plundering, vertrouwd ge
worden met de ontzettende tafereelen van de
wreedheid der wilden, kan zich ons leger
niet langer op de mannolyke en ridderlyke
gevoelens beroemen, die den soldaat adelen
of zou militair eergevoel vereenigbaar wezoD
mot rooven, branden en vermoorden
>De Amerikanen zyn niet in den toestand
van verachtelijke en wanhopige rebellen,
zooals men dit land tracht diets te maken.
Zy zyn geen wilde, vogelvrye bandieten, die
niets te verliezen hebben. Vele van hun
aanvoerders zetton by dezen stryd groote
dingen op het spel. En als ik dit alles over
weeg, moet ik de zinneloozo hardheid van
onze dreigementen bejammeren, onze pro
clamatie, die de tegenstanders tot rebellen
verklaart, met al de noodlottige gevolgen van
dien, zooals terechte telling voor don krygsraad
en verbeurdverklaring van goederen.
»Gy kunt Amerika door de maatregelen,
die tot dusver genomen zyn, niet verontrusten
gy kunt het noch door uwe tegonwoordige,
noch door welke andere maatregelen ook,
onderwerpen wat kunt gy dus doen Gy
kunt vrees en bangheid slechts voor het
oogenblik in slaap sussen waar de taal
der waarheid in de eersto plaats noodzakelijk
zou zyn. In een rechtvaardigen en noodzake-
lijken oorlog zou ik, om de eer en het recht
van myn vaderland te verdedigen, mij het
lyf laten trekken om het te steunen maar
voor znlk een oorlog als deze, onrechtvaardig
in zyn oorsprong, onhandig in zijn uitvoering
en verderfelijk in zyn govolgen, zal ik met
geen enkele pogiug, geen enkelen shilling
bydragen."
Als men in plaats van Amerikanen Boe
ren, in plaats van Roodhuiden kaffers zet,
zou deze rede wel in September 1901 gehouden
kunnen zyn. De Eugelschen hebben in waar
heid niets geleerd en niets vergeten.
(N. R. C.)
Vit niet iluitenjaiiil.
Ontzettend.
In een Duitsch blad kwam dezer dagen
het volgend verhaal voor dat aan den schry-
ver werd melegedoeld door mevrouw Cremer
schoonzuster van den Nederlandschcn oud-
mjoister van Koloniën. Nooit dus wordt
daarby door den Bcbryver aangeteekend
hoorden we iets zóó verjckrikkolijks, zóó ont
zettends verhalen. Mevrouw Cremer, een
76 jarige dame, kwam mot eenige andere
gewonde vrouwen on kinderen in hot vrou-
wen-laager te Kroonstad aan. Wat zy omtrent
hut daar gebeurde vertelde, werd door alle
vrouwen en kinderen bevestigd. Op 6 Juui
werd door de Boeren by Graspan een Engelsch
transport, waarby mevr. Cremer en andere
vrouwen en kinderen zich bevonden, aange
vallen. Toen de Engelschen by den aanvang
van het gevecht eonige gewonden hadden ge
kregen, en de Boeren steeds voorwaarts ruk
ten, werd aan de vrouwen en kinderen be
volen uit de wagens te kruipen en zich voor
de soldaten te plaatsende soldaten schoten
toen tusschen de vrouwen en kinderen door
op de Boeren. Ook achter mevr. Cremer had
zich een soldaat geposteerd, die onder haar
arm doorschoot. Acht vrouwen en twee kin
deren vielen door hot vuur der Boeren. Toen
de Boeren dit zagen, staakten zy het vuren
zy huilden als wilde dieren, drongen met de
kolf van hot geweer het carré der Engelschen
binnen en sloegen de rooineks als honden
dood. Inmiddels waren nog een twintigtal
Boeren door do kogels der Engelschen op
korten afstand getroffen. De Boeren wilden
de wagens en do vrouwen medenemen, doch
zagen van verre sterke troepsn-afdeelingen
aankomen. Daarom bepaalden zy er zich toe,
de trekossen medetenemon. De wagens, waar
op het goed dor vrouwen zich bevond, werden
niet door hen verbrand. Het Duitsche blad
waaraan dit verhaal is ontleend, voegt er
aan toe: ,Als dun schurk, die de Engelsche
troepen by Graspan aanvoerde, niet de épau
letten van de schouders worden afgerukt,
dan is het Engelsche officiers-korps niet waard,
door de officieren van audero landen al3 ge
lijken behandeld te worden.'
