KLEINE COURANT 't Vliegend Blaadje voor Helder, Texel en WIerIngen» Slim tegen slim. No. 2989 Woensdag 9 October 1901. 29ste Jaargang. Bureau Zuidstraat 72. BureauSpoorstraat. Telefoonn". 59. Atoonnomont p. 3 maanden binnen de gemeente 50 Ct., m. Zondagsbl. 877i Ct- id. franco per post 75 id. f 1.20. id. Toor bet Buitenland fl.25, id. f2.00. Afzonderlgke nommers 2 Cent. VERSCHIJNT DINSDAG- EN VRIJDAGMIDDAG. Uitgevers: BESEHOUT Co., te Helder. Bureauxi Spoorstraat en Zuidstraat. Ad.v©rt©ntlên van 1 tot 5 regels 25 Cent. Elke regel meer5 Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. luiinnuio u vcuif. i Advertentiën moeten uiterlijk des DINSDAGS- en VRIJOAGSMOKGEN.S vóór 10 uur aan de Bureaux bezorgd zijn. De Engelschen in 1777 en in 1901. (Eene vergelijking) Meer dan eons hebbon wij gowezen op de treffende overeenkomst tusschen don tegen- woordigen oorlog in Zuid-Afrika en don oorlog dien Engeland, meer dan honderd jaar ge leden, vruchteloos gevoerd heeft om zijn Noord-Amerikaansche koloniën tot onderwer ping te brengen. In weerwil van allen tegen slag bleet men ook toen hoogmoedig spreken van de eindelyka overwinning, die niet nit kon bljjven, tot hot uiterste oogenblik, toen de deb&cle onvermijdelijk en het verlies van de groote kolonies bezegeld wastoen ein delijk begon men een toontje lager te zingen en te luisteren naar do waarschuwende stom van mannen met helder inzicht, die het on vermijdelijke zagen aankomen. In dien tyd (1777) hield de oude Williaro Pitt, Engeland's grootste staatsman sedert Olivier Cromwcll, naar aanleiding van een dergelijke proclamatie alB Kitchener in Augustus heeft uitgevaardigd, in het Hoogerhuis de volgende indrukwek kende redevoering: «Nog gisteren kon Engeland met open voorhoofd de geheele wereld tegemoet treden, en vandaag is niemand zoo arm, dat hij het nog achting zon willen bewijzen Het is een smadelijke waarheid, dat niet alleen de macht en de sterkte van dit land verdwijnen, maar dat ook zijn welverdiende roem, zijn waar achtige eer en waardigheid opgeofferd worden. Mylords, de wanhopige toestand van onze wapenen daarginds is ten deele bekend. Nie mand denkt hooger dan ik over hun eerik heb de Engolsche troepen lief en bewonder ze, ik ken hun uitnemende eigenschappen en hun dapperheid ik weet, dat zjj alles kunnen docD, behalve onmogelijke dingen, en ik weet dat de verovering van Araorika een onmoge lijkheid is. Mylords, gij kunt Amerika niet verovereo. Hoe staat het toch daarginds Wjj weten waarschijnlijk het ergste nog niet, maar zoovoel weten wy, dat wy in drie veld tochten niets bereikt en veel geleden hebben. Onze pogingen «ijn voor altjjd gedoemd ijdcl en vruchteloos te blyven. Hoe kan men onze tegenstanders in het veld uitleveren aan de veile huurlingen, aan de zonen van roof en plundering, door hen en hun have aan de roofzucht en wreedheid van huurlingen prys te geven Als ik een Amorikaan was, zoo als ik een Engelschman ben, zou ik nooit do wapens neerleggen, nooit, nooit, nooit I iEn wie, Mylords, is de man, die tot schande van ons leger verordonneerd of slechts toegestaan heeft, dat met onze wapenen de tomahawk en het scalpoormos van wilden vereenigen Wie durft ons bondgenootschap met de wilde en onmenschelyke Roodhuiden verantwoorden Hoe kan men de verdedi ging van betwistbare rechten aan de rneedoo- gelooze Indianen toevertrouwon en de ver schrikking van zulk een barbaarsche oorlog voering tegen onze christelyke broeders loslaten Mylords, deze ongehoorde dingen schreeuwen naar herroeping en bestraffing. Als zy niet dadelyk geheel en al uit de wereld geholpen worden, zullen zy oen schand vlek op ons nationaal karakter zijn. Het is niet het geringste van onze ongelukken, dat de houding van het leger door dit alles be dorven wordt. Aangestoken door don lagen geest van roof en plundering, vertrouwd ge worden met de ontzettende tafereelen van de wreedheid der wilden, kan zich ons leger niet langer op de mannolyke en ridderlyke gevoelens beroemen, die den soldaat adelen of zou militair eergevoel vereenigbaar wezoD mot rooven, branden en vermoorden >De Amerikanen zyn niet in den toestand van verachtelijke en wanhopige rebellen, zooals men dit land tracht diets te maken. Zy zyn geen wilde, vogelvrye bandieten, die niets te verliezen hebben. Vele van hun aanvoerders zetton by dezen stryd groote dingen op het spel. En als ik dit alles over weeg, moet ik de zinneloozo hardheid van onze dreigementen bejammeren, onze pro clamatie, die de tegenstanders tot rebellen verklaart, met al de noodlottige gevolgen van dien, zooals terechte telling voor don krygsraad en verbeurdverklaring van goederen. »Gy kunt Amerika door de maatregelen, die tot dusver genomen zyn, niet verontrusten gy kunt het noch door uwe tegonwoordige, noch door welke andere maatregelen ook, onderwerpen wat kunt gy dus doen Gy kunt vrees en bangheid slechts voor het oogenblik in slaap sussen waar de taal der waarheid in de eersto plaats noodzakelijk zou zyn. In een rechtvaardigen en noodzake- lijken oorlog zou ik, om de eer en het recht van myn vaderland te verdedigen, mij het lyf laten trekken om het te steunen maar voor znlk een oorlog als deze, onrechtvaardig in zyn oorsprong, onhandig in zijn uitvoering en verderfelijk in zyn govolgen, zal ik met geen enkele pogiug, geen enkelen shilling bydragen." Als men in plaats van Amerikanen Boe ren, in plaats van Roodhuiden kaffers zet, zou deze rede wel in September 1901 gehouden kunnen zyn. De Eugelschen hebben in waar heid niets geleerd en niets vergeten. (N. R. C.) Vit niet iluitenjaiiil. Ontzettend. In een Duitsch blad kwam dezer dagen het volgend verhaal voor dat aan den schry- ver werd melegedoeld door mevrouw Cremer schoonzuster van den Nederlandschcn oud- mjoister van Koloniën. Nooit dus wordt daarby door den Bcbryver aangeteekend hoorden we iets zóó verjckrikkolijks, zóó ont zettends verhalen. Mevrouw Cremer, een 76 jarige dame, kwam mot eenige andere gewonde vrouwen on kinderen in hot vrou- wen-laager te Kroonstad aan. Wat zy omtrent hut daar gebeurde vertelde, werd door alle vrouwen en kinderen bevestigd. Op 6 Juui werd door de Boeren by Graspan een Engelsch transport, waarby mevr. Cremer en andere vrouwen en kinderen zich bevonden, aange vallen. Toen de Engelschen by den aanvang van het gevecht eonige gewonden hadden ge kregen, en de Boeren steeds voorwaarts ruk ten, werd aan de vrouwen en kinderen be volen uit de wagens te kruipen en zich voor de soldaten te plaatsende soldaten schoten toen tusschen de vrouwen en kinderen door op de Boeren. Ook achter mevr. Cremer had zich een soldaat geposteerd, die onder haar arm doorschoot. Acht vrouwen en twee kin deren vielen door hot vuur der Boeren. Toen de Boeren dit zagen, staakten zy het vuren zy huilden als wilde dieren, drongen met de kolf van hot geweer het carré der Engelschen binnen en sloegen de rooineks als honden dood. Inmiddels waren nog een twintigtal Boeren door do kogels der Engelschen op korten afstand getroffen. De Boeren wilden de wagens en do vrouwen medenemen, doch zagen van verre sterke troepsn-afdeelingen aankomen. Daarom bepaalden zy er zich toe, de trekossen medetenemon. De wagens, waar op het goed dor vrouwen zich bevond, werden niet door hen verbrand. Het Duitsche blad waaraan dit verhaal is ontleend, voegt er aan toe: ,Als dun schurk, die de Engelsche troepen by Graspan aanvoerde, niet de épau letten van de schouders worden afgerukt, dan is het Engelsche officiers-korps niet waard, door de officieren van audero landen al3 ge lijken behandeld te worden.' Wanneer de zaak niet zoo hoog noodig was, zou men overvloedige aanleiding vinden, om hartelijk te lachen over den blnfierigea toon, dien