Wanneer de zaak niet zoo hoog noodig
was, zou men overvloedige aanleiding vinden,
om hartelijk te lachen over den blnfierigea
toon, dien de Engolsche nieuwsbladen vaak
aanslaan ter zake van don Zuid-Afrikaanschen
oorlog met uitzicht op een spoedig herstel des
vredes. Een dier bladen vertelde in de vorige
week, op hoog gezag van Chamborlain
misschien to hebben vernomen, dat da
tegenstand dor Boeren plotseling geheel is
gobroken, en dat dus een spoedig einde van
den oorlog kan worden verwacht. Tengevolge
daarvan dus verzekert het blad is men
ook niet voornemens, om verdere versterkin
gen naar Zuid-Afrika te zenden, behalve wat
noodig ia om de verliezen aan te vullen, ge
leden aan dooden, gewonden en zieken. Men
moet zich wel verwonderendat men in
Engeland aan zulke opgesmukte praatjes nog
eenige waarde toekent. Een paar voor de
hand liggende opmerkingen zyn voldoende
te achten, om de dwaasheid van het bedoelde,
opgesmukte nieuwsbericht in het licht te
tellen. Vooreerst heeft men in Engeland geene
mannetjes meer, die disponibel zyn om naar
het oorlogsterroin uit te zonden, en ten andore
de aanvalling van het leger daarginds is heel
en al overbodig, als 't waar is, dat de Boeren
zich toch binnen enkele dagen zullen onder
werpen. Inde dagbladpers buiten Engeland
heeft dit bericht omtrent den oorlog spot uitge
lokt. Jammer noemt een Duitsch blad het, dat de
Boeren dit stukje eerst na eenige weken zullen
vernemen, 't Zal zelfs den Boeren in 't bivak
een gullen lach ontlokken, zulk een kinder
sprookje en bakerspraatjo te lezen, 't wolk
dienst moet doen om de Engelsche natie heen
te zetten over den angst en de zorgen, door den
eindeloozen duur van den oorlog teweegge
bracht. Audere bladen voorspellen, dat, onder
de tegenwoordige omstandigheden, de tegen
stand der Boeren met den dag krachtiger zal
wordfen, vooral nu hot milde jaargetijde is
aaugebroken. Nooit waren de strijders voor
de Boerenzaak zóó talryk en zóó vastberaden,
nooit was hun vertrouwen op den goeden
uitslag van den stryd zóó groot als thans.
Verder wordt opgemerkt, dat de burgera uit
de Republieken en uit do Kaapkolonie, die
onder de wapenen zyn, beschikken over al
hetgeen zy noodig hebben. Voedsel levert
het land op, voor wapenen en ammunitie
zorgen do Engelsche convooien, die buitge
maakt, ot de Engelsche jtrocpon, die gevangen
genomen worden.