de Engolsche nieuwsbladen vaak aanslaan ter zake van don Zuid-Afrikaanschen oorlog met uitzicht op een spoedig herstel des vredes. Een dier bladen vertelde in de vorige week, op hoog gezag van Chamborlain misschien to hebben vernomen, dat da tegenstand dor Boeren plotseling geheel is gobroken, en dat dus een spoedig einde van den oorlog kan worden verwacht. Tengevolge daarvan dus verzekert het blad is men ook niet voornemens, om verdere versterkin gen naar Zuid-Afrika te zenden, behalve wat noodig ia om de verliezen aan te vullen, ge leden aan dooden, gewonden en zieken. Men moet zich wel verwonderendat men in Engeland aan zulke opgesmukte praatjes nog eenige waarde toekent. Een paar voor de hand liggende opmerkingen zyn voldoende te achten, om de dwaasheid van het bedoelde, opgesmukte nieuwsbericht in het licht te tellen. Vooreerst heeft men in Engeland geene mannetjes meer, die disponibel zyn om naar het oorlogsterroin uit te zonden, en ten andore de aanvalling van het leger daarginds is heel en al overbodig, als 't waar is, dat de Boeren zich toch binnen enkele dagen zullen onder werpen. Inde dagbladpers buiten Engeland heeft dit bericht omtrent den oorlog spot uitge lokt. Jammer noemt een Duitsch blad het, dat de Boeren dit stukje eerst na eenige weken zullen vernemen, 't Zal zelfs den Boeren in 't bivak een gullen lach ontlokken, zulk een kinder sprookje en bakerspraatjo te lezen, 't wolk dienst moet doen om de Engelsche natie heen te zetten over den angst en de zorgen, door den eindeloozen duur van den oorlog teweegge bracht. Audere bladen voorspellen, dat, onder de tegenwoordige omstandigheden, de tegen stand der Boeren met den dag krachtiger zal wordfen, vooral nu hot milde jaargetijde is aaugebroken. Nooit waren de strijders voor de Boerenzaak zóó talryk en zóó vastberaden, nooit was hun vertrouwen op den goeden uitslag van den stryd zóó groot als thans. Verder wordt opgemerkt, dat de burgera uit de Republieken en uit do Kaapkolonie, die onder de wapenen zyn, beschikken over al hetgeen zy noodig hebben. Voedsel levert het land op, voor wapenen en ammunitie zorgen do Engelsche convooien, die buitge maakt, ot de Engelsche jtrocpon, die gevangen genomen worden. In de Kaapkolonie is de opstand schier alge meen. Een der Duitsche bladon eiudigt zyn artikel over dit onderwerp volgenderwijze Europa kan er op vertrouwen, dat de Boeren zullen overwinnen. Engeland ia verloren 1' Het kan weieens van belang worden geacht, om kennis te nemen van do beschouwingen en opmerkingen omtrent den Zuid-Afrikaanschen oorlog, zooals ze gegeven worden door leden der Engelsche regeering. Een dier mannen de Lord-kanselier hield dezer dagen in eene particuliero vergadering een redevoering, waarin hij de overtuiging uitsprak, dat de regeering ten vorigenjaro zich volkomen over tuigd hield van het eindigen van don oorlog, zoodat het toon op haar weg lag bij de Par- lements-verkiezing de vraag te stellenstelt men het noodige vertrouwen in het bewind, om het werk der algehoele bevrediging ten einde te brengen Er is nog, ja, een soort van oorlogvoering, doch dat is geen oorlog meer. De hoofdsteden der Republieken zijn in handen dor Engelschen, dus is de oorlog in derdaad uit. Men zou echter den minister kunnen vragenals er dan werkelijk in Zuid- Afrika geen oorlog meer is, waarom moeten er dan nog krachtige maatregelen genomen worden En hoe komt het dan, dat de Boeren thans don krijg mot moed en kracht voort zetten, en den Engelschen leelyke, gevoelige alageD toebrengen Onlangs hebbon we molding gemaakt van het tusschen Frankryk ou Turkye gerezen ge schil, een gevolg van tekortkomingen des Sultans jegens Fransche onderdanen, voor wier belangen de Fransche gezant to Konstantinopel opkwam. Nog altyd is dat geschil onopgelost. De som, door do Fransche regeering geëischt, wil de Turksche regeering niet geven. Frank rijk stelt nu als voorwaarden tot bevrediging o.a.dat de Fransche gezant .over zee naar Konstantinopel zal terugkeeren, begeleid tot aan Konstantinopel, of minstens tot aan de Dardanellen, door een Fransch eskader; dat de Fransche vlag, als dio weer op het Fransche gezantschapsgobouw wordt geheschen, door de Turksche regeering metsalutschotenzal worden gesalueerd dat de achterstallige gelden aan Fransche onderdanen onmiddellyk zullen wor den uitbetaald on dat Fraukrijk's wen.