In de Kaapkolonie is de opstand schier alge
meen. Een der Duitsche bladon eiudigt zyn
artikel over dit onderwerp volgenderwijze
Europa kan er op vertrouwen, dat de Boeren
zullen overwinnen. Engeland ia verloren 1'
Het kan weieens van belang worden geacht,
om kennis te nemen van do beschouwingen en
opmerkingen omtrent den Zuid-Afrikaanschen
oorlog, zooals ze gegeven worden door leden
der Engelsche regeering. Een dier mannen
de Lord-kanselier hield dezer dagen in
eene particuliero vergadering een redevoering,
waarin hij de overtuiging uitsprak, dat de
regeering ten vorigenjaro zich volkomen over
tuigd hield van het eindigen van don oorlog,
zoodat het toon op haar weg lag bij de Par-
lements-verkiezing de vraag te stellenstelt
men het noodige vertrouwen in het bewind,
om het werk der algehoele bevrediging ten
einde te brengen Er is nog, ja, een soort
van oorlogvoering, doch dat is geen oorlog
meer. De hoofdsteden der Republieken zijn in
handen dor Engelschen, dus is de oorlog in
derdaad uit. Men zou echter den minister
kunnen vragenals er dan werkelijk in Zuid-
Afrika geen oorlog meer is, waarom moeten
er dan nog krachtige maatregelen genomen
worden En hoe komt het dan, dat de Boeren
thans don krijg mot moed en kracht voort
zetten, en den Engelschen leelyke, gevoelige
alageD toebrengen
Onlangs hebbon we molding gemaakt van
het tusschen Frankryk ou Turkye gerezen ge
schil, een gevolg van tekortkomingen des
Sultans jegens Fransche onderdanen, voor wier
belangen de Fransche gezant to Konstantinopel
opkwam. Nog altyd is dat geschil onopgelost.
De som, door do Fransche regeering geëischt,
wil de Turksche regeering niet geven. Frank
rijk stelt nu als voorwaarden tot bevrediging
o.a.dat de Fransche gezant .over zee naar
Konstantinopel zal terugkeeren, begeleid tot
aan Konstantinopel, of minstens tot aan de
Dardanellen, door een Fransch eskader; dat
de Fransche vlag, als dio weer op het Fransche
gezantschapsgobouw wordt geheschen, door de
Turksche regeering metsalutschotenzal worden
gesalueerd dat de achterstallige gelden aan
Fransche onderdanen onmiddellyk zullen wor
den uitbetaald on dat Fraukrijk's wen.-chen
omtrent het stichten van Fransche scholen in
Palestina zullon worden ingewilligd. De
Sultan, die zich ten laatste wel genoodzaakt
zal zien, het hoofd in don schoot te leggen,
vindt in deze eischen der Fransche regeering
vast wel veel vernederends voor den Grooten
Heer van het Turksche Rijk.
AlEi UMTAJ a>a\€« E*
HELDER, S October 1901.
De heer J. Goedkoop Dzn., hoofd
der firma Gebr. Goedkoop, directeur van
den sleepdienst Noord-Holland en van den
IJmuider stoombootdienst, een bekend
scheepsbouwkundige en een groot aanne
mer te Amsterdam, is op 62-jarigen leef
tijd overleden.
Valsche guldens zijn nu weer in
beslag genomen te Edam, Katham, Drsem
en Westwoud.
Den Haag de rijkste stad.
Uit den statistiek over de Vermogensbe
lasting blijkt dat het getal aanslagen in
acht jaren tijds met 3517 is toegenomen,
en bet getal millioenen, waarvan belasting
is betaald, met 367, of bijna 7 pCt., en
het bedrag der aanslagen met ruim 5 ton
of ook ruim 7 pCt.
De toeneming is het grootst in Den
Haag. Daar zyn 1160 meer aangeslagen,
nl. 7096, zijnde een vermeerdering inet
197s pCt. Te Rotterdam was de stijging
12.8 pCt., te Amsterdam 9.2 pCt.
Het belastbare vermogen steeg in DeD
Haag van 6S6 tot 787 millioenen, d.i. een
vermeerdering van het Haagsche vermo
gen met 14.7 pCt.
's Gravenhage is daardoor de rijkste stad
van het land geworden, betrekkelijk en
ook absoluut. Amsterdam heeft toch maar
een vermogen van 778 millioen en Rot
terdam zag zijn vermogen klimmen van
362 tot 426 millioen.