-chen omtrent het stichten van Fransche scholen in Palestina zullon worden ingewilligd. De Sultan, die zich ten laatste wel genoodzaakt zal zien, het hoofd in don schoot te leggen, vindt in deze eischen der Fransche regeering vast wel veel vernederends voor den Grooten Heer van het Turksche Rijk. AlEi UMTAJ a>a\€« E* HELDER, S October 1901. De heer J. Goedkoop Dzn., hoofd der firma Gebr. Goedkoop, directeur van den sleepdienst Noord-Holland en van den IJmuider stoombootdienst, een bekend scheepsbouwkundige en een groot aanne mer te Amsterdam, is op 62-jarigen leef tijd overleden. Valsche guldens zijn nu weer in beslag genomen te Edam, Katham, Drsem en Westwoud. Den Haag de rijkste stad. Uit den statistiek over de Vermogensbe lasting blijkt dat het getal aanslagen in acht jaren tijds met 3517 is toegenomen, en bet getal millioenen, waarvan belasting is betaald, met 367, of bijna 7 pCt., en het bedrag der aanslagen met ruim 5 ton of ook ruim 7 pCt. De toeneming is het grootst in Den Haag. Daar zyn 1160 meer aangeslagen, nl. 7096, zijnde een vermeerdering inet 197s pCt. Te Rotterdam was de stijging 12.8 pCt., te Amsterdam 9.2 pCt. Het belastbare vermogen steeg in DeD Haag van 6S6 tot 787 millioenen, d.i. een vermeerdering van het Haagsche vermo gen met 14.7 pCt. 's Gravenhage is daardoor de rijkste stad van het land geworden, betrekkelijk en ook absoluut. Amsterdam heeft toch maar een vermogen van 778 millioen en Rot terdam zag zijn vermogen klimmen van 362 tot 426 millioen. De >Stichtsche Ct." schrijft Hoe vreeselijk de kanker van het drinken aan onze volkswelvaart knaagt, kan blijken uit de volgende cijfers, ontleend aan de statistieke opgaven van het jaar 1900. In dat jaar bedroeg het gebruik aan gedistil leerd in onze provincie niet minder dan 9.27 L. per hoofd, vrouwen en kindereu dus raedegerekend. Alleen in de provincie Gro ningen werd nog meer gedronken, nl. 10.21 per hoofd, maar auders geniet ons gewest de treurige eer, dat het bovenaan staat op de lijst. Daar deze provincie in 1900 pl. m. 251.500 inwoners telde, geeft dit een gebruik van 2.331.405 L. gedistilleerd van 50 pet., waarvan de verkoopwaarde veilig geateld mag worden op ruim 2'/j millioen gulden. Vijf-en-twintig ton gouds werd dus in één jaar tijds, alleen in onze provincie, opgedronken. Van hoeveel be- teekenia dit voor de volkswelvaart is, kan het best blijken, wanneer men naast deze cijfers stelt die van de Rijkspostspaar bank. Over 1900 werd in ons gewest ingelegd een bedrag van f 2.201.119 en teruggevraagd f 1.964.256, zoodat in het geheel f 236.863 meer werd ingelegd dan teruggenomen. Vijf-en-twintig ton dus verkwist aan sterkendrank, en nog geen 21/, ton bespaardEa wie brengt onder cijfers liet kwaad, dat door het drinken bovendien werd gesticht. Een beminnelijk vrouwtje 1 De arroudissemeuts-rechtbauk te 's-Her- togenbosch veroordeelde Vrijdag A. R., 37 jaren, weduwe van E. K. te De Wer ken, c. s. tot 15 jaren gevangenisstraf. Dat onmensch had reeds meermalen be proefd haar man te vergiftigen. Ten slotte is zij in baar snood opzet geslaagd. Haar man at boterhammen, waarop de giftineng- ster arsenicum had gestrooid, aan de ge volgen, waarvan K. bezweek. Het ontaarde wezen toonde niet het minste berouw. De Oerlog in Zuid-Afrika. De »Matin" heeft van republikeinsche zijde uit Zuid-Afrika langs een omweg een beschouwing over den militairen toestand ontvangen, zooals die in Augustus, dus vóór de groote overwinningen uit den laat- sten tijd, waB. De toon ervan is zeer hoop vol. De schrijver zegt dat de strijders voor de onafhankelijkheid in beide republieken nooit talrijker zijn geweest. In Transvaal zyn 15,000 burgers onder de wapenen, in den Vrijstaat 12,000. Deze 27,000 mannen gehoorzamen allen aan dezelfde gedachte, ze zijn allen bezield met dezelfde vader landsliefde en dezelfde toewijding, allen vast besloten om voor hun onafhankelijkheid te strijden, zoolang 't geweer hun niet door den dood wordt onrnkt. Zij hebben alles wat zy noodig hebben. Hun aanvoerders behoeven van de reser ve-voorraden ammunitie die zich op veilige plaatsen bevinden, niet aan te spreken, want vele konvooien die op den vijand veroverd worden en de patroontasschon van de gevangen Engelschen zyn voldoende om in de loopende behoefte te voorzien. Aan levensmiddelen is evenmin gebrek. De Boe ren hebben in bet geaccidenteerde terrein overal hun graanschuren en veestapels. In de Kaapkolonie is de opstand alge meen. Al de kolonisten van Hollundsch ras, die langen tijd gerekend hadden op de menschlievendheid van de Engelsche troe pen, op de gematigdheid van de Engelsche staatslieden en op den goeden wil vau den Koning, hebben ten slotte ingezien dat men hun stamverwanten een uilroeiings- oorlog aandoet. Zij sluiten zich in grooten getale aan, ofschoon zij later niet meer terug knnnen zonder als rebellen gestraft te worden. Zij zullen de bondgenooten van de republikeinen blyven tot in den dood. Hun aantal is nog onbekendmaar overal ziet raen de wapenen opvatten. In den Oranje-Vrijstaat en Transvaal, zegt de schrijver, bestoken wij de Eugolschen aanhoudend, en de Engelsche troepen wor den hoe langer hoe meer gedemoraliseerd, hoe dapper zij ook mogen wezen, ten ge volge van de ijdele offers die zy eiken dag moeten brengen. Kortom, ons hart is vol hoop en ons besluit staat vast. Men heeft ons onze vrouwen en kinderen ontnomen; men heeft onze hoeven verbrandmen tracht ons land te verwoesten in plaats van ons tot onderwerping te dryven, her inneren dergelijke daden ons aan onzen plicht, die is te strijden tot het ein de. In dien iemand onder hen die onze aanvoer ders zyn of waren mocht hy weifelen, zon hij gewraakt worden. Maar er is geen ge vaar zij die ons kennen, weten dat er geen vrede voor ons zal bestaan dan met onafhankelijkheid en dat wij tot onzen God zullen bidden op een vrijen grond of zoo het moet, zullen rusten iu vreemde aarde. Hebt goeden moed, wy zullen over- Recovered" heetten in Kitchener's tele gram de twee kanonnen van de U-batterij der R. H. A. die de Engelschen bij Vlak- fontein II verloren hadden, niet »recaptnred'\ Inderdaad zyn die stukken geschut n et heroverd, want volgens een Reuter-tele- gram uit Bloemfontein heeft kolouel Lowry Cole het eene gevouden bij Wepenerhet andere stnk is volgens den correspondent waarschijnlijk elders begraven of verbor gen. Het vermoeden ligt voor de hand, dat öf de plaatsen waar de Boeren de ver overde kanonnen verstopt haddeu, door Kaffers verraden zyn, óf dat de Boeren die kanonneu onbruikbaar hebben gemaakt en weggeworpen. Het telegram zegt niet, dat ze ongeschonden teruggevonden zyn. Vrijdag is te Dover bevel gegeven dat alle beschikbare manschappen vau het 5e en 9e lanciers en het 18e en 19e huzaren zich gereed moeten maken voor inscheping naar Zuid-Afrika. Het transportschip Oriënt is uit Kaap stad te Southamptou aangekomen met 600 man, wier diensttijd verstreken was of die ongeschikt waren voor verderen dienst. Het konvooi dat de Boeren den 30sten September hebben genomen, behoorde tot de kolonne van generaal Bruce-Hamiltoa en bestond uit 32 wagens vol levensmid delen. De generaal die werd uitgezonden om Botha een verpletterenden