De >Stichtsche Ct." schrijft
Hoe vreeselijk de kanker van het drinken
aan onze volkswelvaart knaagt, kan blijken
uit de volgende cijfers, ontleend aan de
statistieke opgaven van het jaar 1900. In
dat jaar bedroeg het gebruik aan gedistil
leerd in onze provincie niet minder dan
9.27 L. per hoofd, vrouwen en kindereu dus
raedegerekend. Alleen in de provincie Gro
ningen werd nog meer gedronken, nl. 10.21
per hoofd, maar auders geniet ons gewest
de treurige eer, dat het bovenaan staat
op de lijst. Daar deze provincie in 1900
pl. m. 251.500 inwoners telde, geeft dit
een gebruik van 2.331.405 L. gedistilleerd
van 50 pet., waarvan de verkoopwaarde
veilig geateld mag worden op ruim 2'/j
millioen gulden. Vijf-en-twintig ton gouds
werd dus in één jaar tijds, alleen in onze
provincie, opgedronken. Van hoeveel be-
teekenia dit voor de volkswelvaart is,
kan het best blijken, wanneer men naast
deze cijfers stelt die van de Rijkspostspaar
bank. Over 1900 werd in ons gewest
ingelegd een bedrag van f 2.201.119 en
teruggevraagd f 1.964.256, zoodat in het
geheel f 236.863 meer werd ingelegd dan
teruggenomen. Vijf-en-twintig ton dus
verkwist aan sterkendrank, en nog geen
21/, ton bespaardEa wie brengt onder
cijfers liet kwaad, dat door het drinken
bovendien werd gesticht.
Een beminnelijk vrouwtje 1
De arroudissemeuts-rechtbauk te 's-Her-
togenbosch veroordeelde Vrijdag A. R.,
37 jaren, weduwe van E. K. te De Wer
ken, c. s. tot 15 jaren gevangenisstraf.
Dat onmensch had reeds meermalen be
proefd haar man te vergiftigen. Ten slotte
is zij in baar snood opzet geslaagd. Haar
man at boterhammen, waarop de giftineng-
ster arsenicum had gestrooid, aan de ge
volgen, waarvan K. bezweek. Het ontaarde
wezen toonde niet het minste berouw.
De Oerlog in Zuid-Afrika.
De »Matin" heeft van republikeinsche
zijde uit Zuid-Afrika langs een omweg een
beschouwing over den militairen toestand
ontvangen, zooals die in Augustus, dus
vóór de groote overwinningen uit den laat-
sten tijd, waB. De toon ervan is zeer hoop
vol. De schrijver zegt dat de strijders voor
de onafhankelijkheid in beide republieken
nooit talrijker zijn geweest. In Transvaal
zyn 15,000 burgers onder de wapenen, in
den Vrijstaat 12,000. Deze 27,000 mannen
gehoorzamen allen aan dezelfde gedachte,
ze zijn allen bezield met dezelfde vader
landsliefde en dezelfde toewijding, allen vast
besloten om voor hun onafhankelijkheid te
strijden, zoolang 't geweer hun niet door
den dood wordt onrnkt.
Zij hebben alles wat zy noodig hebben.
Hun aanvoerders behoeven van de reser
ve-voorraden ammunitie die zich op veilige
plaatsen bevinden, niet aan te spreken,
want vele konvooien die op den vijand
veroverd worden en de patroontasschon van
de gevangen Engelschen zyn voldoende om
in de loopende behoefte te voorzien. Aan
levensmiddelen is evenmin gebrek. De Boe
ren hebben in bet geaccidenteerde terrein
overal hun graanschuren en veestapels.
In de Kaapkolonie is de opstand alge
meen. Al de kolonisten van Hollundsch ras,
die langen tijd gerekend hadden op de
menschlievendheid van de Engelsche troe
pen, op de gematigdheid van de Engelsche
staatslieden en op den goeden wil vau den
Koning, hebben ten slotte ingezien dat
men hun stamverwanten een uilroeiings-
oorlog aandoet. Zij sluiten zich in grooten
getale aan, ofschoon zij later niet meer
terug knnnen zonder als rebellen gestraft
te worden. Zij zullen de bondgenooten van
de republikeinen blyven tot in den dood.
Hun aantal is nog onbekendmaar overal
ziet raen de wapenen opvatten.