slag toe to brengen, zal er dus leelijk door onthand zyn. Zooals men weet, heeft de vervolging van de Boeren eu hun buit tot dusver geen succes gehad. Uit de gepubliceerde verliezenlijsten van het War Office, waarmede men in dit ge val werkelijk vlug is, blijkt het ontzettend hooge percentage, dat men bij Moedwil van de gevalleu officieren tegenover do manschappen heeft te stellen of, dat het percentage nog onzuiver is omdat nog latere opgaven te wachten zijn. Er zijn niet minder dan 26 officieren buiten gevecht gesteld, waarvan vier ge sneuveld, of sedert het eerste bericht aan hun bekomen wonden gestorven. Bovenaan staat kolonel Kekewich, die als moedig officier zich niet buiten schot heeft gehou den hy heeft een kogel in den rechter schouder en linkerzijde zyn toestand is bevredigd, Verder zijn er nog een luilenant-kolonel Duff, licht en een majoor Blair ernstig ge wond dan nog acht kapiteins, waarvan reeds twee aan hun kwetsuren overleden zyn, en 4 ernstig en 2 licht gewond zyn; de rest zijn luitenantstwee gesneuveld, negen zwaar gewond en vier licht. Dit hooge cijfer aan officiersverliezen brengt ons, evenals zooveel uit hernieuw de phase van den oorlog, het begin in her innering, toeu men Engeland ook achen wee klaagde over al de officieren die door de Boerenscherpscbutters werden uitgeko zen. Het moet voor niet-verblinde Engel schen tevens weer een bewijs zyn, dat de hand, die de Mauser bestuurt, even vast is als twee jaar geleden, dat dus de Boer even overlegd, kalm en onverzettelijk is; ook dat het zuivere, bijna systematische treffen der rozen niet het werk kan zyn van een gedemoraliseerde stroopersbende. LONDEN, 4 Oct. Uit de laatste ver- liezenlijst blijkt, dat de colonne van Keke wich bij den jongsteD aanval door De la Rey 45 dooden en 114 gewonden had, be halve enkele lichtere gevallen. LONDEN, 4 October. De Lord-Kanse- lier heeft, gisteravond aan het feestmaal van messenmakers het woord voerend, ge klaagd dat er in Engeland z oovele verra ders waren die de Boeren hielpen. De Engelsche regeering staat tusschen de keus van vrede te sluiten met de Boeren of den oorlog met kracht voort te zetten. De beslissing kan niet twijfelachtig zyn. Engeland moet den oorlog voortzetten. Alles goed en wel, zegt de »Times", maar hebben daartoe daden en geen mooie woorden noodig- De voornaamste bladen bevatten bizon- derheden over de gevechten rondom Itala en Prospect, waaronder allicht het beste is het telegram dat de Daily News" uit Nkandbla heeft ontvangen, waarheen de Engelsche bezetting van Itala zich begaf toen de Boeren na een insluiting van ne gentien uren aftrokken. De correspondent zegt dat 600 Boeren vooraf den bergtop by Itala bemachtigden en daar 80 Engel- gelschen gevangen namen in een kamp, dat daar onder de luitenants Kane enLe- roy was gevestigd. Daardoor werd de En gelsche bezetting van het kamp in het dal van Itala verminderd tot 200 die den heldenstryd volhielden, ofschoon de mees- I ten gedood of gewond waren." Zy hadden FEUILLETON. 13) „Wat is dat voor een meisje?' vroeg Mitchel. Emilie zeide hem, dat ze tydalyk de plaats vso de gewone kamenier vervulde. z/Het schynt een bedaard, verstandig meisje tte zyn,* zeide Mitchel luider dan noodig was, maar wel een beetje al te bedaard, want zo maakte my aan het schrikken, zoo stil was ze binnen gekomen. Wat ik je te vragen heb, betreft iets, dat overmorgen gebeuren moet, ik zal je dat straks wel vertellen.» zrJe zult me du in een paar dagen niet zien,' zeide Mitchel tot Emilie, die hem na het souper tot aan de deur uitgeleide deed. Lucette, die deze woorden gehoord had, toen ze Mitchel nitliet, keek den volgenden morgen vreemd op haren neus, toen ze hem reeds om tien uar zag binnentreden. Nog vreemder keek ze op, toen Emilie alleon uitging, en Mitchel alleen in de huis kamer bleef zitten. Lucette begreep niet, wat dit beteekende en besloot zelf ook nit te gaan. Toen ze door de gang liep, werd op eons de deur van de huiskamer geopend en Mit chel stond voor haar. ,Waar ga je heen, Lucotte?' •Ik moet eene boodschap doen,1 antwoordde ze met bevende stem. «Kom eerst even binneD, ik heb een woordje met je te spreken.' Ze begreep, dat ze gehoorzamen moest, en trad do kamer binnen. Mitchel volgde haar, sloot de denr en stak den sleutel in zyn zak. ,Wat boteekont dat?' vroeg Lucette bits. •Je vergeet, Lucette, dat je dienstbode beut en dat dienstboden geen brutale vragen doen, maar toch zal ik je antwoord geven, ik sluit je hier op, omdat ik niet wil, dat je deze kamer verlaat." Maar ik wil met n niet opgesloten blyven ik ben een fatsoenlyk meisje.' «Daaraan twyfelt geen mensch, en je hoeft nietbaug voor mo te zyn, ik zal je niet te na komen.' Waarom hebt n me hier opgesloten?* "Om je hier te houden, welnu, een paar nurtjes. Je hebt daar toch niet op tegsn Zeer veel, ik wil geen twee uur met u alleen zijn.' Hoe zal je dan weg komen Lucette beet zich op de lippen, maar be greep, dat er niets aan te doen was. Mevrouw Remsen, miss Dora en do andere dienstbode waren uitgegaan, ze was dus met Mitchel alleen in huis. Gedurende de twee uren dio nu volgden, werd er geen woord tusschen de beide per sonen gewisseld. Eindelyk sloeg de klok twaalf en het meisje Bprong van haren stoel op. •Mag ik nu gaan vroeg zy. «Ja Lucette, nu kuD je gaan en doen wat je wilt, want miss Remsen heeft my opge dragen je te zeggen, dat zo jou diensten niet meer noodig heeft. Zij vindt, dat jo wat al to stilletjes kamers binnensluipt en ze ver schrikt, als ze plotseling iemand voor zich ziet staan.» •Je bent een duivel,' riep ze woedend uit en verliet kort daarna bet huis. Ik had toch gelijk,» dacht Mitchel, «zo was door Barnes hier gestuurd.' IX. Op den morgen van den Nieuwjaarsdag zat Barnes in zijn gezellige huiskamer zijn dagboek na te lezen. Öp behendigo wyze was hij er achter ge komen, dat een jong meisje, Rose Mitchel genaamd, die hy voor Miichels dochtertje hield, op eene kostsohool vorblyf hield, doch eenige dagen geleden door eene dame was afgehaald. Nn was hy haar spoor bijster Lucettfc's pogingen om haar op te sporen, waren door Mitchel's tuaschenkomst mislukt. Steeds gelukte het dien man hem te dwara- boomen, doch zulks ontmoedigde den detec tive niet, en hij had twee zyner behendigste helpers het bespieden van Mitchel en miss Remsen opgedragen. Daar heden 1 Januari de laatste dag was, waarop Mitchel do weddiugschap kon winnen altyd in do veronderstelling dat hy de misdaad nog niet begaan had wilde Barnes zich van al de berichten van ryne spionnen ontvangen, nog eens goed op do hoogte stellen, om daarnaar to handelen. 15 December. Mitchel was 's morgens in hotel Hoffman, bleef daar twee uur, kwam er met Thauret uit, dójouneerden bij Del- monico. Daarna Mitchel per rytuig naar de 30e straat. S. Miss Remsen den ganschen morgen niet gezien. Om half drie kwam Mitchel met zijn rytuig, gingen een toor doen, volgde per huurrijtuig, niet» verder te meldeD. \V.... 16 December. M. 's morgens in de club, namiddag hotel, avond by Remsen. 17 December. Als gisteron bezoek van Thauret, een uur gebleven. 18 December. M. 's morgens met Th. bijeen, ook 's avonds in de club. Kocht portier om, kwam binnen als kelluer. M. en Th. speel- nen whist, waren partner, verloren. 19 December. M. en Th. speoldon voor- middags in de club, verloren. Nog vior anderen namen deel aan het spel. Hij, die het meeste Won, was ongotwyfeld dezelfde, die als maat met Th. speelde, op den avond, toen Randolph dien van valsch spelen ver dacht hield. Zyn signalement komt juist over een mot dat van den man, die do juweelen in het hotel te New-haven te bewaren gaf. Heet Adrian Fisoher. S. 20 December. M. 