In den Oranje-Vrijstaat en Transvaal,
zegt de schrijver, bestoken wij de Eugolschen
aanhoudend, en de Engelsche troepen wor
den hoe langer hoe meer gedemoraliseerd,
hoe dapper zij ook mogen wezen, ten ge
volge van de ijdele offers die zy eiken dag
moeten brengen. Kortom, ons hart is vol
hoop en ons besluit staat vast. Men heeft
ons onze vrouwen en kinderen ontnomen;
men heeft onze hoeven verbrandmen
tracht ons land te verwoesten in plaats
van ons tot onderwerping te dryven, her
inneren dergelijke daden ons aan onzen
plicht, die is te strijden tot het ein de. In
dien iemand onder hen die onze aanvoer
ders zyn of waren mocht hy weifelen, zon
hij gewraakt worden. Maar er is geen ge
vaar zij die ons kennen, weten dat er
geen vrede voor ons zal bestaan dan met
onafhankelijkheid en dat wij tot onzen
God zullen bidden op een vrijen grond of
zoo het moet, zullen rusten iu vreemde
aarde. Hebt goeden moed, wy zullen over-
Recovered" heetten in Kitchener's tele
gram de twee kanonnen van de U-batterij
der R. H. A. die de Engelschen bij Vlak-
fontein II verloren hadden, niet »recaptnred'\
Inderdaad zyn die stukken geschut n et
heroverd, want volgens een Reuter-tele-
gram uit Bloemfontein heeft kolouel Lowry
Cole het eene gevouden bij Wepenerhet
andere stnk is volgens den correspondent
waarschijnlijk elders begraven of verbor
gen. Het vermoeden ligt voor de hand,
dat öf de plaatsen waar de Boeren de ver
overde kanonnen verstopt haddeu, door
Kaffers verraden zyn, óf dat de Boeren die
kanonneu onbruikbaar hebben gemaakt en
weggeworpen. Het telegram zegt niet, dat
ze ongeschonden teruggevonden zyn.
Vrijdag is te Dover bevel gegeven dat
alle beschikbare manschappen vau het 5e
en 9e lanciers en het 18e en 19e huzaren
zich gereed moeten maken voor inscheping
naar Zuid-Afrika.
Het transportschip Oriënt is uit Kaap
stad te Southamptou aangekomen met 600
man, wier diensttijd verstreken was of die
ongeschikt waren voor verderen dienst.
Het konvooi dat de Boeren den 30sten
September hebben genomen, behoorde tot
de kolonne van generaal Bruce-Hamiltoa
en bestond uit 32 wagens vol levensmid
delen. De generaal die werd uitgezonden
om Botha een verpletterenden slag toe to
brengen, zal er dus leelijk door onthand
zyn. Zooals men weet, heeft de vervolging
van de Boeren eu hun buit tot dusver
geen succes gehad.
Uit de gepubliceerde verliezenlijsten van
het War Office, waarmede men in dit ge
val werkelijk vlug is, blijkt het ontzettend
hooge percentage, dat men bij Moedwil
van de gevalleu officieren tegenover do
manschappen heeft te stellen of, dat het
percentage nog onzuiver is omdat nog
latere opgaven te wachten zijn.
Er zijn niet minder dan 26 officieren
buiten gevecht gesteld, waarvan vier ge
sneuveld, of sedert het eerste bericht aan
hun bekomen wonden gestorven. Bovenaan
staat kolonel Kekewich, die als moedig
officier zich niet buiten schot heeft gehou
den hy heeft een kogel in den rechter
schouder en linkerzijde zyn toestand is
bevredigd,
Verder zijn er nog een luilenant-kolonel
Duff, licht en een majoor Blair ernstig ge
wond dan nog acht kapiteins, waarvan
reeds twee aan hun kwetsuren overleden
zyn, en 4 ernstig en 2 licht gewond zyn;
de rest zijn luitenantstwee gesneuveld,
negen zwaar gewond en vier licht.
Dit hooge cijfer aan officiersverliezen
brengt ons, evenals zooveel uit hernieuw
de phase van den oorlog, het begin in her
innering, toeu men Engeland ook achen
wee klaagde over al de officieren die door
de Boerenscherpscbutters werden uitgeko
zen. Het moet voor niet-verblinde Engel
schen tevens weer een bewijs zyn, dat de
hand, die de Mauser bestuurt, even vast is
als twee jaar geleden, dat dus de Boer
even overlegd, kalm en onverzettelijk is;
ook dat het zuivere, bijna systematische
treffen der rozen niet het werk kan zyn
van een gedemoraliseerde stroopersbende.
LONDEN, 4 Oct. Uit de laatste ver-
liezenlijst blijkt, dat de colonne van Keke
wich bij den jongsteD aanval door De la
Rey 45 dooden en 114 gewonden had, be
halve enkele lichtere gevallen.
LONDEN, 4 October. De Lord-Kanse-
lier heeft, gisteravond aan het feestmaal
van messenmakers het woord voerend, ge
klaagd dat er in Engeland z oovele verra
ders waren die de Boeren hielpen. De
Engelsche regeering staat tusschen de keus
van vrede te sluiten met de Boeren of
den oorlog met kracht voort te zetten.
De beslissing kan niet twijfelachtig zyn.
Engeland moet den oorlog voortzetten.
Alles goed en wel, zegt de »Times",
maar hebben daartoe daden en geen mooie
woorden noodig-
De voornaamste bladen bevatten bizon-
derheden over de gevechten rondom Itala
en Prospect, waaronder allicht het beste
is het telegram dat de Daily News" uit
Nkandbla heeft ontvangen, waarheen de
Engelsche bezetting van Itala zich begaf
toen de Boeren na een insluiting van ne
gentien uren aftrokken. De correspondent
zegt dat 600 Boeren vooraf den bergtop
by Itala bemachtigden en daar 80 Engel-
gelschen gevangen namen in een kamp,
dat daar onder de luitenants Kane enLe-
roy was gevestigd. Daardoor werd de En
gelsche bezetting van het kamp in het
dal van Itala verminderd tot 200 die den
heldenstryd volhielden, ofschoon de mees-
I ten gedood of gewond waren." Zy hadden
FEUILLETON.
13)
„Wat is dat voor een meisje?' vroeg
Mitchel.
Emilie zeide hem, dat ze tydalyk de plaats
vso de gewone kamenier vervulde.
z/Het schynt een bedaard, verstandig meisje
tte zyn,* zeide Mitchel luider dan noodig was,
maar wel een beetje al te bedaard, want zo
maakte my aan het schrikken, zoo stil was
ze binnen gekomen. Wat ik je te vragen
heb, betreft iets, dat overmorgen gebeuren
moet, ik zal je dat straks wel vertellen.»
zrJe zult me du in een paar dagen niet
zien,' zeide Mitchel tot Emilie, die hem na
het souper tot aan de deur uitgeleide deed.
Lucette, die deze woorden gehoord had,
toen ze Mitchel nitliet, keek den volgenden
morgen vreemd op haren neus, toen ze hem
reeds om tien uar zag binnentreden.
Nog vreemder keek ze op, toen Emilie
alleon uitging, en Mitchel alleen in de huis
kamer bleef zitten.
Lucette begreep niet, wat dit beteekende
en besloot zelf ook nit te gaan.
Toen ze door de gang liep, werd op eons
de deur van de huiskamer geopend en Mit
chel stond voor haar.
,Waar ga je heen, Lucotte?'
•Ik moet eene boodschap doen,1 antwoordde
ze met bevende stem.
«Kom eerst even binneD, ik heb een woordje
met je te spreken.'
Ze begreep, dat ze gehoorzamen moest, en
trad do kamer binnen. Mitchel volgde haar,
sloot de denr en stak den sleutel in zyn zak.
,Wat boteekont dat?' vroeg Lucette bits.
•Je vergeet, Lucette, dat je dienstbode beut
en dat dienstboden geen brutale vragen doen,
maar toch zal ik je antwoord geven, ik sluit
je hier op, omdat ik niet wil, dat je deze
kamer verlaat."
Maar ik wil met n niet opgesloten blyven
ik ben een fatsoenlyk meisje.'
«Daaraan twyfelt geen mensch, en je
hoeft nietbaug voor mo te zyn, ik zal je
niet te na komen.'