's morgens thuis, namid dag wandeling mot Th., spraken zeer ernstig met elkaar. Zag dat M. aan Th. geld gaf. Speelden 's avonds in een club verloren. 21 December. Geïnformeerd naar A. Fischer van goede familio maar arm is lid van twee deftige clubs, spoelt veel, loopt klap op zijn vrienden. Heeft geen bloedverwanten hiar, behalve een verlamde zuster, waar hy veel vau houdt. Bestaan raadselachtig. Th. is door hem in do club geïntroduceerd. Was van 1 tot 4 December niet te New-York. D Toen Barnes zoover gekomen was mot de lezing van zyn dagboek dacht hij zou die Fischer een werktuig van Thauret zyn Hij is arm cn vau goede familieZou hy door Thauret verleid zyn om de loden dor club te plakken Vanwaar die drukke conversatie van Mitchel met dien Thauret? Is Fisscher de man, dio hot taschje van een ander, in den trein gezoten persoon, aannam en te New-haven in bewaring gaf? Waarom liothij zulk een groote waarde in den steek Dat zou verklaren waarom Thauret te Stamford den trein verlaten had, misschien met het plan om te New-haven Fischer weer te ontmoeten, die intusschon uit vrees dc zaak opgegeven had, en toon naar New-York teruggekeerd was. Thauret's handelingen en plannen had hy doorgrond maar wie had de vrouw ver moord Barnes las vorder 22 December. M. en miss R. brachten om elf uur een bezoek aan don heer en me vrouw Ralston, in de 5o Avouue. M. dejeu neerde met Th., in hot hotel Brunswick Dos avonds allo drie naar opera.' S.... Misa R. ging na haar bezoek aan de Ralstons, verschillende visites maken bij dames, die den toon in de voornaamsae gezelschap pen aangeven. Ongotwyfeld is er iets gaande. Zou het meisje ook by de Ralstons kunnen zijn Hebt mij verstaan met politie-agent, bij Ralston's buis. Hij zal dienstmeisje onder vragen, bericht zenden. W. Bericht van den politieagent no. 1666. Fa milie Ralston 3 kinderen, geen van 14 jaar, alle drie véél jonger. Miss Remsen kwam Kalston verzoeken in zyn huis een faeat te mogen geven. Dat feest zal le Januari plaats hebben. Hot zal een bal masqué zyn. L.... 23 December. M. en Th. waren heden by den costuum-verhuurder, ging er ook binnen toon ze weg waren gaf mo voor een vriend der heoren uit en verlangde costuum. M. be stelde costuum, Ali-Baba-Th. niets. Ik bestel de Aladin-costuum, kan echter weer afzeggen, als gy er niet heen wenscht to gaan. Alle personen, die aan de maskerade deelnemen, stellen personen uit de «Dnizend en een nacht' voor. Miss Emilie verschynt Scheharezadc. W. Barnes sloeg nu eenige rapporten van weinig belang over. 30 December. M. per sneltein naar Phila- dclphia vertrokken ik volg hem. S,,.. 31 December. Telegram uit Philadelphia Mitchel Lafayetto-hotol ziek te bed. Dokter bij. Hoeft miss lt. draad bericht, feest niet by kan wonen. S. Thauret heden zy costuum-verhuurder, nam het voor M. bestelde costuum mee, overhan- dige hem brief van M. Costuum-verhuurder gat my dien brief, zeide hem ik detective was, die een misdadiger op 't spoor waB. Mitchel schreef dan hy vrij ernstig ziek as en verzocht Th, hem by Ralston to ex- cuseoren, en in zyn co3tuum als Ali-Baba te te verschijnen, voegde er een introductiebrief voor Ralstons by. Th. wa9 van plan geweest uit de stad to gaan, doch nu bleef hij, om het feest by te wouen, X Toen Barnes zyn dagboek doorgelezen had, begaf hij zich terstond op weg naar het huis van den heer Ralston, en werd terstond in diens studeervertek ontvangen. Mijnheer Ralstons', zeide hy ik ben de tective en kom tot u mot het verzoek, het ge maskerde bal ten uwent hedenavond te mogen bywonen. Dit verzoek zal u zeker zondorling toeschijnen, maar ik doe het in uw eigen be lang'. •Als ge u wat duidelyker zoudt willen ver klaren, zal ik missshien aan uw verzook kun nen voldoen.' (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Vliegend blaadje : nieuws- en advertentiebode voor Den Helder | 1901 | | pagina 1