Waarom hebt n me hier opgesloten?*
"Om je hier te houden, welnu, een paar
nurtjes. Je hebt daar toch niet op tegsn
Zeer veel, ik wil geen twee uur met u
alleen zijn.'
Hoe zal je dan weg komen
Lucette beet zich op de lippen, maar be
greep, dat er niets aan te doen was. Mevrouw
Remsen, miss Dora en do andere dienstbode
waren uitgegaan, ze was dus met Mitchel
alleen in huis.
Gedurende de twee uren dio nu volgden,
werd er geen woord tusschen de beide per
sonen gewisseld.
Eindelyk sloeg de klok twaalf en het
meisje Bprong van haren stoel op.
•Mag ik nu gaan vroeg zy.
«Ja Lucette, nu kuD je gaan en doen wat
je wilt, want miss Remsen heeft my opge
dragen je te zeggen, dat zo jou diensten niet
meer noodig heeft. Zij vindt, dat jo wat al
to stilletjes kamers binnensluipt en ze ver
schrikt, als ze plotseling iemand voor zich
ziet staan.»
•Je bent een duivel,' riep ze woedend uit
en verliet kort daarna bet huis.
Ik had toch gelijk,» dacht Mitchel, «zo
was door Barnes hier gestuurd.'
IX.
Op den morgen van den Nieuwjaarsdag
zat Barnes in zijn gezellige huiskamer zijn
dagboek na te lezen.
Öp behendigo wyze was hij er achter ge
komen, dat een jong meisje, Rose Mitchel
genaamd, die hy voor Miichels dochtertje
hield, op eene kostsohool vorblyf hield, doch
eenige dagen geleden door eene dame was
afgehaald.
Nn was hy haar spoor bijster
Lucettfc's pogingen om haar op te sporen,
waren door Mitchel's tuaschenkomst mislukt.
Steeds gelukte het dien man hem te dwara-
boomen, doch zulks ontmoedigde den detec
tive niet, en hij had twee zyner behendigste
helpers het bespieden van Mitchel en miss
Remsen opgedragen.
Daar heden 1 Januari de laatste dag was,
waarop Mitchel do weddiugschap kon winnen
altyd in do veronderstelling dat hy de
misdaad nog niet begaan had wilde Barnes
zich van al de berichten van ryne spionnen
ontvangen, nog eens goed op do hoogte stellen,
om daarnaar to handelen.
15 December. Mitchel was 's morgens
in hotel Hoffman, bleef daar twee uur, kwam
er met Thauret uit, dójouneerden bij Del-
monico. Daarna Mitchel per rytuig naar
de 30e straat. S.
Miss Remsen den ganschen morgen niet
gezien. Om half drie kwam Mitchel met zijn
rytuig, gingen een toor doen, volgde per
huurrijtuig, niet» verder te meldeD. \V....
16 December. M. 's morgens in de club,
namiddag hotel, avond by Remsen.
17 December. Als gisteron bezoek van
Thauret, een uur gebleven.
18 December. M. 's morgens met Th. bijeen,
ook 's avonds in de club. Kocht portier om,
kwam binnen als kelluer. M. en Th. speel-
nen whist, waren partner, verloren.
19 December. M. en Th. speoldon voor-
middags in de club, verloren. Nog vior
anderen namen deel aan het spel. Hij, die
het meeste Won, was ongotwyfeld dezelfde,
die als maat met Th. speelde, op den avond,
toen Randolph dien van valsch spelen ver
dacht hield. Zyn signalement komt juist over
een mot dat van den man, die do juweelen
in het hotel te New-haven te bewaren gaf.
Heet Adrian Fisoher. S.
20 December. M. 's morgens thuis, namid
dag wandeling mot Th., spraken zeer ernstig
met elkaar. Zag dat M. aan Th. geld gaf.
Speelden 's avonds in een club verloren.
21 December. Geïnformeerd naar A. Fischer
van goede familio maar arm is lid van twee
deftige clubs, spoelt veel, loopt klap op zijn
vrienden. Heeft geen bloedverwanten hiar,
behalve een verlamde zuster, waar hy veel
vau houdt. Bestaan raadselachtig. Th. is door
hem in do club geïntroduceerd. Was van 1
tot 4 December niet te New-York.
D
Toen Barnes zoover gekomen was mot de
lezing van zyn dagboek dacht hij zou die
Fischer een werktuig van Thauret zyn Hij
is arm cn vau goede familieZou hy door
Thauret verleid zyn om de loden dor club te
plakken Vanwaar die drukke conversatie
van Mitchel met dien Thauret? Is Fisscher
de man, dio hot taschje van een ander, in
den trein gezoten persoon, aannam en te
New-haven in bewaring gaf? Waarom liothij
zulk een groote waarde in den steek Dat zou
verklaren waarom Thauret te Stamford den
trein verlaten had, misschien met het plan om
te New-haven Fischer weer te ontmoeten, die
intusschon uit vrees dc zaak opgegeven had,
en toon naar New-York teruggekeerd was.
Thauret's handelingen en plannen had hy
doorgrond maar wie had de vrouw ver
moord
Barnes las vorder
22 December. M. en miss R. brachten om
elf uur een bezoek aan don heer en me
vrouw Ralston, in de 5o Avouue. M. dejeu
neerde met Th., in hot hotel Brunswick Dos
avonds allo drie naar opera.'
S....
Misa R. ging na haar bezoek aan de
Ralstons, verschillende visites maken bij dames,
die den toon in de voornaamsae gezelschap
pen aangeven. Ongotwyfeld is er iets gaande.
Zou het meisje ook by de Ralstons kunnen
zijn Hebt mij verstaan met politie-agent, bij
Ralston's buis. Hij zal dienstmeisje onder
vragen, bericht zenden.
W.
Bericht van den politieagent no. 1666. Fa
milie Ralston 3 kinderen, geen van 14 jaar,
alle drie véél jonger. Miss Remsen kwam
Kalston verzoeken in zyn huis een faeat te
mogen geven. Dat feest zal le Januari plaats
hebben. Hot zal een bal masqué zyn.
L....
23 December. M. en Th. waren heden by
den costuum-verhuurder, ging er ook binnen
toon ze weg waren gaf mo voor een vriend
der heoren uit en verlangde costuum. M. be
stelde costuum, Ali-Baba-Th. niets. Ik bestel
de Aladin-costuum, kan echter weer afzeggen,
als gy er niet heen wenscht to gaan. Alle
personen, die aan de maskerade deelnemen,
stellen personen uit de «Dnizend en een nacht'
voor. Miss Emilie verschynt Scheharezadc.
W.
Barnes sloeg nu eenige rapporten van weinig
belang over.
30 December. M. per sneltein naar Phila-
dclphia vertrokken ik volg hem.
S,,..
31 December. Telegram uit Philadelphia
Mitchel Lafayetto-hotol ziek te bed. Dokter
bij. Hoeft miss lt. draad bericht, feest niet
by kan wonen. S.
Thauret heden zy costuum-verhuurder, nam
het voor M. bestelde costuum mee, overhan-
dige hem brief van M. Costuum-verhuurder
gat my dien brief, zeide hem ik detective was,
die een misdadiger op 't spoor waB.
Mitchel schreef dan hy vrij ernstig ziek
as en verzocht Th, hem by Ralston to ex-
cuseoren, en in zyn co3tuum als Ali-Baba te
te verschijnen, voegde er een introductiebrief
voor Ralstons by. Th. wa9 van plan geweest
uit de stad to gaan, doch nu bleef hij, om
het feest by te wouen,
X
Toen Barnes zyn dagboek doorgelezen had,
begaf hij zich terstond op weg naar het huis
van den heer Ralston, en werd terstond in
diens studeervertek ontvangen.
Mijnheer Ralstons', zeide hy ik ben de
tective en kom tot u mot het verzoek, het ge
maskerde bal ten uwent hedenavond te mogen
bywonen. Dit verzoek zal u zeker zondorling
toeschijnen, maar ik doe het in uw eigen be
lang'.
•Als ge u wat duidelyker zoudt willen ver
klaren, zal ik missshien aan uw verzook kun
nen voldoen.'
(Wordt vervolgd.)